25.09.2013 Views

'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg

'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg

'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Grenfell’s gedicht ‘Into Battle’ <strong>naar</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> invulling.<br />

<strong>Een</strong> vergelijkbare zin van <strong>de</strong> hand van Grenfell in een<br />

van zijn brieven was <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>: ‘One loves one’s fellow-man<br />

so much more when one is bent on killing him?’<br />

(Silkin, 72-73) Hoeveel soldaten zou<strong>de</strong>n dit geschreven<br />

hebben? Lijkt dit niet eer<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> opwinding van een<br />

e<strong>de</strong>lman tij<strong>de</strong>ns een jachtpartij? Kunnen we <strong>de</strong> overigens<br />

veel gebruikte picknickzin niet eer<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>ze<br />

manier interpreteren?<br />

Het boek dat het grootst aantal bladzij<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

hele wereldoorlog besteedt, Het hoodstuk over <strong>de</strong><br />

oorlog in Tekens 5 is zeer uitgebreid maar verwaarloost<br />

quasi volledig <strong>de</strong> publieke opinie aan <strong>de</strong> vooravond<br />

van <strong>de</strong>ze oorlog. We moeten het stellen met <strong>de</strong><br />

bewering dat ‘ook <strong>de</strong> legerstaf en <strong>de</strong> publieke opinie<br />

aan het machtsopbod [mee<strong>de</strong><strong>de</strong>n]’. .(De Prins, 34) Uit<br />

het vervolg blijkt nergens wat <strong>de</strong> publieke opinie nu<br />

juist <strong>de</strong>ed <strong>Een</strong> twee<strong>de</strong> verwijzing han<strong>de</strong>lt over <strong>de</strong><br />

socialistische volksvertegenwoordigers die toen <strong>de</strong><br />

oorlog uitbrak ‘overal even patriottisch als <strong>de</strong> meeste<br />

an<strong>de</strong>ren’ reageer<strong>de</strong>n. (De Prins, 36) Deze stelling wordt<br />

nergens geduid en verwijst uiteraard <strong>naar</strong> <strong>de</strong> stemming<br />

in <strong>de</strong> diverse nationale parlementen. De initiatieven<br />

van <strong>de</strong> socialistische bewegingen om oorlog te<br />

vermij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> afkeer van elke vorm van oorloogstokerij<br />

begin augustus blijven buiten beeld. Nochtans<br />

werpt <strong>de</strong>ze voorgeschie<strong>de</strong>nis een heel an<strong>de</strong>r licht op<br />

<strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> socialistische partijen eens <strong>de</strong> oorlog<br />

die ze niet wil<strong>de</strong>n niet meer te stoppen lijkt.<br />

De meest uitgesproken inspanning om <strong>de</strong> publieke<br />

opinie aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog en <strong>de</strong> betekenis<br />

daarvan in <strong>de</strong> context van het ver<strong>de</strong>re verloop te<br />

analyseren, vin<strong>de</strong>n we in Storia 5. In <strong>de</strong> bespreking van<br />

<strong>de</strong> Julicrisis lezen we hoe na <strong>de</strong> oorlogsverklaringen<br />

een golf van patriottisme en nationalisme het continent<br />

overspoelt. Wie waarschuwt voor het gevaar en<br />

oproept tot vre<strong>de</strong>, krijgt het zwaar te verduren.<br />

Voorbeeld hiervan is <strong>de</strong> moord op <strong>de</strong> socialistische<br />

voorman Jean Jaurès. (Bekers, 80) Chronologisch is dat<br />

niet juist aangezien Jaurès op 31 augustus vermoord<br />

werd, dat is voor <strong>de</strong> oorlogsverklaringen. Op dat ogenblik<br />

leef<strong>de</strong> in Frankrijk nog over <strong>de</strong> partijgrenzen heen<br />

<strong>de</strong> overtuiging dat Frankrijk er alles aan <strong>de</strong>ed om <strong>de</strong><br />

oorlog te voorkomen. Dat verklaart waarom <strong>de</strong> moord<br />

quasi unaniem veroor<strong>de</strong>eld werd. De moord op Jaurès<br />

is geenszins een illustratie van een doorgeslagen<br />

Franse oorlogszucht. Bij <strong>de</strong> bronnen wordt van <strong>de</strong> leerlingen<br />

twee maal een analyse van het enthousiasme<br />

van <strong>de</strong> soldaten verwacht. Zoals bij <strong>de</strong> vorige handboeken<br />

moeten <strong>de</strong> vertrekken<strong>de</strong> treinen het enthousiasme<br />

illustreren. (Bekers, 83) In <strong>de</strong> handleiding voor<br />

<strong>de</strong> leerkracht wordt gewezen op het nationalistisch<br />

enthousiasme maar ook op <strong>de</strong> zucht <strong>naar</strong> avontuur en<br />

glorie. Moeilijker wordt het wanneer <strong>de</strong> auteurs <strong>de</strong><br />

oorlogsellen<strong>de</strong> als verklaring voor het snel wegebben<br />

Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />

van het enthousiasme hanteren. Indien in<strong>de</strong>rdaad zuiver<br />

enthousiasme, ingegeven door nationalisme, zin<br />

voor avontuur of wat dan ook, <strong>de</strong> jongemannen <strong>naar</strong><br />

<strong>de</strong> oorlog dreef, wordt het voortduren van <strong>de</strong> oorlog in<br />

alle leed en ellen<strong>de</strong> compleet onbegrijpbaar. Zelfs het<br />

meest repressieve militaire regime, kan geen hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n<br />

mensen tegen hun zin aan het vechten<br />

hou<strong>de</strong>n. Wanneer we aanvaar<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> massa<br />

van <strong>de</strong> soldaten uit plicht, verbetenheid, uit een<br />

gevoel van noodzaak maar zon<strong>de</strong>r verlangen <strong>naar</strong> of<br />

opwinding over oorlogsgeweld vertrok, wordt het<br />

voortduren van het geweld beter begrijpbaar. Zelfs bij<br />

momenten van extreem ongenoegen, het best geken<strong>de</strong><br />

voorbeeld zijn uiteraard <strong>de</strong> Franse ‘muiterijen’ van<br />

1917, bleef <strong>de</strong> bereidheid om <strong>de</strong> vijand te verslaan,<br />

overeind. In een studie van <strong>de</strong> Franse vijf<strong>de</strong> infanteriedivisie<br />

toon<strong>de</strong> Leonard Smith dit overvloedig aan. In<br />

die zin was <strong>de</strong> opstand van <strong>de</strong> soldaten eer<strong>de</strong>r een<br />

‘werkstaking’ dan een ‘muiterij’. (Smith)<br />

Besluit<br />

De besproken studies tonen aan dat het beeld van oorlogsenthousiasme<br />

als dominant sentiment in <strong>de</strong> oorlogvoeren<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n onhoudbaar is. Eer<strong>de</strong>r dan ‘enthousiasme’<br />

zijn termen als ‘verbetenheid’,‘plichtsgevoel’,‘gevoel<br />

van noodzaak’ naast ‘angst’,‘vertwijfeling’,‘onzekerheid’<br />

van toepassing. Dit belet niet dat er uitzinnige tafelen<br />

geweest zijn. De bewijzen daarvan zijn er en in overvloed.<br />

Vooral foto’s spreken tot <strong>de</strong> verbeelding.<br />

Toch overheerst in onze handboeken het beeld van<br />

algemeen enthousiasme en oorlogsbegeestering in<br />

alle lan<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rzoek voor Engeland en Duitsland<br />

is van recentere datum maar Becker publiceer<strong>de</strong><br />

zijn werk al twintig jaar gele<strong>de</strong>n. Van een echte doorstroming<br />

van zijn bevindingen is geen sprake. <strong>Een</strong><br />

beperkte steekproef van enkele handboeken leert ook<br />

dat <strong>de</strong> voorkeur aan fotografisch materiaal wordt<br />

gegeven. Met uitzon<strong>de</strong>ring van Historia 5, gebruikt<br />

geen enkel handboek tekstuele bronnen om <strong>de</strong> sfeer<br />

bij het begin van <strong>de</strong> oorlog te dui<strong>de</strong>n. De keuze van <strong>de</strong><br />

foto’s is eenzijdig. Ze dienen hetzij als illustratie van<br />

een gegeven stelling, hetzij als representatief voor een<br />

algemeen ge<strong>de</strong>eld enthousiasme. Elke vraagstelling<br />

over <strong>de</strong> foto als historische bron ontbreekt. Ook foto’s<br />

zijn gecreëerd, een fotograaf kiest een on<strong>de</strong>rwerp,<br />

focust op een gebeuren en snijdt achteraf <strong>de</strong> foto<br />

veelal nog bij. De vraag wat <strong>de</strong> foto niet toont, is op<br />

zich even relevant als wat <strong>de</strong> foto wel toont. 9 Maar<br />

––––––––––<br />

9 Over het gebruik van foto’s als bron in <strong>de</strong> klas zie Arie<br />

Wischut, ea, Geschie<strong>de</strong>nisdidactiek. Handboek voor <strong>de</strong><br />

vakdocent, Bussum, 2004, 127-158.<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!