Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar

Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar

10voordeleraar.nl
from 10voordeleraar.nl More from this publisher
25.09.2013 Views

20 | Kennisbasis Fries leraar basisonderwijs 5. Aansluiten bij de ontwikkelingsfase van het kind 5.1. Taalontwikkeling in meertalige situaties Kinderen doorlopen in hun taalontwikkeling verschillende fasen. In de eerste maanden na de geboorte luisteren kinderen vooral naar het taalaanbod van hun omgeving zonder zelf taal te produceren. Rond het eerste jaar begint het kind zelf woorden te produceren, eerst een- woordzinnen, daarna tweewoordzinnen. De differentiatiefase begint rond het derde jaar. Het kind begint steeds meer woorden te gebruiken en maakt gebruik van grammaticale regels en structuren. Rond het vijfde jaar beheerst het kind de basisprincipes van de taal en begint de voltooiingsfase. Bij kinderen in een meertalige situatie verloopt het proces op dezelfde wijze. Bij simultane tweetaligheid leert het kind vanaf de geboorte twee talen. De moeder spreekt bijvoorbeeld Fries tegen het kind en de vader Nederlands. Bij het leren van woorden hebben tweetalige kinderen een extra taak. Zij moeten in de gaten krijgen wie welke taal spreekt en twee woor- den leren bij hetzelfde begrip. Tweetalige kinderen beschouwen beide talen eerst als één systeem en gebruiken een soort tussentaal waarbij woorden en woorddelen uit de ene taal gecombineerd worden met die van de andere taal. Het kind experimenteert en speelt met taal en leert gaandeweg dat er voor één begrip twee woorden zijn. Rond het tweede, derde jaar krijgt het kind in de gaten dat er twee talen zijn en begint die van elkaar te scheiden. Voorwaarde voor een succesvolle tweetalige ontwikkeling is wel dat de verschillende talen aan verschillende personen verbonden worden en niet door elkaar gebruikt worden. 5.2. Onderbouw Kinderen komen op de basisschool met Fries, Nederlands of een andere taal als moedertaal. In de voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven) wordt in meer of mindere mate aandacht besteed aan Fries. Honderd van de driehonderd voorzieningen in Fryslân zijn ééntalig Fries of tweetalig Nederlands-Fries. Op de andere voorzieningen wordt af en toe in het Fries gezongen en voorgelezen. Dit betekent dat het Fries niet vreemd is voor de kinderen die op de basisschool komen. Op de basisschool komen Friestalige kinderen in aanraking met Nederlands en Nederlandsta- lige kinderen met Fries. Als kinderen na hun vierde jaar een tweede taal leren, spreekt men van successieve tweetaligheid. Het leren van de tweede taal gaat op dezelfde wijze als het leren van de eerste taal. Eerst is er sprake van een stille periode waarin het kind moet wen- nen aan de nieuwe taal en de woorden moet leren. Bij het spreken begint het kind met losse woorden, daarna eenvoudige zinnetjes die gaandeweg complexer worden. Omdat een tweede taalleerder nog niet direct alle woorden in de tweede taal kent, kan ook hier een periode van tussentaal optreden. Kinderen in de leeftijd tot ongeveer 7 jaar zijn zeer gevoelig voor taal en kunnen bij vol- doende taalaanbod op een natuurlijke en spelende wijze een tweede taal leren. Het lijkt erop dat het taalsysteem in de eerste taal nog minder definitief verankerd is en meer open staat voor andere manieren van het structureren van taal 10 . Niet-Friestalige leerlingen kunnen zo op jonge leeftijd tweetalig worden. Voor Friestalige kinderen betekent onderwijs in het Fries dat ze opgevangen worden in hun eigen vertrouwde taal en die verder kunnen ontwikkelen. Een goede beheersing van de moe- dertaal heeft een positieve uitwerking op het leren van een tweede taal. 10 Bodde-Alderlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal, blz. 30. Groningen / Houten: Wolters-Noordhoff.

Het taalaanbod voor jonge kinderen moet concreet zijn en gebonden aan context, gaan over hier en nu en aansluiten bij de belevingswereld. De teksten zijn vooral verhalend, eenvoudig en kort en worden zoveel mogelijk visueel ondersteund. 5.3. Middenbouw Tot ongeveer 7 jaar leren kinderen een tweede taal op ongeveer dezelfde wijze als hun eer- ste taal. Na die tijd wordt het moeilijker om een tweede taal op moedertaalniveau te leren beheersen. De invloed van de eerste taal op de te leren taal wordt groter. De leeftijd waarop je een taal begint te leren is ook van belang omdat de cognitieve ontwikkeling meegroeit met de leeftijd. Kleine kinderen die hun moedertaal leren, leren de woorden van hun taal tegelij- kertijd met de voorwerpen of begrippen waar ze naar verwijzen. Als je op latere leeftijd een taal leert, ken je de begrippen al, dus die leersituatie is dan heel anders 11 . De eerste taal kan gebruikt worden om de tweede taal te leren. Het gaat dan niet meer om het leren van de begrippen maar om de juiste woorden bij het begrip. In de middenbouw wordt bij Fries systematisch voortgebouwd op het geleerde in de onder- bouw. De onderwerpen sluiten aan bij de belevingswereld, zijn concreet, worden minder con- textgebonden en kunnen gaan over de nabije omgeving, toekomst en verleden. Er wordt gestart met lees- en schrijfvaardigheid in het Fries. 5.4. Bovenbouw In de bovenbouw hoeven de onderwerpen niet altijd contextgebonden te zijn, maar kunnen ook betrekking hebben op verleden en toekomst en op de omgeving die minder nabij is. Het kan ook om abstracte onderwerpen gaan. Naast verhalende teksten zijn ook instructieve, informatieve betogende en persuasieve teksten van belang. De rol van de leraar verandert: oudere leerlingen leren leerkrachtonafhankelijker. Zij zijn zelfbewuster, maar lijken daardoor ook eerder spreekangst te ontwikkelen. In de bovenbouw kunnen leerlingen veel leerstof aan en dat betekent dat er veel Fries aanbod moet zijn tijdens de lessen en dat leerlingen de mogelijkheid hebben om zelfstandig en in groepen verder te werken aan de ontwikkeling van hun Friese vaardigheden. Daarbij gaat het niet alleen om luister- en spreekvaardigheid, maar ook om lezen en schrijven. Naast inhoud is daarbij ook vorm van belang met aandacht voor een juiste uitspraak en spelling. In het voortgezet onderwijs is het Fries in het eerste (en soms ook tweede) leerjaar een schoolvak voor alle leerlingen. In de hogere leerjaren is Fries een keuze-examenvak in vmbo, havo en vwo. Op dit moment wordt op een school voor voortgezet onderwijs geëxperimen- teerd met drietalig onderwijs Nederlands, Fries en Engels. De leraar is op de hoogte van de kerndoelen van het voortgezet onderwijs. Voor een goede overgang en aansluiting is contact met voortgezet onderwijs wenselijk. Het gaat hierbij zowel om gegevens over prestaties en niveaus van taalbeheersing van de individuele leerlingen, als om de continuïteit van het curriculum: doelen, differentiatie, werk- en toetsvormen. 11 Bodde-Alderlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal, blz. 26. Groningen / Houten: Wolters-Noordhoff. Kennisbasis Fries leraar basisonderwijs | 21

20 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />

5. Aansluiten bij <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>gsfase van <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d<br />

5.1. Taalontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> meertalige situaties<br />

K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren doorlopen <strong>in</strong> hun taalontwikkel<strong>in</strong>g verschillen<strong>de</strong> fasen. In <strong>de</strong> eerste maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong><br />

geboorte luisteren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>voor</strong>al naar <strong>het</strong> taalaanbod van hun omgev<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r zelf taal te<br />

produceren. Rond <strong>het</strong> eerste jaar beg<strong>in</strong>t <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d zelf woor<strong>de</strong>n te produceren, eerst een-<br />

woordz<strong>in</strong>nen, daarna tweewoordz<strong>in</strong>nen. De differentiatiefase beg<strong>in</strong>t rond <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar. Het<br />

k<strong>in</strong>d beg<strong>in</strong>t steeds meer woor<strong>de</strong>n te gebruiken en maakt gebruik van grammaticale regels en<br />

structuren. Rond <strong>het</strong> vijf<strong>de</strong> jaar beheerst <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d <strong>de</strong> basispr<strong>in</strong>cipes van <strong>de</strong> taal en beg<strong>in</strong>t <strong>de</strong><br />

voltooi<strong>in</strong>gsfase.<br />

Bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> een meertalige situatie verloopt <strong>het</strong> proces op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze. Bij simultane<br />

tweetaligheid leert <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d vanaf <strong>de</strong> geboorte twee talen. De moe<strong>de</strong>r spreekt bij<strong>voor</strong>beeld<br />

<strong>Fries</strong> tegen <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d en <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlands. Bij <strong>het</strong> leren van woor<strong>de</strong>n hebben tweetalige<br />

k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een extra taak. Zij moeten <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten krijgen wie welke taal spreekt en twee woor-<br />

<strong>de</strong>n leren bij <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> begrip. Tweetalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren beschouwen bei<strong>de</strong> talen eerst als één<br />

systeem en gebruiken een soort tussentaal waarbij woor<strong>de</strong>n en woord<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> ene taal<br />

gecomb<strong>in</strong>eerd wor<strong>de</strong>n met die van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re taal. Het k<strong>in</strong>d experimenteert en speelt met<br />

taal en leert gaan<strong>de</strong>weg dat er <strong>voor</strong> één begrip twee woor<strong>de</strong>n zijn. Rond <strong>het</strong> twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

jaar krijgt <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten dat er twee talen zijn en beg<strong>in</strong>t die van elkaar te schei<strong>de</strong>n.<br />

Voorwaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een succesvolle tweetalige ontwikkel<strong>in</strong>g is wel dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> talen<br />

aan verschillen<strong>de</strong> personen verbon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n en niet door elkaar gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />

5.2. On<strong>de</strong>rbouw<br />

K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren komen op <strong>de</strong> basisschool met <strong>Fries</strong>, Ne<strong>de</strong>rlands of een an<strong>de</strong>re taal als moe<strong>de</strong>rtaal.<br />

In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>schoolse <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen (peuterspeelzalen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagverblijven) wordt <strong>in</strong> meer<br />

of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate aandacht besteed aan <strong>Fries</strong>. Hon<strong>de</strong>rd van <strong>de</strong> driehon<strong>de</strong>rd <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

Fryslân zijn ééntalig <strong>Fries</strong> of tweetalig Ne<strong>de</strong>rlands-<strong>Fries</strong>. Op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen wordt<br />

af en toe <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> gezongen en <strong>voor</strong>gelezen. Dit betekent dat <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> niet vreemd is <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die op <strong>de</strong> basisschool komen.<br />

Op <strong>de</strong> basisschool komen <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g met Ne<strong>de</strong>rlands en Ne<strong>de</strong>rlandsta-<br />

lige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met <strong>Fries</strong>. Als k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren na hun vier<strong>de</strong> jaar een twee<strong>de</strong> taal leren, spreekt men<br />

van successieve tweetaligheid. Het leren van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal gaat op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als <strong>het</strong><br />

leren van <strong>de</strong> eerste taal. Eerst is er sprake van een stille perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d moet wen-<br />

nen aan <strong>de</strong> nieuwe taal en <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n moet leren. Bij <strong>het</strong> spreken beg<strong>in</strong>t <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d met losse<br />

woor<strong>de</strong>n, daarna eenvoudige z<strong>in</strong>netjes die gaan<strong>de</strong>weg complexer wor<strong>de</strong>n. Omdat een twee<strong>de</strong><br />

taalleer<strong>de</strong>r nog niet direct alle woor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal kent, kan ook hier een perio<strong>de</strong> van<br />

tussentaal optre<strong>de</strong>n.<br />

K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijd tot ongeveer 7 jaar zijn zeer gevoelig <strong>voor</strong> taal en kunnen bij vol-<br />

doen<strong>de</strong> taalaanbod op een natuurlijke en spelen<strong>de</strong> wijze een twee<strong>de</strong> taal leren. Het lijkt erop<br />

dat <strong>het</strong> taalsysteem <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste taal nog m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief verankerd is en meer open staat<br />

<strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re manieren van <strong>het</strong> structureren van taal <strong>10</strong> . Niet-<strong>Fries</strong>talige leerl<strong>in</strong>gen kunnen zo<br />

op jonge leeftijd tweetalig wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren betekent on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> dat ze opgevangen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun<br />

eigen vertrouw<strong>de</strong> taal en die ver<strong>de</strong>r kunnen ontwikkelen. Een goe<strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> moe-<br />

<strong>de</strong>rtaal heeft een positieve uitwerk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> leren van een twee<strong>de</strong> taal.<br />

<strong>10</strong> Bod<strong>de</strong>-Al<strong>de</strong>rlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal, blz. 30. Gron<strong>in</strong>gen /<br />

Houten: Wolters-Noordhoff.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!