25.09.2013 Views

B-magazine november/december 2012 - Babylon

B-magazine november/december 2012 - Babylon

B-magazine november/december 2012 - Babylon

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Babylon</strong> Bezoekt<br />

Aan de muur achter het bureau, dicht bij de professor, zijn twee kindertekeningen geprikt. Op de ene staat een schattig<br />

blond jongetje getekend, een zelfportret van Bru’s nu negenjarig zoontje. De andere, van zijn dochtertje, stelt een meisje<br />

met vrolijke paardenstaartjes voor. Zij gaat nog naar de kleuterklas, maar “tekent al lang geen kikvorsjes meer”. Erg knap,<br />

want zeg nu zelf, waar vind je een vijfjarige die géén lilliputtertjes<br />

met reuzenhoofden op papier tovert?<br />

Het kantoor bevindt zich aan de achterkant van het Erasmushuis,<br />

zodat je door het raam een schitterend uitzicht<br />

hebt over Leuven, met de klokkentoren van de Centrale<br />

Bibliotheek in het midden. En toch, de muziek die de<br />

beiaard elke middag door de stad laat weergalmen, vindt<br />

professor Bru “tenenkrullend”.<br />

Professor De Geest daarentegen is een grote fan van de<br />

beiaard en zet dan ook elke middag tussen 13.00 en 14.00<br />

uur zijn ramen open voor maximaal genot. Maar dat is niet<br />

hetgeen mij het meeste is bijgebleven van ons gesprek.<br />

Om zijn kantoor te beschrijven, heb je maar één woord<br />

nodig: boeken. Overal waar je kijkt, staat of ligt of hangt<br />

wel een boek. Aangezien zijn stapels boeken groeien als<br />

planten, heeft De Geest geen behoefte aan echte planten.<br />

“Planten gaan alleen maar dood”, en daarmee is het laatste woord daar dan ook over gezegd. Het kantoor van De Geest is<br />

naar eigen zeggen gestructureerd zoals zijn hersenen. Wat ik daaruit afleid, is dat er in zijn hoofd een grote chaos heerst.<br />

Maar nee, er blijkt weldegelijk method in deze madness te zitten. Al is die voor het blote oog misschien niet zichtbaar.<br />

Professor De Geest weet zelf goed genoeg dat hij met zijn kantoor de “gekke professorstatus” die hij reeds aan zijn kapsel<br />

te danken heeft, nogmaals bevestigt. Hij lijkt dit dan ook eerder toe te juichen dan de kop in te willen drukken. Wanneer<br />

iemand zijn kantoor betreed na de jaarlijkse opruimbeurt, is er dan ook steevast teleurstelling op het gezicht te lezen. Dit<br />

bureel heeft een reputatie hoog te houden, en opruimen is daar nefast voor. Dat er een bibliofiel in deze kamer huist,<br />

moet en zal geweten zijn.<br />

De Geest blijkt al van jongs af aan boeken te verzamelen – van toen hij nog maar veertien jaar oud was om precies te zijn.<br />

Nog geen tiende van al die boeken is op dit kantoor te vinden. Wanneer we naar een exact aantal vragen, kunnen we als<br />

antwoord enkel een schatting verwachten. Een eerste spontane gok levert ons het getal drieduizend op. De Geest meent<br />

drieduizend dichtbundels te hebben, andere boeken niet meegerekend dus. Maar even later zegt hij dat het er even goed<br />

vijfduizend kunnen zijn. Hij beweert ook alles te hebben gelezen én zelf te hebben betaald. Op de vraag hoeveel geld daar<br />

in is gekropen, krijgen we geen antwoord. Wel verteld de professor ons dat hij gemiddeld tien boeken per week koopt, en<br />

dat hij boeken voor minder dan tien euro niet laat liggen. Reken dus zelf maar even uit. (10 boeken x 10 euro x 52 weken<br />

x 41 jaar = … zeer indrukwekkend!) Als een boek van op zijn verlanglijstje meer dan honderd euro kost, zal De Geest toch<br />

twee keer nadenken voordat hij zijn geld bovenhaalt. Maar hij geeft ook toe enkele exemplaren te hebben waarvoor hij<br />

meer dan duizend euro heeft neergeteld, zoals bijvoorbeeld Bezette Stad van Van Ostaijen. Elke letterenstudent zou volgens<br />

hem minstens honderd boeken in zijn boekenkast moeten hebben staan pronken. (Ik ben na ons gesprek dan ook<br />

meteen een nieuwe voorraad gaan inslaan!) “Want door te lezen kunnen wij de wereld verbeteren”, aldus de professor.<br />

Op het eerste gezicht lijken er geen persoonlijke spullen op dit kantoor te staan (cf. kindertekeningen bij Bru), maar volgens<br />

De Geest zelf is niets minder waar. Elk boek is voor hem namelijk persoonlijk. Hij heeft er dan ook psychologisch veel<br />

moeite mee om boeken weg te doen, aangezien elk boek een stukje van hemzelf is.<br />

Het enige dat niet meteen thuis lijkt te horen in dit boekenparadijs, is de knuffel van een pokémon die op zijn kast staat.<br />

Deze Gengar – ja, ik heb zijn naam ontdekt door “paarse pokémon” in te geven op Google – blijkt een cadeau te zijn van<br />

een jongere collega, en zou een uitdrukking van de professors temperament moeten zijn. Wat dat mag betekenen, laat<br />

ik je zelf concluderen, maar hier alvast wat informatie over de Gengar, gevonden op een soort Wikipedia-pagina voor<br />

Pokémon:<br />

Gengar are very mischievous, and at times, malicious. They enjoy playing practical jokes, such as pretending to be one’s<br />

shadow, then behaving erratically. When the quarry notices, the Gengar takes delight in its victim’s terror. However, Gengar<br />

have been known to be loyal to Trainers that treat them well; the smile is less mischievous and friendlier in this case.<br />

Gengar may also cast curses.<br />

Melanie Hacke<br />

Anke Van Roy<br />

15<br />

nr:2 <strong>2012</strong>-2013 B-Magazine

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!