De ziekte van Waldenström - Behandelingsmogelijkheden - CMWP
De ziekte van Waldenström - Behandelingsmogelijkheden - CMWP De ziekte van Waldenström - Behandelingsmogelijkheden - CMWP
De ziekte van Waldenström - Behandelingsmogelijkheden chemotherapie Mabthera “Afwachten” Interferon ? plasmaferese
- Page 2 and 3: Overzicht voordracht (Waldenström
- Page 4 and 5: Wat is de ziekte van CRITERIA VOOR
- Page 6 and 7: Beenmerg
- Page 8 and 9: Vergrote milt
- Page 10 and 11: Lymfklieren LYMFEKLIEREN: “statio
- Page 12 and 13: Beloop van de ziekte * Laaggradig (
- Page 14 and 15: Behandeling AFWACHTEN Chemotherapie
- Page 16 and 17: Stamceltransplantatie
- Page 18 and 19: Mabthera: werking - Anti CD20 lymfo
- Page 20 and 21: Plasmaferese (eiwit verwijdering) I
- Page 22 and 23: Oorzaken bloedarmoede 1. Verdringin
- Page 24 and 25: Ernst van bloedarmoede (anemie) Hb
- Page 26 and 27: Bloedtransfusie Voordelen: Snel (di
- Page 28 and 29: EPO Receptor
- Page 30 and 31: EPO: Doel Ad 2. Doel van Epo-therap
<strong>De</strong> <strong>ziekte</strong> <strong>van</strong> <strong>Waldenström</strong> -<br />
<strong>Behandelingsmogelijkheden</strong><br />
chemotherapie<br />
Mabthera<br />
“Afwachten”<br />
Interferon ?<br />
plasmaferese
Overzicht voordracht<br />
(<strong>Waldenström</strong><br />
<strong>Waldenström</strong>’s<br />
macroglobulinaemie)<br />
Inleiding: de <strong>ziekte</strong> en het voorkomen<br />
Behandeling “1e lijn”<br />
Behandeling bij terugkeer <strong>van</strong> de <strong>ziekte</strong><br />
Mabthera<br />
Ondersteunende behandeling:<br />
behandeling bij bloedarmoede
Jan G. <strong>Waldenström</strong><br />
<strong>Waldenström</strong>
Wat is de <strong>ziekte</strong> <strong>van</strong><br />
CRITERIA VOOR DE DIAGNOSE:<br />
<strong>Waldenström</strong>?<br />
1. kwaadaardige woekering <strong>van</strong> lymfocyten (witte bloedcellen) = lymfoom<br />
non Hodgkin lymfoom meerdere types!<br />
(lymfocyt) woekering in het beenmerg<br />
beenmerg, milt, lymfeklieren<br />
langzaam progressief beloop<br />
2. speciaal karakter <strong>van</strong> de cellen (lymfoplamacytoid lymfoom)<br />
ÉN<br />
3. aanmaak <strong>van</strong> eiwitten, zogenoemde immuunglobulines<br />
IgM eiwit (monoklonaal) = GROOT ABNORMAAL EIWIT
Immuunglobulines IgM<br />
Immuunglobulines typen: IgA, IgG en IgM<br />
IgM is het grootste immuunglobuline<br />
“normaal” IgM nodig voor afweer (infectie)<br />
teveel/abnormaal IgM maakt bloed stroperig
Beenmerg
Beenmerg - Abnormaal -<br />
CD20 kleuring
Vergrote milt
1 Soms geen symptomen<br />
Welke klachten?<br />
2 Symptomen door de woekering in het beenmerg, klieren en/of organen<br />
- tekort aan rode bloedcellen, bloedplaatjes of witte bloedcellen<br />
- koorts, nachtzweten, gewichtsverlies<br />
- woekering in lymfeklieren vergroting<br />
- woekering in organen (vergrote lever, milt, soms long, andere organen)<br />
3 Symptomen door eiwit (immuunglobulines IgM)<br />
- te stroperig bloed<br />
- eiwitten die bij kou ”neerslaan”<br />
- schade aan zenuwen<br />
- afbraak <strong>van</strong> rode bloedcellen
Lymfklieren<br />
LYMFEKLIEREN:<br />
“stations” , bijv. hals, oksels, liezen<br />
bepaling stadium (Ann Arbor)
Hyperviscositeitssyndroom<br />
•treedt op als bloed 4 x zo stroperig is als water<br />
•treedt op bij 20% <strong>van</strong> de patiënten<br />
•hoofdpijn, gestoord gezichtsvermogen<br />
•soms verwardheid, vergeetachtigheid, duizeligheid, uitvalsverschijnselen, coma<br />
•hartfalen<br />
BLOED: meting viscositeit, meting eiwitten (hyperviscositeit bij IgM> 30 g/L)<br />
OOG onderzoek (netvliezen)
Beloop <strong>van</strong> de <strong>ziekte</strong><br />
* Laaggradig (niet-agressief) non Hodgkin lymfoom<br />
soms lange tijd geen of weinig symptomen<br />
• Symptomen door de woekering in het beenmerg, klieren en/of organen of<br />
algemene symptomen (vermagering, transpireren etc.)<br />
behandeling met medicijnen: chemotherapie of<br />
andere medicatie (Mabthera), bloedtransfusie, epoietine<br />
* Symptomen door eiwit (immuunglobulines IgM) (o.a. te stroperig bloed)<br />
behandeling met plasmaferese en medicijnen<br />
VAAK LANGDURIG GOED TE ONDERDRUKKEN MET MEDICATIE<br />
NIET TE GENEZEN
Epidemiologie<br />
<strong>De</strong> gemiddelde leeftijd bij diagnose is 65 jaar of iets ouder<br />
Leeftijdsverdeling: 19-95 jr !<br />
In Nederland komen er per jaar gemiddeld 60-70 nieuwe patiënten bij<br />
In de USA gemiddeld (geschat) 4,4 patiënten per 1 miljoen inwoners per jaar<br />
Oorzaak? meestal onbekend<br />
(hepatitis C, genetische gevoeligheid, radioactiviteit?)
Behandeling<br />
AFWACHTEN<br />
Chemotherapie: Leukeran<br />
fludarabine<br />
combinatie therapie<br />
Mabthera (=rituximab)<br />
Radiotherapie<br />
Stamceltransplantatie<br />
Miltverwijdering<br />
Ondersteunende behandeling: o.a.<br />
plasmaferese<br />
behandeling bloedarmoede
Soorten chemotherapie<br />
1. “alkylerende middelen”: chloorambucil (Leukeran tabletten)<br />
melfalan of cyclofosfamide (tabletten)<br />
2. nucleoside analoga: fludarabine<br />
cladribine (2CDA), minder ervaring<br />
bij gebruik ná Leukeran: 30% respons<br />
3. combinatie chemotherapie: CHOP en vergelijkbare schema’s<br />
cyclofosfamide + fludarabine<br />
4. hoge dosis therapie + autologe stamceltransplantatie
Stamceltransplantatie
Mabthera: werking
Mabthera: werking - Anti<br />
CD20<br />
lymfoomcel<br />
cd20<br />
anti cd20
Ondersteunende behandeling<br />
M. <strong>Waldenström</strong><br />
behandeling <strong>van</strong> hyperviscositeit<br />
behandeling <strong>van</strong> bloedarmoede<br />
behandeling <strong>van</strong> infecties<br />
Plasmaferese (uitwassen <strong>van</strong> eiwitten)<br />
Bloedtransfusie<br />
Epoietine (ARA-Nesp, Neorecoumon)<br />
Antibiotica<br />
(nieuwere medicijnen, experimenteel...)
Plasmaferese (eiwit<br />
verwijdering)<br />
IgM is een groot eiwit<br />
70-80% blijft in het bloed!<br />
plasmaferese= plasmawisseling<br />
bloedplasma met veel eiwit<br />
<br />
albumine (minder stroperig)<br />
stroperigheid neemt af met 50%<br />
bij 1 wisseling!<br />
zo mogelijk combineren met medicatie<br />
soms een periode frequente ferese nodig
= tekort aan rode bloedcellen<br />
Bloedarmoede<br />
tekort aan zuurstof transport capaciteit (hemoglobine)<br />
het hemoglobine bevat oa ijzer<br />
andere bouwstoffen: foliumzuur, vitamine B12, en andere<br />
voor aanmaak <strong>van</strong> rode bloedcellen heeft het beenmerg erytropoiëtine nodig<br />
een gewone rode bloedcel “leeft” ongeveer 120 dagen<br />
tekort wordt uitgedrukt in “hemoglobinewaarde” (Hb in mmol/L)<br />
ieder laboratorium heeft “eigen” normaalwaarden<br />
normaalwaarden voor vrouwen en mannen varieren<br />
in het algemeen
Oorzaken bloedarmoede<br />
1. Verdringing <strong>van</strong> de normale bloedaanmaak door<br />
zieke cellen in het beenmerg<br />
2. Chemotherapie of voorbereidende kuur voor stamceltransplantatie<br />
3. Tekort aan ijzer of vitamines of slechte<br />
opname door ziek beenmerg<br />
4. Gestoorde nierfunctie en daardoor te weinig EPO<br />
5. Afbraak <strong>van</strong> rode bloedcellen (veel eerder dan na 120 dagen) door<br />
antistoffen<br />
6. Bloedverlies: acuut of chronisch (bijvoorbeeld uit het maagdarm-kanaal)<br />
7. Combinatie <strong>van</strong> factoren
Effecten <strong>van</strong> bloedarmoede
Ernst <strong>van</strong> bloedarmoede (anemie)<br />
Hb 6-7 mmol/L milde anemie<br />
Hb 5-6 mmol/L matig ernstige anemie<br />
Hb
BEHANDELING VAN ANEMIE:<br />
<strong>De</strong> rode bloedcel<br />
<strong>ziekte</strong> behandelen (meer “ruimte” in het beenmerg)<br />
bloedtransfusie<br />
ijzertabletten of -infuus, vitamines (bij tekorten)<br />
EPO (epoietine, darbepoietine = ARA-Nesp) door injecties (+ ijzer)<br />
bij bloedverlies of -afbraak specifieke therapie
Bloedtransfusie<br />
Voordelen:<br />
Snel (direct) effect<br />
Levensreddend in acute situaties<br />
Werkzaam bij (bijna) alle patienten<br />
Relatief minder duur dan andere maatregelen<br />
Nadelen/risico’s:<br />
Risico <strong>van</strong> allergische- of andere reactie<br />
Tijdelijk effect, niet langdurig<br />
“kost” een dagopname (minder patientvriendelijk)<br />
Kosten nemen toe (veiligheidsmaatregelen)
EPO (Epoïetine) - Wat, doel,<br />
1. Wat is Epo?<br />
wie<br />
2. Wat is het doel <strong>van</strong> Epo therapie? (kwaliteit <strong>van</strong> leven, minder transfusies)<br />
3. Wie komt ervoor in aanmerking? (richtlijnen, vergoeding)<br />
Ad 1. Epo = Epoïetine<br />
“synthetische” stof, werkt op de EPO receptor<br />
humaan “Epo” = erythropoïetine (NIER)<br />
stimuleert de aanmaak <strong>van</strong> rode bloedcellen in het beenmerg<br />
epoïetine alfa en –beta Eprex ®, ARA-NEsp ®, Neorecoumon®
EPO Receptor
EPO Receptor (close up)<br />
up
EPO: Doel<br />
Ad 2. Doel <strong>van</strong> Epo-therapie = tijdens chemotherapie verhogen/stabiliseren Hb<br />
voorkomen/behandelen <strong>van</strong> anemie tijdens chemotherapie<br />
voorkomen/verminderen <strong>van</strong> bloedtransfusies<br />
verbeteren <strong>van</strong> kwaliteit <strong>van</strong> leven (zonder bijwerkingen)<br />
NIET bedoeld voor ernstige anemie die snel moet worden behandeld<br />
(Epo werkt traag!)<br />
NIET bedoeld voor erstige bloedarmoede tijdens stamceltransplantatie<br />
NIET bedoeld voor kortdurende anemie<br />
(bv: nog maar 1 of 2 chemokuren te gaan, tijdelijke anemie door infectie)<br />
NIET “bedoeld” voor onverzekerde situaties<br />
(duur geneesmiddel, vergoeding volgens richtlijnen)
EPO: EORTC-Richtlijnen<br />
Ad 3. RICHTLIJNEN<br />
(EORTC = Europese richtlijn en tekst farmacotherapeutisch kompas)<br />
- bij maligne <strong>ziekte</strong>, chemotherapie en symptomatische anemie<br />
of te verwachten anemie, streef Hb >8<br />
- als er transfusie afhankelijkheid bestaat<br />
- oudere patienten hebben evenveel baat als “jongere”<br />
- doel is verbeteren kwaliteit <strong>van</strong> leven en transfusies <br />
- “standaard”dosering is verantwoord, onafhankelijk <strong>van</strong> gewicht