"Welkom op de Peuterspeelzaal" boekje hier - Peuterspeelzalen ...

Welkom op de Peuterspeelzaal
Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk (SPO)
Postbus 11
5060 AA Oisterwijk

Peuterspeelzaal De Coppele
Willem de Zwijgerlaan 61, 5061 TB Oisterwijk
Telefoon: 013 - 528 5122
e-mail: coppele@pszo.nl
Peuterspeelzaal Dribbel
Lavendel 7, 5061 WB Oisterwijk
Telefoon: 013 - 528 8337
e-mail: dribbel@pszo.nl
Peuterspeelzaal Janneke
Margrietstraat 1, 5066 BA Moergestel
Telefoon: 013 - 513 3071
e-mail: janneke@pszo.nl
Peuterspeelzaal Schelleboom
Cia van Boorthof 2, 5061 XB Oisterwijk
Telefoon: 013 - 522 0347
e-mail: schelleboom@pszo.nl
Peuterspeelzaal Trepke
Kerkplein 28, 5061 EB Oisterwijk
Telefoon: 013 - 528 4527
e-mail: trepke@pszo.nl
website SPO: www.pszo.nl
illustraties: Frank Daenen: www.frankdaenen.be

Welkom
Uw kind gaat een peuterspeelzaal van de Stichting Peuterspeelzalen
Oisterwijk (SPO) bezoeken.
Daarom krijgt u dit boekje. Er staat van alles in hoe het er in de
regel op een peuterspeelzaal in Oisterwijk en Moergestel aan toe
gaat. Maar ook krijgt u informatie over onder andere het
aannamebeleid, de ouderbijdrage, wat te doen bij ziekte van uw
peuter en dergelijke.
Onder de Stichting SPO vallen de volgende vijf peuterspeelzalen:
* Peuterspeelzaal De Coppele
* Peuterspeelzaal Dribbel
* Peuterspeelzaal Janneke
* Peuterspeelzaal Schelleboom
* Peuterspeelzaal Trepke
Elke peuterspeelzaal heeft zijn eigen identiteit. Vanuit deze eigenheid
kunnen er tussen de peuterspeelzalen een aantal praktische
verschillen zijn.
De bedoeling van dit boekje is om het bezoek van uw peuter aan de
peuterspeelzaal tot een succes te maken. Als u na het lezen nog
vragen heeft, kunt u deze aan de leidster van één van de
peuterspeelzalen stellen. U kunt ook contact opnemen met de
coördinator mevrouw Gerdine Leysner, werkzaam bij de Stichting
en te bereiken op telefoonnummer (013) 468 6730 of met
mevrouw Rian Bartels, voorzitter van het bestuur, te bereiken op
telefoonnummer (013) 513 4130.
U kunt ook een kijkje nemen op de website: www.pszo.nl
1

Een peuterspeelzaal, wat is dat?
In Oisterwijk en Moergestel bezoekt ongeveer 65 % van de
kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar een door de gemeente
gesubsidieerde peuterspeelzaal.
De Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk (SPO) beschouwt een
peuterspeelzaal als een voorschoolse basisvoorziening. De peuter
kan in een stimulerende omgeving contact leggen met
leeftijdgenootjes en er is de mogelijkheid allerlei nieuw speelgoed en
nieuwe materialen te ontdekken. De peuterspeelzaal is voor de
peuter een prettige omgeving, die zoveel mogelijk aan zijn of haar
leeftijd is aangepast en waar de peuter ontdekkend kan leren.
SPO vindt het van wezenlijk belang dat de peuter plezier beleeft aan
de peuterspeelzaal. Het spelen van de peuter staat bij SPO voorop.
De peuterspeelzalen gaan kindgericht te werk. Tijdens het verblijf
op de peuterspeelzaal wordt de ontwikkeling van uw peuter
begeleid en gestimuleerd, waarbij uitgegaan wordt van de peuter.
Zoals gezegd gaat het bij SPO om de begeleiding van uw peuter en
niet om de opvang van uw peuter.
2
Frank Daenen: Victor in de tuin. Uitg. Clavis, 2008

Doelstelling SPO
SPO stelt zich ten doel om door middel van:
* de opzet van de dagdelen
* het aanbod van activiteiten
* de keuze van het (speel)materiaal
* de inrichting van de peuterspeelzalen
* de manier van werken
* de houding en de inzet van de leidsters
elke peuter naar eigen tempo optimale mogelijkheden aan te bieden
voor de ontwikkeling van zijn/haar eigen unieke kwaliteiten.
Op deze manier dragen wij bij aan de ontwikkeling van uw peuter
en vergemakkelijken wij de stap naar het basisonderwijs.
Het bestuur hecht veel waarde aan de veiligheid van de peuters.
Daarom zijn alle leidsters in het bezit van het diploma
bedrijfshulpverlener. Hiervoor hebben zij cursussen gevolgd voor
EHBO bij jonge kinderen, reanimatie en brandpreventie en
brandbestrijding. Door het jaarlijks volgen van herhalingslessen blijft
dit diploma up to date.
Ook de veiligheid van de gebouwen verdient de aandacht. Alle vijf
peuterspeelzalen zijn in het bezit van een gebruiksvergunning.
Dit betekent dat het gebouw, na controle van de brandweer en
eventuele aanpassingen, voldoet aan hun strenge eisen en brandveilig
wordt verklaard.
3

SPO kent ook een “deur-op-slot-beleid”, hetgeen betekent dat
tijdens speelzaaltijd de deuren van de speellokalen alleen van
binnenuit kunnen worden geopend. Bezoekers kunnen niet zomaar
binnenlopen, maar moeten aanbellen, bij voorkeur met telefonische
aankondiging vooraf.
Daarnaast worden, met het oog op veiligheid, duidelijke afspraken
met ouders/verzorgers gemaakt over het brengen en halen van de
peuters. Gebeurt dit niet door de ouders/verzorgers zelf, maar
door kinderopvang of oppas, opa/oma, dan dient dit aan de leidsters
te worden gemeld.
Frank Daenen: Dopido children’s magazine, Uitg. Averbode, 2009
4

Wie is dat kleine peutertje eigenlijk?
Een peuter tussen 2 en 4 jaar dat:
* net kan lopen en dat steeds beter doet
* amper zindelijk is, maar het spoedig helemaal zal zijn
* nauwelijks goed kan praten en u binnenkort de oren van het
hoofd vraagt en praat en nodig heeft dat u daar serieus op
ingaat
* veel van wat voor u vanzelfsprekend is nog moet ervaren en
ontdekken
* voor zijn/haar sociaal-emotionele ontwikkeling van uw liefde
Kortom......
en inzicht afhankelijk is.
Een peuter is in alle opzichten een zeer kwetsbaar mensje.
Het is daarom wenselijk dat we als volwassenen rekening houden
met de peuter in zijn/haar ontwikkeling.
Frank Daenen: Victor en zijn dieren. Uitg. Clavis 2008
5

Naar de peuterspeelzaal
Voordat uw peuter naar de peuterspeelzaal komt, is het fijn als uw
peuter al iets weet over wat er te beleven valt en hoe het er aan
toe gaat.
Als voorbereiding op de komst naar de peuterspeelzaal kunt u
bijvoorbeeld vertellen dat er een zandbak is, een glijbaan, een
poppenhoek en dat er ook andere kinderen zijn om mee te spelen.
Vertelt u ook iets over de wijze waarop de ochtend of middag
verloopt. Verderop in dit boekje staat hiervan een globale
beschrijving.
Sommige peuters hebben in het begin wat moeite om te wennen op
de peuterspeelzaal. Bij anderen komt dat pas later, bij sommigen
helemaal niet. U bent in de eerste plaats degene die uw peuter
hierbij steun kan geven. In het begin kan het afscheid wat zwaar
vallen. De leidsters weten dit en zullen alles doen om uw peuter
zich thuis te laten voelen. Het verdriet is vaak van korte duur. Bent
u niet helemaal gerust, dan kunt u altijd bellen als u wilt weten hoe
het gaat. Ook bestaat de mogelijkheid om de eerste ochtend of
middag wat langer bij uw peuter op de peuterspeelzaal te blijven.
Voor de allerkleinsten zijn de eerste bezoeken aan de
peuterspeelzaal vaak nogal lang. De nieuwe indrukken die ze opdoen
vermoeien de peuters. In deze eerste periode zijn andere
ophaaltijden, in overleg, mogelijk.
Als er wat uw peuter betreft bijzonderheden zijn, zoals bijvoorbeeld
allergie, zindelijkheid of bepaalde gedragingen, spreekt u daar dan de
eerste morgen of middag over met de leidster. Er kan daar dan
rekening mee gehouden worden.
6

Hoe verloopt een speelzaalochtend of -middag?
De peuters worden met hun ouders zoveel mogelijk persoonlijk
begroet door de leidsters. Als de ouders weg zijn, wordt een
ochtend of middag doorgebracht met een keuze uit de volgende
activiteiten:
* vrij spelen: rollend materiaal, poppenhoek, blokken, auto’s,
duplo, puzzels;
* knutselen: tekenen, plakken, schilderen, kleuren, kleien;
* buiten spelen bij droog weer: zandbak, klimrek, rijdend materiaal;
* kringactiviteiten: voorlezen, spelletjes, liedjes, verjaardagen;
* drama: zoals ‘ doen alsof’, spelen in verhaalvorm, fantasiespel,
poppenkast.
Halverwege de ochtend of middag laten we de peuters plassen en
handen wassen. Peuters die nog niet zindelijk zijn worden zonodig
verschoond. Wij proberen daarbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij
de zindelijkheidstraining die uw peuter thuis gewend is.
Bij het opruimen worden peuters zoveel mogelijk gestimuleerd om
mee te helpen.
In de regel worden de peuters vrij gelaten om aan de activiteiten
deel te nemen. Natuurlijk proberen wij uw peuter erbij te
betrekken, maar wij verplichten de peuter niet tot prestaties. Stel
daarom bij het ophalen van uw peuter dan ook niet de vraag: “Wat
heb je vandaag gemaakt?”, maar ‘Heb je vandaag fijn gespeeld?’.
Uw peuter zou zich anders verplicht kunnen gaan voelen iedere
keer iets te moeten maken.
7

Aan het einde van de ochtend of middag proberen wij u altijd de
gelegenheid te bieden om vragen te stellen over uw peuter. Wij
stellen dat zeer op prijs.
Frank Daenen: Children’s Book Cover, Buckle my shoes, 2010
8

Wat te doen als uw peuter ziek is
Als uw peuter door ziekte niet naar de peuterspeelzaal kan komen
is het belangrijk dat u dit even laat weten.
Het is verstandig om uw peuter thuis te houden als het erg
verkouden of hangerig is.
Heeft uw peuter waterpokken en zijn de blaasjes
ingedroogd, is het niet hangerig of koortsig, dan is uw peuter
welkom op de peuterspeelzaal. Het besmettingsgevaar is dan
meestal al geweken. In geval uw peuter krentenbaard heeft
(impetigo) moet u echter uw peuter thuis houden. Als u twijfelt of
uw peuter wel of niet naar de peuterspeelzaal kan (bijvoorbeeld bij
diarree) overleg dit dan telefonisch met de leidster.
Als er in uw gezin een besmettelijke ziekte heerst, zoals
bijvoorbeeld rode hond of geelzucht, geef dit dan zo snel mogelijk
door aan de leidster.
Als er op een bepaald moment kinderziekten heersen, dan staat dit
op de peuterspeelzaal aangekondigd.
Als uw peuter kortdurend ziek is, loopt de ouderbijdrage gewoon
door. Indien uw peuter langer dan één maand ziek is en hierdoor de
peuterspeelzaal niet kan bezoeken, zijn over de resterende dagen
dat uw peuter ziek is, geen kosten verschuldigd.
9

Pedagogisch beleidsplan
Iedere peuterspeelzaal heeft een pedagogisch beleidsplan
geschreven. Daarin wordt vooral duidelijk gemaakt hoe de leidsters
met de peuters willen omgaan en waarom. Ook kunt u lezen over
de opbouw van het dagdeel en de regels op de groep.
Het pedagogisch beleidsplan ligt voor alle ouders ter inzage op de
peuterspeelzaal.
VVE op de peuterspeelzalen van SPO: vergroot de
kansen van de peuter
Op vijf peuterspeelzalen van SPO wordt Voor- en Vroegschoolse
Educatie (VVE) aangeboden.
Peuters die een extra steuntje in de rug nodig hebben bij hun
ontwikkeling kunnen in aanmerking komen voor deelname aan VVE.
Zij komen dan gratis twee dagdelen extra op de peuterspeelzaal.
VVE: extra stimulering van de ontwikkeling
In de groepen wordt er met name extra gewerkt aan de
taalontwikkeling van de peuter. Er is daarbij gekozen voor het VVE
programma Puk en Ko. De leidsters van SPO zijn hierin speciaal
bijgeschoold. Het programma wordt niet alleen tijdens de extra
dagdelen uitgevoerd, maar tijdens alle dagdelen waarop de peuters
de peuterspeelzaal bezoeken.
Er wordt gewerkt met thema’s, onderwerpen die dicht bij de
peuters staan en hen aanspreken. Ouders besteden hier thuis ook
aandacht aan zodat de ontwikkeling en de taal van de peuters enorm
wordt gestimuleerd. De peuters worden gevolgd met een
kind-volgsysteem dat uitmondt in een overdrachtsformulier dat met
de peuter meegaat naar de basisschool. Met ouders wordt natuurlijk
10

egelmatig over de ontwikkeling en de vorderingen van de peuter
gesproken.
VVE-programma
Peuters kunnen vanaf het moment dat ze twee jaar en drie maanden
oud zijn direct meedoen met het VVE-programma. Op de meeste
basisscholen wordt er met een vergelijkbaar programma gewerkt.
Door goed overleg tussen peuterspeelzaalleidsters en leerkrachten
van de onderbouw wordt de aansluiting en de doorgaande lijn
bewaakt. De peuterspeelzaal vormt zo een echte voorbereiding op
de basisschool.
Ouderbijdrage
Voor de peuterspeelzaal wordt een ouderbijdrage gevraagd. Het
standaardtarief is inkomensafhankelijk. Voor deelname aan VVE
(twee extra dagdelen) wordt geen extra bijdrage gevraagd. Deze
dagdelen worden bekostigd uit daarvoor door de gemeente
beschikbaar gestelde gelden.
11

Speciale aandacht voor de taalontwikkeling
Taal is een middel om te communiceren en om contacten te leggen
met anderen. Het is ook een middel om anderen duidelijk te maken
wat je wilt, denkt, ziet of voelt. Taal is onmisbaar bij het denken en
bij de begripsvorming, inzicht en geheugen. Wij hebben een actieve
rol in de taalontwikkeling van peuters. Actief taalgebruik kun je
stimuleren door voorlezen, liedjes, versjes en gesprekjes. Het is
raadzaam om met uw peuter duidelijk Nederlands te spreken en
geen ‘kindertaal’ of dialect. De aansluiting met het basisonderwijs zal
mede daardoor makkelijker verlopen.
10 minuten gesprekken
Als de ontwikkeling van een peuter goed verloopt en er verder geen
bijzonderheden zijn, zal het contact bij halen en brengen meestal van
korte duur zijn.
Toch kunnen wij ons voorstellen dat u graag wat meer informatie
over uw peuter wilt, zeker als uw peuter al een tijdje op de
peuterspeelzaal zit. Daarom bieden wij alle ouders een 10 minuten
gesprekje aan, na de eerste observatie rond de derde verjaardag van
uw peuter en een paar maanden voordat uw peuter de
peuterspeelzaal verlaat. Als handvat voor dit gesprek wordt de
observatielijst gehanteerd. De aandachtsgebieden op deze lijst zijn
onder ander motivatie, concentratie,
zelfstandigheid/zelfredzaamheid, luistervaardigheid, taalontwikkeling,
samen spelen, functioneren in de groep en motorische ontwikkeling.
12

Stagiaires
Het kan gebeuren dat er op de peuterspeelzaal voor een bepaalde
periode een stagiaire aanwezig is. Zij/hij staat onder leiding van de
teamleidster.
Filmen en foto’s
Met name bij verjaardagen willen ouders vaak een filmopname of
foto’s maken. Indien u hiertegen bezwaar hebt, kunt u dat bij de
teamleidster aangeven.
SPO heeft een website waar regelmatig foto’s worden geplaatst van
vieringen. Indien u bezwaar heeft tegen plaatsing op de website, kunt
u dit bij de teamleidster aangeven.
Aansprakelijkheid
Alle peuters zijn tijdens hun aanwezigheid op de peuterspeelzaal
WA verzekerd. Dit geldt ook bij eventuele uitstapjes. De leiding
noch het bestuur van SPO is aansprakelijk voor het zoekraken van
kleding.
13

Aannamebeleid
Peuters woonachtig in Oisterwijk en Moergestel komen in
aanmerking voor plaatsing. U kunt uw peuter aanmelden vanaf de
18 e maand. Het inschrijfformulier, dat op elke peuterspeelzaal
verkrijgbaar is, of te downloaden via de website www.pszo.nl, kunt u
ingevuld afgeven bij de peuterspeelzaal van uw keuze.
U kunt uw peuter slechts bij één van de peuterspeelzalen
inschrijven.
Uw peuter kan geplaatst worden vanaf 2 jaar. Of uw peuter ook
onmiddellijk wordt geplaatst, is afhankelijk van de wachtlijst van de
door u gekozen peuterspeelzaal.
Op het inschrijfformulier kunt u ook een eventuele voorkeur voor
dagdelen aangeven. Dit kan tot gevolg hebben dat uw peuter nog
even moet wachten, voordat het kan worden geplaatst.
14
Frank Daenen: Victor in de tuin. Uitg. Clavis, 2008

Ouderbijdrage
De ouderbijdrage die u voor uw peuter moet betalen is afhankelijk
van uw gezinsinkomen. Aan de hand van onderstaande gegevens
kunt u vaststellen in welke categorie van gezinsinkomen u valt en
welke maandelijkse ouderbijdrage derhalve van toepassing is. Deze
gegevens zijn onder voorbehoud, aangezien de gemeente de
ouderbijdrage kan verhogen. Tevens vindt er jaarlijks een
prijsindexering plaats. Bedragen zijn inclusief administratiekosten.
In onderstaande tabel ziet u dus de ouderbijdrage per maand bij
2 dagdelen per week.
Gezamenlijk bruto
maandinkomen
Ouderbijdrage per maand
(bij 2 dagdelen per week)
Betalingswijze automatische
incasso 2012 / 2013
Lager dan € 1.446,60 € 42,00
Van € 1.446,60 tot € 2.500,00 € 54,00
Hoger dan € 2.500,00 € 65,40
Het inschrijfgeld bedraagt eenmalig € 15,00 en wordt berekend bij
de eerste inning van de ouderbijdrage.
Bij annulering wordt € 35,00 aan administratiekosten in rekening
gebracht.
Met uitzondering van één maand in de zomervakantie worden alle
vakanties doorbetaald. Per maand betaalt u uitsluitend door middel
van een incasso via uw bank- of girorekening. Hiervoor krijgt u een
15

machtigingsformulier. Dit kunt u ingevuld, samen met het formulier
voor de bepaling van de hoogte van de ouderbijdrage opsturen naar
Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk,
Postbus 11,
5060 AA Oisterwijk.
Als uw peuter 4 jaar wordt en de peuterspeelzaal verlaat, wordt de
incasso door ons stopgezet. U hoeft dus géén stopzetting van de
machtiging in te sturen. Wel moet u 14 dagen van tevoren een
formulier invullen dat u van de (team)leidster krijgt overhandigd.
Bij aanname c.q. vertrek van uw peuter zal de eerste of de vijftiende
van de maand als afrekendatum worden aangehouden. De laatste
afschrijving is circa een maand nadat uw peuter de speelzaal heeft
verlaten. Indien uw peuter halverwege het jaar naar de basisschool
gaat, moet u ook per de eerste of de vijftiende van de maand
opzeggen.
De ouderbijdrage wordt door SPO centraal geïnd. Voor vragen met
betrekking tot de ouderbijdrage kunt u contact opnemen met
Jan Ligtenberg, coördinator facilitaire zaken, j.ligtenberg@pszo.nl of
per brief: Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk,
t.a.v. de heer J. Ligtenberg, Postbus 11, 5060 AA Oisterwijk.
Graag maken wij ouders erop attent dat het in speciale situaties
mogelijk is om van de gemeente een tegemoetkoming te krijgen in
de kosten van de ouderbijdrage. Deze regeling valt binnen de
bijzondere bijstandswet. Voor meer informatie hierover kunt u zich
wenden tot de afdeling Sociale Zaken of het Zorgloket van de
gemeente Oisterwijk.
16

De oudercommissie en centrale cliëntenraad
Iedere peuterspeelzaal heeft een oudercommissie. De leden
verrichten een aantal hand- en spandiensten in onderling overleg
met de leidsters. Gemiddeld komt de oudercommissie eenmaal in
de twee maanden bijeen voor overleg.
De taken van de oudercommissie kunnen zoal zijn:
- het organiseren van diverse activiteiten bij feestelijke
aangelegenheden, zoals sinterklaas- en kerstviering;
- belangen behartigen van de ouders;
- (mede) vormgeven aan de peuterspeelzaalkrant;
- hulp bieden bij bijvoorbeeld ouderavonden;
- ouders betrekken bij de peuterspeelzaal.
Daarnaast heeft er uit iedere oudercommissie één lid zitting in de
centrale cliëntenraad. De centrale cliëntenraad adviseert het bestuur
gevraagd en ongevraagd over allerlei zaken, zoals bijvoorbeeld het
pedagogisch beleid, beleid met betrekking tot hygiëne en veiligheid
of bij een belangrijke wijziging in de organisatie. Tevens heeft de
centrale cliëntenraad de bevoegdheid een bestuurslid voor te
dragen. Via deze raad hebben ouders dus invloed op de gang van
zaken bij SPO en op de kwaliteit van haar dienstverlening. De
centrale cliëntenraad zal de ouders informeren over hun werkwijze.
Zowel de oudercommissie als de centrale cliëntenraad kan, indien
gewenst, advies inwinnen bij de Belangenvereniging voor Ouders in
de Kinderopvang (BoinK). Het doel van BoinK is de deskundigheid
van ouderinspraakorganen te vergroten en fungeert tevens als
spreekbuis naar bijvoorbeeld de overheid.
17

Het bestuur
Het bestuur is belast met de leiding van de stichting.
De bestuursleden nemen vier jaar zitting in het bestuur en zijn
daarna eenmaal herkiesbaar. Het bestuur maakt jaarlijks een
jaarverslag dat voor iedereen ter inzage ligt op de peuterspeelzaal.
De financiële draagkracht van de Stichting wordt gevormd door de
ouderbijdragen en subsidies van de gemeente Oisterwijk.
Klachtenregeling
Hoewel alle leidsters hun best doen om kwalitatief goede
peuteropvang te realiseren, kan het voorkomen dat u het toch
ergens niet mee eens bent of een klacht hebt.
Wij hopen uiteraard dat u uw ontevredenheid of ongenoegen
allereerst met de betrokken leidster bespreekt en samen naar een
oplossing zoekt. Als de afhandeling niet naar uw wens is, dan kunt u
uw klacht schriftelijk indienen bij de teamleidster. Wanneer de
klacht juist gaat over het handelen van de teamleidster, dan richt u
uw klacht aan Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk,
t.a.v. mevrouw Gerdine Leysner, coördinator, Postbus 11,
5060 AA Oisterwijk. Zij zal uw klacht voorleggen aan het bestuur.
Op de peuterspeelzaal ligt hiervoor een interne klachtenprocedure
ter inzage.
Wanneer de afhandeling van uw klacht niet naar tevredenheid is
verlopen, dan kan de klacht worden doorgestuurd naar een externe
klachtencommissie.
De externe klachtencommissie voor SPO bestaat uit de volgende
drie leden:
18

1. de heer Mr. C.E.M. van Dongen, onafhankelijk voorzitter,
deskundig op het gebied van consumentenbelangen.
2. de heer Mr. C.A.M. Buijs, ambtelijk secretaris.
3. mevrouw R. Pijnenburg.
Indien u rechtstreeks een klacht wilt voorleggen aan de externe
klachtencommissie van SPO, verzoeken wij u contact op te nemen
met de ambtelijk secretaris, de heer Mr. C.A.M. Buijs. U kunt hem
bereiken op het volgende telefoonummer: 06-50654235 of per
e-mail: naokema@gmail.com
Frank Daenen: Doremi, Uitg. Averbode, 2010
19

Veiligheid en Hygiëne
SPO wil peuters naast een kindvriendelijke en vertrouwde omgeving
ook een veilige en hygiënische omgeving bieden.
Wettelijk zijn er duidelijke voorschriften met betrekking tot
veiligheid en hygiëne.
Veiligheid
Om de veiligheid binnen de peuterspeelzalen te waarborgen nemen
wij allerlei maatregelen.
Naast wet en regelgeving laten wij ons ook adviseren door de GGD
die tevens de jaarlijkse controle in opdracht van de gemeente bij ons
uitvoert.
Op alle speelzalen is er een risico-inventarisatie gezondheid en
veiligheid uitgevoerd en deze wordt elk jaar opnieuw geëvalueerd.
Alle peuterspeelzalen zijn brandveilig en beschikken over een
calamiteitenplan en vluchtrouteplattegrond. Op elke speelzaal
hangen brandblussers en er wordt één keer per jaar een
ontruimingsoefening gehouden met peuterleidsters en peuters.
Tevens beschikken alle peuterleidsters over een BHV-diploma.
Op elke speelzaal is een EHBO trommel aanwezig en een map van
de GGD met daarin protocollen omtrent ongevallen en
besmettelijke ziekten.
Bij ernstig letsel roept de peuterleidster hulp in van EHBO of
huisarts. Tevens wordt er direct contact opgenomen met ouders.
Het is dus van belang dat ouders bereikbaar zijn.
Ongevallen worden altijd geregistreerd om te achterhalen waar en
hoe ongevallen plaatsvinden.
20

Hygiëne
SPO heeft regels opgesteld met betrekking tot de persoonlijke
hygiëne van peuterleidsters en peuters. De peuterleidsters geven
hierbij het goede voorbeeld en zorgen ervoor dat zij er verzorgd
uitzien.
De risico-inventarisatie gezondheid heeft als doel:
- voorwaarden scheppen voor een zo gezond mogelijke
opvang en omgeving.
- stimuleren dat medewerksters en peuters zich daarbinnen
gezond en hygiënisch gedragen.
Door de gezondheidsrisico’s in kaart te brengen ontstaat
bewustwording waardoor de risico’s tot een aanvaardbaar niveau
worden teruggebracht.
Omdat gezondheid en gezondheidsgerelateerd gedrag geen vast
gegeven is, is een jaarlijkse evaluatie nodig. Er kunnen zich
tussentijds situaties voordoen die het aanscherpen van maatregelen
nodig maken.
Calamiteitenplan
Op de peuterspeelzaal is een calamiteitenplan aanwezig. Dit plan
bestaat uit een ontruimingsplan (bij brand- of bommelding) en een
rampenplan. Wat het ontruimingsplan betreft is het de bedoeling dat
er één keer per jaar (leidsters en peuters) wordt geoefend. De
ouders worden van deze oefening altijd van tevoren schriftelijk op
de hoogte gebracht.
Het calamiteitenplan ligt voor eenieder ter inzage op de
peuterspeelzaal.
21

Ouderinformatie
Het eerste contact tussen peuterspeelzaal en ouders is bij
aanmelding. Als een peuter is geplaatst, vindt met regelmaat een
kort contact plaats (aan de deur) tussen de ouders en de leidsters.
Indien nodig, vindt een wat uitgebreider gesprek plaats. Door het
informatieboekje en de nieuwsbrieven worden ouders geïnformeerd
over de peuterspeelzaal.
In de dagelijkse omgang met de peuter in de groep wil de leidster
elke peuter voldoende aandacht geven. De leidster heeft oog voor
de peuter. Ze observeert de peuter in zijn/haar gedragingen, in
zijn/haar activiteiten. Om de peuter goed te kunnen volgen in
zijn/haar ontwikkeling gebruiken wij observatielijsten.
Frank Daenen: New Children’s Book, Uitg. Zwijsen, 2009
22

Protocol meldcode kindermishandeling
Kindermishandeling is een ernstig probleem. Kinderen die
mishandeld worden hebben recht op hulp en liefst zo vroeg
mogelijk. De schade kan dan beperkt blijven.
De peuterspeelzaal is een plaats waar (een vermoeden van)
kindermishandeling gesignaleerd kan worden. Leidsters staan dicht
bij de ouders, verzorgers en het kind. De verantwoordelijkheid van
de leidsters ligt dan ook bij het signaleren van opvallend en
afwijkend gedrag. Peuterspeelzaalleidsters hebben niet de
verantwoordelijkheid om kindermishandeling vast te stellen. Vanuit
de zorg die zij hebben over een kind zullen zij signalen optekenen en
moeten zij deze signalen doorgeven aan instanties die hulp kunnen
bieden aan het gezin.
Kindermishandeling komt overal voor. Kindermishandeling is geen
eenduidig begrip. Wat iemand kindermishandeling noemt, heeft te
maken met eigen normen en waarden, de manier waarop men zelf is
opgevoed en de cultuur waarin men leeft. Het is belangrijk
onderscheid te maken tussen kindermishandeling en minder
gewenste opvoedingssituaties. Iedere ouder maakt immers wel eens
fouten, is onredelijk of driftig of deelt een tik uit.
Bij kindermishandeling is er echter sprake van structureel,
stelselmatig, steeds terugkerend geweld of het ontbreken van zorg
van de ouder(s) naar zijn/haar kinderen.
Vormen van kindermishandeling
- Lichamelijke mishandeling
Hiervan spreekt men wanneer de verzorgers het kind
verwonden.
23

- Lichamelijke verwaarlozing
De verzorger is niet in staat of bereid tot het verschaffen
van minimale zorg ten aanzien van de lichamelijke behoeften
van een kind, zoals kleding, voeding, onderdak, bezoek aan
een arts, hygiëne.
- Geestelijke en emotionele mishandeling
Vrijwel alle vormen van kindermishandeling brengen
negatieve, emotionele/psychologische boodschappen over
naar het kind. Gekleineerd worden, de schuld krijgen van
relatieproblemen, gepest en getreiterd worden zijn hier
voorbeelden van.
- Geestelijke en emotionele verwaarlozing
Het ontzeggen van warmte, aandacht, respect, contact,
nooit eens knuffelen.
- Seksueel misbruik
De verzorger heeft seksueel contact met het kind of
probeert dit te hebben of laat het kind ernaar kijken.
- Kinderen als getuige van huislijk geweld
Ook getuige zijn van huislijk geweld en het opgroeien in een
gewelddadig gezin zal onherroepelijk ernstige psychische
schade tot gevolg hebben.
Vanaf 2006 is het verplicht voor beroepskrachten die met kinderen
werken een protocol meldcode te hebben. SPO hanteert hierbij de
Landelijke Meldcode voor huislijk geweld en kindermishandeling.
In 2012 treedt de Wijzigingswet Verplichte Meldcode huislijk geweld
en kindermishandeling in werking. Het Landelijk protocol biedt
houvast in het maken van keuzes en geeft duidelijkheid over de
verdeling van verantwoordelijkheden. Het protocol is bij de
teamleidster op te vragen.
24

Zorg voor Jeugd
Als Stichting Peuterspeelzalen Oisterwijk zijn wij aangesloten bij het
signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Het signaleringssysteem zorgt
ervoor dat kinderen en jongeren tussen 0 en 23 jaar niet meer
tussen wal en schip vallen en dat zij tijdig hulp krijgen. Met het
systeem kunnen alle organisaties die betrokken zijn bij de
hulpverlening aan jongeren snel en efficiënt informatie uitwisselen.
Zorg voor Jeugd zorgt ervoor dat:
- mogelijke risico´s bij kinderen vroegtijdig worden gesignaleerd;
- alle instellingen weten wie betrokken is bij de jeugdige;
- informatie tussen hulpverleners direct en snel wordt
uitgewisseld;
- het meteen duidelijk is wie de eerstverantwoordelijke is om de
zorg te coördineren;
- de voortgang en acties van de hulpverlening worden bewaakt.
De gemeente heeft het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd
beschikbaar gesteld. Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
(WMO) heeft de gemeente namelijk de taak om problemen bij
jeugdigen te signaleren en de coördinatie van de zorg te
organiseren.
Frank Daenen: Victor aan het strand, Uitg. Clavis, 2008
25

Samenwerking met derden
De peuterspeelzaal is niet langer meer een op zichzelf staande
voorziening. Zij vormt een schakel in de voortgaande
ontwikkelingslijn van de peuter. Daarom wordt steeds meer
samengewerkt met andere instellingen die betrokken zijn bij de
ontwikkeling van het jonge kind, zoals het basisonderwijs, de
thuiszorg en het netwerk jeugdhulpverlening. Hieronder leest u
enkele voorbeelden van deze samenwerking.
Samenwerking met het basisonderwijs
Van iedere peuter wordt er op de peuterspeelzaal een observatie
gemaakt. Ouders krijgen deze observatie in tweevoud mee naar huis
als de peuter 4 jaar is geworden. Het is de bedoeling dat de ouder
één exemplaar aan de basisschool geeft, zodat er
informatieoverdracht kan plaats vinden. De basisschool kan, indien
nodig, met gerichte hulp aansluiten bij de ontwikkeling van het kind.
Samenwerking met de Helpdesk
Als de ontwikkeling van de peuter bijzondere signalen oplevert, zal
de peuterspeelzaalleidster met u als ouder daarover contact
opnemen. In eerste instantie vindt een gesprek plaats tussen de
ouder en de leidster. Er kunnen afspraken gemaakt worden om
extra aandacht te geven aan de ontwikkeling of het gedrag, zowel
thuis als in de peuterspeelzaal.
Als de signalen van dien aard zijn dat de leidsters samen met de
ouders vinden dat er extra hulp of advies nodig is, dan kan men
hiervoor bij de zogenaamde Helpdesk te rade gaan. Deze Helpdesk
is ontstaan vanuit het samenwerkingsverband tussen het
basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Vanuit de Helpdesk kan er
onderzoek gedaan worden naar de taalontwikkeling (spraak,
26

logopedie), motorische ontwikkeling (fysiotherapie) of sociaalemotionele
ontwikkeling. Ouders worden bij alle gesprekken en
adviezen betrokken en hulp wordt alleen geboden na goedkeuring
door de ouders.
Samenwerking met de GGD
De wijkverpleegkundigen van het consultatiebureau houden
regelmatig spreekuur op de peuterspeelzaal. Ouders kunnen daar
terecht met al hun vragen over opvoeding, gedrag en ontwikkeling
van hun peuter.
Enkele voorbeelden: slapen, eten, zindelijkheid, druk gedrag,
jaloersheid, spraak/taal en koppigheid.
De spreekuurtijden staan op iedere peuterspeelzaal aangegeven.
Deelname aan het netwerk jeugdhulpverlening
Niet alle zorg rond een peuter kan gedeeld worden in de Helpdesk.
Soms gaat de zorg verder dan motoriek of spraakproblemen. Deze
zorg kan eventueel wel worden ingebracht in het netwerk
jeugdhulpverlening. De coördinatie van dit netwerk is in handen van
Bureau Jeugdzorg.
In Oisterwijk werkt een aantal mensen dagelijks met kinderen. Denk
bijvoorbeeld aan de wijkverpleegkundige, de huisarts, de leerkracht
van de basisschool en ook de peuterspeelzaalleidster. Soms zien zij
dat het niet goed gaat met een kind. Daarover kunnen zij praten in
het netwerk jeugdhulpverlening. In dit netwerk worden grote en
kleine zorgen rondom kinderen van 0 tot 12 jaar besproken; hoe
kan het snel beter gaan met deze kinderen.
Als er zorgen zijn rondom kinderen worden die allereerst met u als
ouders besproken. Misschien hebt u zelf ook zorgen over uw peuter
27

of hebt u vragen. Het kan zijn dat de peuterspeelzaalleidster u vraagt
om uw peuter in het netwerk te bespreken. Alles wat wordt
besproken in het netwerk is vertrouwelijk. Als u niet wilt dat uw
naam wordt genoemd dan kan uw situatie anoniem worden
besproken.
De mensen in het netwerk proberen te zoeken naar een oplossing.
Of zij zoeken naar mogelijkheden om uw peuter of uzelf te helpen
zodat het beter gaat. Het netwerk blijft ondersteunen zolang dat
nodig is en uw peuter blijft onder de aandacht tot het echt beter
gaat. Bij sommige kinderen gaat dat snel, bij anderen kan dat langer
duren of is het nodig om door te verwijzen naar de hulpverlening.
Frank Daenen: Victor aan het strand, Uitg. Clavis, 2008
28