Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Untitled - Tento.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inleiding<br />
e meest onherroepelijke van alle scheidingen is deze<br />
tussen leven en dood. Voor ieder mens is er het<br />
probleem van het heengaan uit dit leven en het ge<strong>be</strong>uren<br />
na de dood. In elke cultuur wordt het mysterie van de<br />
scheiding tussen geest en lichaam vergezeld van een<br />
aantal rituele handelingen; deze vinden hun oorsprong in<br />
een aloud intuïtief geloof dat de geest na de dood<br />
verderleeft in een hiernamaals, terwijl het stoffelijk<br />
overschot aan de aarde wordt toevertrouwd. Het is dan<br />
ook niet verwonderlijk dat de dingen rondom de dood een<br />
duurzame <strong>be</strong>stendiging kregen in de kunst. Opdat de<br />
overledene in de herinnering zou voortleven, wordt door<br />
de naast<strong>be</strong>staanden een grafmonument opgericht dat<br />
tevens een herkenningsteken kan zijn: men treft er de<br />
naam, dikwijls het portret en het familiewapen van de<br />
overledene op aan: zijn rang, zijn functie en daden<br />
worden opgeroepen. Het grafmonument vormt aldus een<br />
tastbaar <strong>be</strong>wijs van de piëteit en de eerbied van de<br />
levenden voor hun geliefde doden.<br />
In de grafkunst, meer dan in welke andere vorm van<br />
artistieke expressie ook, heeft de mens getracht zijn<br />
diepste roerselen en gedachten over dood en hiernamaals<br />
gestalte te geven.<br />
Deze aflevering van Openbaar Kunst<strong>be</strong>zit in Vlaanderen<br />
wil een <strong>be</strong>eld ophangen van de Vlaamse grafkunst van de<br />
middeleeuwen tot in de 19e eeuw. Een eerste deel kreeg<br />
als titel "Van de catacom<strong>be</strong>n naar de kerk. Het christelijk<br />
graf van de middeleeuwen tot aan de renaissance".<br />
Het schetst in het kort de oorsprong van de gewoonte om<br />
binnen de kerk te <strong>be</strong>graven en de gebruiken die daarbij<br />
in acht genomen werden. Het hoofdaccent valt evenwel<br />
op de 12e- tot 16e-eeuwse grafzerken en -platen die we<br />
nog in de Vlaamse kerken aantreffen of er oorspronkelijk<br />
thuishoorden.<br />
De <strong>be</strong>perkte omvang van de bijdrage lag aan de basis van<br />
deze keuze. Daardoor worden de vrijstaande tom<strong>be</strong>n en<br />
de epitafen hier niet <strong>be</strong>sproken. Het tweede en derde<br />
deel van deze aflevering maken dit echter ruimschoots<br />
weer goed.<br />
De grafzerken en -platen worden in het eerste deel dan<br />
wel in al hun facetten <strong>be</strong>licht: de gebruikte materialen,<br />
de produktietechnieken, de opdrachtgevers,<br />
de overlevering, de iconografie, de voorstelling van de<br />
overledene en de gebruikte symboliek in functie van de<br />
evoluerende middeleeuwse opvatting over het leven na<br />
de dood.<br />
D<br />
82<br />
Het tweede deel over. "De praalgraven en epitafen van de<br />
16e, de 17e eeuw en de 18e eeuw" brengt ons meteen in<br />
de renaissance. De geprivilegieerde overledenen werden<br />
nog altijd in de kerk <strong>be</strong>graven. Vrijstaande tom<strong>be</strong>n,<br />
wandgraven en epitafen, eigenlijk middeleeuwse types<br />
van grafmonumenten, kregen een renaissance-uitzicht.<br />
Dit gedeelte brengt niet alleen kunsthistorische en<br />
iconografische informatie, maar ook hier wordt het<br />
verband gelegd met de 16e- en 17e-eeuwse opvattingen<br />
over het sterven en de dood.<br />
Een korte notitie over het Franse monumentale type van<br />
wandgraf met o<strong>be</strong>lisk en allegorische figuur,<br />
dat gedurende de 18e eeuw gebruikelijk bleef, rondt dit<br />
gedeelte af.<br />
Sinds het verbod van 1784 om binnen gebouwen te<br />
<strong>be</strong>graven, werden ook de nota<strong>be</strong>le afgestorvenen buiten<br />
de kerk ter aarde <strong>be</strong>steld. Kerkhoven, sedert eeuwen de<br />
<strong>be</strong>graafplaats van de gewone man, verloren hun relatie<br />
met de kerk. Openbare <strong>be</strong>graafplaatsen werden aangelegd<br />
buiten de woonkernen.<br />
"De 19e eeuw. Grafmonumenten in openlucht: christelijk<br />
en profaan" is de titel van het derde deel in deze<br />
aflevering. Het handelt over de in toenemende mate<br />
gedeconfessionaliseerde 19e-eeuwse openbare<br />
<strong>be</strong>graafplaatsen, <strong>be</strong>volkt met grafmonumenten,<br />
gekenmerkt door een veelheid aan architectonische<br />
vormen, een conglomeraat van stijlen en een samengaan<br />
van christelijke en profane, romantische symboliek.<br />
Ook wordt gewezen op de problemen rond het <strong>be</strong>houd<br />
van deze graven.<br />
Een verklarende woordenlijst met de in de tekst cursief<br />
gedrukte termen, <strong>be</strong>sluit de aflevering, samen met een<br />
literatuuropgave die geldt voor de drie delen.