Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Clubblad 51ste jaargang, nr. 3 - Schaakvereniging De Raadsheer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>51ste</strong> <strong>jaargang</strong>, <strong>nr</strong>. 3<br />
Leuk schaken<br />
Door: Corneel Simoons<br />
In mijn laatste stukje schreef ik dat Lasker in de psychologische strijd de kern<br />
van het schaken zag. Hij ging hierin zover dat hij, vooral toen hij al wat ouder<br />
was, graag minder gangbare en/of juiste voortzettingen koos, met de<br />
redenering: die varianten (zowel als hun ‘weerleggingen’) ken ik goed en of dat ook het geval<br />
is met mijn jongere tegenstander, dat zal die nu moeten bewijzen. Met andere woorden: hij<br />
zette zijn tegenstander op het verkeerde been en kon zo zijn ervaring doen gelden in een<br />
open gevecht.<br />
Iemand die ook regelmatig een dergelijke speelstijl hanteerde, was Tartakower. Zo speelde<br />
hij soms (en vaak nog met succes ook!) in het aangenomen Damegambiet 3. Pc3, ook al had<br />
‘de theorie’ allang aangetoond dat 3. Pf3 sterker is – maar ja, dan kwam je in varianten<br />
terecht die iedereen uit z’n hoofd kende. <strong>De</strong> voortzetting in de volgende partij, de<br />
Tartakower-variant van het klassieke Frans, is dubieus. Euwe zegt met zoveel woorden dat hij<br />
positioneel niet deugt, ook al zal wit zeer zorgvuldig moeten spelen vanwege de vele tactische<br />
valkuiltjes.<br />
En toch speelde Tartakower af en toe zo. Zelfs tegen de grote Capablanca (Budapest 1929).<br />
<strong>De</strong> laatste kwam slechter te staan, maar wist heel knap toch remise te bereiken. Tartakower<br />
prijst hem in zijn commentaar als een zeer groot meester in de kunst van het niet verliezen.<br />
Voor het volgende heb ik gebruik gemaakt van het boekje van Kmoch en Prins:’Weerzien der<br />
schaakmeesters. <strong>De</strong> wedstrijd te Hastings 1945-1946’. (Amsterdam 1946)<br />
H. Steiner X. Tartakower<br />
Hastings<br />
10 ronde, 8 januari 1946<br />
1. e2-e4 e7-e6<br />
2. d2-d4 d7-d5<br />
3. Pb1-c3 Pg8-f6<br />
4. Lc1-g5 Lf8-e7<br />
5. e4-e5 Pf6-e4<br />
Tartakower was over deze zet heel wat<br />
botter nog dan Euwe:‘<strong>De</strong> zet 5. ..., Pfd7 is<br />
zowel gangbaarder als gezonder, natuurlijk’<br />
6. Lg5xe7 Dd8xe7<br />
Ook 6. ..., Pxc3 is mogelijk.<br />
7. Pc3xe4 d5xe4<br />
Dreigt 8. …, Db4+<br />
8. c2-c3<br />
Zowel Kmoch en Prins als Euwe noemen<br />
hier 8. <strong>De</strong>2 als een betere mogelijkheid met<br />
bijvoorbeeld 8. ..., Pd7 9. 0-0-0, f5 10.<br />
exf6 ep, Pxf6 als mogelijk vervolg.<br />
8. ..... 0-0<br />
Pagina 14<br />
9. Dd1-c2 f7-f5<br />
10. 0-0-0?<br />
Rokeert naar de damevleugel die vrij<br />
gemakkelijk aan te vallen is, zoals zal<br />
blijken. En verlost, door 10. exf6 ep na te<br />
laten, zwart van heel wat zorgen over zijn<br />
centrum.<br />
Overigens, het zwakke punt in zwarts<br />
stelling is niet e4 maar e6! En wit heeft nu<br />
geen tijd meer om dat goed aan te vallen.<br />
10. ..... c7-c5<br />
11. f2-f3?<br />
Maakt de zaak erger.<br />
11. ..... c5xd4<br />
12. c3xd4?<br />
En hier had wit 12. Txd4, Pc6 13. Td1<br />
moeten proberen. Nu ligt de damevleugel<br />
open.<br />
12. ..... Lc8-d7<br />
13. Kc1-b1 Tf8-c8