25.09.2013 Views

Activiteitenverslag VVOG 2002

Activiteitenverslag VVOG 2002

Activiteitenverslag VVOG 2002

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 23<br />

Vlaamse Vereniging<br />

voor Obstetrie<br />

& Gynaecologie<br />

Geert Debruyne<br />

DATA <strong>2002</strong><br />

De <strong>VVOG</strong> telde in <strong>2002</strong> 437 betalende effectieve leden.<br />

Er waren 94 aspirant-leden ingeschreven. Onder de<br />

81 senioren, dit wil zeggen niet-actieve gynaecologen die<br />

een gereduceerd lidgeld betalen of dus collegae die geen<br />

geneeskundige praktijk meer uitoefenen, telt de<br />

vereniging 10 Vlaamse ereleden. Het merendeel van de<br />

‘senioren’ is uiteraard 65-plusser. Er waren tenslotte<br />

28 buitenlandse leden. Dat brengt het ledentotaal op 640.<br />

In <strong>2002</strong> werd ter gelegenheid van het Gynaecongres te<br />

Antwerpen het erelidmaatschap toegekend aan Prof Louis<br />

Keith, Northwestern University, Chicago en aan Prof John<br />

Shepherd, St Bartholomew’s Hospital, Londen.<br />

Er moeten, zoals statutair bepaald, tot onze spijt wegens –<br />

ondanks herhaalde oproepen – uitblijven van betaling van<br />

de ledenbijdrage gedurende 2 opeenvolgende jaren<br />

wellicht 3 actieve gynaecologen uit het ledenbestand<br />

geschrapt worden.<br />

De Raad van Bestuur vergaderde viermaal. De KWP<br />

(Kommissie Wetenschappelijke Programmatie), samengesteld<br />

uit de leden van de Raad van Bestuur, de<br />

Hooglerarendiensthoofden van de Vlaamse universitaire<br />

gynaecologische diensten en de voorzitters van de vier<br />

<strong>VVOG</strong>-werkgroepen vergaderde tweemaal. En Dagelijks<br />

Bestuur en het Organisatiecomité van het Gynaecongres<br />

<strong>2002</strong> elk eveneens tweemaal.<br />

Wetenschappelijke activiteiten<br />

<strong>VVOG</strong>-Lentevergadering<br />

Op 2 maart <strong>2002</strong> vond in de Aula Omnia Schaubroeck<br />

te Nazareth de ‘eerste’ <strong>VVOG</strong>-Lentevergadering plaats<br />

<strong>Activiteitenverslag</strong><br />

<strong>VVOG</strong> <strong>2002</strong><br />

over “Diagnostiek en behandelingskeuze van fertiliteitsstoornissen<br />

in de dagelijkse gynaecologische praktijk”.<br />

Het gesponsord minisymposium handelde over ‘Nieuwe<br />

generatie gonadotropines’. De VWRG verzorgde dit<br />

degelijke wetenschappelijk overzicht. Er volgde voor de<br />

161 deelnemers ook een primeur daar elkeen ter plekke<br />

een praktische syllabus ontving. Op de Statutaire<br />

Algemene Vergadering werd naast de gebruikelijke<br />

verslaggeving de definitieve start van de wetenschappelijke<br />

raad (WR) en de nieuwe Werkgroep Algemene<br />

Gynaecologie (VWAG) gegeven. De realisatie van de fusie<br />

van de ledenbijdrage van de vereniging met deze van de<br />

Beroepsvereniging was dan weer de belangrijkste<br />

aankondiging van de Beroepsbelangencommissie. Ook<br />

hierover werd na een geanimeerd en lang uitgelopen<br />

debat een consensus gevonden.<br />

Multimedia Event<br />

V V O G<br />

K A T E R N<br />

Op 27 april <strong>2002</strong> organiseerde de vereniging te Brussel<br />

voor de tweede maal een Multimedia Event, onder de<br />

titel: “Fast moving E-world and your professional life”. De<br />

interesse van de <strong>VVOG</strong>-leden en ook een belangrijke<br />

groep senioren voor een volle dag voor het computerscherm<br />

blijft bewonderenswaardig. De organisatie bood<br />

onze Webmaster de kans de <strong>VVOG</strong>-website voor te stellen<br />

en vooral in het licht van de vernieuwing kritisch te laten<br />

evalueren. Het exclusief sponsorschap blijft succesvol,<br />

hoewel in de toekomst wellicht door veralgemeend<br />

toegenomen deskundigheid omtrent PC-gebruik bij de<br />

leden, een vernieuwde meer praktijk gerichte “MM-event”<br />

moet worden bedacht.<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 48


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 24<br />

49<br />

Gynaecongres <strong>2002</strong><br />

Op 30 en 31 mei en 1 juni <strong>2002</strong> organiseerde de<br />

vereniging samen met de NVOG het driedaags<br />

internationaal Gynaecongres <strong>2002</strong> in Metropolis te<br />

Antwerpen. De opener was voor Louis Keith die ‘Triplet<br />

Pregnancies in Women over Age 40’ behandelde. Op<br />

donderdagnamiddag volgden drie parallelle sessies over<br />

verloskunde, gynaecologische oncologie en reproductieve<br />

geneeskunde, waarvan de programmatie aan de<br />

respectievelijke werkgroepen van de beide zusterverenigingen<br />

werd toevertrouwd. De ‘wetenschappelijke’<br />

dag werd eminent afgesloten door Roger Short, die ons<br />

‘From Adam and Eve to AIDS’ toelichtte.<br />

Vrijdagvoormiddag werd het forum voor de vrije mededelingen<br />

van de aspirant-leden vrijgemaakt. Onder de titel<br />

“Ontmoet de Agio’s” werd door de organisatie zeer<br />

bewust voor een centrale plaatsing van de wetenschappelijke<br />

mededelingen van de assistenten binnen de<br />

globale congresorganisatie gekozen. Hiervoor was een<br />

tweede primeur nodig. Door de <strong>VVOG</strong> werd bij de<br />

Franstalige GGOLF-B een ‘blinde’ selectie van de<br />

ingestuurde bijdragen bedongen. Dit congresdeel wordt<br />

immers als Nationaal Congres van de KBVGV georganiseerd.<br />

De niet geselecteerden konden echter toch elk<br />

tijdens een ‘Postersessie’ kort hun bijdrage toelichten.<br />

De namiddag bood de organisatie en de werkgroepen de<br />

kans internationaal gerenommeerde autoriteiten binnen<br />

een subspecialisme een ‘State of the Art’ te laten<br />

brengen. We konden John Shepherd, Elizabeth Bryan,<br />

Pierre Buekens, Wolfgang Holzgreve en Linda Cardozo<br />

aanhoren en bevragen.<br />

De laatste congresdag stond in het teken van een ‘ouderwetse’<br />

België - Holland. Onder het thema<br />

“Gezondheidsbeleid in België en Nederland” werd eerst<br />

‘de overheid’ gehoord. Vervolgens werd op drie domeinen<br />

binnen het specialisme: ‘Wanneer toepassing van<br />

‘medisch geassisteerde procreatie’?’, ‘Wat bepaalt de<br />

beslissing tot het verrichten van een hysterectomie?’ en<br />

‘Is het stijgend percentage ‘sectio caesarea’ een goede<br />

zaak of niet?’ een confrontatie tussen Vlaanderen/België<br />

en Nederland aangegaan.<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

Het Gynaecongres werd door 820 gynaecologen volledig<br />

of deels gefrequenteerd. Daarvan waren 268 <strong>VVOG</strong>-leden,<br />

waarvan 65 aspiranten. Met meer dan 200 effectieven,<br />

werd dit internationaal evenement door bijna de helft van<br />

de actieve gynaecologen in Vlaanderen gevolgd.<br />

Voorwaar een absoluut record. En dat de kwantiteit van<br />

dit ‘Kijkcijfer’, ook nog eens door de band door<br />

de deelnemers geassocieerd werd met hoge<br />

kwaliteitsappreciatie maakt het plaatje bijzonder positief.<br />

Herfstvergadering<br />

Op 5 oktober <strong>2002</strong> organiseerde de <strong>VVOG</strong> haar<br />

Herfstvergadering te Diepenbeek. De VWOG behandelde<br />

“Wetenschappelijk gefundeerde richtlijnen voor de<br />

opvolging van gynaecologische kwaadaardige tumor na<br />

de eerste behandeling”. Na het afhaken van de VWV, werd<br />

inderhaast een uitstekend alternatief gevonden over<br />

“Kinder- en adolescentengynaecologie”, deel van de<br />

theoretische cursussen in het kader van het nieuw<br />

curriculum voor assistenten in opleiding, samengesteld<br />

door JJ Amy. Het minisymposium behandelde ‘Fytooestrogenen’.<br />

Het plenaire namiddagprogramma liet de<br />

drie werkgroepen toe opnieuw deskundigen aan het<br />

woord te laten. De 182 aanwezigen aanhoorden Rudy Van<br />

den Broecke, Gent, Udo Hoyme, Erfurt en Annika Strandell<br />

uit Göteborg. Deze wetenschappelijke dag werd<br />

afgesloten met een Ronde Tafel over “Menopauze en<br />

hormonale substitutie” met discussie tussen en met de<br />

eigen experts. Een consensus werd hierna aan het breed<br />

publiek via de algemene mediakanalen aangeboden.<br />

Postuniversitaire studiedag<br />

Op 24 oktober <strong>2002</strong> werd aan de KUL door André Van<br />

Assche de postuniversitaire studiedag georganiseerd<br />

over “Hysterectomie”. Dit onderwerp werd gekozen naar<br />

aanleiding van een betwistbaar ‘epidemiologisch<br />

onderzoek’ door het Christelijk Ziekenfonds. Naast de<br />

167 deelnemers, <strong>VVOG</strong>-leden en aspiranten, mochten<br />

we dan ook in de prestigieuze Universiteitshal een<br />

CM-vertegenwoordiging begroeten.<br />

Colloquium Ethiek en Gezondheidseconomie<br />

Op 30 november <strong>2002</strong> volgde het Colloquium Ethiek en<br />

Gezondheidseconomie, onder de titel: “Instrumenten<br />

van kwaliteitszorg”. De minister van Sociale Zaken kwam<br />

ons voorlichten over zijn visie rond de organisatie van de


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 25<br />

toekomstige gezondheidszorg. Hij bleek vooral trots over<br />

het kort voordien bereikte akkoord over de terugbetaling<br />

van de laboratoriumkosten bij IVF, ICSI e.d.m. Vooraf werd<br />

het spreekgestoelte ingenomen door experten extern en<br />

uit de eigen vereniging, die onderwerpen naar voor brachten<br />

over ‘Registratie medische gegevens/Gezondheidseconomie/Consensus<br />

in de gezondheidszorg’, de ondertitel<br />

van dit achtste colloquium. De afsluiter van de voorzitter<br />

van de planningscommissie medisch aanbod over de<br />

contingentering vanaf 2004, viel wellicht door omstandigheden<br />

in dovemansoren. Dat cruciale jaar schrijven we<br />

desalniettemin reeds volgend jaar in elk<br />

briefhoofd. We mochten zoals gewoonlijk circa<br />

220 <strong>VVOG</strong>-leden ontvangen.<br />

Postgraduaatcursus<br />

Vermelden we nog de Postgraduaatcursus, georganiseerd<br />

te Corsendonk op 5 en 6 december <strong>2002</strong>, door het<br />

Concilium van de Vlaamse Hoogleraren Gynaecologie-<br />

Verloskunde. Marc Dhont verzorgde een programma over<br />

“Capita Selecta in de Reproductieve Geneeskunde”.<br />

De cursisten mochten er elk een Cd-rom met de Power<br />

Point presentatie van alle referaten ontvangen.<br />

Activiteiten van de <strong>VVOG</strong>-werkgroepen<br />

Behalve hun belangrijk aandeel in reeds eerder genoemde<br />

activiteiten hebben de <strong>VVOG</strong>-werkgroepen in de loop<br />

van <strong>2002</strong> heel wat eigen activiteiten ontwikkeld.<br />

Vlaamse Werkgroep voor Verloskunde (VWV )<br />

De VWV gaf voor de Herfstvergadering weliswaar verstek,<br />

maar kon zich hiervoor op overmacht beroepen.<br />

Op 7 mei <strong>2002</strong> werd de Algemene Vergadering<br />

gecombineerd met een wetenschappelijk luik over<br />

‘Een consensustekst over hypertensieve aandoeningen in<br />

de zwangerschap’. Er werd in de lente <strong>2002</strong> een tweede<br />

CTG-cursus georganiseerd en deze succesformule<br />

werd reeds half februari dit jaar herhaald. Meer en meer<br />

gaat hierbij de aandacht naar de ST-analyse van het<br />

foetale ECG.<br />

Tot slot werd reeds op 25 februari 2003 de jaarlijkse<br />

Algemene Vergadering gehouden, dit maal met een<br />

wetenschappelijk programma handelend over het actuele<br />

thema van ‘Cytomegalie-preventie in de prenatale<br />

follow-up’. Zo maar eventjes 120 gynaecologen dwongen<br />

de werkgroep in laatste instantie naar ruimere locatie uit te<br />

wijken. De werkgroep bereidt voor de Herfstvergadering<br />

daarenboven een consensusvergadering over ‘Hypertensieve<br />

aandoeningen in de zwangerschap’ voor.<br />

De VWV finaliseerde een ondertussen in het Tijdschrift voor<br />

Geneeskunde gepubliceerd standpunt omtrent 3D-ultrageluid<br />

en boog zich zeer kritisch over voorgelegde<br />

richtlijnen van de vereniging van anesthesisten over<br />

‘Een veilige toepassing van obstetrische anesthesie’.<br />

Vlaamse Werkgroep voor Reproductieve<br />

Geneeskunde (VWRG)<br />

Naast de programmatie tijdens de Lentevergadering<br />

verleende de VWRG haar medewerking aan het<br />

‘Hysteroscopiecongres’, georganiseerd door Bruno Van<br />

Herendael en aan de Postgraduaatcursus te Corsendonk.<br />

Eind september 2003 wordt een joint meeting met<br />

‘Andrology in the 2000’s’ betreffende ART en andrologie<br />

gepland. De VWRG werkt verder mee aan een zeer divers<br />

scala van ook internationale wetenschappelijke<br />

initiatieven. Ook deze werkgroep hield in 2003 reeds haar<br />

Statutaire Vergadering in februari.<br />

De nieuwe single embryo transfer politiek heeft de<br />

overheid overtuigd om terugbetaling te voorzien voor<br />

IVF en ART. VWRG-voorzitter, Jan Gerris hield hierover een<br />

zeer gewaardeerd referaat op het E&E-colloquium te<br />

Brussel. Op het kabinet van ‘Sociale Zaken’ wordt nu de<br />

laatste hand gelegd aan de definitieve modaliteiten.<br />

Daartoe werd een ad hoc werkgroep samengesteld met<br />

vertegenwoordigers van VWRG en het College<br />

Geneesheren van Reproductieve Geneeskunde. Zeer<br />

recent is in dit kader het initiatief genomen om een<br />

ledenbevraging over het gebruik van ovulatie-inductie<br />

buiten ART te organiseren. Dit succesvol gebeuren vormt<br />

het hoogtepunt van het jaar van deze werkgroep. Trots<br />

hierover straalt echter op de ganse vereniging af.<br />

De VWRG publiceerde vorig jaar een zeer overzichtelijke<br />

tweede en derde Nieuwsbrief voor eigen leden. Deze up<br />

to date communicatie mag voor de andere werkgroepen<br />

wellicht tot voorbeeld strekken. Er werd een zeer ruim<br />

beantwoorde enquête over ‘KID-praktijk in Vlaanderen’<br />

uitgevoerd. 240 formulieren worden nu verwerkt. Tenslotte<br />

werd het idee gelanceerd om een werkgroepoverstijgend<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 50


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 26<br />

51<br />

‘Platform Endoscopie Vlaanderen’ op te starten. Drie<br />

pijlers vormen de doelstelling: continue theoretische<br />

scholing, anonieme registratie van complicaties en<br />

uitwerken van een aangepaste nomenclatuur.<br />

Vlaamse Werkgroep voor Oncologische Gynaecologie<br />

(VWOG)<br />

De VWOG zette zijn beste beentje voor op het<br />

Gynaecongres en de Herfstvergadering. Tussen het derde<br />

internationaal VWOG-symposium eind 2001 en de ontvangst<br />

van het de 13e internationale ESGO-meeting<br />

begin april a.s. te Brussel, was er vorig jaar een adempauze<br />

qua grootse congresorganisatie. De algemene vergadering<br />

werd tijdens de middagpauze op 5 oktober gehouden.<br />

Daar werd o.a. een vierde subcommissie voor<br />

“Medicamenteuze therapie” gecreëerd. Een wetenschappelijke<br />

najaarsvergadering gepland voor de werkgroepleden<br />

handelend over een gespecialiseerd oncologisch<br />

thema wordt op 25 oktober ingericht.<br />

Activiteiten van de subcommissies:<br />

- de subcommissie “Registratie” publiceerde het<br />

jaarrapport van 2000 én 2001. Voor de gegevensverzameling<br />

van deze jaren werd reeds met een nieuw<br />

database programma gewerkt en bestond de<br />

mogelijkheid om elektronisch te registreren;<br />

- de subcommissie “Senologie” organiseerde op<br />

-<br />

23 maart te Aalst een eerste interuniversitaire cursus<br />

over medische beeldvorming in de senologie. Het<br />

werd een zeer gewaardeerde vergadering, zodat<br />

meteen ook dit jaar reeds een tweede cursus in<br />

dezelfde locatie op 26 april a.s. wordt voorzien;<br />

de subcommissie “Premaligne cervixpathologie en<br />

-screening” richtte reeds een vierde interuniversitaire<br />

colposcopiecursus in op 22 februari. De volgende cursus<br />

gaat door op 28 maart en er gaat voorwaar ook al<br />

een eerste vervolgcursus door 19 september a.s.<br />

Het hete hangijzer bleef voor de VWOG en zijn getormenteerd<br />

bestuur de overheidsinitiatieven rond de invoering<br />

van de bijzondere beroepstitel van ‘Medisch oncoloog’ en<br />

de implementatie van het globaal “Oncologisch zorgprogramma”.<br />

Zelden werd breder en drukker rechtstreeks<br />

en vooral via e-mail overlegd, geschaafd en gezwoegd op<br />

teksten, gelobbyd op alle denkbare echelons, nachtrust in<br />

bange spanning voor zoveel ultieme deadlines ontbeerd,<br />

voor uiteindelijk een diepvriesresultaat voor het ganse<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

dossier. Maar de VWOG kent wel het volkswijsje van<br />

‘Die kat kom weer’… en zo wordt het ook na 18 mei met<br />

dit dossier.<br />

Vlaamse Werkgroep voor Algemene Gynaecologie<br />

(VWAG)<br />

Het bestuur van de VWAG werd aangesteld. Als eerste<br />

opdracht kreeg de nieuwe werkgroep de wetenschappelijke<br />

programmatie van deze Lentevergadering aangeboden.<br />

Andere initiatieven o.a. rond bekkenbodem (urogynaecologie),<br />

endoscopische heelkunde en nieuwe technologieën<br />

staan reeds in het getouw. Een bijzondere optie rond het<br />

belichten van de economische, naast de gebruikelijke<br />

wetenschappelijke en klinische aspecten van de behandelde<br />

onderwerpen wordt alvast een nieuwe uitdaging.<br />

De <strong>VVOG</strong> Organisatie & Beroepsbelangenverdediging<br />

• <strong>2002</strong> was het jaar van concrete realisaties van de plannen<br />

van het huidig bestuur. De oprichting van de<br />

Wetenschappelijke Raad en de vierde werkgroep, de<br />

VWAG. Beide starten hun activiteiten met schwung.<br />

De WR plaatste reeds de startblokken klaar voor diverse<br />

projecten: Multicentrische studies interuniversitair en<br />

met geïnteresseerde perifere leden zullen via de vereniging<br />

gepromoot en ook financieel ondersteund worden.<br />

De NVOG-richtlijnen kunnen voor eigen toepassing<br />

‘hertaald’ worden. Ook het verder opstellen van<br />

eigen <strong>VVOG</strong>-richtlijnen wordt ondersteund. Reële implementatie<br />

van goedgekeurde richtlijnen dient nagestreefd.<br />

De WR overweegt dit eventueel te toetsen via een<br />

visitatiecommissie. De vereniging biedt de mogelijkheid<br />

de doctoraatsverdedigingen op haar wetenschappelijke<br />

vergaderingen voor te stellen. De zou reeds volgende<br />

Herfstvergadering geconcretiseerd worden. In een<br />

Gunaïkeia - supplement wordt een lijst van wetenschappelijke<br />

publicaties van de <strong>VVOG</strong> leden gemaakt.<br />

Hiervoor kunnen Medline-abstracts worden gebruikt. De<br />

betrachting moet zijn om zoveel mogelijk peer-reviewde<br />

artikels te publiceren in Gunaïkeia. Publicatie van eigen<br />

artikels moet het uitgangspunt zijn, doch bij (tijdelijk)<br />

gebrek hieraan kan een kopie van Cochrane-publicaties in<br />

aanmerking komen.<br />

• De Raad van Bestuur bleef vertegenwoordigd in de<br />

EBCOG (European Board and College of Obstetrics and<br />

Gynaecology) en via de KBVGV/SRBGO (Koninklijke


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 27<br />

Belgische Vereniging voor Gynaecologie en Verloskunde)<br />

in de FIGO (International Federation of Gynecology and<br />

Obstetrics). Door de samenvoeging van de ledenbijdrage<br />

tussen de wetenschappelijke verenigingen en de BBVG<br />

(Beroepsvereniging) werd voor laatstgenoemde een<br />

lidmaatschap van 767 gynaecologen in België gerealiseerd.<br />

419 actieve <strong>VVOG</strong>-leden maken hiervan deel uit.<br />

Voor het eerst werd de <strong>VVOG</strong> rechtstreeks en via deze fusie<br />

aangesproken voor voordracht van kandidaten voor<br />

diverse adviesorganen voor de overheid. Voor het College<br />

Geneesheren van Reproductieve Geneeskunde werd voor<br />

het vrijgekomen mandaat Frank Vandekerckhove<br />

voorgedragen. Voor de Nationale Raad voor<br />

Kwaliteitspromotie werd op onze vraag Geert Page<br />

benoemd. In overleg met de zustervereniging GGOLF-B<br />

en de Beroepsvereniging werd tevens een lijst van<br />

kandidaten voor het Multidisciplinair College voor Oncologie<br />

en College “Moeder-Pasgeborene” voorgedragen.<br />

• Het nieuwe bestuur van het SPE (Studiecentrum voor<br />

perinatale epidemiologie), wordt voorgezeten door Paul<br />

Defoort. Hendrik Cammu werd aangesteld tot voorzitter<br />

van de wetenschappelijke commissie. Traditioneel vertegenwoordigt<br />

de voorzitter de vereniging bij de GOclub,<br />

het voormalig Concilium van Vlaamse Hoogleraren<br />

Gynaecologie-Verloskunde. Deze organisatie staat in voor<br />

de invulling van het vernieuwd curriculum voor assistenten<br />

in opleiding met o.a. de verplichte theoretische interuniversitaire<br />

toetsing na het tweede jaar en de organisatie<br />

van vier postacademisch cursussen over meer gespecialiseerde<br />

thema’s binnen de vier erkende subspecialisaties<br />

gynaecologie-verloskunde. Beurtelings organiseren de<br />

leden van de GO-club ook de ‘Oudenburg’-tweedaagse<br />

voor assistenten, in 2003 door UI Antwerpen. Het bestuur<br />

stelt zijn secretaresse wekelijks een halve dag gratis ter<br />

beschikking.<br />

Assistentencommissie<br />

De assistentencommissie vergaderde éénmaal in <strong>2002</strong>.<br />

Uit het verslag van deze vergadering onthouden we een<br />

zeer grote bezorgdheid over de opleiding in het algemeen<br />

en het examen na het tweede jaar in het bijzonder. De<br />

conclusie luidt dat een inventarisatie van de problemen en<br />

een beoordeling van de kwaliteit van de opleidingsplaatsen<br />

gewenst is. De commissie organiseerde daarom<br />

een enquête bij aspirant-leden en recent erkende<br />

gynaecologen over de “Kwaliteit van de opleiding”.<br />

Binnenkort wordt de bevindingen aan de Raad van<br />

Bestuur voorgelegd.<br />

Interne en externe communicatie<br />

Interne en externe communicatie was in <strong>2002</strong> een grote<br />

zorg voor de Raad van Bestuur. De <strong>VVOG</strong>-consensustekst<br />

over de WHI-studie, waarin alle commentaren van de<br />

Ronde Tafel werden verwerkt, werd echter enkel in<br />

Gunaïkeia gepubliceerd.<br />

Opgemerkt dient hierbij dat hoewel de GGOLF-B zeer snel<br />

een standpunt lanceerde en in Artsenkrant ‘kreeg’, het<br />

inhoudelijk voor veel commentaar en reactie vatbaar<br />

bleek. Ook de Belgian Menopause Society kon op ruime<br />

persbelangstelling rekenen. De <strong>VVOG</strong>-tekst was/is ongetwijfeld<br />

meer gefundeerd en vertolkt het standpunt van<br />

een brede basis. In oktober was de pers echter blijkbaar<br />

‘verzadigd’ na de voorgaande ‘hormonenhetze’ en onze<br />

tekst werd niet meer gepubliceerd. Er blijven voor de patiënten<br />

echter nog vele vragen onbeantwoord. Hierdoor is<br />

het dus noodzakelijk het <strong>VVOG</strong>-standpunt op ruime schaal<br />

te verspreiden.<br />

Gunaïkeia ontwikkelde zich tot volwaardig <strong>VVOG</strong>-ledenblad.<br />

Het principe van objectieve beoordeling van de<br />

wetenschappelijke bijdragen, droeg daar zeker toe bij. De<br />

verdere uitbouw van het tijdschrift vraagt echter nog meer<br />

inzet van velen binnen en ook buiten de Redactieraad.<br />

Het colofon werd aangepast. Hoofdredacteur werd de<br />

voorzitter van de Redactieraad en de co-editor werd zijn<br />

adjunct. Dr Manu Dumortier werd benoemd tot<br />

publicatiedirecteur. De ‘Adviesraad’ wordt vervangen door<br />

de leden van de Wetenschappelijke Raad. Een kleine<br />

enquête leerde dat in elk geval de appreciatie van de leden<br />

stijgend is. Een oproep tot meer bewust gekozen<br />

publicatie in ons tijdschrift van wetenschappelijke artikels<br />

en verslagen van wetenschappelijk werk is hier dan ook op<br />

zijn plaats. Laat de vicieuze cirkel niet gesloten blijven.<br />

De <strong>VVOG</strong>-website werd volledig vernieuwd. Nog<br />

gebruiksvriendelijker voor leden, opener en informatiever<br />

voor het brede publiek, directer in voorlichting en wederzijdse<br />

communicatie tussen de vereniging en haar leden.<br />

Onze webmaster krijgt straks het woord om met het nodige<br />

aplomb de vernieuwde site voor te stellen. Het bestuur<br />

én de <strong>VVOG</strong> treedt in deze echt de 21e eeuw binnen.<br />

In <strong>2002</strong> verscheen opnieuw en reeds voor de elfde keer<br />

het <strong>VVOG</strong>-Jaarboek 2001. Het werd voorgesteld op de<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 52


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 28<br />

53<br />

Herfstvergadering. Een warme appreciatie gaat naar de<br />

eindredacteur, JJ Amy.<br />

Beroepsbelangencommissie<br />

De Beroepsbelangencommissie organiseerde het 8e colloquium<br />

Ethiek en Gezondheidseconomie en bereidt nu al<br />

het colloquium van 2003 voor. De inspanningen van<br />

enkele trouwe medewerkers wordt op deze vaste novemberzaterdag<br />

in SAS Radisson steeds weer gehonoreerd.<br />

De commissie realiseerde in <strong>2002</strong> enkele afgesproken<br />

projecten:<br />

- zes <strong>VVOG</strong>-patiëntenbrochures over de frequentste<br />

gynaecologische ingrepen werden inhoudelijk,<br />

taalkundig, illustratief en juridisch kritisch<br />

-<br />

geanalyseerd, verbeterd en finaal degelijk afgewerkt<br />

door lay-outdeskundigen kortelings bij de drukker<br />

afgegeven. Voor drie van de zes werd reeds een<br />

lucratief, maar ook eerlijk sponsorcontract afgesloten.<br />

De BBC-voorzitter stelt ze straks voor;<br />

door de gerichte brief over inventarisatie van de reële<br />

medicolegale problematiek binnen de beroepsgroep<br />

naar de verzekeringsmaatschappijen en de ziekenfondsen,<br />

kreeg de Beroepsbelangencommissie de kans<br />

door het voltallige Intermutualistisch College te<br />

worden gehoord. De gesprekken waren informeel en<br />

wat ons betreft in elk geval open. De contacten<br />

werden ondertussen o.a. over de bovenvermelde brochures<br />

geïntensifieerd. Toch plant de commissie de<br />

‘mutualiteiten’ – zij het met de nodige afstandelijkheid<br />

– vooral te bevragen omtrent de implementatie van de<br />

wet op de patiëntenrechten (zie verder) en blijft het<br />

contact mogelijks bevrijdend wat betreft de regen van<br />

schadeclaims die ons de laatste jaren treft;<br />

- naast patiëntenvoorlichting vereist de wet op de patiëntenrechten<br />

echter ook een ‘informed consent’. Het<br />

document over de concreet vereiste en bewezen informatieverstrekking,<br />

leidend tot (getekende) toestemming<br />

is opnieuw ter hand genomen. De directe medewerking<br />

van het vermelde Intermutualistisch College<br />

wordt in deze materie hopelijk een extra garantie.<br />

Claims hierover zouden door dit <strong>VVOG</strong>-document voor<br />

alle leden moeten kunnen worden vermeden;<br />

- het project claimregistratie werd bij de leden aangekondigd.<br />

Het samenstellen van een ‘claimkadaster’<br />

werd door een grote groep van 139 leden gunstig<br />

onthaald. Vóór enkele weken werd eenieder die reeds<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

zijn bereidheid tot medewerking had geuit, aangeschreven<br />

ten einde hun casussen te rapporteren.<br />

Confidentialiteit wordt gewaarborgd. De doelstelling<br />

de <strong>VVOG</strong>-leden informatie over jurisprudentie te<br />

verstrekken wordt in 2003 gerealiseerd;<br />

- een vertegenwoordiging van vier leden van de<br />

Beroepsbelangencommissie wordt eerstdaags officieel<br />

aangesteld in het bestuurscomité van de BBVG<br />

(Beroepsvereniging van de Belgische Gynaecologen en<br />

Verloskundigen). Dit is het directe gevolg van de definitieve<br />

samenvoeging van de ledenbijdragen in <strong>2002</strong>.<br />

Met het overkoepelend VBS (Verbond van Belgische<br />

Specialistenverenigingen) werd na dit eerste overgangsjaar<br />

een definitieve vaste bijdrage over de beide<br />

zusterverenigingen a rato van het ledenaantal voor<br />

drie jaar afgesproken.<br />

Het verenigingsleven<br />

Comité Senioren<br />

Het Comité Senioren werd tijdens de zomer van <strong>2002</strong><br />

pijnlijk verrast door het plotse heengaan van voorzitter,<br />

Dr Jan Proost, 81 jaar, <strong>VVOG</strong>-lid van het eerste uur en<br />

gewezen KBVGV-voorzitter. We betreurden vorig jaar ook<br />

het heengaan van Dr Amaat Van Waes, 78 jaar, éminence<br />

grise uit Genk, stichtend lid van de vereniging en<br />

collega Ludo Tobback uit Boom, ooit animator op<br />

<strong>VVOG</strong>-studiereizen, oud 69 jaar.<br />

Het bestuur van het comité verkoos als nieuwe<br />

voorzitter, Dr Fernand Michiels, terwijl Dr Dries Bekaert de<br />

secretariaatsfunctie overnam. Ook in <strong>2002</strong> bleven de<br />

senioren zeer actief. Er waren uitstappen met Valentijn<br />

naar de Vlaamse, Belgische en Europese hoofdstad,<br />

Brussel, vervolgens op 7 & 8 mei een lentetrip naar<br />

Picardië en tenslotte op zesdaagse najaarsreis naar de<br />

hoofdstad van Duitsland met bezoek aan Berlijn en<br />

Potsdam van 12 tot 17 november. Groot succes kwalitatief<br />

én kwantitatief!<br />

Sociale activiteiten<br />

De sociale activiteiten tijdens de Lente- en Herfstvergadering<br />

voor de partners, bekoorden respectievelijk<br />

30 en 10 personen. Op het <strong>VVOG</strong>-lentebanket in Ter<br />

Motte te Mullem ontvingen we 68 eters. In St-Maarten te<br />

Genk werd het diner dan weer door 41 partners en leden<br />

gesmaakt. Ook de bijdragen van de sponsors kenden de


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 29<br />

nodige bijval. Een primeur was de kinderanimatie tijdens<br />

de ganse dag van de Herfstvergadering, waarop Ludo<br />

Bijnens 15 nakomelingen tussen 2 en 11 jaar van de<br />

Vlaamse gynaecologen mocht verwelkomen.<br />

Derde Wereld Cel (DWC)<br />

Ook de DWC miste zijn aftrap geenszins. Dit was opnieuw<br />

het gevolg van een positieve reactie op een ledenbevraging<br />

over dit thema. 45 collegae reageerden<br />

geëngageerd en bewogen, wat leidde tot een lawine van<br />

enthousiasmerende projecten. Het klinkt pejoratief, maar<br />

dat is het niet. Dit project demonstreert immers onze<br />

verbondenheid met de hele wereld. De werkzaamheden<br />

zijn gestart en de inzet van de hardliners garandeert een<br />

fijne en eerlijke toekomst. Als de droom van een eigen<br />

fiscaalaftrekbaar bankrekeningnummer “DWC-<strong>VVOG</strong>”<br />

ooit werkelijkheid wordt dan heeft de <strong>VVOG</strong> zelfs UNICEF<br />

aan de lijn.<br />

Reiscommissie<br />

Een heuse reiscommissie (de <strong>VVOG</strong>-reisclub) werd<br />

opgericht, naar aanleiding van een overweldigende respons<br />

op een enquête over reisinteresses bij de leden. Maar<br />

liefst 175 enquêteformulieren werden teruggestuurd en<br />

daarvan waren er zomaar eventjes 18, die prompt lid van<br />

het bestuur werden. Georges Albertyn werd als<br />

coördinator aangezocht en wat werd verhoopt mochten<br />

we meteen waarnemen. Deze start was met een “formule<br />

1 uit pole position” te vergelijkingen. Alvast een 30-tal<br />

leden en partners koppelen aan het FIGO-Congres te<br />

Santiago een “studiereis” naar Noord- en/of Zuid-Chili.<br />

Het verslag van de reisclub in het laatste nummer van<br />

Gunaïkeia deed ter zake wellicht menigeen watertanden.<br />

Een jaaroverzicht en -verslag moet worden afgesloten met<br />

de uitdrukkelijke opsomming van alle actieve personen<br />

binnen de vereniging. De lijst van namen is gelukkig weer<br />

eindeloos lang, daar velen zich voor onze vereniging<br />

blijven inzetten. Ik bespaar u dan ook een litanie van<br />

namen. Eén iemand dient nochtans te worden vermeld.<br />

Als eerste secretaris mag ik vandaag als eerste de grootse<br />

verdiensten van onze administratief secretaris, Marleen<br />

Parisis, uiten (zie foto hieronder). Grote en welgemeende<br />

dankbaarheid is haar deel. Ik ontneem niemand de primeur<br />

als ik tot slot eindig met de blijde mare dat ik volgend<br />

jaar twee personen (zie foto hieronder) zal mogen<br />

benoemen in deze laatste paragraaf van het jaarverslag.<br />

Ik dank u.<br />

Affligem, 15 maart 2003<br />

Geert Debruyne,<br />

1e secretaris<br />

Heb je als gevestigd gynaecoloog een<br />

plaatsaanbod in uw team voor een jongere ?<br />

Ben je als pas erkende gynaecoloog nog niet gevestigd ?<br />

Dan kunt u ons dit in alle discretie laten weten.<br />

Uw webmaster brengt vraag en aanbod met mekaar in contact.<br />

Openstaande vacatures kunt u op de <strong>VVOG</strong>-homepagina vinden bij de rubriek “Vacatures”.<br />

Dr Luc De Baene<br />

GSM: 0475/46.54.40<br />

Kliniek: 050/45.27.56<br />

ldebaene@unicall.be<br />

Marleen Parisis werd<br />

tijdens de<br />

Lentevergadering<br />

in de bloemetjes gezet.<br />

Paule Olivier werd deeltijds<br />

aangenomen om Marleen in<br />

haar zware taak bij te staan.<br />

“Katern - Eindredactie”<br />

Dokter Luc De Baene,<br />

Filips de Goedelaan 3<br />

8000 Brugge<br />

Tel: 050/32.01.98<br />

Fax: 050/31.62.42<br />

E mail: ldebaene@unicall.be<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 54


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 30<br />

55<br />

9 e Journées Liégeoises de Gynécologie-Obstétrique<br />

Zou de mammotest een tijdelijk<br />

noodzakelijk kwaad zijn?<br />

Dominique-Jean Bouilliez<br />

De eerste sessie van de Journées<br />

Liégeoises de Gynécologie-Obstétrique die<br />

vooral gewijd was aan de screening van<br />

borstkanker en haar therapeutische implicaties,<br />

benadrukte de enorme afstand die<br />

er bestaat tussen een geneeskunde gericht<br />

op de patiënt, zoals wij ze beoefenen, en<br />

sommige noties van volksgezondheid<br />

die ongetwijfeld een lovenswaardige<br />

achtergrond hebben maar waarvan de<br />

doelstellingen vaag gedefinieerd zijn.<br />

In dit kader, de ronde tafel, geleid met<br />

meesterhand door Eric Lifrange, waarop<br />

men om ter hardst riep: “De mammotest<br />

neen! Het senologisch onderzoek, ja!”<br />

Eer wie eer toekomt, en omdat hij in grote lijnen de opinie<br />

weergaf die de boventoon voerde tijdens deze sessie,<br />

hernemen we quasi in extenso de tekst van de<br />

voordracht van Claude Colin, die het standpunt van de<br />

senoloog uiteenzette.<br />

“De Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België<br />

bracht zopas een gezaghebbend advies uit over de<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

Keywords: breast cancer – breast examination –<br />

mammotest – mammobile – screening<br />

massascreening met mammografie. Ze wil ze alles<br />

behalve stimuleren. Maar, ze verzet zich niet tegen een<br />

dergelijke organisatie op voorwaarde dat de eerste resultaten<br />

van de mammotest rigoureus geëvalueerd worden<br />

door een competent wetenschappelijk comité (wat,<br />

volgens mij, onvermijdelijk problemen zal stellen gezien de<br />

afwezigheid van randomisatie).<br />

De Academie vervolgt door aan te bevelen om de vrouwen<br />

en de geneesheren objectief te informeren over de eventuele<br />

impact en vooral over de grenzen van de methode, om geïntegreerde<br />

senologische centra op te richten en te erkennen<br />

(dit is zeker een première als men weet dat de senologie<br />

geen erkende specialiteit is) en tenslotte, om de symptomatische<br />

vrouwen (d.w.z. ongeveer 80% van de positieve<br />

mammotesten die een miskende palpabele tumor hebben)<br />

en de risicovrouwen (zonder de high risk factoren te preciseren,<br />

noch te definiëren) direct door te verwijzen naar deze<br />

centra, zonder een mammotest uit te voeren. Deze laatste<br />

aanbeveling spreekt voor zichzelf want het is vooral een<br />

convocatie in functie van de leeftijd, zonder notie van een<br />

voorafgaandelijk klinisch onderzoek.


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 31<br />

Vooraleer ik begin met vragen af te vuren op de promotoren<br />

van dergelijke campagnes, zou ik hier graag in het openbaar<br />

mijn duidelijk negatieve opinie over dit onderwerp willen<br />

bevestigen en ik citeer hierbij Bourvil: “de mammotest neen,<br />

het senologisch onderzoek, ja!”.<br />

Er bestaan criteria voor de goede screening van ziekten en<br />

in verband met borstkanker. De mammotest voldoet aan<br />

geen van de 4 vereiste criteria, met name:<br />

1. Een frequente en ernstige ziekte: borstkanker is een<br />

ernstige ziekte (40% van de sterfgevallen) maar niet zo<br />

frequent (tussen 50 en 70 jaar, één nieuw geval per<br />

500 vrouwen per jaar en aan deze frequentie kan men<br />

verwachten dat geïsoleerde screeners het eerste jaar geen<br />

enkel geval opsporen, wat absoluut niet bemoedigend is).<br />

2. Een bekende efficiënte behandeling: de behandeling<br />

van borstkanker is niet voldoende efficiënt aangezien ze<br />

meer afhangt van de snelheid van de groei van de tumor<br />

dan van het vroegtijdig stellen van de diagnose. Grosso<br />

modo, is er een derde geneesbare trage kankers en een<br />

derde ongeneesbare zeer snelle kankers, ongeacht of ze<br />

al dan niet opgespoord worden, en enkel het resterende<br />

derde kan verbeterd worden door een vroegere diagnose.<br />

Bijgevolg heeft de systematische screening in werkelijkheid<br />

slechts betrekking op één derde van de gevallen.<br />

Niet verwonderlijk dat ze bijgevolg niet zeer efficiënt is<br />

3. Een gevoelige en specifieke diagnostische test: de<br />

mammotest is gevoelig maar zeer weinig specifiek aangezien<br />

er zelfs in de beste handen, met of zonder drievoudige<br />

lezing, 80% valspositieven en 20% valsnegatieven<br />

bestaan. Als deze test zou veralgemeend worden in<br />

België, zouden er jaarlijks 25.000 extra<br />

valspositieven zijn tegenover 5.000 opgespoorde en<br />

1.250 niet opgespoorde kankers.<br />

4. Een deelnamepercentage hoger dan 70%: in onze<br />

streken is de deelname meestal lager dan 50%; een<br />

bewijs hiervan is de mammomobiel waarvan het<br />

gemiddeld bezoekpercentage reeds 10 jaar lang<br />

maximaal 25% bedraagt.<br />

Wat bij mij vier vragen oproept:<br />

1e vraag: Waarom wil men hardnekkig proberen om een<br />

onpersoonlijke technische geneeskunde te promoten zonder<br />

geneesheren in de eerste lijn en het senologisch onderzoek<br />

herleiden tot een radiografische “Fotomaton”, wat zeer<br />

slecht onthaald wordt door sommige zeer boze vrouwen, en<br />

dit aan het voor de samenleving peperduur tarief van<br />

€55 tegenover €58 (dit is €3 meer) voor een senologisch<br />

onderzoek dat beduidend meer bevredigend is?<br />

2e vraag: Hoe kan men aanvaarden dat een beperkt coördinatiecomité<br />

zich uitspreekt over de manier om zogezegd<br />

onnodige senologische onderzoeken tussen twee negatieve<br />

mammotesten te vermijden, terwijl dit volgens mij eerder het<br />

tegendeel zou zijn: waarom wil men vrouwen die regelmatig<br />

senologisch gevolgd worden, ten onrechte verplichten om<br />

naar mammotesten te komen, die des te meer belastend zijn<br />

indien deze patiënten stabiele benigne aandoeningen vertonen<br />

die sinds lang gekend zijn (gevallen die zich regelmatig<br />

voordoen in de Provincie Luik met de mammomobiel)?<br />

3e vraag: Hoe kan men het beheer van de valspositieven<br />

sereen organiseren zonder vooraf senologische referentiecentra<br />

op te richten en niet de geïsoleerde arme radioloog<br />

beklagen die geconsulteerd werd voor dit type probleem na<br />

een test die volgens hem valspositief was maar waarbij het<br />

na enkele maanden toch bleek te gaan om kanker? Er zou<br />

geen andere oplossing zijn dan een systematische chirurgie<br />

aan te bevelen voor elke waargenomen afwijking.<br />

4e vraag: Nog ernstiger tenslotte, hoe de valsnegatieven<br />

aanpakken die noodzakelijkerwijs zullen leiden tot gerechtszaken<br />

zoals dit momenteel de mode is in de Verenigde<br />

Staten. Men mag niet vergeten dat de convocatie voor de<br />

mammotest gebaseerd is op valse beloften, zoals Skrabanek<br />

dit reeds 15 jaar geleden in de Lancet benadrukte; deze convocatie<br />

verplicht de vrouwen moreel om naar gratis testen<br />

van beperkte waarde te komen, zoals we reeds vermeldden,<br />

terwijl het in de consultatie senologie, de patiënte is die<br />

meestal de eerste stap zet, hiertoe wel aangemoedigd door<br />

haar geneesheer en de media.”<br />

Gunaïkeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 56


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 32<br />

57<br />

Ze zegden…<br />

“De massascreening van vrouwen in de veertig zou<br />

hoewel efficiënt, niet rendabel blijken te zijn. Men<br />

beschikt over geen gegevens van gecontroleerde<br />

gerandomiseerde studies die aantonen dat de screening<br />

van vrouwen boven de 70 jaar efficiënt zou zijn.<br />

Het zou echter eerlijk zijn om erop te wijzen dat er ook<br />

weinig gegevens bestaan die aantonen dat deze<br />

screening inefficiënt is.”<br />

Andrew Evans (National City Hospitals, International<br />

Breast Education Centre, Nottingham)<br />

“Het probleem van borstkanker is geen probleem van<br />

de samenleving maar blijft, inderdaad, een individueel<br />

probleem en we moeten alles in het werk stellen,<br />

vooral dankzij de media, om een vroegtijdige diagnose<br />

te bevorderen, niet door de mammografie<br />

alleen te proberen veralgemenen, wat me in onze<br />

streken beslist niet realiseerbaar lijkt te zijn, maar door<br />

de patiënten aan te moedigen om zo snel mogelijk<br />

naar de gespecialiseerde centra te komen in geval van<br />

afwijkingen met het oog op een geïntegreerde vroegtijdige<br />

diagnose en een onmiddellijke behandeling.”<br />

Claude Colin (CHR de La Citadelle, Liège)<br />

“Ons overzicht toonde geen daling van de totale mortaliteit<br />

in de twee beste studies op methodologisch<br />

vlak (RR = 1,00; 95% vertrouwensinterval, 0,96-1,05).<br />

Een update van de Zweedse studies gepubliceerd in<br />

2000 stemt overeen met deze conclusie (RR = 1,00;<br />

95% CI, 0,98-1,02), terwijl een update gepubliceerd in<br />

<strong>2002</strong> besluit tot een marginale significantie (RR = 0,98,<br />

95% CI, 0,96-1,00).<br />

De laatste Zweedse update bevestigde dat de evaluatie<br />

van de doodsoorzaak zware biases zou kunnen<br />

vertonen, met variaties gaande tot 50% voor de daling<br />

van het relatief risico in de individuele studies,<br />

afhankelijk van de evaluatiemethode van de doodsoorzaak.<br />

Ons overzicht toonde aan dat de vroegtijdige<br />

opsporing leidde tot meer agressieve eerder dan<br />

tot minder agressieve behandelingen (RR van 1,2-1,4<br />

voor de mastectomie, de chirurgie en de radiotherapie).<br />

Geen enkel ander overzicht behandelde<br />

deze overbehandeling. De analyses van de studies en<br />

de overzichten toonden aan dat de onvoldoende<br />

communicatie van de nevenwerkingen van de<br />

behandeling een courant fenomeen is.”<br />

Ole Olsen (Copenhagen, Danemark<br />

(http/ /thelancetcom/lancet/cxtra/fullreport.pdf 2001))<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

“Frankrijk propageerde zopas de veralgemening van de<br />

screening. De organisatie is gebaseerd op een zeer<br />

belastende en complexe wetgeving. Het lastenboek is<br />

zeer gedetailleerd en integreert het klinisch onderzoek.<br />

Het laat toe om onmiddellijk het nodige te doen om tot<br />

de diagnose te komen, in geval van een twijfelachtig letsel,<br />

waardoor de termijn verkort om een definitieve<br />

diagnose te bekomen.<br />

De associatie van het klinisch onderzoek is zeker zinvol.<br />

Men vermijdt hierdoor grove valsnegatieven bij vrouwen<br />

die een palpabele zwelling hebben en die de screeningcampagne<br />

in diskrediet brengen. Het valt echter te<br />

bezien of dit de resultaten sterk zal beïnvloeden in<br />

termen van een verlaging van de mortaliteit.<br />

Voor de geneesheren, kan de omschakeling naar een<br />

tweejarig ritme met twee gevallen per jaar als zeer<br />

aanvaardbaar beschouwd worden.<br />

Er blijven echter nog vele moeilijkheden en<br />

onbekenden bestaan.”<br />

Joseph Stines (Radiodiagnostic<br />

Vandoeuvre-lez-Nancy)<br />

“In het kader van het federaal screeningprogramma van<br />

borstkanker, komen het klinisch onderzoek en de<br />

echografie niet op de eerste plaats. Deze onderzoeken<br />

worden in tweede instantie uitgevoerd als twee<br />

radiologen dit nodig achten.<br />

Wat moet men ervan denken? Zou de systematische<br />

uitvoering van deze onderzoeken de efficiëntie van het<br />

programma verbeteren?<br />

Het klinisch onderzoek zal ongetwijfeld het opsporingspercentage<br />

verbeteren, maar zijn impact op de<br />

mortaliteit werd niet bewezen. Deze riskeert zeer<br />

gering, zelfs nul te zijn aangezien het klinisch<br />

onderzoek alleen de kankers kan opsporen die een<br />

zeker volume hebben.<br />

De gevoeligheid van de mammografie, met name haar<br />

vermogen om kankers aan te tonen, schiet tekort in geval<br />

van dens fibro-glandulair weefsel.<br />

In dit geval, lijdt het geen twijfel dat de echografie toelaat<br />

om het opsporingspercentage te verhogen. Haar<br />

impact op de mortaliteit is echter niet bewezen.<br />

De specificiteit van de echografie is gering en bijgevolg<br />

is het risico op “valspositieven” niet verwaarloosbaar.<br />

Maar het grootste probleem ligt in het ontbreken van<br />

een standaard en van een controle van deze techniek.”<br />

Anne Vandenbroucke (Coördinator van het programma<br />

van de Franstalige Gemeenschap)


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 33<br />

De epidemiologie ter hulp<br />

Deze woorden zijn ondubbelzinnig en ondersteund door<br />

de epidemiologie. De vrouwen beneden de 50 jaar willen<br />

uitsluiten van deze massascreening – indien deze goed<br />

wordt uitgevoerd en noodzakelijk is in de omstandigheden<br />

waarin we praktiseren – is nonsens als men weet dat<br />

borstkanker frequenter voorkomt in dense borsten, aldus<br />

Eric Lifrange. Maar de mammografie moet gepaard gaan<br />

met een echografie, wat sommige pilootexperimenten in<br />

Frankrijk doen. Deze experimenten, voorgesteld door<br />

Joseph Stines, valoriseren systematisch het volledig senologisch<br />

onderzoek als het nodig is, aangezien dit klinisch<br />

onderzoek zoveel mogelijk valsnegatieven vermijdt.<br />

Wat er van zij, deze experimenten toonden ook dat de<br />

vrouwen die deelnemen aan de massa screening, niet<br />

dezelfde zijn als deze van de consultatie senologie…<br />

De intellectuele akte uitsluiten???<br />

Maar wat zowel de voorzitter van de sessie als Jean-<br />

Michel Foidart razend maakte, is een kleine nota die<br />

ogenschijnlijk onschuldig was, maar die leek te willen<br />

voorstellen dat de mammotest op hetzelfde niveau<br />

(met dezelfde terugbetaling) zou geschakeld worden<br />

als het senologisch onderzoek. “Het publiek mag zich<br />

niet vergissen in het belang van de kliniek en de intellectuele<br />

akte, en deze mag niet op hetzelfde niveau geschakeld<br />

worden als een zuiver technische akte. Bovendien, vervolgde<br />

hij, mag men Openbare Gezondheid (de enige<br />

vrouwen die in aanmerking komen voor een screening zijn<br />

deze die asymptomatisch zijn en die geen bijkomend risico<br />

vertonen) niet verwarren met de gezondheid van de<br />

bevolking. Het is totaal anders om de patiënten in het<br />

kabinet te zien en hen een volledig senologisch onderzoek<br />

uit te leggen en voor te stellen.”<br />

Bijgevolg zou men niet, zoals één van de toehoorders,<br />

mogen besluiten dat de mammotest voor het ogenblik<br />

een noodzakelijk kwaad is, voor zover hij toelaat om een<br />

aantal patiënten die eraan ontsnappen, te rekruteren en<br />

op te voeden, in het belang van een correct gevoerde<br />

screening van borstkanker.<br />

DERMESTRIL & DERMESTRIL-SEPTEM<br />

Benaming: Dermestril ® 25, 50, 100. DERMESTRIL-Septem ® 25, 50, 75. Samenstelling: Dermestril 25: 2,00 mg estradiol (E2 ). Dermestril 50: 4,00 mg E2 . Dermestril 100: 8,00 mg E2 . DERMESTRIL-Septem 25: 2,58 mg hh E2 eqv 2,5 mg estradiol/ DERMESTRIL-Septem 50: 5,16 mg hh E2 eqv 5,0 mg estradiol/ DER-<br />

MESTRIL-Septem: 7,74 mg hh E2 eqv 7,5 mg estradiol. Het actief bestanddeel is ingebed in een matrix van acryl copolymeren (Durotak 387-2287 et 387-2353) en voorzien van een beschermingslaag uit polyethyleentereftalaat. Farmaceutische Vorm en Toedieningswijze: Transdermaal therapeutisch systeem (TTS)<br />

E2-bevattende zelfklevende matrix: Dermestril 25: 25 µg vrijzetting/24u. Dermestril 50: 50 µg vrijzetting/24u. Dermestril 100: 100 µg vrijzetting/24u. Dermestril is ontworpen om het actief bestanddeel, estradiol, met een constante snelheid over een periode van 3-4 dagen vrij te geven. DERMESTRIL-Septem 25 geeft<br />

25 µg E2 /24 u vrij. DERMESTRIL-Septem 50 geeft 50 µg/24 u vrij. DERMESTRIL-Septem 75 geeft 75 µg/24 u vrij. Dermestril-Septem is ontworpen om het actief bestanddeel, estradiol, met een constante snelheid over een periode van één week vrij te geven. Therapeutische Indicaties: symptomen van oestrogeendeficiëntie<br />

te wijten aan natuurlijke of chirurgisch geïnduceerde menopauze, zoals: warmteopwellingen, slaapstoornissen, urogenitale atrofie, psychische instabiliteit, evenals ermee gepaard gaande humeurwijzigingen. Preventie van postmenopauzale osteoporose. In verband met de postmenopauzale osteoporose<br />

dient erop te worden gewezen dat ook andere therapeutische of preventieve maatregelen noodzakelijk zijn. Bij patiënten met een uterus in situ moet de oestrogeenbehandeling aangevuld worden met de sequentiële toediening van een progestageen. Posologie en wijze van toediening: posologie: volwassenen<br />

en bejaarden: de behandeling wordt gewoonlijk aangevat met 1 Dermestril 50, 2 maal per week aangebracht op de huid om een continue toevoer van het hormoon naar het lichaam te verzekeren. Elk systeem wordt na 3 tot 4 dagen verwijderd en door een nieuwe pleister vervangen. De dosis moet<br />

gedurende de behandeling individueel aangepast worden, afhankelijk van de efficiëntie of van het optreden van symptomen van overdosering (vb.gespannen gevoel in de borsten, en/of vaginale bloeding). Een maximale dosis van 100 µg per dag mag niet overschreden worden. Voor een onderhoudstherapie moet<br />

de laagste nog werkzame dosis gebruikt worden. Dermestril wordt gewoonlijk gebruikt in een behandelingscyclus van 3 weken (6 toedieningen) gevolgd door 1 week zonder behandeling. Gedurende de week zonder behandeling kan een vaginale bloeding optreden. Een continue, niet-cyclische behandeling is aan<br />

te raden bij vrouwen met hysterectomie of wanneer er ernstige symptomen van oestrogeendeficiëntie optreden in het therapievrij interval. Dermestril moet geassocieerd worden met een progestageen (tenminste bij vrouwen met een intacte uterus) volgens de medische instructies zoals aangegeven in het volgende<br />

schema: cyclische administratie van Dermestril. Het progestageen moet toegediend worden gedurende de laatste 10-12 dagen van de drieweekse periode waarin het transdermaal systeem aangebracht wordt. Continue toediening van Dermestril. Het progestageen moet oraal toegediend worden gedurende de<br />

laatste 10-12 dagen van elke maand. Gedurende deze beide therapeutische schema’s kan een vaginale bloeding optreden op het einde van de behandeling met het progestageen. Bij behandeling van symptomen te wijten aan de menopauze moeten pogingen om de dosis te verminderen of om de behandeling<br />

te onderbreken bv. om de 6 maanden plaats grijpen. DERMESTRIL-Septem: dosering: de behandeling wordt gewoonlijk aangevat met DERMESTRIL-Septem 50 dat eenmaal per week op de huid wordt aangebracht om een continue aanvoer van estradiol naar het lichaam te verzekeren; elke pleister wordt na 7 dagen<br />

gebruik vervangen door een nieuwe. Vervolgens dient de dosis individueel aangepast te worden in functie van de symptomen van een te lage dosering (gespannen gevoel in de borsten en/of vaginale bloedingen) of een overdosering. Wanneer er zich secundaire reacties voordoen of ingeval van hyperoestrogenemie<br />

is het wenselijk dat de dosis verlaagd wordt met DERMESTRIL-Septem 25. Wanneer de klinische verschijnselen van hypo-oestrogenemie zich blijven voordoen na 1 of 2 maand behandeling met DERMESTRIL-Septem 50 dat eenmaal per week wordt aangebracht, is het wenselijk dat transdermale pleisters met<br />

een hogere dosis gebruikt worden. Bij vrouwen met een intacte baarmoeder moet een progestativum geassocieerd en toegediend worden gedurende minstens 12 dagen van elke cyclus om hyperplasie van het endometrium door oestrogeenstimulatie tegen te gaan. Er kunnen twee soorten therapieën gebruikt worden:<br />

discontinue (cyclische) toediening, d.w.z. toediening gedurende 21 tot 28 dagen gevolgd door 2 tot 7 dagen zonder toediening. Het progestativum dient minstens gedurende de laatste 12 dagen van de behandeling met estradiol toegediend te worden aan vrouwen met een intacte baarmoeder. Tijdens deze<br />

periode kunnen er zich bloedingen voordoen. Continue toediening zonder stilleggen van de behandeling. Een continue niet-cyclische toediening kan aangeraden zijn in gevallen waar de symptomen van hyperoestrogenemie zich voordoen tijdens de periode zonder behandeling. Bij vrouwen met een intacte baarmoeder<br />

moet het progestativum toegediend worden gedurende minstens 12 dagen per maand. Tijdens de periode dat er geen progestativum toegediend wordt, kunnen er zich bloedingen voordoen. Bij vrouwen die sedert 1 of 2 jaar in de overgang verkeren, dient het progestativum continu toegediend te worden<br />

om bloedingen te voorkomen. DERMESTRIL en DERMESTRIL-Septem zijn niet aangewezen bij kinderen. Toedieningswijze: Het zakje bij de inkeping openen (gebruik geen schaar om beschadiging van de pleister te voorkomen) en de pleister uit de verpakking nemen. De pleister aanbrengen op de huid van<br />

de heup, de lumbale of abdominale zone, bovenaan het achterwerk terwijl het deel van de pleister dat nog door de beschermstrook bedekt is, tussen duim en wijsvinger gehouden wordt. Het overblijvende deel van de beschermstrook losmaken en gedurende 10 seconden krachtig drukken op het gehele oppervlakte<br />

van de pleister. De randen van de pleister nogmaals vastdrukken met de vingers om een goede adhesie te verzekeren. De huid waarop de pleister wordt gekleefd moet schoon en droog zijn, niet vet en vrij van roodheid of irritatie. Huidoppervlakken die veel rimpelen bij het bewegen en plaatsen waar de<br />

pleister zou kunnen afvallen door beweging of wrijving zijn te vermijden. Dermestril niet op de borsten aanbrengen. Nooit 2 opeenvolgende pleisters op dezelfde plaats van de huid aanbrengen. De regelmatige vervanging van de pleister moet gebeuren volgens het originele doseringsschema. Indien de pleister<br />

niet vervangen werd op de voorziene dag moet hij zo vlug mogelijk vervangen worden. De volgende vervanging moet dan gebeuren op de oorspronkelijk vastgestelde dag. Toch kan de pleister loskomen na een zeer heet bad of sauna. Indien dit gebeurt, dient de pleister door een nieuwe te worden vervangen.<br />

Absolute contra-indicaties: zwangerschap of het vermoeden daarvan; borstvoeding; kanker of het vermoeden daarvan; oestrogeen-gebonden tumors of het vermoeden daarvan; niet-gediagnosticeerde vaginale bloedingen; recente of vastgestelde trombo-embolie; chronische of acute hepatitis, hepatitis-antecedent<br />

zolang de tests van de leverwerking niet terug normaal zijn; gekende hypersensibiliteit voor één van de bestanddelen van het geneesmiddel. Relatieve contra-Indicaties: hypertensie, zware hoofdpijn of migraine; cerebrovasculaire of coronaire aandoeningen, of antecedenten ervan; epilepsie; uterien leiomyoma;<br />

bepaalde toestanden bij dewelke thrombo-embolische processen kunnen optreden (immobilisatie, letsels ter hoogte van de onderste ledematen, electieve heelkunde); hyperlipidemie, voornamelijk wanneer ook andere voorbeschikkende factoren voor cardio-vasculaire aandoeningen aanwezig zijn, zoals roken; glucose-intolerantie<br />

(vooral bij associatie met een progestageen); galblaasaandoeningen; sikkelcelanemie; porfyrie. Gezien de behandeling met Dermestril moet aangevuld worden door toediening van een progestageen, moet eveneens rekening gehouden worden met de contra-indicaties van dit laatste : zwangerschap<br />

voor de progestagenen met androgene werking, carcinoom van de borst, de ovaria of het endometrium voor de progestagenen met oestrogene werking. Voorzichtigheid is vereist bij leveraandoeningen en bij patiënten met thrombo-embolische antecedenten of hypertensie. Ongewenste Effecten: voor de<br />

huid: bij gelegenheid: voorbijgaand erytheem en irritatie, al dan niet vergezeld van jeuk op de plaats van toediening. Bij uitzondering: allergische contactdermatitis, post-inflammatorische reversibele pigmentvorming, algemene jeuk en exantheem. Chloasma en melanose die hardnekkig kunnen zijn. (NB: eventuele<br />

huidreacties zijn minder frequent wanneer DERMESTRIL-Septem op het bovenste uitwendige deel van het achterwerk en daarbij telkens op een andere plaats aangebracht wordt). Voor de tractus urogenitalis: vaak: vaginale bloedingen die gelijken op menstruaties, doen zich voor wanneer het oestrogeen zoals het<br />

hoort samen met het progestativum toegediend wordt (zie dosering en toedieningswijze). Bij gelegenheid: intermenstruele bloedingen: deze dienen aanleiding te geven tot een onderzoek omtrent een eventuele verborgen ziekte, in het bijzonder ter hoogte van het endometrium. Wijziging van de vaginale afscheiding.<br />

Wijziging van de libido. Baarmoedertumors. Zoals dat bij alle oestrogenen het geval is, kan een endometriale hyperplasie zich voordoen tijdens de behandeling met DERMESTRIL-Septem indien er geen opeenvolgende behandeling met een progestativum gevolgd wordt. Voor het endocriene systeem: vaak:<br />

gespannen gevoel in de borsten. Bij gelegenheid: goedaardige mastopathia. Voor de tractus gastro-intestinalis: bij gelegenheid: misselijkheid, braken, buikkrampen, meteorisme. Voor het centrale zenuwstelsel: bij gelegenheid: hoofdpijnen, migraine. Zelden: duizeligheid, irritabiliteit, verergerde epilepsie. Andere<br />

reacties: zelden: vloeistofretentie met oedeem, gevoel van zware benen, gewichtsverlies of –toename, geïrriteerde ogen bij het dragen van ooglenzen. Bij uitzondering: anafylactische reacties (soms bij patiënten met een voorgeschiedenis van allergische reacties). De volgende secundaire reacties werden gerapporteerd<br />

voor de behandelingen HST (hormonale substitutietherapie) en OST (oestrogeen-substitutietherapie): depressie, VTR (veineuze trombo-embolie) of trombo-embolische stoornissen, verhoogde arteriële bloeddruk, gewijzigde leverwerking, glucosetolerantie, bloedstolling en cholelithiasis werden gerapporteerd<br />

na orale toediening van HST of OST. Er werd nog geen vergelijkende studie gemaakt met transdermaal toegediende oestrogenen die op een kleinere incidentie wijst. Aflevering: op voorschrift. Laatste bijwerking van de bijsluiter: Dermestril: Feb.1999, Dermestril-septem: Dec.1999. Reg.N°: 1019 IS 2 F 15, 1019<br />

IS 3 F 15, 1019 IS 4 F 15, 1019 IS 5 F 15, 1019 IS 6 F 15, 1019 IS 7 F 15.<br />

OESTROGEL<br />

Benaming: Oestrogel ‚ . Samensteling: Estradiolum 48 mg - Carbomerum - Trolaminum - Aethanol - Aqua purificata q.s. pro 80 g. Estradiolum 60 mg - Carbomerum - Trolaminum - Aethanol - Aqua purificata q.s. pro 100 g. 2,5 g de gel bevat 1,5 mg oestradiol-17 bêta (= 1 dosis). Farmaceutische vorm en toedieningswijze:<br />

doosje met een tube van 80 g gel voor percutane toediening en een meetregeltje voor het doseren van 2,5 g – 2x1 flacon van 100 g, voorzien van een doseerklep die exact 1,25 g vrijgeeft (dus 1/2 dosis). Therapeutische indicaties: behandeling van de gevolgen van oestrogeen deficiëntie na de<br />

menopauze of na een ovarïectomie. Daartoe behoren warmteopwellingen, slaapstoornissen en een urogenitale atrofie, net als psychische stoornissen en een versneld verlies van botmassa. Posologie en wijze van toediening: schommelt op basis van de individuele behoeften. Over het algemeen is het aanbevolen<br />

om dagelijks één dosis van 2,5 gel (= 1 meetregeltje voor de tube of 2 maal drukken op de zuiger van de doseerklep voor het flesje) ZO RUIM MOGELIJK uit te strijken, liefst op de voorarmen, de armen en/of de schouders of over een groot gaaf huidoppervlak. Het product mag nooit rechtstreeks op de borsten<br />

of op de vulvaire of vaginale slijmvliezen worden aangebracht. De behandeling moet drie weken na elkaar worden voortgezet, waarna ze één week wordt onderbroken. Vanaf de 10de tot de 21ste dag moet ze met een oraal progesteron worden gecombineerd. Eventueel kan de behandeling van dag 1 tot en met<br />

dag 25 van de maand worden toegepast, vanaf dag 10 tot en met dag 25 in combinatie met een oraal progesteron. Tijdens de week onderbreking kan er een withdrawal bleeding optreden. Een doorlopende oestrogene behandeling zonder progestagene dekking is af te raden wegens de risico’s voor het endometrium<br />

(glandulokystische hyperplasie, dysplasie met eventueel een verhoogd risico op een endometriumcarcinoom). Ze kan evenwel aangewezen zijn bij vrouwen die een hysterectomie ondergingen of wanneer er een oestrogeeninsufficiëntie optreedt na stopzetting van een behandeling. In dit laatste geval mag het<br />

progesteron gedurende de 10 tot 14 eerste dagen van elke maand worden toegediend. Voor een onderhoudsbehandeling zal men slechts de laagste nog doeltreffende dosis toedienen. Dat de dosis te hoog is, zal doorgaans blijken uit een onaangenaam spanningsgevoel in de borsten of door spotting. Anderzijds<br />

zal een ontoereikende dosis niet in staat zijn om alle symptomen van oestrogeen deficiëntie te corrigeren. Op basis van het precedent kan een aanpassing van het doseringsschema aangeraden zijn. Het aanbrengen van OESTROGEL moet gebeuren: door de vrouw zelf; ‘s morgens of ‘s avonds, liefst na de wasbeurt,<br />

telkens op hetzelfde ogenblik van de dag. Als er meer dan drie minuten na het aanbrengen nog een kleverige massa op de huid achterblijft, dan werd de gel over een te klein huidoppervlak uitgestreken. Vergeet dus niet om de gel bij de volgende toepassing ruimer uit te smeren. Contra-indicaties: - bewezen of<br />

vermeend oestrogeenafhankelijk neoplasma (meer in het bijzonder een mammacarcinoom, een endometriumcarcinoom,...), - endometriose, - actieve tromboembolische processen, - ernstige leverstoornissen, een leveradenoom, - vaginale bloedingen van onbekende etiologie, - een vaststaande of vermeende zwangerschap,<br />

- diepe veneuze trombose, tromboembolische accidenten of antecedenten van één van deze aandoeningen. Ongewenste effekten: bij de toediening van de oestrogeentherapie werden de volgende verschijnselen gemeld: - metrorragie of spotting tijdens de behandeling of de onderbreking ervan; - toename<br />

in volume van de uterusfibromyomen; - misselijkheid, braken, dysmenorroe, hoofdpijn, gewichtsveranderingen en de verergering van een bestaande porfyrie die normaal bij het stopzetten van de behandeling verdwijnt; - natriumretentie, oedeem, buikkrampen, een opgeblazen gevoel, chloasma en mastalgie:<br />

gewoonlijk zijn dit tekens van een hyperoestrogenemie die verdwijnen bij een verlaging van de dosering; bij de percutane toepassing werden ze trouwens zelden gerapporteerd. Er moet melding worden gemaakt van een klein risico op het ontstaan van een leveradenoom dat gepaard kan gaan met acute<br />

abdominale pijnen en dat in geval van een ruptuur naar een shocktoestand kan evolueren, en verder nog van een versnelde groei van oestrogeenafhankelijke tumoren, het verschijnen van chloasma en een risico op cholelithiasis, dat echter kleiner is dan bij de orale inname. Bij een continue oestrogene substitutiebehandeling<br />

en als er geen progestagene dekking wordt gegeven, dan bestaat er een verhoogd risico van een hyperplasie of dysplasie van het endometrium met mogelijk ook een verhoging van de kans op het ontstaan van een endometriaal adenocarcinoom. Men bemerkt ook een versnelde groei van de oestrogeenafhankelijke<br />

neoplasmata o.i.v. een oestrogene substitutietherapie. Bij de toepassing van de oestrogene substitutietherapie werd er melding gemaakt van verhoogde risico’s op leveraantastingen (cholestatische icterus), galaandoeningen (lithiasis) en, in zeldzame gevallen, van leveradenomen. Het natuurlijk progesteron<br />

dat met de oestrogene substitutietherapie wordt geassocieerd, veroorzaakt geen verandering in de lipidenbalans en geen verergering van de glucose-intolerantie, dit in tegenstelling tot de andere progestativa. In onze klinische proefnemingen werd er tot op heden geen enkele lokale bijwerking waargenomen.<br />

De eventueel geassocieerde progestagenen kunnen bijwerkingen teweegbrengen, waarvan de aard afhankelijk is van het soort toegediend progestageen. Aflevering: op voorschrift. Laatste bijwerking van de bijsluiter: juni 2001. Reg.n°: 1019 S 120 F 7, 1019 S 132 F 7.<br />

UTROGESTAN<br />

Benaming: Utrogestan ® . Samenstelling: Progesteronum (micronis.) 100 mg - Soja lecithin. - Oleum arachidis - Titani oxydum - Gelatinum - Glycerinum - q.s. pro capsula una. Farmaceutische vorm en todieningswijze: zachte capsules: blisterverpakkingen met 30 of 90 capsules bestemd voor orale inname.<br />

Therapeutische indicaties: gynaecologie: stoornissen te wijten aan een progesteroninsufficiëntie. Meer bepaald: premenstrueel syndroom, onregelmatige maandstonden door dysovulatie of anovulatie, goedaardige mastopathie, premenopauze. Behandeling van de menopauze (als aanvulling bij oestrogeentherapie).<br />

Onvruchtbaarheid te wijten aan insufficiëntie van het corpus luteum. Obstetrie: dreigend miskraam of preventie van herhaalde miskramen als gevolg van een aangetoonde insufficiëntie van het corpus luteum. Dreigende voortijdige bevalling. Posologie en wijze van toedienning: de gemiddelde dosis bedraagt<br />

200 tot 300 mg progesteron per dag (hetzij 2 tot 3 capsules), verdeeld over 1 of 2 innamen, 2’s avonds bij het slapengaan en 1’s morgens indien nodig. Bij insufficiëntie van het corpus luteum (premenstrueel syndroom, onregelmatige maandstonden, premenopauze, goedaardige mastopathie):<br />

de behandeling gedurende 10 dagen per cyclus toepassen, doorgaans van de 17de tot en met de 26ste dag. Bij de behandeling van de menopauze: aangezien een monotherapie met oestrogenen niet aangeraden is, wordt progesteron toegevoegd gedurende de 2 laatste weken van elke<br />

behandelingscyclus, gevolgd door een onderbreking van alle substitutiebehandelingen gedurende ongeveer een week, tijdens dewelke een dervingsbloeding kan optreden. Bij dreigende voortijdige bevalling: 4 capsules om de 6 tot 8 uur, in functie van de klinische resultaten bekomen tijdens<br />

de acute fase, en vervolgens een onderhoudsdosis (bij voorbeeld 3 x 2 capsules per dag) tot de 36ste zwangerschapsweek. Contra-indicaties: Absolute: ernstig verstoorde leverfunctie. Relatieve: antecedenten van thrombophlebitis. In tegenstelling tot bepaalde synthetische progestagenen,<br />

verstoort UTROGESTAN ® de leverfunctie niet; evenmin werden wijzigingen van de hemostase, met name hypercoagulabiliteit van het bloed vastgesteld. Anderzijds heeft het geneesmiddel geen hypertensief effect. Ongewenste effecten: bij gebruik van progestagenen in het algemeen werd<br />

de mogelijkheid van en optreden van cholestatische icterus en pruritus, gastro-intestinale stoornissen, wijzigingen in de maandstonden, amenorroe of tussentijdse bloedingen vastgesteld en gemeld. Wanneer de behandeling vroegtijdig aangevat wordt, vooral voor de 15de dag van de cyclus,<br />

kan deze verkort zijn of kunnen tussentijdse bloedingen optreden. Een te hoge dosis kan slaperigheid of duizeligheid van voorbijgaande aard teweegbrengen, in het bijzonder in geval van gelijktijdig bestaande hypo-oestrogenie; door het verlagen van de dosis of het herstel van het oestrogeen<br />

evenwicht verdwijnen deze effecten onmiddellijk zonder de therapeutische doeltreffendheid in het gedrang te brengen. Aflevering: op voorschrift. Laatste bijwerking van de bijsluiter: 25/03/1996. Reg.n°:1019S124F5.<br />

Registratiehouder: Besins International Belgique n.v. - Groot-Bijgaardenstraat, 128 - 1620 Drogenbos. Tel.: 02 334 95 70


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 34<br />

59<br />

Uw mooiste beelden in<br />

GUNAIKEIA<br />

Jan Bosteels<br />

Deze 39-jarige A4P0G5M0 onderging in de<br />

voorgeschiedenis omwille van langdurige<br />

kinderloosheid gedurende 9 jaar een uitgebreide<br />

infertiliteitsexploratie waarbij een focale haard<br />

van adenomyosis werd weerhouden in de<br />

uteriene fundus.<br />

Initieel werd zij behandeld met IVF in een ultralang<br />

schema. De ovariële respons was evenwel<br />

teleurstellend. Een collega fertiliteitsarts stelde<br />

voor om laparotomisch een locale resectie uit te<br />

voeren met microchirurgisch herstel. Deze<br />

ingreep geschiedde lege artis en onverwikkeld.<br />

Een kontrole NMR 6 maanden na de ingreep<br />

toonde een normale status van het myometrium<br />

met uitzondering van een licht verhoogde<br />

densiteit ter hoogte van de linker cornu.<br />

Ondanks 12 IVF pogingen, waarvan 2 met<br />

eiceldonatie aan 2 expertcentra MBV stelde er<br />

zich geen zwangerschap in. Patiënte werd<br />

uiteindelijk, 3 jaar na de fertiliteitschirurgie,<br />

spontaan zwanger.<br />

Omwille van de voorgeschiedenis werd haar<br />

geadviseerd een electieve sectio te ondergaan.<br />

Zij werd geïnformeerd over het risico op<br />

baarmoederruptuur. Op een zwangerschapsduur<br />

Gunaikeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003<br />

Spontane uterusruptuur in de<br />

zwangerschap op 34 weken<br />

na vroegere resectie<br />

focaal adenomyoom<br />

Jan Bosteels, Philippe Delattin, Marcel De Bruyn, Carine De Rop,<br />

Els Dufraimont, Jean-Pierre Van Boxelaer*<br />

van 34 weken voelde zij plotse hevige abdominale<br />

pijn met verminderde kindsbewegingen. Zij werd<br />

opgenomen in het ziekenhuis binnen de 30 minuten<br />

na de eerste pijnsymptomen. Klassieke tekenen<br />

van peritoneaalprikkeling ontbraken behalve<br />

hevige diffuse buikpijn bij hoesten. Echografisch<br />

werd fibrinebeslag diffuus op de darmlissen opgemerkt<br />

met een beperkte hoeveelheid vrij vocht.<br />

De CTG registratie van het ongeboren kind toonde<br />

een normaal tracé. Er werd ogenblikkelijk<br />

gedacht aan de waarschijnlijkheid van spontane<br />

uterusruptuur.<br />

Binnen de 15 minuten na admissie werd via een<br />

brede Pfannenstiellaparotomie een gezonde<br />

zoon verlost met Apgarscores 7-9-9. Bij openen<br />

van het pariëtaal peritoneum werd een hemoperitoneum<br />

opgemerkt van 2.000ml. Dit werd<br />

veroorzaakt door een 30mm groot transmuraal<br />

defect hoog in de uteriene fundus. Dit defect<br />

werd per primam gesloten.<br />

Het postoperatief Hb gehalte bedroeg 6,3g/dl.<br />

Het verder postoperatief herstel van de patiënte<br />

was onverwikkeld. De neonatale conditie was<br />

zonder verdere noemenswaardige verwikkelingen.<br />

* Dienst Gynaecologie-Verloskunde, AZ Imelda, Bonheiden


FLASH GUN 8/2 NL 07-04-2003 11:49 Page 35<br />

U beschikt misschien ook over mooie, originele, didactische, ... beelden en u zou er graag uw<br />

collega’s van laten meegenieten. Gunaïkeia zal ze met genoegen publiceren. Aan iedere<br />

gepubliceerde foto hangt trouwens een mooie beloning vast. Indien interesse, neem dan<br />

contact op met Luc De Baene, Voorzitter Redactieraad <strong>VVOG</strong>. Dect 050/452.756<br />

GSM 0475/465.440 e-mail: ldebaene@unicall.be<br />

Gunaïkeia ● Vol 8 ● Nr 2 ● 2003 60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!