B18 Algemene en sociale psychologie - Quickprinter
B18 Algemene en sociale psychologie - Quickprinter
B18 Algemene en sociale psychologie - Quickprinter
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2de bach PSW<br />
Algem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Sociale Psychologie<br />
Slides + nota’s<br />
<strong>B18</strong><br />
Q uickprinter<br />
Koningstraat 13<br />
2000 Antwerp<strong>en</strong><br />
www.quickprinter.be<br />
6.80 EUR
ALGEMENE EN SOCIALE PSYCHOLOGIE<br />
PROF: KOEN PONNET<br />
INLEIDING<br />
1 WAT IS ALGEMENE EN SOCIALE PSYCHOLOGIE?<br />
1.1 Onderzoek Janda<br />
Nam e<strong>en</strong> telefoonboek <strong>en</strong> belde 141 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> willekeurig op; 100 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> op (67<br />
vrouw/33 man). Stelde vrag<strong>en</strong>; hoe belangrijk verschill<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> zijn? (bioloog, arts,<br />
scheikundge…). Janda noteerde ook de opmerking<strong>en</strong> die vaker terugkwam<strong>en</strong> nl. “je moet<br />
psycholog<strong>en</strong> niet altijd gelov<strong>en</strong>”/”beter vertrouw<strong>en</strong> op gezond verstand”<br />
stereotiep beeld over <strong>psychologie</strong>.<br />
Red<strong>en</strong><strong>en</strong>:<br />
1. Populistische/populaire boek<strong>en</strong>, tijdschrift<strong>en</strong>,… nl testjes (hoe tevred<strong>en</strong> b<strong>en</strong> je met je<br />
relatie, is jouw partner de ware?) populariteit van pseudo wet<strong>en</strong>schap<br />
2. Stereotypering films (g<strong>en</strong>der, vreemd gedrag, bijzondere gav<strong>en</strong>, weinig belangrijk)<br />
3. Gerechtsdeskundig<strong>en</strong> – teg<strong>en</strong>spraak m.b.t. toerek<strong>en</strong>ingsvatbaarheid; verzacht<strong>en</strong>de<br />
omstandighed<strong>en</strong><br />
1.2 Voorwet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> stereotiep beeld<br />
Noem e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de psycholoog? Freud, Skinner, Pavlov<br />
Wat doet e<strong>en</strong> psycholoog? m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> help<strong>en</strong><br />
- De psychologisering van de sam<strong>en</strong>leving (Jansz & Van Drun<strong>en</strong>, 2001)<br />
In het dagelijkse lev<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> psychologische inzicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol<br />
- Wet<strong>en</strong>schappelijk beeld<br />
Stereotiepe beeld ontkracht<strong>en</strong> / onderzoeksmethode <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kwijze verhelder<strong>en</strong><br />
1.3 Definitie<br />
“Psychologie is e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap die het gedrag van de individuele m<strong>en</strong>s bestudeert, zowel in<br />
algem<strong>en</strong>e als in specifieke zin <strong>en</strong> waarbij gedragsevid<strong>en</strong>tie gebruikt wordt om de interne<br />
process<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> die aan het gedrag t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>” (niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>)<br />
- Gedrag: overt (uiterlijk waarneembaar) & covert ( uiterlijk niet waarneembaar)<br />
- Bestuder<strong>en</strong>= met<strong>en</strong>: beschrijv<strong>en</strong> < verklar<strong>en</strong> < voorspell<strong>en</strong><br />
- observatie, interviews (geslot<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>), vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>, experim<strong>en</strong>t,…<br />
- <strong>Algem<strong>en</strong>e</strong> <strong>en</strong> specifieke zin<br />
- Pyschologie ~psyche (=geest) betek<strong>en</strong>t letterlijk ‘studie van de geest’<br />
1
2 CURSUSMATERIAAL EN THEMA’S<br />
2.1 <strong>Algem<strong>en</strong>e</strong> <strong>psychologie</strong><br />
1. Geschied<strong>en</strong>is van de <strong>psychologie</strong><br />
2. Method<strong>en</strong><br />
3. Leerprocess<strong>en</strong> (klassieke <strong>en</strong> operante conditionering)<br />
4. Waarneming <strong>en</strong> aandacht ( <strong>en</strong>kel slides k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>)<br />
5. Motivatie<br />
2.2 Sociale <strong>psychologie</strong><br />
1. Sociale perceptie<br />
- Het <strong>sociale</strong> zelf<br />
- Persoonsperceptie<br />
- Groepsperceptie<br />
2. Sociale beïnvloeding<br />
- Conformiteit<br />
- Groepsprocess<strong>en</strong> (beperkt)<br />
3. Sociale relaties<br />
- Ander<strong>en</strong> help<strong>en</strong> (beperkt)<br />
- Agressie<br />
Alle<strong>en</strong> behandelde hoofdstukk<strong>en</strong> in boek ‘Sociale Psychologie’ k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
3 ONDERWIJS EN EVALUATIE<br />
Exam<strong>en</strong>: schriftelijk/volledig multiple choice/52 vrag<strong>en</strong> (4 antwoordcategorieën)<br />
4 PRINCIPES<br />
4.1 Onderwerp van de <strong>psychologie</strong><br />
Gedrag<br />
Emoties Cognities<br />
4.2 Fundam<strong>en</strong>tele attributiefout<br />
Persoonlijke factor<strong>en</strong> Situationele factor<strong>en</strong><br />
Bv. Je koopt fless<strong>en</strong> wijn in e<strong>en</strong> plaatselijke Delhaize. De kassierster vraagt heel onvri<strong>en</strong>delijk of je de fless<strong>en</strong> plat<br />
kan legg<strong>en</strong> ipv rechtop. Je komt kotg<strong>en</strong>oot teg<strong>en</strong> waaraan je vertelt dat er e<strong>en</strong> onvri<strong>en</strong>delijke vrouw in de<br />
Delhaize werkt (persoonlijke factor<strong>en</strong>), hij zegt dat die kassierster net wél vri<strong>en</strong>delijk is. Dus de kassierster is niet<br />
perse onvri<strong>en</strong>delijk, was misschi<strong>en</strong> moe of had ruzie (situatie).<br />
4.3 Gecontroleerde <strong>en</strong> automatische process<strong>en</strong><br />
Van gecontroleerd naar automatisch<br />
bv. in het begin autorijd<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de versnelling<strong>en</strong> gaan, later automatisme<br />
2
HOOFDSTUK 1: GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE<br />
1 VROEGE INVLOEDEN OP DE PSYCHOLOGIE<br />
1.1 Copernicus (1473-1543)<br />
Voordi<strong>en</strong>: m<strong>en</strong>s is c<strong>en</strong>trum van universum / m<strong>en</strong>selijke geest heeft ziel <strong>en</strong> is niet<br />
onderworp<strong>en</strong> aan natuurwett<strong>en</strong> = geoc<strong>en</strong>trisch wereldbeeld<br />
Copernicus: Aarde (met andere planet<strong>en</strong>) draait rond de zon = helioc<strong>en</strong>trische<br />
theorie<br />
1.2 Descartes (1596-1650)<br />
Voor Descartes: dualisme (m<strong>en</strong>s bestaat uit twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> geest,<br />
lichaam is niets anders dan het omhulsel van de geest)<br />
Descartes zelf had e<strong>en</strong> mechanische visie<br />
o De wereld is e<strong>en</strong> complexe machine onderhevig aan wiskundige wett<strong>en</strong><br />
o De m<strong>en</strong>s als studieobject<br />
o Geest <strong>en</strong> lichaam beïnvloed<strong>en</strong> elkaar wederzijds<br />
o Pijnappelklier: plaats waar ziel <strong>en</strong> lichaam sam<strong>en</strong> kom<strong>en</strong><br />
Rationalisme: waarheid kan achterhaald word<strong>en</strong> door rede<br />
1.3 Empirisme (Hobbes, Locke <strong>en</strong> Hume)<br />
1.3.1 Thomas Hobbes (1596-1650)<br />
K<strong>en</strong>nis komt voort uit zintuigelijke ervaring<strong>en</strong> (empirisch observeerbaar)<br />
Bron van k<strong>en</strong>nis is niet de ratio maar waarneming, ervaring <strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
1.3.2 Joh Locke (1632-1704)<br />
De geest wordt gek<strong>en</strong>merkt door associaties van ideeën (associatonisme)<br />
Tabula rasa* (cfr. Aristoteles) (Hogere orde k<strong>en</strong>nis komt tot stand door simpele combinaties)<br />
o *Tabula rasa: Gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als leeg blad gevuld via empirische ervaring<strong>en</strong><br />
1.3.3 David Hume (1711-1776)<br />
Associaties tuss<strong>en</strong> ideeën word<strong>en</strong> bepaald door: gelijk<strong>en</strong>is + sam<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> in tijd<br />
<strong>en</strong> ruimte<br />
1.4 Darwin’s Evolutieleer<br />
1.4.1 Charles Darwin (1809-1882)<br />
Origin of Species (1859)<br />
o Natuurlijke selectie: wanneer omgeving verandert, bied<strong>en</strong> sommige trekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisme<br />
meer voordeel dan andere<br />
o Survival of the fittest: Dier<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> zich over langere periodes aan de lokale omgeving<br />
1.4.2 Grant (1991)<br />
20 jarige follow-up van vink<strong>en</strong>populatie op Galapagos-eiland<strong>en</strong> (cfr. Darwin):<br />
o Bij droogte sterv<strong>en</strong> vooral kleine vink<strong>en</strong> (grote vink<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met hun<br />
stevigere snavels grotere <strong>en</strong> hardere zad<strong>en</strong> op<strong>en</strong>brek<strong>en</strong>) Gevolg: volg<strong>en</strong>de<br />
g<strong>en</strong>eratie is zo’n 4% groter<br />
3
o Bij natte periode word<strong>en</strong> grote zad<strong>en</strong> overwoekerd door e<strong>en</strong>jarige plant<strong>en</strong> met<br />
kleine zad<strong>en</strong> (kleine vink<strong>en</strong> zijn in het voordeel) Gevolg: bij volg<strong>en</strong>de<br />
g<strong>en</strong>eratie nam het aantal kleine vink<strong>en</strong> toe: gemiddeld 2,5% kleiner<br />
1.5 Vroege experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: Fysiologische invloed<strong>en</strong><br />
1.5.1 Hermann von Helmholtz (1821-1894)<br />
Alle kracht<strong>en</strong> in de m<strong>en</strong>s zijn lichamelijk <strong>en</strong> chemisch<br />
Met<strong>en</strong> van snelheid waarmee impuls<strong>en</strong> zich voortplant<strong>en</strong> in het z<strong>en</strong>uwstelsel<br />
1.5.2 Gustav Fechner (1801–1887)<br />
Hoeveel helderder moet e<strong>en</strong> licht word<strong>en</strong>, voordat het verschil opmerkt?<br />
Psychofysica<br />
o Absolute drempel:<br />
hoe sterk moet e<strong>en</strong> stimulus zijn om waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />
bv kaarslicht op e<strong>en</strong> donkere heldere nacht kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op afstand van? (antwoord: 50km)<br />
o Differ<strong>en</strong>tiële drempel:<br />
het kleinste waardeverschil dat er moet zijn tuss<strong>en</strong> 2 prikkels opdat dit<br />
verschil waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />
bv 2 zakk<strong>en</strong> zout, van 500 <strong>en</strong> 510 gr, merk je het verschil? Is niet voor alle int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stimulus<br />
hetzelfde, hoe groter stimulusint<strong>en</strong>siteit hoe meer er moet bijkom<strong>en</strong> vooraleer proefpersoon verschil merkt.<br />
1.5.3 De wet van Weber (1830)<br />
De differ<strong>en</strong>tiële drempel voor e<strong>en</strong> stimulusint<strong>en</strong>siteit is e<strong>en</strong> bepaald perc<strong>en</strong>tage van<br />
die int<strong>en</strong>siteit.<br />
o Gevolg: de differ<strong>en</strong>tiële drempel is groter voor hoge int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> dan voor<br />
lage int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />
Bv e<strong>en</strong> kleine stemverheffing zal minder indruk mak<strong>en</strong> bij iemand die gewoonlijk stil spreekt, dan bij iemand<br />
die gewoonlijk luid spreekt.<br />
o M.a.w. we kunn<strong>en</strong> lagere int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> beter onderscheid<strong>en</strong> dan hoge<br />
int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />
Kahneman & Tversky (1981)<br />
o Voorbeeld: Beeld je in dat je in e<strong>en</strong> winkel wilt betal<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>machine van 15 euro <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> jasje van 125 euro. De verkoper vertelt je dat in e<strong>en</strong> ander verkooppunt, het jasje voor 120<br />
euro te verkrijg<strong>en</strong> is <strong>en</strong> de rek<strong>en</strong>machine voor 10 euro. Conclusie: hoewel in beide gevall<strong>en</strong> 5<br />
euro winst wordt gemaakt, wordt er e<strong>en</strong> groter verschil gepercipieerd tuss<strong>en</strong> 15 euro <strong>en</strong> 10 euro<br />
dan tuss<strong>en</strong> 120 <strong>en</strong> 125 euro<br />
2 DE BEGINJAREN VAN DE PSYCHOLOGIE<br />
2.1 Structuralisme (Duitsland)<br />
Wilhelm Wundt (1832-1920)<br />
o 1874: <strong>psychologie</strong> als alliantie tuss<strong>en</strong> fysiologie <strong>en</strong> <strong>psychologie</strong> die naar<br />
zichzelf van binn<strong>en</strong>uit kijkt<br />
o !!! 1879: oprichting 1 ste psychologische laboratorium te Leipzig<br />
Elk complex proces kan gereduceerd word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> combinatie van elem<strong>en</strong>taire<br />
compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Primaire vrag<strong>en</strong> Structuralisme<br />
o Welke zijn de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ervaring?<br />
4
S<strong>en</strong>saties (visueel, geluid, geur<strong>en</strong>, smak<strong>en</strong> <strong>en</strong> tast)<br />
Beeld<strong>en</strong> (bv herinnering<strong>en</strong>)<br />
Gevoel<strong>en</strong>s (bv liefde, geluk of jaloersheid)<br />
o Hoe word<strong>en</strong> die gecombineerd?<br />
o Wat zorgt ervoor dat elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gecombineerd?<br />
Voorbeeld 1: tek<strong>en</strong>ing roos (wat is de geur, textuur van die roos..)<br />
Voorbeeld 2: kubus; kan je op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong><br />
2.2 Functionalisme (Amerika)<br />
Functionalisme: wat zijn de functies van (bewuste) ervaring <strong>en</strong> gedrag?<br />
Beïnvloed door Darwin:<br />
o Hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale process<strong>en</strong> e<strong>en</strong> evolutionaire geschied<strong>en</strong>is?<br />
o Zijn onze capaciteit<strong>en</strong> gelijk aan die van dier<strong>en</strong>?<br />
Psychische process<strong>en</strong><br />
Willem James (1842-1910)<br />
o M<strong>en</strong>tale process<strong>en</strong> zijn actief <strong>en</strong> continue (cfr. rivier)<br />
2.3 Gestalt<strong>psychologie</strong> (Duitsland)<br />
Reactie teg<strong>en</strong> structuralisme<br />
o M<strong>en</strong>s meer dan som van onafhankelijke, elem<strong>en</strong>taire gedraging<strong>en</strong><br />
o Waarneming bestaat niet alle<strong>en</strong> uit reeks van onafhankelijke s<strong>en</strong>saties<br />
o M<strong>en</strong>s neemt wereld waar in gehel<strong>en</strong> of gestalt<strong>en</strong> (Gestalt)<br />
bewijs adhv visuele illusies !!<br />
o Interactie met omgeving<br />
o Stroming met nog steeds invloed op perceptie, geheug<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>sociale</strong><br />
<strong>psychologie</strong><br />
o Wolfgang Köhler, Max Wertheimer, Kurt Kofka<br />
2.4 Behaviorisme<br />
(1) (2) (3) (4)<br />
Voorbeeld<strong>en</strong>: Hering illusion (1) Pog<strong>en</strong>dorf illusion (2) Muller Lyer (3) Zollner illusion (4)<br />
Allemaal niet te verklar<strong>en</strong> door structuralisme<br />
“We nem<strong>en</strong> waar in gehel<strong>en</strong>, niet in aparte del<strong>en</strong>”<br />
2.4.1 John Watson (1878-1958)<br />
1913: pamfleteert Thorndike’s werk (1911)<br />
Psychologie is de wet<strong>en</strong>schap van het observeerbaar <strong>en</strong> meetbaar gedrag<br />
Bewustzijn <strong>en</strong> zijn process<strong>en</strong> zijn niet objectief vastgesteld <strong>en</strong> operatoneel<br />
gedefinieerd = ge<strong>en</strong> behaviouristisch onderwerp<br />
Geïnspireerd door logisch positivisme<br />
o Wet<strong>en</strong>schap is de meest succesvolle manier om de wereld te begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />
5
2.4.2 Behaviorisme als basis wet<strong>en</strong>schappelijke studies<br />
1. Operationele definitie<br />
Concept<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedefinieerd in term<strong>en</strong> van de gebruikte meetprocess<strong>en</strong><br />
bv honger<br />
2. Onafhankelijke <strong>en</strong> afhankelijke variabel<strong>en</strong> (OV&AV):<br />
OV karakteristiek<strong>en</strong> van de situatie = manipuleerbaar<br />
AV gedraging<strong>en</strong> van persoon of dier<br />
3. Theorie = relatie tuss<strong>en</strong> OV e AV (in vorm van wet)<br />
2.4.3 Burrhus Frederic Skinner (1904-1990) Radicaal behaviorisme<br />
Hoe verandert gedrag onder invloed van ondervinding?<br />
Leerprocess<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> dier<br />
Operante conditionereing (zie later)<br />
o Radicaal<br />
o M<strong>en</strong>tale process<strong>en</strong> bestaan niet<br />
o Tuss<strong>en</strong> S <strong>en</strong> R bestaat niets<br />
o Stimuli lokk<strong>en</strong> reacties automatisch uit<br />
2.5 Psychoanalyse<br />
Sigmeund Freud (1856 – 1939)<br />
o Bewustzijn <strong>en</strong> gedrag zijn slechts oppervlakkige f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
o Het onbewuste<br />
o M<strong>en</strong>tale stoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichamelijke symptom<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> psychische<br />
oorzaak, te wijt<strong>en</strong> aan problem<strong>en</strong> die de patiënt<strong>en</strong> uit hun bewustzijn<br />
verdrong<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, omdat ze teveel angst opriep<strong>en</strong><br />
o Oplossing: onbewuste conflict<strong>en</strong> in bewustzijn te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
o Methode: vrije associatie <strong>en</strong> droominterpretatie<br />
o Kritiek<strong>en</strong>: kindertijd, introspectie, verlang<strong>en</strong>s (Victoriaans)<br />
Projectieve techniek<strong>en</strong>:<br />
o Rorschach<br />
(tek<strong>en</strong>ing waar je verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong> in kan zi<strong>en</strong>)<br />
o Voorbeeld: aan kinder<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> “tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> huisje” (bv sommig<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> padje, gordijn<strong>en</strong>,<br />
schoorste<strong>en</strong>,… ander<strong>en</strong> niet)<br />
o vrije associatie techniek<strong>en</strong> introspectie<br />
(betek<strong>en</strong>is introspectie: het nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over je eig<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s)<br />
2.6 Ontwikkeling<strong>psychologie</strong><br />
Studie van psychische verandering<strong>en</strong> bij het ouder word<strong>en</strong><br />
2.6.1 Nurture vs nature<br />
o nurture: het opvoed<strong>en</strong> zelf (cfr Locke)<br />
o nature: situatie creër<strong>en</strong> dan komt alles vanzelf naar bov<strong>en</strong> (cfr. Rousseau)<br />
2.6.2 !! Piaget (1896-1980)<br />
K<strong>en</strong>nis is de relatie tuss<strong>en</strong> object van de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> verwerver (i.e. kind)<br />
- Beïnvloeding door wat al gek<strong>en</strong>d is <strong>en</strong> assimilatie van wat geleerd wordt<br />
6
Op twee manier<strong>en</strong> wordt er k<strong>en</strong>nis verworv<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> object<br />
- Via fysieke of m<strong>en</strong>tale k<strong>en</strong>nis<br />
Kind verwerft in 4 verschill<strong>en</strong>de stadia<br />
1) S<strong>en</strong>sor-motorische fase (0-2j)<br />
ontwikkeling op lichaamsniveau (tast<strong>en</strong>, voel<strong>en</strong>, proev<strong>en</strong>)<br />
ontwikkeling van motoriek <strong>en</strong> van geheug<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> objectperman<strong>en</strong>tie<br />
bv hand lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, hand is voorgoed weg <strong>en</strong> kindje d<strong>en</strong>kt niet dat deze verstopt is<br />
2) Preoperationele fase (2-6j)<br />
verfijning van motoriek<br />
ontwikkeling van het ik (egoc<strong>en</strong>trisme) bv. Ik alle<strong>en</strong> heb dit kamp gebouwd<br />
animisme bv lev<strong>en</strong>loos object geeft m<strong>en</strong> ziel, knuffel leeft<br />
3) Concreet operationele fase (6-11j)<br />
ontwikkeling mbt het kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> van l<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveelheid<br />
voorbeeld: twee glaz<strong>en</strong>, gelijke hoeveelheid. 1 glas vull<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> veel groter glas, gaat kind onder<br />
6 jaar zegg<strong>en</strong> dat er in het groter glas meer zit, hoewel ze zag<strong>en</strong> dat het werd overgegot<strong>en</strong>.<br />
ontwikkeling tot het kunn<strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong>, tell<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
figuratief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> (analytisch <strong>en</strong> logisch red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> adhv ontwerp)<br />
4) Formeel operationele fase (11j-..)<br />
ontwikkeling van ruimtelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
ontwikkeling van abstract d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, logisch red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies<br />
trekk<strong>en</strong><br />
kritiek op Piaget: m<strong>en</strong> leert niet alle<strong>en</strong> in kindertijd maar gedur<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sloop (Bruner)<br />
3 HEDENDAAGSE PSYCHOLOGIE<br />
3.1 Het belang van de Biologie<br />
3.1.1 G<strong>en</strong>etica<br />
Erv<strong>en</strong> van lichamelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, intellig<strong>en</strong>tie, persoonlijkheid, psychische<br />
problem<strong>en</strong>, …<br />
knelpuntstudies: burgerlijk ir, scheikundig ir<br />
Onderzoek bij e<strong>en</strong>eiige <strong>en</strong> twee-eiige tweeling<strong>en</strong>:<br />
o zelfde g<strong>en</strong><strong>en</strong> – zelfde lichaamsl<strong>en</strong>gte<br />
o spellingstest bij e<strong>en</strong>eiige <strong>en</strong> twee-eiige kinder<strong>en</strong> (n=239); lijkt meer op<br />
elkaar bij e<strong>en</strong>eiige<br />
3.1.2 Evolutie<br />
Sommige g<strong>en</strong>etische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong> kans op nakomeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
doorgegev<strong>en</strong> over g<strong>en</strong>eraties<br />
o Bv Inpr<strong>en</strong>ting (Konrad Lor<strong>en</strong>z)<br />
Voorbeeld: filmpje e<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, kuik<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> instinct moeder te volg<strong>en</strong>. Kuik<strong>en</strong>tje zag als eerste hond e<strong>en</strong><br />
volgde hem de hele tijd.<br />
o Bv glimlach baby’s<br />
3.1.3 Lichamelijke process<strong>en</strong><br />
Productie van hormon<strong>en</strong> (testosteron agressie)<br />
Weinig zonlicht neerslachtig<br />
7
Lichaamsbeweging goed humeur<br />
3.2 Het belang van de cognitieve process<strong>en</strong><br />
M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> constant Behaviorisme<br />
o automatische S-R connecties<br />
Het gedrag verandert op basis van vroegere ervaring<strong>en</strong><br />
M<strong>en</strong>s <strong>en</strong> dier ler<strong>en</strong> bepaalde handeling<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> omdat ze op basis van k<strong>en</strong>nis<br />
verwacht<strong>en</strong> dat die tot e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>d resultaat zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />
Voorbeeld: doolhof ratt<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> meer dan S-R connectie cfr Tolman<br />
e<strong>en</strong> van de eerste experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die heeft aangetoond dat cognities aanwezig zijn<br />
3.3 De m<strong>en</strong>s als sociaal wez<strong>en</strong><br />
M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> nabijheid op van ander<strong>en</strong><br />
Deze contact<strong>en</strong> zijn niet willekeurig<br />
Culturele verschill<strong>en</strong><br />
o individualisme vs collectivisme<br />
o hiërarchisch<br />
o rolverdeling man-vrouw<br />
Sociale <strong>psychologie</strong> ( zie later)<br />
Exam<strong>en</strong>vraag<br />
In e<strong>en</strong> artikel beschrijft e<strong>en</strong> reisjournaliste haar beleving<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zonsopgang in term<strong>en</strong><br />
van s<strong>en</strong>saties, herinnering<strong>en</strong> aan vroegere zonsopgang<strong>en</strong> <strong>en</strong> emotionele reacties. Welke<br />
visie past de journaliste toe?<br />
A Gestalt visie: “ik werd bevang<strong>en</strong> door het geheel”<br />
B Structuralistische visie<br />
C Behavioristische visie ”de zon (s) maakte me volledig wakker ( R)”<br />
D Psychoanalytische visie “de zon deed me terugd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan mijn jeugdjar<strong>en</strong> waar ik<br />
geheel vrij was van alle zorg<strong>en</strong>”<br />
8
HOOFDSTUK 2: ONDERZOEKSMETHODEN INDE<br />
PSYCHOLOGIE<br />
1 WAAROM ONDERZOEKSMETHODEN?<br />
Begrijp<strong>en</strong> van de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur<br />
Onderscheid gezond verstand vs wet<strong>en</strong>schap<br />
bv hoe meer geld je iemand geeft om iets te zegg<strong>en</strong> dat niet strookt met hun m<strong>en</strong>ing, hoe meer ze hun<br />
m<strong>en</strong>ing zull<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>? Fout (gezond verstand zou juist zegg<strong>en</strong>)<br />
Weerstand teg<strong>en</strong> persuasieve communicatie<br />
bv. Reclame: studies ton<strong>en</strong> aan dat product X beter is dan Y<br />
bv dieet-reclame: gewichtsverlies gedur<strong>en</strong>de 1 ste dag<strong>en</strong> vs doorzett<strong>en</strong><br />
Accurater red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> over dagelijkse realiteit & kritische analyse van berichtgeving<br />
over onderzoek<br />
bv keelontsteking placebo vs antibiotica (Demeyere)<br />
bv vind<strong>en</strong> in de zomer meer gewelddadige delict<strong>en</strong> plaats dan in de winter?<br />
(antwoord: ja, door de hitte geraak je opstandiger)<br />
2 IDEEËN ONTWIKKELEN: HET BEGIN VAN HET ONDERZOEKSPROCES<br />
Ge<strong>en</strong> leerstof – gezi<strong>en</strong> bij Kwantitatieve Onderzoeksmethod<strong>en</strong><br />
3 IDEEËN VERFIJNEN: OMSCHRIJVEN EN METEN VAN VARIABELEN<br />
Ge<strong>en</strong> leerstof – gezi<strong>en</strong> bij Kwantitatieve Onderzoeksmethod<strong>en</strong><br />
4 IDEEËN TESTEN: ONDERZOEKSPLANNEN<br />
4.1 Beschrijv<strong>en</strong>d onderzoek: tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />
Wat? Beschrijv<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun gevoel<strong>en</strong>s, gedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedrag.<br />
Doel? tr<strong>en</strong>ds <strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />
3 vorm<strong>en</strong>:<br />
o Observationele studies<br />
Bv registratie van pest<strong>en</strong> via verborg<strong>en</strong> camera’s<br />
Systematiche observatie= meerdere observators <strong>en</strong> beoordelaars <br />
interbeoordelaarbetrouwbaarheid<br />
o Archiefstudies<br />
Krant<strong>en</strong>artikels, dagboek<strong>en</strong>, medische gegev<strong>en</strong>s, loonfiches,<br />
rek<strong>en</strong>inguittreksels, briev<strong>en</strong> etc<br />
Soms onsystematisch, onbetrouwbaar, onvolledig, vertek<strong>en</strong>d<br />
Cultureel-historisch onderzoek: misdaad, tr<strong>en</strong>ds, interesses<br />
o Opiniepeiling<strong>en</strong><br />
Enquêtes: persoonljk, post, …<br />
9
4.2 Correlationeel onderzoek: op zoek naar verband<strong>en</strong><br />
Doel: de relaties tuss<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> nagaan<br />
Gebaseerd op gegev<strong>en</strong>s van observaties, archivarisch onderzoek of opiniepeiling<br />
bv relatie tss zelfwaardering <strong>en</strong> populariteit<br />
Correlatiecoëffici<strong>en</strong>t<br />
o Gelijktijdig (concurr<strong>en</strong>t): zelfde tijdstip<br />
o Prospectief: verschill<strong>en</strong>d tijdstip<br />
Zicht op<br />
o Sterkte van het verband<br />
o Richting van het verband<br />
Maar ge<strong>en</strong> zicht op oorzaak-gevolg<br />
o Bv tv-kijk<strong>en</strong> veroorzaakt agressief G<br />
o Bv agressieve kinder<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> meer TV<br />
o Bv kinder<strong>en</strong> uit probleemgezinn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> zoals hun ouders meer TV <strong>en</strong> zij gedrag<strong>en</strong> zich<br />
agressief<br />
Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong><br />
o Nadel<strong>en</strong><br />
Ge<strong>en</strong> oorzaak-gevolg relaties<br />
Derde variabel<strong>en</strong><br />
Lineaire verband (bv ge<strong>en</strong> U vormige verband<strong>en</strong>)<br />
o Voordel<strong>en</strong><br />
Voor variabel<strong>en</strong> die niet manipuleerbaar zijn:<br />
Om ethische red<strong>en</strong><strong>en</strong>: delinqu<strong>en</strong>tie, relatieproblem<strong>en</strong><br />
Om fundam<strong>en</strong>tele red<strong>en</strong><strong>en</strong>: weer, leeftijd, geslacht<br />
Omdat ze uniek zijn: ramp, staking, aanslag<br />
Voorbereiding of aanvulling van experim<strong>en</strong>teel onderzoek<br />
E<strong>en</strong> eerste schatting van relatief effect van variabel<strong>en</strong><br />
4.3 Experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: op zoek naar oorzaak <strong>en</strong> gevolg<br />
4.3.1 Twee ess<strong>en</strong>tiële k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> vorm van onderzoek die toelaat causale relaties aan te ton<strong>en</strong> omdat:<br />
o De experim<strong>en</strong>tator controle heeft over de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
o Deelnemers volkom<strong>en</strong> toevallig toegewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
1) Controle<br />
o Onafhankelijke variabel<strong>en</strong><br />
De variabel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t die gemanipuleerd word<strong>en</strong> om te zi<strong>en</strong><br />
of ze effect hebb<strong>en</strong> op de afhankelijke variabel<strong>en</strong><br />
Bv cond 1 (ton<strong>en</strong> van agressieve videofilm) – cond 2 (ton<strong>en</strong> van neutrale videofilm)<br />
o Afhankelijke variabel<strong>en</strong><br />
De variabel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t waarvan de waarde door de<br />
onderzoeker gemet<strong>en</strong> of geregistreerd wordt om te zi<strong>en</strong> of hun waarde<br />
beïnvloed wordt door e<strong>en</strong> of meerdere onafhankelijke variabel<strong>en</strong><br />
Bv spel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> moord-game na conditie 1 <strong>en</strong> na conditie 2<br />
o Laboratorium versus veldonderzoek<br />
Laboratorium: gecontroleerde omgeving = reactief<br />
Veld: minder controle = natuurlijke reacties<br />
10
2) Volkom<strong>en</strong> toevallig toewijzing<br />
o Elke deelnemer heeft ev<strong>en</strong>veel kans om toegewez<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aan elk van<br />
de condities bv toewijzing aan 2 condities, kop of munt<br />
o Door toevallige toewijzing garandeert m<strong>en</strong> dat deelnemers die aan de 1 ste<br />
conditie word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong> gemiddeld niet verschill<strong>en</strong> van dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die aan<br />
conditie 2 word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong><br />
SAMENGEVAT: door controle <strong>en</strong> toevallige toewijzing elimineert de proefleider de<br />
invloed van om het ev<strong>en</strong> welke andere factor (met uitzondering van de experim<strong>en</strong>tele<br />
factor)<br />
4.3.2 Toevallige toewijzing vs steekproeftrekking<br />
Volkom<strong>en</strong> toevallige toewijzing<br />
o Noodzakelijke voorwaarde voor oorzaak-gevolg relaties<br />
Toevallige steekproeftrekking<br />
o Ge<strong>en</strong> noodzaak voor bepal<strong>en</strong> causaliteit<br />
o E<strong>en</strong> methode voor het selecter<strong>en</strong> van deelnemers aan e<strong>en</strong> studie die<br />
garandeert dat elk lid van de populatie ev<strong>en</strong>veel kans heeft om geselecteerd<br />
te word<strong>en</strong><br />
4.3.3 Subjectvariabel<strong>en</strong><br />
Variabel<strong>en</strong> die bestaande verschill<strong>en</strong> (voorafgaand aan het onderzoek) tss<br />
deelnemers aan e<strong>en</strong> studie typer<strong>en</strong><br />
Niet manipuleerbaar: kunn<strong>en</strong> niet toevallig toegewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
Bv geslacht, leeftijd, extraversie, socio-economische status, type persoonlijkheidsstoornis…<br />
4.3.4 Interne vs externe validiteit<br />
Interne validiteit<br />
o Veroorzaakt de onafhankelijke variabele het effect<br />
o De mate waarin variatie in de AV met redelijke zekerheid kan toegeschrev<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aan het effect van de onafhankelijke variabele(n)<br />
o Controlegroep: proefperson<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> alle procedures mee, behalve de<br />
experim<strong>en</strong>tele manipulatie<br />
o Proefleidereffect is bedreig<strong>en</strong>de factor<br />
o Indi<strong>en</strong> PL weet tot welke conditie pp behoort, kan PL ‘onbewust’ pp<br />
anders behandel<strong>en</strong>, waardoor pp’s gedrag verandert<br />
o Dus: PL mag niet meegedeeld word<strong>en</strong> tot welke conditie pp behoort<br />
= BLINDED CONDITION<br />
Externe validiteit<br />
o De mate waarin met redelijke zekerheid de resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />
onderzoek ook kunn<strong>en</strong> bekom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met andere person<strong>en</strong> <strong>en</strong> in andere<br />
situaties<br />
o Kunn<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> veralgeme<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> naar andere situaties, subject<strong>en</strong>,<br />
tijdstipp<strong>en</strong>…<br />
Bedreig<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> van externe validiteit:<br />
o Repres<strong>en</strong>tativiteit van de subject<strong>en</strong><br />
Geleg<strong>en</strong>heidssteekproev<strong>en</strong> (bv empathie bij NL, FR, ENG..)<br />
Voordeel stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als subject<strong>en</strong>: homog<strong>en</strong>er<br />
11
o Repres<strong>en</strong>tativiteit van de tak<strong>en</strong><br />
Werelds realisme vs experim<strong>en</strong>teel realisme<br />
bv slaapzaal bv reëel gedrag<br />
Deceptie om experim<strong>en</strong>teel realisme te verhog<strong>en</strong>:<br />
Pp krijgt valse informatie over de experim<strong>en</strong>tele<br />
procedures<br />
Doel: spontane reacties bestuder<strong>en</strong><br />
Vb: persoon met autisme <strong>en</strong> zonder autisme. Uitnodig<strong>en</strong> aan<br />
verschill<strong>en</strong>de deur<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> wachtruimte, zegg<strong>en</strong> dat de<br />
kopies niet goed gedrukt zijn <strong>en</strong> de ruimte verlat<strong>en</strong> dan gebeurt<br />
de k<strong>en</strong>nismaking e<strong>en</strong> beetje geforceerd maar toch spontaan<br />
4.4 Meta-analyse: resultat<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de studies combiner<strong>en</strong><br />
Meta-analyse:<br />
Statistische procedures om overzicht te mak<strong>en</strong> van bestaande studies door gegev<strong>en</strong>s<br />
van individuele studies te combiner<strong>en</strong><br />
Doel: beeld te krijg<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e betrouwbaarheid <strong>en</strong> de sterkte van de<br />
specifieke effect<strong>en</strong><br />
5 ETHIEK EN WAARDEN IN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE<br />
Institutionele beoordelingscommissie<br />
Geïnformeerde toestemming<br />
o APA: 1992: Ethical Principals of Psychologists<br />
o De weloverwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijwillige beslissing van e<strong>en</strong> persoon om deel te nem<strong>en</strong><br />
aan e<strong>en</strong> onderzoek, steun<strong>en</strong>d op de beschrijving door de onderzoeker van de<br />
verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> vereist<strong>en</strong> van de deelnemer aan het onderzoek<br />
Debriefing: alle uitleg verstrekk<strong>en</strong><br />
o De onthulling van de bedoeling van het onderzoek na het beëindig<strong>en</strong> ervan<br />
o Doel:<br />
Ev<strong>en</strong>tueel opgewekte negatieve gevoel<strong>en</strong>s teg<strong>en</strong> te gaan<br />
Belang beklemtoont van deelname aan het onderzoek voor de<br />
wet<strong>en</strong>schap<br />
12
Exam<strong>en</strong>vraag:<br />
E<strong>en</strong> onderzoeker observeert meerdere kinder<strong>en</strong> terwijl ze thuis naar tv kijk<strong>en</strong>. Hij gaat na<br />
hoeveel snacks de kinder<strong>en</strong> et<strong>en</strong> <strong>en</strong> turft het aantal ur<strong>en</strong> dat deze kinder<strong>en</strong> dagelijks naar<br />
televisie kijkt?<br />
Dit is e<strong>en</strong> voorbeeld van:<br />
A E<strong>en</strong> veld experim<strong>en</strong>t<br />
B E<strong>en</strong> laboratorium experim<strong>en</strong>t<br />
C e<strong>en</strong> correlationele studie<br />
D e<strong>en</strong> gevalstudie<br />
Exam<strong>en</strong>vraag: Leg het verschil uit tuss<strong>en</strong> volkom<strong>en</strong> toevallige toewijzing <strong>en</strong> toevallig<br />
steekproeftrekking<br />
Moeilijk <strong>en</strong> belangrijk hoofdstuk<br />
13
HOOFDSTUK 3: LEERPROCESSEN EN CONDITIONERING<br />
Ler<strong>en</strong>: E<strong>en</strong> proces waarbij ervaring<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de verandering in het gedrag veroorzak<strong>en</strong><br />
(reflex<strong>en</strong>, toevallige verandering<strong>en</strong> of automatische reactie is niet ler<strong>en</strong>)<br />
1 HABITUATIE<br />
E<strong>en</strong>voudigste vorm van ler<strong>en</strong><br />
De reactie op e<strong>en</strong> stimulus wordt na herhaalde aanbieding<strong>en</strong> minder sterk<br />
2 CONTACTCONDITIONERING (MERE EXPOSURE EFFECT)<br />
Zuivere herhaalde blootstelling aan e<strong>en</strong> object verandert de relatie tuss<strong>en</strong> object <strong>en</strong><br />
evaluatie van het object<br />
o Bv uit het oog is uit het hart<br />
o Bv kinderknuffel<br />
o Bv lelijk schilderij in de gang, je geraakt er wel gehecht aan na e<strong>en</strong> tijd<br />
Het gaat om e<strong>en</strong> affectieve band<br />
3 KLASSIEKE CONDITIONERING<br />
3.1 De inzicht<strong>en</strong> van Pavlov<br />
Ivan Pavlov<br />
o 1904: Nobelprijs fysiologie <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eeskunde:<br />
Methode om werking van spijsvertering te registrer<strong>en</strong><br />
Voedsel op tong (OS) speeksel (OR) (=reflex)<br />
o Observatie:<br />
Voedsel zi<strong>en</strong> speeksel (‘psychische reflex’, 1903)<br />
o Methode:<br />
Natuurwet<strong>en</strong>schappelijke aanpak: gecontroleerde omgeving<br />
Afhankelijke variabele (respons): speekselafscheiding<br />
PRE FASE<br />
Ongeconditioneerde stimulus Ongeconditioneerd respons<br />
Voedsel Saliver<strong>en</strong> (=kwijl<strong>en</strong>)<br />
Neutrale stimulus Ge<strong>en</strong> of andere respons<br />
Belletje<br />
LEERFASE<br />
Ongeconditioneerde stimulus Ongeconditioneerd respons<br />
Voedsel Saliver<strong>en</strong><br />
Geconditioneerde stimulus Geconditioneerd respons<br />
Belletje Saliver<strong>en</strong><br />
TEST FASE<br />
Geconditioneerde stimulus Geconditioneerd respons<br />
Belletje Saliver<strong>en</strong><br />
14
Wat wordt er geleerd? (!!!)<br />
o NIET: automatische S-R associatie !!!<br />
o WEL: sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> CS <strong>en</strong> OS<br />
o De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> CS <strong>en</strong> OS kan twee vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong><br />
1) CS als voorspeller voor OS = signaaller<strong>en</strong><br />
CS wordt signaal dat OS optreedt<br />
2) CS als verband houd<strong>en</strong>d met OS = evaluatief/associatief ler<strong>en</strong><br />
CS krijgt evaluatieve betek<strong>en</strong>is OS<br />
o Bv neutraal (CS) + aantrekkelijk gezicht (OS) positief<br />
gevoel<br />
Bv reclame beeld<strong>en</strong>: knappe vrouw<strong>en</strong> met mooie auto<br />
Bv tijdschrift Patrick Janss<strong>en</strong> cover met baby (OS)<br />
Bv reclame Evian met baby’s. Baby geeft positieve gevoel<strong>en</strong>s tov Evian<br />
Toeval: bel + voedsel perman<strong>en</strong>te gedragswijziging: speeksel bij bel<br />
3.2 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van klassieke conditionering<br />
3.2.1 Verwerving<br />
Het proces waardoor e<strong>en</strong> geconditioneerde stimulus (CS) e<strong>en</strong> geconditioneerde<br />
reactie (CR) uitlokt<br />
o Meerdere associaties tuss<strong>en</strong> CS-OS nodig<br />
o Duur van verwerving hangt af van int<strong>en</strong>siteit OS <strong>en</strong> gepaarde OR<br />
o Bv auto-ongeval (OS) met verwonding<strong>en</strong> (OR) het zi<strong>en</strong> van auto (CS) roept angst op (CR)<br />
3.2.2 Extinctie <strong>en</strong> spontaan herstel<br />
Na verwervingsfase CS (bel) zonder OS (voedsel) CR (kwijl<strong>en</strong>) vermindert<br />
geleidelijk = uitdoving<br />
Extinctie / Verget<strong>en</strong><br />
o Spontaan herstel<br />
bv. Na extinctie ‘bel (CS) + salivatie (CR)’, hond volg<strong>en</strong>de dag in kooi<br />
bv vliegangst<br />
o Zeer snel nieuwe verwerving CS-OS mogelijk<br />
Bv e<strong>en</strong> of twee belsignal<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />
15
3.2.3 Stimulusg<strong>en</strong>eralisatie<br />
E<strong>en</strong> respons die op e<strong>en</strong> bepaalde stimulus geconditioneerd werd, komt ook voor bij<br />
andere gelijksoortige stimuli<br />
Indi<strong>en</strong> CS CR dan CS’ CR<br />
bv schrik voor hond<strong>en</strong><br />
Eig<strong>en</strong>schap van de overleving van e<strong>en</strong> organisme<br />
3.2.4 Stimulusdiscriminatie<br />
Stimulusdiscriminatie beschermt teg<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>eralisatie<br />
Sommige CS wel (<strong>en</strong> sommige CS niet) gevolgd door OS <strong>en</strong> OR<br />
o Bv gebet<strong>en</strong> door De<strong>en</strong>se dog<br />
schrik voor grote De<strong>en</strong>se dogg<strong>en</strong><br />
schrik voor Sint-Bernardus<br />
Sint-Bernardus altijd vri<strong>en</strong>delijk<br />
schrik voor Sint-Bernardus verdwijnt<br />
3.3 Contiguïteit<br />
3.3.1 Smaakaversie<br />
Principe van contiguïteit<br />
o Contiguïteit: het kort na elkaar aanbied<strong>en</strong> van CS <strong>en</strong> OS is meest efficiënt (<strong>en</strong><br />
noodzakelijk) om reactie te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong><br />
o Maar: bij het ler<strong>en</strong> van smaakaversie mag duur tuss<strong>en</strong> CS <strong>en</strong> OS lang zijn<br />
Soms is e<strong>en</strong>malige aanbieding CS-OS CR voldo<strong>en</strong>de<br />
Overlevingsprincipe<br />
o Onderzoek naar smaakaversie bij dier<strong>en</strong>: contiguïteit is niet altijd nodig<br />
Experim<strong>en</strong>t:<br />
Water met speciale smaak (CS)<br />
Nadi<strong>en</strong> inspuiting met chemische stof (OS) ziek (OR)<br />
Gevolg: dier<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> aversie van smaak drank (CR)<br />
Misselijkheid moet niet ontstaan door voedsel<br />
o Evid<strong>en</strong>tie bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>: hamburger + drink<strong>en</strong><br />
3.3.2 Biologische predispositie (Kleine Albert)<br />
o Experim<strong>en</strong>t 1: Garcia & Koelling (1966): Ziekte<br />
Niet alle stimuli zij ev<strong>en</strong> conditioneerbaar<br />
Fase 1:<br />
Deprivatie rat<br />
Buis met lichtflits (CS), geluid (CS), gezoet (CS) water<br />
Fase 2:<br />
Rat ziek mak<strong>en</strong> (H0: rat heeft aversie voor 3CS)<br />
Resultaat:<br />
C1: hok met gezoet water rat drinkt niet<br />
C2: hok met lichtflits <strong>en</strong> geluid rat drinkt wel<br />
16
o Experim<strong>en</strong>t 2: Garcia & Koelling (1966): Pijn<br />
Fase 1:<br />
Buis met lichtflits (CS), geluid (CS), gezoet (CS) water + schok<br />
(OS)<br />
Resultaat:<br />
C1: kooi met gezoet water rat drinkt wel<br />
C2: kooi met lichtflits <strong>en</strong> geluid rat drinkt niet<br />
Niet alle stimuli zijn ev<strong>en</strong> conditioneerbaar<br />
Biologische predispositie<br />
o Biologische predispositie evid<strong>en</strong>tie bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
Bv nieuwe lawaaierige discotheek + alcohol + ziek<br />
toeschrijv<strong>en</strong> aan slecht biertje<br />
Bv nieuwe lawaaierige discotheek + alcohol + in elkaar geslag<strong>en</strong><br />
toeschrijv<strong>en</strong> aan nieuwe discotheek<br />
Associatie smaak <strong>en</strong> ziekte<br />
Gemakkelijk associatie<br />
Associatie licht, geluid <strong>en</strong> pijn<br />
Gemakkelijke associatie<br />
o Experim<strong>en</strong>t Watson & Rayner 1920 (=onethisch)<br />
Kleine Albert, 11 maand<strong>en</strong>, is niet bang voor dier<strong>en</strong>, maar schrikt (OR) wel<br />
van hamerslag teg<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> staaf (OS)<br />
Conditionering naar schrik voor dier<strong>en</strong><br />
Rat (CS) koppel<strong>en</strong> aan geluid (OS)<br />
Na 2 luide slag<strong>en</strong> weigert Alert het dier aan te rak<strong>en</strong><br />
Na 5 à 6 beurt<strong>en</strong> we<strong>en</strong>t hij bij het zi<strong>en</strong> van het dier<br />
Stimulusg<strong>en</strong>eralisatie was mogelijk naar harige voorwerp<strong>en</strong><br />
(konijn<strong>en</strong>, watt<strong>en</strong>…)<br />
Maar stimulusg<strong>en</strong>eralisatie naar blokk<strong>en</strong> lukt niet<br />
niet alles is mogelijk (!!)<br />
3.3.3 Blokkering<br />
Bij blokkering verhindert (blokkeert) de aanwezigheid van e<strong>en</strong> CS die de OS<br />
voorspelt de conditionerng van andere stimuli<br />
Experim<strong>en</strong>t Kamin (1969): 2 groep<strong>en</strong> ratt<strong>en</strong><br />
Blokkering groep<br />
Controle groep<br />
FASE 1 FASE 2<br />
GELUID SHOCK<br />
(CS) (OS)<br />
GELUID + LICHT<br />
<br />
SHOCK<br />
GELUID + LICHT<br />
<br />
SHOCK<br />
Ge<strong>en</strong> angst voor licht<br />
Wel angst voor licht<br />
Resultaat: Lichtflits (CS) gaat ev<strong>en</strong> vaak aan shock (CS) vooraf, maar toch niet<br />
ev<strong>en</strong>veel conditionering in beide groep<strong>en</strong>:<br />
Klassieke conditionering is meer dan blinde associatie tuss<strong>en</strong> contigue stimuli<br />
(bepaalde stimuli zijn in staat ander<strong>en</strong> te blokker<strong>en</strong>)<br />
17
3.3.4 Conclusie:<br />
Contiguïteit is niet noodzakelijk, omdat<br />
o Smaakaversie:<br />
Lange tijd tuss<strong>en</strong> CS <strong>en</strong> OS<br />
o Biologische predispositie:<br />
Sommige associaties zijn beter te ler<strong>en</strong> dan andere<br />
Niet alle stimuli zijn conditioneerbaar (cfr. Kleine Albert)<br />
o Blokkering:<br />
De aanwezigheid van CS verhindert conditionering van andere<br />
stimuli (cfr Kamin)<br />
3.4 Klassieke conditionering bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
Reclame<br />
o Product wordt gekoppeld aan OS (bv mooie vrouw<strong>en</strong>, succesvolle mann<strong>en</strong>)<br />
die positieve gevoel<strong>en</strong>s uitlokk<strong>en</strong><br />
positieve gevoel<strong>en</strong>s van OS word<strong>en</strong> naar product overgezet<br />
Televisie<br />
o TV (NS) + versnapering (OS) digestieve respons (OR)<br />
o TV (NS) digestieve respons (CR)<br />
Partner<br />
o Kus (OS) opwinding (OR)<br />
o Zi<strong>en</strong> van partner (CS) + Kus (OS) opwinding (OR)<br />
o Zi<strong>en</strong> van partner (CS) opwinding (CR)<br />
Voorkeur muziek (associatie sterke gevoel<strong>en</strong>s)<br />
IJscrème wag<strong>en</strong>: bel (CS) + ijs (OS) saliver<strong>en</strong><br />
Smaak- <strong>en</strong> voedselaversies of voorkeur<strong>en</strong><br />
o Experim<strong>en</strong>t behandeling kankerpatiënt<strong>en</strong> (Bernsteint, 1985)<br />
Behandeling (OS) misselijk + brak<strong>en</strong> (OR)<br />
Gevolg: aangeleerde aversie voor normaal voedsel<br />
Smeuig ijs (CS) + behandeling (OS) misselijk + brak<strong>en</strong> (OR)<br />
Ontstaan van angst<strong>en</strong> <strong>en</strong> fobieën (vaak stimulusg<strong>en</strong>eralisatie)<br />
o Bv schrik tandarts<br />
o Bv auto-ongeluk (OS) bij het zi<strong>en</strong> v auto (CS) heeft m<strong>en</strong> schrik (CR)<br />
Therapieën (stimulusdiscriminatie)<br />
o Bv therapie spinn<strong>en</strong>fobie<br />
Foto gevaarlijke spin + schok/lawaai angst<br />
Foto gevaarlijke spin + ge<strong>en</strong> schok /<br />
Leerprocess<strong>en</strong> in opvoeding van je kinder<strong>en</strong><br />
‘Teg<strong>en</strong>conditioner<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘Hogere-orde contitionering’: zie bijhor<strong>en</strong>de literatuur<br />
18
4 OPERANTE CONDITIONERING<br />
4.1 Thorndike & Skinner<br />
4.1.1 Verschil klassieke <strong>en</strong> operante conditionerig<br />
Klassieke conditionering:<br />
o Ler<strong>en</strong> over de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de omgeving zonder<br />
eig<strong>en</strong> controle<br />
Bv hond heeft ge<strong>en</strong> controle over situatie (CS <strong>en</strong> OS word<strong>en</strong> altijd aangebod<strong>en</strong>)<br />
o Stimulus – respons<br />
Operante/instrum<strong>en</strong>tele conditionering:<br />
o Gedrag wordt gevolgd door consequ<strong>en</strong>tie<br />
o Gedraging<strong>en</strong> verander<strong>en</strong> op basis van de gevolg<strong>en</strong> die ze hebb<strong>en</strong> (straff<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
belon<strong>en</strong>)<br />
o Respons – consequ<strong>en</strong>tie<br />
4.1.2 Thorndike’s wet van effect<br />
Respons<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>ing gev<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> vaker, sneller<br />
<strong>en</strong> efficiënter uitgevoerd word<strong>en</strong> dan deze die onbevredig<strong>en</strong>de gevolg<strong>en</strong> teweeg<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
Puzzelkooi<br />
Law of effect: puzzlebox<br />
4.1.3 Skinner<br />
Skinnerbox: meer gecontroleerde omgeving (rat krijgt voedselpil indi<strong>en</strong> h<strong>en</strong>del gebruikt)<br />
Afhankelijke variabele<br />
o = operante respons<br />
o = gedrag met effect op omgeving<br />
Gedrag =f (omgevingsverandering)<br />
Bekrachtiging: verandering<strong>en</strong> in omgeving die gedrag verhoogt<br />
o Toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame stimuli<br />
o Wegnem<strong>en</strong> negatieve stimuli<br />
Straf: verandering in omgeving die gedrag verlaagt<br />
o Toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> negatieve stimuli<br />
o Wegnem<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame stimuli<br />
Foto’s: Skinner probeerde de omgeving zoveel mogelijk te controler<strong>en</strong><br />
4.2 Bekrachtiging<br />
4.2.1 Positief-negatief<br />
Positieve bekrachtiger: verhoogt de kans op de voorafgaande respons doordat hij<br />
toegedi<strong>en</strong>d wordt<br />
o Maw e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame stimulus wordt toegedi<strong>en</strong>d<br />
Negatieve bekrachtiger: verhoogt de kans van de voorafgaande respons doordat hij<br />
wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt<br />
o Maw e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>ame stimulus wordt wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
Bv meer studer<strong>en</strong> zodat het gezeur (NB) van je moeder stopt<br />
Zowel positieve als negatieve bekrachtiging<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> de voorafgaande respons<br />
19
Oef<strong>en</strong>ing op negatieve bekrachtiging<br />
o U heeft hoofdpijn <strong>en</strong> neemt e<strong>en</strong> aspirine, wat is de negatieve bekrachtiger?<br />
Hoofdpijn is e<strong>en</strong> negatieve bekrachtiger om e<strong>en</strong> aspirine te nem<strong>en</strong>.<br />
o Als je de auto start klinkt er e<strong>en</strong> luid weerker<strong>en</strong>d geluid. Bestuurders moet<strong>en</strong><br />
hun gordel aan do<strong>en</strong> opdat het geluid stopt.<br />
Het geluid om de gordel aan te do<strong>en</strong> is de negatieve bekrachtiger.<br />
o U moet het huis stofzuig<strong>en</strong> om van het stof af te zijn.<br />
Het stof is de negatieve bekrachtiger om schoon te mak<strong>en</strong><br />
o U moet het volume stiller zett<strong>en</strong> om dat de radio te luid staat.<br />
Het te luide geluid van de radio is de negatieve bekrachtiger.<br />
Afvrag<strong>en</strong>: wat is het gedrag? Welk gedrag verhoogt het? Wat is de onaang<strong>en</strong>ame<br />
stimulus<br />
4.2.2 Primair/Secundair<br />
Primaire bekrachtigers: Komt tegemoet aan e<strong>en</strong> basisbehoefte van m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> dier <strong>en</strong><br />
is hierdoor inher<strong>en</strong>t bekrachtigd<br />
o Bv hond krijgt voedsel wanneer hij iets goed doet<br />
Secundaire bekrachtigers: Bekrachtigers die hun effect ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
associatie met e<strong>en</strong> primaire bekrachtiger<br />
o Bv hond zegg<strong>en</strong> “goed zo jong<strong>en</strong>” <strong>en</strong> aai<strong>en</strong><br />
4.2.3 Continu vs intermitter<strong>en</strong>d (schema’s)<br />
Continue bekrachtiging<br />
o Elke operante respons wordt gevolgd door bekrachtiging<br />
o Zeld<strong>en</strong><br />
o Ler<strong>en</strong> gebeurt vlug, maar gedrag verdwijnt vlug wanneer bekrachtiging stopt<br />
E<strong>en</strong>maal snoepautomaat jouw geld tweemaal inslikt (zonder snoep) stop je ermee<br />
geld in te stek<strong>en</strong><br />
Partiële/Intermitter<strong>en</strong>de bekrachtiging<br />
o Gedrag moet vaak herhaald word<strong>en</strong> om nu <strong>en</strong> dan bekrachtiging te krijg<strong>en</strong><br />
o Ler<strong>en</strong> duurt iets langer, maar meer resist<strong>en</strong>t tov uitdoving<br />
Bv periodiek studer<strong>en</strong> (maar <strong>en</strong>kel in januari exam<strong>en</strong>)<br />
o Ratio <strong>en</strong> intervall<strong>en</strong><br />
Vast ratio, variabel ratio<br />
Vast interval, variabel interval<br />
4.2.4 Ratio schema’s<br />
Bekrachtiging wordt na e<strong>en</strong> bepaald aantal respons<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />
Hoe vlugger je respons geeft, hoe meer bekrachtiging je krijgt<br />
Schema’s vast ratio<br />
o Bekrachtiging wordt toegedi<strong>en</strong>d per vast aantal respons<strong>en</strong><br />
o Hoge responsgraad<br />
o Verschill<strong>en</strong>de ratio’s<br />
Bv werkstud<strong>en</strong>t krijgt 1 euro per 30 geplukt appel<strong>en</strong><br />
Bv na 15 pagina’s ler<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ijsje (jezelf belon<strong>en</strong>)<br />
Bv ratje-h<strong>en</strong>deltje-voedselpil (2-3 tik per sec)<br />
Schema’s variabele ratio (SVR, variabele)<br />
o Het aantal respons<strong>en</strong> varieert voordat m<strong>en</strong> bekrachtiging krijgt<br />
o Met vast gemiddelde<br />
20
o Moeilijk uit te dov<strong>en</strong> omwille van onvoorspelbaarheid<br />
Bv na gemiddeld 15 respons<strong>en</strong> krijgt e<strong>en</strong> rat et<strong>en</strong>, maar dit kan variër<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1 <strong>en</strong><br />
30 response<br />
Bv gokautomaat/lotto<br />
Vast versus variabel<br />
o Post-bekrachtigingspauze= korte rustpauze na het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van de<br />
bekrachtiger<br />
4.2.5 Interval schema’s<br />
Toedi<strong>en</strong>ing van bekrachtiging hangt af van gedrag <strong>en</strong> tijd die verlop<strong>en</strong> is sinds vorige<br />
respons<br />
Bekrachtiging volgt nadat vooropgesteld interval verlop<strong>en</strong> is (<strong>en</strong> gedrag is gesteld)<br />
Schema vast interval (SFI, fixed)<br />
o Bekrachtiging van respons na e<strong>en</strong> specifieke tijd<br />
Bv rat geeft na 1 min, 1 tik = beloning<br />
o Respons verschijnt frequ<strong>en</strong>ter naarmate de geanticipeerde tijd van beloning<br />
dichterbij komt (schelp-patroon)<br />
Bv op perron wacht<strong>en</strong> op trein. De eerste 5min kijk je niet op je uurwerk, maar hoe<br />
langer je moet wacht<strong>en</strong> hoe meer je naar je klok kijkt<br />
Bv zakgeld elke zaterdag. Naarmate zaterdag nadert ga je meer <strong>en</strong> meer nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
(maandag <strong>en</strong> dinsdag d<strong>en</strong>k je er niet aan)<br />
21
Schema variabel interval (SVI)<br />
o Bekrachtiging van e<strong>en</strong> respons na onvoorspelbaar tijdsinterval (maw<br />
verschill<strong>en</strong>d van beurt tot beurt)<br />
o Veroorzaakt traag gestaag antwoordpatroon<br />
Bv kleine jong<strong>en</strong> vraagt om snoep, maar krijgt het niet mete<strong>en</strong>. Na lang zeur<strong>en</strong> gev<strong>en</strong><br />
ouders toe.<br />
Bv onverwachte toets<strong>en</strong> in onderwijs<br />
4.2.6 Extinctie<br />
Continue bekrachtiging<br />
o Vlugge verwerving, vlugge extinctie<br />
Bv snoepautomaat zonder snoep<br />
Intermitter<strong>en</strong>de bekrachtiging<br />
o Schema’s met variabele ratio/interval hebb<strong>en</strong> grotere weerstand teg<strong>en</strong><br />
extinctie dan schema’s met vaste ratio/interval<br />
o Red<strong>en</strong><br />
1) Het duurt langer voordat pp doorheeft dat bekrachtiging wegblijft<br />
2) Pp leerde doorzett<strong>en</strong><br />
3) Pp leert dat na vele gedraging<strong>en</strong> soms toch nog bekrachtiger volgt<br />
Bv kinder<strong>en</strong> altijd belon<strong>en</strong> vs kinder<strong>en</strong> soms belon<strong>en</strong><br />
4.2.7 Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d<br />
Post-bekrachtigingspauze bij FI <strong>en</strong> FR, niet bij VI <strong>en</strong> VR weg<strong>en</strong>s onvoorspelbaarheid<br />
van bekrachtiging<br />
Schelpvorm bij FI<br />
FI <strong>en</strong> VI: tragere verwerving dan ratio<br />
VR snelle verwerving<br />
22
4.3 Verwerving van complexere gedraging<strong>en</strong><br />
Voorbeeld van bekrachtiging<br />
o Skinner shaping behaviour – pigeon<br />
M<strong>en</strong> slaagt erin, op e<strong>en</strong> of andere manier, e<strong>en</strong> duif iets te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong> bij het zi<strong>en</strong> van<br />
het woord. Terwijl e<strong>en</strong> duif niet kan lez<strong>en</strong>.<br />
4.3.1 Verwerving bij operante conditionering<br />
Verwerving bij operante conditionering vereist e<strong>en</strong> aantal herhaling<strong>en</strong><br />
Het aantal herhaling<strong>en</strong> is afhankelijk van de snelheid waarmee bekrachtiging/straf<br />
volgt op het gedrag <strong>en</strong> de complexiteit van het gedrag<br />
Snelheid: temporele contiguïteit<br />
o Hoe vlugger bekrachtiging hoe sneller to<strong>en</strong>ame gedrag<br />
o Red<strong>en</strong>: bij uitgestelde bekrachtiging is het moeilijker om uit te mak<strong>en</strong> op welk<br />
gedrag de bekrachtiging van toepassing is<br />
Bv snoep ‘omdat je flink b<strong>en</strong>t geweest vandaag’<br />
o Verwerving gebeurt sneller indi<strong>en</strong>:<br />
In eerste stap: elk gew<strong>en</strong>st G gevolgd wordt door e<strong>en</strong> bekrachtiger<br />
(continue bekrachtiging)<br />
In tweede stap:(na conditionering): kan m<strong>en</strong> overstapp<strong>en</strong> op partiële<br />
bekrachtigingschema’s met steeds langere periodes tuss<strong>en</strong><br />
bekrachtiging<br />
Vorming (shaping) via successieve b<strong>en</strong>adering<br />
o Bij complex gedrag, gedrag gradueel vorm<strong>en</strong> door bekrachtiging van<br />
deelcompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Bv dier<strong>en</strong>temmers<br />
Bv kinder<strong>en</strong> die gradueel bed mom<strong>en</strong>t meer rekk<strong>en</strong><br />
Bv stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s at later binn<strong>en</strong><br />
Bv Skinner’s duif ping-pong<br />
Voorbeeld<strong>en</strong> operante conditionering<br />
o Hoe conditioner je e<strong>en</strong> duif (Skinner video)?<br />
o Hoe conditioneer je Bruce, de zeeleeuw?<br />
4.4 Straf<br />
4.4.1 Positieve vs negatieve straf<br />
Behaviroistische straf NE dagdageljkse straf<br />
Straf is e<strong>en</strong> verandering in omgeving die het voorgaande gedrag doet afnem<strong>en</strong><br />
o Positieve straf: het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>ame stimulus<br />
Afkeur<strong>en</strong>d gezicht, harde woord<strong>en</strong>, slag<strong>en</strong><br />
o Negatieve straf: het wegnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame stimulus<br />
Time out bij kinder<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> TV mog<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, minder att<strong>en</strong>t zijn<br />
Dreig<strong>en</strong> met straf vaak ev<strong>en</strong> effectief (ook in labo)<br />
Twee vorm<strong>en</strong> van straff<strong>en</strong>:<br />
o Tek<strong>en</strong>ing 1: je voelt per ongeluk aan e<strong>en</strong> hete kookplaat je raakt de plaat niet meer aan<br />
GEDRAG WORDT GEVOLGD DOOR EEN ONGEWENSTE GEBEURTENIS<br />
o Tek<strong>en</strong>ing 2: je hebt je zusje geplaagd <strong>en</strong> mag ge<strong>en</strong> TV meer kijk<strong>en</strong> je plaagt je zusje niet<br />
meer<br />
GEDRAG EINDIGT IN EEN VERWACHTE GEBEURTENIS<br />
23