Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar

Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar

10voordeleraar.nl
from 10voordeleraar.nl More from this publisher
25.09.2013 Views

10 | Kennisbasis Fries leraar basisonderwijs 2.2. Principe van transfer Onderwijs in de Friese taal moet strategisch en efficiënt worden ingericht. In het ijsbergmo- del gaat Cummins uit van een gemeenschappelijke basis bij het leren van twee talen. Die gemeenschappelijke basis (ijsberg onder water) wordt gevormd door bepaalde algemene vaardigheden die voor beide talen hetzelfde zijn. Tweetalig onderwijs hoeft daardoor niet twee keer zoveel tijd te kosten als eentalig onderwijs. Taalvaardigheden die men in de ene taal heeft geleerd, kan men overdragen naar de andere taal. Dit principe van transfer houdt in dat onderwijs in de ene taal een positieve uitwerking kan hebben op de beheersing van de andere taal. Met andere woorden: een onderwijsprogramma Fries zal volgens dit principe een gunstige uitwerking hebben op de beheersing van het Nederlands en andersom. Als de leer- lingen bepaalde leesstrategieën bij Friese teksten hebben geoefend, moeten ze die ook kun- nen toepassen bij Nederlandse teksten. Bij taalspecifieke aspecten (de toppen van de ijsberg) zoals woordkennis kan minder gemakkelijk gebruik worden gemaakt van transfer. Op dat punt vergt tweetalig onderwijs wel iets meer tijd. Het principe van transfer werkt alleen goed als er in en buiten school voldoende blootstelling is aan de minderheidstaal. Leerlingen moe- ten bovendien gemotiveerd zijn om de taal te leren. Voor een minderheidstaal met een lagere maatschappelijke status vraagt dit een extra inspanning 6 . 2.3. Principe van interactieve didactiek In het tegenwoordige taalonderwijs staat het leren communiceren in de doeltaal centraal. Voor goed tweetalig onderwijs noemt Cummins het principe van de interactieve didactiek. Interactief taalonderwijs gaat ervan uit dat taalleren vooral plaatsvindt in ‘betekenisvolle communicatie’: het lesaanbod moet gaan over onderwerpen die interessant zijn voor alle deelnemers, alle leerlingen moeten er een bijdrage aan kunnen leveren. Het gaat over functi- oneel gebruik van de taal in realistische taalgebruiksituaties die de leraar bewust kan creë- ren in de klas. Taal wordt verworven door middel van gevarieerd, begrijpelijk taalaanbod met de nadruk op inhoud en niet op vorm. Het taalaanbod ligt qua moeilijkheidsgraad net iets boven het actuele beheersingsniveau van de leerling. Interactief taalonderwijs vindt plaats in een krachtige leeromgeving, die sociaal, betekenisvol en strategisch leren van taal bevordert en zoekt naar een balans tussen leerkracht- en leerlinggestuurd onderwijs. Bij interactief onderwijs luisteren en spreken, lezen en schrijven leerkracht en leerling. Om een taal te leren is blootstelling aan die taal niet genoeg. Voor de leerling moet de leersi- tuatie veilig en vertrouwd zijn. Leerlingen moeten vertrouwen hebben in hun eigen taalcapa- citeiten en gemotiveerd zijn om Fries te leren. De leerling neemt het taalaanbod alleen in zich op als hij er ook actief iets mee kan doen en de taal gaat gebruiken in zijn taalproductie. De leerling moet niet alleen luisteren en lezen, maar de taal ook zelf gebruiken. Dat betekent natuurlijke, functionele taalgebruiksituaties waarin leerlingen oefenen in het spreken en het schriftelijk gebruiken van het Fries. Dat kan bijvoorbeeld door samenwerken, samen een pro- bleem oplossen, het houden van spreekbeurten en presentaties naar aanleiding van uitge- werkte thema’s. 6 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). Fries aan bod, leerplan Fries voor het Primair Onderwijs, blz. 44. Enschede: SLO.

Voor de leerling heeft het zelf gebruiken van de gehoorde en gelezen taal twee functies: hij oefent wat hij geleerd heeft en geeft zichzelf de mogelijkheid om feedback te krijgen. Boven- dien heeft de leerkracht de taalproductie van de leerling nodig om een idee te krijgen van wat de leerling leert. Een taal leer je door die taal te gebruiken 7 . Interactief taalonderwijs sluit aan bij de theorie van Krashen. Krashen maakt bij het leren van taal onderscheid tussen taalverwerving en taalleren. Taalverwerving is een onbewust proces waarbij taalregels op een natuurlijke wijze worden aangeleerd in de communicatie tussen personen. Daarbij is de inhoud belangrijker dan de vorm. Taalleren is een bewust proces waarbij gelet wordt op de vorm en door middel van instructie taalregels aangeleerd worden. Krashen concludeert dat een taal het beste geleerd kan worden via taalverwerving en dat grammatica-onderwijs zonder context niet zinvol is. Volgens de ‘weak interface hypothese’ van Ellis leiden taalleerders zelf de regels af uit wat ze horen en lezen. Deze vorm van ‘awareness-raising’ wordt ‘focus on form’ genoemd. Onder- zoek wijst uit dat leerlingen die zich naast aanbod hadden beziggehouden met ‘focus on form’ sneller vorderden en uiteindelijk op een hoger niveau terechtkwamen, gecompliceer- dere taaluitingen konden produceren en daarbij minder fouten maakten. Het aanbieden van grammaticaregels bij jonge kinderen is weinig effectief en heeft meer effect bij gevorderde taalleerders. Alleen in de hogere leerjaren kunnen grammaticaregels ingezet worden als ze functioneel zijn in het proces van taalleren. Kennis en vaardigheden Kennis Begripsmatige kennis Principe van additieve tweetaligheid Principe van transfer Principe van interactieve didactiek Taalverwervingstheorieën 7 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). Fries aan bod, leerplan Fries voor het Primair Onderwijs, blz. 46. Enschede: SLO. Kennisbasis Fries leraar basisonderwijs | 11

Voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g heeft <strong>het</strong> zelf gebruiken van <strong>de</strong> gehoor<strong>de</strong> en gelezen taal twee functies: hij<br />

oefent wat hij geleerd heeft en geeft zichzelf <strong>de</strong> mogelijkheid om feedback te krijgen. Boven-<br />

dien heeft <strong>de</strong> leerkracht <strong>de</strong> taalproductie van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g nodig om een i<strong>de</strong>e te krijgen van<br />

wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g leert. Een taal leer je door die taal te gebruiken 7 .<br />

Interactief taalon<strong>de</strong>rwijs sluit aan bij <strong>de</strong> theorie van Krashen. Krashen maakt bij <strong>het</strong> leren van<br />

taal on<strong>de</strong>rscheid tussen taalverwerv<strong>in</strong>g en taalleren. Taalverwerv<strong>in</strong>g is een onbewust proces<br />

waarbij taalregels op een natuurlijke wijze wor<strong>de</strong>n aangeleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> communicatie tussen<br />

personen. Daarbij is <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd belangrijker dan <strong>de</strong> vorm. Taalleren is een bewust proces<br />

waarbij gelet wordt op <strong>de</strong> vorm en door mid<strong>de</strong>l van <strong>in</strong>structie taalregels aangeleerd wor<strong>de</strong>n.<br />

Krashen conclu<strong>de</strong>ert dat een taal <strong>het</strong> beste geleerd kan wor<strong>de</strong>n via taalverwerv<strong>in</strong>g en dat<br />

grammatica-on<strong>de</strong>rwijs zon<strong>de</strong>r context niet z<strong>in</strong>vol is.<br />

Volgens <strong>de</strong> ‘weak <strong>in</strong>terface hypothese’ van Ellis lei<strong>de</strong>n taalleer<strong>de</strong>rs zelf <strong>de</strong> regels af uit wat ze<br />

horen en lezen. Deze vorm van ‘awareness-rais<strong>in</strong>g’ wordt ‘focus on form’ genoemd. On<strong>de</strong>r-<br />

zoek wijst uit dat leerl<strong>in</strong>gen die zich naast aanbod had<strong>de</strong>n beziggehou<strong>de</strong>n met ‘focus on<br />

form’ sneller vor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk op een hoger niveau terechtkwamen, gecompliceer-<br />

<strong>de</strong>re taaluit<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n produceren en daarbij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r fouten maakten. Het aanbie<strong>de</strong>n van<br />

grammaticaregels bij jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is we<strong>in</strong>ig effectief en heeft meer effect bij gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

taalleer<strong>de</strong>rs. Alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hogere leerjaren kunnen grammaticaregels <strong>in</strong>gezet wor<strong>de</strong>n als ze<br />

functioneel zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> proces van taalleren.<br />

Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

Kennis Begripsmatige kennis Pr<strong>in</strong>cipe van additieve tweetaligheid<br />

Pr<strong>in</strong>cipe van transfer<br />

Pr<strong>in</strong>cipe van <strong>in</strong>teractieve didactiek<br />

Taalverwerv<strong>in</strong>gstheorieën<br />

7 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 46.<br />

Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />

Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!