24.09.2013 Views

Trends in de Overleving na Ernstige Brandwonden

Trends in de Overleving na Ernstige Brandwonden

Trends in de Overleving na Ernstige Brandwonden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Overlev<strong>in</strong>g <strong>na</strong> <strong>Ernstige</strong> Brandwon<strong>de</strong>n<br />

N. Brusselaers, S. Blot<br />

Contact: nele.brusselaers@ugent.be<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g:<br />

Gunstige evoluties <strong>in</strong> urgentiegeneeskun<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> therapie, <strong>in</strong>fectiepreventie en<br />

heelkundige <strong>in</strong>terventies hebben <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>gskansen van brandwon<strong>de</strong>npatiënten aanzienlijk<br />

verbeterd. De overlev<strong>in</strong>g <strong>na</strong> ernstige brandwon<strong>de</strong>n hangt af van verschillen<strong>de</strong> factoren. Een<br />

ou<strong>de</strong>re leeftijd, <strong>de</strong> uitgebreidheid van verbrand<strong>in</strong>g (TBSA of Total Burned Surface Area), en<br />

<strong>de</strong> aanwezigheid van een <strong>in</strong>halatietrauma zijn <strong>de</strong> drie belangrijkste prognostische <strong>in</strong>dicatoren.<br />

Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze factoren is men <strong>in</strong> staat om een ruwe <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong><br />

prognose, wat belangrijk is voor therapeutische besliss<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt<br />

en zijn familie. Ook trends <strong>in</strong> <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g kunnen aan <strong>de</strong> hand hiervan geëvalueerd wor<strong>de</strong>n.<br />

De meeste studies va<strong>na</strong>f 1980 toon<strong>de</strong>n een stabilisatie van <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van mortaliteit. On<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re <strong>in</strong> het Centrum voor Zwaarverbran<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Universitair Ziekenhuis Gent kon een<br />

gestage mortaliteitsreductie aangetoond wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> voorbije twee <strong>de</strong>cennia. De sterk<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> mortaliteit geassocieerd met ernstige brandwon<strong>de</strong>n laat echter vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />

limieten voor ver<strong>de</strong>re progressie stilaan bereikt zijn.<br />

Inleid<strong>in</strong>g<br />

Het <strong>in</strong>schatten van <strong>de</strong> prognose is een belangrijk aspect bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van ernstig zieke<br />

patiënten, en eveneens bij brandwon<strong>de</strong>npatiënten. Een accurate <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

overlev<strong>in</strong>gskansen zijn noodzakelijk voor aangepaste counsel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> patiënt en zijn<br />

familie, maar ook voor het vooropstellen van realistische therapeutische <strong>in</strong>terventies. Tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> voorbije <strong>de</strong>cennia wer<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen voor het voorspellen van <strong>de</strong> mortaliteit<br />

<strong>na</strong> ernstige brandwon<strong>de</strong>n ontworpen. Een predictiemo<strong>de</strong>l houdt reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> belangrijkste<br />

prognostische factoren en geeft aan <strong>de</strong> hand hiervan een voorspell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>gskans.<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

1


Een veelheid aan <strong>de</strong>rgelijke mortaliteits<strong>in</strong>dicatoren werd reeds beschreven. Naast belangrijke<br />

risicofactoren zoals ou<strong>de</strong>re leeftijd en <strong>de</strong> uitgebreidheid van <strong>de</strong> verbrand<strong>in</strong>g (TBSA of Total<br />

Burned Surface Area) wer<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re elementen zoals diepte, oorzaak en plaats van <strong>de</strong><br />

brandwon<strong>de</strong>, geassocieer<strong>de</strong> traumata en geslacht vaak geassocieerd met hoge mortaliteit, zij<br />

het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r uitgesproken. On<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> comorbiditeiten zijn eveneens vaak compromiterend<br />

voor <strong>de</strong> prognose van <strong>de</strong> patiënt. Gezien <strong>in</strong> een algemene brandwon<strong>de</strong>npopulatie <strong>de</strong><br />

prevalentie van comorbiditeiten (cardiovasculair lij<strong>de</strong>n, endocriene stoornissen etc.) zeer laag<br />

is, is <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong>rgelijke factoren <strong>in</strong> een mortaliteitspredictiemo<strong>de</strong>l verwaarloosbaar.<br />

De voorbije twee <strong>de</strong>cennia hecht men ook steeds meer belang aan <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

<strong>in</strong>halatieverbrand<strong>in</strong>g. Samen met TBSA en ou<strong>de</strong>re leeftijd is <strong>in</strong>halatieverbrand<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r<br />

twijfel <strong>de</strong> belangrijkste prognostische <strong>in</strong>dicatoren(1).<br />

Gunstige evoluties <strong>in</strong> urgentiegeneeskun<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> therapie, <strong>in</strong>fectiepreventie en<br />

heelkundige <strong>in</strong>terventies hebben <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>gskansen van brandwon<strong>de</strong>npatiënten aanzienlijk<br />

verbeterd. Aanloog met <strong>de</strong>ze evolutie dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen ter predictie van mortaliteit<br />

aangepast te wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> meer gunstige overlev<strong>in</strong>g.<br />

Predictiemo<strong>de</strong>llen:<br />

De eerste predictiemo<strong>de</strong>llen voor mortaliteit <strong>na</strong> brandwon<strong>de</strong>n waren gebaseerd op TBSA en<br />

leeftijd (2-4). Er wer<strong>de</strong>n hier<strong>na</strong> nog vele factoren on<strong>de</strong>rzocht, maar enkel het <strong>in</strong>halatietrauma<br />

bleef standhou<strong>de</strong>n als majeure risicofactor. Het mo<strong>de</strong>l van Ryan et al. is wellicht het meest<br />

accurate predictiemo<strong>de</strong>l dat <strong>de</strong> laatste jaren ontworpen werd (1). Deze on<strong>de</strong>rzoekers <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> voorspel<strong>de</strong> mortaliteit <strong>in</strong> aan <strong>de</strong> hand van het aantal risicofactoren: een leeftijd van ≥60<br />

jaar, een TBSA van ≥40%, en <strong>de</strong> aanwezigheid van een <strong>in</strong>halatieverbrand<strong>in</strong>g. Wanneer<br />

respectievelijk geen, een, twee of drie van <strong>de</strong>ze risicofactoren aanwezig zijn, komt <strong>de</strong><br />

voorspel<strong>de</strong> mortaliteit overeen met 0.3%, 3%, 33% of 90%. Een potentieel <strong>na</strong><strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong><br />

brandwon<strong>de</strong>npopulatie hier wordt <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> slechts 4 verschillen<strong>de</strong> groepen en daardoor<br />

sensitiviteit mist. Ondanks <strong>de</strong> eenvoud van dit mo<strong>de</strong>l is <strong>de</strong> voorspellen<strong>de</strong> kracht ervan<br />

bijzon<strong>de</strong>r sterk. Aldus is het geschikt voor het evalueren en <strong>de</strong>tecteren van trends <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

overlev<strong>in</strong>g <strong>na</strong> verbrand<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g <strong>na</strong> ernstige verbrand<strong>in</strong>g<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

2


Dankzij een beter <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> fysiopathologie van brandwon<strong>de</strong>n, vooruitgang <strong>in</strong> <strong>in</strong>tensieve<br />

zorgen en nieuwere chirurgische technieken, is <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g aanzienlijk verbeterd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

laatste 50 jaar (5-7). De belangrijkste dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> mortaliteit vond plaats tussen 1950 en mid<strong>de</strong>n<br />

jaren ’80 (6, 8). Merrell toon<strong>de</strong> een dal<strong>in</strong>g aan van <strong>de</strong> mortaliteit van 24% <strong>na</strong>ar 8% tussen<br />

1978 en 1986 (9). Een Spaanse studie toon<strong>de</strong> een relatieve dal<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong> mortaliteit van 14%<br />

tussen 1984-1988, en nogmaals een dal<strong>in</strong>g van 37% voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1989-1991, vergeleken<br />

met 1971-1983 (10). De mortaliteit <strong>in</strong> Noord-Amerika daal<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1974-1984, maar<br />

er werd geen significante dal<strong>in</strong>g meer vastgesteld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1984-1994. S<strong>in</strong>ds<br />

halverwege <strong>de</strong> jaren ’80 leek <strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> mortaliteit te stabiliseren (7, 11, 12). Na correctie<br />

voor <strong>de</strong> belangrijkste risicofactoren voor overlij<strong>de</strong>n, was McW<strong>in</strong> een van <strong>de</strong> we<strong>in</strong>ige<br />

on<strong>de</strong>rzoekers die een cont<strong>in</strong>ue dal<strong>in</strong>g observeer<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mortaliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1973-1997<br />

(13). Er zijn nog geen data beschikbaar voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> va<strong>na</strong>f mid<strong>de</strong>n jaren ’80, jaren ’90, en<br />

<strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong>ze eeuw. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> data van het Centrum voor<br />

Zwaarverbran<strong>de</strong>n van het UZ Gent kon wel een significante dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mortaliteit<br />

aangetoond wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1985-2004(14). Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n 1385<br />

patiënten opgenomen. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd was 32 jaar en het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> TBSA was 19%.<br />

Er was een <strong>in</strong>halatietrauma aanwezig bij 166 patiënten (12%). De mortaliteit bedroeg 7.1%.<br />

Uit a<strong>na</strong>lyse van <strong>de</strong> Gentse brandwon<strong>de</strong>npopulatie (1985-2004), bleek dat <strong>de</strong>ze goed<br />

vergelijkbaar is met <strong>de</strong> Noord-Amerikaanse, en dat het mo<strong>de</strong>l van Ryan een a<strong>de</strong>quate<br />

voorspell<strong>in</strong>g geeft. Deze voorspell<strong>in</strong>g blijkt str<strong>in</strong>gent voor patiënten zon<strong>de</strong>r risicofactoren<br />

(zeer lage mortaliteit), en wanneer alle drie <strong>de</strong> risicofactoren aanwezig zijn (zeer slechte<br />

prognose). Cf Tabel 1.<br />

Wanneer een of twee risicofactoren aanwezig zijn, is <strong>de</strong> mortaliteit <strong>in</strong> Gent hoger, maar dit is<br />

te verklaren door <strong>de</strong> hogere leeftijd (gemid<strong>de</strong>ld 31 jaar en 23 jaar standaard<strong>de</strong>viatie of SD,<br />

versus 21 jaar en 20 jaar SD), en het hoger TBSA (gemid<strong>de</strong>ld 19% TBSA en 18% SD, versus<br />

14% en 20% SD). Daar<strong>na</strong>ast werd – <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> Ryan studie – een meer strikte<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van <strong>in</strong>halatietrauma gehanteerd. Namelijk, wanneer er <strong>na</strong>ast <strong>de</strong> typische<br />

symptomatologie, nood was aan mechanische ventilatie. Logischerwijze was <strong>de</strong> mortaliteit<br />

geassocieerd met <strong>de</strong>ze risicofactor hoger <strong>in</strong> <strong>de</strong> Gentse dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> Noord-Amerikaanse studie<br />

van Ryan (16% versus 4%).<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studieperio<strong>de</strong> was er een dal<strong>in</strong>g van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> percentage verbrand<strong>in</strong>g. Dit<br />

kan gel<strong>in</strong>kt wor<strong>de</strong>n met een gedaald aantal vlamverbrand<strong>in</strong>gen, wat vaak geassocieerd is met<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

3


een hoog TBSA. Het aantal verbrand<strong>in</strong>gen met hete vloeistoffen – vaak geassocieerd met een<br />

kle<strong>in</strong>er TBSA – <strong>na</strong>m toe <strong>in</strong> aantal. Hieruit zou snel besloten kunnen wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> reductie <strong>in</strong><br />

mortaliteit te wijten zou zijn aan een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> TBSA. Een dal<strong>in</strong>g van het<br />

TBSA en een daaruitvolgen<strong>de</strong> dal<strong>in</strong>g van mortaliteit werd immers vroeger al beschreven (15).<br />

Uit multivariaat a<strong>na</strong>lyse van <strong>de</strong> Gentse brandwon<strong>de</strong>npopulatie blijkt echter dat <strong>de</strong> verbeter<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g niet alleen kan toegeschreven wor<strong>de</strong>n aan een gunstiger risicoprofiel (laag<br />

TBSA). Per perio<strong>de</strong> van vijf jaar kon een relatieve reductie <strong>in</strong> <strong>de</strong> mortaliteit aangetoond<br />

wor<strong>de</strong>n van ongeveer 25% en dit <strong>na</strong> correctie voor eventuele verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> oorzaak en<br />

ernst van verbrand<strong>in</strong>g (percentage TBSA), <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van <strong>in</strong>halatieverbrand<strong>in</strong>g, gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

leeftijd. In absolute cijfers daal<strong>de</strong> <strong>de</strong> mortaliteit van 9.9% (1985 - 1989) tot 2.7% (2000 -<br />

2004). Deze resultaten staan tegenover an<strong>de</strong>re studies die een stagner<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g <strong>na</strong><br />

ernstige verbrand<strong>in</strong>g constateer<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijdsperio<strong>de</strong> (1, 7, 11). Met <strong>de</strong>ze gunstige<br />

trend over <strong>de</strong> voorbije <strong>de</strong>cennia is <strong>de</strong> mortaliteit <strong>na</strong> ernstige verbrand<strong>in</strong>g aanzienlijk<br />

gereduceerd. Men kan dan ook veron<strong>de</strong>rstellen dat <strong>de</strong> grens met het hoogst haalbare niet veraf<br />

meer kan zijn.<br />

Besluit<br />

De mortaliteit <strong>na</strong> ernstige brandwon<strong>de</strong>n is <strong>in</strong> België en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Westerse lan<strong>de</strong>n zeer laag.<br />

Tot <strong>de</strong> belangrijkste prognostische <strong>in</strong>dicatoren behoren een ou<strong>de</strong>re leeftijd, het TBSA en <strong>de</strong><br />

aan- of afwezigheid van een <strong>in</strong>halatietrauma. De sterke dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mortaliteit, die dui<strong>de</strong>lijk<br />

merkbaar was tot mid<strong>de</strong>n jaren ’80, lijkt echter <strong>in</strong> vele studies te stabiliseren. Waar wel nog<br />

vooruitgang geboekt werd <strong>de</strong> voorbije twee <strong>de</strong>cennia is <strong>de</strong> mortaliteit dusdanig ger<strong>in</strong>g<br />

gewor<strong>de</strong>n, dat een aanzienlijke verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overlev<strong>in</strong>g niet meer te verwachten valt.<br />

Deze resultaten suggereren dat <strong>de</strong> limieten van het medisch vermogen stilaan bereikt zijn. In<br />

<strong>de</strong> toekomst zal <strong>in</strong> hoofdzaak gewerkt moeten wor<strong>de</strong>n aan betere brandpreventie enerzijds en<br />

optimalisatie van counsel<strong>in</strong>g en revalidatie an<strong>de</strong>rzijds, om zodoen<strong>de</strong> <strong>de</strong> geboekte vooruitgang<br />

<strong>in</strong> overlev<strong>in</strong>g te verzilveren <strong>in</strong> levenskwaliteit <strong>na</strong> ernstige brandwon<strong>de</strong>n.<br />

Literatuurlijst:<br />

1. Ryan CM, Schoenfeld DA, Thorpe WP, Sheridan RL, Cassem EH, Tompk<strong>in</strong>s RG.<br />

Objective estimates of the probability of <strong>de</strong>ath from burn <strong>in</strong>juries. N Engl J Med<br />

1998;338(6):362-6.<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

4


2. Wie<strong>de</strong>nfield S. Uber <strong>de</strong>n verbennungstod:I. Abhanggigkeit <strong>de</strong>s verbrennungstods von<br />

<strong>de</strong>r grosse <strong>de</strong>r verbrannter hautflache. Arch Dermatol Syph 1902;61:33.<br />

3. Baux S. Thesis: Contribution à l'étu<strong>de</strong> du traitement local <strong>de</strong>s brûlures thermiques<br />

étendues. In. Paris: Paris; 1961.<br />

4. Bull JP, Squire JB. A study of mortality <strong>in</strong> a burns unit. Ann Surg 1949;130:160.<br />

5. Gueugniaud PY, Cars<strong>in</strong> H, Bert<strong>in</strong>-Maghit M, Petit P. Current advances <strong>in</strong> the <strong>in</strong>itial<br />

ma<strong>na</strong>gement of major thermal burns. Intensive Care Med 2000;26(7):848-56.<br />

6. Muller MJ, Herndon DN. The challenge of burns. Lancet 1994;343(8891):216-20.<br />

7. Muller MJ, Pegg SP, Rule MR. Determ<strong>in</strong>ants of <strong>de</strong>ath follow<strong>in</strong>g burn <strong>in</strong>jury. Br J Surg<br />

2001;88(4):583-7.<br />

8. Curreri PW, Luterman A, Braun DW, Jr., Shires GT. Burn <strong>in</strong>jury. A<strong>na</strong>lysis of survival<br />

and hospitalization time for 937 patients. Ann Surg 1980;192(4):472-8.<br />

9. Merrell SW, Saffle JR, Sullivan JJ, Larsen CM, War<strong>de</strong>n GD. Increased survival after<br />

major thermal <strong>in</strong>jury. A n<strong>in</strong>e year review. Am J Surg 1987;154(6):623-7.<br />

10. Herruzo-Cabrera R, Fer<strong>na</strong>n<strong>de</strong>z-Arjo<strong>na</strong> M, Garcia-Torres V, Mart<strong>in</strong>ez-Ratero S,<br />

Lenguas-Portero F, Rey-Calero J. Mortality evolution study of burn patients <strong>in</strong> a critical care<br />

burn unit between 1971 and 1991. Burns 1995;21(2):106-9.<br />

11. Jerwood DC, Dickson GR. Audit of <strong>in</strong>tensive care burn patients: 1982-92. Burns<br />

1995;21(7):513-6.<br />

12. Jie X, Baoren C. Mortality rates among 5321 patients with burns admitted to a burn<br />

unit <strong>in</strong> Ch<strong>in</strong>a: 1980-1998. Burns 2003;29(3):239-45.<br />

13. McGw<strong>in</strong> G, Jr., Cross JM, Ford JW, Rue LW, 3rd. Long-term trends <strong>in</strong> mortality<br />

accord<strong>in</strong>g to age among adult burn patients. J Burn Care Rehabil 2003;24(1):21-5.<br />

14. Brusselaers N, Hoste EA, Monstrey S, Colpaert KE, De Waele JJ, Van<strong>de</strong>wou<strong>de</strong> KH,<br />

et al. Outcome and changes over time <strong>in</strong> survival follow<strong>in</strong>g severe burns from 1985 to 2004.<br />

Intensive Care Med 2005;31(12):1648-53.<br />

15. Brigham PA, McLoughl<strong>in</strong> E. Burn <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nce and medical care use <strong>in</strong> the United<br />

States: estimates, trends, and data sources. J Burn Care Rehabil 1996;17(2):95-107.<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

5


Tabel 1 – Mortaliteit bij brandwon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> functie van het aantal risicofactoren<br />

Aantal risicofactoren voor overlij<strong>de</strong>n Mortaliteit (%)<br />

Geen 5/998 (0.5)<br />

Een (Leeftijd ≥60 jaar) 13/133 (9.8)<br />

Een (TBSA ≥40%) 5/82 (6.1)<br />

Een (Inhalatie) 8/49 (16.3)<br />

Twee (Leeftijd ≥60 jaar + TBSA ≥40%) 4/6 (66.7)<br />

Twee (Leeftijd ≥60 jaar + Inhalatie) 13/19 (68.4)<br />

Twee (TBSA ≥40% + Inhalatie) 32/77 (41.6)<br />

Drie (Leeftijd ≥60 jaar + TBSA ≥40% + Inhalatie) 19/21 (90.5)<br />

(Bron: Brusselaers N, et al. Intensive Care Med 2005).<br />

Tabel 1: Mortaliteit voor <strong>de</strong> Gentse brandwon<strong>de</strong>npopulatie, afhankelijk van het aantal<br />

risicofactoren.<br />

Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

6


Tijdschrijft voor Geneeskun<strong>de</strong> 2006; 62 (21): 1519-1522. L<strong>in</strong>k: www.tvg.be.<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!