25.09.2013 Views

Niets is grijzer dan kleurloos. Identiteit, zingeving, religie op school

Niets is grijzer dan kleurloos. Identiteit, zingeving, religie op school

Niets is grijzer dan kleurloos. Identiteit, zingeving, religie op school

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Dag voor Schoolpastoraal<br />

Brugge, 30 november 2012<br />

Inleiding<br />

<strong>Niets</strong> <strong>is</strong> <strong>grijzer</strong> <strong>dan</strong> <strong>kleurloos</strong><br />

<strong>Identiteit</strong>, <strong>zingeving</strong>, <strong>religie</strong> <strong>op</strong> <strong>school</strong><br />

Mark van de Voorde<br />

Ik kom niet uit het onderwijs of de wereld van de pedagogie, maar uit de<br />

journal<strong>is</strong>tiek en de wereld van de media. Dat heeft uiteraard zijn nadeel om te<br />

spreken tot onderwijsmensen: ik wring mij in een materie die de mijne niet <strong>is</strong>.<br />

Maar zoals de Nederlandse voetballegende Cruijff, door schrijver Godfried<br />

Bomans ooit "een engel <strong>op</strong> de grasmat" genoemd, zei, "elk nadeel heb z'n<br />

voordeel".<br />

Het voordeel van mijn buitenspelpositie <strong>is</strong> drievoudig:<br />

1- Ik kan de stiel niet verpesten, want ik ben niet van de stiel.<br />

2- Als ik verkeerde dingen zeg, kunt u het mij niets eens kwalijk nemen - u kunt<br />

hooguit de schouders <strong>op</strong>halen, het al of niet moede hoofd schudden en<br />

zuchten: "Die weet er niets van."<br />

3- M<strong>is</strong>schien het interessantste voordeel <strong>is</strong> dat ik kijk van <strong>op</strong> een afstand:<br />

afstand creëert perspectief en laat breedbeeld toe.<br />

Komende uit de wereld van de journal<strong>is</strong>tiek - en ook die van de Kerk en die van<br />

de politiek (twee 'vette' onderwerpen van de journal<strong>is</strong>tiek) - heb ik heel wat<br />

ervaring met een van de grootste verwarringen van deze tijd: de verwarring<br />

tussen objectiviteit en neutraliteit.<br />

Objectiviteit <strong>is</strong> een grondregel van de berichtgeving: je brengt de feiten zoals ze<br />

zijn - de Angelsaks<strong>is</strong>che journal<strong>is</strong>tiek houdt daarenboven van een strikte<br />

scheiding tussen feit en mening, uitgedrukt in het afor<strong>is</strong>me: "facts are sacred,<br />

1


comment <strong>is</strong> free". De vrijheid van meningsuiting ontslaat de professionele<br />

journal<strong>is</strong>t niet van de plicht tot objectiviteit.<br />

Het merkwaardige <strong>is</strong> dat sinds heel wat jaren zich een tendens voordoet die de<br />

scheiding tussen feit en mening tenietdoet <strong>op</strong> een eigenzinnige wijze: niet door<br />

uitgesproken stelling die de feitelijkheid wegdrukt, maar door het weren van<br />

een v<strong>is</strong>ie. Men kiest, zegt men, voor 'neutraliteit', d.w.z. "ik heb geen mening".<br />

Los van het feit dat geen mening hebben ook een mening <strong>is</strong> en dat de keuze<br />

van de weergegeven feiten ook een persoonlijke kijk <strong>is</strong> (een keuze, want men<br />

kan nooit alles vertellen), kijkt niemand 'neutraal'. Elke mens kijkt, denkt en<br />

spreekt vanuit de voorgegeven kenn<strong>is</strong> en vanuit een al of niet uitgesproken<br />

<strong>op</strong>vatting.<br />

Neutraliteit <strong>is</strong> bijna altijd een leugen. Om het heel scherp te stellen, komt de<br />

zogenaamde neutraliteit meestal hier<strong>op</strong> neer: alles wat niet chr<strong>is</strong>telijk <strong>is</strong>, <strong>is</strong> niet<br />

'gekleurd' en dus neutraal. Kortom, je mag alle <strong>op</strong>inies aan bod laten komen,<br />

want <strong>dan</strong> ben je 'objectief' bezig, maar van zodra je een chr<strong>is</strong>telijke v<strong>is</strong>ie aan<br />

het woord laat, ben je 'subjectief'.<br />

Wat heeft dit nu te maken met het onderwerp van vandaag en de wereld<br />

waarin u actief bent? Ook in onderwijskringen stel ik her en der die tendens<br />

vast. Al vele jaren trouwens.<br />

Ik herinner me nog een gesprek met Patrick Dewael - hij was toen Vlaams<br />

min<strong>is</strong>ter-president. Hij vertelde mij dat hij een van zijn kinderen had<br />

ingeschreven in een Limburgse katholieke <strong>school</strong>. Bij de inschrijving zei de<br />

directeur van de <strong>school</strong> hem: "Meneer Dewael, u hoeft niet ongerust te zijn, dit<br />

<strong>is</strong> wel<strong>is</strong>waar een katholieke <strong>school</strong>, maar daar zult u niet veel van merken.<br />

Wees gerust, zo katholiek zijn we eigenlijk niet." Dewael keek mij glunderend<br />

aan. Of ik het had begrepen? Jawel, dat de <strong>kleurloos</strong>heid de eerste stap <strong>is</strong> naar<br />

de ontmanteling van het katholieke onderwijs. Want niets <strong>is</strong> <strong>grijzer</strong> <strong>dan</strong><br />

<strong>kleurloos</strong>.<br />

Zo weet u waar ik mij bevind. Ik ben ervan overtuigd dat <strong>kleurloos</strong>heid niet het<br />

antwoord kan zijn <strong>op</strong> de veelkleurigheid van de samenleving. Maar ook dat<br />

<strong>kleurloos</strong>heid het katholieke onderwijs overbodig maakt. Beter gezegd:<br />

hierdoor maakt het katholieke onderwijs zichzelf overbodig...<br />

Het katholieke onderwijs zal - en dat zal u m<strong>is</strong>schien verbazen - ook voor de<br />

politieke wereld slechts zinvol zijn, als het zijn kleur behoudt. Laat u niet<br />

2


eetnemen, politieke pleitbezorgers van de 'neutral<strong>is</strong>ering' van het katholieke<br />

onderwijs kunnen de indruk wekken dat ze u willen helpen om de toekomst<br />

aan te kunnen, maar dat <strong>is</strong> niet zo. Ze willen u <strong>op</strong> een slinkse manier de<br />

toekomst afnemen.<br />

Niet alleen omdat de vrijheid van onderwijs een lege doos <strong>is</strong>, als die vrijheid<br />

zich niet vertaalt in een eigen inspiratie, maar ook omdat het vrije onderwijs<br />

<strong>dan</strong> ook een onnodige last wordt. De financiering van verschillende netten die<br />

allemaal even neutraal zijn, <strong>is</strong> <strong>dan</strong> een dure grap en een overbodige luxe in een<br />

tijd van rational<strong>is</strong>ering en financiële besparingen.<br />

Dwingende vragen van efficiency en rational<strong>is</strong>ering kunnen er <strong>dan</strong> zonder meer<br />

toe leiden dat samenwerking over de netten verplicht wordt bij demograf<strong>is</strong>che<br />

evoluties enerzijds en versnipperd aanbod anderzijds. Als de katholieke <strong>school</strong><br />

een neutrale <strong>school</strong> <strong>is</strong> geworden, blijft er geen enkel argument over om dat<br />

tegen te houden. Want <strong>dan</strong> bestaat de katholieke <strong>school</strong> enkel nog om de<br />

eigen organ<strong>is</strong>atie in stand te houden (uit machtsdrang dus) en niet om de eigen<br />

pedagogie in stand te houden.<br />

Ik zou in dat geval alleszins niet aarzelen om die macht te breken, was ik een<br />

politicus die de 'zuilen' niet genegen <strong>is</strong>. Afkomen met de K van kwaliteit als<br />

argument zou mij zelfs boos maken, want <strong>dan</strong> beweer je dat andere netten<br />

geen kwaliteit hebben. Als ik ervan overtuigd was dat de K deze <strong>is</strong> van katholiek<br />

en dus van een eigen levensbeschouwelijke invulling van <strong>op</strong>voeding en<br />

onderwijs, zou ik me hoeden voor netoverschrijding, want <strong>dan</strong> zou ik raken aan<br />

het grondwettelijk recht van vrijheid van onderwijs.<br />

--<br />

Laat mij u vandaag meenemen langs drie verhalen naar de beteken<strong>is</strong> van een K<br />

(van katholiek) voor deze tijd: het verhaal van Ephimenco (een Nederlandse<br />

column<strong>is</strong>t), het verhaal van Natchiketa (een Indiase prins) en het verhaal van<br />

Latin<strong>is</strong> (een Belg<strong>is</strong>che militair).<br />

3


Het verhaal van Ephimenco<br />

Het verhaal van Ephimenco gaat over de noodzaak van een taal die niet<br />

voorbijgaat aan de finesses van het leven en die tegemoetkomt aan de<br />

behoefte aan meer diepgang.<br />

Je ne comprends pas. Met die weigering om te begrijpen wees vader Ephimenco<br />

zijn dochtertje terecht, als ze het had gewaagd om een paar Nederlandse<br />

woorden te vermengen in de Franstalige conversatie met hem. Hij verstond<br />

nochtans het Nederlands uitstekend, was overigens Nederlander en sprak het<br />

Nederlands bovendien met Jan en alleman, maar niet met zijn dochter. Hij had<br />

immers <strong>op</strong> een dag besloten haar horizont te verbreden door haar in het Frans<br />

<strong>op</strong> te voeden, terwijl zijn vrouw Nederlands zou blijven praten.<br />

Het resultaat van de horizontverbreding? Haar Frans was uitstekend en de<br />

communicatie met haar vader rampzalig. Het me<strong>is</strong>je meed zoveel als mogelijk<br />

verbaal contact met hem. Dus besloot hij tot een meer pragmat<strong>is</strong>che houding:<br />

hier en daar een Nederlands woord mocht, als het maar in een Franse context<br />

werd geplaatst.<br />

‘Maar met haar puberteit kwam tussen ons een behoefte aan meer diepgang<br />

die haar Frans niet toestond’, schreef Sylvain Ephimenco over de taalstrijd met<br />

zijn dochtertje Claire in een van zijn wekelijkse columns in de Hollandse krant<br />

Trouw.<br />

Het slot van het stuk <strong>is</strong> schitterend. Ik citeer: "Hoe leg je een preadolescent in<br />

een taal die alleen ruw kan schetsen, de finesses van het leven uit? In die<br />

maand oktober van 1995, rijdend <strong>op</strong> de rijksweg, begon ik voor het eerst<br />

uitsluitend Nederlands met haar te praten. Claire keek even verbaasd en<br />

glimlachte. Mijn nederlaag smaakte als een bevrijding."<br />

Ik moest aan dat verhaal denken, toen ik de resultaten las van het Leuvense<br />

onderzoek, verschenen in Tertio, over de waardering van het 'katholieke'<br />

karakter van de <strong>school</strong> door de ouders. De idee, alom verspreid, dat ouders<br />

hun kinderen naar uw scholen sturen louter en alleen voor de kwaliteit (en de<br />

nabijheid), blijkt dus vals te zijn.<br />

Hoe verrassend ook, het <strong>is</strong> begrijpelijk. We leven in een samenleving die <strong>op</strong> dit<br />

moment het ergste doormaakt wat een cultuur kan overkomen:<br />

identiteitsverlies. De vraag wie we zijn <strong>is</strong> de fundamentele vraag van een<br />

4


samenleving, want zonder de kenn<strong>is</strong> van het antwoord kunnen we nooit de<br />

finesses van het leven aanraken en kunnen we niet de behoefte aan diepgang<br />

beantwoorden.<br />

Hoezeer we ook mogen leven in een zogenaamde postchr<strong>is</strong>telijke samenleving,<br />

die zelfde samenleving blijft doordesemd van het chr<strong>is</strong>telijke gedachtegoed.<br />

Dat wegens meer <strong>dan</strong> de zogenaamde 'waarden' die we delen, maar vooral<br />

vanwege het chr<strong>is</strong>telijke mensbeeld dat ons aller mensbeeld <strong>is</strong>: wie de mens <strong>is</strong><br />

en hoe wij hem zien, als persoon met vrijheid in verbondenheid, strevend naar<br />

altijd beter en zich kerend tegen fatum, <strong>is</strong> niet te vatten zonder het chr<strong>is</strong>telijke<br />

verhaal, zonder de evangel<strong>is</strong>che boodschap van <strong>op</strong>standing en de Bijbelse<br />

gedachte van 'onderwerp de aarde'.<br />

De westerse v<strong>is</strong>ie <strong>op</strong> de mens heeft een spirituele grondslag die ten diepste<br />

een relatie <strong>is</strong> van de mens met God: de mens als Gods evenbeeld, schepsel dat<br />

zelf de <strong>op</strong>dracht van schepper krijgt. Zonder die evenbeeldidee stort het<br />

westerse mensbeeld in.<br />

Toen Cees Noteboom in 2009 de Prijs der Nederlandse Letteren kreeg uit de<br />

handen van onze koning, zei hij in zijn <strong>dan</strong>kwoord dat wij ons beginnen te<br />

gedragen als "onze eigen Japanners". Zonder de kenn<strong>is</strong> van de Bijbel en zonder<br />

de chr<strong>is</strong>telijke begrippen kunnen we onze eigen cultuur niet meer verstaan en<br />

l<strong>op</strong>en we in onze samenleving rond zoals de Japanse toer<strong>is</strong>ten in onze kerken<br />

en musea. We raken vervreemd van onze eigen cultuur.<br />

Dat 'vervreemdingseffect' tast ons zelfvertrouwen aan en <strong>is</strong> de fundamentele<br />

oorzaak van de huidige identiteitscr<strong>is</strong><strong>is</strong>. De <strong>school</strong> die er ook <strong>is</strong> om jonge<br />

mensen een identiteit te geven - en niet alleen om er goede werkkrachten van<br />

te maken - heeft de plicht om hun grond onder de voeten te geven. Zonder het<br />

geloofsverhaal achter onze westerse waarden worden die waarden<br />

onbegrijpelijk, meer zelfs: ze worden inhoudloos en ook onhoudbaar (want de<br />

chr<strong>is</strong>telijke inmiddels human<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che waarden zijn niet 'natuurlijk' - natuurlijk<br />

zijn egoïsme, haat, wraak, de wet van de jungle, de survival of the fittest...).<br />

Ik denk dat het dit <strong>is</strong> wat die ouders uit het onderzoek van de KU Leuven<br />

hebben begrepen. De K <strong>is</strong> aan herwaardering toe... uit lijfsbehoud.<br />

Ik begrijp maar al te goed dat u m<strong>is</strong>schien denkt: al goed en wel, herwaardering<br />

van de K, maar wij hebben daar niet de mensen voor; ons lerarenkorps <strong>is</strong><br />

minstens zo plural<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch als onze leerlingenp<strong>op</strong>ulatie. Best mogelijk, maar de K<br />

5


onder de mat vegen kan nooit de <strong>op</strong>lossing zijn. Dan keert u immers vraag en<br />

aanbod om. Het <strong>is</strong> de vraag van de ouders om de K weer prominent te maken.<br />

Door de K te dimmen stelt u uw probleem voor<strong>op</strong> en niet de behoefte van de<br />

ouders. De <strong>school</strong> <strong>is</strong> er voor de leerlingen, niet voor haar eigen organ<strong>is</strong>atie. U<br />

moet uw probleem <strong>op</strong>lossen, niet de behoefte ontkennen.<br />

Hoe u dat moet doen, weet ik niet. Ik sta niet in het onderwijs. Het enige wat ik<br />

daar<strong>op</strong> kan zeggen, <strong>is</strong>:<br />

1- Toon waardering voor de leerkrachten Godsdienst, vooral in deze tijd dat<br />

vanuit de bedrijfswereld de druk erg groot <strong>is</strong> om 'klaargestoomde' werknemers<br />

af te leveren die niet te veel vragen stellen maar zich 'flexibel' <strong>op</strong>stellen. De<br />

leerkrachten Godsdienst zijn de voorposten van een <strong>op</strong>voeding die mensen<br />

wakkere burgers wil doen zijn.<br />

2- Breng die leerkrachten Godsdienst samen in een denktank met andere<br />

leerkrachten die eveneens 'nutteloze' vakken geven, vakken van geestelijke<br />

materie (Talen, Geschieden<strong>is</strong>, Esthetica...). Hierdoor wordt duidelijk dat deze<br />

vakken van de 'geesteswetenschappen' on<strong>dan</strong>ks het grote verschil in d<strong>is</strong>cipline<br />

alle vertrekken van een niet nutgerichte maar Bildunggerichte interesse voor<br />

de mens. Dat kan leiden tot vakoverschrijdend aandacht voor de 'mens' van de<br />

leerling. Dan krijgt de K een kans om in een grotere context van gezamenlijk<br />

belang te <strong>op</strong>ereren. Bovendien, zonder de gezamenlijke alertheid van de<br />

cultuurvakken zullen stilaan uitsluitend de vakken W<strong>is</strong>kunde, Economie en<br />

andere positieve vakken de toon zetten. Bij een mon<strong>op</strong>olie <strong>op</strong> aandacht van<br />

deze vakken die uiterst belangrijk zijn maar die ook levensbeschouwelijk<br />

neutraal zijn (er bestaat niet zoiets als katholieke w<strong>is</strong>kunde) gaat het onderwijs<br />

helemaal voorbij aan de Bildung<strong>op</strong>dracht van ons onderwijs: wij maken<br />

mensen klaar voor het leven, niet alleen voor de economie.<br />

3- Richt een pastorale werkgroep <strong>op</strong> die werkt aan een pastoraal aanbod<br />

(waarin niet alleen godsdienstleerkrachten maar ook anderen zitten). Een<br />

groep van mensen die herkenbaar en aanspreekbaar zijn voor de leerlingen én<br />

voor het korps. Om de K levendig te houden en talig te maken heb je een<br />

voldoende grote kern van geëngageerde medewerkers nodig. Directie moet<br />

daarin vertegenwoordigd zijn<br />

Het verhaal van Ephimenco gaat over de noodzaak van een taal voor de<br />

finesses van het leven en de behoefte aan diepgang. Zo'n taal <strong>is</strong> de <strong>religie</strong>uze<br />

6


taal bij uitstek, <strong>op</strong> voorwaarde dat ze uit het hart komt en uitgaat van een<br />

overtuiging.<br />

Daarom heb ik mij - ook in publicaties - verzet tegen het voorstel van decreet<br />

van Jean-Jacques De Gucht en het LEF-plan van prof. Loobuyck.<br />

De ambitie van het zogenaamde 'algemeen vormend vak over<br />

levensbeschouwing, ethiek, burgerschap en filosofie' <strong>is</strong> een onreal<strong>is</strong>eerbare<br />

pretentie. Een greep uit de lijst van wat dat LEF-vak zou moeten bieden, maakt<br />

het duidelijk: informatie over de levenbeschouwelijke wortels van onze<br />

samenleving, kenn<strong>is</strong> van de levensbeschouwelijke ander, reflectief vermogen,<br />

interculturele vaardigheden, democrat<strong>is</strong>che attitude, levenbeschouwelijke<br />

gevoeligheid aanscherpen, burgerschapseducatie...<br />

Men wil in dat ene vak st<strong>op</strong>pen waar een heel onderwijscurriculum voor nodig<br />

<strong>is</strong>. Burgereducatie, verdraagzaamheid, democratie, reflectief vermogen zijn<br />

doelstellingen die de hele <strong>school</strong> aangaan en waar een heel pedagog<strong>is</strong>ch<br />

project voor nodig <strong>is</strong> (met engagement van alle leerkrachten).<br />

Door een zogenaamd 'onafhankelijk' vak in het leven te roepen voor een groot<br />

deel van de vakoverschrijdende aspecten van het onderwijs haalt men een<br />

fundament weg van de <strong>school</strong>, waardoor de <strong>school</strong> haar ziel verliest. Die keuze<br />

maakt vrije baan om van de <strong>school</strong> een kenn<strong>is</strong>fabriek te maken... Dit <strong>is</strong> de<br />

ideale stap om het econom<strong>is</strong>ch denken over het onderwijs - mensen<br />

voorbereiden <strong>op</strong> het arbeidscircuit, onderwijs en onderneming nauwer laten<br />

aansluiten - te real<strong>is</strong>eren. Met een speciaal vak dat voor burgerschap en<br />

reflectie moet zorgen, krijgt elke andere leerkracht de handen vrij om zich<br />

louter met de zijn 'vak' bezig te houden.<br />

De idee van een 'onafhankelijk' vak levensbeschouwing en filosofie <strong>is</strong> een<br />

illusie. Onafhankelijke benadering van de verschillende v<strong>is</strong>ies <strong>op</strong> het wezen van<br />

de mens, de beteken<strong>is</strong> van het menselijke samenleven en de zin van het<br />

bestaan <strong>is</strong> onmogelijk. Dit gaat immers over wie we zelf zijn en hoe we kijken<br />

naar onszelf en de anderen.<br />

In deze kan de beschouwer nooit 'beschouwingloos' zijn. Elke mens, elke<br />

leerkracht ook dus, heeft een bepaalde kijk <strong>op</strong> de mens, de samenleving en de<br />

beteken<strong>is</strong> van het leven. De informatie over andere v<strong>is</strong>ies <strong>dan</strong> de zijne zal hij<br />

altijd bieden vanuit zijn kijk <strong>op</strong> de dingen. Dat <strong>is</strong> ook zijn plicht, want vanuit zijn<br />

waardepatroon gezien zijn niet alle 'waarden' evenwaardig.<br />

7


Een onafhankelijke, afstandelijke benadering van levensbeschouwing,<br />

democratie en veelkleurige samenleving <strong>is</strong> niet alleen onmogelijk, ze <strong>is</strong> ook<br />

onpedagog<strong>is</strong>ch. Van een leerkracht wordt authenticiteit gevraagd (dat<br />

leerlingen weten wat hij denkt en waar zij voor staat) en engagement (dat<br />

leerlingen voelen dat hij of zij gegrepen <strong>is</strong> door waarden en ideeën).<br />

Een ongemotiveerde les over democratie bijvoorbeeld, een kernwaarde van<br />

onze samenleving, zou inhouden dat andere staatsinrichtingen evenwaardig<br />

kunnen zijn. Bovendien, als een van de doelstellingen van LEF <strong>is</strong> om aan<br />

burgereducatie te doen, <strong>dan</strong> vraagt zij van de lesgever geen 'onafhankelijke'<br />

maar een 'geëngageerde' instelling.<br />

Ten andere, de democrat<strong>is</strong>che v<strong>is</strong>ie <strong>op</strong> de samenleving en de v<strong>is</strong>ie van<br />

gelijkwaardigheid van elke mens hangen niet zomaar in de lucht: deze<br />

'verworvenheden' van onze samenleving zijn niet waardevrij, dus ook niet<br />

levensbeschouwingvrij. De democratie <strong>is</strong> meer <strong>dan</strong> een methode van bestuur,<br />

ze <strong>is</strong> het resultaat van een maatschappijbeeld waarachter een morele en<br />

spirituele inspiratie steekt. Wie dus leerlingen moet kunnen warm maken voor<br />

de democratie, kan dat niet doen zonder ook met gloed te spreken over de<br />

levensbeschouwing(en) die ten grondslag liggen van dit maatschappijbeeld. De<br />

democratie haal je niet uit haar spirituele ruimte zonder het gevaar van<br />

beteken<strong>is</strong>verlies.<br />

Nu pleiten voor een zo breed mogelijk vak over allerlei levensbeschouwingen <strong>is</strong><br />

het slechtste wat een samenleving kan overkomen die lijdt aan cultuurverlies,<br />

zijnde het verlies van zekerheden over de fundamentele waarden waar<strong>op</strong> onze<br />

cultuur <strong>is</strong> gebouwd. Het <strong>is</strong> evident dat Eur<strong>op</strong>a haar identiteit kwijt <strong>is</strong>, maar<br />

precies daardoor ook hard <strong>op</strong> zoek <strong>is</strong> naar haar identiteit in een<br />

geglobal<strong>is</strong>eerde wereld en in de multiculturele realiteit van de samenleving.<br />

De identiteitscr<strong>is</strong><strong>is</strong> vraagt om meer levensbeschouwelijk geëngageerde mensen<br />

die vanuit hun aandeel in de beschavingsfundamenten kunnen <strong>op</strong>komen voor<br />

de verbindende identiteit. Het <strong>is</strong> duidelijk dat werkelijke <strong>op</strong>voeding tot<br />

democratie, burgerzin en tolerantie maar kan gebeuren binnen het kader van<br />

wat de LEF-promotoren noemen de "geëngageerde vakken" (waarmee ze<br />

duidelijk maken dat hun LEF-vak geen geëngageerd vak <strong>is</strong>).<br />

Het <strong>is</strong> een illusie te denken dat mensen/jongeren verdraagzamer worden door<br />

niet-geëngageerde initiatie in allerlei levensbeschouwingen. De geschieden<strong>is</strong><br />

8


heeft bewezen dat interculturele toenadering maar kan gebeuren binnen het<br />

kader van de dialoog "van identiteit tot identiteit": alleen wie duidelijk vertrekt<br />

vanuit zijn eigen levenbeschouwelijke identiteit <strong>is</strong> in staat om toenadering te<br />

vinden met de levensbeschouwelijke identiteit van andere geloven.<br />

In hun pleidooi hebben de LEF-promotoren het onder andere over<br />

interculturele attitudes die jongeren zich eigen zouden moeten maken. Wat<br />

zijn interculturele attitudes? Dit begrip wordt in één adem genoemd met<br />

"democrat<strong>is</strong>che attitudes". Democrat<strong>is</strong>che attitudes betekent: ik beken mij tot<br />

de democratie, ik ben een democraat. Bijgevolg betekent interculturele<br />

attitudes: ik beken mij tot het intercultural<strong>is</strong>me, ik ben een intercultureel. Dat<br />

<strong>is</strong> nonsens natuurlijk, want een mens kan niet intercultureel of multicultureel<br />

zijn. Hij kan én moet respect hebben voor de verschillende culturen en<br />

overtuigingen, maar hijzelf kan er geen verschillende tegelijk hebben.<br />

9


Het verhaal van Natchiketa<br />

Het verhaal van Natchiketa wijst <strong>op</strong> de fundamentele zoektocht van de mens<br />

naar <strong>zingeving</strong>. Deze queeste krijgt geen afdoende antwoord in de loutere<br />

'waarde<strong>op</strong>voeding'. De fundamentele zinvragen zijn immers vragen van<br />

spirituele aard. Het zijn vragen over betrekkelijkheid, betrokkenheid en<br />

bewogenheid. Die vragen zijn onderliggend aan en constituerend voor de<br />

vragen naar waarden.<br />

Natchiketa, de zoon van de koning van de Gangesvlakte, was een frêle jongen,<br />

klein van gestalte maar groot van hart en mond. Op een dag kreeg hij ruzie met<br />

zijn vader, de koning. De ruzie liep zo hoog <strong>op</strong>, dat de vader zoonlief verwenste:<br />

‘Lo<strong>op</strong> naar de hellegod!’ Natchiketa vertrok en ging wachten bij de met ijzer<br />

beslagen poort van de hel. Toen de hellegod, die <strong>op</strong> zakenre<strong>is</strong> was vertrokken,<br />

na drie dagen de jongen ingedommeld bij de poort aantrof, stootte hij deze<br />

wakker. ‘Wat doe je hier, zoon van de koning van de Gangesvlakte?’, vroeg de<br />

hellegod. Natchiketa vertelde over de ruzie met zijn vader.<br />

‘Omdat je tot hier gekomen bent, mag je drie wensen doen. Vraag driewerf en<br />

je krijgt driewerf’, stelde de hellegod voor. ‘Beste hellegod,’ sprak de prins, ‘ik<br />

zie dat alle mensen doodgaan. Geef mij toch een antwoord <strong>op</strong> de vraag<br />

waarom alle mensen sterven moeten?’ ‘Wat <strong>is</strong> dat voor een vraag? Wees<br />

verstandig,’ antwoordde de hellegod geïrriteerd, ‘vraag een kasteel of<br />

landerijen, daarmee zul je je in de hemel wanen.’<br />

Op Natchiketa’s lippen evenwel brandde een andere vraag: ‘Hellegod, ik hoor<br />

mensen zo vaak spreken over liefde, geluk en vreugde. Wat bedoelen ze<br />

daarmee?’ De hellegod krabde in zijn rood haar en zuchtte: ‘Jongen toch, wat<br />

zijn dat voor vragen? Vraag liever juwelen of goud, daarmee kun je me<strong>is</strong>jes voor<br />

je winnen.” Prins Natchiketa poogde ten derde male: ‘Beste hellegod, men zegt<br />

mij dat er een God <strong>is</strong>. Wie <strong>is</strong> hij? Kun jij me Hem verklaren?’<br />

De hellegod werd zo boos <strong>op</strong> die on<strong>dan</strong>kbare vlegel die geschenken weigerde en<br />

liever antwoorden <strong>op</strong> immateriële vragen kreeg, dat hij hem wegjoeg, net zoals<br />

Natchiketa’s vader eerder had gedaan.<br />

Het oude Indiase verhaal eindigt met de <strong>op</strong>merking dat Natchiketa na de dood<br />

van zijn de vader de meest rechtvaardige en meest geliefde koning van de<br />

Gangesvlakte werd.<br />

10


Waarom? Natchiketa stelde de vragen over de essentie van het leven: wat <strong>is</strong><br />

leven en dood, wie <strong>is</strong> de mens in zijn diepste wezen, wie <strong>is</strong> God? Wie naar<br />

volwassenheid groeit, moet vraagtekens zetten waar ze horen te staan: achter<br />

de ‘zin’ van het leven. Volwassen worden zou moeten betekenen: inzicht krijgen<br />

in de eigen levensrichting, klaarheid verwerven in het bestaan.<br />

M<strong>is</strong>schien komt dat alles wel neer <strong>op</strong> bezieling en begeestering. Natchiketa<br />

werd de meest geliefde koning van de Gangesvlakte, omdat hij begeesterd was<br />

door de drie vragen waar<strong>op</strong> de wereld van de hellegoed, de wereld van het<br />

hebben en krijgen, het antwoord niet w<strong>is</strong>t te geven, niet kon geven.<br />

Natchiketa kreeg het antwoord niet van de hellegod, maar van zijn eigen<br />

begeestering, zijn eigen zoeken. Wie zoekt die vindt, staat in de Bijbel. De geest<br />

der vragen richt ook de leerling <strong>op</strong>, want <strong>dan</strong> komt de Geest van God hem/haar<br />

tegemoet en die voert hem/haar waar hij/zij niet vanzelf komen zou. Daarvoor<br />

moet hem/haar wel God worden ge<strong>op</strong>enbaard: niet alleen in de lessen<br />

Godsdienst maar ook door de cultuur van de <strong>school</strong>.<br />

Uitgedaagd door de pluraliteit van de samenleving en de diversiteit in de <strong>school</strong><br />

kan een onderwijsinstelling menen dat ze <strong>dan</strong> maar haar eigen chr<strong>is</strong>telijke<br />

identiteit <strong>op</strong> moet geven. Zo’n <strong>school</strong> kan er <strong>dan</strong> voor kiezen om ofwel neutraal<br />

te zijn ofwel plural<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch te zijn.<br />

In het eerste geval, dat van de neutraliteit, kiest de <strong>school</strong> ervoor om expliciet<br />

neutraal te zijn. Dat wil zeggen, ze duwt het levensbeschouwelijke in de<br />

privésfeer en laat het niet toe <strong>op</strong> het publieke forum van de <strong>school</strong>. Dat<br />

betekent onder meer dat de eigen katholieke of chr<strong>is</strong>telijke symbolen of tekens<br />

worden weggehaald van de muren en de eigen katholieke of chr<strong>is</strong>telijke<br />

rituelen of praktijken worden geschrapt uit het <strong>school</strong>leven. Tevens worden<br />

ook symbolen, tekens, rituelen en praktijken van andere levensbeschouwingen<br />

geweerd en geweigerd. Deze keuze voor kleurloze neutraliteit houdt in dat de<br />

katholieke achtergrond totaal onzichtbaar wordt en ook andere v<strong>is</strong>ies niet zijn<br />

plaats mogen innemen.<br />

In het tweede geval, dat van de pluraliteit, biedt de <strong>school</strong> levensbeschouwing<br />

wel aan, maar zet ze niet langer een eigen exclusief chr<strong>is</strong>telijk<br />

<strong>op</strong>voedingsproject in de rekken. Men laat de eigen traditie los, maar meent dat<br />

levensbeschouwing <strong>op</strong> zich wel ter sprake moet kunnen komen, in een<br />

ongestuurd veelkleurig aanbod. Deze keuze voor veelkleurige neutraliteit gaat<br />

uit van totale tolerantie voor alle <strong>religie</strong>uze of levensbeschouwelijke geloven<br />

11


maar ontk<strong>op</strong>pelt die tolerantie van een eigen godsdienstige v<strong>is</strong>ie <strong>op</strong> mens en<br />

samenleving. Een eigen chr<strong>is</strong>telijk of katholiek project van de <strong>school</strong> wordt<br />

immers als hinderlijk ervaren voor de vrije keuze.<br />

Beide keuzes, deze van de neutraliteit en deze van de pluraliteit, hebben<br />

gevolgen voor het levensbeschouwelijke onderwijs. Het kan ten eerste<br />

betekenen dat men geen godsdienstonderwijs meer aanbiedt aan leerlingen.<br />

Men kan er ten tweede voor kiezen om van het vak Godsdienst een<br />

beschrijvende cursus van dé <strong>religie</strong> te maken. Ten derde kan men verschillende<br />

keuzetrajecten aanbieden rekening houdend met de <strong>religie</strong>uze diversiteit van<br />

de leerlingen.<br />

Hebben deze drie keuzes het voordeel dat ze m<strong>is</strong>schien een brede waaier<br />

(kunnen) aantrekken, <strong>dan</strong> hebben deze keuzes het nadeel dat ze geen<br />

antwoord geven <strong>op</strong> de vraag naar een eigen identiteitsvorming in een<br />

plural<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che context. Wanneer elke verwijzing naar een eigen katholieke<br />

context steeds verder wordt weggedrukt, <strong>is</strong> de kans groot dat de <strong>school</strong><br />

uiteindelijk ‘<strong>kleurloos</strong>’ wordt.<br />

Wil men echter wel de interne pluraliteit in het lessenaanbod ter sprake<br />

brengen, <strong>dan</strong> wordt de <strong>school</strong> ‘kleurrijk’. Maar een ‘kleurrijke’ <strong>school</strong> wordt<br />

<strong>dan</strong> een multi- of interconfessionele <strong>school</strong>. De vraag <strong>is</strong> hoe dergelijke<br />

identiteit te rijmen valt met de specificiteit.<br />

Men kan <strong>op</strong> de veelkleurigheid van de samenleving het antwoord zoeken in<br />

een versterking van het eigen confessionele, katholieke karakter. Deze keuze<br />

veronderstelt evenwel dat een substantieel deel van de <strong>school</strong>p<strong>op</strong>ulatie actief<br />

katholiek <strong>is</strong> en deelneemt aan het leven van de katholieke gemeenschap.<br />

Ook deze keuze kan, net zoals de institutionele secular<strong>is</strong>ering, twee richtingen<br />

uitgaan: gesloten of <strong>op</strong>en, als monoloog tegen de wereld of als dialoog met de<br />

wereld. In de mate dat de <strong>school</strong> geen rekening wenst te houden met de<br />

feitelijke pluraliteit en zich terugplooit <strong>op</strong> zichzelf, wordt ze een <strong>school</strong> van,<br />

voor en door katholieken. Dat houdt <strong>dan</strong> ook in dat men anders gelovige of<br />

niet-gelovige leerlingen doorverwijst naar gemeenschapsonderwijs of andere<br />

geloofsgemeenschappen aanzet om eigen <strong>school</strong>netten te organ<strong>is</strong>eren.<br />

In de mate dat de <strong>school</strong> haar uitgesproken katholieke identiteit poneert maar<br />

de sociolog<strong>is</strong>che realiteit van grote levenbeschouwelijke verscheidenheid<br />

erkent, kan ze zelfbewuste katholieken vormen die actief wensen deel te<br />

12


nemen aan de samenleving zoals ze <strong>is</strong>. In dit geval worden anders gelovige of<br />

niet-gelovige leerlingen aanvaard, maar wordt wel van elke leerling gevraagd<br />

om de chr<strong>is</strong>telijke grondslag van de <strong>school</strong> te respecteren en de lessen<br />

godsdienst te volgen.<br />

Het voordeel van institutionele reconfessional<strong>is</strong>ering <strong>is</strong> dat de chr<strong>is</strong>telijke<br />

identiteit van de <strong>school</strong> duidelijk <strong>is</strong>, maar het nadeel <strong>is</strong> dat het de leerlingen<br />

niet vormt om om te gaan met de verscheidenheid.<br />

Waarden en normen zijn van groot belang, onder meer om, zoals de Vlaamse<br />

Onderwijsraad (VLOR) het zegt, jongeren te leren "om maatschappelijke<br />

ontwikkelingen krit<strong>is</strong>ch te bevragen en er creatief mee om te gaan". Het<br />

verband tussen chr<strong>is</strong>telijke <strong>zingeving</strong> en waarden <strong>is</strong> duidelijk, maar <strong>is</strong><br />

waarde<strong>op</strong>voeding voldoende om in een katholieke <strong>school</strong> om te gaan met<br />

diversiteit?<br />

Men kan <strong>op</strong> zoek gaan naar een gemeenschappelijke bas<strong>is</strong> van een ethiek die<br />

alle geloven verbindt. Vervolgens kan men deze ethiek <strong>dan</strong> chr<strong>is</strong>telijk duiden.<br />

Het <strong>is</strong> een keuze die <strong>op</strong>en staat voor andere levensbeschouwingen. Iedereen,<br />

de chr<strong>is</strong>ten zowel als de niet-chr<strong>is</strong>ten, zal zich wel kunnen associëren met<br />

waarden als solidariteit, verbondenheid, soberheid, hulpvaardigheid, vrede,<br />

respect enzovoort.<br />

De bevordering van de humaniteit <strong>is</strong> elke weldenkende mens genegen. En de<br />

ontmoeting rond waarden, over de grenzen van levensbeschouwing, wordt <strong>dan</strong><br />

een eigen manier om een kleurrijke <strong>school</strong> te zijn. Hier wordt <strong>dan</strong> de focus niet<br />

gericht <strong>op</strong> de verschillende levensbeschouwelijke en <strong>religie</strong>uze tradities naast<br />

elkaar maar <strong>op</strong> de universele waarden die allen erkennen.<br />

De keuze om chr<strong>is</strong>telijke inspiratie gelijk te stellen met chr<strong>is</strong>telijke<br />

waarde<strong>op</strong>voeding leidt evenwel tot een verenging van het chr<strong>is</strong>telijke<br />

<strong>op</strong>voedingsproject. De katholieke identiteit valt immers niet samen met<br />

waarden alleen. Dit toch proberen zet een sluipende secular<strong>is</strong>atie in gang, want<br />

de Bijbelse boodschap en de relatie met de God van Jezus Chr<strong>is</strong>tus komen <strong>dan</strong><br />

nog slechts ter sprake in zoverre ze iets zeggen over ethiek en waarden.<br />

De reductie van levensbeschouwelijke identiteit tot waarde<strong>op</strong>voeding<br />

beantwoordt daarenboven niet aan wat mensen voor hun leven willen: een<br />

perspectief dat hen <strong>op</strong>roept. De zin van het leven wordt immers beperkt tot<br />

13


'goed handelen', en houdt het menselijke verlangen naar 'ho<strong>op</strong>' buiten het<br />

vizier.<br />

Waarden en identiteit kunnen ook <strong>op</strong> een meer 'spirituele' manier aan elkaar<br />

gek<strong>op</strong>peld worden. Door het feit dat de katholieke identiteit 'kleur' geeft aan<br />

de waarden die men voor<strong>op</strong>stelt. Omgekeerd kunnen waarden concreet<br />

worden gemaakt door ze te verbinden met de katholieke traditie.<br />

Een <strong>school</strong> die <strong>op</strong> deze wijze aan waarde<strong>op</strong>voeding doet, <strong>is</strong> een dialoog<strong>school</strong><br />

die tegelijk de culturele pluraliteit recht doet én haar eigen inspiratie en<br />

eigenheid ernstig neemt. Een <strong>school</strong> die <strong>op</strong> deze manier omgaat met identiteit<br />

en diversiteit, bewandelt de weg van de recontextual<strong>is</strong>ering.<br />

Recontextual<strong>is</strong>ering erkent de diversiteit van de samenleving, het plural<strong>is</strong>me<br />

binnen de leerlingenp<strong>op</strong>ulatie en het lerarenkorps, maar ze beschouwt dit niet<br />

zonder meer als secular<strong>is</strong>ering. Precies deze positieve aanvaarding van de<br />

sociolog<strong>is</strong>che realiteit laat ook toe om de eigen chr<strong>is</strong>telijke identiteit van de<br />

onderwijsinstelling niet te verwaarlozen.<br />

Om aan zo'n dialoog<strong>school</strong> gestalte te kunnen geven moet uit het personeel en<br />

de directie een voldoende grote groep van zelfbewuste chr<strong>is</strong>tenen kunnen<br />

worden gevormd. Zo kan de <strong>school</strong> een oefenplaats worden van<br />

levensbeschouwelijke reflectie in dialoog en in confrontatie met het chr<strong>is</strong>telijke<br />

geloof.<br />

Het <strong>is</strong> ten andere duidelijk dat relativ<strong>is</strong>me (het relativeren van het eigen<br />

gedachtegoed) geen antwoord kan bieden <strong>op</strong> het fanat<strong>is</strong>me van sommige<br />

geloofsovertuigingen die onze gesecular<strong>is</strong>eerde samenleving zijn<br />

binnengekomen.<br />

Jonge mensen hebben in de context van een plural<strong>is</strong>t<strong>is</strong>che samenleving, waarin<br />

enerzijds levensbeschouwing als louter privé wordt beschouwd en anderzijds<br />

sommige anders gelovigen radicaliteit zo niet fanat<strong>is</strong>me uitstralen, het recht <strong>op</strong><br />

<strong>op</strong>voeders die getuigen<strong>is</strong> kunnen afleggen van hun worstelen met de<br />

chr<strong>is</strong>telijke boodschap en de beteken<strong>is</strong> van spiritualiteit voor leven en<br />

samenleven.<br />

De realiteit van de samenleving vertelt ons dat de persoonlijke identiteit van<br />

een mens (wat hij persoonlijk denkt en van waaruit hij leeft) niet zonder meer<br />

samenvalt met zijn professionele identiteit (hoe hij lesgeeft en welke<br />

14


deontologie hij hanteert) en ook niet met de institutionele identiteit (het<br />

levensbeschouwelijke karakter van de <strong>school</strong>). Het zou fout zijn om te<br />

verwachten dat deze drie identiteiten mooi samen zouden vallen in een<br />

'gelijkzijdige' driehoek. Die fout maakt de institutionele reconfessional<strong>is</strong>ering.<br />

Even fout <strong>is</strong> het te beweren dat deze drie identiteiten niets met elkaar te<br />

maken hebben. Die fout maakt de institutionele secular<strong>is</strong>ering. De uitdaging <strong>is</strong><br />

dat we moeten investeren in de drie identiteiten en hun relaties.<br />

15


Het verhaal van Latin<strong>is</strong><br />

Het verhaal van Latin<strong>is</strong> <strong>is</strong> het verhaal van vertrouwen en ho<strong>op</strong>.<br />

Juni 1957. Pierre Latin<strong>is</strong> uit de provincie Luxemburg en zijn vier maten, jonge<br />

Belg<strong>is</strong>che matrozen, maken hun maidentrip <strong>op</strong> zee aan boord van het Britse<br />

vliegdekschip Ocean. Ze schrijven een brief: vijf adressen en de vraag terug te<br />

schrijven. St<strong>op</strong>pen dat bericht in een limonadefles en keilen die, stevig gekurkt,<br />

door een patrijspoort in zee. Op ho<strong>op</strong> van aankomst. Canada, dromen ze.<br />

IJsland 1998. de zeventienjarige Sugurabra Runarsdottir vindt <strong>op</strong> het strand<br />

nabij Reykjavik een oude limonadefles met een briefje erin. De kurk krijgt ze er<br />

niet af. Ze moet het glas breken om de boodschap in handen te krijgen. Het<br />

papier <strong>is</strong> onbeschadigd, alleen een beetje vergeeld. Het wordt een hele<br />

speurtocht om ‘haar’ correspondenten te vinden.<br />

De flessenpost <strong>is</strong> 41 jaar onderweg geweest. Hij kwam niet zoals verho<strong>op</strong>t in<br />

Canada aan, maar <strong>op</strong> IJsland. De matrozen van toen waren inmiddels<br />

gepensioneerde heren geworden. Ze woonden al lang niet meer <strong>op</strong> de<br />

<strong>op</strong>gegeven adressen. Maar wie zoekt die vindt. De IJslandse vindster en de<br />

briefschrijvers ontmoetten elkaar in Oostende. Het werd een feest, want die vijf<br />

hadden nooit gedacht dat hun boodschap ooit was toegekomen. Ze waren het<br />

zelfs vergeten dat ze een boodschap in een fles hadden gest<strong>op</strong>t.<br />

Dat zou wel eens <strong>op</strong>voeden kunnen zijn. Je denkt dat wat je hebt gezegd, niet<br />

veel meer <strong>is</strong> <strong>dan</strong> een boodschap in een fles die niet aanspoelt. De fles zwom zich<br />

stuk tegen een romp of een rots, of kreeg water in en zonk, denk je. En je<br />

vergeet zelfs, uit zelfbehoud m<strong>is</strong>schien, wat je ooit hebt verteld. Tot jaren later<br />

pas blijkt dat je boodschap wel <strong>is</strong> aangekomen, <strong>op</strong> een andere plek wel<strong>is</strong>waar.<br />

Godsdienstles geven en verantwoordelijk zijn voor <strong>school</strong>pastoraal, dat <strong>is</strong> een<br />

beetje zoals de vormselcatecheten in de parochies. De dag van de plechtige<br />

communie wordt een mooie dag waar ze naar uitzien, maar toch ook een dag<br />

met die zure bijsmaak die overal in Vlaanderen na de feestd<strong>is</strong> van de<br />

vormselvieringen aan het ver-hemel-te blijft hangen: was dit nu het plechtige<br />

afscheid?<br />

Is de laatste dag <strong>op</strong> <strong>school</strong> ook de laatste dag dat de jongeren iets over geloof<br />

horen. En dat horen, was het niet het ene oor in en het andere oor uit (als het<br />

al dat ene oor in geraakte).<br />

16


Als de meeste zo niet alle jongeren straks niets meer met geloof en <strong>religie</strong><br />

hebben, namen ze niet eens afscheid. Ze namen gewoon de draad van hun<br />

leven weer <strong>op</strong>. Bovendien zijn zij het niet die daartoe besl<strong>is</strong>sen, hoezeer ze dat<br />

ook denken, maar hun ouders, want die hadden ook al niets met het geloof.<br />

Het enige wat je kunt doen <strong>is</strong> h<strong>op</strong>en dat ze ergens nog een herinnering in zich<br />

dragen aan de zin voor de betere smaak die je hun probeerde bij te brengen:<br />

de smaak van het hogere, van het gebed, van het Godsvertrouwen, van een<br />

gemeenschap die <strong>op</strong> meer berust <strong>dan</strong> <strong>op</strong> wederzijds profijt. Het <strong>is</strong> zoals met<br />

culinaire geneugtes: wie nooit kreeft heeft geproefd, kan niet weten of die<br />

lekker <strong>is</strong>.<br />

Ook al zul je er m<strong>is</strong>schien nooit iets van merken, je hebt hun honger naar<br />

"spiritualiteit" gescherpt. Ik weet het, "spiritualiteit" <strong>is</strong> een breed begrip.<br />

Sommigen noemen het een containerbegrip, dat wil zeggen een begrip waarin<br />

elkeen zelf st<strong>op</strong>t wat hij er ook wil uithalen.<br />

Containerbegrip of niet, zonder "spiritualiteit", zonder bezielende bezinning,<br />

houdt niemand het leven vol. Of, om een titel van een boekje uit de jaren<br />

zeventig van vorige eeuw te gebruiken, "Zonder geloof vaart niemand wel".<br />

'Varen', in de beteken<strong>is</strong> van 'koers houden'. Je hebt een spiritueel kompas<br />

nodig.<br />

De Duitse filosoof Dolf Steinberger schreef: "Het leven <strong>is</strong> in de grond<br />

uiteindelijk de zoektocht naar twee drie waarheden die zelfs in de dood nog<br />

standhouden." Daar ben je een leven lang mee bezig.<br />

Spiritualiteit <strong>is</strong> dus de zoektocht naar de waarheid waaruit je wilt leven en<br />

waarmee je wilt sterven. Uiteindelijk zullen ze de grote vragen van het leven<br />

niet kunnen vermijden, zoals Mitterrand ooit zei.<br />

Laat het dus om vroegtijdig te oordelen. Zelfs al vermoeden we dat niets<br />

overblijft van wat we probeerden mee te geven, toch moeten we niet<br />

oordelen. “Door anderen te beoordelen verspillen we onze energie doelloos”,<br />

schreef Thomas a Kemp<strong>is</strong> in zijn Imitatio Chr<strong>is</strong>ti.<br />

Wat ze er later van maken, dat hebben jullie niet in de hand. Dat ze het <strong>op</strong> dat<br />

moment belu<strong>is</strong>teren, daar dragen jullie wel verantwoordelijkheid voor. Hoe<br />

sterk <strong>is</strong> jullie geloof, hoe krachtig jullie getuigen<strong>is</strong>, hoe meeslepend jullie<br />

17


enthousiasme? Bezochten jullie met jullie (Gods) woord de wachtkamer van<br />

hun ziel, waar de grote levensvragen <strong>op</strong> de bank zitten tot de deur van de<br />

levenspraktijk <strong>op</strong>engaat?<br />

Natuurlijk blijven jullie zitten met de vraag die aan jullie inspanningen ontsnapt:<br />

En wat morgen en overmorgen? Weet, ook van de vrouw die aan<br />

bloedvloeiingen leed, van de blinde bedelaar Bartimeus, van het dochtertje van<br />

Jairus, van de dochter van de Kananit<strong>is</strong>che vrouw, van de knecht van de<br />

honderdman en van zovele anderen in het evangelie weten we ook niet of ze<br />

trouw zijn gebleven aan het grote geloof waarvoor Jezus hen prees. We weten<br />

alleen dat Jezus voor en met hen wonderdaden deed ter wille van hun geloof<br />

<strong>op</strong> dat moment.<br />

Bij de parabel van de zaaier kijken wij altijd naar de doornen, de rotsen en de<br />

weg waar<strong>op</strong> het zaad vruchteloos neerkwam. M<strong>is</strong>schien moeten we leren de<br />

zaaier te zien. Hij st<strong>op</strong>te geen zaadjes in potjes, maar zaaide breeduit, met<br />

grote zwaai. Hij w<strong>is</strong>t immers dat alleen wat gul gezaaid werd, vrucht zal dragen.<br />

“Alle perfectie in het leven <strong>is</strong> vergezeld van een zekere mate van<br />

onvolmaaktheid”, schreef Thomas a Kemp<strong>is</strong>.<br />

Wees dus allereerst zelf een spiritueel mens. Spiritueel proberen te leven <strong>is</strong> ook<br />

onthecht proberen te leven.<br />

Spiritualiteit <strong>is</strong> leven vanuit het besef dat Eric-Emmanuel Schmidt mooi<br />

verwoordde in de laatste zin van zijn roman Oscar et la dame Rose: "Seul Dieu a<br />

le droit de me réveiller (Alleen God heeft het recht om me te wekken)." Lig dus<br />

niet wakker van de vraag wat het heeft uitgehaald.<br />

18


Slot<br />

Zes jaar lang bezorgt de <strong>school</strong> aan jonge mensen een rugzak vol bagage voor<br />

de tocht in de buitenlucht (soms zeven jaar). Wat bevat die bagage? Veel<br />

wetenswaardigheden, een pak kenn<strong>is</strong>, h<strong>op</strong>elijk ook een handvol wijsheid, een<br />

greepje verwondering en een snuifje twijfel. Twijfel en verwondering zijn de<br />

bronnen van kenn<strong>is</strong>, want ze doen vragen stellen.<br />

Toen mijn jongste dochter, inmiddels 27, drie jaar was en dus nog niet lezen en<br />

schrijven kon, zat ze eens naast me achter de computer. Met grote ogen<br />

kijkend naar het wonder van de techniek, wees ze plots met haar kleine<br />

wijsvingertje <strong>op</strong> het klavier de toets met het vraagteken aan en vroeg: "Papa, <strong>is</strong><br />

dat de letter van kapstok?"<br />

In haar kinderlijke fantasie leek het vraagteken de haak van een kapstok. Ik<br />

vond het meteen een heerlijke filosof<strong>is</strong>che gedachte: het vraagteken een<br />

kapstok. Jawel, zolang we ons vragen stellen, hebben we kapstokken om ons<br />

leven aan te hangen.<br />

Ik ho<strong>op</strong> dat uw leerlingen zich hun leven lang vragen blijven stellen. Een<br />

katholieke <strong>op</strong>voeding draagt daartoe <strong>op</strong> een uitzonderlijke wijze bij. Omdat het<br />

geloof drie dingen doet:<br />

1- Het chr<strong>is</strong>telijke geloof legt de verantwoordelijkheid in de handen van de<br />

mens (het stelt voortdurend de vraag over hoe we moeten handelen);<br />

2- Het chr<strong>is</strong>telijke geloof erkent de waarde van wat we doen én relativeert<br />

tegelijk wat we doen (het stelt dus voortdurend de waaromvraag);<br />

3- Het geloof <strong>is</strong> geen weten en houdt dus tegelijk altijd twijfel in, de kern ook<br />

van het wetenschappelijke denken (het geloof stelt de vraag of het waar <strong>is</strong>).<br />

"Alleen een gek <strong>is</strong> zeker van alles", zei de universiteitsprofessor. Een student<br />

stak z’n vinger omhoog en vroeg: "Bent u daar zeker van, professor?”<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!