25.09.2013 Views

Wiegwijs 3 - GroenekruisDomicura

Wiegwijs 3 - GroenekruisDomicura

Wiegwijs 3 - GroenekruisDomicura

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Wiegwijs</strong> 3<br />

Instructieboekje<br />

1


Voorwoord<br />

In deel drie van onze reeks ‘<strong>Wiegwijs</strong>’ vindt u in het kort alle informatie<br />

die de kraamverzorgende u zal geven tijdens de kraamperiode.<br />

Er komen straks ook allerlei gegevens in te staan over die eerste dagen<br />

met uw baby. Dat maakt van dit boekje - behalve een handig naslagwerk<br />

- hopelijk een waardevolle herinnering aan uw kraamtijd.<br />

Om die periode die zo bijzonder is voor u en uw gezin zo prettig<br />

mogelijk te laten verlopen, werken onze medewerkers met<br />

het ‘Zorgplan’. Hierin worden alle bijzonderheden voor uw kraambed,<br />

de voorlichting en instructies genoteerd, maar ook de afspraken die<br />

er worden gemaakt over huishoudelijke taken.<br />

Wij wensen u een fijne kraamtijd toe.<br />

<strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg BV<br />

Joke Verbugt<br />

Directeur<br />

2


Inhoudsopgave<br />

De kwaliteit van de kraamzorg 4<br />

Het Zorgplan 4<br />

Doel van de zorgverlening 6<br />

Hygiëne 6<br />

Veiligheid 7<br />

Wiegendood 7<br />

Consultatiebureau 8<br />

Temperatuurlijst kraamvrouw 10<br />

Temperatuurlijst baby 11<br />

Kraamdagboek en voedingslijst 12<br />

Aantekeningen 20<br />

Checklist borstvoeding in de kraamtijd 21<br />

Checklist voorlichting en instructie kraamvrouw 22<br />

Checklist voorlichting en instructie baby 23<br />

Trefwoordenlijst ten aanzien van de baby 24<br />

Trefwoordenlijst ten aanzien van de kraamvrouw 46<br />

Oefeningen voor in het kraambed 56<br />

3


De kwaliteit van de kraamzorg<br />

Kwaliteit leveren betekent voor <strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg:<br />

• dat een gediplomeerde kraamverzorgende op professionele wijze zorg<br />

verleent;<br />

• dat die zorg is afgestemd op de wensen, behoeften en verwachtingen<br />

van het gezin.<br />

De dienst Kraamzorg is sinds 1999 in het bezit van het ISO certificaat<br />

van het kwaliteitskeurmerk HKZ en sinds november 2005 van het certificaat<br />

Zorg voor Borstvoeding van WHO/Unicef.<br />

Het Zorgplan<br />

Om de kwaliteit van de kraamzorg te kunnen bewaken wordt in ieder<br />

gezin het Zorgplan gebruikt. Hierin worden de afspraken genoteerd die<br />

gemaakt zijn tussen u en de kraamverzorgende. Ook noteert de kraamverzorgende<br />

alle bijzonderheden m.b.t. de verzorging, en wat zij naar<br />

aanleiding van die bijzonderheden heeft gedaan. Dit stelt de leidinggevende<br />

van de kraamverzorgende mede in staat (achteraf) te beoordelen of de<br />

geleverde zorg heeft voldaan aan de kwaliteit die <strong>GroenekruisDomicura</strong><br />

nastreeft.<br />

Bewaarplicht Zorgplan<br />

<strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg heeft de wettelijke verplichting het<br />

Zorgplan vijftien jaar in het archief te bewaren. Dit is vastgesteld in het<br />

Burgerlijk Wetboek (Artikel 454, boek 7, titel 7, afdeling 5).<br />

Na het verstrijken van deze periode van vijftien jaar, wordt het Zorgplan<br />

vernietigd. Daarom zal de kraamverzorgende, aan het eind van de kraamperiode,<br />

het bij u gebruikte Zorgplan meenemen en inleveren bij het<br />

Bedrijfsbureau Kraamzorg. Wilt u hier meer over weten, dan kunt u<br />

contact opnemen met het Bedrijfsbureau.<br />

4


Inzage in het Zorgplan<br />

Gedurende de periode dat het Zorgplan in het archief bewaard wordt,<br />

hebben de leidinggevende van de kraamverzorgende en de directeur<br />

Kraamzorg inzage in het Zorgplan. Zij zullen, uit hoofde van hun beroepsgeheim,<br />

alle persoonlijke informatie die het Zorgplan bevat, vertrouwelijk<br />

behandelen.<br />

Zij zullen het Zorgplan slechts inkijken om de kwaliteit van de geleverde<br />

zorg te beoordelen. De Inspectie van Volksgezondheid, waar de kraamzorg<br />

van <strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg onder valt, kan bij een inspectiebezoek<br />

een steekproef nemen uit de gearchiveerde Zorgplannen.<br />

Dit ter beoordeling van de kwaliteit van de totale dienstverlening van<br />

het kraamcentrum. Ook de Inspecteurs van Volksgezondheid hebben<br />

beroepsgeheim.<br />

Doel van de zorgverlening<br />

Het is onze doelstelling ertoe bij te dragen dat u als ouders, wanneer de<br />

kraamperiode voorbij is, in staat bent (weer) zelf voor de pasgeborene<br />

en het gezin te zorgen. Kraamzorg is in de eerste plaats gericht op de<br />

gezondheid en het welzijn van u en uw pasgeboren baby. Daarom zal de<br />

kraamverzorgende dagelijks een aantal kraamzorgactiviteiten uitvoeren en<br />

haar observaties noteren op de temperatuurlijst en in het Zorgplan.<br />

Hygiëne<br />

Vanuit hygiënisch oogpunt, en ter voorkoming van infecties, zal de<br />

kraamverzorgende:<br />

• handschoenen dragen bij alle handelingen en werkzaamheden waarbij<br />

zij met bloed in aanraking kan komen;<br />

• haar handen wassen voor en na alle verzorgende handelingen bij de<br />

kraamvrouw en de baby;<br />

• een overschort dragen bij de controles en de verzorging van de<br />

kraamvrouw en de baby.<br />

6


Veiligheid<br />

In <strong>Wiegwijs</strong> 2 hebben we een aantal adviezen voor u op een rijtje gezet<br />

met betrekking tot de veiligheid van het bedje en de kinderwagen.<br />

Houd ook het volgende goed in de gaten:<br />

• Laat uw baby nooit alleen op de commode, een tafel of bank liggen.<br />

Wordt u plotseling weggeroepen, leg uw kindje dan terug in bed of<br />

eventueel op de grond.<br />

• Een baby vindt het heerlijk om af en toe een poosje in een wipstoeltje<br />

te zitten. Zet dit stoeltje altijd op de grond en nooit op een tafel.<br />

Wiegendood<br />

Wiegendood - waarbij een gezonde baby onverwacht overlijdt - komt<br />

gelukkig steeds minder voor. Dat komt omdat we steeds meer weten<br />

over de risicofactoren. Als u de volgende adviezen opvolgt, wordt de<br />

kans op wiegendood een heel stuk kleiner.<br />

1. Laat uw baby altijd op zijn rug slapen. Vanuit zijligging rolt een baby al<br />

na een paar weken gemakkelijk op z’n buik.<br />

2. Voorkom dat uw kindje ’t te warm krijgt. Gebruik daarom geen dekbedje<br />

tot hij 2 jaar is. Een lakentje met een dekentje of een goed passende<br />

slaapzak is veel veiliger. Kleed de baby ook niet te warm aan.<br />

3. Maak, wanneer u een dekentje gebruikt, het bedje zo op dat de baby<br />

met de voetjes tegen het voeteneinde ligt. Gebruik geen stootkussens<br />

in het bedje. Een passende trappelzak is beter. Is de trappelzak gewatteerd,<br />

dan hebt u geen deken meer nodig.<br />

4. Laat de baby, als het even kan, zeker het eerste half jaar bij u op de<br />

kamer slapen. U kunt hem dan beter in de gaten houden. Neem uw<br />

kind liever niet bij u in bed - zeker niet als u een waterbed hebt. Neem<br />

de baby ook nooit bij u in bed bij medicijn-, alcohol- en drugsgebruik.<br />

5. Rook nooit in het bijzijn van de baby. Een huis waar niet wordt gerookt is<br />

het beste voor uw kind. Kunt u echt niet stoppen, probeer dan te minderen.<br />

Houd in ieder geval de babykamer rookvrij, maar zorg er ook voor<br />

dat de baby niet ‘meerookt’ (bijvoorbeeld in de auto). Rook blijft zo’n<br />

acht uur in een kamer hangen. Lucht daarom regelmatig (ook de babykamer).<br />

7


6. Gebruik als u borstvoeding geeft geen geneesmiddelen die slaap-<br />

verwekkend zijn. Raadpleeg bij twijfel de huisarts.<br />

7. Reizen, drukke visites, logeerpartijen en allerlei ongewone gebeurtenissen<br />

kunnen een zuigeling behoorlijk van slag brengen, waardoor hij onrustig<br />

slaapt. Zorg daarom voor rust en regelmaat.<br />

Consultatiebureau<br />

Binnen drie weken na de geboorte bezoekt de Jeugdgezondheidszorg<br />

verpleegkundige u thuis. Tijdens dit huisbezoek wordt de 1e afspraak<br />

voor het consultatiebureau gemaakt, ontvangt u de folder ‘Het consultatiebureau’,<br />

het groeiboekje en alle informatie over de zorg die wij<br />

bieden op het consultatiebureau.In het eerste levensjaar komt u geregeld<br />

naar het consultatiebureau, na de eerste verjaardag ongeveer eenmaal<br />

per jaar. Op onze website, www.groenekruisdomicura.nl,<br />

vindt u een actueel overzicht van de momenten waarop u het consultatiebureau<br />

bezoekt.<br />

Voor de totale ontwikkeling van uw kind<br />

Wij volgen de totale ontwikkeling van uw kind vanaf de geboorte tot de<br />

leeftijd van vier jaar. Wij kijken naar alle factoren die van invloed zijn op<br />

de ontwikkeling van kinderen. Naast de lichamelijke (o.a. ogen en groei),<br />

sociale en emotionele ontwikkeling bespreken wij met u de brede opvoedingsomgeving<br />

van uw kind. U als ouder bent daarbij erg belangrijk.<br />

U kunt met al uw vragen bij ons terecht. Denkt u daarbij aan vragen<br />

over slapen, eten, spelen, huilen, het omgaan met een nieuw broertje<br />

of zusje, maar ook aan vragen over ingrijpende gebeurtenissen die van<br />

invloed zijn op uw gezin.<br />

8


Een belangrijke taak van de jeugdgezondheidszorg is het tijdig signaleren<br />

van eventuele problemen en afwijkingen. Indien nodig kan snel met u,<br />

en eventueel met andere hulpverleners, bekeken worden aan welke hulp<br />

en ondersteuning u en uw kind behoefte hebben.<br />

Spreekuur en huisbezoeken<br />

Wekelijks houdt het consultatiebureauteam in uw wijk spreekuren waar<br />

u zonder afspraak terecht kunt met vragen, of om uw kindje te wegen en<br />

te meten. Wanneer er bijzonderheden zijn, of wanneer u meer tijd nodig<br />

heeft en behoefte heeft aan een persoonlijk gesprek, dan is het mogelijk<br />

dat de Jeugdgezondheidszorg verpleegkundige een extra huisbezoek<br />

brengt. Indien noodzakelijk kan het consultatiebureauteam u ondersteunen<br />

als blijkt dat verwijzing naar een specialist, huisarts of andere instantie<br />

wenselijk is.<br />

Samenwerkingspartners<br />

De dienst Jeugdgezondheidszorg werkt intensief samen met gemeentes,<br />

de GGD Zuid Limburg, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, het welzijnswerk<br />

en andere instanties op het gebied van zorg aan jeugdigen en<br />

hun ouders.<br />

9


Temperatuurlijst kraamvrouw<br />

10


Temperatuurlijst baby<br />

11


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

1 e dag<br />

Vochtbalans<br />

12<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

2 e dag<br />

Vochtbalans<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden<br />

13


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

3 e dag<br />

Vochtbalans<br />

14<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

4 e dag<br />

Vochtbalans<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden<br />

15


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

5 e dag<br />

Vochtbalans<br />

16<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

6 e dag<br />

Vochtbalans<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden<br />

17


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

7 e dag<br />

Vochtbalans<br />

18<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden


Kraamdagboek en voedingslijst<br />

8 e dag<br />

Vochtbalans<br />

tijd voeding urine ontlasting kruiken bijzonderheden<br />

19


Aantekeningen<br />

20


Checklist borstvoeding in de kraamtijd<br />

O hygiëne<br />

O zorgvuldig aanleggen<br />

O voedingshouding:<br />

O zittend op twee manieren<br />

O liggend<br />

O hoe vaak voeden<br />

O hoe lang voeden<br />

O voor- en nadelen van voeden<br />

op verzoek<br />

O rooming in<br />

O nachtvoedingen<br />

O toeschietreflex<br />

O plasluiers, ontlasting<br />

O weegbeleid<br />

O stuwing<br />

O nadelen van (fop)speen<br />

O bijvoeding: waarom en hoe<br />

O extra vitamine D<br />

O extra vitamine K<br />

O afkolven<br />

O welke methode<br />

O wanneer<br />

O regeldagen, tijdelijk niet<br />

genoeg melk<br />

O voorkomen van borstontsteking<br />

O tot 5 á 6 maanden alleen<br />

moedermelk<br />

O borstvoedingorganisaties<br />

regionaal/landelijk adres en<br />

telefoonnummer<br />

O bijzonderheden<br />

Consultatiebureau <strong>GroenekruisDomicura</strong><br />

Tel: 043 3 690 680<br />

<strong>GroenekruisDomicura</strong><br />

Donate Gielissen en Karin Janssen<br />

Lactatiekundige IBCLC<br />

Tel: 06 49 879 943<br />

21


Checklist voorlichting en instructie kraamvrouw<br />

Lichaamshygiëne ter<br />

voorkoming van complicaties<br />

O borsten<br />

O vloeien<br />

O hechtingen<br />

Baarmoeder<br />

O bevorderen contractie<br />

O weeën<br />

Rust en mobiliseren<br />

O rusten<br />

O mobiliseren<br />

Verzorging van de borsten<br />

bij flesvoeding<br />

O voorkomen stuwing<br />

O stuwing<br />

Voeding<br />

O gezonde voeding en drinken<br />

O specifiek bij borstvoeding<br />

O extra vitamine D<br />

Uitscheiding<br />

O urine<br />

O ontlasting<br />

22<br />

Integratie baby/gezin<br />

O verwerken zwangerschap/<br />

bevalling<br />

O hormoonveranderingen na<br />

de bevalling<br />

O kraamtranen<br />

O van streek zijn<br />

O baby<br />

O partner<br />

O reacties van eventuele andere<br />

kinderen<br />

Adviezen voor na de kraamtijd<br />

O lichaamshygiëne<br />

O het naar buiten gaan<br />

O rust en activiteit<br />

O dagindeling<br />

O JGZ verpleegkundige<br />

O consultatiebureau<br />

O inroepen van hulp<br />

(huisarts/verloskundige)<br />

Flesvoeding<br />

O techniek fles geven<br />

O opbouw<br />

O bereiden van flesvoeding<br />

O uitkoken flessen en spenen


Checklist voorlichting en instructie baby<br />

Instructie baden<br />

O vader O moeder<br />

O voorbereiding<br />

O in bad doen<br />

O afwerking<br />

O huidverzorging<br />

O nagelverzorging<br />

O oog- en oorverzorging<br />

O verschonen<br />

Controle groei<br />

(met name bij borstvoeding)<br />

O wegen<br />

O observatiepunten:<br />

uitscheiding, gedrag,<br />

huidspanning<br />

O uitscheiding<br />

Urine<br />

O kleur<br />

O uraatkristallen<br />

O hoeveelheid/frequentie<br />

Ontlasting<br />

O meconium/normale ontlasting<br />

O geur<br />

O hoeveelheid/frequentie<br />

O pseudomenstruatie (meisje)<br />

Uiterlijk<br />

O kleur huid (geel worden),<br />

haar, ogen<br />

O huidsoort<br />

O nagels<br />

O fontanel<br />

O navel<br />

O ademhaling<br />

O beweeglijkheid<br />

Temperatuur<br />

O baby<br />

O omgeving<br />

Gedrag/houding van baby bij:<br />

O drinken<br />

O huilen<br />

O slapen<br />

O kijken<br />

O verschonen<br />

O in bad<br />

O PKU/CHT/AGS<br />

23


Trefwoordenlijst ten aanzien van de baby<br />

• In bad<br />

• Bed/wieg opmaken<br />

• Borstvoeding<br />

• Darmkrampjes<br />

• Flessen en spenen<br />

schoonmaken<br />

• Flesvoeding maken<br />

• Fopspeen<br />

• Geel zien<br />

• Gewichtsverlies<br />

• Haarverzorging<br />

• Hielprik en neonatale<br />

gehoorscreening<br />

• Huidverzorging<br />

• Huilen<br />

• Kruiken<br />

• Luieruitslag<br />

• Misselijkheid<br />

• Naar buiten met uw baby<br />

• Nagelverzorging<br />

• Navelverzorging<br />

• Neusje schoonmaken<br />

• Ontlasting<br />

• Oogjes schoonmaken<br />

• Oortjes schoonmaken<br />

• Opgezette borstjes<br />

• Plasluiers<br />

• Pseudomenstruatie<br />

• Regeldagen<br />

• Rust en regelmaat<br />

• Slaaphouding<br />

• Spenen<br />

• Spugen<br />

• Temperatuur<br />

• Themabijeenkomsten en cursussen<br />

• Vaccinaties<br />

• Verkoudheid<br />

• Vitamines<br />

• Zwemmen met uw baby<br />

Omdat we niet weten of uw baby een jongen of een meisje zal zijn, en in het belang van de<br />

leesbaarheid, hebben we het in dit boekje over ‘hij’ als het over de baby gaat. Om daar wat<br />

tegenwicht aan te bieden maken we van de verloskundige en de kraamverzorgende een ‘zij’.<br />

24


In bad<br />

Als u uw baby in bad wilt doen, kunt u een gewoon babybadje of een schone<br />

emmer gebruiken. Zet het badje op een tochtvrije, warme plaats van ± 20°C.<br />

De kraamverzorgende zal u laten zien welke spullen u kunt gebruiken en<br />

hoe u uw baby in bad doet. De eerste dag gaat de baby meestal niet in<br />

bad. De huidsmeer krijgt dan de tijd om in te trekken.<br />

Tip<br />

In de kraamperiode gaat de baby meestal iedere ochtend in bad. Als u<br />

er straks alleen voor staat, kunt u best eens een dagje overslaan. Vooral<br />

als uw baby een droge huid of andere huidprobleempjes heeft. Ook kunt<br />

u uw kindje ‘s avonds in bad doen. Net wat u zelf het prettigst vindt. De<br />

baby zal dan misschien beter slapen.<br />

Bed/wieg opmaken<br />

Een babybedje moet altijd laag worden opgemaakt, zodat de voetjes van<br />

de baby tegen het voeteneind aan liggen. Dit om wiegendood te voorkomen.<br />

Het gebruik van een zeiltje wordt niet geadviseerd in verband met het<br />

gevaar voor een lekkende kruik en wiegendood. Als u persé een zuurstofdoorlatend<br />

stoffen zeiltje wilt gebruiken, mag dat alleen onder de billen<br />

van de baby liggen. Het zeiltje komt dan onder de molton. Eventueel<br />

kunt u een gevouwen luier onder het hoofdje leggen. Als de baby dan<br />

spuugt, hoeft u niet het hele bed te verschonen. Daarna komen het<br />

bovenlakentje en de deken. Op de matras komt eerst de molton onderlegger<br />

en daaroverheen het onderlaken.<br />

Borstvoeding<br />

Direct na de geboorte heeft uw baby een sterke zuigreflex. Door het<br />

zuigen aan de borst komt de borstvoeding op gang. Ook stimuleert dat<br />

zuigen het samentrekken van de baarmoeder. Het is heel normaal als uw<br />

baby de eerste dagen veel aan de borst wil drinken: er worden immers<br />

26


maar kleine hoeveelheden aangemaakt.<br />

Die eerste moedermelk heet colostrum. Om de borstvoeding goed op<br />

gang te brengen, is het belangrijk om bij iedere voeding beide borsten<br />

aan te bieden. Voed uw baby wanneer hij daarom vraagt en laat hem drinken<br />

tot hij tevreden en voldaan is en de borst vanzelf loslaat. Let erop dat<br />

uw kindje niet aan uw tepel sabbelt. Hij zuigt goed als hij de tepel en<br />

een gedeelte van de tepelhof in zijn mond heeft. Wilt u de baby van de<br />

borst halen, steek dan uw pink in de mondhoek van uw baby, zodat het<br />

vacuüm wordt opgeheven.<br />

Als u borstvoeding geeft, betekent dat niet dat u bepaalde dingen niet<br />

mag eten. Dat een baby die borstvoeding krijgt in het begin een zachte,<br />

soms waterige ontlasting heeft, is normaal. Uw voedingsgewoonten hebben<br />

daar in principe geen invloed op. Wel kunt u zelf in de gaten houden<br />

of uw baby op bepaalde dingen die u eet met buikpijn reageert.<br />

Wanneer u borstvoeding geeft, kunt u niet zien hoeveel uw baby precies<br />

drinkt. Is hij tevreden, dan mag u ervan uit gaan dat hij voldoende voeding<br />

krijgt. Uw kindje zal, als de borstvoeding eenmaal op gang is gekomen,<br />

5 - 6 natte luiers en 2 of meer keer ontlasting per dag hebben. Wilt u<br />

meer zekerheid dan kunt u uw baby een keer laten wegen tijdens het<br />

spreekuur van de JGZ verpleegkundige op het consultatiebureau.<br />

Wat de moeder betreft: rust stimuleert de borstvoeding.<br />

Borstvoeding en de lactatiekundige<br />

Iedere moeder kan in principe borstvoeding geven. Met een goede voorbereiding<br />

en ondersteuning van de kraamverzorgende in de kraamperiode<br />

verloopt bij vele moeders de borstvoeding zonder problemen,<br />

dus heel natuurlijk. Komen er toch problemen, bijv. bij het aanleggen<br />

of er is onvoldoende moedermelk, dan kan de kraamverzorgende of de<br />

moeder de hulp van onze lactatiekundige inschakelen. Een lactatiekundige<br />

is een professioneel opgeleide borstvoedingsspecialist.<br />

27


Darmkrampjes<br />

Uw baby kan last hebben van darmkrampjes. Als u borstvoeding geeft,<br />

kunt u er zelf op letten op welke voedingsmiddelen uw baby met<br />

krampjes reageert. Dit kunt u aan darmkrampjes doen:<br />

• uw baby over zijn buik wrijven en laten boeren;<br />

• uw baby in een warm bad stoppen;<br />

• uw baby op uw of uw partners buik leggen en over zijn rug wrijven;<br />

• uw baby op zijn buik op uw arm leggen en wiegen;<br />

• voor theesoorten of andere middelen, raadpleeg uw verloskundige of<br />

kraamverzorgende.<br />

Flessen en spenen schoonmaken<br />

Zuigflessen en spenen moeten direct na gebruik omgespoeld worden<br />

met koud water. Daarna dienen ze goed te worden schoongemaakt.<br />

Dit kan het beste in een goed werkende vaatwasmachine. Als deze niet<br />

beschikbaar is, moeten fles en speen worden gereinigd met heet water<br />

en een afwasmiddel. Voor de binnenkant van de fles wordt een speciale<br />

borstel gebruikt. Hierna worden fles en speen goed gespoeld en ondersteboven<br />

op een schone doek te drogen gezet. Als fles en speen op deze<br />

wijze zorgvuldig zijn gereinigd, kan uitkoken achterwege blijven (dit geldt<br />

niet in België en Duitsland). Wel moeten kolven en tepelhoedjes uitgekookt<br />

worden.<br />

28


Flesvoeding maken<br />

Behalve wanneer de verloskundige of arts iets anders met u heeft afgesproken,<br />

wordt de voeding klaargemaakt in de verhouding van 1 schepje<br />

poeder op 30 cc water. Kijkt u voor alle zekerheid altijd op de verpakking.<br />

De voeding wordt per fles klaargemaakt:<br />

• vul de fles met koud of warm stromend kraanwater of afgekoeld<br />

gekookt bronwater;<br />

• tel het benodigde aantal schepjes af en voeg ze aan het water toe<br />

(de schepjes met een mes afstrijken);<br />

• roer de voeding met een schone vork door of schud de fles<br />

(met afdekdop). Niet te hard, want dan ontstaat er te veel schuim.<br />

Het Nederlandse leidingwater kan dus zonder vooraf koken voor de<br />

bereiding van flesvoeding worden gebruikt en hoeft alleen nog maar<br />

op de gewenste temperatuur te worden gebracht. In België is het<br />

wel nodig om het water voor de flesvoeding vooraf te koken of om<br />

mineraalwater te gebruiken;<br />

• verwarm de fles in de magnetron of flessenwarmer tot 37OC. Tip<br />

Als u de afgemeten voeding eerst in een kom doet, kunt u als u de tel<br />

kwijtraakt weer gemakkelijk opnieuw beginnen.<br />

Fopspeen<br />

Een goede fopspeen is plat en wijst schuin naar boven. Voor de eerste<br />

drie maanden kunt u een klein model fopspeen kopen met een speenlengte<br />

van 2 of 2,5 cm. U kunt uw baby een fopspeen geven als hij/zij<br />

• zich niet prettig voelt;<br />

• graag wil duimen;<br />

• graag wil zuigen;<br />

• huilt zonder duidelijke reden. Geeft u borstvoeding? Dan is het belangrijk<br />

dat uw baby zonder problemen de borst neemt voordat u hem een<br />

fopspeen geeft. In plaats van een fopspeen te geven, kunt u uw baby<br />

ook een keer extra aanleggen of op uw pink laten zuigen.<br />

30


Geel zien<br />

De meeste baby’s zien vanaf ongeveer de derde dag een beetje geel.<br />

Dat komt omdat de lever nog niet optimaal functioneert. De afvalstoffen<br />

worden nog niet volledig verwerkt en komen daardoor in het bloed<br />

terecht. De stof bilirubine speelt hierbij een grote rol. Die is ook verantwoordelijk<br />

voor de gele kleur. Bij baby’s die borstvoeding krijgen en dus<br />

voldoende colostrum binnen krijgen, is de kans op geel zien kleiner.<br />

Het bilirubine-gehalte bereikt de hoogste waarde gewoonlijk op de vierde<br />

of vijfde dag na de geboorte en neemt daarna geleidelijk af. De kraamverzorgende<br />

zal u aanraden om uw baby in het daglicht te zetten en<br />

extra voeding te geven. Als uw baby erg geel ziet, zal de verloskundige<br />

het bilirubine-gehalte in het bloed laten bepalen. Is dat erg hoog dan kan<br />

‘foto-therapie’ worden voorgeschreven. De baby wordt dan onder blauwe<br />

lampen gelegd, of op een speciaal matrasje. Uw kindje moet dan wel<br />

tijdelijk in het ziekenhuis worden opgenomen.<br />

Gewichtsverlies<br />

Over het algemeen vallen baby’s in de eerste dagen na de geboorte af.<br />

Uw baby mag maximaal 10% van zijn/haar geboortegewicht verliezen.<br />

Tijdens het kraambed weegt de verloskundige uw baby een aantal keren.<br />

Als u borstvoeding geeft, adviseren wij u om uw kindje de eerste zes<br />

weken regelmatig te laten wegen.<br />

De baby groeit gemiddeld 100 à 150 gram per week. Maar dat kan per<br />

week heel erg verschillen. Als uw baby een keer niet zoveel gegroeid is,<br />

is dat niet erg. Het consultatiebureau heeft speciale ‘weeguren’.<br />

De JGZ verpleegkundige zal u hier meer over vertellen.<br />

31


Haarverzorging<br />

Als uw baby veel haar heeft, kunt u dit met babyshampoo wassen. Het<br />

is belangrijk om de shampoo goed uit te spoelen. Ook al heeft uw baby<br />

erg weinig haar, toch is het goed om de haartjes iedere dag te borstelen.<br />

Dat stimuleert de doorbloeding van de hoofdhuid. Heeft uw kindje ‘berg’<br />

(schilfertjes op het hoofdje) dan kunt u ‘s avonds zijn/haar hoofdje met<br />

vaseline insmeren. De volgende ochtend kunt u de haartjes uitspoelen<br />

en met een fijne kam de schilfertjes verwijderen. U kunt ook (als uw<br />

baby weinig haar heeft) in plaats van een fijne kam een kaart gebruiken.<br />

De vaselineresten en achtergebleven schilfertjes kunt u met babyshampoo<br />

wegwassen.<br />

Hielprik en neonatale gehoorscreening<br />

Na de geboorte van uw kind maken wij telefonisch met u een afspraak<br />

om tussen de 4e en 7e dag de neonatale gehoorscreening en de hielprik<br />

uit te voeren. Het grote voordeel van de gehoortest is dat het gehoor<br />

van de baby zo vroeg mogelijk getest wordt. De screenster doet een<br />

dopje in het oortje en kan met een apparaatje trillingen meten.<br />

Als de baby reageert, dan hoort hij. Soms moet de test herhaald worden.<br />

Dat wil echter nog niet zeggen dat er sprake is van een afwijking.<br />

Uw kind mag die dag vóór de gehoortest niet in bad!<br />

Met de hielprik wordt onderzoek gedaan naar verschillende aangeboren<br />

afwijkingen.<br />

32


Huidverzorging<br />

De babyhuid is erg gevoelig. Zij kan snel uitdrogen, ‘smetten’ of pukkeltjes<br />

vertonen.<br />

Droge huid<br />

Als uw baby een droge huid heeft kunt u hem regelmatig met babylotion<br />

insmeren. Zeep droogt de huid vaak uit. In plaats van zeep te gebruiken,<br />

kunt u beter medicinale badolie of badolie op basis van zemelen aan het<br />

badwater toevoegen. Deze olie laat geen vette film op de huid achter.<br />

Smetten<br />

Een baby heeft veel huidplooitjes. Als die plooitjes niet goed gedroogd<br />

worden na het bad, kan de huid hier stuk gaan. Dit wordt smetten<br />

genoemd. Met een dunne luier kunt u gemakkelijk alle plooitjes drogen.<br />

Een badstoffen handdoek is vaak te dik en neemt niet zo snel vocht op.<br />

Heeft uw kindje toch smetplekjes, dan kunt u daar een dun laagje zinkzalf<br />

op smeren.<br />

Pukkeltjes en blaasjes<br />

Baby’s kunnen wel eens last hebben van pukkeltjes. Meestal gaat het<br />

om verstopte talgkliertjes. Gewoonlijk drogen die pukkeltjes snel in. U<br />

kunt ze beter niet uitdrukken; de dunne babyhuid beschadigt snel. Heeft<br />

uw baby veel pukkeltjes, rode vlekjes of met vocht gevulde blaasjes, overleg<br />

dan even met de JGZ verpleegkundige, huisarts of consultatiebureauarts.<br />

Huilen<br />

Een baby kan maar op één manier duidelijk te maken dat hij zich niet<br />

prettig voelt en dat is door te huilen. Daarom is het belangrijk dat u daar<br />

34


iets mee doet. Dat betekent niet dat u bij elke kik naast het wiegje moet<br />

staan. Maar u hoeft ook niet bang te zijn dat u uw baby verwent door<br />

hem aandacht te geven als hij huilt. Zeker de eerste 6 weken kan een<br />

baby nog niet het verband leggen tussen zijn huilen en uw komst.<br />

Het is niet altijd duidelijk waarom een baby huilt. Het kan zijn dat uw kindje:<br />

• zich alleen voelt;<br />

• geknuffeld wil worden;<br />

• een vieze luier heeft;<br />

• niet lekker ligt;<br />

• het te warm of te koud heeft;<br />

• honger/dorst heeft;<br />

• wil zuigen;<br />

• last heeft van een boertje;<br />

• darmkrampjes heeft;<br />

• niet in slaap kan komen;<br />

• heeft gespuugd.<br />

Kruiken<br />

Gebruik voor uw baby alleen naadloze kruiken met een leertje in de dop.<br />

Die zijn het veiligst omdat ze de kleinste kans op lekkages hebben.<br />

Vul de kruik met kokend water. Zet de kruik in de gootsteen en vul hem<br />

bij met koud water tot hij overloopt; alle lucht is er dan uit. U draait de<br />

dop er goed op door eerst even naar links en vervolgens naar rechts te<br />

draaien. Droog de kruik vervolgens af met een doek en rol hem over<br />

het aanrecht om te kijken of hij niet lekt. De kruik wordt in een luier<br />

geknoopt en met de dop naar beneden in het bedje gelegd. Zorg ervoor<br />

dat de dop niet op een zeiltje ligt. Mocht de kruik toch gaan lekken, dan<br />

loopt het water in de matras en blijft uw baby droog. De kruik mag<br />

nooit direct tegen uw baby aanliggen, want dan kunnen er brandwonden<br />

ontstaan. Leg de kruik bijvoorbeeld boven op het dekentje met de<br />

knoop naar de baby toe, een handbreedte van de baby af. Gebruik geen<br />

rubberen of elektrische kruik of hittepit. Gebruik geen kruik in de kinderwagen/reiswieg,<br />

maxi cosi en kleine wieg als de baby er in ligt.<br />

Voorverwarmen mag wel.<br />

35


Luieruitslag<br />

Luieruitslag ziet eruit als kleine, rode bobbeltjes of vlekjes op de billen<br />

van de baby. Dit kan een reactie zijn op de nieuwe omgeving, op het in<br />

aanraking komen met kleertjes of te maken hebben met de omzettingsproducten<br />

van ontlasting en urine.<br />

Heeft uw kindje luieruitslag, dan kunt u hem het beste zo snel mogelijk<br />

verschonen wanneer hij geplast of gepoept heeft. Smeer na het schoonmaken<br />

een dun laagje zinkzalf op de billetjes. Als uw baby vaak last<br />

heeft van luieruitslag, kunt u ook eens andere luiers proberen. Gebruikt<br />

u katoenen luiers dan kan een ander wasmiddel helpen. Ook het gebruik<br />

van billendoekjes kan een reactie geven. Gebruik dan watten gedrenkt in<br />

water om de billetjes schoon te maken.<br />

Misselijkheid<br />

Vlak na de bevalling kan uw baby wat misselijk zijn. Dat komt door de<br />

druk op het hoofdje tijdens de uitdrijving. Ook kan uw baby wat vruchtwater<br />

binnen hebben gekregen.<br />

Een baby die misselijk is, heeft minder zin om te drinken. De eerste 24 uur<br />

is het niet erg als uw baby niet alle voedingen wil drinken. Als hij rustig<br />

bij u of in z’n bedje kan liggen, is hij waarschijnlijk snel van die misselijkheid<br />

af. Blijft de baby misselijk, overleg dan met de kraamverzorgende en de<br />

verloskundige wat hier aan gedaan kan worden.<br />

Naar buiten met uw baby<br />

U kunt met de verloskundige overleggen wanneer u voor het eerst met<br />

de baby naar buiten kunt. Belangrijk is dat uw kind zich lekker voelt en<br />

zich goed op temperatuur houdt. Bij het aankleden van uw baby kunt u<br />

als uitgangspunt nemen dat wat u zelf aantrekt wanneer u naar buiten<br />

gaat, ook voor de baby voldoende is. Hij heeft wel altijd een mutsje nodig.<br />

Het babyhoofdje is relatief groot en raakt veel warmte kwijt.<br />

36


Waait het erg of regent ‘t, dan kunt u het beste met de wagen tegen<br />

de wind of regen in lopen. Uw baby heeft hier dan het minst last van.<br />

Laat de wagen nooit in de volle zon staan.<br />

Nagelverzorging<br />

Vlak na de geboorte kan de baby al lange nagels hebben. Die kunt u beter<br />

niet knippen, omdat het nagelbed snel beschadigd raakt en dan kan gaan<br />

ontsteken. U kunt de nageltjes wel vijlen met een kartonnen vijltje, of ze<br />

voorzichtig afbijten. Na 6 weken mag u ze met een speciaal babynagelschaartje<br />

knippen.<br />

Navelverzorging<br />

Vlak na de bevalling zit er altijd wat bloed aan de navelstomp. Dat is<br />

normaal. De navelstomp mag echter niet echt gaan bloeden. Gebeurt dat<br />

toch dan moet meteen de verloskundige of huisarts gewaarschuwd worden.<br />

Als de navelstomp er goed uitziet, hoeft er alleen maar een steriel gaasje<br />

omheen. Bij een beginnende ontsteking moet het navelstompje - in overleg<br />

met de verloskundige - behandeld worden.<br />

De navelstomp droogt steeds verder in, totdat er een donker, hard strengetje<br />

overblijft. Dat valt er vanzelf af. Ook het naveltje kan er wat ontstoken uitzien.<br />

Het wondje kan dan op dezelfde manier behandeld worden, in overleg met<br />

de verloskundige.<br />

Neusje schoonmaken<br />

Als uw baby een vieze neus heeft, kunt u die schoonmaken met een vochtig<br />

gaasje of watje. Dat gaat het gemakkelijkst wanneer u er een puntje<br />

aan draait. Maak het neusgat vervolgens met een draaiende beweging<br />

schoon. Wattenstaafjes kunt u beter niet gebruiken. Die zijn te hard.<br />

U duwt het vuil er dan in, in plaats van dat u het eruit haalt.<br />

37


Ontlasting<br />

De eerste ontlasting van uw baby is taai en gitzwart en wordt meconium<br />

genoemd. Naarmate de baby meer voeding krijgt, verandert de ontlasting.<br />

Tip<br />

Meconium is - omdat het zo taai is - moeilijk van de billetjes af te krijgen.<br />

Als u de babybips na het verschonen met wat olie of zalf insmeert, haalt u<br />

’t er gemakkelijker vanaf.<br />

Bij baby’s die borstvoeding krijgen, kan de ontlasting heel dun zijn. In dat<br />

verband wordt vaak gesproken van ‘spuitluiers’. Het aantal poepluiers van<br />

kindjes die de borst krijgen, kan per dag sterk verschillen. Normaal heeft<br />

een baby vanaf dag vier totdat hij zes weken oud is, minimaal twee keer<br />

ontlasting per dag. Daarna kan dat afnemen tot eens per tien dagen.<br />

Bij baby’s die flesvoeding krijgen, is de ontlasting soms wat harder.<br />

Meestal heeft de baby één keer per dag een poepluier. Is de ontlasting erg<br />

hard, dan kunt u wat extra water bij de flesvoeding doen. Maak de voeding<br />

klaar volgens de gebruiksaanwijzing. Doe de hoeveelheid die uw kindje<br />

nodig heeft in de fles en voeg daar 10 cc. water aan toe. Zo krijgt de baby<br />

én voldoende voedingstoffen én extra vocht. Bij verstopping kan de JGZ<br />

verpleegkundige of arts advies geven.<br />

Oogjes schoonmaken<br />

Als de oogjes vuil zijn of licht ontstoken, kunt u ze schoonmaken met een<br />

gaasje of watje met kraanwater. Maak de oogjes van buiten naar binnen<br />

schoon en pak steeds een schoon gaasje/watje. Blijven de oogjes lang<br />

vuil, dan heeft uw baby misschien verstopte traanbuisjes. Blijven de oogjes<br />

ontstoken, ga dan naar de huisarts.<br />

Tip<br />

Het is handig om de oogjes vóór de voeding schoon te maken. Bij verstopte<br />

traanbuisjes kunt u tijdens de voeding voorzichtig met uw wijsvinger de<br />

binnenste ooghoeken van de baby masseren (in de richting van de neus).<br />

38


Oortjes schoonmaken<br />

Het is heel natuurlijk als er oorsmeer in het oor zit. Het is dan ook niet<br />

nodig om de oortjes schoon te maken. Een teveel aan oorsmeer (en vuil)<br />

wordt door de haartjes die in de gehoorgang zitten naar buiten gewerkt.<br />

Maakt u de gehoorgang toch schoon, dan wordt het oor geprikkeld om<br />

meer oorsmeer te maken. Ook wordt er bij het schoonmaken vaak meer<br />

oorsmeer naar binnen geduwd dan dat er uit komt. De oorschelp kunt u<br />

wel schoonmaken. Dat gaat het gemakkelijkst met een gaasje of watje<br />

waar u een puntje aan hebt gedraaid. Wattenstaafjes kunt u ook nu beter<br />

niet gebruiken. Als u per ongeluk te ver met het wattenstaafje het oor<br />

ingaat, kan het trommelvlies beschadigen.<br />

Opgezette borstjes<br />

Zowel meisjes als jongens kunnen na de geboorte opgezette borstjes<br />

hebben. Dat komt door de hormonen die de baby tijdens de zwangerschap<br />

van de moeder krijgt. Soms komt er zelfs wat vocht uit. Dat wordt<br />

‘heksenmelk’ genoemd. Opgezette borstjes en heksenmelk zijn volkomen<br />

onschuldig en gaan vanzelf weer weg. Wel moet u erop letten dat de<br />

borstjes niet gaan ontsteken. Overleg in dat geval met de verloskundige<br />

of huisarts wat er aan gedaan kan worden.<br />

39


Plasluiers<br />

Vanaf ongeveer de vierde dag heeft een baby zes plasluiers per etmaal.<br />

De urine moet helder en reukloos zijn. Tijdens de eerste dagen ziet u<br />

soms oranje kristallen in de plasluier. Deze zogenaamde uraatkristallen<br />

ontstaan doordat de baby nog maar weinig vocht binnenkrijgt.<br />

Pseudomenstruatie<br />

Gedurende de eerste dagen na de geboorte kan het bij een meisje<br />

voorkomen dat er wat bloed en slijm in de plasluiers zit. Dat komt omdat<br />

ze vrouwelijke hormonen van de moeder heeft meegekregen. Dit is<br />

onschadelijk.<br />

Regeldagen<br />

Rond de tiende dag, rond zes weken en weer rond drie maanden,<br />

kan uw baby plotseling meer behoefte aan borstvoeding hebben. Uw<br />

kindje wordt actiever en maakt rond deze periodes een groeispurt door.<br />

Daarom heeft hij meer voeding nodig. Als u uw baby een paar dagen<br />

vaker aanlegt, zult u meer melk gaan produceren. Uw baby krijgt op die<br />

manier weer voldoende voeding. Voor uzelf is het belangrijk dat u tijdens<br />

deze ‘regeldagen’ voldoende rust neem en extra drinkt. Let rond deze<br />

dagen goed op het aanleggen.<br />

Rust en regelmaat<br />

In het begin zal de baby het grootste deel van de dag slapen. Dat heeft<br />

hij nodig om te kunnen groeien. Als de baby vaak wakker gemaakt wordt,<br />

of veel van hand tot hand gaat, kan hij erg uit zijn doen raken. Hij wil dan<br />

bijvoorbeeld niet drinken, drinkt onrustig of huilt veel. Laat de baby daarom<br />

niet in de box slapen, maar in zijn eigen bedje. Plan ook niet te veel<br />

activiteiten op één dag.<br />

40


Slaaphouding<br />

Naar slaaphoudingen is in verband met wiegendood veel onderzoek<br />

gedaan. Omdat buikligging een grotere kans op wiegendood geeft, wordt<br />

afgeraden om een baby op de buik te laten slapen.<br />

Op dit moment adviseren de deskundigen om baby’s op de rug te leggen.<br />

Soms adviseert de verloskundige of een arts (bijvoorbeeld na ziekenhuisopname)<br />

wisselligging. Ook dan kunt u vanaf dag zeven of acht uw baby<br />

beter op de rug laten slapen. De kans dat uw baby vanuit zijligging op de<br />

buik rolt, is namelijk groot, zeker als u een rolletje (opgerolde handdoek<br />

of luier) in de rug van de baby legt. Het gebruik van een speciaal kussen<br />

om de baby op de zij te leggen, raden wij daarom af.<br />

Spenen<br />

Er zijn verschillende soorten spenen te koop. Op zich zijn alle spenen<br />

goed, maar het kan zijn dat uw baby met de ene speen beter drinkt dan<br />

met de andere. U kunt dit zo nodig uitproberen.<br />

Een speen kan ongeveer zes weken lang gebruikt worden. Controleer<br />

regelmatig of de speen nog goed is. Er mogen geen scheurtjes in zitten<br />

en hij mag niet plakkerig aanvoelen.<br />

Spreekuur en huisbezoeken<br />

Wekelijks houdt het consultatiebureauteam in uw wijk spreekuren waar<br />

u zonder afspraak terecht kunt met vragen, of om uw kindje te wegen en<br />

te meten. Wanneer er bijzonderheden zijn, of wanneer u meer tijd nodig<br />

heeft en behoefte heeft aan een persoonlijk gesprek, dan is het mogelijk<br />

dat de Jeugdgezondheidszorg verpleegkundige een extra huisbezoek<br />

brengt. Indien noodzakelijk kan het consultatiebureauteam u ondersteunen<br />

als blijkt dat verwijzing naar een specialist, huisarts of andere instantie<br />

wenselijk is.<br />

42


Spugen<br />

Na de bevalling kan uw baby wat misselijk zijn en spugen. Soms is dat<br />

braaksel wat bruin/rood van kleur. Uw baby heeft dan tijdens de geboorte<br />

wat bloed en vruchtwater binnengekregen.<br />

Ook na de voeding kan een baby wat spugen. Bij borstvoeding komt dat<br />

wat vaker voor dan bij flesvoeding. Als uw baby goed aankomt en regelmatig<br />

een natte luier heeft, is er niets aan de hand. Bij twijfel kunt u altijd<br />

de Jeugdgezondheidszorg verpleegkundige of arts om advies vragen.<br />

Tip<br />

Na het spugen kunt u het mondje van uw baby met een steriel gaasje<br />

schoonmaken.<br />

Temperatuur<br />

De normale temperatuur van een pasgeborene ligt tussen de 36,5 en<br />

37,5 graden. Wanneer uw baby een hogere of lagere temperatuur heeft,<br />

kunt u hem beter niet in bad doen. Bij een te lage temperatuur koelt<br />

hij immers nog meer af als hij in bad gaat. Bij een te hoge temperatuur<br />

koelt hij te snel af.<br />

Heeft uw baby een lagere temperatuur, dan kunt u een extra kruik geven<br />

of een mutsje opdoen. Heeft uw baby een hogere temperatuur, haal dan<br />

eventueel de kruik weg, haal een deken weg of kleed de baby koeler.<br />

Vaccinaties<br />

Uw kind krijgt op het consultatiebureau, indien u als ouder/verzorger<br />

hiermee akkoord gaat, de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma.<br />

Op onze website, www.groenekruisdomicura.nl, vindt u het overzicht van<br />

de momenten waarop uw kind gevaccineerd wordt en om welke vaccinaties<br />

het gaat.<br />

43


Verkoudheid<br />

Uw baby heeft nog weinig weerstand tegen infecties en kan snel verkouden<br />

worden. Is de baby verkouden, dan kan dat wat moeilijkheden geven<br />

tijdens de voeding. Drinken gaat nu eenmaal niet zo gemakkelijk met een<br />

verstopte neus. Het helpt dan als u het neusje voor de voeding schoonmaakt<br />

(zie: neusje schoonmaken). Is uw baby erg verkouden, dan kunt u<br />

in overleg met de verloskundige/huisarts een zoutwater oplossing geven<br />

voordat u gaat voeden.<br />

Vitamines<br />

Baby’s die borstvoeding krijgen, krijgen op advies van de verloskundige/<br />

huisarts en het consultatiebureau vanaf een week na de geboorte extra<br />

vitamine K en D. Beide vitamines komen in de borstvoeding niet voor.<br />

Vitamine K heeft de baby nodig voor de bloedstolling. Direct na de<br />

geboorte krijgen alle baby’s deze vitamine toegediend.<br />

Vitamine D heeft de baby nodig voor de botopbouw. Beide vitamines<br />

kunnen volgens het voorschrift van het consultatiebureau gegeven worden.<br />

Een handig tijdstip is vóór de borstvoeding. U kunt de vitamines gewoon<br />

in de mond druppelen.<br />

44


Zwemmen met uw baby<br />

U kunt tegenwoordig in veel zwembaden zwemmen met uw baby.<br />

Jonge baby’s hebben een ademhalingsreflex, waardoor de ademhaling<br />

geblokkeerd wordt, zodra de baby onder water komt. Zo krijgt hij geen<br />

water binnen. Die reflex verdwijnt gewoonlijk als de baby een maand of<br />

drie is.<br />

Als u met uw kindje gaat zwemmen, kan deze reflex blijven werken.<br />

Babyzwemmen heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat zwemmen<br />

goed is voor de bloedsomloop, de ademhaling, het zenuwstelsel en de<br />

motorische ontwikkeling. Het is ook heel leuk om samen met uw baby in<br />

het water te spelen.<br />

Een nadeel is dat het voor de baby erg vermoeiend kan zijn. Ook zijn niet<br />

alle zwembaden verwarmd, waardoor hij sterk kan afkoelen. Omdat er<br />

chemische stoffen aan het water worden toegevoegd kan de baby bovendien<br />

last krijgen van irritaties aan ogen, oren, huid en neusslijmvliezen.<br />

Bij het zwembad bij u in de buurt kunnen ze u meer informatie geven.<br />

45


Trefwoordenlijst ten aanzien van de kraamvrouw<br />

• Aambeien<br />

• Anticonceptie<br />

• Bloedarmoede<br />

• Borstontsteking<br />

• Hechtingen (perineum)<br />

• Hechtingen na een keizersnede<br />

• Kolven<br />

• Koortslip<br />

• Kraamvrouwentranen (baby blues)<br />

• Ontlasting<br />

• Rust voor de kraamvrouw<br />

• Stolsels<br />

• Stuwing bij borstvoeding<br />

• Stuwing bij flesvoeding<br />

• Tillen<br />

• Vloeien<br />

• Zwemmen<br />

46


Aambeien<br />

Aambeien zijn een soort spataderen. Ze ontstaan door hormonale<br />

veranderingen tijdens de zwangerschap. Aambeien kunnen ook tijdens<br />

de bevalling ontstaan, doordat u hard perst. IJscompressen en eventueel<br />

zalf kunnen de pijn verlichten. Overleg het gebruik hiervan met de verloskundige/huisarts.<br />

Anticonceptie<br />

De keuze voor een bepaald voorbehoedmiddel is een heel persoonlijke.<br />

Houd er wel rekening mee dat de pil de melkproductie kan remmen als u<br />

borstvoeding geeft.<br />

De menstruatie blijft meestal weg zolang u borstvoeding geeft. Dat wil<br />

echter niet zeggen dat u tijdens die periode niet zwanger kunt worden.<br />

De verloskundige of huisarts zal het gebruik van voorbehoedsmiddelen<br />

aan het eind van de kraamtijd met u bespreken.<br />

Bloedarmoede<br />

Het kan voorkomen dat door bloedverlies tijdens en na de bevalling,<br />

het ijzergehalte in het bloed (Hb-gehalte) is gedaald. Houd daar rekening<br />

mee door voor voedingsmiddelen te kiezen die veel ijzer bevatten. Voor<br />

een goede opname van het ijzer hebt u ook voldoende vitamine C nodig.<br />

Melkproducten verslechteren de opname van ijzer. Het is dan ook verstandig<br />

om tijdens de maaltijd niet tegelijkertijd ijzerrijke producten en melkproducten<br />

te gebruiken. Met staaltabletten kunt u beter wachten tot na de eerste<br />

ontlasting. Ze werken namelijk stoppend.<br />

48


Borstontsteking<br />

Preventie: Zolang u borstvoeding geeft dient u regelmatig uw borsten te<br />

controleren op harde plekken/schijven en dient u te wisselen van houdingen.<br />

Een borstontsteking ontstaat doordat een melkkanaaltje verstopt zit of<br />

door bacteriën. Als u een borstontsteking hebt, hebt u meestal verhoging,<br />

voelt u u ziek en rillerig, zitten er harde, pijnlijke schijven in de borst en<br />

is de huid rood. Het is belangrijk om dan contact op te nemen met de<br />

verloskundige of huisarts.<br />

Met een borstontsteking kunt u gewoon blijven voeden. Uw baby krijgt<br />

door de ontsteking geen schadelijke stoffen binnen. Het is zelfs goed als<br />

de baby de borst goed leegdrinkt. Geef altijd eerst de pijnlijke borst en<br />

probeer verschillende houdingen uit.<br />

Borstontsteking kunt u voorkomen door goed op de hygiëne te letten en<br />

door eerst de eerste borst goed te legen en dan pas de tweede borst<br />

aanbieden. Altijd handen wassen, bij iedere voeding zoogcompressen<br />

vernieuwen, iedere dag een schone beha aan, enzovoort. Het is ook<br />

beter om tocht te vermijden. Voelt u een harde plek in de borst dan kunt<br />

u die onder een warme douche of tijdens het voeden proberen weg te<br />

masseren. Masseer altijd in de richting van de tepel. Leg de baby met de<br />

kin in de richting van de pijnlijke plek. Geef warmtedoeken vóór het voeden<br />

en koud-compressen tussendoor.<br />

Hechtingen (perineum)<br />

Tijdens de bevalling kan het perineum (het stukje huid tussen vagina en<br />

anus) ingescheurd of ingeknipt zijn. Dit wordt na de bevalling gehecht.<br />

Hebt u hechtingen, dan kunt u de genezing van de wond bevorderen<br />

door iedere keer als u naar de wc bent geweest de hechtingen met<br />

water te spoelen. Dat kan onder de douche of met een spoelkannetje op<br />

het toilet. Aan beide methoden zitten voor- en nadelen. Een voordeel van<br />

op het toilet naspoelen is dat u kunt blijven zitten. Een nadeel is dat u,<br />

om goed bij de wond te kunnen komen, ver naar achteren zult moeten<br />

leunen. Hierdoor kan er spanning op de wond komen te staan en dat kan<br />

pijn doen. Onder de douche zult u (met de douchekop) beter bij de wond<br />

49


kunnen komen. Niet iedereen vindt het echter prettig om te staan.<br />

Het is ook wat omslachtiger om onder de douche te gaan.<br />

Na twee of drie dagen kunnen de hechtingen gaan trekken. U kunt met<br />

de kraamverzorgende of verloskundige overleggen wat u hier tegen<br />

kunt doen. Afhankelijk van de hechtdraad die gebruikt is, lossen de<br />

hechtingen op of moeten ze verwijderd worden. Als ze verwijderd moeten<br />

worden, zal de verloskundige of huisarts dit op de zevende of achtste<br />

dag doen. Het verwijderen van de hechtingen geeft even een vervelend<br />

gevoel. Het doet meestal geen pijn. Veel vrouwen zijn opgelucht als<br />

de hechtingen eruit zijn. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen<br />

hechtingen toch ontstoken raken. U kunt met de kraamverzorgende en<br />

de verloskundige overleggen wat hier aan gedaan kan worden. Bij een<br />

subtotaal ruptuur (inscheuring tot aan de kringspier) of totaalruptuur (dan is<br />

ook de kringspier gescheurd) bepaalt de gynaecoloog of verloskundige wat<br />

er moet gebeuren. Een dieet en bedrust kunnen deel uitmaken van de<br />

behandeling.<br />

Hechtingen na een keizersnede<br />

Als u een keizersnede hebt gehad, zult u nog een paar dagen in het<br />

ziekenhuis moeten blijven. Daar zal dan ook de wond verzorgd worden.<br />

Als u naar huis kunt, krijgt u informatie over hoe u de wond het beste<br />

kunt verzorgen, of u ermee onder de douche mag enz. Uw verloskundige<br />

of huisarts zal de wond controleren.<br />

Kolven<br />

Borstvoeding afkolven is handig voor als u eens een nacht wilt doorslapen<br />

of als u weer gaat werken en iemand anders voedt de baby. U kunt op<br />

drie manieren kolven: met de hand, met een handpomp of met een elektrisch<br />

kolfapparaat. Met de hand kolven is gemakkelijk omdat u het altijd<br />

en overal kunt doen. Vraag de kraamverzorgende om het u te leren.<br />

Als u vaker wilt kolven is een handpomp of elektrische kolf aan te raden.<br />

Afgekolfde melk kan in de koelkast vijf dagen bewaard worden; in de<br />

50


vriezer 3 tot 6 maanden, afhankelijk van de temperatuur. Zie verder het<br />

boekje borstvoeding in de praktijk?<br />

Koortslip<br />

Een koortslip is een virusinfectie, die wordt veroorzaakt door het herpes<br />

simplex virus. Als kind is vrijwel iedereen met dit virus in aanraking gekomen<br />

en er door besmet. Zo’n eerste besmetting verloopt vaak zonder klachten.<br />

Het virus blijft echter in het lichaam aanwezig en wordt onder bepaalde<br />

omstandigheden (koorts, spanningen, menstruatie, zonlicht) weer actief.<br />

Een koortslip is pijnlijk en vervelend. Op de huid rond de mond ontstaan<br />

één of meer rode plekken, pijnlijke verdikkingen en blaasjes. Deze<br />

‘koortsblaasjes’ zijn gevuld met vocht. In dat vocht bevindt zich het virus.<br />

De blaasjes barsten open of verdrogen, waarbij er korstjes op komen.<br />

Behandelt u de koortslip niet, dan duurt het ongeveer twee weken voordat<br />

die is genezen. In de fase dat zich blaasjes vormen en dat die blaasjes<br />

met virusvocht openbarsten, is de kans op besmetting het grootst.<br />

Deze fase wordt ook wel de ‘actieve’ fase genoemd.<br />

Is uw baby nog heel klein, dan moet u als ouder extra alert zijn op een<br />

koortslip. Die kan bij pasgeboren baby’s namelijk een ernstige herpesinfectie<br />

veroorzaken. Uw kindje kan bijvoorbeeld besmet raken als<br />

iemand met een actieve koortslip hem knuffelt. Uw kunt de kans op<br />

besmetting door een koortslip tot een minimum beperken door:<br />

• een mondkapje te dragen als u een actieve koortslip hebt en met een<br />

pasgeboren baby in aanraking komt;<br />

• goed de handen te wassen voordat u de baby verzorgt.<br />

U kunt de besmettelijke periode aanzienlijk verkorten door de koortslip zo<br />

snel mogelijk te behandelen (geneesmiddelen zijn op recept verkrijgbaar).<br />

Hebt u nog vragen, praat er dan over met een deskundige.<br />

Uw huisarts, de verloskundige, de arts op het consultatiebureau of de<br />

kraamverzorgende kunnen u adviseren.<br />

51


Kraamvrouwentranen (baby blues)<br />

Rond de vierde dag na de bevalling kunt u zich ineens zomaar niet prettig<br />

voelen. U hebt last van stemmingswisselingen en huilt ‘om niks’.<br />

U hoeft daar niet van te schrikken en u er niet voor te schamen: veel<br />

vrouwen hebben er last van. Deze ‘kraamvrouwentranen’ worden veroorzaakt<br />

door hormonale veranderingen. Vaak is het na 24 uur weer over.<br />

Ontlasting<br />

Tijdens de zwangerschap hebben veel vrouwen last van verstopping.<br />

Vaak houdt dat na de bevalling aan, omdat u dan ook nog eens het vocht<br />

kwijtraakt dat u tijdens de zwangerschap vasthield. Bovendien komt de<br />

stoelgang meestal pas enkele dagen na de bevalling op gang.<br />

Hebt u last van verstopping, eet dan zoveel mogelijk ongeschild en rauw<br />

voedsel, zoals rauwkost en vruchten met schil. Ook lichaamsbeweging<br />

en veel drinken hebben een positieve invloed op de werking van de darmen.<br />

Rust voor de kraamvrouw<br />

Elke vrouw verwerkt de bevalling op een andere manier, zowel lichamelijk<br />

als emotioneel. De ene vrouw zal dan ook meer behoefte aan rust<br />

hebben dan de andere. Over het algemeen hebben vrouwen nu meer<br />

behoefte aan rust overdag dan zij voor de bevalling hadden. Luister naar<br />

uw lichaam en neem de rust die u nodig hebt. Dat bevordert uw herstel.<br />

Tip<br />

Als uw baby ‘s middags slaapt, kunt u zelf ook even gaan rusten.<br />

52


Stolsels<br />

Na de bevalling kunt u bloedstolsels verliezen. Die kunnen zo groot zijn<br />

als een vuist. Dat is normaal.<br />

Stuwing bij borstvoeding<br />

Tussen de derde en vijfde dag na de bevalling kunt u last krijgen van<br />

harde, opgezette borsten. De borsten voelen ook warm aan. We noemen<br />

dat stuwing. Die ontstaat omdat de melkproductie goed op gang komt.<br />

U kunt stuwing verzachten en zelfs voorkomen door de baby vaak en<br />

goed aan te leggen en de borsten goed leeg te laten drinken. Draag in<br />

ieder geval een stevige beha. Een massage onder een warme douche,<br />

voor het voeden, kan ook lekker zijn.<br />

Stuwing bij flesvoeding<br />

Ook als u flesvoeding geeft, kunt u last krijgen van stuwing.<br />

U hebt dan harde, opgezette borsten. Om de stuwing te verminderen,<br />

kunt u koude compressen gebruiken en een stevige beha dragen.<br />

U kunt ook uw borsten laten opbinden door de kraamverzorgende.<br />

53


Tillen<br />

Het is verstandig om de eerste weken na de bevalling geen zware dingen<br />

te tillen. Er komt anders een te grote druk op het bekken en dat kan<br />

leiden tot een verzakking van de baarmoeder. Als u een keizersnede<br />

hebt gehad, is het raadzaam om de eerste zes weken niet te tillen.<br />

Dit om druk op de buikwond te voorkomen.<br />

Vloeien<br />

De meeste vrouwen verliezen na de bevalling een hoeveelheid bloed die<br />

te vergelijken is met een heftige ongesteldheid. Zijn binnen een half uur<br />

twee kraamverbanden doordrenkt, dan vloeit u te veel. Waarschuw in<br />

dat geval de verloskundige (of huisarts, als die de nazorg doet).<br />

Het bloedverlies zal langzamerhand steeds minder worden. Na ongeveer<br />

6 weken stopt het vloeien.<br />

Zwemmen<br />

Om hygiënische redenen is het raadzaam om met zwemmen te wachten<br />

tot u niet meer vloeit. Zolang als u vloeit is de baarmoedermond namelijk<br />

nog niet gesloten, waardoor er meer kans op infectie bestaat. Gebruik<br />

daarom ook geen tampons.<br />

54


Oefeningen voor in het kraambed<br />

• Overleg altijd even met uw arts of verloskundige of u oefeningen mag<br />

doen.<br />

• Oefen niet als u verhoging hebt.<br />

• Als het lukt, begin dan na de eerste dag met oefeningen. Doe iedere<br />

dag iets meer. Oefen liever meerdere keren kort, dan éénmaal lang.<br />

• Doe de oefeningen rustig en langzaam. Adem goed in en uit, en ontspan<br />

na iedere oefening.<br />

• In het begin is het verstandig om wanneer u wilt gaan zitten eerst op<br />

uw zij te draaien. Houd dat zeker 4 weken vol.<br />

• Hebt u last van naweeën, ontspan en adem dan net zoals bij ontsluitings-<br />

weeën.<br />

• Controleer meteen de eerste dag of u - als u vanuit een liggende<br />

56<br />

houding omhoog komt - een bobbel ziet bij uw buik.<br />

Is dat zo dan betekent dat dat de rechte buikspieren uiteengeweken<br />

zijn. U kunt dan de volgende oefening doen:<br />

Ga op uw rug liggen met gebogen knieën en uw voeten op de matras.<br />

Adem in en weer uit terwijl u uw hoofd optilt en tegelijkertijd met<br />

beide handen op uw buik duwt (daar waar u de bobbel voelt). Als u dit<br />

regelmatig doet verdwijnt de bobbel meestal binnen een week. Daarna<br />

kunt u de andere buikspieroefeningen doen (zie pag. 58). Als u dan<br />

uw hoofd en schouders optilt, mag u geen bobbel meer zien.


Eerste drie dagen<br />

Ter stimulering van de bloedsomloop<br />

Uitgangshouding: ga op uw rug liggen met gestrekte, iets gespreide benen.<br />

• Beweeg uw voeten op en neer.<br />

• Maak cirkelbewegingen met uw voeten.<br />

• Buig eerst uw ene been en leg het gestrekt weer neer, dan het andere.<br />

Ga in verband met duizeligheid niet gelijk lopen zodra u uit bed bent,<br />

maar doe even rustig aan.<br />

Bekkenoefeningen (spierversterkend)<br />

Uitgangshouding: ga op uw rug liggen met gebogen knieën,<br />

voeten op de matras. Buikademhaling.<br />

• Op een uitademing de bekkenbodem enkele keren kort aanspannen.<br />

• Adem in, trek de bekkenbodem op (span ‘m aan), adem uit, ontspan<br />

de bekkenbodem.<br />

• Liftoefeningen: beweeg de bekkenbodem in 2, 3 of 4 etappes omhoog<br />

en omlaag.<br />

• ABBA-oefening. Trek eerst uw anus in, dan uw billen, dan laat u de<br />

billen los en als laatste de anus.<br />

N.B.: - oefen in verschillende houdingen.<br />

- beter meerdere keren per dag kort te oefenen, dan 1 keer lang.<br />

Buikspieroefeningen (spierversterkend)<br />

Deze oefeningen mag u pas doen als u geen bobbel in uw buik voelt/ziet<br />

of als die bobbel inmiddels verdwenen is.<br />

Uitgangshouding: ga op uw rug liggen met gebogen knieën,<br />

voeten op de matras.<br />

57


• Trek uw onderbuik (gebied tussen schaambeen en navel) in en ontspan.<br />

• Til uw hoofd op en breng eerst de ene dan de andere knie naar de borst.<br />

• Til uw hoofd en schouders op en breng uw handen naar uw knieën.<br />

• Breng beide handen naar de rechterknie. Til uw hoofd op en kijk ernaar.<br />

Daarna hetzelfde met de linkerknie.<br />

Vierde en verdere dagen<br />

Bekkenoefeningen<br />

Uitgangshouding: ga op uw rug liggen met gebogen knieën,<br />

voeten op de matras.<br />

• Doe alle bekkenoefeningen zoals we die tot nu toe beschreven hebben.<br />

• Doe ze in verschillende houdingen (als u staat, als u op uw zij ligt,<br />

tijdens het voeden etc.).<br />

Buikoefeningen<br />

Uitgangshouding: ga op uw rug liggen met gebogen knieën,<br />

voeten op de matras.<br />

• Doe alle buikspieroefeningen zoals we die tot nu beschreven hebben.<br />

U kunt de buikspieroefeningen moeilijker maken door bijvoorbeeld met<br />

uw handen helemaal tot bij uw knieën of nog verder te komen.<br />

Probeer alle oefeningen meerdere tellen vol te houden en vaker achter<br />

elkaar te doen.<br />

Oefeningen voor de schoudergordel<br />

Uitgangshouding: zittend.<br />

• Draai met uw hoofd naar links en naar rechts.<br />

• Breng uw kin naar uw borst en kijk weer recht vooruit.<br />

58


• Plaats uw handen op uw schouders en maak zo groot mogelijke<br />

cirkels met uw ellebogen, in achterwaartse richting.<br />

Probeer het oefenen minstens 6 weken vol te houden (zodat u straks<br />

weer een platte, strakke buik hebt). Na ongeveer 6 weken kunt u weer<br />

gaan sporten of u aanmelden voor postnatale gymnastiek.<br />

Nog enkele adviezen:<br />

• Zak door uw knieën als u tilt of bukt.<br />

• Til de eerste 6 weken geen zware dingen, zoals een vol badje.<br />

• Let op uw houding: gewicht op de hele voeten, knieën een beetje<br />

gebogen, buik en billen een beetje intrekken, rechtop staan met<br />

ontspannen schouders.<br />

• Draag schoenen die steun geven.<br />

• Doe regelmatig bekkenbodemoefeningen.<br />

• Breng de bodem van de box omhoog, om uw rug te sparen.<br />

• Let erop dat u goed zit als u voedt.<br />

• Ga zo lang mogelijk ‘s middags even rusten.<br />

Veel succes!<br />

Tip<br />

Als de oefeningen te zwaar zijn, gaat u persen en zo druk uitoefenen op<br />

de bekkenbodem. U belast dan uw onderrug en bekken. Doe dus voorlopig<br />

liever geen zware buikspieroefeningen.<br />

Doe ook regelmatig uw ontspanningsoefeningen.<br />

59


60<br />

(043) 3 690 630 Kraamzorg (24 uur per dag)<br />

(043) 3 690 690 Algemeen telefoonnummer<br />

(043) 3 690 680 Jeugdgezondheidszorg<br />

(043) 3 690 670 Huishoudelijke Hulp<br />

(043) 3 690 670 Verplegen en Verzorgen (24 uur per dag)<br />

(043) 3 690 660 Uitleen / Thuiszorgwinkel<br />

(043) 3 690 620 Voedingsvoorlichting en dieetadvisering<br />

(043) 3 690 610 GroenekruisService (lidmaatschap)<br />

E-mail info@groenekruisdomicura.nl<br />

info@groenekruisdomicurakraamzorg.nl<br />

Internet www.groenekruisdomicura.nl<br />

www.groenekruisdomicurakraamzorg.nl<br />

Adres Mockstraat 1, Maastricht<br />

Postadres Postbus 1307, 6201 BH Maastricht<br />

<strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg is in het<br />

bezit van het ISO HKZ kwaliteitscertificaat.<br />

<strong>GroenekruisDomicura</strong> Kraamzorg is in<br />

bezit van het WHO/UNICEF Certificaat<br />

Zorg voor Borstvoeding.<br />

01/2012 GkD_Kr403

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!