25.09.2013 Views

Lesboekje 'dieren op de boerderij'.pdf - Inagro

Lesboekje 'dieren op de boerderij'.pdf - Inagro

Lesboekje 'dieren op de boerderij'.pdf - Inagro

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Dit project wordt gefinancierd door het<br />

Departement Landbouw en Visserij<br />

Dieren<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

boer<strong>de</strong>rij


‘… Natuuron<strong>de</strong>rwijs in het basison<strong>de</strong>rwijs is situaties creëren<br />

waarin <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> kans krijgen om te ont<strong>de</strong>kken, te<br />

ervaren, te exploreren en al spelend te on<strong>de</strong>rzoeken …’<br />

‘… In een door mensen geconstrueer<strong>de</strong> wereld kan men zich moeilijk een situatie voorstellen die<br />

niet in min<strong>de</strong>re of meer<strong>de</strong>re mate een technische dimensie bezit. Dit is ook <strong>de</strong> wereld waarin jonge<br />

kin<strong>de</strong>ren <strong>op</strong>groeien en waar<strong>op</strong> ze zowel mentaal als materieel greep willen krijgen …’<br />

‘… leren rekening hou<strong>de</strong>n met an<strong>de</strong>re gezinsvormen dan het eigen gezin of in het eigen <strong>de</strong>nken en<br />

han<strong>de</strong>len vormen van racisme en etnocentrisme leren on<strong>de</strong>rkennen en vermij<strong>de</strong>n …’<br />

‘… De kin<strong>de</strong>ren verwerven inzicht en wor<strong>de</strong>n vaardig in het omgaan met <strong>de</strong> dagelijkse of cyclische<br />

tijd en met <strong>de</strong> historische of lineaire tijd, …’<br />

Dit zijn enkele citaten uit <strong>de</strong> eindtermen voor het basison<strong>de</strong>rwijs rond natuur, techniek,<br />

ruimte, maatschappij, tijd, … Het is voor leerkrachten niet altijd eenvoudig om met hun<br />

leerlingen <strong>de</strong>ze eindtermen te behalen. Met dit beeldmateriaal willen wij jullie <strong>op</strong> weg helpen.<br />

Dui<strong>de</strong>lijk beeldmateriaal is moeilijk te vin<strong>de</strong>n, maar is heel belangrijk. We leven nu eenmaal<br />

in een visuele cultuur, waar beel<strong>de</strong>n langer blijven hangen dan woor<strong>de</strong>n. Het bijbehoren<strong>de</strong><br />

lesmateriaal is zo <strong>op</strong>gesteld dat <strong>de</strong> leerlingen <strong>op</strong> een leuke en speelse manier leren werken<br />

met het beeldmateriaal en kennis <strong>op</strong>doen over landbouw, het gezinsleven, <strong>de</strong> natuur, …<br />

Door realistische foto’s aan te bie<strong>de</strong>n willen wij een waarheidsgetrouw beeld geven van onze<br />

landbouw. Zo kunnen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren zien hoe het er in werkelijkheid aan toegaat. Een varkensstal<br />

is niet kleurrijk, een varken is niet felroze en mest heeft niet alle kleuren van <strong>de</strong> regenboog.<br />

Bekijk <strong>de</strong> foto’s met je leerlingen, steek je neus in <strong>de</strong> lucht en voor je het weet sta je al met je<br />

voeten in <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, <strong>op</strong> een echte boer<strong>de</strong>rij.<br />

Wat kan je zoal verwachten?<br />

BOER in BEELD bestaat uit verschillen<strong>de</strong> themareeksen.<br />

Elke reeks behan<strong>de</strong>lt een bepaald aspect van <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij, een bepaal<strong>de</strong> teelt of diersoort.<br />

Een fotoreeks bestaat uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> elementen:<br />

• Tien tot vijftien basisfoto’s, gedrukt <strong>op</strong> hard karton <strong>op</strong> A4-formaat. Op <strong>de</strong> achterkant van<br />

<strong>de</strong>ze foto’s vind je (voor)leesteksten, weetjes, <strong>op</strong>drachtjes of zegswijzen.<br />

• Bij elke reeks hoort ook een aanvullen<strong>de</strong> reeks foto’s die het thema ver<strong>de</strong>r uitdiepen. Deze<br />

foto’s vind je in het klein <strong>op</strong> <strong>de</strong> achterkant van <strong>de</strong> basisfoto’s. Je kan ze via <strong>de</strong> website<br />

www.boerinbeeld.be bijbestellen of downloa<strong>de</strong>n.<br />

• Een lesboekje met meer uitleg over <strong>de</strong> te behalen eindtermen/ontwikkelingsdoelen, enkele<br />

suggesties en voorstellen voor lessen en <strong>de</strong> nodige achtergrondinformatie over het thema.<br />

De fotoreeksen, aangevuld met extra werkblaadjes, knutsel<strong>op</strong>drachten, tekenprenten enz.<br />

vind je ook terug <strong>op</strong> <strong>de</strong> website www.boerinbeeld.be.<br />

- 3 -


Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij<br />

De boer<strong>de</strong>rij herbergt een rijkdom aan dieren. Niet alleen <strong>de</strong> geken<strong>de</strong> landbouwdieren zoals<br />

<strong>de</strong> run<strong>de</strong>ren, varkens, kippen, … komen in <strong>de</strong>ze fotoreeks aan bod. Ook <strong>de</strong> poes, <strong>de</strong> hond, <strong>de</strong><br />

muis en <strong>de</strong> spin krijgen hun plaatsje. Er is enorm veel te vertellen over <strong>de</strong>ze dieren. Hoe heet<br />

het wijfje van een konijn bijvoorbeeld ook alweer? En heeft een spin nu acht of zes poten?<br />

Sommige dieren krijg je maar in één seizoen te zien, zoals een boerenzwaluw. Die is meestal<br />

maar in <strong>de</strong> zomer aanwezig <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij.<br />

Met <strong>de</strong>ze fotoreeks over <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij kan je als leerkracht werken rond dit leerrijke,<br />

boeien<strong>de</strong> thema en met je klas een aantal eindtermen voor het vak wereldoriëntatie behalen.<br />

Inhoud<br />

Ontwikkelingsdoelen (kleuters) ............................................................................................. 6<br />

Eindtermen (1e graad) ........................................................................................................... 8<br />

Aan <strong>de</strong> slag (kleuters) ........................................................................................................... 10<br />

Aan <strong>de</strong> slag (1e graad) ........................................................................................................... 14<br />

I<strong>de</strong>eënbus ............................................................................................................................... 18<br />

Op <strong>de</strong> achtergrond, info voor <strong>de</strong> leerkracht ........................................................................... 20<br />

Bronnen .................................................................................................................................. 28<br />

Colofon ................................................................................................................................... 30<br />

Pictogrammen<br />

On<strong>de</strong>rwijs/leergesprek kringgesprek<br />

zelfstandig werken partnerwerk<br />

groepswerk luisteren<br />

<strong>de</strong>nken zoeken<br />

lezen lijmen<br />

knippen meten<br />

- 4 - - 5 -<br />

tekenen


Ontwikkelingsdoelen (kleuters)<br />

Wereldoriëntatie<br />

De kleuters<br />

1.1 kunnen mensen, dieren en planten or<strong>de</strong>nen aan <strong>de</strong> hand van een eenvoudig, zelfgevon<strong>de</strong>n<br />

criterium.<br />

1.2 kunnen in verband met <strong>de</strong> voortplanting van mensen en dieren getuigen van het inzicht<br />

dat een levend wezen steeds voortkomt uit een an<strong>de</strong>r levend wezen van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort;<br />

dat <strong>de</strong> geboorte wordt voorafgegaan door een perio<strong>de</strong> van gedragen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r of door <strong>de</strong> ontwikkeling van het jong in een ei; dat <strong>de</strong> geboorte het verlaten van<br />

het moe<strong>de</strong>rlichaam of van het ei betekent.<br />

1.6 kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaams<strong>de</strong>el instaat voor het horen, zien, ruiken,<br />

proeven en voelen.<br />

1.6 kunnen verschillen in <strong>de</strong> vorm, <strong>de</strong> geur, <strong>de</strong> smaak, het geluid, <strong>de</strong> kleur en in aanvoelen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

1.8 kunnen met hulp van een volwassene eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten<br />

te komen over <strong>de</strong> natuur.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands<br />

De kleuters kunnen<br />

1.3 een voor hen bestem<strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge boodschap, on<strong>de</strong>rsteund door beeld en/of geluid,<br />

begrijpen.<br />

1.5 een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.<br />

2.1 een voor hen bestem<strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling, een verhaal, zo (her)formuleren dat <strong>de</strong> inhoud ervan<br />

herkenbaar overkomt.<br />

2.5 iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen.<br />

4.1 een ervaring, een verhaal weergeven door mid<strong>de</strong>l van visueel materiaal.<br />

Muzische vorming<br />

De kleuters kunnen<br />

1.1 hun visuele waarneming en beel<strong>de</strong>nd geheugen versterken en vergroten door beel<strong>de</strong>lementen<br />

te herkennen.<br />

1.5 impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken<br />

en vin<strong>de</strong>n.<br />

2.1 klanken, gelui<strong>de</strong>n, stilte en stemmingen in beluister<strong>de</strong> muziek ervaren en herkennen.<br />

3.1 eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens en han<strong>de</strong>lingen verwoor<strong>de</strong>n.<br />

3.2 zich inleven in personages en dingen uit <strong>de</strong> omgeving en <strong>de</strong>ze uitbeel<strong>de</strong>n.<br />

6.1 <strong>op</strong>enstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving.<br />

6.3 vertrouwen <strong>op</strong> hun expressiemogelijkhe<strong>de</strong>n en durven hun eigen expressiestijl tonen.<br />

Wiskundige initiatie<br />

De kleuters kunnen<br />

2.1 han<strong>de</strong>lend en verwoor<strong>de</strong>nd twee dingen <strong>op</strong> hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.<br />

2.2 dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen <strong>op</strong> basis van één of twee gemeenschappelijke<br />

kenmerken.<br />

- 6 - - 7 -


Eindtermen (1ste graad)<br />

Wereldoriëntatie<br />

De leerlingen<br />

1.1 kunnen in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en<br />

verschillen ont<strong>de</strong>kken en <strong>op</strong> basis van minstens één criterium een eigen or<strong>de</strong>ning aanbrengen<br />

en verantwoor<strong>de</strong>n.<br />

1.3 kunnen bij organismen kenmerken aangeven waaruit hun aangepastheid blijkt aan hun<br />

voeding, aan bescherming tegen vijan<strong>de</strong>n en aan omgevingsinvloe<strong>de</strong>n.<br />

1.4 kunnen illustreren dat <strong>de</strong> mens <strong>de</strong> aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving<br />

beïnvloedt.<br />

4.8 kunnen illustreren dat verschillen<strong>de</strong> sociale en culturele groepen verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n<br />

en normen bezitten.<br />

5.9 tonen belangstelling voor het verle<strong>de</strong>n, het he<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> toekomst, hier en el<strong>de</strong>rs.<br />

7. kunnen <strong>op</strong> hun niveau verschillen<strong>de</strong> informatiebronnen raadplegen.<br />

Muzische vorming<br />

De leerlingen kunnen<br />

1.3 een voor hen bestem<strong>de</strong> mon<strong>de</strong>linge boodschap, on<strong>de</strong>rsteund door beeld en/of geluid,<br />

begrijpen.<br />

1.5 een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.<br />

2.1 een voor hen bestem<strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling, een verhaal, zo (her)formuleren dat <strong>de</strong> inhoud ervan<br />

herkenbaar overkomt.<br />

2.5 iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen.<br />

4.1 een ervaring, een verhaal weergeven door mid<strong>de</strong>l van visueel materiaal.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands<br />

De leerlingen kunnen <strong>de</strong> informatie achterhalen in<br />

1.3 een uiteenzetting of instructie van een me<strong>de</strong>leerling, bestemd voor <strong>de</strong> leerkracht.<br />

De leerlingen kunnen <strong>op</strong> basis van hetzij <strong>de</strong> eigen mening, hetzij informatie uit an<strong>de</strong>re bronnen<br />

<strong>de</strong> informatie beoor<strong>de</strong>len die voorkomt in<br />

1.8 een discussie met beken<strong>de</strong> leeftijdsgenoten.<br />

De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze<br />

2.1 aan leeftijdsgenoten informatie over zichzelf verschaffen.<br />

2.2 aan iemand om ontbreken<strong>de</strong> informatie vragen.<br />

2.5 vragen van <strong>de</strong> leerkracht in verband met een behan<strong>de</strong>ld on<strong>de</strong>rwerp beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

2.7 bij een behan<strong>de</strong>ld on<strong>de</strong>rwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

door leeftijdsgenoten.<br />

De leerlingen kunnen <strong>de</strong> informatie or<strong>de</strong>nen die voorkomt in<br />

3.5 voor hen bestem<strong>de</strong> verhalen, kin<strong>de</strong>rromans, dialogen, gedichten, kin<strong>de</strong>rtijdschriften en<br />

jeug<strong>de</strong>ncycl<strong>op</strong>edieën.<br />

Sociale vaardighe<strong>de</strong>n<br />

De leerlingen<br />

1.2 kunnen in <strong>de</strong> omgang met an<strong>de</strong>ren respect en waar<strong>de</strong>ring <strong>op</strong>brengen.<br />

1.6 kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.<br />

1.9 kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.<br />

2 kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies<br />

naleven.<br />

- 8 - - 9 -


Aan <strong>de</strong> slag (kleuters)<br />

Beel<strong>de</strong>n die spreken<br />

Algemeen doel<br />

Kennismaking met <strong>de</strong> dieren en aandachtig leren kijken.<br />

Doelstellingen<br />

• De kleuters kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze <strong>de</strong> wereld verkennen.<br />

• De kleuters kunnen het verhaal van het dier begrijpen.<br />

• De kleuters kunnen verwoor<strong>de</strong>n welk dier ze zien.<br />

• De kleuters kunnen vragen stellen over wat ze <strong>op</strong> <strong>de</strong> foto’s zien.<br />

• De kleuters kunnen het verhaal van het dier weergeven door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> foto’s.<br />

• De kleuters kunnen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n begrijpen en gebruiken: veulen,<br />

merrie, hengst, bok, geit, lam, mekkeren, teef, reu, pup, blaffen, kat, kater, kitten, miauwen,<br />

haan, kuiken, kip …<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

Introductie<br />

De kleuters zitten samen met <strong>de</strong> juf in een kring. De juf vertelt dat ze enkele foto’s mee<br />

heeft van dieren die <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij wonen. Laat <strong>de</strong> kleuters verwoor<strong>de</strong>n wat ze al weten<br />

over <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij.<br />

Kern<br />

De juf legt <strong>de</strong> foto’s in <strong>de</strong> kring. Laat <strong>de</strong> kleuters even kijken.<br />

Een kleuter mag een foto uitkiezen en vertellen wat er <strong>op</strong> <strong>de</strong> foto te zien is.<br />

De kleuter mag weer gaan zitten en <strong>de</strong> juf vertelt het verhaal dat bij <strong>de</strong> foto hoort.<br />

Na het voorlezen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> moeilijke woor<strong>de</strong>n uitgelegd.<br />

Toon <strong>de</strong> foto en stel er enkele vraagjes over: Welk dier is dit? Hoe heten <strong>de</strong> papa, <strong>de</strong><br />

mama en het kindje? Welk geluid maakt het dier? …<br />

Dit doe je met alle foto’s.<br />

Slot<br />

Als alle foto’s besproken zijn, mogen <strong>de</strong> kleuters vertellen welk dier ze het leukst vin<strong>de</strong>n<br />

en waarom ze het een leuk dier vin<strong>de</strong>n.<br />

Alles <strong>op</strong> or<strong>de</strong>!<br />

Algemeen doel<br />

De kleuters kunnen dieren or<strong>de</strong>nen aan <strong>de</strong> hand van eenvoudige criteria.<br />

Doelstellingen<br />

• De kleuters kunnen een dier beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen.<br />

• De kleuters kunnen dieren or<strong>de</strong>nen aan <strong>de</strong> hand van eenvoudige, zelf gevon<strong>de</strong>n criteria.<br />

• De kleuters kunnen verschillen in vorm, geluid en kleur on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

• De kleuters kunnen twee dingen <strong>op</strong> kwalitatieve eigenschappen vergelijken.<br />

• De kleuters kunnen dieren kwalitatief vergelijken en samenbrengen <strong>op</strong> basis van één of<br />

twee gemeenschappelijke kenmerken.<br />

• De kleuters kunnen <strong>op</strong>enstaan voor nieuwe dingen in hun omgeving.<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

• Pictogrammen Werkdieren, Landbouwdieren, An<strong>de</strong>re dieren (zie website)<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

- 10 - - 11 -<br />

Introductie<br />

De kleuters zitten samen met <strong>de</strong> leerkracht in een praatkring. Laat <strong>de</strong> kleuters nog eens<br />

<strong>de</strong> foto’s zien en laat hen (kort) het verhaal rond <strong>de</strong> foto nog eens vertellen.<br />

Kern<br />

De juf legt <strong>de</strong> foto’s in <strong>de</strong> kring. Laat <strong>de</strong> kleuters even kijken.<br />

Een kleuter mag een foto uitkiezen en vertellen welk dier er <strong>op</strong> <strong>de</strong> foto te zien is.<br />

De kleuter mag weer gaan zitten. Stel <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren vraagjes zodat je tot een conclusie<br />

kan komen.<br />

Enkele vraagjes:<br />

Kan je dit dier <strong>op</strong>eten?<br />

Kan je het dier melken?<br />

Doet het dier werk <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij?<br />

Moet <strong>de</strong> boer het dier zelf eten geven?<br />

Hoeveel poten heeft het dier?<br />

Heeft het dier pluimen?<br />

Welk geluid maakt het dier?<br />

Welke kleur heeft het dier?<br />


Je kan <strong>de</strong> dieren on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len in landbouwdieren, werkdieren en an<strong>de</strong>re dieren.<br />

Om ze te ver<strong>de</strong>len kan je <strong>de</strong> pictogrammen van <strong>de</strong> website afdrukken en elke foto on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> juiste categorie hangen of leggen.<br />

Je kan ze ook in an<strong>de</strong>re categorieën on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len: vacht, poten, kleur, …<br />

Slot<br />

Landbouwdieren Werkdieren An<strong>de</strong>re dieren<br />

geit ezel hond<br />

kip trekpaard kat<br />

schaap spin<br />

varken vlieg<br />

koe muis<br />

konijn boerenzwaluw<br />

gans<br />

Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren om beurt verwoor<strong>de</strong>n welk dier ze zelf zou<strong>de</strong>n willen zijn en waarom.<br />

Gezond boerenverstand aan zet<br />

Algemeen doel<br />

Evalueren wat <strong>de</strong> kleuters hebben geleerd.<br />

Doelstellingen<br />

• De kleuters kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze <strong>de</strong> wereld verkennen.<br />

• De kleuters kunnen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n begrijpen en gebruiken: veulen, merrie,<br />

hengst, geit, bok, lam, beer, zeug, big, knorren, hinniken, balken, blaffen, …<br />

• De kleuters kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaams<strong>de</strong>el instaat voor het horen, zien,<br />

ruiken, proeven en voelen.<br />

• De kleuters kunnen zich inleven in dingen uit <strong>de</strong> omgeving en <strong>de</strong>ze uitbeel<strong>de</strong>n.<br />

• De kleuters kunnen tegen hun verlies.<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

• Groene en ro<strong>de</strong> kaartjes<br />

• Een prijs voor <strong>de</strong> kleuters (boer<strong>de</strong>rijdiploma, een glas melk, …)<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

- 12 - - 13 -<br />

Introductie<br />

De kleuters zitten in <strong>de</strong> kring en krijgen elk een groen en een rood kaartje.<br />

De juf vertelt hen dat ze vraagjes zal stellen. Als het juist is, mogen <strong>de</strong> kleuters een groen<br />

kaartje in <strong>de</strong> lucht steken, als het fout is een rood.<br />

Kern<br />

Zorg ervoor dat je voldoen<strong>de</strong> vragen hebt om <strong>de</strong> quiz te spelen. Maak <strong>de</strong> vragen niet te<br />

moeilijk. Steek er af en toe ook een grappige vraag in.<br />

Opdrachten Uitbeel<strong>de</strong>n Raadseltjes Rijmen<br />

Noem eens:<br />

- een groot dier;<br />

- een klein dier;<br />

- een dier met een<br />

lange staart;<br />

- een dier met acht<br />

poten;<br />

…<br />

Goed of fout:<br />

- Een kip legt een ei.<br />

- Een hond miauwt.<br />

- Een koe geeft<br />

chocomelk.<br />

- Een ezel heeft<br />

pluimen.<br />

…<br />

Slot<br />

Wie een dier wil<br />

uitbeel<strong>de</strong>n steekt<br />

een kaartje in <strong>de</strong><br />

lucht.<br />

Zet <strong>de</strong> klas terug in or<strong>de</strong> en reik <strong>de</strong> prijs uit.<br />

- Ik geef melk en heb<br />

zwarte vlekken.<br />

- Ik geef melk en<br />

heb een sik.<br />

- Ik ben klein, heb<br />

een lange staart<br />

en ik piep.<br />

- Ik maak een web.<br />

- Ik leg vaak een ei,<br />

ik woon in een hok<br />

en ik zeg tok.<br />

…<br />

- Geen boer zon<strong>de</strong>r<br />

paard, geen varken<br />

zon<strong>de</strong>r (staart).<br />

- Geen zee zon<strong>de</strong>r<br />

boten, geen dier<br />

zon<strong>de</strong>r (poten).<br />

- Ik kakel in <strong>de</strong> wei<br />

en dan leg ik een<br />

(ei).<br />

- Ik zit <strong>op</strong> een stok<br />

en ik zeg (tok).<br />

- Een warme muts<br />

<strong>op</strong> mijn bol, een<br />

schaap geeft (wol).<br />


Aan <strong>de</strong> slag (1ste graad)<br />

Beel<strong>de</strong>n die spreken<br />

Algemeen doel<br />

Kennismaking met <strong>de</strong> foto’s, aandachtig leren kijken en lezen.<br />

Doelstellingen<br />

• De leerlingen kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze <strong>de</strong> wereld verkennen.<br />

• De leerlingen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken.<br />

• De leerlingen kunnen het verhaal voorlezen en begrijpen.<br />

• De leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n wat ze zien.<br />

• De leerlingen kunnen vragen stellen over wat ze zien <strong>op</strong> <strong>de</strong> foto’s.<br />

• De leerlingen kunnen vragen stellen waarvan <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoekbaar of <strong>op</strong>zoekbaar zijn.<br />

• De leerlingen kunnen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n begrijpen en gebruiken: veulen,<br />

merrie, hengst, bok, geit, lam, mekkeren, teef, reu, pup, blaffen, kat, kater, kitten, miauwen,<br />

haan, kuiken, kip, …<br />

• De leerlingen kunnen zich inleven in het leven van het dier.<br />

• De leerlingen leren <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij van na<strong>de</strong>rbij kennen.<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

Introductie<br />

De leerlingen zitten samen met <strong>de</strong> leerkracht in een praatkring. Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren verwoor<strong>de</strong>n<br />

wat ze al weten over <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij.<br />

Toon hen <strong>de</strong> foto’s en laat ze vertellen wat ze zien. Straks vertelt <strong>de</strong> leerkracht het verhaal<br />

dat erbij hoort.<br />

Kern<br />

Elk om beurt vertellen een leerling en <strong>de</strong> juf het verhaal <strong>op</strong> <strong>de</strong> achterkant van <strong>de</strong> foto.<br />

We lezen het verhaal twee keer, zodat alle leerlingen het verhaal goed gehoord hebben.<br />

Na het voorlezen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> moeilijke woor<strong>de</strong>n uitgelegd. Vraag eerst of er leerlingen<br />

zijn die het woord kennen en laat hen het uitleggen.<br />

Toon <strong>de</strong> foto’s en stel er enkele vraagjes over: Welk dier is dit? Hoe heten <strong>de</strong> papa, <strong>de</strong> mama<br />

en het kindje? Welk geluid maakt het dier? … Als je een foto besproken hebt, hang die dan<br />

aan het bord en schrijf er telkens <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> mama, <strong>de</strong> papa en het jong on<strong>de</strong>r.<br />

Als alle foto’s uithangen, mogen <strong>de</strong> leerlingen vertellen welk dier ze het leukst vin<strong>de</strong>n, wat ze<br />

niet wisten, wat ze wel al wisten, waar ze al iets gehoord hebben (bv. <strong>op</strong> tv) over het dier.<br />

Nu kunnen <strong>de</strong> leerlingen zinnen maken met <strong>de</strong> naam van het dier.<br />

- 14 - - 15 -<br />

Slot<br />

Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een leuke tekening maken over het gezin van het dier dat zij het leukst<br />

vin<strong>de</strong>n.<br />

Alles <strong>op</strong> or<strong>de</strong>!<br />

Algemeen doel<br />

De leerlingen bewust maken over <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Welke dieren zijn landbouwdieren<br />

(dieren waarmee <strong>de</strong> landbouwer zijn brood verdient), welke zijn werkdieren en welke wonen<br />

gewoon <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij?<br />

Doelstellingen<br />

• De leerlingen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken.<br />

• Deleerlingenkunnenvragenstellenwaarvan<strong>de</strong>antwoor<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rzoekbaarof<strong>op</strong>zoekbaarzijn.<br />

• De leerlingen kunnen zich inleven in het leven van een dier.<br />

• De leerlingen kunnen een gepast taalregister gebruiken tij<strong>de</strong>ns het bespreken van <strong>de</strong> foto’s.<br />

• De leerlingen kunnen hun eigen mening zeggen.<br />

• De leerlingen kunnen argumenten of meningen van iemand an<strong>de</strong>rs aanvaar<strong>de</strong>n.<br />

• De leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n wat ze zelf willen zeggen of wat an<strong>de</strong>ren willen zeggen.<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

• Pictogrammen Werkdieren, Landbouwdieren, An<strong>de</strong>re dieren en Knuffeldieren (zie website)<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

Introductie<br />

De leerlingen zitten samen met <strong>de</strong> leerkracht in een praatkring. Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong><br />

foto’s nog eens zien en laat hen het verhaal rond <strong>de</strong> foto nog eens vertellen.<br />

Kern<br />

Houd met <strong>de</strong> leerlingen enkele discussies over <strong>de</strong> foto’s.<br />

Stel enkele eenvoudige vragen zodat <strong>de</strong> leerlingen zelf tot <strong>de</strong> conclusie komen of het dier<br />

nodig is om centjes te verdienen of niet.


Enkele vraagjes:<br />

Kan je het dier <strong>op</strong>eten?<br />

Kan je het dier melken?<br />

Doet het dier werk <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij?<br />

Moet <strong>de</strong> boer het dier zelf eten geven?<br />

Welke dieren zitten in een hok, stal, wei? Welke l<strong>op</strong>en vrij rond?<br />

…<br />

Je kan <strong>de</strong> dieren on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len in landbouwdieren, werkdieren en an<strong>de</strong>re dieren.<br />

Om ze te ver<strong>de</strong>len kan je <strong>de</strong> pictogrammen afdrukken en elke foto on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> juiste categorie<br />

hangen of leggen.<br />

Landbouwdieren Knuffeldieren Werkdieren An<strong>de</strong>re dieren<br />

geit hond ezel spin<br />

kip kat trekpaard vlieg<br />

schaap konijn muis<br />

varken vlieg<br />

koe boerenzwaluw<br />

konijn<br />

gans<br />

Slot<br />

Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren om beurt verwoor<strong>de</strong>n welk dier ze zelf zou<strong>de</strong>n willen zijn en waarom.<br />

Gezond boerenverstand aan zet<br />

Algemeen doel<br />

Evalueren wat <strong>de</strong> leerlingen hebben geleerd.<br />

Doelstellingen<br />

• De leerlingen kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze <strong>de</strong> wereld verkennen.<br />

• De leerlingen kunnen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n begrijpen en gebruiken: veulen,<br />

merrie, hengst, geit, bok, lam, beer, zeug, big, knorren, hinniken, balken, blaffen, …<br />

• De leerlingen leren <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij van dichtbij kennen.<br />

• De leerlingen kunnen verwoor<strong>de</strong>n wat ze geleerd hebben.<br />

• De leerlingen kunnen tegen hun verlies.<br />

Materiaal<br />

• Foto’s ‘Dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’<br />

• Een prijs voor <strong>de</strong> winnaar<br />

Lesverlo<strong>op</strong><br />

- 16 - - 17 -<br />

Introductie<br />

Zet <strong>de</strong> tafels en stoelen aan <strong>de</strong> kant en ver<strong>de</strong>el <strong>de</strong> klas (niet <strong>de</strong> leerlingen) in twee: A en B.<br />

Straks lees je een vraag met twee mogelijke antwoor<strong>de</strong>n. De leerlingen hebben 10 secon<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> tijd om bij het juiste antwoord te gaan staan. Wie het fout heeft, valt af. De<br />

winnaar is <strong>de</strong> beste dierenkenner.<br />

Kern<br />

Zorg ervoor dat je voldoen<strong>de</strong> vragen hebt om <strong>de</strong> quiz te spelen. Maak <strong>de</strong> vragen niet te<br />

moeilijk. Steek er af en toe ook een grappige vraag in.<br />

Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die afgevallen zijn na een tijdje <strong>op</strong>nieuw meedoen (1 herkansing).<br />

Schrijf <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>op</strong> het bord. Telkens als ze een vraag juist hebben, zet<br />

je een streepje bij hun naam.<br />

Enkele voorbeel<strong>de</strong>n van vragen:<br />

Hoe heet een mama-paard?<br />

A. merrie<br />

B. hengst<br />

Welk geluid maakt een ezel?<br />

A. blaffen<br />

B. balken<br />

Wat eet een varken?<br />

A. snoepjes<br />

B. meel<br />

Speel <strong>de</strong> quiz.<br />

Slot<br />

Zet <strong>de</strong> klas terug in or<strong>de</strong> en reik <strong>de</strong> prijs uit aan <strong>de</strong> winnaar.


I<strong>de</strong>eënbus<br />

Enkele i<strong>de</strong>etjes om dit thema ver<strong>de</strong>r uit te diepen …<br />

Kleuters 1ste graad<br />

Je kan een varkensmasker maken met<br />

karton, yoghurtpotjes, elastiekjes, …<br />

Een p<strong>op</strong>penspel maken rond <strong>de</strong> dieren van<br />

<strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij, met als titel bv. ‘Mia muis <strong>op</strong><br />

stap door <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij’, …<br />

Maak een dierengelui<strong>de</strong>nrooster. Dan<br />

kan je met <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een dierenorkest<br />

samenstellen. Op <strong>de</strong> website vind je <strong>de</strong><br />

voornaamste dierengelui<strong>de</strong>n. Die kan je <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren laten beluisteren.<br />

Een boer<strong>de</strong>rij tekenen of schil<strong>de</strong>ren<br />

kan misschien wel lei<strong>de</strong>n tot een<br />

klastentoonstelling voor <strong>de</strong> hele school.<br />

Een tekening maken van het leukste<br />

boer<strong>de</strong>rijdier.<br />

In <strong>de</strong> p<strong>op</strong>penhoek/verkleedhoek<br />

dierenkostuums hangen.<br />

Een logiset maken met <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

boer<strong>de</strong>rij kan een leuke wiskun<strong>de</strong>activiteit zijn.<br />

Leg enkele leuke boer<strong>de</strong>rijboekjes in <strong>de</strong><br />

boekenhoek.<br />

Laat <strong>de</strong> kleuters een boer<strong>de</strong>rij bouwen in<br />

<strong>de</strong> bouwhoek.<br />

In <strong>de</strong> turnles kan je <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren laten<br />

stappen zoals dieren.<br />

Stel het dierengezin samen van <strong>de</strong> kip, <strong>de</strong><br />

koe, het varken, …<br />

Maak een wollen schaap: teken een schaap<br />

en laat <strong>de</strong> kleuters het lijf bekleven met<br />

watten of met echte wol.<br />

Stel het dierengezin samen. Hang <strong>de</strong> foto’s<br />

aan het bord, laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> hand<br />

van het verhaal zoeken hoe <strong>de</strong> mama, <strong>de</strong><br />

papa en het jong heten. (De juiste namen<br />

vind je in het Dierenpaspoort ver<strong>de</strong>r in<br />

<strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l.)<br />

Een varkenswashandje maken is heel leuk.<br />

Met wat kn<strong>op</strong>en, vilt en naaigerief kan je je<br />

<strong>op</strong> een leuke manier wassen.<br />

Een gedicht maken over je<br />

lievelingsboer<strong>de</strong>rijdier kan heel<br />

verrassen<strong>de</strong> dingen <strong>op</strong>leveren. Wie weet zit<br />

er wel een nieuwe Paul Van Ostaijen in <strong>de</strong><br />

klas.<br />

Je kan ook rekenen met boer<strong>de</strong>rijdieren.<br />

Op <strong>de</strong> website vind je enkele leuke<br />

rekenwerkblaadjes.<br />

Een stripverhaal tekenen over <strong>de</strong> dieren<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Maak van je leerlingen <strong>de</strong><br />

evenknie van Studio Van<strong>de</strong>rsteen, Merho, …<br />

Een verhaal of <strong>op</strong>stel maken over <strong>de</strong> dieren<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren hun<br />

fantasie gebruiken.<br />

Maak een pen met een ganzenveer en laat<br />

<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren er hun naam mee schrijven.<br />

Wol spinnen. Op <strong>de</strong> website ont<strong>de</strong>k je hoe<br />

je dit doet.<br />

Je kan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren een eigen pennenzak<br />

laten haken. (De werkwijze vind je <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

website.)<br />

Maak een spinnenweb met satéstokjes.<br />

(De werkwijze vind je <strong>op</strong> <strong>de</strong> website.)<br />

Een wedstrijdje koetje melken? Kijk even<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> website hoe je dit kan aanpakken.<br />

Voor kleuters en 1ste graad<br />

- Op bezoek gaan bij een echte boer<strong>de</strong>rij kan <strong>de</strong> leerlingen helpen om zich alles levendiger<br />

voor te stellen. ‘Met <strong>de</strong> klas <strong>de</strong> boer <strong>op</strong>’ is een project van <strong>de</strong> Provincie West-Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

Een zestigtal boer<strong>de</strong>rijen wordt begeleid, gevormd en on<strong>de</strong>rsteund voor het ontvangen van<br />

kin<strong>de</strong>ren <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Adressen vind je <strong>op</strong> www.met<strong>de</strong>klas<strong>de</strong>boer<strong>op</strong>.be.<br />

- Verschillen<strong>de</strong> dierenrassen ont<strong>de</strong>k je <strong>op</strong> het internet.<br />

- Neem een foto van een kleuter/leerling of juf en vergelijk <strong>de</strong> lichaams<strong>de</strong>len met die van een<br />

gekozen dier.<br />

- Laat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> dierengelui<strong>de</strong>n nadoen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> manieren: blij, verdrietig, boos,<br />

verliefd … De kin<strong>de</strong>ren kunnen <strong>de</strong> bewegingen van het dier ook nadoen <strong>op</strong> die manier.<br />

- Sorteer <strong>de</strong> dieren <strong>op</strong> criteria als <strong>de</strong> liefste, <strong>de</strong> grootste, <strong>de</strong> kleinste, vleeseter of planteneter,<br />

…<br />

- Producten leren kennen. Proeven van een voedingsproduct waarin iets verwerkt is van een<br />

dier dat <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij woont. Je kan een verkiezing hou<strong>de</strong>n voor het lekkerste gerechtje.<br />

- Maak in <strong>de</strong> turnles een ‘vlieg’parcours (een hin<strong>de</strong>rnisparcours) voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren. Ze mogen<br />

telkens maar vijf tellen <strong>op</strong> <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rnis blijven zitten, an<strong>de</strong>rs ‘slaat’ (tikt) <strong>de</strong> boer hen met <strong>de</strong><br />

vliegenmepper.<br />

- Zelf marsepeinen diertjes maken, en natuurlijk ook <strong>op</strong>eten.<br />

- Bekijk eens <strong>de</strong> film Charlotte’s web of Babe. Daar komen veel dieren in voor die <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij<br />

wonen.<br />

- Print <strong>de</strong> dierentekeningen die je <strong>op</strong> <strong>de</strong> website vindt. De kin<strong>de</strong>ren moeten <strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>len erbij tekenen.<br />

- Maak in <strong>de</strong> turnles of in <strong>de</strong> klas een groot spinnenweb. Hang hier en daar een belletje aan.<br />

Wie een belletje laat rinkelen tij<strong>de</strong>ns het doorkruipen zit gevangen als een vlieg.<br />

- Al van een pizzapoes, een eierhaan of een eiermuis gehoord? Deze lekkere receptjes vind je<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> website.<br />

- Welke neus, oor, poot, staart, vacht is van welk dier? Een leuk werkblad vind je <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

website!<br />

- …<br />

- 18 - - 19 -


Op <strong>de</strong> achtergrond,<br />

info voor <strong>de</strong> leerkracht<br />

Het varken<br />

Het varken wordt gehou<strong>de</strong>n voor het vlees of om te fokken. De ene soort zijn dus vleesvarkens<br />

of mestvarkens, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zijn fokvarkens.<br />

Het verhaal van het varken begint bij <strong>de</strong> geboorte. Er ontstaat direct een hiërarchie on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

biggen. De sterkste kiezen onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> voorste tepel bij <strong>de</strong> zeug, want daar komt <strong>de</strong> meeste<br />

melk uit. Later zijn het ook <strong>de</strong> sterkste biggen die het eerst bij <strong>de</strong> etensbak staan. De zwakke<br />

biggen daarentegen wor<strong>de</strong>n vaak verwond en hebben meer kans om te sterven.<br />

Varkens zijn niet zo lief en zachtaardig als ze eruitzien. Gewon<strong>de</strong> dieren wor<strong>de</strong>n vaak verstoten.<br />

Dit is een gedrag dat nog afstamt van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> varkens, waar gewon<strong>de</strong> dieren <strong>de</strong> kud<strong>de</strong> <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />

vertragen en een gevaar vorm<strong>de</strong>n met het oog <strong>op</strong> roofdieren. De keuze was simpel: ofwel het<br />

zwakke dier achterlaten, ofwel het dier meenemen en <strong>de</strong> kans l<strong>op</strong>en aangevallen te wor<strong>de</strong>n.<br />

Het varken is een pr<strong>op</strong>er dier; het houdt een <strong>de</strong>el van zijn hok als toilet, een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el als<br />

eetruimte en nog een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el als slaapplaats. Maar waarom ploetert een varken dan zo<br />

graag in <strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r? Dat varkens van mod<strong>de</strong>r hou<strong>de</strong>n, komt omdat ze niet kunnen zweten.<br />

Ze gebruiken <strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r als afkoelingsmid<strong>de</strong>l. Die mod<strong>de</strong>r beschermt hen ook tegen vliegen,<br />

parasieten, muggen, …<br />

Varkens zien niet goed, maar ruiken <strong>de</strong>s te beter. Dat is een wetenschap die mensen al heel<br />

lang gebruiken om on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re truffels uit <strong>de</strong> grond te halen. Varkens hebben ook een ‘talenknobbel’:<br />

aan <strong>de</strong> hand van ongeveer 26 knorgelui<strong>de</strong>n communiceren ze met elkaar.<br />

Meer info over het varken vind je ook terug in <strong>de</strong> fotoreeks ‘Varkens’.<br />

Het schaap<br />

Op <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rijen wor<strong>de</strong>n schapen vooral gehou<strong>de</strong>n voor hun melk of voor hun vlees.<br />

Heb je al eens ooien met een gekleur<strong>de</strong> stip <strong>op</strong> hun achterste gezien? Dat geeft aan dat <strong>de</strong> ram<br />

hen bevrucht heeft. De ram krijgt een soort gesp rond zijn borst met een vet kleurkrijt erin. Als<br />

<strong>de</strong> ram een ooi <strong>de</strong>kt, krijgt <strong>de</strong> ooi een kleurstreep. Zo kan <strong>de</strong> boer zien welke ooien ge<strong>de</strong>kt zijn.<br />

Schapen zijn echte kud<strong>de</strong>dieren. Je ziet ze altijd in groep, zel<strong>de</strong>n alleen.<br />

Vroeger trok <strong>de</strong> her<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>n in met zijn schapen. Daar liet hij ze grazen en ’s avonds keer<strong>de</strong><br />

hij met hen terug naar <strong>de</strong> stal. In <strong>de</strong> Kempen heb je hei<strong>de</strong>schapen. Deze wor<strong>de</strong>n door een her<strong>de</strong>r<br />

door <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> gedreven. Dit doet men om <strong>de</strong> hei<strong>de</strong> in haar oorspronkelijke toestand te hou<strong>de</strong>n.<br />

Het schaap is natuurlijk het meest gekend om zijn wol. In mei of juni wor<strong>de</strong>n alle schapen geschoren,<br />

of het nu vlees-, melk- of wolschapen zijn. De dieren zou<strong>de</strong>n het an<strong>de</strong>rs veel te warm<br />

hebben in <strong>de</strong> zomer.<br />

Schapen kunnen het hele jaar door buiten staan. Met hun wollen ‘jas’ kunnen ze vriestemperaturen<br />

aan. Als ze binnen zitten, moet er voldoen<strong>de</strong> ventilatie zijn, an<strong>de</strong>rs krijgen ze het te warm.<br />

Net als geiten en koeien zijn schapen herkauwers. Ze hebben dus ook vier magen.<br />

Het rund<br />

Op <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij vind je voornamelijk vleesvee of melkvee. Er bestaan ook nog dubbeldoelrassen,<br />

dit zijn run<strong>de</strong>ren die zowel voor het vlees als voor <strong>de</strong> melk gekweekt wor<strong>de</strong>n. Vleesvee is<br />

erg gespierd en ziet er dik uit, terwijl melkvee er mager uitziet.<br />

Voor elk doel bestaat er een type rund. On<strong>de</strong>r het vleesvee is het Belgisch witblauw ras een<br />

t<strong>op</strong>per en on<strong>de</strong>r het melkvee spant <strong>de</strong> Holsteiner-Friesian <strong>de</strong> kroon.<br />

Run<strong>de</strong>ren krijgen meestal hoorns, zowel <strong>de</strong> stieren als <strong>de</strong> koeien. Maar omdat het veiliger is<br />

voor <strong>de</strong> landbouwer en voor <strong>de</strong> dieren zelf, wor<strong>de</strong>n die hoorns van jongs af aan afgebrand of<br />

met een pasta ingesmeerd zodat ze niet meer groeien.<br />

Een stier heeft meestal een neusring in zijn neus. Door die neusring kan <strong>de</strong> boer <strong>de</strong> stier makkelijker<br />

in toom hou<strong>de</strong>n. Dat is nodig, want jaarlijks zijn er boeren die gewond raken of sterven<br />

na een aanvaring met hun stier.<br />

Het trekpaard<br />

Het heeft lang geduurd voor <strong>de</strong> mens het paard domesticeer<strong>de</strong>. Dit kwam vooral omdat het<br />

moeilijk in bedwang te hou<strong>de</strong>n was. Eenmaal getemd werd het paard een trouwe partner van<br />

<strong>de</strong> mens, zowel <strong>op</strong> het land, <strong>op</strong> <strong>de</strong> weg als in <strong>de</strong> strijd.<br />

Het trekpaard werd (wordt) vooral gebruikt als werkdier. Door zijn sterk, taai en gedwee<br />

karakter was het i<strong>de</strong>aal om te gebruiken in <strong>de</strong> landbouw. Het Belgische trekpaard, <strong>de</strong> Ar<strong>de</strong>nner,<br />

<strong>de</strong> Braban<strong>de</strong>r en het Vlaamse paard waren (zijn) wereldwijd geëerd om hun werkkracht. Door<br />

<strong>de</strong> mechanisering van <strong>de</strong> landbouw verdween het trekpaard naar <strong>de</strong> achtergrond. Nu wor<strong>de</strong>n<br />

trekpaar<strong>de</strong>n vooral gekweekt voor folklore, hobby en wedstrij<strong>de</strong>n.<br />

Een paard is een e<strong>de</strong>l dier. We benoemen <strong>de</strong> lichaams<strong>de</strong>len zoals bij een mens: we spreken van<br />

benen en hoofd in plaats van poten en k<strong>op</strong>.<br />

Het geit<br />

Geiten wor<strong>de</strong>n in onze contreien vooral gehou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> melk. Daarmee wor<strong>de</strong>n allerhan<strong>de</strong><br />

kazen gemaakt. Maar er bestaan ook angorageiten. Deze geiten hebben een lange vacht en<br />

wor<strong>de</strong>n vooral gehou<strong>de</strong>n voor hun wol. Er wor<strong>de</strong>n ook veel geiten gehou<strong>de</strong>n als huisdier.<br />

Een geit is een herkauwer. Dat wil zeggen dat ze eerst een hoeveelheid eet en daarna rustig<br />

gaat herkauwen. Daarom heeft een geit ook vier magen: <strong>de</strong> pens, <strong>de</strong> netmaag, <strong>de</strong> boekmaag<br />

en <strong>de</strong> lebmaag. Al het gras wordt in <strong>de</strong> pens <strong>op</strong>geslagen. Tij<strong>de</strong>ns het herkauwen wordt het gras<br />

in brokjes terug naar <strong>de</strong> bek gebracht om na het kauwen <strong>de</strong> verteringsweg ver<strong>de</strong>r te volgen.<br />

Een herkauwer kan je makkelijk herkennen: zijn hoeven zijn in twee gesplitst. (Zoals on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re bij een koe en een schaap.)<br />

Geiten hebben liefst een hok in hun wei staan. Ze hou<strong>de</strong>n namelijk niet van nat weer. Ze hou<strong>de</strong>n<br />

wel heel erg van klimmen. Wat klautermateriaal in <strong>de</strong> wei is voor hen dus net zoiets als een<br />

speeltuin voor onze kin<strong>de</strong>ren.<br />

- 20 - - 21 -


De ezel<br />

Vroeger was <strong>de</strong> ezel een lastdier. Het trok karren en vervoer<strong>de</strong> allerhan<strong>de</strong> dingen. In vele lan<strong>de</strong>n<br />

wordt <strong>de</strong> ezel nog steeds gebruikt als trekdier.<br />

Wat is het verschil tussen een ezel en een paard? Een ezel is geen paard met lange oren. Een<br />

ezel heeft een stugge, droge vacht. Daardoor kan het regenwater erdoorheen dringen tot <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

huid. Daarom heb je voor een ezel een schutplaats nodig tegen <strong>de</strong> regen, an<strong>de</strong>rs kan hij ernstig<br />

ziek wor<strong>de</strong>n. Een paard heeft een veel vettiger vacht, waardoor <strong>de</strong> regen ervan aflo<strong>op</strong>t.<br />

De ezel komt oorspronkelijk uit droge, warme streken. Zijn hoeven zijn zachter dan die van<br />

een paard, daarom moeten ze vaak gecontroleerd en schoongemaakt wor<strong>de</strong>n. Zijn oren zijn<br />

ook langer dan die van een paard. Ezels zijn veel taaier dan paar<strong>de</strong>n. Ze kunnen veel meer pijn<br />

verdragen en zijn daardoor goe<strong>de</strong> werkkrachten.<br />

Een ezel kan je wel kruisen met een paard. Een kruising tussen een paar<strong>de</strong>nhengst en een<br />

ezelin is een muilezel, een kruising tussen een ezel en een paar<strong>de</strong>nmerrie is een muildier.<br />

Deze kruisingen kunnen niet ver<strong>de</strong>r kweken.<br />

De hond<br />

De hond is een dier dat over heel <strong>de</strong> wereld in groten getale voorkomt. Het wordt gezien als<br />

het oudste huisdier. De hond werd (en wordt nog steeds) gebruikt als trekdier of kreeg bewakingstaken,<br />

gaan<strong>de</strong> van her<strong>de</strong>rshond tot bewaker van fabrieken. In principe mag een hond in<br />

België niet meer werken; daarvoor heb je een vergunning nodig. Als een hond hier werkt, is<br />

het als politiehond, bewaker bij een bewakingsfirma of hulphond (blin<strong>de</strong>ngelei<strong>de</strong>hond).<br />

Vroeger wer<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>n ingeschakeld om melkkarren voort te trekken of om in een rad te l<strong>op</strong>en.<br />

In Scandinavische lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n sleehon<strong>de</strong>n ingeschakeld om sleeën voort te trekken.<br />

Bij <strong>de</strong> jacht wor<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>n gebruikt om het wild <strong>op</strong> te jagen en het geschoten wild te vin<strong>de</strong>n.<br />

Het gehoor is bij <strong>de</strong> hond heel sterk ontwikkeld, net zoals <strong>de</strong> neus.<br />

Bij ons is een hond vooral een gezelschapsdier, net zoals <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Heel veel landbouwers<br />

nemen hun hond mee <strong>op</strong> <strong>de</strong> tractor, naar het land … Een hond dient dus niet enkel om<br />

<strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij te bewaken.<br />

De kat<br />

Katten zijn net als hon<strong>de</strong>n een van <strong>de</strong> eerste huisdieren. Maar ze zijn niet zo afhankelijk van<br />

<strong>de</strong> mens. Ze leef<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> mensen om makkelijk aan eten te komen. Vroeger joegen ze in<br />

schuren <strong>op</strong> kleine knaagdieren als ratten en muizen. Nu dienen ze vooral als gezelschapsdier.<br />

Behalve <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij, daar zijn nog muizen genoeg.<br />

De kat heeft heel gevoelige snorharen. Die heeft ze nodig om te voelen. Ook haar staart is<br />

heel belangrijk. Ze gebruikt die om haar evenwicht te bewaren en om te communiceren met<br />

an<strong>de</strong>re katten.<br />

Dat katten goe<strong>de</strong> klimmers zijn, zal je wel al eens gezien hebben, maar wist je dat poezen altijd<br />

<strong>op</strong> hun pootjes terechtkomen? Tij<strong>de</strong>ns een val draait een poes zich zodanig dat ze <strong>op</strong> haar<br />

poten landt. Luieren is een van <strong>de</strong> hoofdbezighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kat. Om zichzelf schoon te maken<br />

heeft ze zo’n twee uur per dag nodig. Katten leven alleen, het zijn solitaire dieren, maar als er<br />

meer<strong>de</strong>re katten in huis zijn, zijn ze bereid een familieband met elkaar aan te gaan.<br />

- 22 - - 23 -<br />

De kip<br />

Een kip wordt gehou<strong>de</strong>n voor het vlees (vleeskippen) of voor <strong>de</strong> eieren (legkippen).<br />

Kippen beginnen te leggen wanneer ze 5 à 6 maan<strong>de</strong>n oud zijn. Een hen legt ongeveer één ei<br />

per dag (die kunnen zowel bevrucht als onbevrucht zijn). Ze doet er 25 uur over om één ei te<br />

maken.<br />

Kippen zitten lichamelijk heel vernuftig in elkaar. Zo hebben ze een kr<strong>op</strong> waar hun <strong>op</strong>gepikte<br />

eten in terechtkomt. Daar wordt het met speeksel geweekt om het beter te verteren. Ze hebben<br />

twee magen om het voedsel klein te krijgen. Daarom pikken ze ook kleine steentjes <strong>op</strong>, om<br />

te helpen bij het fijnmaken van <strong>de</strong> zaadjes.<br />

Kippen hebben een hiërarchische lad<strong>de</strong>r. Dat wil zeggen dat elke kip een bepaal<strong>de</strong> plaats heeft<br />

in <strong>de</strong> groep.<br />

De gans<br />

Als een ganzenkuiken uit het ei kruipt, neemt het het eerste wat het ziet bewegen als zijn moe<strong>de</strong>r<br />

aan. Als het dus een kind, kip, … of zelfs een tractor als eerste ziet bewegen, <strong>de</strong>nkt het dat<br />

dit zijn moe<strong>de</strong>r is.<br />

De ganzerik en <strong>de</strong> gans blijven hun leven lang bij elkaar. Ze leven in groepen en als ze uitvliegen,<br />

vliegen ze meestal in een V-vorm. Met hun gegak ‘praten’ ze met elkaar en geven ze<br />

signalen.<br />

Ganzen zijn herbivoren (planteneters).<br />

Op <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij kunnen ganzen voor verschillen<strong>de</strong> doelein<strong>de</strong>n gekweekt wor<strong>de</strong>n. Bij ons is het<br />

meestal voor <strong>de</strong> foie gras, maar ook voor hun donsveren, eieren en vlees wor<strong>de</strong>n ze gekweekt.<br />

Ganzen dienen soms zelfs als ‘waakhond’, want bij het minste zetten ze hun soms oorverdovend<br />

gegak in. Voor er balpennen waren, gebruikte men ganzenveren om te schrijven.<br />

De spin<br />

Spinnen zie je vaak <strong>op</strong> boer<strong>de</strong>rijen. Niet omdat een landbouwer die speciaal ko<strong>op</strong>t en kweekt,<br />

maar <strong>op</strong> een boer<strong>de</strong>rij zitten vaak veel insecten, en spinnen eten die insecten.<br />

De spin behoort tot <strong>de</strong> geleedpotigen maar is geen insect. Een spin heeft acht poten, een k<strong>op</strong>borststuk<br />

en een achterlijf. Op het k<strong>op</strong>borststuk vind je ofwel 3x2 of 4x2 ogen. De poten van <strong>de</strong><br />

spin zijn erg gevoelig. Ze zijn be<strong>de</strong>kt met haren, die aanrakingen, luchtvochtigheid, vibratie,<br />

geuren en smaken kunnen waarnemen.


Het typische kenmerk van spinnen is natuurlijk hun spinrag en het web dat ze daarmee maken.<br />

Met hun spintepels maken spinnen spinragdra<strong>de</strong>n, elk voor een specifiek doel: signaaldraad,<br />

kleefdraad, draad voor cocons … Spinrag is zelfs sterker dan <strong>de</strong> synthetische materialen die<br />

mensen maken. Spinnen weten waar <strong>de</strong> ‘droge’, niet-kleven<strong>de</strong> dra<strong>de</strong>n in hun web zitten. Zo<br />

blijven ze zelf niet vastzitten in hun web.<br />

Wanneer er een prooi in het web komt, begint het web te trillen. De spin lo<strong>op</strong>t ernaartoe, verlamt<br />

<strong>de</strong> prooi en spint haar helemaal in. Omdat een spin enkel vloeibaar eten kan <strong>op</strong>zuigen,<br />

spuit ze verteringssappen in haar prooi. Die zorgen ervoor dat het vlees vloeibaar wordt.<br />

Een spin legt eieren, die ze in een groepje afzet in een eicocon.<br />

Spinnen zijn pas volwassen na vijf tot tien keer vervellen.<br />

Hooiwagens zijn geen spinnen, maar horen ook bij <strong>de</strong> familie van <strong>de</strong> spinachtigen.<br />

De huisvlieg<br />

De vlieg is een insect. Dat wil zeggen dat het lijf uit drie <strong>de</strong>len bestaat: k<strong>op</strong>, borststuk en achterlijf.<br />

Aan het borststuk heeft een insect zes poten en eventueel vleugels. Een huisvlieg behoort<br />

tot <strong>de</strong> tweevleugeligen. Dat wil zeggen dat ze maar één paar vleugels hebben. Hun ogen bestaan<br />

uit zo’n tweeduizend facetten.<br />

Met hun zuigsnuit zuigen huisvliegen hun voedsel <strong>op</strong>. Met hun speeksel maken ze het voedsel<br />

vloeibaar zodat ze het kunnen <strong>op</strong>zuigen. Hun voedsel bestaat uit mest en etensresten, vandaar<br />

dat er <strong>op</strong> een boer<strong>de</strong>rij veel vliegen te zien zijn. Daar is eten in overvloed.<br />

De wijfjes leggen hun eitjes in halfvergane organische materialen zoals mest, etensresten …<br />

Ook daarom zie je veel vliegen <strong>op</strong> <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij. Uit die eitjes komen larven, die na een tijd gaan<br />

verp<strong>op</strong>pen. Uit die p<strong>op</strong>pen komen er volwassen vliegen. Een vlieg leeft ongeveer twee maan<strong>de</strong>n.<br />

Huisvliegen zijn echte overbrengers van ziektekiemen. Doordat ze met hun poten overal aanzitten,<br />

brengen ze heel gemakkelijk ziekten over, bijvoorbeeld <strong>op</strong> eten.<br />

De boerenzwaluw<br />

Deze trekvogels trekken in <strong>de</strong> lente van hun overwinteringsplaats in het zui<strong>de</strong>n naar hun broedplaatsen<br />

hier bij ons. Net als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zwaluwen leven ze meestal in groepjes. In <strong>de</strong> herfst<br />

verzamelen ze zich in grote groepen om dan terug naar het zui<strong>de</strong>n te trekken.<br />

De boerenzwaluw bouwt zijn nest meestal in stallen, on<strong>de</strong>r bruggen of afdaken. Als nest maakt<br />

<strong>de</strong> boerenzwaluw een halfcirkelvormige kom met bovenaan een kleine <strong>op</strong>ening. Het nest is<br />

gemaakt van vochtige aar<strong>de</strong> en speeksel, dat wordt verstevigd met halmen en haar.<br />

In het nest legt het wijfje vier tot vijf eieren, die na ongeveer 14 dagen uitkomen. De bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

brengen voedsel aan en verzorgen samen hun jongen. Na 21 dagen verlaten <strong>de</strong> jongen het nest.<br />

Een k<strong>op</strong>pel kan twee tot drie legsels in een jaar leggen.<br />

Een boerenzwaluw zal meestal naar zijn ou<strong>de</strong> nest terugkeren om het wat te herstellen en er<br />

zich <strong>op</strong>nieuw te nestelen.<br />

De boerenzwaluw eet voornamelijk insecten, die hij al vliegend uit <strong>de</strong> lucht kan happen. Ook<br />

drinken doet hij al vliegend: hij scheert over het water en schept water met zijn bek.<br />

De muis<br />

Dit kleine knaagdiertje vind je overal. Muizen planten zich razendsnel voort. Een vrouwtje kan<br />

vijf tot tien keer per jaar jongen werpen, met telkens tussen <strong>de</strong> drie à twaalf jongen per worp.<br />

Na enkele weken zijn die jongen ook geslachtsrijp. Het gaat dus erg snel.<br />

Muizen knagen overal aan. Ze eten graan, za<strong>de</strong>n, noten, wortelen, wormen … Bij schaarste<br />

eten ze zelfs papier en lijm. Ze eten geen grote hoeveelhe<strong>de</strong>n, maar hun uitwerpselen en urine<br />

vervuilen voedsel dat voor mensen bestemd is. Zo brengen ze ziektes over en daarom zijn ze<br />

zo scha<strong>de</strong>lijk. Ook knagen ze dra<strong>de</strong>n, dozen en verpakkingen kapot. Daarom heeft een boer<br />

liever geen muizen <strong>op</strong> zijn erf.<br />

Het konijn<br />

Konijnen wor<strong>de</strong>n vooral gekweekt voor hun vlees en hun pels, maar <strong>de</strong> meeste konijnen wor<strong>de</strong>n<br />

gehou<strong>de</strong>n als hobbydier.<br />

Bij konijnen moet je <strong>op</strong>letten voor bepaal<strong>de</strong> ziektes: myxomatose en VHS. Deze ziektes zijn do<strong>de</strong>lijk.<br />

Als een konijn eenmaal besmet is, is het niet meer te red<strong>de</strong>n. Nog een vaak voorkomend<br />

probleem zijn <strong>de</strong> doorgroeien<strong>de</strong> tan<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong>ze niet afslijten, kunnen <strong>de</strong> dieren hun mond<br />

niet meer dichtdoen en kunnen ze niet meer eten. Door hen een wilgentak te geven (dit hout<br />

versplintert niet) slijten hun tan<strong>de</strong>n vanzelf af.<br />

- 24 - - 25 -


Dierenpaspoort<br />

Dier Mannetje Vrouwtje Jong Geluid Latijnse naam Familie Dracht en aantal jongen<br />

Ezel ezelhengst ezelin veulen balken Equus asinus zoogdier 12 maan<strong>de</strong>n<br />

1 veulen<br />

Varken beer zeug big knorren Sus scrofa domesticus zoogdier 3 maan<strong>de</strong>n, 3 weken en 3 dagen<br />

9 tot 15 biggen<br />

Geit bok geit lam mekkeren Capra hircus zoogdier<br />

herkauwer<br />

5 maan<strong>de</strong>n<br />

2 lammetjes<br />

Hond reu teef pup blaffen Canis lupus familiaris zoogdier 64 dagen<br />

Het aantal pups is afhankelijk van het ras.<br />

Van 1 tot 10 pups<br />

Kat kater kattin kitten miauwen Felis catus zoogdier 9 weken<br />

4 à 5 kittens<br />

Kip haan hen kuiken kakelen (kip)<br />

kraaien (haan)<br />

Schaap ram ooi lam blaten Ovis aries zoogdier<br />

herkauwer<br />

Gallus gallus domesticus vogel 21 dagen broe<strong>de</strong>n<br />

3 tot 8 eieren (De kip legt 1 ei per dag)<br />

21 weken<br />

1 tot 3 lammetjes<br />

Gans ganzerik/gent gans kuiken gakken Anati<strong>de</strong>a anserinae vogel 4 weken broe<strong>de</strong>n<br />

3 tot 8 eieren<br />

(De gans legt 1 ei per dag<br />

en er komt 1 kuiken per dag uit.)<br />

Spin Araneae spinachtige Legt 100 tot 200 eitjes.<br />

Vlieg Musca domestica insect Legt eitjes.<br />

Boerenzwaluw fluiten Hirundo rustica vogel 14 dagen broe<strong>de</strong>n<br />

4 tot 5 eieren<br />

Trekpaard hengst merrie veulen hinniken Equus caballus zoogdier 11 maan<strong>de</strong>n<br />

1 veulen<br />

Rund stier koe kalf loeien Bos taurus zoogdier<br />

herkauwer<br />

- 26 - - 27 -<br />

281 dagen<br />

1 kalf<br />

Muis piepen Mus musculus zoogdier 20 dagen<br />

3 tot 12 jongen<br />

Konijn rammelaar voedster lamprei Oryctolagus cuniculus zoogdier 30 dagen<br />

3 tot 12 lampreien


Bronnen<br />

Op <strong>de</strong> website kan je werkblaadjes en bijkomen<strong>de</strong> foto’s downloa<strong>de</strong>n en bestellen. Surf even<br />

naar www.onthaal<strong>op</strong><strong>de</strong>boer<strong>de</strong>rij.be. Bij het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el ‘Didactische on<strong>de</strong>rsteuning’ vind je ‘Boer<br />

in beeld’, waar je alle info krijgt.<br />

Websites<br />

www.onthaal<strong>op</strong><strong>de</strong>boer<strong>de</strong>rij.be<br />

www.plattelandsklassen.be<br />

www.grasspriet.be<br />

www.vilt.be<br />

www.hetvirtueleland.be<br />

www.varkensvlees.be<br />

http://srsh.be (website Koninklijke maatschappij St-Hubertus, hon<strong>de</strong>nstamboek)<br />

www.lessenpakketten.be<br />

www.vlam.be<br />

www.wei<strong>de</strong>poort.be<br />

www.hetkleineloo.nl<br />

Nuttige adressen<br />

Provinciehuis Olympia<br />

Landbouweducatie<br />

Koning Le<strong>op</strong>old III-laan 66<br />

8200 Sint-Andries<br />

landbouweducatie@west-vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />

T 050 40 71 69<br />

Provinciaal On<strong>de</strong>rzoeks- en Voorlichtingsinstituut voor Land- en Tuinbouw (POVLT)<br />

Ieperseweg 87<br />

8800 Beitem/Rumbeke<br />

www.povlt.be<br />

T 051 27 32 00<br />

Weetjes<br />

• Je kan allerhan<strong>de</strong> lesmateriaal gratis lenen in <strong>de</strong> provinciale uitleendiensten landbouweducatie.<br />

Om te weten waar er een uitleendienst in je buurt is, surf je naar www.onthaal<strong>op</strong><strong>de</strong>boer<strong>de</strong>rij.be.<br />

Je vindt er alle adressen en een overzicht van het beschikbare lesmateriaal.<br />

• Breng ook eens een bezoek aan een boer<strong>de</strong>rij. In <strong>de</strong> brochure ‘Met <strong>de</strong> klas <strong>de</strong> boer <strong>op</strong>’ vind<br />

je zeker een boer<strong>de</strong>rij in je buurt. Via <strong>de</strong> website onthaal<strong>op</strong><strong>de</strong>boer<strong>de</strong>rij (zie websites) kan<br />

je <strong>de</strong> fol<strong>de</strong>r verkrijgen. Ook via landbouweducatie@west-vlaan<strong>de</strong>ren.be vind je bijkomen<strong>de</strong><br />

informatie.<br />

• Via www.vilt.be krijg je actuele informatie en <strong>de</strong> laatste nieuwtjes over <strong>de</strong> landbouw. De<br />

website heeft ook een educatief luik, waar je lesmateriaal kan downloa<strong>de</strong>n.<br />

• Plattelandsklassen vzw heeft een aantal Grassprietjes (educatief tijdschrift) uitgewerkt<br />

over bepaal<strong>de</strong> dieren. Je kan ze gratis downloa<strong>de</strong>n <strong>op</strong> hun website (zie hierboven).<br />

• Plattelandsklassen vzw heeft ook een lesbun<strong>de</strong>l voor kleuters uitgewerkt over boer<strong>de</strong>rijdieren,<br />

‘Vlekje <strong>op</strong> vier poten’. Meer informatie vind je <strong>op</strong> hun website (zie hierboven).<br />

- 28 - - 29 -


- 30 -<br />

Dit lesmateriaal is ontwikkeld door WAVI vzw (erkend centrum voor landbouweducatie) in samenwerking<br />

met <strong>de</strong> Provincie West-Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

Voor algemene informatie over ‘Boer in Beeld’:<br />

Landbouweducatie<br />

Provinciehuis Olympia<br />

Koning Le<strong>op</strong>old III-laan 66<br />

8200 Sint-Andries<br />

T 050 40 71 69<br />

E landbouweducatie@west-vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />

Colofon<br />

Redactie: Griet Dewaele, Bart Verhaeghen, Nele Dejonckheere<br />

Opmaak: Reclamebureau Magenta, Brugge, www.magenta.be<br />

Foto’s: Daniël De Kievith<br />

Peter Cardoen, www.petercardoen.be<br />

Speciale dank aan:<br />

De leerkrachten voor hun feedback en het nalezen van <strong>de</strong> teksten.<br />

Mia Verstraete, tekstchirurg, voor het vervolmaken van <strong>de</strong> eindteksten.<br />

Meer info over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> initiatieven van <strong>de</strong> provinciale dienst landbouweducatie vindt u<br />

terug <strong>op</strong> <strong>de</strong> website www.onthaal<strong>op</strong><strong>de</strong>boer<strong>de</strong>rij.be.<br />

Tekst en beeld van dit lespakket zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in het on<strong>de</strong>rwijs. Bij gebruik<br />

door uitgevers en an<strong>de</strong>re organisaties, is vooraf schriftelijke toestemming nodig van <strong>de</strong><br />

eigenaar van <strong>de</strong>ze tekst en beel<strong>de</strong>n: Provinciebestuur West-Vlaan<strong>de</strong>ren, Provinciehuis Olympia,<br />

Koning Le<strong>op</strong>old III laan 66, 8200 Sint-Andries.<br />

Dit project werd gefinancierd door Departement Landbouw & Visserij van <strong>de</strong> Vlaamse Overheid.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!