III. Het ORBA-analysemodel - Optimor HRM Consultants
III. Het ORBA-analysemodel - Optimor HRM Consultants
III. Het ORBA-analysemodel - Optimor HRM Consultants
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
EEN HUMAN RESOURCES<br />
BELEIDSINSTRUMENT<br />
voor organisatieonderzoek en functiewaardering<br />
W A A R D E R I N G V O O R W E R K
Inhoud<br />
I. OPTIMOR, waardering voor werk p. 2<br />
I.1. Geïntegreerde aanpak p. 2<br />
I.2. <strong>ORBA</strong> als centrale spil p. 3<br />
I.3. OPTIMOR in het kort p. 4<br />
I.4. De OPTIMOR-kwaliteitsborging p. 5<br />
II. De <strong>ORBA</strong>-methode voor functiewaardering p. 6<br />
II.1. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-begrippenkader p. 7<br />
II.2. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal p. 8<br />
II.3. De <strong>ORBA</strong>-projectaanpak p. 8<br />
<strong>III</strong>. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-<strong>analysemodel</strong> p. 9<br />
<strong>III</strong>.1. Hoofdkenmerk: verantwoordelijkheid p. 10<br />
<strong>III</strong>.2. Hoofdkenmerk : Kennis p. 13<br />
<strong>III</strong>.3. Hoofdkenmerk: Sociale interactie p. 15<br />
<strong>III</strong>.4. Hoofdkenmerk : Specifieke handelingsvereisten p. 18<br />
<strong>III</strong>.5. Hoofdkenmerk: Bezwarende omstandigheden p. 22<br />
IV. Praktijkvoorbeelden p. 25<br />
1
2<br />
I. OPTIMOR,<br />
waardering voor werk<br />
1. Geïntegreerde aanpak<br />
Vrijwel iedere organisatie staat voor de uitdaging om optimaal in te spelen<br />
op de verwachtingen van haar klanten met als doel de concurrentie een stap<br />
voor te blijven. In de bedrijfsvoering van alledag blijkt dat organisaties hier<br />
ieder op hun eigen wijze vorm en inhoud aan geven. Naast verschillen zijn er<br />
ook overeenkomsten te constateren. Of het nu gaat om een grote of kleine<br />
onderneming, een productiebedrijf of een dienstverlenende organisatie,<br />
een nieuw of al langer bestaand bedrijf; veel belang wordt gehecht aan de<br />
bestuurbaarheid van de organisatie en aan optimale benutting van menselijke<br />
capaciteiten.<br />
In dit verband stellen managers en hun staf zich vragen als :<br />
✓ hoe creëren wij een organisatie die zo goed mogelijk is ingericht om ondernemingsdoelstellingen en<br />
strategieën te kunnen realiseren?<br />
✓ op welke wijze kunnen wij de kwaliteit en flexibiliteit van onze organisatie verhogen?<br />
✓ hoe kunnen wij een klimaat creëren dat tot optimale benutting en waardering van de capaciteiten<br />
van onze medewerkers leidt?<br />
✓ op welke wijze kan onze P&O afdeling het lijnmanagement voorzien van praktische en goed op<br />
elkaar afgestemde hulpmiddelen, instrumenten en adviezen ter ondersteuning van de bedrijfsvoering?<br />
Deze vragen hebben enerzijds te maken met de effectiviteit en efficiency van de<br />
bedrijfsvoering, anderzijds met de noodzaak om de juiste condities te creëren<br />
waarin mensen kunnen presteren, zich kunnen ontwikkelen en hun talenten<br />
optimaal kunnen benutten. Een goede inrichting en organisatie van het werk<br />
leveren een belangrijke bijdrage aan de doelmatigheid van de bedrijfsvoering<br />
en leiden tot optimale benutting van menselijke mogelijkheden.<br />
Om aan deze vragen en behoeften tegemoet te komen, biedt <strong>Optimor</strong> een<br />
geïntegreerd HR-instrumentarium aan. De 3 hoofdadviesproducten Functiewaardering,<br />
Competentiebeheer en Salarisbeleid zijn volledig compatibel en<br />
leiden tot resultaten die op elkaar zijn afgestemd. Deze hoofdadviesproducten<br />
kunnen desgewenst uitgebreid worden met ondersteunende HR-instrumenten<br />
zoals inzetbaarheids-, functieniveau- en competentiematrices, Koan-PI<br />
persoonlijkheidstest, Benchmarks, evaluatiesoftware, communicatietraining en<br />
beoordelingssystemen op maat.
<strong>Optimor</strong>, waardering voor werk<br />
Resultaatsgebieden<br />
<strong>ORBA</strong><br />
Inzetbaarheid<br />
MISSIE<br />
BELONEN<br />
ONTWIKKELEN<br />
ORGANISATIE WERKNEMERS<br />
OPTIMOR FUWA COMPETENTIE-<br />
BEHEER<br />
Competentiebeheer<br />
INZET-<br />
BAARHEID<br />
Beoordelen<br />
EVALUATIE SALARIS-<br />
BELEID<br />
<strong>Het</strong> werkterrein van de <strong>Optimor</strong>-adviseurs situeert zich op het spanningsveld<br />
tussen de missie, de structuur en de werknemers van industriële, dienstverlenende<br />
en non-profit organisaties. De geïntegreerde oplossingsaanpak van<br />
<strong>Optimor</strong> laat toe om uw medewerkers op motiverende, flexibele en beheersbare<br />
wijze te waarderen voor het door hen geleverde werk.<br />
2. <strong>ORBA</strong> als centrale spil<br />
<strong>Optimor</strong>, waardering voor werk<br />
Salarisstructuren<br />
op maat<br />
Salary survey<br />
Maatwerk<br />
Evaluator<br />
Software<br />
FUNCTIEWAARDERING<br />
PRESTATIE &<br />
POTENTIEEL-<br />
BEOORDELING COMPETITIEBEHEER<br />
<strong>ORBA</strong> is het instrument bij uitstek voor het systematisch analyseren en<br />
waarderen van werk.Van oudsher is <strong>ORBA</strong> het fundament voor de opbouw van<br />
een functieclassificatie op maat van de onderneming. <strong>Het</strong> doorgedreven<br />
functieonderzoek levert bovendien de vereiste input voor de overige <strong>Optimor</strong><br />
HR-instrumenten.<br />
<strong>Optimor</strong> is de exclusieve licentiehouder voor de <strong>ORBA</strong> functieclassificatiemethode:<br />
een instrument voor het analyseren, organiseren en waarderen van<br />
werk. De AWVN (Algemene Werkgeversvereniging Nederland), de grootste<br />
industriële werkgeversvereniging voor belangenbehartiging en dienstverlening<br />
op sociaal-economisch gebied in Nederland, is met de door haar ontwikkelde<br />
<strong>ORBA</strong>-methode van oudsher actief op het gebied van functiewaardering.<br />
OPTIMOR en de AWVN staan samen borg voor het op kwalitatief hoogstaande<br />
wijze doorvoeren van <strong>ORBA</strong>-functieonderzoeken. Dit heeft ertoe geleid dat de<br />
<strong>ORBA</strong>-methode in Nederland en België een grote mate van acceptatie kent bij<br />
werkgevers- en werknemersorganisaties en dat ze één van de meest toegepaste<br />
methoden van functiewaardering is.<br />
Deze brochure geeft informatie over doel, inhoud en toepassing van het<br />
<strong>ORBA</strong>-systeem.<br />
In deel 2 van de brochure wordt ingegaan op de <strong>ORBA</strong>-methode voor functiewaardering.<br />
Deel 3, het <strong>ORBA</strong>-begrippenkader, bevat een nadere toelichting op<br />
hoofdkenmerken, gezichtspunten en aspecten uit de <strong>ORBA</strong>-methode. In deel 4<br />
tenslotte worden enkele praktische voorbeelden gegeven.<br />
Training<br />
SALARIS-<br />
BELEID<br />
Benchmarks<br />
360° evaluatie<br />
<strong>ORBA</strong> Indelingssoftware<br />
CPI<br />
potentieelanalyse<br />
OPTIMOR FUWA COMPETENTIE-<br />
BEHEER<br />
NORDAN<br />
matching<br />
software<br />
INZET-<br />
BAARHEID<br />
Functieniveaumatrix<br />
INZETBAARHEID<br />
I-matrix<br />
Competentie<br />
<strong>analysemodel</strong><br />
EVALUATIE SALARIS-<br />
BELEID<br />
3
4<br />
3. OPTIMOR in het kort<br />
<strong>Optimor</strong> is een sterk groeiend, 100 % Belgisch, adviesbureau met een brede<br />
waaier aan HR dienstverlening. <strong>Optimor</strong> realiseert HR-projecten in tal van<br />
profit- en non-profitorganisaties. Binnen deze organisaties wordt de <strong>ORBA</strong>® -<br />
methode, vaak in combinatie met andere <strong>Optimor</strong> instrumenten gehanteerd ter<br />
ondersteuning van het renumeratiebeleid van arbeiders, bedienden, kaderen/of<br />
directieleden. Ook een aantal grote Belgische bedrijfssectoren werken<br />
samen met <strong>Optimor</strong>.<br />
<strong>Optimor</strong> werd in 1991 opgericht mede op initiatief van de werkgeversorganisatie<br />
FEVIA (voedingsindustrie). De voedingsindustrie had behoefte aan een<br />
sectoraal, analytisch functiewaarderingssysteem. Er werd gekozen voor<br />
<strong>ORBA</strong>®, de gerenommeerde functieclassificatiemethode van de Algemene<br />
Werkgeversvereniging AWVN uit Nederland. <strong>Optimor</strong> werd de bevoorrechte<br />
partner en exclusieve <strong>ORBA</strong>®-licentiehouder voor België, Luxemburg en<br />
Frankrijk.<br />
Gezien de grote interesse vanuit andere sectoren is <strong>Optimor</strong> al snel de<br />
voedingsnijverheid ontgroeid. In vele sectoren wordt <strong>ORBA</strong>® sindsdien<br />
gewaardeerd als basisinstrument voor het HR-beleid. <strong>Optimor</strong> heeft in de<br />
loop der jaren dan ook een aanzienlijke ervaring verworven op het vlak van<br />
functiewaardering en beloningsverhoudingen, zowel in Vlaanderen, Brussel als<br />
Wallonië.<br />
Naast functiewaardering en salarisbeleid werden ook andere adviesproducten<br />
geïntegreerd in het <strong>Optimor</strong> model. Immers, waardering van werk is méér<br />
dan enkel functiewaardering: vele organisaties hechten ook belang aan<br />
competentiebeheer, inzetbaarheid van medewerkers, prestatie- en potentieelbeoordeling.
4. De OPTIMOR-kwaliteitsborging<br />
<strong>Optimor</strong> hanteert intern een stringent kwaliteitsborgingsysteem. In ieder<br />
project stelt <strong>Optimor</strong> een doorgedreven kwaliteitsaanpak voorop waarin de<br />
rol van de <strong>Optimor</strong> consultants en de klant duidelijk omschreven wordt. In<br />
procedures worden alle projectstappen, kwaliteitscontroles en afspraken met de<br />
opdrachtgevers duidelijk beschreven. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt<br />
gerapporteerd over de projectvoortgang, de kennisoverdracht naar de<br />
opdrachtgever toe en de projectresultaten.<br />
Kenmerkend voor deze adviesaanpak is de heldere projectdefinitie en projectinrichting.<br />
Kwaliteitsbeheersing en een continue afstemming met de opdrachtgever<br />
staan hierbij hoog in het vaandel.<br />
Functiewaardering is een basisinstrument voor iedere organisatie met een<br />
HR-beleid. De kwaliteit van het <strong>ORBA</strong>-systeem wordt geborgd door de<br />
volgende activiteiten :<br />
- een actief ontwikkelbeleid, gericht op het tijdig onderkennen van nieuwe<br />
inzichten en ontwikkelingen op het gebied van P&O-beleid en het ondersteunen<br />
van aangesloten organisaties in de vorm van verbeterde en nieuwe<br />
producten en instrumenten;<br />
- regelmatige toetsing van het <strong>ORBA</strong>-systeem in al haar onderdelen aan de<br />
wensen en eisen van gebruikers;<br />
- periodieke afstemming met werknemersorganisaties over ontwikkelingen op<br />
het gebied van functiewaardering in het algemeen en de praktische toepassing<br />
van de <strong>ORBA</strong>-methode in het bijzonder;<br />
- specifiek op de <strong>ORBA</strong>-methode voor functiewaardering gerichte periodieke<br />
kwaliteitsevaluaties en -toetsingen om te waarborgen dat de consistentie en<br />
betrouwbaarheid van de methode zo hoog mogelijk blijft.<br />
Praten over HR projecten en functieclassificatie in het bijzonder betekent<br />
echter ook dat, zeker voor wat betreft arbeiders en 'gebaremiseerde' bedienden,<br />
de werknemersorganisaties niet vergeten mogen worden. Met de voornaamste<br />
Belgische werknemersorganisaties werd er dan ook een 'protocol' ondertekend,<br />
met het oog op een vlot, eenvormig en open opzetten van <strong>ORBA</strong>® -functieonderzoeken.<br />
5
6<br />
II. De <strong>ORBA</strong>-methode voor functiewaardering<br />
Een evenwichtig en rechtvaardig beloningsbeleid vormt één van de hoekstenen<br />
van het sociaal ondernemingsbeleid. Functiewaardering verschaft de basis voor<br />
een dergelijk beleid, omdat het de verschillende bijdragen van functies aan de<br />
realisaties van de ondernemingsdoelstellingen zichtbaar en begrijpbaar maakt.<br />
Toepassing van de <strong>ORBA</strong>-methode levert de gebruiker:<br />
✓ een betrouwbare onderbouwing van beloningsverhoudingen en daarmee de mogelijkheid tot<br />
beheersing van loonkosten;<br />
✓ een hoog onderscheidend en verklarend vermogen en daarmee een optimale acceptatie van de<br />
uitkomsten door alle belanghebbenden;<br />
✓ een modern en eenvoudig te hanteren begrippenkader;<br />
✓ een actueel bestand van nationaal en sectorgericht referentiemateriaal, dat op maat aangevuld kan<br />
worden met bedrijfsspecifieke functies.<br />
Uitgangspunt bij de analyse van functies met behulp van de <strong>ORBA</strong>-methode is<br />
dat functies verschillen in de toegevoegde waarde die zij leveren aan het<br />
realiseren van ondernemingsdoelen. Functiewaardering betreft het<br />
vergelijkenderwijs analyseren en waarderen van deze toegevoegde waarden op<br />
basis van goed onderbouwde en inzichtelijke criteria. Dit resulteert in helder<br />
inzicht in het functiegebouw van de organisatie en de relatieve zwaarte van<br />
functies. Dit inzicht wordt uitgedrukt in verklaarbare en uitlegbare verschillen<br />
tussen functies.<br />
De <strong>ORBA</strong>-methode voor functie-onderzoek en -waardering bestaat uit drie<br />
delen:<br />
✓ de <strong>ORBA</strong>-systeemsleutel met daarin criteria voor analyse en waardering;<br />
✓ het <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal, dat als toetsing en normering voor de toepassing wordt gebruikt en<br />
✓ de <strong>ORBA</strong>-aanpak, ofwel het specifieke proces van onderzoek en implementatie.
1. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-begrippenkader<br />
<strong>Het</strong> begrip ”functioneel denken en handelen” speelt zowel in het <strong>ORBA</strong>organisatie-onderzoek<br />
als in de <strong>ORBA</strong>-methode voor functiewaardering een<br />
belangrijke rol.<br />
Met ”functioneel denken en handelen” worden de mentale en fysieke<br />
handelingen bedoeld, die noodzakelijk zijn voor het realiseren van het met de<br />
functie beoogde resultaat. De term geeft richting aan een brede en diepgaande<br />
analyse van alle aspecten die voor een effectieve functievervulling zijn vereist.<br />
<strong>Het</strong> functioneel denken en handelen wordt voor waarderingsdoeleinden<br />
ge-analyseerd aan de hand van hoofdkenmerken, gezichtspunten en aspecten.<br />
De <strong>ORBA</strong>-methode maakt voor de analyse en waardering van de vereiste mate<br />
van functioneel handelen in afzonderlijke functies gebruik van een <strong>analysemodel</strong>,<br />
dat is verwoord en vastgelegd in de zogenaamde systeemsleutel.<br />
<strong>Het</strong> <strong>analysemodel</strong> omvat vijf hoofdkenmerken, te weten:<br />
✓ verantwoordelijkheid;<br />
✓ kennis;<br />
✓ sociale interactie;<br />
✓ specifieke handelingsvereisten;<br />
✓ bezwarende omstandigheden.<br />
De hoofdkenmerken zijn onderverdeeld in dertien gezichtspunten. Elk<br />
gezichtspunt is op zijn beurt opgebouwd uit twee invalshoeken, ook wel<br />
aspecten genoemd. Deze zijn nodig om het voor de functie vereiste niveau van<br />
functioneel denken en handelen precies vast te stellen. Elk gezichtspunt heeft<br />
binnen het <strong>analysemodel</strong> een eigen gewicht, dat tot uiting komt in de<br />
zogenoemde afweegfactor (voor nadere toelichting zie deel 2 van deze<br />
brochure).<br />
De <strong>ORBA</strong>-hoofdkenmerken, gezichtspunten, aspecten en hierbij behorende<br />
afweegfactoren weerspiegelen maatschappelijk gevormde en breed<br />
geaccepteerde normen en waarden over het waarderen van werk.<br />
7
8<br />
2. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal<br />
De <strong>ORBA</strong>-methode wordt toegepast in een groot aantal organisaties,<br />
waardoor een schat aan informatie vrijkomt over functies in de praktijk.<br />
Dit zogenoemde <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal is een onmisbaar hulpmiddel<br />
om een consistente toepassing van <strong>ORBA</strong> te bevorderen. <strong>Het</strong> referentie-bestand<br />
is opgebouwd uit een dwarsdoorsnede van de meest voorkomende functies in<br />
organisaties.<br />
Zowel over de inhoud van elke referentiefunctie als over het waarderingsresultaat<br />
bestaat consensus tussen de AWVN en de werknemers-organisaties.<br />
<strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal is daarmee de ”richtinggevende norm”.<br />
<strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-referentiemateriaal bestaat uit twee op elkaar afgestemde niveaus:<br />
nationaal referentiemateriaal (NORM) en sectorgebonden referentiemateriaal.<br />
Toepassing van de <strong>ORBA</strong>-methode leidt tot een continue stroom van<br />
informatie over functies zoals deze in de praktijk voorkomen. Deze informatie<br />
dient als voedingsbron voor het opbouwen en actueel houden van de <strong>ORBA</strong>referentiebestanden.<br />
De referentiebestanden ondersteunen vervolgens het<br />
waarderen van functies met behulp van de <strong>ORBA</strong>-systeemsleutel.<br />
3. De <strong>ORBA</strong>-projectaanpak<br />
Essentieel bij de uitwerking van een nieuwe classificatie vormt de<br />
projectopzet. De <strong>ORBA</strong>-projectopzet wordt immers steeds afgestemd op de<br />
specifieke wensen en behoeften van de organisatie.<br />
Er kunnen twee types van <strong>ORBA</strong>-onderzoeken worden gedefinieerd:<br />
✓ het integraal constaterend onderzoek, waarbij alle in een organisatie voorkomende functies op<br />
constaterende wijze worden onderzocht;<br />
✓ referentie-onderzoek, waarbij een beperkt aantal functies (de sleutelfuncties) volledig onderzocht<br />
worden en in een referentieraster worden geplaatst. De niet-onderzochte functies worden via een<br />
specifieke procedure of met behulp van specifiek ontwikkelde software (CRAFT) ingedeeld in<br />
het raster.<br />
<strong>Het</strong> op maat maken en toepassen van het <strong>ORBA</strong>-systeem is altijd gebaseerd op<br />
een gedegen analyse van de vraagstelling van de wensen en behoeften van de<br />
organisatie.
<strong>III</strong>. <strong>Het</strong> <strong>ORBA</strong>-<strong>analysemodel</strong><br />
De <strong>ORBA</strong>-methode bestaat uit 5 hoofdkenmerken, die zijn onderverdeeld in<br />
13 gezichtspunten. Elk gezichtspunt heeft een eigen afweegfactor en kent<br />
2 aspecten:<br />
Hoofdkenmerk Gezichtspunt Afweegfactor Aspect<br />
I. VERANTWOOR- Problematiek 6 Complexiteit<br />
DELIJKHEID<br />
Functionele ruimte<br />
Effect 4 Resultaat<br />
Invloed<br />
II. KENNIS Kennis 5 Niveau<br />
<strong>III</strong>. SOCIALE<br />
INTERACTIE<br />
Leidinggeven 2<br />
Omvang<br />
Aantal werknemers/<br />
aard van de aansturing<br />
Omstandigheden<br />
Uitdrukkingsvaardigheid<br />
2 Materie<br />
Kwaliteit<br />
Contact 2 Beïnvloeding/kwaliteit<br />
Functionele relatie<br />
IV. SPECIFIEKE Bewegings- 2 Beheersing<br />
HANDELINGS- vaardigheid<br />
VEREISTEN Bemoeilijkende factoren<br />
Oplettendheid 1 Intensiteit<br />
Duur<br />
Uitzonderlijke 1 Aard<br />
kenmerken<br />
Belang<br />
V. BEZWARENDE<br />
OMSTANDIGHEDEN<br />
Lichamelijke<br />
inspanning/massa<br />
1 Intensiteit<br />
Duur en herhaling<br />
Lichamelijke<br />
inspanning/houding<br />
1 Intensiteit<br />
Duur en herhaling<br />
Werkomstandigheden<br />
3 Intensiteit<br />
Duur<br />
Persoonlijk risico 1 Ernst van letsel<br />
Kans op letsel<br />
9
10<br />
<strong>III</strong>.1. Hoofdkenmerk:Verantwoordelijkheid<br />
De bijdrage die een functie levert aan het realiseren van ondernemingsdoelstellingen,<br />
geschiedt vanuit een specifieke verantwoordelijkheid voor<br />
binnen de functie behorende activiteiten. Vanuit het hoofdkenmerk<br />
”Verantwoordelijkheid” wordt geanalyseerd wat deze verantwoordelijkheden<br />
zijn.<br />
Verantwoordelijkheid wordt geanalyseerd aan de hand van de gezichtspunten<br />
“Problematiek” en “Effect”.<br />
VERANTWOORDELIJKHEID<br />
problematiek<br />
effect<br />
complexiteit<br />
functionele ruimte<br />
resultaat<br />
invloed
1.1. Problematiek<br />
Problematiek betreft het behandelen van de in de functie voorkomende vragen,<br />
problemen en uitdagingen. Problematiek wordt beschouwd in relatie tot de<br />
mate waarin het functioneel denken en handelen binnen een functie gebonden<br />
is aan kaders.<br />
<strong>Het</strong> waarderen van de problematiek gebeurt op basis van de aspecten Complexiteit<br />
en Functionele ruimte. Deze aspecten vertonen een sterke samenhang.<br />
✓ Complexiteit<br />
Vanuit Complexiteit wordt vastgesteld wat de aard en omvang van in een<br />
functie voorkomende vragen en problemen zijn. Daarbij gaat het met name<br />
om het vaststellen van de moeilijkheidsgraad van deze problemen en de<br />
wijze waarop hiervoor tijdens de functievervulling oplossingen moeten<br />
worden gevonden.<br />
Richtinggevende vragen bij de niveaubepaling zijn:<br />
✗ Hoe ingewikkeld zijn de in de functie voorkomende activiteiten of op te lossen problemen?<br />
✗ Wat is de kwaliteit die is vereist voor het geven van oplossingen en in welke mate kan hierbij<br />
worden teruggevallen op eerdere, bekende oplossingen?<br />
✓ Functionele ruimte<br />
De Functionele ruimte bepaalt in hoeverre een medewerker in zijn denken<br />
en handelen door organisatorische kaders wordt beperkt, dan wel<br />
stimulerende invloeden daarvan ondervindt.<br />
Richtinggevende vragen voor de niveaubepaling zijn:<br />
✗ Wanneer en in welke mate moet de medewerker verantwoording afleggen over zijn<br />
activiteiten?<br />
✗ In hoeverre kan de medewerker bij de uitoefening van zijn functie terugvallen op anderen?<br />
11
12<br />
1.2. Effect<br />
Effect duidt op het resultaat van de bijdrage die een functie aan het realiseren<br />
van de organisatiedoelstellingen levert. Een belangrijke factor bij het analyseren<br />
van dit effect is de mate waarin een functievervuller in staat is daadwerkelijk<br />
deze bijdrage te kunnen leveren. <strong>Het</strong> waarderen van Effect gebeurt op basis van<br />
de aspecten Resultaat en Invloed.<br />
✓ Resultaat<br />
Resultaat heeft betrekking op de vereiste kwaliteit van acties en beslissingen<br />
en op de invloed van deze acties en beslissingen op de organisatie of<br />
onderdelen daarvan en op klanten en relaties.<br />
Richtinggevende vragen bij de niveaubepaling zijn:<br />
✗ Op welke terreinen binnen of buiten de organisatie is de functie primair van invloed?<br />
✗ Wat is het belang van deze invloed voor de organisatie en haar omgeving?<br />
✓ Invloed<br />
<strong>Het</strong> aspect Invloed betreft de organisatorische context ofwel functionele ruimte<br />
van een functie. De mate waarin er (beperkende) voorschriften bestaan,<br />
bepaalt de mate waarin vanuit een functie invloed uitgeoefend kan worden.<br />
Richtinggevende vragen bij de niveaubepaling zijn:<br />
✗ In hoeverre wordt het functioneel denken en handelen ingekaderd door de in de functie of haar<br />
omgeving aanwezige procedures of regelgeving; welke ruimte is er bij het nemen van<br />
beslissingen?<br />
✗ In hoeverre kan bij het maken van keuzes en beslissingen worden teruggevallen op anderen?
<strong>III</strong>.2. Hoofdkenmerk: Kennis<br />
Kennis is een essentiële voorwaarde voor het denken en doen van de<br />
medewerker in zijn functie. Kennis wordt hierbij opgevat als een dynamisch<br />
begrip.<br />
Kennis wordt niet alleen verkregen vanuit opleiding en vorming, maar<br />
ontwikkelt zich tevens tijdens en door het functioneel denken en handelen.<br />
Binnen het hoofdkenmerk Kennis gaat het om de samenhang tussen het<br />
beschikken over kennis en het (vermogen tot het) toepassen van kennis. <strong>Het</strong><br />
gelijknamige gezichtspunt Kennis bepaalt dit hoofdkenmerk.<br />
KENNIS<br />
niveau<br />
omvang<br />
13
14<br />
2.1. Kennis<br />
Bij het analyseren en waarderen van de vereiste mate van kennis wordt<br />
onderscheid gemaakt tussen de aspecten “Niveau” en “Omvang”.<br />
✓ Niveau<br />
Niveau betreft de mate en diepgang van de voor functie-uitoefening<br />
vereiste kennis. Ter ondersteuning van de beeldvorming over de mate en<br />
diepgang van de vereiste kennis, wordt gebruik gemaakt van de algemeen<br />
geaccepteerde indeling van scholingsniveaus, echter zonder het aantoonbaar<br />
genoten hebben van deze opleidingen als maatstaf te hanteren.<br />
Richtinggevende vragen voor de analyse van dit aspect zijn:<br />
✗ Welke mate van diepgang van kennis is vereist; gaat het om kennis over eenvoudige<br />
werkwijzen of kennis uit zeer specialistische vakgebieden?<br />
✗ Welke mate van vakbeheersing is vereist?<br />
✓ Omvang<br />
Omvang verwijst naar het toepassingsgebied van de vereiste kennis en naar<br />
de mate waarin integratie van deze kennisgebieden nodig is.<br />
Richtinggevende vragen voor de niveaubepaling zijn:<br />
✗ Is kennis uit een groot aantal vakdisciplines vereist?<br />
✗ In hoeverre is het voor de functievervulling noodzakelijk verbanden tussen verschillende<br />
vakgebieden te leggen?
<strong>III</strong>.3. Hoofdkenmerk: Sociale interactie<br />
Functies verschillen in de mate waarin communicatie binnen en buiten de<br />
organisatie noodzakelijk is voor het realiseren van ondernemingsdoelen.<br />
<strong>Het</strong> belang van de functionele sociale interactie wordt geanalyseerd aan de<br />
hand van de gezichtspunten : Leiding Geven, Uitdrukkingsvaardigheid en<br />
Contact.<br />
leiding geven<br />
SOCIALE uitdrukkings<br />
INTERACTIE vaardigheden<br />
contact<br />
aantal werknemers/<br />
aard van de aansturing<br />
omstandigheden<br />
materie<br />
kwaliteit<br />
beïnvloeding/kwaliteit<br />
functionele relatie<br />
15
16<br />
3.1. Leiding geven<br />
Leiding geven betreft het direct of indirect aansturen van medewerkers binnen<br />
de organisatiestructuur. Resultaten bereikt men immers veeleer via<br />
beïnvloeding van anderen.<br />
Voor het waarderen van Leiding geven wordt gebruik gemaakt van de aspecten<br />
Aantal werknemers / aard van de aansturing en Omstandigheden.<br />
✓ Aantal werknemers/aard van de aansturing<br />
De belangrijkste maatstaven voor niveaubepaling van dit aspect zijn:<br />
✗ Aan hoeveel personen geeft de functievervuller leiding?<br />
✗ Van welke vorm van leidinggeven is sprake: direct, indirect, vaktechnisch, functioneel of<br />
ambtelijk?<br />
✓ Omstandigheden<br />
<strong>Het</strong> aspect omstandigheden betreft de situationele context waarbinnen het<br />
leiding geven plaatsvindt, met name op de factoren die dit bemoeilijken.<br />
Denk hierbij bijvoorbeeld aan geografische spreiding of variaties in<br />
personeelsbezetting.<br />
3.2. Uitdrukkingsvaardigheid<br />
<strong>Het</strong> gezichtspunt uitdrukkingsvaardigheid betreft alle voor de functie vereiste<br />
vormen van schriftelijke en mondelinge informatie-overdracht. Speciale<br />
aandacht wordt hierbij besteed aan de mate waarin eigen vormgeving van<br />
informatie vereist is.<br />
Uitdrukkingsvaardigheid wordt geanalyseerd en gewaardeerd aan de hand van<br />
de aspecten Materie en Kwaliteit.<br />
✓ Materie<br />
<strong>Het</strong> aspect Materie betreft zowel de inhoud van de informatie-overdracht als<br />
de vereiste vorm(en) van uitdrukken. De mate waarin beheersing van een<br />
vreemde taal is vereist, krijgt daarbij aparte aandacht.<br />
De volgende vragen zijn richtinggevend voor de analyse:<br />
✗ Hoe complex is de materie waarover gecommuniceerd wordt?<br />
✗ In welke vorm moet de communicatie overgedragen worden: schriftelijk of mondeling?
✓ Kwaliteit<br />
<strong>Het</strong> aspect Kwaliteit betreft de mate waarin een functievervuller zelf actief<br />
vorm geeft aan de informatie-overdracht, de verhouding met de<br />
ontvangende partij en de beschikbare bedenktijd.<br />
3.3. Contact<br />
<strong>Het</strong> gezichtspunt Contact betreft de mate waarin tijdens de communicatie<br />
afstemming van het eigen gedrag op dat van de andere partij is vereist. <strong>Het</strong> gaat<br />
hierbij om zaken als tact, inlevingsvermogen en een dienstverlenende houding.<br />
Analyse en waardering van Contact vindt plaats vanuit de aspecten<br />
Beïnvloeding/kwaliteit en Functionele relatie.<br />
✓ Beïnvloeding/kwaliteit<br />
Dit aspect richt zich op het aanvoelen van, respectievelijk het inspelen op<br />
verwachtingen van anderen.<br />
De volgende vraag is richtinggevend bij niveaubepaling:<br />
✗ Hoe is de mate van het ”zich richten” op anderen het best te typeren? Als vrij oppervlakkig,<br />
informerend en zaakgericht, zeer intensief en persoonsgericht of beïnvloedend?<br />
✓ Functionele relatie<br />
Centraal bij dit aspect staat de analyse van de relatie van de functievervuller<br />
met anderen in termen van (functioneel) belang. Dit belang wordt bepaald<br />
door de mate waarin de invalshoeken en doelen van diverse betrokkenen<br />
overeenkomstig of juist strijdig zijn en door de sfeer waarin zij werken.<br />
De volgende vragen zijn richtinggevend bij de analyse van dit aspect:<br />
✗ In hoeverre is er sprake van overeenkomst of verschil tussen de invalshoeken van waaruit beide<br />
partijen opereren (denk hierbij bijvoorbeeld aan achtergronden, benaderingswijzen, bekendheid<br />
met elkaars werk)?<br />
✗ In welke sfeer (formeel, informeel, cultuurverschillen) vindt het contact plaats ?<br />
✗ Zijn de doelen van betrokken partijen vergelijkbaar of juist strijdig?<br />
17
18<br />
<strong>III</strong>.4. Hoofdkenmerk:<br />
Specifieke handelingsvereisten<br />
Dit hoofdkenmerk bestaat uit drie gezichtspunten, te weten Bewegingsvaardigheid,<br />
Oplettendheid en Uitzonderlijke Kenmerken.<br />
Deze gezichtspunten betreffen kenmerken die niet in elke functie voorkomen.<br />
bewegingsvaardigheid<br />
beheersing<br />
bemoeilijkende<br />
factoren<br />
intensiteit<br />
SPECIALE oplettendheid<br />
HANDELINGS-<br />
VEREISTEN duur<br />
uitzonderlijke<br />
kenmerken<br />
aard<br />
belang
4.1. Bewegingsvaardigheid<br />
<strong>Het</strong> gezichtspunt Bewegingsvaardigheid is van toepassing indien voor een<br />
functie specifieke en speciale beheersing van bewegingen is vereist. Analyse en<br />
waardering vindt plaats vanuit twee aspecten: Beheersing en Bemoeilijkende<br />
Factoren.<br />
✓ Beheersing<br />
<strong>Het</strong> aspect Beheersing richt zich op de mate van nauwkeurigheid voor de<br />
uitvoering van meer of minder gecompliceerde handelingen.<br />
Richtinggevende vragen bij de niveaubepaling zijn:<br />
✗ Met welke mate van precisie en accuratesse moeten de bewegingen uitgevoerd worden?<br />
✗ In welke mate is coördinatie van ledematen vereist?<br />
✓ Bemoeilijkende factoren<br />
Bemoeilijkende factoren betreffen de omstandigheden waaronder de<br />
bewegingen moeten worden uitgevoerd, die de handelingen in meer of<br />
mindere mate bemoeilijken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan krachtsuitoefening,<br />
snelheid van bewegen en snelheid van reageren.<br />
19
20<br />
4.2. Oplettendheid<br />
Oplettendheid, in de zin van een bepaalde mate van aandacht en concentratie,<br />
is vereist voor elk functioneel denken en handelen. Dit geldt in het bijzonder<br />
voor probleembehandeling (zie gezichtspunt Problematiek).<br />
Oplettendheid wordt via de <strong>ORBA</strong>-methode alleen gewaardeerd indien er<br />
sprake is van bijzondere eisen van aandacht of concentratie.<br />
De waardering van deze ”bovenmatige” oplettendheid vindt plaats aan de hand<br />
van de aspecten Intensiteit en Duur.<br />
✓ Intensiteit<br />
De vereiste mate van intensiteit van aandacht en concentratie wordt vastgesteld<br />
met behulp van vier onderling samenhangende factoren, te weten:<br />
aard van het aandachtsgebied, selectiviteit van waarneming, tempo van<br />
informatieverwerking en voorspelbaarheid van situaties.<br />
✓ Duur<br />
Bij het aspect Duur spelen twee factoren een rol. De vereiste duur van de<br />
periode van oplettendheid en de frequentie waarin deze periodes in de<br />
functie voorkomen.<br />
De duur van de oplettendheid kan variëren van kort (tot 0,5 uur) tot lang<br />
(meer dan 2,5 uur).<br />
Bij de mate waarin deze periodes voorkomen, wordt onderscheid gemaakt<br />
tussen weinig (circa 10% van de werktijd), regelmatig (circa 40%) en veel<br />
(circa 90% van de werktijd).
4.3. Uitzonderlijke kenmerken<br />
Voor een beperkt aantal functies dient de functievervuller over één of meer<br />
bijzondere eigenschappen te beschikken. In hoofdzaak gaat het hierbij om<br />
fysiologische vermogens of eigenschappen die niet door scholing of op een<br />
andere wijze te verwerven of te leren zijn en hoewel schaars, toch onmisbaar<br />
voor het uitoefenen van de functie zijn.<br />
Analyse en waardering vindt plaats vanuit twee aspecten: Aard en Belang.<br />
✓ Aard<br />
<strong>Het</strong> begrip Aard heeft betrekking op kleuronderscheiding, smaak- en<br />
geuronderscheiding, geluidsonderscheiding, tastzin, stemgeluid, fysiek<br />
uiterlijk en artistieke vormgeving.<br />
✓ Belang<br />
Door middel van het aspect Belang wordt vastgesteld of de aard van het<br />
kenmerk onontbeerlijk is voor een (klein) deel van de functie, dan wel<br />
wezenlijk is voor de gehele functie.<br />
21
22<br />
<strong>III</strong>.5. Hoofdkenmerk: Bezwarende omstandigheden<br />
Dit hoofdkenmerk is bedoeld voor omstandigheden in functies, die fysisch<br />
en/of psychisch belastend zijn dan wel bepaalde gevaren voor de functievervuller<br />
met zich meebrengen. Bezwarende omstandigheden worden alleen<br />
gewaardeerd via de <strong>ORBA</strong>-methode indien zij bij de uitoefening van de<br />
functie een substantiële factor vormen. Bezwaren die verbonden zijn aan<br />
(verschillende vormen van) afwijkende werkuren en omstandigheden die de<br />
ARAB-normen (dreigen te) overschrijden, blijven hierbij buiten beschouwing.<br />
<strong>Het</strong> hoofdkenmerk Bezwarende omstandigheden is het enige hoofdkenmerk<br />
van de <strong>ORBA</strong>-methode dat niet automatisch wordt gebruikt bij het waarderen<br />
van functies. Toepassing van dit hoofdkenmerk is facultatief en is gerelateerd<br />
aan de in een organisatie bestaande opvattingen over beloningsbeleid.<br />
Binnen dit hoofdkenmerk worden vier gezichtspunten onderscheiden, te weten:<br />
Lichamelijke inspanning/massa, Lichamelijke inspanning/houding, Werkomstandigheden en<br />
Persoonlijk Risico.<br />
BEZWARENDE<br />
OMSTANDIGHEDEN<br />
lichamelijke inspanning/<br />
massa<br />
lichamelijke inspanning/<br />
houding<br />
werkomstandigheden<br />
persoonlijk risico<br />
intensiteit<br />
duur en herhaling<br />
intensiteit<br />
duur en herhaling<br />
intensiteit<br />
duur<br />
ernst van het letsel<br />
kans op letsel
5.1. Lichamelijke inspanning/massa<br />
Dit gezichtspunt betreft de lichamelijke inspanning die een functievervuller<br />
moet leveren om een bepaalde massa in de gewenste positie te brengen of te<br />
houden.<br />
Waardering vindt plaats met behulp van de aspecten Intensiteit en Duur en<br />
herhaling.<br />
✓ Intensiteit<br />
<strong>Het</strong> begrip Intensiteit heeft betrekking op de hoeveelheid te verrichten<br />
arbeid als combinatie van het massagewicht uitgedrukt in kilogram en de<br />
lastarm uitgedrukt in centimeters.<br />
✓ Duur en herhaling<br />
<strong>Het</strong> aspect Duur en herhaling heeft betrekking op de duur (tijd maal<br />
frequentie) van de te leveren lichamelijke inspanning en de tijdspanne<br />
waarbinnen de inspanning wordt herhaald.<br />
5.2. Lichamelijke inspanning/houding<br />
Dit gezichtspunt betreft de lichamelijke inspanning die is vereist om een<br />
bepaalde lichaamshouding te handhaven (statisch) of een bepaalde lichaamsbeweging<br />
uit te voeren (dynamisch).<br />
Dit gezichtspunt kent de aspecten Intensiteit en Duur.<br />
✓ Intensiteit<br />
<strong>Het</strong> aspect Intensiteit heeft betrekking op de mate van inspanning die nodig<br />
is om de houding te handhaven en/of de beweging uit te voeren.<br />
✓ Duur en herhaling<br />
<strong>Het</strong> aspect Duur heeft betrekking op de tijdsduur (tijd maal frequentie) van<br />
de fysieke belasting.<br />
23
24<br />
5.3. Werkomstandigheden<br />
<strong>Het</strong> gezichtspunt Werkomstandigheden richt zich op de hinder die een medewerker<br />
ondervindt als gevolg van fysische en psychische fenomenen.<br />
Aspecten voor de niveaubepaling zijn Intensiteit en Duur.<br />
✓ Intensiteit<br />
<strong>Het</strong> aspect Intensiteit heeft betrekking op de aard en waarneembaarheid van<br />
de afzonderlijke fenomenen, alsmede het aantal gelijktijdig optredende<br />
fenomenen.<br />
✓ Duur<br />
<strong>Het</strong> aspect Duur heeft betrekking op de tijdsduur (tijd maal frequentie) van<br />
de hinder.<br />
5.4. Persoonlijk risico<br />
<strong>Het</strong> gezichtspunt Persoonlijk Risico betreft de mate waarin de arbeidsgeschiktheid<br />
van een medewerker wordt bedreigd. Dit risico wordt gewogen<br />
via twee aspecten, te weten: Ernst van het letsel en Kans op letsel.<br />
✓ Ernst van het letsel<br />
Ernst van het letsel heeft betrekking op de mate waarin opgelopen letsel<br />
gevolgen heeft voor de arbeidsongeschiktheid van de medewerker.<br />
✓ Kans op letsel<br />
Kans op letsel heeft betrekking op de kans dat letsel kan worden opgelopen<br />
door het uitoefenen van de functie in relatie tot gehanteerde veiligheidsvoorschriften<br />
en -maatregelen.
IV. Praktijkvoorbeelden<br />
Een traditioneel productiebedrijf wordt geconfronteerd met snelle<br />
veranderingen in de technologie. Ingrijpende aanpassingen en herziening van<br />
de werkorganisatie zijn noodzakelijk. <strong>Het</strong> personeelsbeleid is tot op dat<br />
moment sterk gericht geweest op beheer. De behoefte bestaat om -<br />
mede gelet op de snelle ontwikkelingen - veel aandacht te besteden aan de<br />
voortdurende ontwikkeling van het personeel.<br />
Alles moet snel; aan de doelmatigheid worden hoge eisen gesteld. In dit geval<br />
adviseert de OPTIMOR-adviseur een sterk op de organisatie gerichte,<br />
structurerende aanpak : de invoering van een stelsel goed op elkaar<br />
afgestemde personeelsinstrumenten met daarnaast aandacht voor de externe<br />
vergelijkbaarheid.<br />
Een jong en relatief klein high-tech productiebedrijf met een hoogwaardig<br />
personeelsbestand is in enkele jaren tijd snel gegroeid. In de organisatie bestaan<br />
bij management en medewerkers vragen over het evenwicht in de beloningsverhoudingen.<br />
Zelf heeft men beknopt een aantal sleutelfuncties beschreven.<br />
De behoefte bestaat om de interne beloningsverhoudingen te herijken en een<br />
globale vergelijking te maken met de beloningsstructuur van soortgelijke<br />
bedrijven en ondernemingen binnen de regio.<br />
OPTIMOR adviseert om snel en zonder ingewikkelde procedures de zwaarte<br />
van de functies te bepalen en op basis hiervan deze functies te vergelijken met<br />
de beloning van functies in soortgelijke bedrijven.<br />
Een dienstverlenende organisatie met een omvangrijke groep balie-medewerkers<br />
wordt geconfronteerd met de noodzaak om de kwaliteit van de dienstverlening<br />
te verbeteren. De concurrentie is sterk en nieuwe technologieën doen<br />
in snel tempo hun intrede. <strong>Het</strong> werk is daardoor aan verandering onderhevig<br />
en daarmee ook de eisen die aan de mensen worden gesteld. De beloningsverhoudingen<br />
zijn evenwichtig. OPTIMOR adviseert een aanpak waarbij het<br />
gehele proces - in nauwe samenwerking met het management en medewerkers<br />
- wordt beschreven en functies worden (her)ontworpen. In aanvulling daarop<br />
adviseert men aandacht te besteden aan het definiëren van de functie-eisen en<br />
de invoering van een eenvoudig beoordelingssysteem om de ontwikkeling van<br />
de medewerkers verder te sturen. Functiegerichte training en opleiding<br />
completeert het adviestraject.<br />
25
OPTIMOR <strong>HRM</strong> <strong>Consultants</strong> bvba<br />
sprl<br />
Bergensesteenweg 709A, b7, Chaussée de Mons • B-1600 Sint-Pieters-Leeuw • Belgium<br />
Tel.: 02 361 37 57 • Fax: 02 361 49 10 E-mail: optimor@optimor.be • www.optimor.be