Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
14. Dc2-b3 Pb8-c6<br />
15. f3xe4 f5xe4<br />
16. Db3-e3?<br />
16. Pe2 was beter geweest. Wat doet die<br />
dame daar?<br />
16. ..... Pc6-b4!<br />
Want het slaan van e4 zou na 17. ..., Le8<br />
de weg voor een extra aanvaller openen.<br />
17. Pg1-e2 Ld7-a4!<br />
18. b2-b3<br />
Een gedwongen verzwakking.<br />
18. ..... Pb4-d5!<br />
Op 19. Dxe4 volgt nu 19. ..., Lxb3 20.<br />
axb3, Da3!<br />
19. <strong>De</strong>3-h3 La4-d7<br />
Eindelijk een aanvalletje op e6, en een<br />
afdoende antwoord.<br />
20. Kb1-b2 a7-a5<br />
21. Td1-c1 <strong>De</strong>7-b4<br />
Kmoch en Prins:’Het is een prachtige partij<br />
geweest. Thans is ze uit omdat wit de<br />
dreiging 22. ..., Dd2+ niet goed kan<br />
pareren. Op 22. Td1 wint namelijk 22. ...,<br />
e3 met 23. ..., a4 of 23. ..., Pc3 of<br />
23. ..., Tc3 of zelfs 23. ..., Dd2+’<br />
22. Tc1-c4?? Db4-d2+!?<br />
Zwart had natuurlijk gewoon de toren<br />
kunnen nemen. Speelde Tartakower door<br />
omdat hij met een mooie aanval wilde<br />
winnen in plaats van door een blunder van<br />
zijn tegenstander?<br />
23. Kb2-b1 Tc8xc4<br />
24. b3xc4 Pd5-e3<br />
25. g2-g4 Dd2-d1+<br />
26. Kb1-b2 Pe3xc4+<br />
27. Kb2-c3 Dd1-d2+<br />
Met mat in 2<br />
Wit geeft op<br />
Even terug naar de vraag in het<br />
commentaar bij de 22 ste zet.<br />
Bij de meeste grootmeesters zou men<br />
geneigd zijn het niet nemen van de toren<br />
een blunder te noemen: gewoon nemen en<br />
wit geeft wel op. Maar bij Tartakower zou<br />
het antwoord best wel eens kunnen zijn:<br />
’Ja, hij heeft bewust voor Dd2+ en niet<br />
voor Txc4 gekozen’. En wel omdat deze<br />
voortzetting mooier en leuker is.<br />
Lasker en Tartakower gebruikten allebei<br />
middelen waarvan ze zelf wisten dat die niet optimaal waren. O.K., maar hun motieven lijken<br />
mij geheel verschillend. Lasker wilde winnen en besefte dat deze aanpak een slimme manier<br />
was om dat te bereiken. Tartakower beschouwde schaken primair als een spel, en waarom<br />
zou je spelen als je er niet alle mogelijke plezier aan beleeft?!<br />
Volgens hemzelf is hij nooit een kandidaat kampioen geworden<br />
omdat hij “teveel van schaken hield”. Overigens, hij heeft dit<br />
toernooi te Hastings wel gewonnen, vóór Euwe.<br />
Tartakower stond bekend om zijn schaakaforismen, zoals<br />
• "Het is altijd beter de stukken van de tegenstander te offeren."<br />
• "<strong>De</strong> tacticus moet weten wat te doen als er wat te doen valt; de strateeg<br />
moet weten wat te doen als er niets te doen valt."<br />
• "Een schaakpartij is gewoonlijk een sprookje van duizend-en-één fouten."<br />
• "<strong>De</strong>gene die de één na laatste fout maakt wint."<br />
<strong>51ste</strong> <strong>jaargang</strong>, <strong>nr</strong>. 3<br />
Pagina 15