Urine-incontinentie bij ouderen - ZorgvoorKennis
Urine-incontinentie bij ouderen - ZorgvoorKennis
Urine-incontinentie bij ouderen - ZorgvoorKennis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>ZorgvoorKennis</strong>,ww.zorgvoorkennis.nl<br />
<strong>Urine</strong>-<strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong><br />
Deze kennismodule gaat over urine-<strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong>. De inhoud is<br />
samengesteld op basis van de informatie die beschikbaar is besteld door Vilans, het<br />
kennisinstituut van VWS. De inhoud wordt regelmatig geactualiseerd. Deze<br />
kennismodule is onderdeel van de zelfwerkcursus van <strong>ZorgvoorKennis</strong> voor<br />
verpleging en verzorging. Ook wordt deze module ingezet <strong>bij</strong> de nascholing van<br />
(huis)artsen in de <strong>ouderen</strong>zorg.<br />
Er is sprake van <strong>incontinentie</strong> van urine als een cliënt ‘een paar keer per week’ of<br />
vaker ongewild urine verliest.<br />
Prevalentie <strong>incontinentie</strong><br />
Incontinentie, ongewild verlies van urine of feces, is een veelvoorkomend<br />
probleem. Met name <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong>. Prevalentiecijfers (Universiteit Maastricht, 2008)<br />
laten zien hoeveel mensen in Nederland incontinent zijn van urine:<br />
75% van de cliënten in verpleeghuizen<br />
56,5% van de cliënten in verzorgingshuizen<br />
50,5% van mensen die thuiszorg ontvangen<br />
De gevolgen voor de kwaliteit van leven van de cliënt zijn groot. Daar<strong>bij</strong> betekent de<br />
verzorging van deze mensen zware fysieke belasting voor de verzorgenden. De<br />
kosten van materialen en zorgverlening zijn ook aanzienlijk.<br />
Uit onderzoek blijkt dat het aantal personen met <strong>incontinentie</strong> stijgt als de leeftijd<br />
toeneemt. Gezien de dubbele vergrijzing in de komende jaren, is de verwachting dat<br />
de prevalentie van <strong>incontinentie</strong> verder zal toenemen. De prevalentie van<br />
<strong>incontinentie</strong> is hoger <strong>bij</strong> vrouwen dan <strong>bij</strong> mannen. Daarnaast komt <strong>incontinentie</strong><br />
vaker voor <strong>bij</strong> mensen die zijn opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis dan<br />
<strong>bij</strong> mensen die thuis wonen. Beperkingen in mobiliteit en cognitief functioneren<br />
beïnvloeden <strong>incontinentie</strong>.
Oorzaken van urine-<strong>incontinentie</strong><br />
Eventuele oorzaken van urineverlies zijn:<br />
<strong>bij</strong>werkingen van medicijnen<br />
aandoeningen van de blaas (<strong>bij</strong>voorbeeld een blaasontsteking)<br />
ziekten van het zenuwstelsel<br />
plotselinge druk op de buik, <strong>bij</strong>voorbeeld <strong>bij</strong> niezen<br />
overgewicht<br />
cognitieve beperkingen<br />
visuele beperkingen<br />
veroudering<br />
omgeving/obstakels op de route naar het toilet<br />
Vormen van <strong>incontinentie</strong><br />
<strong>Urine</strong>-<strong>incontinentie</strong> komt in verschillende vormen voor:<br />
stress<strong>incontinentie</strong><br />
Onvrijwillig urineverlies <strong>bij</strong> druk in en op de buik. Bijvoorbeeld <strong>bij</strong> lachen, niezen,<br />
hoesten, bukken, neus snuiten, zwaar tillen en <strong>bij</strong> haastig bewegen zoals <strong>bij</strong><br />
sporten. De rest van het mictiepatroon (urinelozingspatroon) is normaal.<br />
aandrang<strong>incontinentie</strong><br />
Ongewild urineverlies na een plots onhoudbare plasdrang. Vaak heeft de cliënt een<br />
(voortdurende) drang tot plassen met geen of een korte waarschuwing.<br />
Samengaand met, of direct voorafgegaan door een plots onhoudbare mictiedrang<br />
(plasdrang).<br />
gemengde <strong>incontinentie</strong><br />
Een combinatie van stress- en aandrang<strong>incontinentie</strong>. Dus ongewild urineverlies<br />
tijdens momenten van druk op de buik (inspanning, niezen) gecombineerd met een<br />
niet op te houden hevige plasdrang.<br />
functionele <strong>incontinentie</strong><br />
Ongewild urineverlies wanneer cliënten niet meer in staat zijn zelfstandig naar het<br />
toilet te gaan door lichamelijke of cognitieve beperkingen. De oorzaak van de urine-<br />
<strong>incontinentie</strong> is dan dus niet urogenitaal van aard. Voorbeelden zijn: <strong>bij</strong>werkingen<br />
van medicijnen, desoriëntatie, geestelijke/lichamelijke/visuele beperkingen, lastige<br />
kleding, lange afstand of obstakels <strong>bij</strong> het vinden van het toilet.<br />
overloop<strong>incontinentie</strong><br />
Het onwillekeurig verliezen van kleine hoeveelheden urine uit een volle blaas.<br />
Deze vorm treedt op wanneer de blaas, door chronisch vasthouden van urine,<br />
vergroot en ongevoelig raakt. De druk in de blaas wordt zo hoog, dat er kleine<br />
hoeveelheden urine weg druppelen.<br />
totale <strong>incontinentie</strong><br />
Ongewild urineverlies door het voortdurend druppelen van urine uit de plasbuis,<br />
zowel dag als nacht. Het treedt op wanneer de sluitspier van de blaas niet meer goed<br />
sluit.
Signaleren van urine-<strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong><br />
Voor het goed begeleiden, verplegen en behandelen van cliënten met urine<strong>incontinentie</strong><br />
is het vaststellen van de vorm van urine-<strong>incontinentie</strong> van belang.<br />
Zorgmedewerkers helpen met de diagnostiek door vooraf informatie te verzamelen<br />
over de toiletgang van de cliënt.<br />
Anamneselijst <strong>incontinentie</strong><br />
Met de anamneselijst breng je per cliënt een aantal belangrijke aspecten van<br />
continentie in kaart, zoals de ernst van de urine-<strong>incontinentie</strong>, het gebruik van<br />
medicijnen, de mobiliteit tijdens de toiletgang, het gezichtsvermogen en de<br />
huidconditie.<br />
De anamneselijst <strong>incontinentie</strong> vul je in wanneer:<br />
een cliënt tijdens de algemene anamnese aangeeft incontinent te zijn van urine<br />
de cliënt plotseling of geleidelijk incontinent wordt.<br />
De informatie uit de anamneselijst <strong>incontinentie</strong> verwerk je daarna in het<br />
zorg(leef)plan van de cliënt:<br />
Mictiedagboek<br />
Met het mictiedagboek hou je op een overzichtelijke manier drie dagen de mictie (het<br />
plassen) van een cliënt <strong>bij</strong>. Dat kan helpen <strong>bij</strong> het achterhalen van de oorzaak van de<br />
<strong>incontinentie</strong>. Zo is in één oogopslag zichtbaar hoeveel een cliënt heeft geplast. Een<br />
goed ingevuld mictiedagboek helpt <strong>bij</strong> het stellen van de juiste diagnose.<br />
Het <strong>bij</strong>houden van dit dagboek is de tijd en moeite waard. Door een vroege<br />
signalering en diagnostiek is het mogelijk om de <strong>incontinentie</strong> te verminderen en<br />
zelfs te voorkomen. De vorm van <strong>incontinentie</strong> bepaalt namelijk de aanpak.<br />
Bijvoorbeeld: het komt regelmatig voor dat een cliënt incontinent is, omdat deze<br />
het toilet niet meer kan vinden. De oorzaak kan slechte verlichting zijn. Dat is<br />
relatief gemakkelijk op te lossen, waardoor een cliënt ’s nachts weer droog<br />
blijft.
Mobiliteitsoverzicht<br />
Als de mobiliteit van een cliënt vermindert, vergroot de kans op <strong>incontinentie</strong>. Het<br />
is belangrijk te weten hoe mobiel de cliënt nog is om de kans op onnodige<br />
<strong>incontinentie</strong> te verkleinen. Het mobiliteitsoverzicht geeft de mobiliteit van een<br />
cliënt weer. Per transfer geeft u daarin aan of de cliënt zelfstandig is, welke<br />
hulpmiddelen worden gebruikt en of er opmerkingen/aandachtspunten zijn.<br />
Bijvoorbeeld van bed naar rolstoel of van rolstoel naar toilet.<br />
Analyse van <strong>incontinentie</strong><br />
Een verhelderende manier voor het beschrijven van de resultaten van de<br />
anamneselijst <strong>incontinentie</strong>, het mictiedagboek en het mobiliteitsoverzicht is<br />
deze:<br />
type <strong>incontinentie</strong><br />
functionele beperkingen <strong>bij</strong> de cliënt<br />
relevante comorbiditeit (andere chronische ziekten)<br />
relevante medicatie<br />
urineweginfectie en/of afwijking gevonden <strong>bij</strong> onderzoek<br />
Zo wordt duidelijk welke aspecten een rol spelen <strong>bij</strong> de urine-<strong>incontinentie</strong> en kan<br />
de arts de optimale behandeling vaststellen. De wensen en voorkeuren van de<br />
cliënt zijn daar<strong>bij</strong> van groot belang. De arts stelt een behandeling voor, maar<br />
uiteindelijk beslist de cliënt.<br />
Incontinentiezorg verlenen<br />
De zorg voor kwetsbare <strong>ouderen</strong> met een vorm van <strong>incontinentie</strong> is complex. Diverse<br />
factoren kunnen <strong>bij</strong>dragen aan het ontstaan van <strong>incontinentie</strong>: medicijnen,<br />
achterliggende ziekten, de omgeving van de cliënt of de vindbaarheid van het toilet.<br />
De focus ligt <strong>bij</strong> zorgverleners vaak op andere aandoeningen dan <strong>incontinentie</strong>,<br />
omdat <strong>incontinentie</strong> niet als levensbedreigend wordt gezien. Men denkt dat<br />
<strong>incontinentie</strong> iets is wat nu eenmaal <strong>bij</strong> het ouder worden hoort. Dit is een<br />
misverstand. Ook al kunnen niet alle cliënten (volledig) continent blijven, onnodige<br />
<strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong> is wel degelijk te voorkomen.<br />
Ondersteuning <strong>bij</strong> de toiletgang<br />
Maak op basis van de gestelde diagnose, samen met de cliënt een keuze uit één<br />
of een combinatie van vijf interventies. Het doel hiervan is om een cliënt weer<br />
continent te laten worden, tot zo ver mogelijk.
Bij alle vijf interventies spelen mobiliteit bevorderende maatregelen een rol.<br />
Direct ingaan op het verzoek van de cliënt om naar het toilet te gaan.<br />
Dit is meestal wel het uitgangspunt, maar gebeurt door een hoge werkdruk niet altijd.<br />
Toiletschema’s<br />
Werk met vaste en frequente tijdstippen waarop je iemand naar het toilet brengt. Dit<br />
lijkt sterk op de ouderwetse toiletrondes. Je stelt het nu echter selectief in. Je stelt<br />
het tijdstip en de frequentie per cliënt vast. Deze methode is geschikt voor cliënten<br />
die geen aandrang meer voelen, geen toiletgewoontes hebben en niet meer in staat<br />
zijn om bewust te leren.<br />
Cliënt aanspreken (Prompted voiding)<br />
Deze methode is geschikt voor cliënten die nog wel enigszins voelen dat zij een<br />
volle blaas hebben, maar daar niets mee doen. Je vraagt aan de cliënt of hij droog is<br />
en naar het toilet wil. Vervolgens help je de cliënt en ‘beloon’ je de cliënt positief.<br />
Na het toiletbezoek geef je aan dat je de volgende keer weer komt vragen of<br />
de cliënt naar het toilet wil, maar dat de cliënt dat zelf ook kan vragen.<br />
Gewoonteschema’s<br />
Cliënten kunnen een persoonlijke regelmaat hebben, terwijl zij zich daarvan niet<br />
bewust zijn. Op grond van deze gewoontes maak je een individueel aangepast<br />
schema.<br />
Blaastraining<br />
Deze training pas je onder meer toe <strong>bij</strong> cliënten die angstig zijn urine te verliezen of<br />
cliënten met zwakke bekkenbodemspieren.<br />
Verminderen obstakels en verbeteren van de mobiliteit<br />
Functionele beperkingen en omgevingsfactoren kunnen ervoor zorgen dat iemand<br />
niet op tijd op het toilet zit. Mobiliteit is hierin een belangrijke factor. Ook<br />
beperkingen in de fijne motoriek kunnen ervoor zorgen dat knopen of een rits een<br />
groot obstakel zijn. Lange afstanden en obstakels op de route naar het toilet kunnen<br />
ook een rol spelen. (bron: Houten, P. van, en A. Jonkers. Toiletgang <strong>bij</strong> dementie,<br />
2011)<br />
Adviseer de cliënt over:<br />
weghalen van de obstakels<br />
Maak de route makkelijker door <strong>bij</strong>voorbeeld kleedjes te verwijderen en meubels te<br />
verplaatsen.<br />
aanpassen kleding<br />
Gebruik kleding die makkelijk en snel uitgedaan kan worden, <strong>bij</strong>voorbeeld een<br />
broek met klittenband of elastiek; nylonkousen in plaats van panty’s.
Voorkomen en beperken van <strong>incontinentie</strong>letsel<br />
Incontinentie gaat soms gepaard met huidletsel. Incontinentieletsel is een<br />
ontsteking aan de oppervlakte van de huid met:<br />
roodheid (purperen kleur)<br />
oedeem / zwelling<br />
vochtigheid van de huid<br />
in sommige gevallen blaren die een helder vocht kunnen bevatten.<br />
Ter hoogte van de bilnaad vind je <strong>bij</strong> urine-<strong>incontinentie</strong> vaak een spleetvormig<br />
letsel met witte, verweekte randen. De randen van urine-<strong>incontinentie</strong> letsel zijn<br />
meestal grillig.<br />
Huidbeschadigingen als gevolg van <strong>incontinentie</strong> zijn niet altijd te voorkomen. De<br />
wonden genezen helaas vaak slecht, zijn pijnlijk en vragen veel extra zorg. Het is<br />
belangrijk om onderscheid te maken tussen wonden veroorzaakt door <strong>incontinentie</strong><br />
en <strong>bij</strong>voorbeeld decubituswonden (doorligwonden). De behandeling van decubitus<br />
en urine-<strong>incontinentie</strong>letsel is verschillend.<br />
Er zijn sprays en crèmes om de huid beter te reinigen én/of een beschermend<br />
laagje op de huid te leggen. Hierdoor krijgt de huid meer kans om te herstellen.<br />
Inzetten van hoogwaardig en modern <strong>incontinentie</strong>materiaal<br />
Het huidige <strong>incontinentie</strong>materiaal voelt voor de cliënt veel fijner aan en is<br />
gemakkelijker in gebruik dan vroeger.<br />
Absorptievermogen<br />
Het moderne materiaal absorbeert urine zeer goed - en steeds beter - met zo min<br />
mogelijk nadelige invloed voor de huid. Het voorkomt inwerking van ontlasting of<br />
urine.<br />
Pasvorm<br />
De pasvorm en de mogelijkheid om een verband voor elke cliënt goed aan te laten<br />
sluiten is beter. Bijvoorbeeld dankzij strips, elastiek of klittenband. Dat zit niet<br />
alleen veel prettiger, maar voorkomt ook lekkage.<br />
Gebruiksgemak<br />
Behalve het ontwerp en de materiaalkeuze is het gebruiksgemak van<br />
<strong>incontinentie</strong>materiaal aanzienlijk verbeterd. De nieuwere ontwerpen kunnen extra<br />
handelingen zoals het uittrekken van broeken en panty’s voorkomen.
Omgaan met schaamte en sociale isolatie <strong>bij</strong> de cliënt<br />
Incontinentie kan psychosociale problemen veroorzaken voor de cliënt. Het is voor<br />
de cliënt ingrijpend de controle over het lichaam kwijt te raken. Vooral als het gaat<br />
om het ophouden van urine en ontlasting. De cliënt schaamt zich voor de<br />
<strong>incontinentie</strong>, wil er niet over praten of trekt zicht terug en vermijdt sociale contacten.<br />
Een open gesprek met de cliënt, waarin zijn ervaringen aan bod komen en de<br />
mogelijke oplossingen, kan voor opluchting zorgen. (bron: Houten, P. van, en A.<br />
Jonkers. Toiletgang <strong>bij</strong> dementie, 2011)<br />
Ondersteuning vragen van <strong>incontinentie</strong>verpleegkundige<br />
Kom je ergens niet uit? Vraag dan ondersteuning van de<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige. Die kan je ondersteunen <strong>bij</strong>:<br />
het bespreekbaar maken van het probleem met de cliënt<br />
voorbereiding van het overleg met de arts<br />
advisering <strong>bij</strong> <strong>incontinentie</strong>materiaal.<br />
advisering <strong>bij</strong> te ondernemen acties (zoals hierboven genoemd).<br />
De behandeling van <strong>incontinentie</strong> evalueren<br />
Er zijn verschillende manieren om het verloop van de urine-<strong>incontinentie</strong> en de<br />
effecten van een behandeling te evalueren, waaronder:<br />
het <strong>bij</strong>houden van een mictiedagboek<br />
PRAFAB-scorelijst<br />
Mictiedagboek<br />
Met het mictiedagboek hou je op een overzichtelijke manier drie dagen de mictie (het<br />
plassen) van een cliënt <strong>bij</strong>. Het goed <strong>bij</strong>gehouden dagboek toont in één oogopslag<br />
hoe vaak en hoeveel een cliënt heeft geplast.<br />
Je kunt het mictiedagboek dus gebruiken om informatie in te winnen over hoe<br />
ernstig de urine-<strong>incontinentie</strong> is. Daarnaast kun je het dagboek ook gebruiken om<br />
de effectiviteit van een behandeling te bepalen.
PRAFAB-scorelijst<br />
De PRAFAB is een korte vragenlijst om de ernst van urine-<strong>incontinentie</strong> te<br />
evalueren. De in Nederland ontwikkelde en gevalideerde PRAFAB vult de<br />
cliënt - indien mogelijk - zelf in. De PRAFAB-lijst kent de onderdelen:<br />
bescherming<br />
hoeveelheid<br />
frequentie<br />
aanpassing<br />
lichaamsbeeld<br />
De PRAFAB-vragenlijst is opgenomen als <strong>bij</strong>lage in de Richtlijn urine<strong>incontinentie</strong><br />
<strong>bij</strong> kwetsbare <strong>ouderen</strong><br />
Hulpmiddelen om fysieke belasting te verminderen<br />
Hulpmiddelen voor cliënten die de continentie bevorderen maar ook de fysieke<br />
belasting verminderen zijn:<br />
sta-op-toilet<br />
postoel<br />
spoel-droog-toilet<br />
verhoogde toiletpot<br />
Hieronder per hulpmiddel meer uitleg.<br />
Sta-op-toilet<br />
Als de cliënt moeite heeft met opstaan en gaan zitten kan een sta-op-toilet helpen.<br />
Een sta-op-toilet is een elektrische toiletbril. Als deze in de hoogste stand staat, hoeft<br />
de cliënt er alleen maar tegenaan te leunen en via een bedieningsknop zakt de bril.<br />
Is de toiletgang klaar, dan duwt de bril de cliënt weer omhoog tot stand.<br />
Postoel<br />
Met een postoel naast het bed blijft de cliënt ’s nachts doorgaans continent.<br />
De cliënt hoeft nu niet naar het toilet te lopen.<br />
Spoel-droog-toilet<br />
Een spoel-droog-toilet maakt zowel vaginaal als anaal schoon. Met een druk op de<br />
zwarte knop, krijgt de cliënt een complete intieme schoonmaakbeurt. Er zijn geen<br />
handen nodig en ook geen toiletpapier.
Verhoogde toiletpot<br />
Wees heel terughoudend met de inzet van een verhoogde toiletpot. Al kunnen<br />
cliënten er wellicht beter op en af gaan. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan,<br />
maar er zijn signalen dat een te hoog toilet nadelen heeft.<br />
Door de slechte houding worden darmen en blaas niet altijd helemaal<br />
geleegd. Dat kan een verhoogd risico op <strong>incontinentie</strong> betekenen.<br />
Op een verhoogd toilet moet de cliënt harder persen om de blaas en darmen te<br />
legen. Dit kan leiden tot een verhoogd risico op hersenbloedingen<br />
Hoogwaardig en modern <strong>incontinentie</strong>materiaal<br />
De laatste jaren is er sprake van duidelijke verbeteringen op het gebied van<br />
<strong>incontinentie</strong>materiaal (bron: Dossierinformatie voor ergocoaches:<br />
Incontinentie in de zorg. Incontinentie een vak apart?).<br />
Absorptievermogen<br />
Het moderne materiaal is in staat om urine zeer goed en steeds beter te absorberen.<br />
Met zo min mogelijk nadelige invloed voor de huid door inwerking van ontlasting of<br />
urine. Daarmee is ook het aantal momenten dat er verschoond moet worden terug te<br />
brengen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de huid. Sommige verbanden gaan<br />
probleemloos acht uur mee. Het verband geeft zelf aan of er verschoond moet<br />
worden door middel van een indicator.<br />
Cliënten die zich bewust zijn van urineverlies, hebben soms toch het idee of de<br />
wens zich na elke plas te moeten verschonen. In dat geval heeft het gebruik van<br />
hoog absorptiematerialen soms weinig zin. Het is duur materiaal dat hier niet<br />
optimaal benut wordt. Een goedkoper en minder absorberend verband kan dan net<br />
zo goed werken.<br />
Je kunt uiteraard ook afwisselen. Voor sommige cliënten kan een hoog<br />
absorptieverband betekenen dat ze ’s<br />
nachts door kunnen slapen. Ze hoeven niet halverwege de nacht in de weer met een<br />
postoel of verschoning.<br />
Pasvorm<br />
Naast het absorptievermogen is de pasvorm verbeterd. En de mogelijkheid om een<br />
verband voor elke cliënt goed aan te laten sluiten, <strong>bij</strong>voorbeeld met strips, elastiek of<br />
klittenband. Dat zit niet alleen veel prettiger voor de cliënt, maar voorkomt ook<br />
lekkage. Het verband hoeft minder vaak vervangen te worden. Voor de cliënt<br />
betekent minder lekkage ook minder schaamte. Natte kleding of een natte stoel<br />
komen niet of nauwelijks meer voor.
Gebruiksgemak<br />
Het gebruiksgemak van <strong>incontinentie</strong>materiaal is ook aanzienlijk verbeterd. Dit<br />
verkort de tijd die nodig is per verschoning. De verschillen lopen uiteen per merk.<br />
Maar zeker <strong>bij</strong> gebruik van de speciale buikbandontwerpen zijn er duidelijke<br />
tijdsvoordelen. Naast dit buikbandsysteem zijn er ook andere nieuwe dingen.<br />
Bijvoorbeeld een verband dat als broekje te gebruiken is én als plakbaar verband,<br />
door de zijkanten open te scheuren. De nieuwere ontwerpen kunnen extra<br />
handelingen zoals het uittrekken van broeken en panty’s voorkomen. Dat<br />
scheelt tijd en geeft minder fysieke belasting. Neem voor meer informatie over<br />
<strong>incontinentie</strong>materiaal contact op met <strong>incontinentie</strong>verpleegkundige of de<br />
consultant van de leverancier.<br />
Speciale sprays en crèmes<br />
Er zijn sprays en crèmes die het schoonmaken van de huid na <strong>incontinentie</strong><br />
vergemakkelijken. Deze producten vergemakkelijken vooral het verwijderen van<br />
aangekoekte of korrelige ontlasting.<br />
U brengt het product aan op de huid van de cliënt waarna u zonder veel wrijven de<br />
ontlasting weghaalt. Daarmee beschadigt de huid minder snel. In deze producten<br />
(schuim of crème) zitten ook ingrediënten die de scherpe stoffen uit urine en<br />
ontlasting neutraliseren en de pijn verzachten. Een dergelijke ‘wasbeurt’ is<br />
vaak beter dan het wassen <strong>bij</strong> <strong>incontinentie</strong> met met normale washandjes, water en<br />
zeep.<br />
Er zijn ook producten op de markt die een extra laagje op de huid leggen.<br />
Bijvoorbeeld de barrièrecrèmes en barrièresprays. Daarmee komen de <strong>bij</strong>tende<br />
stoffen uit urine en ontlasting niet in direct contact met de huid, waardoor die<br />
minder snel beschadigt. Als de huid toch beschadigd is, krijgt deze de tijd om te<br />
herstellen.<br />
Richtlijnen Incontinentie<br />
Richtlijnen over urine-<strong>incontinentie</strong> voor de praktijk zijn:<br />
<strong>Urine</strong>-<strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> kwetsbare <strong>ouderen</strong><br />
Deze richtlijn, opgesteld door LEVV en V&VN (2010), richt zich op urine<strong>incontinentie</strong><br />
<strong>bij</strong> kwetsbare <strong>ouderen</strong>. In deze richtlijn komt vooral het belang van een<br />
zo vroeg mogelijke diagnostiek en evaluatie van urine-<strong>incontinentie</strong> naar voren.<br />
Zodat de arts en het zorgpersoneel hun interventies hierop aan kunnen passen.<br />
Indien herstel niet meer mogelijk is, is het noodzaak de urine-<strong>incontinentie</strong> episodes<br />
te verminderen. Dat doe je door het inzetten van de juiste interventies en te zorgen<br />
dat de cliënt zo min mogelijk hinder van de urine-<strong>incontinentie</strong> ondervindt in het<br />
dagelijkse leven. Denk daar<strong>bij</strong> aan gevoel van verminderde zelfstandigheid, lekkage,<br />
huidirritatie en het veroorzaken van geuroverlast.
Lichaamsverzorging van de cliënt in verpleeg-, woon- en thuiszorg<br />
Deze richtlijn richt zich meer op de algemene lichamelijke verzorging van de cliënt in<br />
verpleeg-, verzorgingshuizen en de thuiszorg. Hierin staat dat wanneer het<br />
onderlichaam van de cliënt door <strong>incontinentie</strong> bevuild is met urine en/of feces, een<br />
extra (onder)wasbeurt dient te worden gegeven. De handdoek en het washandje<br />
dienen hierna direct in de was te gaan. De richtlijn is vastgesteld door de Stichting<br />
Werkgroep Infectie Preventie (WIP, 2009). Dit is een samenwerkingsverband van<br />
drie wetenschappelijke verenigingen op het gebied van infectiepreventie en<br />
ziekenhuishygiëne.<br />
Verzorging <strong>bij</strong> urinelozing en stoelgang in verpleeg-, woon- en thuiszorg<br />
Deze richtlijn (WIP, 2009) richt zich met name op cliënten met een<br />
blaaskatheter. Over het gebruik van absorptiemateriaal vermeldt de WIP.<br />
Deponeer gebruikt absorptiemateriaal direct in een plastic afvalzak.<br />
Was de gordels en netbroekjes van een tweedelig systeem <strong>bij</strong> 60 graden in<br />
de wasmachine. Met de hand wassen van gordels en netbroekjes leidt tot<br />
onvoldoende reiniging en desinfectie.<br />
Incontinentie als indicator<br />
Incontinentie, ongewild verlies van urine, is een veelvoorkomend<br />
probleem. Met name <strong>bij</strong> <strong>ouderen</strong>. Prevalentiecijfers laten zien hoeveel<br />
mensen in Nederland incontinent zijn van urine:<br />
75% van de cliënten in verpleeghuizen<br />
56,5% van de cliënten in verzorgingshuizen<br />
50,5% van mensen die thuiszorg ontvangen<br />
(bron: Universiteit Maastricht, 2008)<br />
In het Kwaliteitsdocument 2012 VV&T is <strong>incontinentie</strong> verwerkt in risicosignalering<br />
en de opvolging daarvan en het is verder onderdeel van het Lichamelijk<br />
welbevinden en gezondheid. (nb de indicatoren ‘Prevalentie en diagnose<br />
<strong>incontinentie</strong>’ zijn niet meer opgenomen):<br />
ervaringen lichamelijke verzorging<br />
risicosignalering zorgproblemen<br />
Hierna volgt de toelichting per indicator.
Lichamelijk welbevinden en gezondheid<br />
De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en –bevordering en<br />
een schoon en naar wens verzorgd lichaam, waar<strong>bij</strong> steeds goed wordt ingespeeld<br />
op veranderingen in de lichamelijke gezondheid. Als norm voor adequate<br />
gezondheidsbescherming en –bevordering: een zorgvuldig gekozen evenwicht<br />
tussen goed vaktechnisch handelen en de wensen en voorkeuren van de<br />
cliënt/vertegenwoordiger <strong>bij</strong> de toepassing van tenminste oa continentiezorg.<br />
Risicosignalering zorgproblemen<br />
Indicatoren uit het Kwaliteitsdocument 2012 (VV&T).<br />
Risicosignalering - uitvoering<br />
Percentage cliënten <strong>bij</strong> wie uit het zorgleefplan blijkt dat een risicosignalering<br />
is gedaan op het zorgprobleem <strong>incontinentie</strong>.<br />
Dit is het aantal cliënten <strong>bij</strong> wie uit het zorgleefplan blijkt dat in het afgelopen halfjaar<br />
een<br />
risicosignalering is gedaan op <strong>incontinentie</strong> gedeeld door het totaal aantal<br />
cliënten <strong>bij</strong> wie in de meetperiode is gemeten.<br />
Risicosignalering – opvolging<br />
Percentage cliënten <strong>bij</strong> wie uit het zorgleefplan blijkt dat een risicosignalering is<br />
gedaan op het zorgprobleem <strong>bij</strong> wie naar aanleiding van verhoogd risico adequate<br />
opvolging heeft plaatsgevonden. Dit is het totaal aantal cliënten <strong>bij</strong> wie een<br />
adequate opvolging heeft plaatsgevonden gedeeld door het totaal aantal cliënten<br />
<strong>bij</strong> wie er een verhoogd risico is geconstateerd.<br />
Het is de bedoeling dat de risicosignalering voor <strong>incontinentie</strong> is terug te vinden in<br />
het zorg(leef)plan van de cliënt. Organisaties mogen zelf bepalen hoe zij deze<br />
signalering uitvoeren, als het maar op een structurele manier en op cliëntniveau<br />
plaatsvindt én wordt vastgelegd in het zorg(leef)plan.<br />
Het kwaliteitsdocument stelt als norm <strong>bij</strong> het thema “lichamelijk welbevinden en<br />
gezondheid” dat de cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en<br />
–bevordering. Dit houdt onder meer in dat gezondheidsrisico’s tijdig worden<br />
herkend. Vroege herkenning van <strong>incontinentie</strong> kan veel leed en verlies van kwaliteit<br />
van leven voor de cliënt voorkomen (bron: Kwaliteitsdocument 2012, VV&T).<br />
De <strong>incontinentie</strong>zorg in kaart brengen<br />
Verbeteren van de continentiezorg heeft tot doel <strong>incontinentie</strong> te verminderen en<br />
arbeid te besparen. Of dit resultaat ook daadwerkelijk wordt bereikt is niet alleen<br />
een kwestie van gevoel. Resultaat moet aantoonbaar zijn en dat vereist meten. De<br />
meetresultaten motiveren de medewerkers door te gaan met verbeteren. Of ze<br />
vormen een signaal om het toch anders aan te pakken, of net iets <strong>bij</strong> te sturen,<br />
zodat het beter werkt. Methodes voor het in kaart brengen van <strong>incontinentie</strong>zorg zijn<br />
<strong>bij</strong>voorbeeld de BasisZorgLijst Incontinentie, de Incometer en de geeltjesmeting.
BasisZorgLijst Incontinentie<br />
Met de BasisZorgLijst kunt u een nulmeting uitvoeren. Door de meting om de zoveel<br />
tijd te herhalen is aan te tonen of de interventies effect hebben. Met de<br />
BasisZorgLijst brengt u een aantal belangrijke aspecten van continentie en de wijze<br />
waarop daarmee om wordt gegaan in kaart. De lijst bevat zowel objectief als<br />
subjectief te meten zaken. Bijvoorbeeld het soort <strong>incontinentie</strong>materiaal dat gebruikt<br />
wordt (objectief), de beleving van <strong>incontinentie</strong> door de cliënt (subjectief).<br />
Deze lijst wordt <strong>bij</strong> alle cliënten van een afdeling of van een team afgenomen. Dus<br />
ook <strong>bij</strong> de cliënten die niet incontinent zijn.<br />
Incometer<br />
Om de (in)continentiezorg beter te kunnen sturen en verbeteren is informatie op<br />
cliëntniveau nodig over de aard en omvang van de (in)contintentieproblemen.<br />
Daarvoor is de BasisZorglijst doorontwikkeld naar een volledig automatische<br />
rekenmodule: de Incometer.<br />
De Incometer is een instrument waarmee u van een groep cliënten (per team of<br />
afdeling) precies in beeld brengt hoe de <strong>incontinentie</strong>zorg op een bepaald moment in<br />
de praktijk verloopt. Met deze rekenmodule kunt u geregistreerde gegevens van de<br />
afzonderlijke cliënten van een afdeling/groep samenvoegen. De registratie gebeurt<br />
door middel van een verkorte versie van de BasisZorgLijst: een medewerker<br />
verzamelt per cliënt gegevens aan de hand van 7 vragen over de<br />
(in)continentiezorg.<br />
In de Instructie Rekenmodule Incometer leest u hoe u met de rekenmodule aan de<br />
slag kunt. Om u een indruk te geven wat de samenvoeging door de rekenmodule<br />
kan bieden, is een ingevuld voorbeeld (Excel, 219 kb) beschikbaar. U ziet onder<br />
het tabblad ‘Resultaten’ welke overzichten de invulling in het<br />
verzamelformulier voor een groep patiënten oplevert. De samenvoeging geeft een<br />
totaalbeeld in het tabblad ‘Grafieken en tabellen’.<br />
Geeltjesmeting<br />
De geeltjesmeting is een laagdrempelige manier om inzicht te krijgen in de kleinere<br />
verbeteringen. Met name de subjectieve verbeteringen. In de praktijk blijkt dat<br />
‘Geeltjesmetingen’ vaak <strong>bij</strong>dragen aan een grotere bewustwording en motivatie<br />
voor het werken aan betere continentiezorg.<br />
Twee weken lang registreren medewerkers incidenten/observaties door geeltjes<br />
(zelfklevende memoblaadjes) op een speciale poster te plakken. Anoniem en met<br />
een korte beschrijving van het (<strong>bij</strong>na)incident.
Voorbeelden van incidenten.<br />
Verkeerd gebruik van <strong>incontinentie</strong>materiaal.<br />
Lekkage<br />
Obstakels op de gang waardoor de route naar het toilet wordt gehinderd.<br />
Nadat twee weken geeltjes geplakt zijn, worden ze geanalyseerd. Bijvoorbeeld met<br />
behulp van staafdiagrammen in een Excel-spreadsheet.<br />
De geeltjesmeting is gebruikt in alle Zorg voor Betertrajecten Incontinentie. De<br />
methode is zowel gebruikt voor de nulmeting als voor vervolgmetingen om het effect<br />
van verbeteracties te meten.<br />
Incontinentiezorg vraagt veel tijd van zorgmedewerkers. Op zich niet vreemd als u<br />
zich bedenkt dat <strong>bij</strong>voorbeeld ongeveer 75% van de cliënten in verpleeghuizen en<br />
50% van de cliënten in verzorgingshuizen in Nederland urine-incontinent zijn.<br />
Incontinentiezorg is en blijft een lastig onderwerp. Het gaat niet alleen gepaard met<br />
een zware fysieke belasting en flinke tijdsbesteding voor verzorgenden. Ook met<br />
schaamte, onzekerheid en depressieve gevoelens <strong>bij</strong> de cliënt.<br />
Toch kunnen we veel bereiken met eenvoudige maatregelen.<br />
Vaststellen van de oorzaken en vorm van <strong>incontinentie</strong><br />
Voor het verlenen van goede <strong>incontinentie</strong>zorg is een zorgvuldige inschatting en<br />
beoordeling van de vorm van <strong>incontinentie</strong> cruciaal. Een arts dient vast te stellen<br />
om welke vorm van urine-<strong>incontinentie</strong> het gaat. Adequate informatie over de<br />
toiletgang maakt deel uit van de diagnostiek.<br />
Zorgmedewerkers zijn medeverantwoordelijk voor het signaleren van (het<br />
verergeren van) <strong>incontinentie</strong>. Bij de diagnostische onderzoeken houden zij een<br />
mictiedagboek en zo nodig een mobiliteitsoverzicht <strong>bij</strong>. In opdracht van de arts. Ook<br />
voeren ze urineonderzoek uit en vullen ze vragenlijsten in. Zoals de MMSE (Mini-<br />
Mental State examination) en de PRAFAB (PRotection, Amount, Frequency,<br />
Adjustment, Body-image). Op basis van deze gegevens kan de arts een goede<br />
diagnose stellen.<br />
Juiste inzet van <strong>incontinentie</strong>materiaal<br />
Wanneer het niet (meer) mogelijk is <strong>incontinentie</strong> te voorkomen, is het<br />
belangrijk om het juiste <strong>incontinentie</strong>materiaal in te zetten.<br />
Zorgmedewerkers dienen te weten welke materialen er op de markt zijn en wat <strong>bij</strong><br />
de cliënt past, zoals geschikte maat, absorptievermogen, zodat hij deze met de<br />
cliënt en de mantelzorger kan bespreken.<br />
De consultent van de leverancier van <strong>incontinentie</strong>materiaal, een<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige of een ergotherapeut geven advies en tips<br />
over het gebruik van <strong>incontinentie</strong>materiaal.
Ook kennis over het gebruik van <strong>incontinentie</strong>materiaal is belangrijk. Materiaal dat<br />
niet goed bevestigd is kan lekkage en beschadiging van de huid veroorzaken. Voor<br />
de cliënt heeft dit vervelende gevolgen: minder comfort, ongemak en pijn.<br />
Specialistisch advies van <strong>bij</strong>voorbeeld een <strong>incontinentie</strong>verpleegkundige over<br />
optimaal gebruik van <strong>incontinentie</strong>materiaal is nuttig en soms nodig.<br />
Goede huidverzorging<br />
Het signaleren van <strong>incontinentie</strong>letsel en goede huidverzorging is een belangrijk<br />
aspect van de <strong>incontinentie</strong>zorg. Incontinentie kan irritatie of zelfs infectie van de<br />
huid veroorzaken. Ook het verkeerd weghalen van feces kan onnodige<br />
huidbeschadiging veroorzaken.<br />
Goede kennis van de juiste huidverzorging maakt de kans op huidletsel kleiner. Er<br />
zijn <strong>bij</strong>voorbeeld sprays die ervoor zorgen dat aangekoekte of korrelige ontlasting<br />
loslaat en gemakkelijk te verwijderen is. Zonder dat er gewreven wordt. Dit laatste<br />
kan erg pijnlijk zijn als de huid dun en kwetsbaar is door ouderdom of vochtletsel.<br />
Raadpleeg over de juiste huidverzorging en de beste producten een<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige.<br />
Regelmatige toiletgang<br />
Voor het terugdringen van <strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> cliënten is een regelmatige toiletgang<br />
belangrijk. Vaak zijn er toiletronden op vaste tijdstippen. Vaste toiletronden zijn<br />
een interventie die gebruikt wordt om <strong>incontinentie</strong>- episoden te voorkomen. Zij<br />
hebben dus niet tot doel de cliënt weer continent te maken.<br />
Vaste toiletronden zijn echter niet voldoende. Om te voorkomen dat cliënten<br />
onnodig incontinent worden of blijven, is het zaak ook tussen de vaste ronden<br />
door een toiletbezoek aan te bieden.<br />
Zorgmedewerkers dienen te leren om simpelweg het idee te opperen:<br />
‘Zullen we even naar het toilet gaan, mevrouw Yilmaz? Als mevrouw dan<br />
ontkennend antwoordt, hoort de medewerker na een paar minuten de vraag<br />
opnieuw te stellen. Grote kans dat de verzorgende nu ‘ja’ als antwoord krijgt.<br />
Deze techniek wordt ook wel promted voiding genoemd. Het duurt vaak een paar<br />
minuten voordat de aandrang zich <strong>bij</strong> de cliënt aandient.<br />
Een regelmatige toiletgang <strong>bij</strong> cliënten met dementie is van groot belang, ongeacht<br />
of zij continent of incontinent zijn. Sommige cliënten kunnen daarnaast baat hebben<br />
<strong>bij</strong> aanvullende behandelingen, zoals blaastherapie, bekkenbodemspiertherapie en<br />
chirurgie. (bron: Houten, P. van, en A. Jonkers. Toiletgang <strong>bij</strong> dementie, 2011)
Verbeteren van de route naar het toilet<br />
Onderweg naar het toilet kunnen er obstakels zijn, <strong>bij</strong>voorbeeld waskarren, rollators<br />
of tafeltjes op de gang en een slechte verlichting. Soms is de deur door de oudere<br />
niet gemakkelijk open en dicht te doen. Dit alles bemoeilijkt niet alleen de gang naar<br />
het toilet, maar is voor de cliënt ook zeer demotiverend. De cliënt bereikt niet op tijd<br />
het toilet, en is daardoor incontinent.<br />
Zorgmedewerkers moeten leren deze problemen te signaleren en te herkennen<br />
én de cliënt te helpen <strong>bij</strong> het bedenken en uitvoeren van oplossingen. (bron:<br />
Houten, P. van, en A. Jonkers. Toiletgang <strong>bij</strong> dementie, 2011)<br />
Een voorbeeld uit de praktijk<br />
Tijdens het Zorg voor Betertraject Continentie zijn er op de pilot afdelingen van<br />
Stichting Elisabeth in Breda foto’s gemaakt van de route naar het toilet.<br />
Tijdens een werkoverleg zijn alle foto’s besproken en de suggesties voor<br />
verbeteringen geïnventariseerd. Aangezien grote interventies buiten het budget<br />
vielen, kozen zij eerst voor de kleinere verbeteracties. De doelstelling was: het<br />
veiliger maken van de route naar het toilet en het bevorderen van de<br />
zelfredzaamheid van de cliënt.<br />
De volgende acties zijn ondernomen.<br />
Er is een katrol aan de toiletdeuren bevestigd, zodat de cliënt zich niet om<br />
hoeft te draaien in het toilet om de deur dicht te doen. De cliënt trekt aan een touw,<br />
zodat de deur vanzelf sluit.<br />
De huiskamerindeling is aangepast, zodat alle cliënten meer ruimte hebben om<br />
zelfstandig de huiskamer<br />
te verlaten.<br />
De wasmanden zijn uit de badkamer gehaald of ergens anders in de<br />
badkamer neergezet, waardoor de ruimte in de badkamer groter werd en dus<br />
toegankelijker voor de cliënt.<br />
Het overbodige <strong>incontinentie</strong>materiaal rond het toilet is weggehaald.<br />
Verbeteren van de zelfstandigheid tijdens de toiletgang<br />
Staan is voor veel kwetsbare <strong>ouderen</strong> een probleem. Een moeilijke rits en strakke<br />
knoop maken het nog moelijker voor de cliënt. En een <strong>incontinentie</strong>verband is nog<br />
een extra hindernis.<br />
Zorgmedewerkers dienen te leren deze problemen te signaleren en samen met de<br />
cliënt oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld het aanbrengen van een extra steun in<br />
het toilet of een andere sluiting van de kleding, <strong>bij</strong>voorbeeld klittenband. Uiteraard<br />
kunt u ook altijd terecht <strong>bij</strong> een <strong>incontinentie</strong>verpleegkundige voor advies. (bron:<br />
Houten, P. van, en A. Jonkers. Toiletgang <strong>bij</strong> dementie, 2011)
Bespreekbaar maken van het probleem<br />
<strong>Urine</strong>-<strong>incontinentie</strong> kan <strong>bij</strong> de kwetsbare oudere een grote invloed hebben op de<br />
kwaliteit van leven. Het kan onder andere samengaan met depressie, schaamte<br />
en een lage eigenwaarde.<br />
Zorgmedewerkers dienen te leren het probleem met de cliënt bespreekbaar te<br />
maken. Velen vinden dit lastig, omdat <strong>incontinentie</strong> vaak nog een taboe is. Daarom<br />
dienen zij hier handvatten voor te krijgen. Voor de cliënt kan praten en het samen<br />
zoeken naar een oplossing namelijk opluchten. Voor advies over het bespreekbaar<br />
maken van het probleem met de cliënt kan de zorgmedewerker terecht <strong>bij</strong> een<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige.<br />
Incontinentiezorg evalueren<br />
Met BasisZorgLijst Incontinentie evalueert u het effect van de <strong>incontinentie</strong>zorg op de<br />
afdeling.<br />
BasisZorgLijst Incontinentie<br />
Met de BasisZorgLijst kunt u een nulmeting uitvoeren. Deze meting om de zoveel<br />
tijd herhalen, maakt zichtbaar of de behandeling effect heeft gehad. Met de<br />
BasisZorgLijst brengt u een aantal belangrijke aspecten van <strong>incontinentie</strong> in kaart.<br />
En de wijze waarop daarmee wordt omgegaan.<br />
De lijst bevat zowel objectief als subjectief te meten zaken. Zoals het soort<br />
<strong>incontinentie</strong>materiaal dat gebruikt wordt (objectief). Of de beleving van<br />
<strong>incontinentie</strong> door de cliënt (subjectief). Deze lijst neemt u af <strong>bij</strong> alle cliënten van de<br />
afdeling. Dus ook <strong>bij</strong> de cliënten die niet incontinent zijn<br />
Richtlijn blaaskatheters<br />
De richtlijn Blaaskatheters is opgesteld door Verenso in 2011 en formuleert<br />
aanbevelingen om te komen tot een onderbouwde en eenduidige behandeling van<br />
patiënten met een langdurige blaaskatheter.<br />
IncontinentieSpiegel<br />
De IncontinentieSpiegel is een checklist om na te gaan of de organisatie voldoende<br />
aandacht besteedt aan <strong>incontinentie</strong>, toiletgang en continentie. Het is een instrument<br />
om de sterke en zwakke kanten van het <strong>incontinentie</strong>beleid systematisch in kaart te<br />
brengen en de organisatie op die manier een ‘spiegel’ voor te houden.<br />
De IncontinentieSpiegel is ontwikkeld door LOCOmotion. Het is bedoeld voor<br />
functionarissen, die zich op beleidsniveau bezighouden met <strong>incontinentie</strong>beleid<br />
in een zorgorganisatie: een stafmedewerker, teamleider, hoofd zorg of<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige.
U markeert in de lijst de verbeterpunten en maakt daarin zelf keuzes om deze, nu of<br />
later, in een plan van aanpak te verwerken. De eerste stap naar het opstellen van<br />
een systematisch plan van aanpak is daarmee gezet. Na verloop van tijd kunt u de<br />
IncontinentieSpiegel weer langslopen en zo zien op welke punten er verbetering is<br />
geboekt en welke onderdelen aandacht vereisen.<br />
IncontinentieSpiegel samen met de Incometer gebruiken<br />
U kunt de IncontinentieSpiegel zelfstandig gebruiken, maar ook inzetten in<br />
combinatie met de Incometer: met dit instrument kunt u op cliëntniveau in beeld<br />
brengen hoe het <strong>incontinentie</strong>beleid in de praktijk werkt. Zo ontstaat er meer<br />
overzicht in het <strong>incontinentie</strong>beleid en krijgt u informatie over onderdelen die wellicht<br />
nog niet optimaal geregeld zijn.<br />
Incontinentiezorg optimaliseren<br />
Hier staat op een rij hoe u de continentiezorg in uw organisatie<br />
optimaliseert door interventies op organisatienivea.<br />
Zorgen voor een diagnose <strong>incontinentie</strong><br />
Door een huisarts, specialist <strong>ouderen</strong>geneeskunde, uroloog of<br />
<strong>incontinentie</strong>verpleegkundige.<br />
Efficiënt <strong>incontinentie</strong>materiaal inkopen en inzetten<br />
Met oog voor modern materiaal dat optimaal en snel te wisselen is.<br />
Fysieke belasting rond <strong>incontinentie</strong>zorg verminderen<br />
Innovaties om de fysieke belasting <strong>bij</strong> de zorgmedewerker te verminderen zoals<br />
met verhoogde toilet, sta-op-toilet, bladderscan, postoel, klik-klak-systeem, spoel-<br />
droog-toilet.
Zorgen voor een diagnose <strong>incontinentie</strong><br />
Zorg als zorgorganisatie voor goede contacten met de specialist<br />
<strong>ouderen</strong>geneeskunde of de huisartsen over de diagnose <strong>incontinentie</strong> <strong>bij</strong> cliënten.<br />
Zorg dat de diagnose <strong>incontinentie</strong> wordt gesteld. Uw medewerkers kunnen<br />
<strong>bij</strong>dragen aan de diagnose,<br />
door een mictiedagboek <strong>bij</strong> te houden. De tijd die dat kost verdient u snel terug.<br />
Zodra vaststaat welke vorm van <strong>incontinentie</strong> iemand heeft, is duidelijk welke hulp<br />
nodig is. Vroege signalering en diagnostiek maken het mogelijk <strong>incontinentie</strong> te<br />
verminderen en zelfs onnodige <strong>incontinentie</strong> te voorkomen. Dit scheelt uw<br />
zorgmedewerkers veel tijd en u bespaart op duur <strong>incontinentie</strong>materiaal.<br />
Efficiënt inkopen en inzetten van <strong>incontinentie</strong>materiaal<br />
Voor sommige cliënten kan een hoogabsorptie verband betekenen dat<br />
ze ’s nachts kunnen doorslapen.<br />
De zorgmedewerker dient deze optie met de cliënt te bespreken. Sommige cliënten<br />
vinden dat namelijk fijner. En het bespaart de medewerker direct veel tijd.<br />
Modern <strong>incontinentie</strong>materiaal verkort de tijd die nodig is per verschoning. De<br />
resultaten verschillen per<br />
merk. Duidelijk is dat de speciale buikbandontwerpen tijdsvoordeel opleveren.<br />
Maak de zorgmedewerker bewust van het belang van het juiste gebruik van<br />
<strong>incontinentie</strong>materiaal.<br />
Maak geregeld een afspraak met de consulent van uw vaste leverancier.<br />
Zeker als u een (te) hoog verbruik van <strong>incontinentie</strong>materiaal constateert. Samen<br />
met de consulent bekijkt u hoe u het verbruik kunt terugdringen. De consulent kan<br />
u ook alles vertellen over de laatste innovaties en de beste materialen.<br />
De fysieke belasting rondom continentiezorg verminderen<br />
Innovaties om fysieke belasting te verminderen zijn <strong>bij</strong>voorbeeld: sta-op-toilet,<br />
bladderscan, postoel, klik- klak-systeem, spoel-droog-toilet, draadloos <strong>incontinentie</strong><br />
notificatiesysteem.<br />
De aanschaf van een innovatie zoals een sta-op-toilet of klik-klak-systeem is<br />
duur, maar op de lange termijn kosteneffectief. Uw medewerkers zijn minder tijd kwijt<br />
met de zorg rondom de toiletgang.<br />
Wees terughoudend <strong>bij</strong> de aanschaf van toiletverhogingen. Op een<br />
verhoogde toiletpot hebben veel cliënten last van een extra moeizame toiletgang<br />
door de relatief hoge en slechte houding waarin ze zitten. Dit leidt uiteindelijk tot<br />
minder goede zorg rondom te toiletgang.<br />
Geef uw medewerkers regelmatig een scholing van een Arbocoach over<br />
tiltechnieken en het gebruik van tilliften voor moeilijke situaties.<br />
Zie de factsheet Incontinentie