CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV
CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV
CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2011-<strong>2012</strong><br />
Collectieve arbeidsovereenkomsten<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
Scheikundige Nijverheid<br />
<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong>, Nationalestraat 111-113, 2000 Antwerpen<br />
BBTK, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />
ACLVB, Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel
Paritair comité voor de bedienden uit<br />
de Scheikundige Nijverheid<br />
Bundeling juli 2011<br />
Nationaal akkoord van 10 mei 2011<br />
Voorwoord<br />
Een heleboel wettelijke bepalingen en akkoorden die werden gesloten in de Nationale Arbeidsraad<br />
regelen in ons land vele rechten en plichten van de werknemers (arbeiders en bedienden),<br />
zoals:<br />
• jaarlijkse vakantie en vakantiegeld;<br />
• opzeggingstermijnen;<br />
• zwangerschapsverlof;<br />
• wettelijke feestdagen;<br />
• regelingen bij ziekte, enz.<br />
Deze algemene regelingen zijn voor elke werknemer van toepassing, weliswaar mogelijk verschillend<br />
naargelang het statuut van arbeider of bediende.<br />
In de paritaire comités van de verschillende sectoren worden er echter tussen de sociale partners<br />
(werkgever en werknemers) betere en aanvullende overeenkomsten gesloten worden.<br />
Wat wij voor alle bedienden én kaderleden tewerkgesteld in de scheikundige nijverheid hebben<br />
gerealiseerd, vindt u in deze uitgave. Nog niet alle Collectieve arbeidsovereenkomsten in deze<br />
brochure zijn van toepassing op bedienden die niet onder de <strong>CAO</strong> van de functieclassificatie vallen,<br />
de zogenaamde kaderleden. Maar ook in deze <strong>CAO</strong>-ronde zijn we er in geslaagd om enkele <strong>CAO</strong>’s uit te<br />
breiden naar kaderleden Het nieuwe sectoraal pensioenplan, ter vervanging van de ecocheques, én de<br />
<strong>CAO</strong> kort verzuim zijn van toepassing op alle bedienden, dus ook voor kaderleden.<br />
Die realisaties zijn er niet zonder moeite gekomen. De werkgevers in de chemie zijn niet geneigd zo maar<br />
voor gans de sector toegevingen te doen, maar dank zij de bundeling van onze krachten en de steun van<br />
onze militanten en leden hebben wij toch één en ander kunnen bereiken.<br />
Wij moeten echter in de toekomst meer kunnen doen in deze heterogene sector met meer dan 72.000<br />
bedienden en kaderleden in een 3.300-tal bedrijven.<br />
Let wel, de kans is groot dat uw arbeidsvoorwaarden veel gunstiger zijn dan in deze brochure vermeld.<br />
Gelukkig maar. Het is kenmerkend voor de chemie dat er nog vele ondernemingsakkoorden worden<br />
gesloten. Hierdoor hebt u het recht verworven op bv.:<br />
• een wekelijkse arbeidsduur van 37 uren, soms zelfs 35 uren......;<br />
• betere minimum weddeschalen;<br />
• een aanvullende pensioenregeling, verhoogde ploegentoeslag, anciënniteitsdagen en premie, enz.<br />
Deze bijkomende arbeidsvoorwaarden zijn bedrijf per bedrijf verschillend.<br />
Meestal zijn ze vastgelegd in ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten.<br />
Deze laatste overeenkomsten kwamen tot stand dankzij de inzet van uw syndicale afgevaardigden,<br />
gesteund door hun organisaties.<br />
Het is onze bedoeling op de drie niveaus:<br />
• algemene, wettelijke regelingen, interprofessionele akkoorden;<br />
• akkoorden voor gans de sector in het paritair comité (zie deze brochure);<br />
3
4<br />
• en ondernemingsakkoorden,<br />
de situatie voor de bedienden en kaderleden nog te verbeteren en ons in ieder geval tegen elke afbouw<br />
ervan te verzetten.<br />
Om dit te realiseren, rekenen wij op u en op al uw collega’s.<br />
<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong><br />
Koen De Kinder, Nationalestraat 111-113, 2000 Antwerpen<br />
Kdekinder@acv-csc.be<br />
BBTK<br />
Anita Van Hoof, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />
AVHoof@bbtk-abvv.be<br />
CNE<br />
Bruno Baudson, Avenue Robert Schuman, Zoning Les Portes de L’Europe 52, 1400 Nivelles<br />
Bbaudson@acv-csc.be<br />
Setca<br />
Claude Roufosse, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />
Croufosse@setca-fgtb.be<br />
ACLVB<br />
Erik Decoo, Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel<br />
Erik.decoo@aclvb.be
Inhoudsopgave<br />
1 SAmENSTELLiNg PAriTAir ComiTé (*) Pg 8<br />
2 BEVoEgdhEid PAriTAir ComiTé (*) Pg 9<br />
Een bijzondere heterogene sector met de hiernavolgende deelsectoren :<br />
• basischemie, rubberverwerking, producten voor industrie en landbouw,<br />
farmaceutische producten, zepen, detergenten, cosmetica, kunststoffenverwerking,<br />
verven, vernissen, inkten;<br />
• ook de ondernemingen die voor eigen rekening of voor rekening van derden<br />
zich bezig houden met de handel en of de distributie van scheikundige producten,<br />
ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité 207 voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid (nr. 207).<br />
3 CLASSifiCATiE EN BEPALiNg dEr fuNCTiES Pg 11<br />
Een akkoord uit 1947. Verouderd maar toch nog van toepassing in vele bedrijven die<br />
geen eigen huisclassificatie kennen.<br />
De collectieve arbeidsovereenkomsten opgenomen in deze brochure zijn in algemene regel<br />
van toepassing op de bedienden van wie de functies zijn opgenomen in deze classificatie.<br />
Uitzonderingen hierop zijn de collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen<br />
58 jaar, fonds vorming risicogroepen, tijdskrediet, kort verzuim en aanvullend sectoraal<br />
pensioenstel. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing voor<br />
alle bedienden (ook de kaderleden) Daarnaast zijn er eveneens de overeenkomsten<br />
gesloten voor de handelsvertegenwoordigers (zie teksten).<br />
Uiteraard dient men bepaalde hedendaagse functies te vertalen en op basis van de<br />
algemene criteria en naar analogie een plaats toe te kennen.<br />
De titel kaderlid wordt in sommige ondernemingen nogal gemakkelijk toegekend.<br />
Het is niet uitgesloten dat zij wel onder het toepassingsgebied van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten vallen.<br />
4 NATioNAAL AKKoord 2011-<strong>2012</strong> Voor BEdiENdEN Pg 16<br />
5 hANdELSVErTEgENWoordigErS Pg 21<br />
Deze functie is niet terug te vinden in de classificatie. Deze overeenkomsten regelen<br />
de minimumbarema en de eindejaarspremie<br />
6 ArBEidSduur Pg 24<br />
38 uren sinds 1988. Vele bedrijven hebben eigen overeenkomsten over een gemiddelde<br />
wekelijkse arbeidsduur van 37 uren en minder, meestal op te nemen in volledige dagen<br />
op jaarbasis.<br />
7 BrugPENSioEN 58 jAAr (*) Pg 25<br />
Dit akkoord loopt tot 31 maart 2013, datum waarop betrokkene ten laatste moet voldoen<br />
aan deze leeftijdsvoorwaarde. Deze regeling is thans geldig voor alle werknemers<br />
verbonden met een arbeidsovereenkomst voor bedienden (dus ook kaderleden).<br />
De regelingen (aanvullende vergoeding) in de bedrijven zijn meestal gunstiger.<br />
8 BrugPENSioEN VANAf 56 jAAr mET EEN LooPBAAN VAN 40 jAAr (*) Pg 27<br />
Dit akkoord loopt tot 31 december <strong>2012</strong>, datum waarop betrokkene ten laatste moet<br />
voldoen aan deze leeftijdsvoorwaarde.<br />
(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />
Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.<br />
5
6<br />
9 BrugPENSioEN 56 jAAr (*) Pg 29<br />
Deze overeenkomst eindigt op 31 december <strong>2012</strong> en is niet automatisch van toepassing.<br />
Toetreding via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte<br />
is noodzakelijk.<br />
10 hALfTijdS BrugPENSioEN 55 jAAr (*) Pg 33<br />
Deze overeenkomst eindigt op 31 december <strong>2012</strong> en is niet automatisch van toepassing.<br />
Toetreding via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte<br />
is noodzakelijk.<br />
11. miNimumBArEmA EN dE mAANdWEddEN Pg 37<br />
De werkelijk betaalde wedden en omkaderingsvoorwaarden zijn in de sector merkelijk<br />
gunstiger. Dit zijn echt de absolute minima.<br />
12. VErLoNiNgSSYSTEEmVoor dE BEPALiNg VAN dE miNimum mAANdLoNEN EN<br />
dE mAANdWEddEN Pg 39<br />
Het verloningssysteem voorziet voor elk van de functiecategorieën (van 1 tot en met 4B),<br />
als bepaald in de classificatie der functies een minimum maandloon in functie van<br />
de relevante ervaring van de bediende.<br />
13. EiNdEjAArSPrEmiE Pg 44<br />
14. KoPPELiNg VAN dE BEZoLdigiNg AAN dE iNdEX Pg 46<br />
Bij het overschrijden van het spilindexcijfer worden de minimumweddenschaal en<br />
de werkelijke wedden met 2 % aangepast.<br />
15. STATuuT VAN dE SYNdiCALE AfVAArdigiNg Pg 48<br />
Bijzonder belangrijke overeenkomst.<br />
In de meeste bedrijven zijn syndicale afgevaardigden actief.<br />
De verzoeningsprocedure wordt heel frequent toegepast.<br />
16. SYNdiCALE VormiNg Pg 54<br />
Leden ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming en de syndicale<br />
afgevaardigden hebben recht op vormingscursussen, nl. 12 dagen per 2 jaar. Er is een<br />
aanbeveling van Essenscia dat verkozen kaderleden in OR en CPBW recht hebben op<br />
6 dagen vorming per jaar (zie nr 17)<br />
17. VormiNg VAN KAdErLEdEN diE EEN mANdAAT uiToEfENEN iN<br />
dE oNdErNEmiNgSrAAd EN/of hET CPBW Pg 57<br />
18. oPriChTiNg VAN EEN foNdS Voor VormiNgBESTAANSZEKErhEid EN<br />
VASTSTELLiNg VAN ZijN STATuTEN (*) Pg 58<br />
Het Fonds verzekert de financiering, de toekenning en de vereffening van sociale<br />
voordelen, vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, algemeen<br />
verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de bedienden,<br />
tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van voornoemd<br />
paritair comité ressorteren.<br />
19. SoCiAAL foNdS BEdiENdEN – BijdrAgE (*) Pg 62<br />
20. ToEKENNiNg VAN ANCiËNNiTEiTSVErLof Pg 63<br />
(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />
Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.
21. FONDS VOOR VORMING Pg 64<br />
Opleidingsinitiatieven in bedrijven en collectieve projecten ten voordele van<br />
risicogroepen kunnen ondersteund worden.<br />
Voor meer informatie hierover neem je contact met het secretariaat :<br />
Fonds voor Vorming Bedienden<br />
August Reyerslaan 80<br />
1030 BRUSSEL<br />
Tel. : 02 238 98 89 - Fax. : 02 231 13 01<br />
22. OPEENVOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VAN BEPAALDE DUUR Pg 69<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur vanaf 2 mei 2007<br />
23. KORT VERZUIM (*) Pg 70<br />
De algemene regeling is uiteraard van toepassing.<br />
Enkel de gunstiger bepalingen, nl. bij huwelijk van werknemer, plechtige communie<br />
en feest vrijzinnige jeugd zijn in deze uitgave opgenomen.<br />
24. VERVOER VAN BEDIENDEN Pg 71<br />
De wettelijke bepalingen zijn van toepassing.<br />
Er is echter geen loongrens en onder bepaalde voorwaarden worden ook<br />
de verplaatsingen met privé-vervoer terugbetaald.<br />
25. AANWERVING UITZENDKRACHT: PROEFPERIODE Pg 75<br />
In geval een uitzendkracht wordt aangeworven bij dezelfde gebruiker en dit voor<br />
dezelfde functie als waarin hij gedurende minstens 6 maanden heeft gewerkt,<br />
zonder tussentijdse onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende weken, zal geen<br />
proefperiode voorzien worden.<br />
26. ZWANGERSCHAP EN MOEDERSCHAP Pg 76<br />
Voor bedienden die omwille van hun zwangerschap genoodzaakt worden om<br />
gedurende deze periode een andere lagere functie in te vullen, zal het basisloon van<br />
de originele functie gewaarborgd blijven.<br />
27. INVOERING VAN EEN AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL (*) Pg 77<br />
28. OPRICHTING VAN EEN FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID EN VASTSTELLING<br />
VAN ZIJN STATUTEN (*) Pg 89<br />
29. KEUZE VAN DE PENSIOENINSTELLING BELAST MET DE UITVOERING VAN<br />
DE AANVULLENDE SECTORALE PENSIOENTOEZEGGING (*) Pg 92<br />
30. TOETREDINGSFORMULIER Pg 93<br />
(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />
Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.<br />
7
8<br />
1<br />
Samenstelling Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de Scheikundige Nijverheid<br />
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
Ernest Blerotstraat 1<br />
1070 Brussel<br />
Telefoon: 02 233 41 11<br />
Fax: 02 233 40 77 of 02 233 40 80<br />
Voorzitter : Dhr. Roger Serbruyns<br />
Secretaris : Mevrouw Marie-Rose Schiemsky<br />
Vertegenwoordigers van de werknemers<br />
Gewone leden Plaatsvervangende leden<br />
BBTK<br />
Mevrouw Van Hoof Anita De heer Sparmont Marc<br />
De heer Roufosse Claude De heer Degroote Jean-Richard<br />
De heer Martens Jan De heer Hens Stan<br />
De heer Dierkens Philippe De heer Vergauwen Kristof<br />
De heer Morais Manuel De heer Lingier Frank<br />
<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong><br />
De heer De Kinder Koen De heer Vandeputte Sebastiaan<br />
De heer De Bock Eddy Mevrouw Willekens Marian<br />
De heer Sels Werner Mevrouw Segers Caroline<br />
CNE<br />
De heer Baudson Bruno Mevrouw Stevens Jacqueline<br />
De heer Demptinne Jean-Raymond De heer Scheepmans Gerald<br />
ACLVB<br />
De heer Decoo Erik De heer Horemans Eric
2<br />
Bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
Koninklijk besluit van 5 juli 1978, gepubliceerd<br />
in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 1978, tot<br />
oprichting en tot vaststelling van de benaming<br />
en van de bevoegdheid van sommige paritaire<br />
comités, gewijzigd door het koninklijk besluit<br />
van 5 juni 1981, gepubliceerd in het Belgisch<br />
Staatsblad van 2 juli 1981.<br />
Er worden paritaire comités opgericht van<br />
werkgevers en werknemers, waarvan de<br />
benaming en de bevoegdheid hieronder worden<br />
vastgesteld:<br />
Voor de werknemers die hoofdzakelijk<br />
hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers:<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de Scheikundige Nijverheid<br />
te weten,<br />
met uitzondering van de ondernemingen die<br />
ressorteren onder het Paritair Comité voor de<br />
grote kleinhandelszaken, het Paritair Comité voor<br />
de warenhuizen, of het Paritair Comité voor de<br />
levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen,<br />
de ondernemingen die voor eigen rekening of<br />
voor rekening van derden zich bezighouden<br />
met de productie, de verwerking, de bewerking,<br />
de verpakking, de handel en de distributie van<br />
scheikundige producten, geneesmiddelen<br />
voor mens of dier uitgesloten, alsmede met de<br />
productie van synthetische producten en de<br />
verwerking en bewerking van deze producten<br />
wanneer geen aan een andere bedrijfstak eigen<br />
techniek of vakkundigheid noodzakelijk is, alsook<br />
de studiebureaus die hiermee verband houden.<br />
De volgende bedrijfssectoren worden bij wijze<br />
van voorbeeld geacht aan deze definitie te<br />
beantwoorden:<br />
• fabricage, verwerking, bewerking, verpakking<br />
en opslaan van alle scheikundige<br />
producten, inbegrepen deze bekomen door<br />
het vergassen;<br />
• anorganische <strong>scheikunde</strong>: elementen, zuren,<br />
zouten en basen, anorganische meststoffen,<br />
alkaliën en hun derivaten;<br />
• stikstofhoudende meststoffen en producten<br />
evenals de ervan afgeleide producten;<br />
• elektrochemie en elektrothermie;<br />
• organische <strong>scheikunde</strong> en petrochemie;<br />
productie, synthese, biosynthese en cultuur<br />
van werkende stoffen voor therapeutisch<br />
gebruik;<br />
• productie van geneesmiddelen voor de<br />
mensen- en dierengeneeskunde met<br />
inbegrip van de productie tegen maakloon<br />
en van de verpakking;<br />
• productie van pesticiden met inbegrip van de<br />
productie tegen maakloon en van de<br />
verpakking;<br />
• kleurstoffen, pigmenten en verglaasde<br />
brandverf;<br />
• verf, vernis, email, plamuur, stopverf, drukinkt,<br />
afdichtingsmassa’s, producten voor de<br />
bescherming van hout en van metalen en<br />
producten voor het bouwbedrijf;<br />
• vluchtige oliën, extracten, aromaten,<br />
essences en additieproducten voor de<br />
menselijke voeding en voor het veevoeder<br />
voor zover zij het aanwenden van een<br />
scheikundig procédé noodzaken;<br />
• reukwerk, extracten van toiletwaters,<br />
cosmetische producten, producten voor de<br />
hygiëne en toiletproducten met inbegrip van<br />
de productie tegen maakloon en van<br />
de verpakking;<br />
• zeep, tensioactiva, reinigingsmiddelen,<br />
waspoeders, huishoud- en<br />
onderhoudsproducten;<br />
• lijm, gelatine, hechtingsmiddelen en<br />
kleefmiddelen;<br />
• kruit, springstoffen, vuurwerk met inbegrip<br />
van de bijbenodigdheden en lucifers;<br />
• fotografische producten en producten voor<br />
films, lichtgevoelige oppervlakten, beeld-<br />
en klankdragers;<br />
• productie van kunstmatige en synthetische<br />
plastische stoffen met inbegrip van de<br />
cellulosederivaten, maar met uitzondering<br />
van de kunstmatige en synthetische vezels;<br />
• productie van synthetische rubber, de<br />
vulkanisatie en het verzolen van autobanden<br />
zo deze activiteiten niet geïntegreerd zijn in<br />
een garagebedrijf;<br />
• verwerking en bewerking van natuurlijk en<br />
synthetisch rubber en van de verbindingen<br />
9
10<br />
ervan met de plastische stoffen;<br />
• distillatie van hout;<br />
• distillatie van steenkolenteer en van de<br />
derivaten van de carbonisatie van steenkolen;<br />
• verwerking van vetstoffen, andere dan<br />
voedingsstoffen;<br />
• samengeperste, vloeibaar gemaakte en<br />
opgeloste gassen, met uitzondering van<br />
petroleumproducten;<br />
• kantoorproducten en -benodigdheden;<br />
• extractie van plantaardige en dierlijke<br />
derivaten;<br />
• fabricage van minerale oliën en vetten met<br />
uitzondering van de bedrijven welke onder<br />
de bevoegdheid van het Paritair Comité<br />
voor de petroleumnijverheid en -handel<br />
ressorteren;<br />
• laboratoria voor industriële analyse van<br />
producten, van de hinder en van de<br />
verontreiniging;<br />
• studiebureaus die materies behandelen<br />
welke verband houden met de scheikundige<br />
nijverheid;<br />
• alle toepassingen en afgeleide producten van<br />
de kernnijverheid, de centrales die energie<br />
voortbrengen uitgezonderd;<br />
• scheikundige technologie;<br />
• exploitatie, industriële behandeling<br />
en terugwinning van afvalstoffen,<br />
nevenproducten<br />
en bezinksels door fysico-<strong>scheikunde</strong> en/of<br />
scheikundige procédés;<br />
• verpakking en aërosols van producten die<br />
niet voor de voeding bestemd zijn;<br />
• verwerking en/of bewerking van kunstmatige<br />
en synthetische plastische stoffen, met<br />
inbegrip van de fabricage, in hoofdzaak van<br />
kunstbloemen in plastiek;<br />
• reinigen van opslagtanks door fysico<strong>scheikunde</strong><br />
en/of scheikundige procédés;<br />
• latexeren, voor zover deze activiteit niet<br />
vermeld is onder een ander paritair comité,<br />
het Aanvullend Paritair Comité voor de<br />
werklieden uitgezonderd.<br />
Bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 11 september 1979 gesloten in het<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, algemeen<br />
verbindend verklaard bij koninklijk besluit<br />
van 7 februari 1980, gepubliceerd in het<br />
Belgisch Staatsblad van 30 april 1980.<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />
toepassing op de werkgevers en werknemers<br />
van de ondernemingen die sinds 8 november 1978<br />
onder het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid ressorteren.<br />
Artikel 2<br />
Alle collectieve arbeidsovereenkomsten<br />
gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
welke nog van kracht zijn op 8 november 1978,<br />
zijn van toepassing op de in artikel 1 bedoelde<br />
ondernemingen welke voor laatstgenoemde<br />
datum onder een ander paritair comité<br />
ressorteerden.<br />
Artikel 3.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
treedt in werking op 27 maart 1979 en is<br />
gesloten voor onbepaalde tijd. Elk van de<br />
ondertekenende partijen kan ze opzeggen<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
na te leven; deze opzegging wordt bij een ter<br />
post aangetekende brief aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid en aan elk van de<br />
ondertekenende partijen betekend.<br />
De termijn van drie maanden begint te lopen<br />
vanaf de datum waarop de aangetekende brief<br />
aan de voorzitter is toegestuurd.
Worden als bedienden beschouwd, zij wier<br />
werkelijke functies door de wet en/of de<br />
rechtspraak erkend worden als zijnde van<br />
overwegend intellectuele aard.<br />
1ste Categorie<br />
3<br />
Classificatie en bepaling der functies<br />
Paritaire overeenkomst van 17 januari 1947- ministerieel besluit van 11 september 1947.<br />
Algemeen criterium:<br />
Functies die geen enkel persoonlijk initiatief<br />
vergen, uitgevoerd worden volgens duidelijk<br />
vaststaande regelen of formules en waarvoor<br />
geen bijzondere vorming vereist is, maar enkel<br />
een op de hoogte stellen.<br />
De kennis vereist voor de uitoefening van deze<br />
functies is gelijkwaardig aan deze bekomen door<br />
de studies van de vierde graad, of van de lagere<br />
school aangevuld door drie jaar avondcursussen;<br />
zij worden verworven hetzij door de praktijk<br />
hetzij door het onderwijs.<br />
In deze categorie worden alle bedienden<br />
gerangschikt, waarvan de functies door analogie<br />
overeenstemmen met deze, welke hierna als<br />
voorbeeld worden gegeven.<br />
Voorbeelden:<br />
huisbewaarder, portier, deurwaarder,<br />
bureeljongen, inkasseerder, kopist.<br />
helper-archivaris:<br />
uitsluitend tewerkgesteld bij het klasseren der<br />
briefwisseling.<br />
hulpbediende bij de ontvangst:<br />
bediende gehecht aan de dienst van<br />
ontvangst van goederen (grondstoffen of<br />
afgewerkte produkten), en zonder eigen<br />
verantwoordelijkheid gelast met het opmaken<br />
der ontvangstborderellen en met de controle op<br />
de hoeveelheid der ontvangen goederen.<br />
Bediende bij de voorbereiding van het werk<br />
op de boekhoudingsmachines:<br />
bediende gelast met de voorbereiding<br />
van het werk der operateurs(trices) op de<br />
boekhoudingsmachines m.a.w. bediende<br />
gelast met het opzoeken der te behandelen<br />
steekkaarten en zo nodig het opstellen ervan.<br />
Hij hecht er tevens documenten aan, die dienen<br />
geboekt te worden en klasseert de steekkaarten<br />
opnieuw na inschrijving.<br />
hulpklerk in de administratieve of technische<br />
diensten:<br />
bediende die hoofdzakelijk eenvoudig<br />
schrijfwerk, cijferwerk of registreerwerk uitvoert,<br />
steekkaarten bijhoudt, staten opmaakt of andere<br />
bijkomende werkzaamheden van hetzelfde peil<br />
verricht.<br />
Titreerder in laboratorium:<br />
bediende die eenvoudige metingen verricht van<br />
monsters (omvang, kleur, zwaarte eenvoudige<br />
metingen op proefmachines) volgend een<br />
welbepaald werkprogramma en nauwkeurige<br />
geschreven richtlijnen en zonder interpretatie<br />
der bekomen resultaten.<br />
Aftrekker van blauwe proeven:<br />
bediende die uitsluitend dit werk verricht.<br />
2de Categorie<br />
Algemeen criterium:<br />
Functies gekenmerkt door eenvoudige<br />
werkzaamheden waarvan de<br />
verantwoordelijkheid beperkt wordt door een<br />
rechtstreekse en bestendige controle.<br />
De kennis vereist voor de uitoefening van deze<br />
functie is gelijkwaardig aan deze bekomen door<br />
de studiën der eerste twee jaren middelbaar<br />
onderwijs van de lagere graad of van een<br />
middelbare beroepsschool of van de vierde<br />
graad aangevuld door drie jaar avondcursussen.<br />
Zij worden verworven hetzij door de praktijk<br />
hetzij door het onderwijs. In deze categorie zijn<br />
al de functies ondergebracht die door analogie<br />
overeenstemmen met deze, welke hierna als<br />
voorbeeld worden gegeven.<br />
Voorbeelden:<br />
Archivaris-klasseerder.<br />
Telefonist-standardist:<br />
bediende die uitsluitend tewerkgesteld wordt<br />
aan een telefoon-standaard.<br />
11
12<br />
Klerk bij de boekhouding:<br />
bediende gelast met werk van ondergeschikt<br />
belang bij de boekhouding, schrijft de<br />
boekhoudkundige stukken in en ziet<br />
ze eventueel na (bv. het bijhouden der<br />
hulpdagboeken).<br />
Typist:<br />
bediende die 40 woorden per minuut kan typen<br />
op de schrijfmachine, zonder taalfouten en die<br />
een goede presentatie aan zijn werk geeft.<br />
Perforateur-verificateur op<br />
statistiekmachines:<br />
bedient de ponsmachines of verifikatiemachine<br />
van de kaartjes voor statistiekmachines.<br />
Berekenaar van bruto-lonen op machine met<br />
toetsen:<br />
bediende gelast met het berekenen der<br />
brutolonen op machine met toetsen type<br />
“Comptometer” of dergelijke.<br />
operateur op boekhoudingsmachine<br />
met klavier:<br />
bediende werkzaam aan machines Elliot<br />
Fisher, Sundstrand, Burroughs of dergelijke,<br />
voor het opstellen der rekeningen-courant<br />
der klanten, leveranciers, stocks, enz., zonder<br />
verantwoordelijkheid.<br />
hulpoperateur op statistiekmachine:<br />
bediende-helper van de operateur van<br />
statistiekmachines met de geponste<br />
steekkaarten.<br />
Berekenaar of verificateur der bestekken:<br />
bediende gelast met het berekenen of het nazien<br />
volgens nauwkeurige normen van het bestek der<br />
hoeveelheid grondstoffen (omvang) en arbeid<br />
(aantal uren) volgens de voorziene techniek<br />
(aangeduid in het bestek).<br />
Tekenaar-kalkeerder:<br />
copieert behoorlijk op kalkeerpapier, vormt<br />
duidelijk letters en cijfers, kan zonder fouten<br />
een tekening copiëren, helpt de tekenaar bij het<br />
schrijfwerk of wijzigingen aan kalkeertekeningen.<br />
hulpscheikundige:<br />
bediende die gewone ontledingen verricht<br />
volgens nauwkeurige richtlijnen en zonder<br />
interpretatie der uitslagen; controleert de<br />
metingen der titreerders.<br />
Bediende fakturier:<br />
bediende die de facturen en statistieken die<br />
daarmee verband houden opstelt.<br />
Pointeerder der verzendingen:<br />
is de verbindingsagent met de spoorwegen<br />
voor het in- en uitgaan der goederen. Hij<br />
neemt tevens het toezicht waar over het in de<br />
onderneming geparkeerd rollend materieel en<br />
doet de vaststellingen bij betwistingen, tekorten<br />
en averij.<br />
Bediende-weger:<br />
bediende gelast met de controle van het gewicht<br />
der goederen die per spoor ontvangen of<br />
verzonden worden; stelt de weegticketten op en<br />
houdt de registers.<br />
magazijnbediende:<br />
bediende gelast met het administratief werk<br />
van ondergeschikt belang in het magazijn van<br />
de bevoorrading of van afgewerkte producten;<br />
houdt de steekkaarten bij van de kwantitatieve<br />
bewegingen der stocks.<br />
Bediende voor stock in magazijn:<br />
bediende die voor de boekhouding de<br />
inschrijvingen verricht (hoeveelheid en waarde)<br />
van de magazijnen voor bevoorrading en<br />
afgewerkte produkten.<br />
Bediende voor de lonen en sociale wetten:<br />
bediende die aan de hand van de<br />
pointeerkaarten der verschillende afdelingen en<br />
na verificatie de wekelijkse of halfmaandelijkse<br />
uitbetaling der lonen berekent, de loonstaten<br />
opmaakt evenals de betaalbons, rekening<br />
houdend met de verschillende afhoudingen.<br />
Bediende bij de boekhouding:<br />
bediende met oppervlakkige kennis<br />
van boekhouding die de handels- of<br />
nijverheidshulpboekhouder helpt bij het houden<br />
der rekeningen-courant der klanten, leveranciers,<br />
deelrekeningen van de kostprijs opstelt, enz.<br />
Planningbediende:<br />
bediende gelast met het volgens bepaalde<br />
richtlijnen vaststellen van een onderdeel<br />
van het werkplan en van de bevoorrading in<br />
half afgewerkte producten of gelast met de<br />
uitvoering van dat plan voor een ingewikkelde<br />
fabricatie onder de controle van een bediende<br />
van een hogere categorie.
Pointeerder in de werkhuizen:<br />
bediende gelast met het nazicht van de<br />
aanwezigen volgens de kaarten of penningen<br />
van het controle-uurwerk, alsmede met<br />
het nazicht van de tijden aangegeven<br />
op de werkbons aan de hand van de<br />
aanwezigheidsuren.<br />
rekenaar met de hand of met de rekenlat:<br />
bediende die elementaire rekenbewerkingen<br />
uitvoert met de hand of met de rekenlat,<br />
berekeningen volgens barema’s, enz.<br />
3de Categorie<br />
Algemeen criterium:<br />
Functies gekenmerkt door:<br />
zelfstandig uitgevoerde en afwisselende<br />
taken, die doorgaans initiatief en overleg<br />
vergen vanwege degenen, die ze uitvoeren<br />
en waaraan tevens de verantwoordelijkheid<br />
dezer uitvoering verbonden is;<br />
• de noodzakelijkheid een vorming te bezitten<br />
die gelijk is met deze gegeven, herzij door<br />
de volledige studies voorzien voor de<br />
vorige categorieën aangevuld door vijf<br />
jaar avondcursussen, hetzij door volledig<br />
middelbaar onderwijs van de lagere graad<br />
aangevuld door drie jaar avondcursussen,<br />
hetzij door beroepsonderwijs van dezelfde<br />
graad, ofwel, tenslotte, de noodzakelijkheid<br />
van een practische vorming, verworven<br />
door stages of door uitoefening van dezelfde<br />
of gelijkaardige functies.<br />
In deze categorie worden al de functies<br />
geklasseerd die door analogie overeenstemmen<br />
met deze, welke hierna als voorbeeld worden<br />
gegeven.<br />
Voorbeelden:<br />
operateur van statistiekmachines:<br />
bediende gelast met de bediening van<br />
ponsmachines en bekwaam om werken uit te<br />
voeren volgens schema’s of diagrammen.<br />
Steno-typist:<br />
bediende bekwaam 100 woorden per minuut<br />
in steno en 40 op de machine te schrijven,<br />
met verzorgde schikking van het werk en<br />
zonder taalfouten, moet eveneens gewone<br />
briefwisseling kunnen opstellen op eenvoudige<br />
aanduidingen van zijn chef.<br />
Eerste archivaris<br />
Correspondent:<br />
bediende gelast met het opstellen van<br />
brieven waarvoor een degelijke praktijk van<br />
handelscorrespondentie vereist is, en met<br />
het berekenen der prijzen met het oog op<br />
de aanbiedingen die hij doet of ontvangt. Hij<br />
bestudeert sommige eenvoudige geschillen en<br />
doet voorstellen voor antwoord.<br />
handelsvertaler en technisch vertaler:<br />
Twee talen (thema en vertaling).<br />
Bediende bij de ontvangst:<br />
bediende gelast met de ontvangst der goederen<br />
(bevoorrading of afgewerkte producten); heeft<br />
als opdracht zich te gepasten tijde zekerheid<br />
te verschaffen omtrent de vervoermiddelen<br />
en de arbeidsmogelijkheden nodig voor een<br />
regelmatige ontvangst; controleert tevens<br />
het werk van de hulpbedienden die hem zijn<br />
toegevoegd.<br />
Ziekenverpleger:<br />
ziekenverpleger gehecht aan de infirmerie of aan<br />
het dispensarium van de onderneming, moet<br />
de eerste zorgen kunnen toedienen aan zieke of<br />
gekwetste leden van het personeel.<br />
Planningbediende:<br />
bediende die onder verantwoordelijkheid van<br />
een bediende van een hogere categorie gelast<br />
is met het opstellen en de controle van de<br />
uitvoering van het werkplan en de bevoorrading<br />
in afgewerkte producten voor een complexe en<br />
zeer verscheiden fabricatie.<br />
Systematiseur:<br />
bediende die de inlichtingen verzamelt omtrent<br />
het fabricatieproces, ze samenvat en voorstellen<br />
doet met het oog op de vaststelling van de<br />
arbeidstechniek en methode.<br />
gewoon tijdopnemer:<br />
bediende die bekwaam is de tijden te meten<br />
vereist voor de uitvoering der verschillende<br />
verrichtingen van de arbeiders, volgens de<br />
methode in voege in de onderneming.<br />
detailtekenaar:<br />
maakt detailtekeningen van de onderdelen van<br />
een geheel dat voldoende is uitgewerkt, zo nodig<br />
behelpt hij zich met reeds bestaande tekeningen,<br />
kwoteert tevens volledig deze tekeningen voor<br />
uitvoering; moet het gewicht kunnen berekenen<br />
van eenvoudige stukken met het oog op het<br />
opmaken der bestekken.<br />
13
14<br />
Scheikundig analyst:<br />
bediende die alle normale ontledingen<br />
uitvoert volgens nauwkeurige en geschreven<br />
onderrichtingen en aanduidingen van een<br />
scheikundige van hogere categorie.<br />
hulpboekhouder (nijverheids- of<br />
handelsboekhouding):<br />
bediende die met behulp van boekhoudkundige<br />
bescheiden een gedeelte verricht van de<br />
boekhouding of de gewone inschrijvingen die<br />
niettemin een homogeen geheel uitmaken<br />
zoals rekeningen-courant der klanten,<br />
leveranciers, deelrekeningen van handels-<br />
of nijverheidsboekhoudingen, enz. Deze<br />
verrichtingen kunnen zowel met de hand als met<br />
de machine uitgevoerd worden.<br />
Kassier (zonder boekhouding):<br />
bediende gelast met de kasverrichtingen onder<br />
de verantwoordelijkheid van een hoofdkassier of<br />
van een dienstoverste der boekhouding.<br />
gespecialiseerde bediende voor de lonen en<br />
sociale wetten:<br />
bediende die buiten de werkzaamheden van de<br />
bediende voor lonen en sociale wetten der vorige<br />
categorie eventueel de uitbetaling der lonen<br />
doet en blijk moet geven van initiatief door over<br />
te gaan tot de schifting van de arbeidskracht met<br />
het oog op de vaststelling van de kostprijzen.<br />
Verzender:<br />
bediende die een degelijke praktische<br />
ervaring verworven heeft en bekwaam is<br />
om de best aangewezen verzendingswijze<br />
vast te stellen volgens de aard der producten<br />
en hun bestemming; bereidt eventueel de<br />
leveringsronde voor en controleert het werk van<br />
de afleveraars.<br />
fabricatietoezichter:<br />
bediende gelast onder leiding van een bediende<br />
van hogere graad met het coördineren van<br />
het werk der fabricatiereviseurs gedurende de<br />
verschillende fasen van de fabricatie. Hij geeft<br />
de consignes door, lost zelf de twijfelachtige<br />
gevallen op of doet ze oplossen.<br />
hoofdpointeerder<br />
bediende gelast met pointage in het werkhuis<br />
en over het algemeen bijgestaan door een of<br />
meerdere pointeerders.<br />
4de Categorie<br />
Algemeen criterium:<br />
Functies gekenmerkt door het opzoeken en<br />
het samenbrengen op eigen initiatief, van alle<br />
elementen van de belangrijke werkzaamheden<br />
van gelijk welke dienst.<br />
De belanghebbenden moeten het werk<br />
kunnen verrichten der voorgaande categorieën<br />
overeenstemmend met hun specialiteit;<br />
gebeurlijk kunnen zij geholpen worden door<br />
een of meerdere bedienden der voorgaande<br />
categorieën onder dewelke zij het werk verdelen.<br />
Die functies eisen een beroepsvorming en een<br />
kennis gelijkaardig aan deze gegeven door<br />
de studiën van een middelbare school van de<br />
hogere graad of daarmee gelijkgestelde of van<br />
een middelbare school van de lagere graad<br />
aangevuld door vijf jaar avondcursussen. Deze<br />
kennis kan verworven zijn hetzij door de praktijk,<br />
hetzij door het onderwijs.<br />
In deze categorie worden al de functies<br />
geklasseerd die door analogie overeenstemmen<br />
met deze welke hierna als voorbeeld worden<br />
gegeven:<br />
Voorbeelden:<br />
Sectie A<br />
maatschappelijk assistent:<br />
Gediplomeerd.<br />
handelsboekhouder:<br />
bediende gelast met het overbrengen in de<br />
boekhouding van al de handelsverrichtingen,<br />
deze samen te stellen en bijeen te brengen om<br />
er balansen, kasvooruitzichten, bilans, enz. uit te<br />
trekken.<br />
Nijverheidsboekhouder:<br />
bediende gelast met het overbrengen in de<br />
boekhouding van alle verrichtingen in verband<br />
met de productie, deze samen te stellen en<br />
bijeen te brengen om er de kostprijs te kunnen<br />
uittrekken.<br />
Eerste correspondent of eerste opsteller<br />
der handelsdiensten, technische of<br />
administratieve diensten:<br />
bediende gespecialiseerd in een of meerdere<br />
takken van handel of techniek waarvoor de<br />
kennis vereist van de gebruiksvoorwaarden van<br />
het artikel, in staat om binnen het raam van
algemene richtlijnen zekere kwesties te volgen<br />
die initiatief en overleg vergen; stelt volgens het<br />
geval zelf de briefwisseling op of laat ze opstellen<br />
door een correspondent.<br />
Steno-typist secretaris:<br />
bediende met voldoende intellectuele vorming<br />
en beroepsvorming om het privé-secretariaat van<br />
een bedrijfsleider, een beheerder, een directeur,<br />
of van een dienstoverste van het hoger kader<br />
waar te nemen.<br />
handelsvertaler:<br />
meerdere talen (thema en vertaling).<br />
hoofdbediende van de planning:<br />
eerste bediende die de werkzaamheden van de<br />
planningbedienden der lagere categorieën leidt<br />
en coördineert.<br />
Tijdopnemer-ontleder:<br />
bediende in staat om buiten de werkzaamheden<br />
van een gewone tijdopnemer, de werkmethode<br />
te bestuderen en wijzigingen voor te stellen die<br />
het rendement kunnen verbeteren, hetzij dat het<br />
gaat om het werk van een afzonderlijk arbeider of<br />
van een groep arbeiders met of zonder machine.<br />
uitvoeringstekenaar:<br />
tekent met behulp van reeds bestaande<br />
tekeningen, samenstellingen of details van<br />
apparaten, en brengt wijzigingen aan die hem<br />
duidelijk aangeduid werden door de uitleg van<br />
een chef of van een tekenaar van de hogere<br />
categorie; tekent onderdelen genomen uit een<br />
geheel zonder behulp van een gelijkaardig<br />
plan, past nauwkeurig de normen toe, stelt het<br />
gewichtsbestek vast van een apparaat volgens de<br />
uitvoeringstekening.<br />
Volger der proefnemingen bij fabrikatie:<br />
bediende gelast volgens de richtlijnen<br />
van een ingenieur of een dienstoverste de<br />
fabrikatieproeven te volgen, met het doel de<br />
bestaande fabrikaties te verbeteren of een<br />
nieuwe fabrikatie techniek op punt te stellen.<br />
inspecteur bij het toezicht:<br />
bediende gelast onder de leiding van een<br />
ingenieur, met de handhaving van de kwaliteit<br />
van een fabrikaat of van een groep fabrikaten.<br />
Scheikundige:<br />
voert alle kwantitatieve en kwalitatieve<br />
ontledingen uit van welkdanige stof of product<br />
die de onderneming aanbelangen.<br />
Sectie B<br />
hoofdbediende der administratieve<br />
afdelingen en der handelsafdelingen:<br />
bediende die instaat voor de goede uitvoering<br />
der taken die aan zijn dienst zijn toevertrouwd en<br />
die een rechtstreekse controle uitoefent over één<br />
of meerdere bedienden der lagere categorieën.<br />
Eerste scheikundige:<br />
verricht alle kwantitatieve en kwalitatieve<br />
ontledingen van een welkdanige stof of product<br />
die de onderneming aanbelangen, deelt aan de<br />
bedienden der lagere categorieën de nodige<br />
richtlijnen mede in verband met hun werk.<br />
gemengde tekenaar:<br />
maakt ontwerpen op en bestudeert<br />
samenstellingen of details van toestellen<br />
volgens de richtlijnen van een chef of volgens<br />
bestaande documenten. Heeft bovendien<br />
de nodige kennis inzake technologie en<br />
werktuigkunde om de gewone formules der<br />
handleidingen (weerstand van materiaal en<br />
statika) toe te passen en dienvolgens aan de<br />
stukken passende afmetingen te geven. Hij<br />
werkt elementaire schetsen uit van grafische<br />
statika en kiest oordeelkundig de materialen; hij<br />
blijft in verbinding met de tekenaars der vorige<br />
categorieën en controleert hun werk.<br />
meestergasten:<br />
Het comité stelde de moeilijkheden vast die<br />
zich voordoen bij de juiste bepaling der criteria<br />
voor de classificering der functies van de<br />
meesterschapspersoneel.<br />
Hij heeft beslist voor de meestergasten drie<br />
categorieën te voorzien. Zij zullen geklasseerd<br />
worden respectievelijk in de 3de categorie, de<br />
4de categorie, sectie A en sectie B.<br />
Het comité vertrouwde er op dat de werkgevers<br />
de classificering in hun onderneming<br />
oordeelkundig zullen doorvoeren en besliste<br />
later terug bijeen te komen om de juiste bepaling<br />
der criteria op punt te stellen.<br />
15
16<br />
4<br />
Nationaal akkoord 2011-<strong>2012</strong> voor bedienden<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
is van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder het<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid en op de bedienden<br />
waarvan de functies zijn opgenomen in de<br />
classificatie der functies, vastgesteld door dit<br />
paritair comité.<br />
§2. Het toepassingsgebied van artikel 8 van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst (kort<br />
verzuim), van artikel 10 §1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst (conventioneel<br />
brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst (Fonds<br />
voor vorming – risicogroepen) van artikel 15 §1<br />
van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
(Tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle<br />
werknemers verbonden met hun werkgever door<br />
een arbeidsovereenkomst voor bedienden.<br />
§3. Het artikel 9 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst is uitsluitend van<br />
toepassing op de werknemers gebonden met<br />
hun werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />
voor handelsvertegenwoordiger.<br />
duur<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari<br />
2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>, met<br />
uitzondering van artikel 10 §1.<br />
Sector en ondernemingsoverleg<br />
Artikel 3<br />
De sociale gesprekspartners hebben de intentie<br />
om met deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
op het vlak van de loonkostenevolutie,<br />
permanente vorming en de tewerkstelling de<br />
toekomst van de sector en zijn werknemers op<br />
lange termijn te ondersteunen.<br />
Voor het afsluiten van collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten op het vlak van de<br />
sector en de ondernemingen nemen de sociale<br />
gesprekspartners van het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
de onderhandelaars op ondernemingsvlak akte<br />
van de integrale inhoud van het bemiddelingsvoorstel<br />
van de regering en van de wettelijke<br />
bepalingen.<br />
Vastheid van betrekking<br />
Artikel 4<br />
De ondertekenende werkgeversorganisatie<br />
verbindt zich ertoe de ondernemingen aan<br />
te bevelen om in geval een onderneming<br />
genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag<br />
om economische redenen, de maatregelen te<br />
onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen<br />
ten opzichte van de bedienden zouden kunnen<br />
milderen, zoals ondermeer brugpensioen,<br />
werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing<br />
van de wet betreffende tijdelijke arbeid en<br />
uitzendarbeid.<br />
Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak<br />
blijven behouden.<br />
minimum barema<br />
Artikel 5<br />
Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> worden de minimum<br />
ervaringsmaandlonen opgenomen in de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende<br />
het verloningssysteem voor de bepaling van de<br />
minimum maandlonen en de maandwedden,<br />
gesloten op 11 januari 2010 in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid (KB 12 januari 2011; BS 10.02.2011),<br />
die van kracht zijn op 31 december 2011<br />
verhoogd met 0,3%.<br />
Weddeverhoging<br />
Artikel 6<br />
De maandwedde van de baremieke bedienden<br />
op 31 december 2011, effectief uitbetaald in<br />
ondernemingen die aangaande de eventuele<br />
verhoging van de koopkracht voor de periode
2011-<strong>2012</strong> niet gebonden zijn door een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst over loon en<br />
arbeidsvoorwaarden gesloten overeenkomstig<br />
de bepalingen van de wet van 5 december 1968<br />
betreffende de paritaire comités en de collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten, zal verhoogd worden<br />
met 0,3% op 1 januari <strong>2012</strong>.<br />
Deze verhoging met 0,3% gebeurt evenwel na<br />
verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />
verhogingen van de maandwede en/of andere<br />
voordelen die, met uitzondering van deze ten<br />
gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS<br />
13.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />
aan het indexcijfer der consumptieprijzen,<br />
zouden toegekend worden aan de baremieke<br />
bedienden tijdens de duur van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
implementatie sectorpensioen<br />
Artikel 7<br />
Inzake de implementatie van het aanvullend<br />
sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid wordt<br />
verwezen naar de bepalingen onder artikel 7<br />
§2, 2e alinea van het Nationaal Akkoord 2009-<br />
2010 voor bedienden, gesloten op 1 april 2009<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid (KB 10 november 2009;<br />
BS 16.03.2010).<br />
Kort verzuim<br />
Artikel 8<br />
Het toepassingsgebied van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 10 mei 1976 afgesloten<br />
in Paritair Comité voor de bedienden inzake kort<br />
verzuim wordt uitgebreid tot alle bedienden.<br />
handelsvertegenwoordigers<br />
Artikel 9<br />
§2 - Eindejaarspremie<br />
De in het artikel 3 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, betreffende een<br />
specifieke regeling van eindejaarspremie voor<br />
de handelsvertegenwoordigers, gesloten op<br />
mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010),<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid vermelde begrenzing<br />
van 2.100 EUR wordt, vanaf het jaar 2011, en<br />
uiterlijk betaalbaar - wat de eindejaarspremie<br />
betreft van het kalenderjaar 2011, in januari <strong>2012</strong>,<br />
met 0,3% verhoogd tot op 2.106,30 EUR.<br />
§2 - Eindejaarspremie<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst<br />
betreffende de minimumwedde voor de<br />
handelsvertegenwoordigers gesloten in het<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid op 10 juli 2001<br />
(KB 11 juni 2002; BS 27.06.2002) wordt<br />
opgeheven op 31 mei 2011.<br />
De minimumwedde voor de<br />
handelsvertegenwoordigers zal vanaf 1 juni<br />
2011 ten minste gelijk zijn aan de vastgestelde<br />
sectorale minimum ervaringsmaandlonen<br />
voor de bedienden, waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
van categorie 4A. Hiertoe zal een specifieke<br />
collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten<br />
worden.<br />
Conventioneel brugpensioen<br />
Artikel 10<br />
§1 - Brugpensioen vanaf 58 jaar<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten<br />
op 12 mei 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19.05.2010),<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, betreffende de<br />
verlenging van het stelsel van conventioneel<br />
brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die<br />
per 31 maart 2011 vervallen is, wordt verlengd<br />
van april 2011 tot en met 31 maart 2013.<br />
§2 - Brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />
bedienden met minstens 20 jaar<br />
nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op<br />
12 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010),<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, betreffende het<br />
conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />
bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties<br />
en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december<br />
2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />
§3 –Brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />
bedienden met minstens 40 jaar<br />
beroepsloopbaan<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei<br />
2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010) gesloten<br />
17
18<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid betreffende het<br />
conventioneel brugpensioen voor bedienden<br />
vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 40 jaar<br />
beroepsloopbaan, die per 31 december 2010<br />
vervallen is, wordt voor de duur van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />
§4.- halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten<br />
op 12 mei 2009 (KB 17 maart 2010; BS 4.06.2010),<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds<br />
brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die<br />
per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de<br />
duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
verlengd.<br />
Syndicale vorming<br />
Artikel 11<br />
Artikel 8, eerste lid, van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale<br />
vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart<br />
2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt,<br />
ingevolge een uitzonderlijke inspanning, als volgt<br />
gewijzigd: “Met ingang van 1 januari 2011 wordt<br />
een financiële reserve samengesteld met het doel<br />
de syndicale vorming van de vertegenwoordigers<br />
van de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
te financieren, tot een maximumbedrag van<br />
157.500 EUR per kalenderjaar. Voor het jaar <strong>2012</strong><br />
wordt voorzien in een éénmalige extra toelage<br />
van 7.500 EUR aan de vakbondsorganisaties.<br />
Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />
bedrag van 157.500 EUR toegekend aan de<br />
Belgische federatie van de chemische industrie<br />
en de life science VZW (essenscia) met het oog<br />
op de vervolmaking van de vorming van de<br />
werkgeversvertegenwoordigers in de sociale<br />
dialoog.<br />
financiering van het voordeel aan<br />
de gesyndiceerde bedienden<br />
Artikel 12<br />
Artikel 8, tweede lid, van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale<br />
vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart<br />
2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
wordt, als volgt gewijzigd: “Deze financiële reserve<br />
zorgt bovendien, ingevolge een uitzonderlijke<br />
inspanning, voor de dekking van een gedeelte<br />
van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden<br />
onder de in §1 van artikel 1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten<br />
belope van 2.470.000 EUR per jaar met ingang<br />
van 1 januari 2011, indien in de loop van 2011<br />
overgegaan kan worden tot de oprichting van<br />
een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de<br />
inning van de forfaitaire werkgeversbijdragen per<br />
bediende per jaar, wordt het voornoemde bedrag,<br />
met ingang van 1 januari <strong>2012</strong> verhoogd tot<br />
2.750.000 EUR.”<br />
fonds voor Vorming (risicogroepen)<br />
Artikel 13<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst tot<br />
verlenging van het Fonds voor beroepsvorming<br />
van de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
gesloten op 30 september 2009 (KB 13 juni 2010;<br />
BS 13.08.2010), in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor<br />
de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
worden verlengd.<br />
De werkgeversbijdrage voor het voornoemd<br />
Fonds bedraagt 0,20 % van de bruto weddemassa<br />
van de werknemers die verbonden zijn door een<br />
arbeidsovereenkomst voor bedienden.<br />
Van de hierboven vermelde totaal gestorte<br />
middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage<br />
van 0,05 % op de brutolonen van de bedienden<br />
integraal gebruikt worden voor collectieve<br />
opleidingsprojecten.<br />
Een deel van de middelen zal gedurende de<br />
periode van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
in het bijzonder worden aangewend om volgende<br />
3 projecten vorm te geven en verder uit te werken:<br />
• Een betere integratie in de sector van<br />
personen met een handicap<br />
• Internationale solidariteit<br />
• Verbetering van de instroom van jongeren en<br />
promotie van de sector bij de jongeren<br />
De concrete modaliteiten en middelen voor deze<br />
3 projecten zullen worden bepaald door het<br />
Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.<br />
De sociale partners van de scheikundige nijverheid<br />
zullen gedurende de periode van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst binnen het Fonds Vorming<br />
eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde<br />
de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5 %.<br />
Syndicale afvaardiging<br />
Artikel 14<br />
De drempel voor de oprichting van een syndicale<br />
afvaardiging voor de bedienden, als bepaald in
art. 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
houdende coördinatie van het statuut van<br />
de syndicale afvaardigingen voor bedienden<br />
gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
wordt (KB 7 mei 2000; BS 6 april 2001), per<br />
1 september <strong>2012</strong>, verlaagd van 30 naar 25<br />
baremieke bedienden beoogd door de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947,<br />
rekening houdende met volgende elementen:<br />
De partijen verbinden zich om tegen 1 september<br />
<strong>2012</strong> een adequate omschrijving te formuleren<br />
betreffende het begrip “de nodige tijd” en dit<br />
specifiek voor de ondernemingen die minimaal<br />
25 en maximaal 29 baremieke bedienden<br />
beoogd door collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 17 januari 1947 tewerkstellen.<br />
• De syndicale afvaardiging in deze<br />
ondernemingen bestaat uit maximaal<br />
2 effectieve leden. Er worden geen<br />
plaatsvervangende leden aangeduid.<br />
• Er kan in deze ondernemingen enkel een<br />
syndicale afvaardiging worden opgericht<br />
indien 50%+1 van de baremieke bedienden<br />
beoogd door collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 17 januari 1947 zulks schriftelijk vraagt via<br />
een schrijven gericht aan de voorzitter van het<br />
paritair comité.<br />
Een paritaire werkgroep zal deze procedure<br />
evalueren en indien nodig aanpassen tegen<br />
uiterlijk september 2014.<br />
• Indien in een dergelijke onderneming reeds<br />
baremieke bedienden beoogd door collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947<br />
van een betrokken syndicale organisatie<br />
beschermd zijn uit hoofde van een mandaat<br />
in een overlegorgaan of als kandidaat op de<br />
lijsten van de sociale verkiezingen zullen de<br />
effectieve leden van de syndicale afvaardiging<br />
voor deze organisatie uit de lijst van de<br />
beschermde baremieke bedienden beoogd<br />
door de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 17 januari 1947 worden aangeduid en<br />
omgekeerd.”<br />
Deze regeling doet geen afbreuk aan het<br />
statuut van de syndicale delegatie vanaf 30<br />
baremieke bedienden beoogd door de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947, zoals<br />
omschreven in collectieve arbeidsovereenkomst<br />
houdende coördinatie van het statuut van de<br />
syndicale afvaardigingen voor bedienden gesloten<br />
op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Combinatie Arbeid – gezin<br />
Tijdskrediet - 1/5de loopbaanvermindering<br />
Artikel 15<br />
§ 1 - Tijdskrediet<br />
Het recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3<br />
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis<br />
gesloten op 19 december 2001 in de Nationale<br />
Arbeidsraad, (BS 16.02.2002), tot invoering van<br />
een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering<br />
en vermindering van de arbeidsprestaties tot<br />
een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot<br />
een duur van maximum 5 jaar over de gehele<br />
loopbaan.<br />
Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening<br />
van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3<br />
maanden.<br />
Behoudens andere afspraken op het vlak van<br />
de onderneming dienen, van het tweede tot<br />
en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve<br />
voorwaarden nageleefd te worden:<br />
• het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per<br />
periode van één jaar;<br />
• de bedienden die van dat recht op tijdskrediet<br />
gebruik wensen te maken dienen minstens<br />
vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.<br />
De uitoefening van dit recht mag de organisatie<br />
van het werk niet verstoren.<br />
§ 2. 1/5de loopbaanvermindering<br />
De ondernemingen kunnen, overeenkomstig<br />
art. 6 § 2 en art. 9 § 2 van voornoemde<br />
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis<br />
van de Nationale Arbeidsraad de concrete<br />
toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel<br />
van 1/5 de loopbaanvermindering voor de voltijdse<br />
bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.<br />
De uitoefening van dit recht mag de organisatie<br />
van het werk niet verstoren.<br />
§3. overgang van loopbaanvermindering naar<br />
conventioneel brugpensioen<br />
In geval een bediende overstapt van een vorm<br />
van loopbaanvermindering in het kader van<br />
tijdskrediet (collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 77bis) naar een vorm van conventioneel<br />
brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten<br />
laste van de werkgever, als bepaald in de voor<br />
de sector geldende desbetreffende collectieve<br />
19
20<br />
arbeidsovereenkomsten, berekend worden<br />
op basis van een voltijds loon. De aanvullende<br />
vergoeding wordt geproratiseerd met de<br />
verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse<br />
tewerkstelling over de gehele loopbaan.<br />
Deze regeling doet geen afbreuk aan<br />
gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op<br />
het vlak van de onderneming bestaan.<br />
Terugkomst uit zwangerschaps- of<br />
moederschapsverlof<br />
Artikel 16<br />
Na afloop van het zwangerschaps- of<br />
moederschapsverlof heeft de bediende het<br />
recht terug te keren naar haar functie of naar een<br />
gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform<br />
haar arbeidsovereenkomst.<br />
functieclassificatie<br />
Artikel 17<br />
De paritaire werkgroep functieclassificatie<br />
tot actualisering en verfijning van de<br />
niveaukenmerken en de voorbeeldfuncties van<br />
de huidige functieklassen, zonder afbreuk te<br />
doen aan de bestaande functieclassificaties op<br />
ondernemingsvlak, zal zijn werkzaamheden verder<br />
zetten met het oog op het afronden van deze<br />
actualisering tegen 31 december <strong>2012</strong>.<br />
overleg en sociale vrede<br />
Artikel 19.<br />
Met inachtneming van de sociale vrede en<br />
van de procedures eigen aan de scheikundige<br />
nijverheid, erkennen de ondertekenende<br />
partijen namens hun mandaatgevers, dat zij<br />
voor de materies die deel uitmaken van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten aan elkaars<br />
verwachtingen hebben voldaan.<br />
Zij is gesloten te goeder trouw, en de<br />
ondertekenende partijen verbinden er zich toe<br />
om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als<br />
naar de geest.
5<br />
Handelsvertegenwoordigers<br />
1. de minimumwedde voor handelsvertegenwoordigers.<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden die, overeenkomstig artikel<br />
4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />
arbeidsovereenkomsten, onder het statuut<br />
van handelsvertegenwoordiger ressorteren.<br />
Artikel 2<br />
Daar de functie van handelsvertegenwoordiger<br />
niet tot de functies behoort welke zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies<br />
vastgesteld door dit Paritair Comité,<br />
wordt er overeengekomen dat er voor de<br />
handelsvertegenwoordigers een specifiek<br />
minimumloon vastgelegd wordt.<br />
Voor de handelsvertegenwoordigers is,<br />
vanaf 1 juni 2011, het loon ten minste gelijk<br />
aan de vastgestelde sectorale minimum<br />
ervaringsmaandlonen voor de bedienden<br />
van categorie 4A, zoals vastgesteld door de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari<br />
2010 betreffende het verloningssysteem voor<br />
de bepaling van de minimum maandlonen en<br />
de maandwedden, gesloten op in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid (KB van 12 januari 2011, BS<br />
10.02.2011).<br />
Het minimumloon wordt maandelijks als<br />
voorschot op het eventueel commissieloon<br />
betaald en de eindrekening wordt op het<br />
einde van elk jaar vastgelegd op basis van de<br />
lonen berekend op een gemiddelde van twaalf<br />
maanden.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />
werking op 1 juni 2011 en wordt gesloten voor<br />
onbepaalde duur.<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />
der partijen worden opgezegd mits een<br />
opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />
bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />
de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />
termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />
de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />
voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />
geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />
de hoogte van deze opzegging.<br />
21
22<br />
2. Eindejaarspremie - specifieke regeling voor de handelsvertegenwoordigers<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden die, overeenkomstig artikel<br />
4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />
arbeidsovereenkomsten, onder het statuut van<br />
handelsvertegenwoordiger ressorteren.<br />
Toekenningsmodaliteiten<br />
Artikel 2<br />
Door de werkgever wordt een eindejaarspremie<br />
toegekend aan de in artikel 1 bedoelde<br />
bedienden die :<br />
a) op 31 december van het lopend jaar ten<br />
minste zes maanden anciënniteit tellen in<br />
de onderneming;<br />
b) krachtens een arbeidsovereenkomst<br />
voor bedienden zijn verbonden met de<br />
onderneming op het ogenblik van de<br />
betaling van de premie.<br />
Artikel 3<br />
De eindejaarspremie die toegekend wordt aan<br />
de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
bedoelde bedienden, wordt als<br />
volgt vastgesteld:<br />
vanaf het jaar 2011, en uiterlijk betaalbaar, wat<br />
de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar<br />
2011, in januari <strong>2012</strong>, wordt door de werkgever<br />
een eindejaarspremie toegekend gelijk aan<br />
100 % van het tot 2.106,30 EUR begrensd bruto<br />
maandloon (vaste wedde vermeerderd met<br />
eventuele gemiddelde commissielonen) van<br />
december 2011.<br />
Voor de handelsvertegenwoordiger, waarvan de<br />
wedde geheel of gedeeltelijk samengesteld is<br />
uit commissielonen, wordt de premie berekend<br />
op het maandgemiddelde van dit loon van de<br />
laatste twaalf maanden.<br />
Deze toekenning gebeurt in voorafname en/of<br />
na verrekening van alle andere, volgens<br />
bedrijfseigen-modaliteiten, geldelijke of in geld<br />
waardeerbare toegekende voordelen, welke<br />
ook hun benaming weze, waarop de werknemer<br />
ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten<br />
laste van de werkgever.<br />
Artikel 4<br />
De bedienden die voldoen aan de in artikel 2<br />
vermelde voorwaarden, hebben recht op de<br />
premie naar rato van één twaalfde van het<br />
bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het<br />
beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot<br />
31 december.<br />
Artikel 5<br />
In geval van indiensttreding vóór de 16 e dag van<br />
de maand, wordt deze maand gelijkgesteld met<br />
een volledig gewerkte maand.<br />
De maand tijdens welke de arbeidsovereenkomst<br />
voor bedienden wordt beëindigd,<br />
wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte<br />
maand voor zover de overeenkomst wordt<br />
beëindigd na de 15 e dag van de maand.<br />
Afwijkingen<br />
Artikel 6<br />
De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst<br />
tijdens het beschouwde dienstjaar wordt<br />
beëindigd, met uitsluiting van deze welke zelf<br />
ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens<br />
één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op<br />
het einde van de arbeidsovereenkomst, en met<br />
uitsluiting van deze welke door de werkgever<br />
worden ontslagen om dringende reden, genieten<br />
de premie naar rato van het aantal maanden<br />
werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar,<br />
voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen<br />
in de onderneming op het ogenblik dat de<br />
opzegging wordt betekend.<br />
Artikel 7<br />
De gepensioneerde bedienden alsmede de<br />
rechtverkrijgenden van een overleden bediende,<br />
genieten de premie onder dezelfde voorwaarden<br />
als vermeld in artikel 6.<br />
Onder “rechtverkrijgenden” wordt verstaan:<br />
• de overlevende echtgenoot;<br />
• bij zijn ontstentenis, de minderjarige<br />
kinderen van de overledene die met hem<br />
samenwoonden;
• bij hun ontstentenis, de ouders van de<br />
overledene, wier steun hij was.<br />
gelijkstellingen<br />
Artikel 8<br />
Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid:<br />
• de afwezigheden te wijten aan een<br />
beroepsziekte, een arbeidsongeval of<br />
ongeval overkomen op de weg naar of van<br />
het werk, tot een maximumduur van twaalf<br />
maanden en voor zover zij erkend zijn door<br />
het verzekeringsorganisme;<br />
• de afwezigheden wegens ziekte of<br />
zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd<br />
door een medisch getuigschrift en erkend<br />
door het verzekeringsorganisme, tot een<br />
maximumperiode van zes maanden;<br />
• de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke<br />
feestdagen, de gerechtvaardigde<br />
afwezigheden “kort verzuim”,<br />
de afwezigheden in het kader van de<br />
wetgeving betreffende het educatief verlof<br />
en van de sociale promotie, de syndicale<br />
verlofdagen en het verlof voor het uitoefenen<br />
van een deeltijds politiek mandaat.<br />
Slotbepalingen<br />
Artikel 9<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsbetrekkingen doen geen afbreuk aan<br />
de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de<br />
ondernemingen bestaan.<br />
Artikel 10<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst Deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
12 mei 2009 gesloten in het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, betreffende een specifieke<br />
regeling van eindejaarspremie voor de<br />
handelsvertegenwoordigers, algemeen<br />
verbindend verklaard bij koninklijk besluit van<br />
21 februari 2010 gepubliceerd in het Belgisch<br />
Staatsblad van 8 april 2010. Zij treedt in werking<br />
op 1 januari 2011 en wordt gesloten voor<br />
onbepaalde duur.<br />
Zij kan door één van de contracterende partijen<br />
worden opgezegd, mits een opzegging van<br />
drie maanden wordt betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid, die de partijen ervan<br />
op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />
23
24<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, en op de bedienden waarvan de<br />
functies opgenomen zijn in de classificatie der<br />
functies, vastgesteld bij de overeenkomst van<br />
17 januari 1947, gesloten in de schoot van de<br />
nationale paritaire sectie van de bedienden der<br />
scheikundige nijverheid en bekrachtigd door het<br />
Nationaal Paritair Subcomité van de nijverheid en<br />
het Nationaal Paritair Comité der bedienden.<br />
Artikel 2.<br />
De bedienden verbonden aan de productiecyclus<br />
volgen de arbeidstijdregeling van de werklieden.<br />
De maximum gemiddelde wekelijkse arbeidsduur<br />
van de administratieve bedienden, berekend op<br />
jaarbasis, wordt op 39 uur gebracht vanaf 1 juli<br />
1987 en op 38 uur vanaf 1 april 1988.<br />
6<br />
Arbeidsduur<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 1987.<br />
Artikel 3.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
deze van 14 november 1977, gesloten in<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, betreffende de<br />
arbeidsduur, algemeen verbindend verklaard<br />
bij koninklijk besluit van 27 april 1978 (Belgisch<br />
Staatsblad van 30 augustus 1978) en is gesloten<br />
voor een onbepaalde tijd.<br />
Zij treedt in werking op 1 juli 1987 en kan slechts<br />
door één van de partijen worden opgezegd, ten<br />
vroegste vanaf het vervallen van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst 1987-1988 voor de<br />
bedienden van de scheikundige nijverheid<br />
gesloten op 19 december 1986, mits een<br />
opzegging van drie maanden wordt betekend<br />
bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />
de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid, die de<br />
partijen ervan op de hoogte stelt.
7<br />
Verlenging van het conventioneel<br />
brugpensioen vanaf 58 jaar<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />
Artikel 1 - Voorwerp<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
heeft tot doel, de regeling van aanvullende<br />
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde<br />
werknemers indien zij worden ontslagen,<br />
overeenkomstig de modaliteiten voorzien<br />
in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />
17 van 19 december 1974 gesloten in de<br />
Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei<br />
1991 (KB 13 september 1991, BS 15 november<br />
1991), en verlengd door de collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten van 18 juni 1993 (KB 23<br />
maart 1994, BS 3 mei 1994), 20 juni 1995 (KB 22<br />
januari 1996, BS 14 februari 1996), 25 juni 1997<br />
(KB 31 mei 2001, BS 26 juli 2001), 4 mei 1999 (KB<br />
31 mei 2001, BS 25 juli 2001), van 14 mei 2001<br />
(KB 17 juli 2002, BS 12 oktober 2002), van 10 juni<br />
2003 (KB 29 februari 2004, BS 26 maart 2004), 28<br />
juni 2005 (KB 6 december 2004, BS 27 december<br />
2005), van 27 november 2006 (KB 27 april 2007,<br />
BS 6 juni 2007), 26 juni 2007 (KB 2 juli 2008, BS<br />
9 oktober 2008) en 12 mei 2009 (KB 4 maart<br />
2010; BS 19/05/2010) gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen<br />
van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2013.<br />
Artikel 2 - Toepassingsgebied<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />
toepassing:<br />
1 op de werkgevers van de ondernemingen<br />
die ressorteren onder de bevoegdheid<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid, die niet<br />
gebonden zijn door een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst gesloten voor<br />
een onderneming, voor een groep van<br />
ondernemingen, voor een gewest of een<br />
subsector, tot instelling van een regeling<br />
van aanvullende vergoeding ten gunste van<br />
sommige bejaarde werknemers in geval van<br />
ontslag;<br />
2 op de werknemers gebonden met hun<br />
werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />
van bediende<br />
Artikel 3 - modaliteiten<br />
De in artikel 1 van onderhavige collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />
aanvullende vergoeding wordt uitgebreid tot de<br />
bedienden die beoogd zijn in artikel 2 van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst en die :<br />
1 de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt<br />
of zullen bereiken uiterlijk op 31 maart 2011;<br />
2 voldoen aan de ter zake geldende<br />
voorwaarden voorzien in het koninklijk<br />
besluit van 7 december 1992 betreffende de<br />
toekenning van werkloosheidsuitkeringen<br />
in geval van conventioneel brugpensioen<br />
(Belgisch Staatsblad van 11 december 1992)<br />
en het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot<br />
regeling van het conventioneel brugpensioen<br />
in het kader van het generatiepact (Belgisch<br />
Staatsblad van 8 juni 2007);<br />
3 ontslagen worden, behoudens wegens<br />
dringende reden zoals bedoeld<br />
in de wetgeving betreffende de<br />
arbeidsovereenkomsten.<br />
De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />
door hun werkgever uitgenodigd worden tot een<br />
onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />
17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; er zal,<br />
desgevallend, tot de ontslagprocedure worden<br />
overgegaan.<br />
Om te genieten van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />
bedienden hun akkoord moeten betuigen met<br />
de opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82,<br />
§ 2, 1ste en 2de lid van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch<br />
Staatsblad van 22 augustus 1978), zijnde met<br />
een opzeggingstermijn van drie maanden per<br />
voltooide of begonnen schijf van vijf jaar dienst<br />
bij de door het in het vorige lid van dit artikel<br />
beoogde werkgever.<br />
Artikel 4<br />
Voor de betrokken bedienden en zonder afbreuk<br />
te doen aan artikel 3 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, gelden dezelfde<br />
voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />
25
26<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.<br />
De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />
werkgever zal berekend worden zoals bepaald<br />
in de artikelen 5, 6 en 7 van de voornoemde<br />
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van<br />
de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze<br />
aanvullende vergoeding gelijk zijn aan de<br />
helft van het verschil tussen het netto begrens<br />
referteloon van de betrokken bediende en de<br />
werkloosheidsuitkering die hem zal toegekend<br />
worden.<br />
Artikel 5<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt, overeenkomstig de<br />
bepalingen van de voornoemde collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de<br />
Nationale Arbeidsraad toegekend.<br />
Artikel 6<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />
Dit bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad :<br />
• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />
van de consumptieprijzen volgens de<br />
modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />
werkloosheidsuitkeringen;<br />
• herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt<br />
door de Nationale Arbeidsraad,<br />
jaarlijks vastgesteld in functie van de evolutie<br />
van de regelingslonen.<br />
Artikel 7<br />
De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />
verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />
onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />
hernemen.<br />
In geval van werkhervatting bij een andere<br />
werkgever of als zelfstandige zal de hoger<br />
genoemde aanvullende vergoeding,<br />
overeenkomstig de bepalingen van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />
doorbetaald worden.<br />
Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />
de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />
de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />
Artikel 8 - duur<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />
in werking op 1 april 2011 en eindigt op<br />
31 maart 2013.
8<br />
Conventioneel brugpensioen vanaf<br />
56 jaar met minstens 40 jaar loopbaan<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />
doel, de regeling van aanvullende vergoeding<br />
ten gunste van sommige bejaarde werknemers<br />
indien zij worden ontslagen, overeenkomstig<br />
de bepalingen voorzien in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december<br />
2007, ter uitvoering van het Interprofessioneel<br />
Akkoord van 2 februari 2007, collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 96 van 20 februari<br />
2009, ter uitvoering van het Interprofessioneel<br />
Akkoord van 22 december 2008 en collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december<br />
1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, voor<br />
een bepaalde duur in te stellen van 1 januari<br />
2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>, volgens de<br />
hierna volgende modaliteiten.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
Artikel 3<br />
De in artikel 1 van onderhavige collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />
aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />
bedienden die:<br />
1 de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt<br />
of zullen bereiken op het ogenblik van de<br />
beëindiging van hun arbeidsovereenkomst<br />
en uiterlijk op 31 december <strong>2012</strong>;<br />
2 die op het ogenblik van de beëindiging<br />
van de arbeidsovereenkomst een<br />
beroepsverleden van ten minste 40 jaar als<br />
loontrekkende kunnen laten gelden;<br />
3 voldoen aan de ter zake geldende<br />
voorwaarden voorzien in de wetgeving<br />
terzake en meer bepaald in het KB van 7<br />
december 1992 betreffende de toekenning<br />
van werkloosheidsuitkeringen in geval<br />
van conventioneel brugpensioen (BS van<br />
11.12.1992), het KB van 3 mei 2007 tot<br />
regeling van het conventioneel brugpensioen<br />
in het kader van het generatiepact (BS van<br />
08.06.2007), in de artikelen 45 tot en met 47<br />
van de Wet houdende aanpassing van<br />
de wet van 1 februari 2011 houdende<br />
verlenging van de crisismaatregelen en<br />
uitvoering van het interprofessioneel<br />
akkoord, en tot uitvoering van het<br />
compromis van de regering met betrekking<br />
tot het ontwerp<br />
van interprofessioneel akkoord;<br />
4 ontslagen worden, behoudens<br />
wegens dringende reden, en dit volgens<br />
de modaliteiten zoals vastgesteld in<br />
de Wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten.<br />
Om te genieten van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />
bedienden die vallen onder artikel 82 § 3<br />
of artikel 82 § 5 van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />
echter hun akkoord moeten betuigen met de<br />
opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82 § 2,<br />
eerste en tweede lid van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde<br />
met een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar<br />
dienst bij de in de laatste alinea van dit artikel<br />
beoogde werkgever.<br />
De bedienden die vallen onder artikel 86/2,<br />
§ 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten moeten, om<br />
te kunnen genieten van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, hun akkoord betuigen<br />
met de opzegtermijn vastgesteld in artikel<br />
86/2, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten, tenzij ze, conform<br />
artikel 86/2, § 3, 2e alinea een kortere<br />
opzegtermijn hebben afgesproken.<br />
De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />
27
28<br />
door de werkgever uitgenodigd worden tot een<br />
onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />
17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal,<br />
desgevallend, tot de ontslagprocedure worden<br />
overgegaan.<br />
Artikel 4<br />
Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />
voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17, en in de artikelen 45 tot en met 47 van<br />
de Wet houdende aanpassing van de wet van<br />
1 februari 2011 houdende verlenging van<br />
de crisismaatregelen en uitvoering van het<br />
interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van<br />
het compromis van de regering met betrekking<br />
tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.<br />
De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />
werkgever zal berekend worden zoals bepaald in<br />
de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale<br />
Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende<br />
vergoeding gelijk zijn aan 50 %. van het verschil<br />
tussen de werkloosheidsuitkering en het netto<br />
referteloon van de bedienden.<br />
Artikel 5<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt overeenkomstig de<br />
bepalingen van de voornoemde collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de<br />
Nationale Arbeidsraad toegekend.<br />
Artikel 6<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />
Het bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad:<br />
• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />
van de consumptieprijzen volgens de<br />
modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />
werkloosheidsuitkeringen;<br />
• herzien overeenkomstig de<br />
herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale<br />
Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie<br />
van de evolutie van de regelingslonen.<br />
Artikel 7<br />
De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />
verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />
onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />
hernemen.<br />
In geval van werkhervatting bij een andere<br />
werkgever of als zelfstandige zal de<br />
bovengenoemde aanvullende vergoeding,<br />
overeenkomstig de bepalingen van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />
doorbetaald worden.<br />
Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />
de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />
de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />
Artikel 8<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />
in werking op 1 januari 2011 en eindigt op<br />
31 december <strong>2012</strong>.
9<br />
Conventioneel brugpensioen<br />
vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong><br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten overeenkomstig het koninklijk<br />
besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het<br />
conventioneel brugpensioen in het kader van het<br />
generatiepact (BS 08.06.2007), in uitvoering van<br />
art. 10 § 2 van het sectoraal akkoord 2011-<strong>2012</strong><br />
gesloten op mei 2011 in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is alleen<br />
maar van toepassing op de ondernemingen<br />
die hiermede op hun niveau instemmen,<br />
hetzij onder de vorm van een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst hetzij onder de vorm<br />
van een toetredingsakte tot deze sectorale<br />
collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />
doel de inrichting, voor een duur beperkt tot<br />
de periode die zich strekt van 1 januari 2011 tot<br />
en met 31 december <strong>2012</strong> en overeenkomstig<br />
de modaliteiten voorzien in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december<br />
1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, een<br />
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste<br />
van sommige bejaarde werknemers indien zij<br />
worden ontslagen.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />
Artikel 3<br />
A. Indien de toetreding gebeurt via een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst dient<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
te vermelden dat hij gesloten is in<br />
uitvoering van deze sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst; hij wordt voor<br />
neerlegging verzonden naar de Griffie<br />
van de Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid<br />
en Sociaal Overleg. Een afschrift van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter<br />
kennisgeving verzonden naar de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid die er de<br />
ondertekenaars van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van in kennis brengt;<br />
B. Indien de toetreding via toetredingsakte<br />
gebeurt, is de procedure als volgt:<br />
De toetreding gebeurt door de betekening<br />
van een toetredingsakte, waarvan een<br />
model in bijlage aan deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.<br />
Deze toetredingsakte dient door de<br />
werkgever aan elke bediende schriftelijk te<br />
worden meegedeeld. Gedurende acht dagen<br />
vanaf die schriftelijke mededeling stelt de<br />
werkgever een register ter beschikking van<br />
de bedienden waarin zij hun opmerkingen<br />
mogen schrijven.<br />
Deze toetredingsakte dient te vermelden<br />
dat zij opgemaakt is in uitvoering van deze<br />
sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Zij wordt - na de hierboven vermelde termijn<br />
van acht dagen en samen met het register<br />
- voor neerlegging verzonden naar de<br />
Griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />
Sociaal Overleg.<br />
Een afschrift van deze toetredingsakte<br />
evenals van het voornoemd register,<br />
wordt ter kennisgeving verzonden naar de<br />
voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
die er de ondertekenaars van deze sectorale<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van in<br />
kennis brengt.<br />
29
30<br />
Artikel 4<br />
De in artikel 1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />
aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />
bedienden die:<br />
1 de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt<br />
of zullen bereiken op het ogenblik van de<br />
beëindiging van hun arbeidsovereenkomst<br />
en uiterlijk op 31 december <strong>2012</strong>.<br />
2 voldoen aan de terzake geldende wettelijke<br />
voorwaarden: bijgevolg zullen de betrokken<br />
bedienden een beroepsverleden als<br />
loontrekkende van 33 jaar moeten kunnen<br />
rechtvaardigen evenals minimaal 20 jaar<br />
gewerkt te hebben in een arbeidsregime<br />
zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op<br />
23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad.<br />
Bovendien zullen de betrokken bedienden<br />
ten minste 5 jaar anciënniteit in de<br />
onderneming moeten bewijzen;<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst of<br />
de toetredingsakte kan deze anciënniteitvoorwaarde<br />
in de onderneming brengen<br />
op maximaal 20 jaar.<br />
3 ontslagen worden, behoudens wegens<br />
dringende reden, en dit volgens de<br />
modaliteiten zoals vastgesteld in de<br />
Wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />
arbeidsovereenkomsten.<br />
Om te genieten van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />
bedienden die vallen onder artikel 82 § 3<br />
of artikel 82 § 5 van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />
echter hun akkoord moeten betuigen met de<br />
opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82 § 2,<br />
eerste en tweede lid van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde<br />
met een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar<br />
dienst bij de in de laatste alinea van dit artikel<br />
beoogde werkgever.<br />
De bedienden die vallen onder artikel 86/2,<br />
§ 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten moeten, om<br />
te kunnen genieten van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, hun akkoord betuigen<br />
met de opzegtermijn vastgesteld in artikel<br />
86/2, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten, tenzij ze, conform<br />
artikel 86/2, § 3, 2e alinea een kortere<br />
opzegtermijn hebben afgesproken.<br />
De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />
door de werkgever uitgenodigd worden tot een<br />
onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />
Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure<br />
worden overgegaan.<br />
Artikel 5<br />
Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />
voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.<br />
De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />
werkgever zal berekend worden zoals bepaald<br />
in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde<br />
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van<br />
de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze<br />
aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 % van<br />
het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en<br />
het netto begrensd referteloon van de bediende.<br />
Artikel 6<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt overeenkomstig de<br />
bepalingen van de voornoemde collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale<br />
Arbeidsraad toegekend.<br />
Artikel 7<br />
De in artikel 4 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />
vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />
Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad:<br />
• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />
van de consumptieprijzen volgens de<br />
modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />
werkloosheidsuitkeringen;<br />
• herzien overeenkomstig de<br />
herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale<br />
Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie<br />
van de evolutie van de regelingslonen.<br />
Artikel 8<br />
De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />
verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />
onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />
hernemen.<br />
In geval van werkhervatting bij een andere<br />
werkgever of als zelfstandige zal de<br />
hogergenoemde aanvullende vergoeding,<br />
overeenkomstig de bepalingen van de
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />
doorbetaald worden.<br />
Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />
de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />
de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />
Artikel 9<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />
in werking op 1 januari 2011 en eindigt op 31<br />
december <strong>2012</strong>.<br />
Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen<br />
vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong> - model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 3 B van deze<br />
sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />
Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong> voor de bedienden met 33 jaar<br />
beroepsverleden als loontrekkende en minimaal 20 jaar prestaties in een arbeidsregime zoals bedoeld<br />
in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad evenals minstens<br />
5 jaar anciënniteit in de onderneming. (1)<br />
(1) Deze anciënniteit van 5 jaar in de onderneming mag door de werkgever, mits een uitdrukkelijke vermelding door de<br />
werkgever in punt II van deze toetredingsakte, tot maximum 20 jaar worden gebracht. Indien de werkgever de toegang<br />
tot dit conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van supplementaire voorwaarden dient hij ze eveneens<br />
uitdrukkelijk te vermelden in punt II van deze toetredingsakte.<br />
1 identiteit van de onderneming<br />
1.1 Naam en voornaam of firmanaam ...................................................................<br />
1.2 Woonplaats of sociale zetel<br />
straat ................................................................................nr ............<br />
postnummer .....................gemeente .......................................................<br />
1.3 Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel)<br />
Straat ................................................................................nr ............<br />
postnummer ......................gemeente .......................................................<br />
1.4 Telefoon .................................Fax .......................................................<br />
1.5 Identiteit van de ondertekenaar .....................................................................<br />
functie ..............................................................................................<br />
1.6 Nr. Paritair Comité ...................................................................................<br />
1.7 Inschrijvingsnummer bij de RSZ .....................................................................<br />
31
32<br />
2 Toetredingsverklaring<br />
Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van art. 3 B van de sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong><br />
gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
waarvan een kopij bijgevoegd is bij deze toetredingsakte.<br />
De ondergetekende werkgever verklaart toe te treden bij voornoemde sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst gesloten op 1 juli 2011 in de schoot van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid en die de periode van 1 januari 2011 tot 31 december <strong>2012</strong> dekt.<br />
3 Verbintenissen<br />
De ondergetekende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte ter raadpleging aan de bedienden<br />
werd voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
4 Procedure<br />
Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt III hierboven vermelde raadpleging, samen<br />
met het register vermeld in art. 3 B van de hoger vermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst,<br />
voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />
van de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid en Sociaal Overleg.<br />
Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register,<br />
ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van in kennis brengt.<br />
Opgemaakt te ......................................op .................................................<br />
(ondertekening, identiteit en functie van de ondertekenaar)
Collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
1 juli 2011<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten overeenkomstig de Economische<br />
Herstelwet van 27 maart 2009 (BS 07.04.2009),<br />
in uitvoering van art. 10 §4 van het sectoraal<br />
akkoord 2011-<strong>2012</strong> gesloten op 10 mei 2011 in<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is alleen<br />
maar van toepassing op de ondernemingen<br />
die hiermede op hun niveau instemmen,<br />
hetzij onder de vorm van een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst hetzij onder de vorm van<br />
een toetredingsakte tot deze sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />
doel de inrichting, voor een duur beperkt tot<br />
de periode die zich strekt van 1 januari 2011 tot<br />
en met 31 december <strong>2012</strong> en overeenkomstig<br />
de modaliteiten voorzien in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993<br />
(KB 30 juli 1994; BS 10.08.1994; gewijzigd door<br />
het KB van 3 april 1997, BS 13.05.1997) gesloten<br />
in de Nationale Arbeidsraad, een regeling<br />
van aanvullende vergoeding ten gunste van<br />
sommige oudere werknemers, in geval van<br />
halvering van hun voltijdse arbeidsprestaties.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
10<br />
Halftijds conventioneel<br />
brugpensioen vanaf 55 jaar<br />
Artikel 3<br />
De toetredingsprocedure tot onderhavige<br />
collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt<br />
vastgesteld :<br />
A Indien de toetreding gebeurt via een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst dient<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
te vermelden dat hij gesloten is in<br />
uitvoering van deze sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst; hij wordt voor<br />
neerlegging verzonden naar de Griffie<br />
van de Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid<br />
en Sociaal Overleg. Een afschrift van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter<br />
kennisgeving verzonden naar de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid die er de<br />
ondertekenaars van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van in kennis brengt;<br />
B Indien de toetreding via toetredingsakte<br />
gebeurt is de procedure als volgt :<br />
De toetreding gebeurt door de betekening<br />
van een toetredingsakte, waarvan een<br />
model in bijlage aan deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.<br />
Deze toetredingsakte dient door de<br />
werkgever aan elke bediende schriftelijk te<br />
worden meegedeeld. Gedurende acht dagen<br />
vanaf die schriftelijke mededeling stelt de<br />
werkgever een register ter beschikking van<br />
de bedienden waarin zij hun opmerkingen<br />
mogen schrijven.<br />
Deze toetredingsakte dient te vermelden<br />
dat zij opgemaakt is in uitvoering van deze<br />
sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Zij wordt - na de hierboven vermelde termijn<br />
van acht dagen en samen met het register<br />
- voor neerlegging verzonden naar de<br />
Griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />
Sociaal Overleg.<br />
Een afschrift van deze toetredingsakte<br />
evenals van het voornoemd register,<br />
33
34<br />
wordt ter kennisgeving verzonden naar de<br />
voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
die er de ondertekenaars van deze sectorale<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van in<br />
kennis brengt.<br />
Artikel 4<br />
De in artikel 1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />
aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />
bedienden die :<br />
1 de leeftijd van 55 jaar en meer hebben<br />
bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31<br />
december <strong>2012</strong>;<br />
2 voldoen aan de terzake geldende wettelijke<br />
voorwaarden;<br />
3 met hun werkgever een akkoord bereiken om<br />
hun arbeidsprestaties te halveren.<br />
Artikel 5<br />
Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />
voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />
de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.<br />
Artikel 6<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in<br />
werking op 1 januari 2011 en eindigt op<br />
31 december <strong>2012</strong>.
Bijlage - model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 3, B van deze sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst<br />
halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar<br />
1 identiteit van de onderneming<br />
1.1 Naam en voornaam of firmanaam ...................................................................<br />
1.2 Woonplaats of sociale zetel<br />
straat ................................................................................nr ............<br />
postnummer .....................gemeente .......................................................<br />
1.3 Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel)<br />
straat ................................................................................nr ............<br />
postnummer ......................gemeente .......................................................<br />
1.4 Telefoon .................................Fax .......................................................<br />
1.5 Identiteit van de ondertekenaar .....................................................................<br />
functie ..............................................................................................<br />
1.6 Nummer Paritair Comité .............................................................................<br />
1.7 Inschrijvingsnummer bij de RSZ .....................................................................<br />
2 Toetredingsverklaring<br />
Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van artikel 3,B van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst met betrekking tot het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar in 2011<br />
en <strong>2012</strong> gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
en waarvan een kopij bijgevoegd is bij deze toetredingsakte.<br />
De ondergetekende werkgever verklaart toe te treden, voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31<br />
december <strong>2012</strong>, tot de in het eerste lid vermelde collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot het<br />
halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid (1).<br />
1) Indien de werkgever de toegang tot het halftijds conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van<br />
supplementaire voorwaarden (vb. anciënniteit in de onderneming), dient hij dit uitdrukkelijk te vermelden in punt II van<br />
deze toetredingsakte.<br />
3 Verbintenis<br />
De ondergetekende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte ter raadpleging aan de bedienden<br />
werd voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
35
36<br />
4 Procedure<br />
Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt III hierboven vermelde raadpleging, samen<br />
met het register vermeld in art. 3 B van de hoger vermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst,<br />
voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />
van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.<br />
Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register,<br />
ter kennisgeving verzonden naar de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van in kennis brengt.<br />
Opgemaakt te ......................................op .................................................<br />
(ondertekening, identiteit en functie van de ondertekenaar)
11<br />
Minimumbarema en de maandwedden<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
Artikel 2<br />
Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> worden de minimum<br />
ervaringsmaandlonen, vastgelegd door de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari<br />
2010 (KB 12 januari 2011; BS 10.02.2011),<br />
gesloten in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
betreffende het verloningssysteem voor de<br />
bepaling van de minimum maandlonen en<br />
de maandwedden, dat van kracht is op 31<br />
december 2011, verhoogd met 0,3 % (zie<br />
minimumbarema in bijlage aan deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst).<br />
Artikel 3<br />
Bij een eventuele verhoging van het gemiddeld<br />
minimum maandinkomen, in toepassing van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43 tot<br />
43 octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />
worden slechts de bedragen die onder dit<br />
nieuwe minimum vallen verhoogd tot dat<br />
minimum.<br />
Artikel 4<br />
De in artikelen 2 en 3 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst vermelde minima<br />
zijn gekoppeld aan het indexcijfer van<br />
de consumptieprijzen overeenkomstig<br />
de bepalingen van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006,<br />
gesloten in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
tot koppeling van de bezoldigingen aan het<br />
indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />
Zij stemmen overeen met het spilindexcijfer<br />
114,08 (basis 2004 = 100).<br />
Weddeverhogingen<br />
Artikel 5<br />
De maandwedde van de bedienden op<br />
31 december 2011, effectief uitbetaald in<br />
ondernemingen die aangaande de eventuele<br />
verhoging van de koopkracht voor de periode<br />
2011-<strong>2012</strong> niet gebonden zijn door een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst over loon en<br />
arbeidsvoorwaarden gesloten overeenkomstig<br />
de bepalingen van de Wet van 5 december<br />
1968 betreffende de Paritaire Comités en de<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten, zal verhoogd<br />
worden met 0,3% op 1 januari <strong>2012</strong>.<br />
Deze verhoging met 0,3 % gebeurt evenwel na<br />
verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />
verhogingen van de maandwede en/of andere<br />
voordelen die, met uitzondering van deze ten<br />
gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS<br />
13.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />
aan het indexcijfer der consumptieprijzen,<br />
zouden toegekend worden aan de baremieke<br />
bedienden tijdens de duur van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun<br />
brutowaarde aan te rekenen op de verhoging<br />
bepaald door huidige overeenkomst.<br />
Artikel 6<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />
werking op 1 juli 2011 en wordt gesloten voor<br />
onbepaalde duur.<br />
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
kunnen door elk der partijen<br />
worden opgezegd mits een opzeggingstermijn<br />
van drie maanden, betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid. De termijn van<br />
drie maanden begint te lopen vanaf de datum<br />
waarop de aangetekende brief aan de voorzitter<br />
wordt toegezonden. De poststempel geldt als<br />
bewijs. De voorzitter stelt de partijen op de<br />
hoogte van deze opzegging.<br />
37
38<br />
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />
Minimum ervaringsmaandlonen vanaf 1 maart 2011<br />
geldig tussen de spilindexcijfers 114,08 en 116,36 (basis 2004=100)<br />
Ervaringsjaren cat1 cat2 cat3 cat4a cat4b<br />
0 € 1.596,16 € 1.630,77<br />
1 € 1.606,94 € 1.643,55 € 1.668,23<br />
2 € 1.617,61 € 1.656,40 € 1.688,02<br />
3 € 1.628,33 € 1.669,11 € 1.707,71 € 1.812,14<br />
4 € 1.639,13 € 1.682,03 € 1.727,65 € 1.834,86 € 1.956,07<br />
5 € 1.649,88 € 1.694,82 € 1.747,44 € 1.857,64 € 1.981,94<br />
6 € 1.660,55 € 1.707,61 € 1.767,38 € 1.880,46 € 2.007,72<br />
7 € 1.671,26 € 1.720,45 € 1.787,09 € 1.903,19 € 2.033,56<br />
8 € 1.682,03 € 1.733,42 € 1.806,98 € 1.925,98 € 2.059,28<br />
9 € 1.692,74 € 1.746,11 € 1.826,84 € 1.948,72 € 2.085,25<br />
10 € 1.703,38 € 1.758,95 € 1.846,67 € 1.971,48 € 2.111,11<br />
11 € 1.714,15 € 1.771,69 € 1.866,42 € 1.994,32 € 2.136,78<br />
12 € 1.724,93 € 1.784,59 € 1.886,33 € 2.017,11 € 2.162,61<br />
13 € 1.735,70 € 1.797,45 € 1.906,08 € 2.039,88 € 2.188,41<br />
14 € 1.746,38 € 1.810,26 € 1.925,86 € 2.062,72 € 2.214,26<br />
15 € 1.757,11 € 1.823,09 € 1.945,77 € 2.085,56 € 2.239,96<br />
16 € 1.767,76 € 1.835,98 € 1.965,62 € 2.108,20 € 2.265,88<br />
17 € 1.778,57 € 1.848,71 € 1.985,48 € 2.130,94 € 2.291,63<br />
18 € 1.789,31 € 1.861,49 € 2.005,29 € 2.153,83 € 2.317,50<br />
19 € 1.799,92 € 1.874,32 € 2.025,07 € 2.176,52 € 2.343,29<br />
20 € 1.810,73 € 1.887,19 € 2.044,86 € 2.199,34 € 2.369,08<br />
21 € 1.900,02 € 2.064,82 € 2.222,22 € 2.394,94<br />
22 € 2.084,55 € 2.245,01 € 2.420,78<br />
23 € 2.104,39 € 2.267,74 € 2.446,61<br />
24 € 2.124,32 € 2.290,54 € 2.472,42<br />
25 € 2.144,15 € 2.313,19 € 2.498,24<br />
26 € 2.163,96 € 2.336,08 € 2.524,07<br />
27 € 2.358,86 € 2.549,71<br />
28 € 2.381,58 € 2.575,67<br />
29 € 2.601,38
12<br />
Verloningssysteem voor de bepaling van<br />
de minimum maandlonen en de maandwedden<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2010<br />
hoofdstuk i Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
hoofdstuk ii Verloningssysteem op basis van<br />
relevante ervaring<br />
Een systeem van minimum<br />
ervaringsmaandlonen<br />
Artikel 2<br />
§ 1.Het verloningssysteem voorziet voor elk van<br />
de functiecategorieën (van 1 tot en met 4B),<br />
als bepaald in de classificatie der functies<br />
vastgesteld door dit paritair comité een<br />
minimum maandloon in functie van de relevante<br />
ervaring van de bediende.<br />
§ 2. Het verloningssysteem opgenomen in de<br />
tabel in bijlage van de onderhavige collectieve<br />
arbeidsovereenkomst met vermelding van de<br />
minimum ervaringsmaandlonen stemt overeen<br />
met het spilindexcijfer 109,66 (basis 2004 = 100).<br />
§ 3. Het staat de ondernemingen vrij andere<br />
verloningssystemen verder te zetten, te wijzigen<br />
of te introduceren mits naleving van de in deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde<br />
minimum maandlonen.<br />
relevante ervaring<br />
Artikel 3<br />
§ 1. Onder relevante ervaring wordt verstaan<br />
iedere periode van professionele activiteit,<br />
uitgedrukt in volledige jaren (= periodes van<br />
12 maanden), als werknemer, zelfstandige,<br />
ambtenaar of tewerkgesteld met een<br />
leerovereenkomst en dit zowel binnen als<br />
buiten de sector van de scheikundige nijverheid<br />
en rekening houdend met de gelijkstellingen<br />
vermeld in § 2, 3, 4 van dit artikel.<br />
§ 2. Alle periodes van schorsing van de<br />
arbeidsovereenkomst worden gelijkgesteld met<br />
relevante ervaring met uitzondering van:<br />
a) Periodes van schorsing van de<br />
arbeidsovereenkomst zonder loonbehoud<br />
voor een periode van méér dan 1 maand<br />
(cumulatief op jaarbasis)<br />
b) Periodes van arbeidsongeschiktheid door<br />
ziekte (andere dan beroepsziekte) of privé<br />
ongeval van langer dan 1 jaar<br />
c) Periodes van voltijds tijdskrediet (andere dan<br />
thematische verloven) vanaf het tweede jaar<br />
§ 3. De periodes van uitkeringsgerechtigde<br />
werkloosheid worden gelijkgesteld met relevante<br />
ervaring met een geglobaliseerd maximum van<br />
1 jaar.<br />
Dit maximum geldt niet indien de betrokken<br />
bediende op het einde van deze periode van<br />
1 jaar een beroepsopleiding volgt via één van de<br />
gewestelijke arbeidsbemiddelingdiensten of via<br />
een door de sector erkend opleidingscentrum.<br />
In dat geval wordt de volledige periode van<br />
beroepsopleiding als uitkeringsgerechtigde<br />
werkloze gelijkgesteld met relevante ervaring.<br />
§ 4. De periode van studie aansluitend op de<br />
periode van leerplicht wordt gelijkgesteld met<br />
relevante ervaring met een maximum van 3 jaar.<br />
Voor diegene die een master diploma hebben<br />
behaald wordt dit maximum op 5 jaar gebracht.<br />
§ 5. Voor de bepaling van de relevante<br />
ervaring kunnen de verschillende periodes van<br />
professionele activiteit en/of gelijkstelling geen<br />
aanleiding geven tot cumul (of dubbeltelling)<br />
voor dezelfde tijdsperiode.<br />
§ 6. Voor de bepaling van de relevante ervaring<br />
wordt er geen onderscheid gemaakt tussen<br />
voltijdse of deeltijdse prestaties<br />
39
40<br />
§ 7. Voor de bepaling van de relevante ervaring<br />
wordt geen onderscheid gemaakt tussen<br />
relevante ervaring in België en in het buitenland<br />
Bepaling minimum ervaringsmaandloon op<br />
moment van indiensttreding<br />
Artikel 4<br />
§ 1. Op moment van indiensttreding wordt het<br />
minimum ervaringsmaandloon van de bediende<br />
vastgesteld op basis van relevante ervaring,<br />
als bepaald in bovenstaand artikel 3, en de<br />
functiecategorie waartoe de functie van de<br />
betrokken bediende behoort.<br />
§ 2. Voor de bepaling van het minimum<br />
ervaringsmaandloon op moment van<br />
indiensttreding wordt uitgegaan van volledige<br />
relevante ervaringsjaren (= periode van 12<br />
maanden). Het eventueel saldo aan relevante<br />
ervaringsmaanden resulteert in een extra<br />
ervaringsjaar indien dit saldo minstens 6<br />
maanden bedraagt.<br />
Evolutie van de minimum<br />
ervaringsmaandlonen<br />
Artikel 5<br />
§ 1. Vanaf de toekenning van het minimum<br />
ervaringsmaandloon op moment van<br />
indiensttreding maakt dit minimum maandloon<br />
telkens een ervaringsstap (=verhoging)<br />
wanneer de relevante ervaring, zoals bepaald<br />
in bovenstaand artikel 3, met 12 maanden is<br />
toegenomen volgens de tabel opgenomen in<br />
bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
en rekening houdend met § 4 van dit artikel.<br />
§ 2. De bedienden die in de 12 maanden tussen<br />
2 ervaringsstappen langer dan 1 maand hun<br />
arbeidsovereenkomst hebben geschorst zonder<br />
loonbehoud zullen, rekening houdend met § 4<br />
van dit artikel, recht hebben op een ervaringsstap<br />
gelijk aan de in het verloningssysteem voorziene<br />
ervaringsstap vermenigvuldigd met een breuk<br />
waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller<br />
gelijk aan het verschil tussen 12 en het aantal<br />
maanden schorsing zonder loonbehoud rekening<br />
houdend met de gelijkstelling van 1 maand, zoals<br />
omschreven in artikel 3§1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst).<br />
§ 3. In geval van overgang naar een hogere<br />
functiecategorie wordt het nieuwe minimum<br />
ervaringsmaandloon gekoppeld aan de nieuwe<br />
functie, met behoud van de relevante ervaring<br />
onmiddellijk toegekend (= horizontale stap).<br />
De volgende ervaringsstap zal gebeuren na<br />
12 maanden bijkomende relevante ervaring als<br />
bepaald in §1, rekening houdend met § 4 van<br />
dit artikel.<br />
§ 4. De in § 1, 2 en § 3 2e alinea en art.7 § 2<br />
vermelde ervaringsstappen worden effectief<br />
toegekend op 2 vaste momenten:<br />
a) Op 1 april van elk jaar voor de bedienden<br />
die in dienst gekomen zijn tussen 1 januari<br />
en 30 juni<br />
b) Op 1 oktober van elk jaar voor de bedienden<br />
die in dienst gekomen zijn tussen 1 juli en<br />
31 december<br />
overgangsbepalingen<br />
Artikel 6<br />
§ 1. Voor de werknemers die in dienst waren<br />
op 31 december 2009 wordt het aantal jaren<br />
relevante ervaring, uitgedrukt in volledige<br />
jaren, bepaald door het individuele minimum<br />
baremaloon en de individuele functiecategorie<br />
die van toepassing zijn op de betrokken<br />
bediende op 31 december 2009.<br />
§ 2. De daaropvolgende ervaringsstap<br />
(=verhoging) van het minimum<br />
ervaringsmaandloon gebeurt naargelang<br />
de relevante ervaring met 12 maanden is<br />
toegenomen, volgens de tabel opgenomen in<br />
bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
en rekening houdend met art.5 § 4.<br />
§ 3. De invoering van het nieuwe<br />
verloningssysteem op basis van relevante<br />
ervaring kan geen aanleiding geven tot<br />
een vermindering van het effectieve bruto<br />
maandloon van de bedienden die in dienst<br />
waren op 31 december 2009.<br />
hoofdstuk iii Studentenloon<br />
Artikel 7<br />
Voor de bedienden tewerkgesteld met een<br />
arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid<br />
bedraagt het minimum ervaringsmaandloon<br />
90% van het laagste minimum maandloon van<br />
de functiecategorie die overeenstemt met de<br />
functie die ze uitoefenen.
gelijkstellingen<br />
hoofdstuk iV Verhoging van het minimum<br />
ervaringsloon en maandwedde<br />
Verhoging van de minimum<br />
ervaringsmaandlonen<br />
Artikel 8<br />
Gezien de omvorming van het leeftijdsgebonden<br />
minimumbarema tot een verloningssysteem<br />
op basis van relevante ervaring en dit ingaande<br />
op 1 januari 2010 wordt het op 31 december<br />
2009 geldende minimumbarema in uitvoering<br />
van artikel 5 van het Nationaal Akkoord 2009-<br />
2010 voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid gesloten op 1 april 2009, verhoogd<br />
met 17,33 EUR/bruto vanaf 1 januari 2010. Deze<br />
bedragen worden overgenomen in de nieuwe<br />
tabel met de minimum ervaringsmaandlonen,<br />
opgenomen in bijlage van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Deze verhoging is eveneens van toepassing op<br />
de bedienden die op het moment van toepassing<br />
van deze verhoging minder dan 17,33 EUR/bruto<br />
boven het dan geldende leeftijdsgebonden<br />
minimumbarema worden betaald.<br />
Koppeling aan de index<br />
Artikel 9<br />
De in deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
vermelde minimum ervaringsmaandlonen<br />
zijn gekoppeld aan het indexcijfer van<br />
de consumptieprijzen overeenkomstig<br />
de bepalingen van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006,<br />
gesloten in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
tot koppeling van de bezoldigingen aan het<br />
indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />
Weddeverhogingen<br />
Artikel 10<br />
De ondernemingen die, aangaande de eventuele<br />
verhoging van de koopkracht voor de periode<br />
2009-2010, niet gebonden zijn door een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en<br />
arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig<br />
de bepalingen van de wet van 5 december<br />
1968 betreffende de paritaire comités en de<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op<br />
1 januari 2010, eenmalig, een totaalbedrag aan<br />
ecocheques, zoals bepaald in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale<br />
Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen<br />
per gebaremiseerde bediende, dat wil zeggen<br />
waarvan de functies zijn opgenomen in de<br />
classificatie der functies vastgesteld door<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, in dienst bij de<br />
werkgever op 1 januari 2010 ter waarde van<br />
250 EUR.<br />
Aan de deeltijdse bedienden worden ecocheques<br />
toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en<br />
onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse<br />
bedienden.<br />
De toekenning en/of de bepaling van het bedrag<br />
van deze ecocheques gebeurt evenwel na<br />
verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />
verhogingen van het loon en/of andere geldelijke<br />
of in geld waardeerbare voordelen die, met<br />
uitzondering van deze ten gevolge van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS 13<br />
november 2006), gesloten in het Paritair Comité<br />
voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid, betreffende de koppeling van<br />
de bezoldigingen aan het indexcijfer der<br />
consumptieprijzen, zouden toegekend worden<br />
aan de bedienden tijdens de duur van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun<br />
brutowaarde aan te rekenen op de verhoging<br />
bepaald door huidige overeenkomst.<br />
Dit artikel is niet van toepassing op de bedienden<br />
die genieten van de loonsverhogingen<br />
voorzien in artikel 9 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
hoofdstuk V Slotbepalingen<br />
Artikel 11<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
deze van 27 juli 2007 (KB 10 maart 2008; BS 29<br />
april 2008)12 mei 2009 gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, betreffende het minimumbarema en<br />
de maandwedden.<br />
Artikel 12<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />
in werking op 1 januari 2010 en wordt gesloten<br />
voor onbepaalde duur.<br />
41
42<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />
der partijen worden opgezegd mits een<br />
opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />
bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />
de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
De termijn van drie maanden begint te lopen<br />
vanaf de datum waarop de aangetekende<br />
brief aan de voorzitter wordt toegezonden.<br />
De poststempel geldt als bewijs. De voorzitter stelt<br />
de partijen op de hoogte van deze opzegging.
Bijlage Salarisevolutiesysteem<br />
Minimum ervaringsmaandlonen vanaf 1 januari 2010<br />
geldig tussen de spilindexcijfers 109,66 en 111,85 basis 2004 = 100)<br />
Ervaringsjaren cat1 cat2 cat3 cat4a cat4b<br />
0 € 1.534,18 € 1.567,44<br />
1 € 1.544,54 € 1.579,73 € 1.603,45<br />
2 € 1.554,79 € 1.592,08 € 1.622,47<br />
3 € 1.565,10 € 1.604,29 € 1.641,40 € 1.741,77<br />
4 € 1.575,48 € 1.616,72 € 1.660,56 € 1.763,61 € 1.880,12<br />
5 € 1.585,81 € 1.629,01 € 1.679,59 € 1.785,51 € 1.904,98<br />
6 € 1.596,07 € 1.641,30 € 1.698,75 € 1.807,44 € 1.929,75<br />
7 € 1.606,36 € 1.653,65 € 1.717,70 € 1.829,28 € 1.954,60<br />
8 € 1.616,72 € 1.666,11 € 1.736,81 € 1.851,20 € 1.979,31<br />
9 € 1.627,01 € 1.678,30 € 1.755,90 € 1.873,05 € 2.004,27<br />
10 € 1.637,24 € 1.690,65 € 1.774,96 € 1.894,92 € 2.029,14<br />
11 € 1.647,59 € 1.702,89 € 1.793,94 € 1.916,88 € 2.053,80<br />
12 € 1.657,95 € 1.715,29 € 1.813,08 € 1.938,78 € 2.078,64<br />
13 € 1.668,30 € 1.727,66 € 1.832,07 € 1.960,67 € 2.103,43<br />
14 € 1.678,57 € 1.739,96 € 1.851,08 € 1.982,62 € 2.128,27<br />
15 € 1.688,88 € 1.752,29 € 1.870,22 € 2.004,58 € 2.152,98<br />
16 € 1.699,12 € 1.764,69 € 1.889,29 € 2.026,33 € 2.177,89<br />
17 € 1.709,51 € 1.776,92 € 1.908,38 € 2.048,20 € 2.202,65<br />
18 € 1.719,83 € 1.789,21 € 1.927,42 € 2.070,20 € 2.227,51<br />
19 € 1.730,03 € 1.801,54 € 1.946,43 € 2.092,00 € 2.252,29<br />
20 € 1.740,42 € 1.813,91 € 1.965,45 € 2.113,94 € 2.277,09<br />
21 € 1.826,24 € 1.984,64 € 2.135,93 € 2.301,94<br />
22 € 2.003,61 € 2.157,83 € 2.326,77<br />
23 € 2.022,68 € 2.179,68 € 2.351,61<br />
24 € 2.041,83 € 2.201,60 € 2.376,41<br />
25 € 2.060,89 € 2.223,36 € 2.401,23<br />
26 € 2.079,93 € 2.245,36 € 2.426,06<br />
27 € 2.267,26 € 2.450,71<br />
28 € 2.289,10 € 2.475,66<br />
29 € 2.500,36<br />
Studentenloon: Voor de bedienden met een arbeidsovereenkomst voor studenten bedraagt<br />
het brutoloon 90% van 12 mei 2009het laagste loon van de klasse die overeenstemt met de functie<br />
43
44<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en op<br />
de bedienden waarvan de functies opgenomen<br />
zijn in de classificatie der functies, vastgesteld<br />
door dit paritair comité.<br />
Toekenningsmodaliteiten<br />
Artikel 2<br />
Door de werkgever wordt een eindejaarspremie<br />
toegekend aan de in artikel 1 bedoelde<br />
bedienden die :<br />
a) op 31 december van het lopend jaar ten<br />
minste zes maanden anciënniteit tellen in de<br />
onderneming;<br />
b) krachtens een arbeidsovereenkomst<br />
voor bedienden verbonden zijn met de<br />
onderneming op het ogenblik van de<br />
betaling van de premie.<br />
Artikel 3<br />
De minimum eindejaarspremie wordt vastgesteld<br />
op 100 pct. van het basisloon van de maand<br />
december.<br />
Artikel 4<br />
De bedienden die voldoen aan de in artikel<br />
2 vermelde voorwaarden, hebben recht op<br />
de premie naar rata van één twaalfde van het<br />
bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het<br />
beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot<br />
31 december.<br />
Artikel 5<br />
In geval van indiensttreding vóór de 16e van de<br />
maand, wordt deze maand gelijkgesteld met een<br />
volledig gewerkte maand.<br />
De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst<br />
voor bedienden wordt beëindigd,<br />
wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte<br />
maand voor zover de overeenkomst wordt<br />
13<br />
Eindejaarspremie<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />
beëindigd na de 15e van de maand.<br />
Afwijkingen<br />
Artikel 6<br />
De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst<br />
tijdens het beschouwde dienstjaar wordt<br />
beëindigd, met uitsluiting van deze welke zelf<br />
ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens<br />
één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op<br />
het einde van de arbeidsovereenkomst, en met<br />
uitsluiting van deze welke door de werkgever<br />
worden ontslagen om dringende reden, genieten<br />
de premie naar rato van het aantal maanden<br />
werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar,<br />
voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen<br />
in de onderneming op het ogenblik dat de<br />
opzegging wordt betekend.<br />
Artikel 7<br />
De gepensioneerde bedienden alsmede de<br />
rechtverkrijgenden van een overleden bediende,<br />
genieten de premie onder dezelfde voorwaarden<br />
als vermeld in artikel 6.<br />
Onder “rechtverkrijgenden” wordt verstaan :<br />
• de overlevende echtgenoot;<br />
• -bij zijn ontstentenis, de minderjarige<br />
kinderen van de overledene die met hem<br />
samenwoonden;<br />
• bij hun ontstentenis, de ouders van de<br />
overledene, wier steun hij was.<br />
gelijkstellingen<br />
Artikel 8<br />
Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid:<br />
• de afwezigheden te wijten aan een<br />
beroepsziekte, een arbeidsongeval of<br />
ongeval overkomen op de weg naar of van<br />
het werk, tot een maximumduur van twaalf<br />
maanden en voor zover zij erkend zijn door<br />
het verzekeringsorganisme;<br />
• de afwezigheden wegens ziekte of<br />
zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd<br />
door een medisch getuigschrift en erkend<br />
door het verzekeringsorganisme, tot een<br />
maximumperiode van zes maanden;
• de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke<br />
feestdagen, de gerechtvaardigde<br />
afwezigheden “kort verzuim”, de<br />
afwezigheden in het kader van de wetgeving<br />
betreffende het educatief verlof en van de<br />
sociale promotie, de syndicale verlofdagen<br />
en het verlof voor het uitoefenen van een<br />
deeltijds politiek mandaat.<br />
• het anciënniteitsverlof respectievelijk<br />
voorzien door de sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten van 28 juni 2005<br />
(K.B. 6.12.2005 – B.S. 2.01.2006) en van 12<br />
juli 2007 overeenkomstig het artikel 7 van<br />
het nationaal akkoord 2007-2008 gesloten<br />
op 2 mei 2007 in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Betalingsperiode<br />
Artikel 9<br />
De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25<br />
december van het lopend jaar.<br />
Slotbepalingen<br />
Artikel 10<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
laat desgevallend de op het vlak van de<br />
ondernemingen bestaande gunstiger stelsels<br />
onaangeroerd.<br />
Artikel 11<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
deze van 28 juni 2005, gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, betreffende de eindejaarspremie,<br />
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk<br />
besluit van 6 december 2005 (B.S. 2 januari 2006).<br />
Artikel 12<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />
in werking op 1 januari 2007 en wordt gesloten<br />
voor onbepaalde duur.<br />
Zij kan slechts door een van de contracterende<br />
partijen worden opgezegd, ten vroegste vanaf<br />
1 oktober 2008, mits een opzegging van drie<br />
maanden wordt betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid, die de partijen ervan<br />
op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs<br />
45
46<br />
14<br />
Koppeling van de bezoldigingen aan de index<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006.<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité, met<br />
uitzondering van de chemische ondernemingen<br />
van de groep “Unilever”.<br />
Artikel 2<br />
Het indexcijfer dat de schommelingen van<br />
de minimumloonschalen en de werkelijke<br />
lonen regelt, is het indexcijfer van de<br />
consumptieprijzen, dat wordt bekendgemaakt in<br />
het Belgisch Staatsblad.<br />
Commentaar : Sedert 1 januari 1994 en in<br />
toepassing van het koninklijk besluit van 24<br />
december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31<br />
december 1993) wordt de “afgevlakte” index,<br />
die gebruikt wordt voor de aanpassing van de<br />
lonen, berekend op basis van het prijsindexcijfer<br />
dat daartoe berekend wordt, de zogenaamde<br />
“gezondheidsindex”.<br />
Artikel 3<br />
De wijzigingen veroorzaakt volgens de<br />
modaliteiten voorzien in deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, zijn van toepassing op de<br />
minimumloonschalen alsook op de werkelijke<br />
lonen van de bedienden waarvan de functies<br />
zijn opgenomen in de classificatie der functies<br />
bedoeld in artikel 1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Theoretische indexcijfers<br />
Artikel 4<br />
Overeenkomstig de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr 87 gesloten in de<br />
Nationale Arbeidsraad op 25 januari 2006<br />
worden de indexcijfers, die vermeld zijn in de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart<br />
1998, gesloten in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />
aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, in<br />
de nieuwe basis 2004 = 100 omgerekend.<br />
Commentaar : De coëfficiënt 0,8790 dient<br />
toegepast worden op de theoretische indexcijfers<br />
van artikel 4 die overeenstemmen met de laatst<br />
bereikte spilindex (spilindex 115,24 in de basis<br />
1996=100). Dit vertrekpunt laat toe de theoretische<br />
indexcijfers te berekenen per schijven van 2 pct.,<br />
met toepassing van de afrondingen die voorzien<br />
zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 87<br />
van de Nationale Arbeidsraad. Deze theoretische<br />
indexcijfers laten vervolgens de berekening toe van<br />
de spilindexcijfers van artikel 5.<br />
Vanaf het indexcijfer 102,30 worden de<br />
minimumloonschalen en de werkelijke lonen<br />
met 2 pct. verhoogd telkens het indexcijfer van<br />
de consumptieprijzen met 2 pct. toeneemt.<br />
De indexcijfers welke een loonsverhoging<br />
teweegbrengen zijn dus theoretisch :<br />
98,32 x 1,02 = 100,29<br />
100,29 x 1,02 = 102,30<br />
102,30 x 1,02 = 104,35<br />
104,35 x 1,02 = 106,44<br />
106,44 x 1,02 = 108,57<br />
110,74 x 1,02 = 112,95<br />
112,95 x 1,02 = 115,21<br />
115,21 x 1,02 = 117,51<br />
117,51 x 1,02 = 119,86<br />
119,86 x 1,02 = 122,26<br />
122,26 x 1,02 = 124,71<br />
124,71 x 1,02 = 127,20<br />
127,20 x 1,02 = 129,74<br />
129,74 x 1,02 = 132,33<br />
132,33 x 1,02 = 134,98<br />
134,98 x 1,02 = 137,68<br />
137,68 x 1,02 = 140,43<br />
140,43 x 1,02 = 143,24<br />
143,24 x 1,02 = 146,10<br />
146,10 x 1,02 = 149,02<br />
149,02 x 1,02 = 152,00<br />
152,00 x 1,02 = 155,04<br />
155,04 x 1,02 = 158,14<br />
158,14 x 1,02 = 161,30<br />
161,30 x 1,02 = 164,53<br />
164,53 x 1,02 = 167,82
167,82 x 1,02 = 171,18<br />
171,18 x 1,02 = 174,60<br />
174,60 x 1,02 = 178,09<br />
178,09 x 1,02 = 181,65<br />
181,65 x 1,02 = 185,28<br />
referteïndexcijfers naar de stijging<br />
(spilindexcijfers)<br />
Artikel 5<br />
Nochtans, ten einde de achterstand van de<br />
lonen ten opzichte van het indexcijfer van de<br />
consumptieprijzen te voorkomen, worden de<br />
loonsverhogingen werkelijk toegepast wanneer<br />
de volgende indexcijfers, welke zich halverwege<br />
in de schijf van 2 pct. bevinden, worden bereikt,<br />
zijnde :<br />
(100,29+102,30) : 2 = 101,30<br />
(overschreden in april 2005 door de<br />
afgevlakte index)<br />
(102,30+104,35) : 2 = 103,33<br />
(104,35+106,44) : 2 = 105,40<br />
(106,44+108,57) : 2 = 107,51<br />
(108,57+110,74) : 2 = 109,66<br />
(110,74+112,95) : 2 = 111,85<br />
(112,95+115,21) : 2 = 114,08<br />
(115,21+117,51) : 2 = 116,36<br />
(117,51+119,86) : 2 = 118,69<br />
(119,86+122,26) : 2 = 121,06<br />
(122,26+124,71) : 2 = 123,49<br />
(124,71+127,20) : 2 = 125,96<br />
(127,20+129,74) : 2 = 128,47<br />
(129,74+132,33) : 2 = 131,04<br />
(132,33+134,98) : 2 = 133,66<br />
(134,98+137,68) : 2 = 136,33<br />
(137,68+140,43) : 2 = 139,06<br />
(140,43+143,24) : 2 = 141,84<br />
(143,24+146,10) : 2 = 144,67<br />
(146,10+149,02) : 2 = 147,56<br />
(149,02+152,00) : 2 = 150,51<br />
(152,00+155,04) : 2 = 153,52<br />
(155,04+158,14) : 2 = 156,59<br />
(158,14+161,30) : 2 = 159,72<br />
(161,30+164,53) : 2 = 162,92<br />
(164,53+167,82) : 2 = 166,18<br />
(167,82+171,18) : 2 = 169,50<br />
(171,18+174,60) : 2 = 172,89<br />
(174,60+178,09) : 2 = 176,35<br />
(178,09+181,65) : 2 = 179,87<br />
(181,65+185,28) : 2 = 183,47<br />
Deze cijfers worden “referteïndexcijfers naar de<br />
stijging” of “spilindexcijfers” genoemd. Wanneer<br />
deze indexcijfers zijn bereikt, worden de lonen<br />
met 1,02 vermenigvuldigd.<br />
referteïndexcijfers naar de daling<br />
Artikel 6<br />
In geval van daling van het indexcijfer van de<br />
consumptieprijzen worden de lonen verminderd,<br />
wanneer de volgende indexcijfers zijn bereikt:<br />
100,29 102,30 104,35 106,44 108,57 110,74 112,95<br />
115,21 117,51 119,86 122,26 124,71 127,20 129,74<br />
132,33 134,98 137,68 140,43 143,24 146,10 149,02<br />
152,00 155,04 158,14 161,30 164,53 167,82 171,18<br />
174,60 178,09 181,65 185,28<br />
Deze indexcijfers worden “referteïndexcijfers naar<br />
de daling” genoemd.<br />
In geval van daling van het indexcijfer,<br />
wordt derhalve een halve schijf van 2 pct.<br />
geneutraliseerd. Het nieuwe loon wordt<br />
bekomen door het bestaande loon te delen<br />
door 1,02.<br />
Artikel 7<br />
Elke wijziging van de minimumloonschalen<br />
en van de werkelijke lonen van de in artikel<br />
3 hierboven bedoelde bedienden, welke het<br />
gevolg is van de toepassing van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, gaat in bij de aanvang<br />
van de maand welke volgt op deze waarop<br />
het indexcijfer, dat de verandering bepaalt,<br />
betrekking heeft.<br />
Artikel 8<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van 17<br />
maart 1998 (koninklijk besluit van 11 april 1999,<br />
Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999), gesloten<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid, betreffende<br />
de koppeling van de bezoldigingen aan het<br />
indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />
Artikel 9<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />
uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en<br />
wordt gesloten voor een onbepaalde duur.<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden,<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />
47
48<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst,<br />
gesloten in uitvoering van en overeenkomstig<br />
de bepalingen van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten<br />
in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het<br />
statuut van de syndicale afvaardigingen van<br />
het personeel der ondernemingen, regelt het<br />
statuut van de syndicale afgevaardigden van<br />
het bediendenpersoneel in de ondernemingen<br />
welke ressorteren onder het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid. Zij verbindt de werkgevers en de<br />
werknemersorganisaties vertegenwoordigd in<br />
voormeld paritair comité.<br />
Algemene bepalingen<br />
15<br />
Coördinatie van het statuut van<br />
de syndicale afvaardigingen<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 4 mei 1999.<br />
Artikel 2<br />
De werkgevers en de in artikel 1 bedoelde<br />
werknemersorganisaties verbinden er zich<br />
toe alle bepalingen zowel van de in artikel 1<br />
vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
de Nationale Arbeidsraad als van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst toe te passen en na te<br />
leven.<br />
Zij zullen alle middelen waarover zij beschikken<br />
aanwenden om dat doel te verwezenlijken.<br />
Artikel 3<br />
De werkgevers erkennen dat hun<br />
“gesyndikeerd bediendenpersoneel” bij hen<br />
wordt vertegenwoordigd door een syndicale<br />
afvaardiging waarvan de leden onder het<br />
bediendenpersoneel van de onderneming<br />
worden aangeduid of gekozen.<br />
Onder “gesyndikeerd bediendenpersoneel”<br />
verstaat men het personeel, beoogd door de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari<br />
1947 van voormeld paritair comité betreffende<br />
de classificatie van de functies en aangesloten bij<br />
één van de werknemersorganisaties bedoeld in<br />
artikel 1.<br />
De syndicale afvaardiging wordt ingesteld<br />
volgens de bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst.<br />
Artikel 4.<br />
De werkgevers verbinden er zich daarenboven<br />
toe in alle omstandigheden blijk te geven van<br />
een geest van rechtvaardigheid, billijkheid<br />
en verzoening, op het geen enkele druk uit<br />
te oefenen om te beletten dat het zich zou<br />
syndikeren en aan de bedienden geen andere<br />
prerogatieven of voordelen toe te kennen dan<br />
aan de gesyndiceerde bedienden.<br />
Artikel 5<br />
De werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1,<br />
evenals de syndicale personeelsafgevaardigden,<br />
verbinden er zich toe de vrijheid van vereniging<br />
na te leven, onder andere door uit hun syndicale<br />
propaganda de methodes te bannen die met de<br />
geest van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van de Nationale Arbeidsraad en van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst niet in<br />
overeenstemming zouden zijn en door geen<br />
beroep te doen op middelen die van aard zijn<br />
het personeel ertoe te dwingen zich te<br />
syndikeren.<br />
Artikel 6<br />
De werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1<br />
waken erover dat de syndicale afgevaardigden<br />
van het bediendenpersoneel:<br />
a. in alle omstandigheden blijk geven van een<br />
geest van rechtvaardigheid, billijkheid en<br />
verzoening;<br />
b. persoonlijk alle tekortkoming vermijden<br />
in verband met de naleving van de sociale<br />
wetgeving, van het arbeidsreglement, van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten en inzake<br />
arbeidsdiscipline; zij zullen hun werkmakkers<br />
daar eveneens toe aanzetten.
instelling en samenstelling van de syndicale<br />
afvaardiging<br />
Artikel 7<br />
a) Numerieke omvang van de syndicale<br />
afvaardiging<br />
Er wordt een syndicale afvaardiging ingesteld<br />
in de technische uitbatingseenheden met<br />
ten minste 30 bedienden, beoogd door<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
17 januari 1947 waarvan sprake in artikel<br />
3 en op voorwaarde dat ten minste 25<br />
pct. van dat personeel zulks schriftelijk<br />
vraagt aan het hoofd van de technische<br />
uitbatingseenheid, door bemiddeling van de<br />
werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1.<br />
De syndicale afvaardiging is samengesteld<br />
uit maximum het volgend aantal effectieve<br />
leden:<br />
• 2 of 3 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 30 tot 100 bedienden,<br />
zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />
• 3 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 101 tot 250 bedienden,<br />
zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />
• 4 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 251 tot 500 bedienden,<br />
zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />
• 5 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 501 tot 750 bedienden,<br />
zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />
• 6 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 751 tot 1.000<br />
bedienden, zoals hierboven bedoeld,<br />
tewerkstelt;<br />
• 7 wanneer de technische<br />
uitbatingseenheid 1.001 en meer<br />
bedienden, zoals hierboven bedoeld,<br />
tewerkstelt.<br />
Er zijn evenveel plaatsvervangende<br />
afgevaardigden als effectieve<br />
afgevaardigden. Zij worden op dezelfde wijze<br />
aangeduid of gekozen. De plaatsvervangende<br />
afgevaardigden zetelen ter vervanging van<br />
een afwezig, overleden of ontslagnemend<br />
lid of van een lid dat niet langer de<br />
verkiesbaarheidsvoorwaarden vervult.<br />
Er kan een afgevaardigde van de jonge<br />
bedienden worden aangeduid indien de<br />
technische uitbatingseenheid ten minste 30<br />
jeugdige bedienden van minder dan 21 jaar<br />
tewerkstelt.<br />
b) Wijze van aanduiding en verkiezing van de<br />
syndicale afvaardiging<br />
De werknemersorganisaties, bedoeld in<br />
artikel 1, stellen zich onderling akkoord,<br />
hetzij voor de rechtstreekse aanduiding<br />
van de effectieve en plaatsvervangende<br />
syndicale afgevaardigden, in verhouding tot<br />
het aantal van hun leden in elke technische<br />
uitbatingseenheid, hetzij over het doen<br />
verkiezen van genoemde afgevaardigden.<br />
Indien zij, in de eerste onderstelling, zich niet<br />
akkoord kunnen stellen over de onderlinge<br />
verdeling van de mandaten, wordt er<br />
ambtshalve tot verkiezingen overgegaan<br />
om de effectieve en plaatsvervangende<br />
afgevaardigden aan te duiden.<br />
De lijsten van de aan te duiden of te<br />
verkiezen syndicale afgevaardigden<br />
worden aan de directie van elke technische<br />
uitbatingseenheid medegedeeld dertig<br />
volle dagen voor de datum welke in<br />
gemeenschappelijk akkoord tussen partijen<br />
voor de aanduiding of de verkiezing werd<br />
vastgesteld.<br />
Geen enkele lijst mag een groter aantal<br />
kandidaten bevatten dan het aantal<br />
aan te duiden of te kiezen effectieve en<br />
plaatsvervangende afgevaardigden.<br />
De directie kan zich wegens ernstige redenen<br />
tegen de aanduiding of de kandidatuur<br />
van een afgevaardigde verzetten. In dat<br />
geval laat de directie de redenen van haar<br />
verzet binnen acht dagen aan de betrokken<br />
werknemersorganisaties kennen.<br />
Bij gebrek aan overeenstemming tussen<br />
de partijen, wordt de kwestie aan de<br />
voorzitter van het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid of, bij zijn ontstentenis, aan<br />
een andere ambtenaar aangeduid door<br />
de Minister van Tewerkstelling en Arbeid,<br />
voorgelegd, die zal beslissen na de directie,<br />
de vertegenwoordiger van de betrokken<br />
werknemersorganisatie en eveneens de<br />
betrokkene op verzoek van één der partijen<br />
te hebben gehoord.<br />
Indien de afgevaardigden door<br />
verkiezing moeten worden aangeduid,<br />
moet de verkiezing in de technische<br />
uitbatingseenheid plaatsvinden en moeten<br />
daarbij alle schikkingen worden getroffen om<br />
de vrijheid en het geheim van de stemming<br />
te verzekeren.<br />
De effectieve en plaatsvervangende<br />
afgevaardigden worden bij geheime<br />
49
50<br />
stemming in één enkele stembeurt gekozen<br />
op de voorgelegde kandidatenlijsten. De<br />
kiezers kunnen bovenaan de lijst stemmen,<br />
of op het geheel van de lijsten zoveel<br />
kandidaten aanduiden als er zetels te<br />
begeven zijn.<br />
De berekeningsmodaliteiten voor het<br />
toekennen van de te begeven zetels zijn<br />
dezelfde als deze voorzien in het koninklijk<br />
besluit van 18 februari 1971 tot regeling van<br />
de ondernemingsraden.<br />
Indien de lijst van de plaatsvervangende<br />
afgevaardigden tijdens de duur van het<br />
mandaat van de effectieve afgevaardigden<br />
zou zijn uitgeput en één van deze laatsten<br />
zou moeten worden vervangen, geschiedt de<br />
vervanging bij aanduiding door de betrokken<br />
werknemersorganisatie, na advies van het<br />
zoals voorzien in paragraaf b, vijfde lid, van<br />
dit artikel.<br />
duur van het mandaat van de afgevaardigden<br />
Artikel 8<br />
De syndicale afgevaardigden worden aangeduid<br />
of verkozen voor een termijn van vier jaar.<br />
Artikel 9<br />
Het mandaat van syndicale afgevaardigde<br />
eindigt:<br />
1. bij zijn normale beëindiging;<br />
2. door ontslag;<br />
3. in geval van ontheffing door de<br />
werknemersorganisatie die hem heeft<br />
aangeduid of heeft laten verkiezen;<br />
4. wegens vertrek uit de technische<br />
uitbatingseenheid;<br />
5. wegens fout tegen de eer;<br />
6. indien de afgevaardigde niet meer ressorteert<br />
onder de classificatie van de functies bedoeld<br />
in artikel 3;<br />
7. door het bereiken van de normale<br />
pensioenleeftijd.<br />
Zijn vervanging geschiedt overeenkomstig de<br />
bepalingen van artikel 7, paragraaf b. De nieuwe<br />
afgevaardigde beëindigt het mandaat van zijn<br />
voorganger.<br />
Statuut van de afgevaardigden<br />
Artikel 10<br />
a) De syndicale afgevaardigden moeten, op het<br />
ogenblik van hun verkiezing of aanduiding<br />
aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />
1. beoogd worden door de overeenkomst<br />
van 17 januari 1947 van het Nationaal<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid betreffende<br />
de classificatie van de functies van<br />
de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid;<br />
2. 21 jaar oud zijn (de afgevaardigden<br />
van de jonge werknemers moeten ten<br />
minste 18 jaar oud zijn) en ten minste<br />
sedert één jaar in de onderneming zijn<br />
tewerkgesteld of eventueel sinds de<br />
oprichting ervan en sinds ten minste één<br />
jaar in België verblijven; indien het om<br />
buitenlanders gaat, in regel zijn met de<br />
Belgische wetten;<br />
3. lid zijn van één der<br />
werknemersorganisaties bedoeld in<br />
artikel 1;<br />
4. de burgerlijke en politieke rechten<br />
genieten, met uitzondering van de<br />
buitenlandse werknemers en geen<br />
veroordeling hebben opgelopen<br />
waardoor afbreuk wordt gedaan aan hun<br />
eer;<br />
5. zich niet in een periode van opzegging<br />
bevinden.<br />
b) De syndicale afgevaardigden genieten van de<br />
normale voordelen en van de bevorderingen<br />
van de bediendencategorie waartoe zij<br />
behoren.<br />
Speciaal in verband met de normale<br />
bezoldiging van de tijd die volgens deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst aan hun<br />
activiteit van syndicaal afgevaardigde<br />
wordt besteed, tijd welke als een werkelijke<br />
prestatie wordt beschouwd, mag deze<br />
bezoldiging geen voordeel of nadeel met<br />
zich brengen ten opzichte van de bedienden<br />
van de technische uitbatingseenheid van<br />
dezelfde categorie.<br />
c) De syndicale afgevaardigden, die effectief<br />
of plaatsvervangend lid zijn van het<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid of van zijn<br />
subcomités, ondergaan geen enkel<br />
loonverlies uit hoofde van hun afwezigheid<br />
op het werk, wegens het bijwonen van de<br />
vergaderingen van deze comités.<br />
Artikel 11<br />
1. De leden van de syndicale afvaardiging<br />
mogen niet worden afgedankt omwille van<br />
redenen, eigen aan de uitoefening van hun
mandaat. De werkgever die voornemens is<br />
een syndicaal afgevaardigde te ontslaan, om<br />
welke reden ook, behalve dan wegens een<br />
dringende reden, deelt zulks vooraf mede<br />
aan de syndicale afvaardiging evenals aan de<br />
werknemersorganisatie die de kandidatuur<br />
van die afgevaardigde heeft voorgedragen.<br />
Deze mededeling geschiedt per aangetekend<br />
schrijven, en wordt van kracht op de derde<br />
dag volgend op de datum van verzending.<br />
2. De betrokken werknemersorganisatie<br />
beschikt over een tijdsspanne van zeven<br />
dagen om te laten weten dat zij weigert<br />
de geldigheid van het beoogde ontslag te<br />
aanvaarden. Deze mededeling geschiedt<br />
per aangetekend schrijven; de periode van<br />
zeven dagen begint de dag, waarop de door<br />
de werkgever toegezonden brief van kracht<br />
wordt.<br />
3. Het ontbreken van reactie vanwege de<br />
werknemersorganisatie wordt beschouwd als<br />
een aanvaarding van de geldigheid van het<br />
beoogde ontslag.<br />
4. Indien de werknemersorganisatie weigert<br />
de geldigheid van het betrokken ontslag te<br />
aanvaarden, heeft de meest gerede partij<br />
het recht het geval voor beoordeling aan het<br />
verzoeningsbureau van het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid of aan de goede diensten van<br />
de voorzitter ervan voor te leggen; de<br />
ontslagmaatregel mag tijdens die procedure<br />
niet ten uitvoer worden gebracht.<br />
5. Indien het verzoeningsbureau of de voorzitter<br />
binnen de dertig dagen na het verzoek om<br />
tussenkomst niet tot een eenparig akkoord<br />
is kunnen komen, wordt het geschil in<br />
verband met de geldigheid van de redenen,<br />
ingeroepen door de werkgever om de<br />
afdanking te verantwoorden, voorgelegd aan<br />
de arbeidsrechtbank.<br />
6. In geval van afdanking van een syndicaal<br />
afgevaardigde wegens een dringende reden,<br />
wordt dit onmiddellijk ter kennis van de<br />
syndicale afvaardiging gebracht.<br />
7. Een forfaitaire vergoeding is verschuldigd<br />
door de werkgever in de volgende gevallen:<br />
• indien hij een syndicaal afgevaardigde<br />
afdankt zonder de procedure te<br />
eerbiedigen, voorzien in dit artikel;<br />
• indien de geldigheid van de motieven<br />
van de afdanking, bij afloop van de<br />
voorziene procedure, ten opzichte van de<br />
bepalingen van artikel 11, punt 1, door<br />
het verzoeningsbureau, de voorzitter of<br />
de arbeidsrechtbank niet is erkend en<br />
voor zover de werkgever de syndicale<br />
afgevaardigde heeft afgedankt;<br />
• indien de werkgever de afgevaardigde<br />
wegens ernstige reden heeft afgedankt<br />
en de arbeidsrechtbank de afdanking als<br />
niet gegrond heeft verklaard;<br />
• indien de arbeidsovereenkomst werd<br />
verbroken omwille van een ernstige<br />
fout van de werkgever, wat voor de<br />
afgevaardigde een reden tot onmiddellijke<br />
verbreking van het contract was.<br />
De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de<br />
brutobezoldiging van één jaar, onverminderd<br />
de toepassing van de artikelen 39 en 40<br />
van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />
de arbeidsovereenkomsten. Deze<br />
vergoeding is niet verschuldigd wanneer<br />
de syndicale afgevaardigde geniet van de<br />
vergoeding, voorzien door de artikelen<br />
16 en 17 van de wet van 19 maart 1991<br />
houdende bijzondere ontslagregeling<br />
voor de personeelsafgevaardigden in de<br />
ondernemingsraden en in de comités voor<br />
preventie en bescherming op het werk, alsmede<br />
voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden<br />
(B.S. 29 maart 1991), gewijzigd bij de wet van 20<br />
juli 1991 (B.S. 1 augustus 1991).<br />
Werking van de syndicale afvaardiging<br />
Artikel 12<br />
De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging<br />
heeft onder andere betrekking op :<br />
• de werkverhoudingen;<br />
• het recht gehoord te worden door het hoofd<br />
van de technische uitbatingseenheid of door<br />
zijn vertegenwoordiger ter gelegenheid van<br />
elke betwisting in verband met:<br />
a. elke inbreuk op de grondbeginselen van<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
24 mei 1971 van de Nationale Arbeidsraad<br />
betreffende het statuut van de syndicale<br />
afvaardigingen;<br />
b. de toepassing van de sociale wetgeving,<br />
van de huishoudelijke reglementen van<br />
de technische uitbatingseenheid, van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomsten en van<br />
de individuele arbeidsovereenkomsten.<br />
c. de toepassing op het personeel van de<br />
technische uitbatingseenheid van de<br />
wedden en van de classificatieregels in het<br />
raam van de van kracht zijnde wettelijke of<br />
conventionele bepalingen.<br />
51
52<br />
Artikel 13<br />
a. Wanneer de vergaderingen van de syndicale<br />
afvaardiging met de directie tijdens de<br />
werkuren plaats hebben, worden de prestaties<br />
vergoed als normale werkprestaties, met<br />
andere woorden de syndicale afgevaardigden<br />
genieten de bezoldiging die zij normaal<br />
zouden hebben ontvangen indien zij hadden<br />
gewerkt. Indien de vergaderingen buiten de<br />
normale werkuren plaats hebben, wordt enkel<br />
rekening gehouden met de basiswedde.<br />
b. De directie stelt geen enkele belemmering<br />
aan de werking van de syndicale afvaardiging.<br />
Zij verleent aan de afvaardigingen alle<br />
verplaatsingsfaciliteiten in de technische<br />
uitbatingseenheid, wanneer dit, volgens deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst nodig is,<br />
voor zover zulks geen storing in de technische<br />
uitbatingseenheid teweegbrengt. De door<br />
de afgevaardigde gewerkte uren om hun<br />
mandaat in het kader van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst te vervullen, en dat<br />
zowel tijdens de werkuren als er buiten,<br />
worden normaal bezoldigd zoals voorzien in<br />
lid a) van dit artikel.<br />
Artikel 14<br />
Elke individuele klacht wordt volgens de<br />
gebruikelijke hiërarchische weg ingediend door de<br />
betrokken werknemer die daarbij, op zijn verzoek,<br />
door zijn syndicale afgevaardigde mag worden<br />
bijgestaan. De syndicale afvaardiging heeft het<br />
recht ontvangen te worden ter gelegenheid van<br />
alle geschillen of twistpunten van individuele aard<br />
welke langs die weg niet zijn opgelost.<br />
Artikel 15<br />
Ingeval er geen ondernemingsraad bestaat,<br />
behartigt de syndicale afvaardiging de<br />
taken, rechten en opdrachten, die aan de<br />
ondernemingsraad worden toevertrouwd zoals<br />
bepaald in de hoofdstukken II en IV van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart<br />
1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende<br />
de informatie en de raadpleging van de<br />
ondernemingsraden in verband met de algemene<br />
perspectieven van de onderneming en de<br />
kwesties van de tewerkstelling in deze laatste.<br />
Artikel 16<br />
De syndicale afvaardiging beschikt volgens de<br />
omstandigheden tijdelijk over een lokaal om haar<br />
de gelegenheid te bieden haar opdracht adequaat<br />
te vervullen.<br />
Artikel 17<br />
Mits voorafgaand akkoord van de directie,<br />
worden door de syndicale afvaardiging<br />
informatievergaderingen voor het personeel van<br />
de onderneming ingericht, ter gelegenheid van<br />
het sluiten of het hernieuwen van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten, aangegaan op het vlak<br />
van de onderneming. Bij weigering wordt dit door<br />
de directie gemotiveerd.<br />
Artikel 17 bis.- Externe syndicale opdrachten<br />
In de ondernemingen waar een syndicale<br />
afvaardiging bestaat worden maximum 2 dagen,<br />
samengesteld in pool, per jaar per effectief<br />
mandaat bezoldigd, met het oog op externe<br />
syndicale opdrachten; deze dagen kunnen door<br />
de gewone en/of plaatsvervangende syndicale<br />
afgevaardigden benut worden, indien de<br />
noodzakelijkheid van de dienst het toelaat.<br />
Het verzoek tot opname van deze dagen<br />
wordt ingediend door een vakcentrale die<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />
ondertekend en wordt gemotiveerd. De<br />
werkgever dient een eventuele weigering te<br />
motiveren. Deze bepaling doet geen afbreuk aan<br />
bestaande gunstiger gebruiken op het vlak van de<br />
ondernemingen of de sub-sectoren.<br />
Te volgen procedure in geval van gebrek aan<br />
overeenstemming tussen de directie en de<br />
syndicale afvaardiging<br />
Artikel 18<br />
Ingeval de standpunten van de werkgever<br />
en de syndicale afvaardiging uiteenlopen,<br />
of indien beide partijen de noodzakelijkheid<br />
ervan erkennen, wordt beroep gedaan op<br />
de vertegenwoordigers van hun respectieve<br />
organisaties om, in het raam van de technische<br />
uitbatingseenheid, de bespreking van de<br />
hangende problemen voort te zetten.<br />
De partijen doen zo nodig beroep op de<br />
bevoegde instantie van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Tijdens de duur van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de<br />
duur van opzegging, verbinden de partijen<br />
er zich toe geen beroep te doen op staking<br />
of lock-out, zonder vooraf alle mogelijke<br />
verzoeningspogingen te hebben uitgeput.<br />
In geval van conflict bedraagt de<br />
opzeggingstermijn van de staking of de lockout<br />
veertien dagen, ingaande op de maandag,<br />
volgend op de week tijdens dewelke de<br />
opzegging per brief werd betekend.
geldigheidsduur<br />
Artikel 19<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor een onbepaalde duur. Zij vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van 24<br />
september 1993, houdende coördinatie van<br />
het statuut van de syndicale afvaardigingen<br />
voor bedienden gesloten in het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid (koninklijk besluit van 31 mei<br />
1994, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1994),<br />
gewijzigd door artikel 14 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995<br />
betreffende het nationaal akkoord 1995-1996<br />
(koninklijk besluit van 7 augustus 1995, Belgisch<br />
Staatsblad van 6 oktober 1995). Zij treedt in<br />
werking op 1 januari 1999.<br />
Zij kan door de ene of de andere partij worden<br />
opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie<br />
maanden.<br />
De organisatie die het initiatief tot opzegging<br />
neemt, verbindt er zich toe de redenen van<br />
die opzegging mede te delen en onmiddellijk<br />
voorstellen voor een amendement neer te<br />
leggen.<br />
De werkgevers en de in artikel 1 bedoelde<br />
werknemersorganisaties verbinden er zich toe<br />
die voorstellen binnen één maand nadat zij<br />
werden ontvangen, in het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid te<br />
bespreken.<br />
53
54<br />
16<br />
Syndicale vorming<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op juli 2011.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
organisatie van de syndicale vorming<br />
Artikel 2<br />
Met het oog op de deelneming aan opleidings-<br />
of vervolmakingscursussen, ingericht door de<br />
representatieve syndicale organisaties, zijn<br />
de effectieve of plaatsvervangende leden van<br />
de ondernemingsraden, van de comités voor<br />
preventie en bescherming op het werk en van de<br />
syndicale delegaties, ten belope van ten hoogste<br />
400 afgevaardigden per jaar voor de chemische<br />
nijverheid, gemachtigd gedurende ten hoogste<br />
12 dagen per 2 jaar aan genoemde cursussen<br />
deel te nemen.<br />
Die afwezigheden mogen niet langer duren dan<br />
6 maal twee dagen of dan 4 maal drie dagen per<br />
deelnemer, behalve afwijking toegestaan door<br />
het ondernemingshoofd binnen de grens van de<br />
twaalf tweejaarlijkse dagen.<br />
Het voornoemd effectief van 400 deelnemers<br />
wordt bij gemeenschappelijk akkoord tussen de<br />
ondertekenende syndicale organisaties verdeeld.<br />
Artikel 3<br />
a) De syndicale organisaties dienen de<br />
werkgevers, ten minste drie weken vooraf,<br />
schriftelijk, het onderwerp van de vorming,<br />
de namen van de deelnemers en de data<br />
mede te delen waarop hun leden afwezig<br />
wensen te zijn voor het volgen van een<br />
syndicale vorming. Aanvragen die de<br />
verwittigingstermijn niet respecteren,<br />
kunnen als niet geldig beschouwd worden.<br />
b) Wanneer de werkgever oordeelt dat een<br />
ontvankelijke en tijdige aanvraag tot het<br />
bijwonen van een syndicale opleidings- en/<br />
of vervolmakingscursus de goede organisatie<br />
van het werk in het gedrang brengt of<br />
wanneer er opmerkingen zijn met betrekking<br />
tot de aanvraag op zich, zal hij, binnen een<br />
termijn van een week, vanaf de datum van<br />
ontvangst van de schriftelijke verwittiging,<br />
zijn verzet meedelen.<br />
c) Gezien de problemen in verband met<br />
de organisatie van het werk en om elk<br />
productieverlies zoveel mogelijk te<br />
vermijden, dienen de syndicale organisaties<br />
ervoor te zorgen te voorkomen dat een te<br />
groot aantal van hun leden van éénzelfde<br />
onderneming tegelijk zouden aangewezen<br />
worden om samen opleidingscursussen te<br />
volgen.<br />
Zij zullen de vervanging van de afwezige<br />
leden trouwens vergemakkelijken. Sommige<br />
omstandigheden, zoals de afwezigheid van<br />
andere bedienden op dezelfde werkpost,<br />
kunnen de afwezigheid onmogelijk maken,<br />
op gevaar af dat de goede gang van de<br />
onderneming zou ontwricht worden. In dat<br />
geval zal de werkgever de geïnteresseerde<br />
syndicale organisatie verwittigen en<br />
de vervanging van de verhinderde<br />
afgevaardigde vergemakkelijken.<br />
De geïnteresseerde vakbond deelt minstens<br />
één week voor de aanvang van de cyclus de<br />
naam van de nieuwe deelnemer mede.<br />
In de geschillen die daarover tussen de<br />
werkgever en de syndicale afgevaardigden<br />
of de syndicale organisaties zouden kunnen<br />
ontstaan, zal door de Belgische federatie<br />
van de chemische industrie en van life
sciences VZW (essenscia) en de betrokken<br />
syndicale organisaties bemiddeld worden.<br />
d) De afgevaardigden die verzocht worden die<br />
vormingsdagen bij te wonen, dienen aan de<br />
hand van een bewijsstuk aan te tonen dat zij<br />
er werkelijk aan deelgenomen hebben.<br />
Artikel 4<br />
De economische en sociale vorming moet de<br />
vertegenwoordigers van de bedienden de<br />
gelegenheid bieden aanvullende kennis op te<br />
doen die nuttig is voor hun opdracht in de schoot<br />
van de onderneming, en dat in het belang van<br />
alle partijen.<br />
Artikel 5<br />
a) De vertegenwoordigers van de bedienden<br />
mogen, ten belope van ten hoogste één<br />
afgevaardigde per technische bedrijfseenheid<br />
en per ondertekenende syndicale organisatie,<br />
éénmaal per jaar gedurende één dag<br />
wegblijven om een syndicaal congres bij<br />
te wonen dat door de ondertekenende<br />
syndicale organisaties ingericht wordt.<br />
b) De leden van de nationale comités mogen<br />
afwezig zijn om deel te nemen aan de<br />
vergaderingen van die comités, ingericht<br />
door de ondertekenende syndicale<br />
organisaties.<br />
Deze afwezigheden mogen in het totaal de<br />
4 werkdagen per jaar niet overschrijden.<br />
c) Wat de syndicale congressen betreft<br />
verbinden de syndicale organisaties er zich<br />
toe de betrokken werkgevers ten minste<br />
twee weken vooraf, schriftelijk daarvan op<br />
de hoogte te brengen en ten minste zeven<br />
dagen te voren voor de vergaderingen der<br />
nationale comités.<br />
Artikel 6<br />
Voor de afwezigheden, vermeld in de artikels<br />
3 en 6, zullen de betrokkenen de bezoldiging<br />
ontvangen die ze normaal zouden getrokken<br />
hebben indien zij gewerkt hadden.<br />
Artikel 7<br />
“Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />
financiële reserve samengesteld met het doel de<br />
syndicale vorming van de vertegenwoordigers<br />
van de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
te financieren, tot een maximumbedrag van<br />
157.500 EUR per kalenderjaar. Voor het jaar <strong>2012</strong><br />
wordt voorzien in een éénmalige extra toelage<br />
van 7.500 EUR aan de vakbondsorganisaties.<br />
Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />
bedrag van 157.500 EUR toegekend aan de<br />
Belgische federatie van de chemische industrie<br />
en de life science VZW (essenscia) met het oog<br />
op de vervolmaking van de vorming van de<br />
werkgeversvertegenwoordigers in de sociale<br />
dialoog.”<br />
“Deze financiële reserve zorgt bovendien,<br />
ingevolge een uitzonderlijke inspanning,<br />
voor de dekking van een gedeelte van de<br />
jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden<br />
onder de in §1 van artikel 1 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten<br />
belope van 2.470.000 EUR per jaar met ingang<br />
van 1 januari 2011, indien in de loop van 2011<br />
overgegaan kan worden tot de oprichting van<br />
een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de<br />
inning van de forfaitaire werkgeversbijdragen<br />
per bediende per jaar, wordt het voornoemde<br />
bedrag, met ingang van 1 januari <strong>2012</strong> verhoogd<br />
tot 2.750.000 EUR.”<br />
Artikel 8<br />
“De financiële reserve bedoeld in artikel 7 wordt<br />
samengesteld door een jaarlijkse bijdrage.<br />
Deze bijdrage wordt, voor het jaar 2011, gestort<br />
door de werkgevers bedoeld in artikel 1. De<br />
Belgische federatie van de chemische industrie<br />
en van life sciences VZW (essenscia) wordt belast<br />
met het innen van deze bijdragen.<br />
Deze bijdrage wordt, vanaf het jaar <strong>2012</strong>, bepaald<br />
volgens artikel 4 van de statuten van het “Sociaal<br />
Fonds voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid” voorzien in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid, tot oprichting van<br />
een fonds “Sociaal Fonds voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid” genaamd, en<br />
vaststelling van zijn statuten.”<br />
Artikel 9<br />
“De jaarlijkse bijdrage zoals bedoeld in artikel 8<br />
wordt, vanaf het jaar <strong>2012</strong>, geïnd en ingevorderd<br />
door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />
55
56<br />
bij toepassing van artikel 7 van de wet van<br />
7 januari 1958 betreffende de fondsen voor<br />
bestaanszekerheid.”<br />
Artikel 10<br />
Het toekennen van een voordeel aan de<br />
gesyndiceerde bedienden, geregeld door<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst, sluit<br />
op dit gebied elke eis op het niveau van<br />
de ondernemingen en de sector uit, en is<br />
ondergeschikt aan de naleving van de sociale<br />
vrede in de ondernemingen bedoeld in artikel 1<br />
van deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Slotbepalingen<br />
Artikel 11<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende<br />
de syndicale vorming gesloten op 30 juni 2009<br />
(KB 17 maart 2010; BS 4.06.2010) in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Artikel 12<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />
in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor<br />
onbepaalde duur.<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst kunnen door elk der<br />
partijen worden opgezegd ten vroegste op<br />
1 oktober <strong>2012</strong> en mits een opzeggingstermijn<br />
van drie maanden, betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid. De termijn van<br />
drie maanden begint te lopen vanaf de datum<br />
waarop de aangetekende brief aan de voorzitter<br />
wordt toegezonden. De poststempel geldt als<br />
bewijs. De voorzitter stelt de partijen op de<br />
hoogte van deze opzegging.
17<br />
Vorming van kaderleden die<br />
een mandaat uitoefenen in de<br />
ondernemingsraad en/of het CPBW<br />
Aanbeveling van essenscia opgenomen in het verslag van de vergadering van 1 juli 2011<br />
van het PC 207:<br />
Vorming:<br />
Essenscia beveelt de ondernemingen aan om<br />
aan de kaderleden die een mandaat uitoefenen<br />
als effectief of plaatsvervangend lid van de<br />
ondernemingsraad en/of van het comité<br />
preventie en bescherming op het werk, met<br />
het oog op hun vorming, maximum 6 dagen<br />
per kalenderjaar toe te staan, de syndicale<br />
organisaties dienen de werkgevers, ten minste<br />
drie weken vooraf, schriftelijk, het onderwerp van<br />
de vorming, de namen van de deelnemers en de<br />
data mede te delen waarop hun leden afwezig<br />
wensen te zijn voor het volgen van een syndicale<br />
vorming. Aanvragen die de verwittigingstermijn<br />
niet respecteren, kunnen als niet geldig<br />
beschouwd worden.<br />
Nationale comités:<br />
Essenscia beveelt de ondernemingen aan<br />
om, voor de gehele chemische nijverheid, in<br />
totaal 20 kaderleden per jaar, die een mandaat<br />
uitoefenen als effectief of plaatsvervangend lid<br />
van de ondernemingsraad en/of van het comité<br />
preventie en bescherming op het werk en die lid<br />
zijn van de nationale comités, elk maximum<br />
4 dagen per jaar toe te staan om deel te<br />
nemen aan de vergaderingen van de nationale<br />
comités die door de ondertekenende syndicale<br />
organisaties ingericht worden.<br />
De syndicale organisaties zullen aan de Belgische<br />
federatie van de chemische industrie en van life<br />
sciences VZW (essenscia), elk jaar ten laatste voor<br />
31 januari de namen van de 20 kaderleden laten<br />
kennen alsmede de ondernemingen waar zij<br />
tewerkgesteld zijn.<br />
57
58<br />
18<br />
Oprichting van een fonds voor<br />
bestaanszekerheid en vaststelling<br />
van zijn statuten<br />
Collectieve Arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />
Artikel 1<br />
Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958<br />
betreffende de fondsen van bestaanszekerheid,<br />
heeft het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van<br />
een Fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de<br />
statuten hierna worden vastgesteld.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder het<br />
Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid en op alle werknemers<br />
verbonden aan hun werkgever door middel van<br />
een arbeidsovereenkomst van bediende.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />
uitwerking met ingang van 1 juli 2011 en is<br />
gesloten voor onbepaalde duur.<br />
Zij kan worden opgezegd door een der<br />
partijen, mits een opzegging van zes maanden,<br />
betekend bij een ter post aangetekende<br />
brief aan de voorzitter en aan de organisaties<br />
vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />
termijn van zes maanden begint te lopen vanaf<br />
de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />
voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />
geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />
de hoogte van deze opzegging.<br />
Statuten<br />
hoofdstuk 1 - Benaming en zetel<br />
Artikel 1<br />
Met ingang van 1 juli 2011 wordt een Fonds<br />
voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid opgericht, “Sociaal<br />
Fonds voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid” genaamd, hierna genoemd het Fonds.<br />
De zetel van het Sociaal Fonds voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid is<br />
gevestigd te Auguste Reyerslaan 80, 1030 Brussel.<br />
hoofdstuk 2 - doel<br />
Artikel 2<br />
Het Fonds verzekert de financiering, de<br />
toekenning en de vereffening van sociale<br />
voordelen, vastgesteld door collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, algemeen verbindend verklaard<br />
bij koninklijk besluit, ten voordele van de<br />
bedienden, tewerkgesteld in de ondernemingen<br />
die onder de bevoegdheid van voornoemd<br />
paritair comité ressorteren:<br />
• een sociaal voordeel zoals bedoeld in artikel<br />
19 § 2, 7° van het Koninklijk Besluit van 28<br />
november 1969 tot uitvoering van de Wet van<br />
27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet<br />
van 28 december 1944 betreffende de<br />
maatschappelijke zekerheid van de arbeiders,<br />
• de syndicale vorming van de<br />
vertegenwoordigers van de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid,<br />
• de vorming van de vertegenwoordigers van<br />
de werkgevers uit de scheikundige nijverheid.
hoofdstuk 3 - financiering<br />
Artikel 3<br />
Het Fonds beschikt over de bijdragen gestort<br />
door de werkgevers ressorterend onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
over de opbrengst van de intresten van de<br />
kapitalen.<br />
Artikel 4<br />
Het bedrag van de werkgeversbijdrage moet<br />
worden vastgesteld door middel van een<br />
algemeen verbindend verklaarde collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Artikel 4bis<br />
De berekening van de bijdragen geschiedt<br />
derwijze dat een financiële reserve wordt<br />
verzekerd die overeenstemt met 10 % van het<br />
bedrag van de werkgeversbijdragen van het<br />
voorgaande dienstjaar, met dien verstande dat<br />
men rekening moet houden met het bedrag dat<br />
voortvloeit uit het toevoegen van de intresten,<br />
verworven uit de bijdragemassa.<br />
Deze reserve is bestemd voor de uitbetaling<br />
van de sociale voordelen zoals omschreven in<br />
artikel 2 en voor de bijdrage inzake syndicale<br />
vorming, bedoeld in artikel 7 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 betreffende<br />
de syndicale vorming, gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Het bedrag van de werkgeversbijdragen wordt<br />
herzien indien:<br />
• de opbrengst van de bijdragen de financiële<br />
reserve boven de in het eerste lid vermelde<br />
10 % doet stijgen.<br />
• de opbrengst van de bijdragen niet meer<br />
volstaat om de voorziene financiële reserve<br />
van 10 % te waarborgen.<br />
De uitvoering van artikelen 4 en 4 bis mag niet<br />
gebonden worden aan de onderhandeling van<br />
bepaalde eisen.<br />
Artikel 5<br />
De bijdragen worden geïnd en ingevorderd<br />
door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />
bij toepassing van artikel 7 van de wet van<br />
7 januari 1958 betreffende de fondsen voor<br />
bestaanszekerheid.<br />
Artikel 6<br />
De administratiekosten van het Fonds worden<br />
elk jaar vastgesteld door het beheerscomité,<br />
voorzien in artikel 9. Deze kosten worden gedekt<br />
door de renten van de kapitalen voortkomende<br />
van de storting van de bijdragen bedoeld in de<br />
artikelen 3 en 4 en eventueel door een afhouding<br />
op deze bijdragen, waarvan het bedrag wordt<br />
vastgesteld door het beheerscomité.<br />
hoofdstuk 4 - rechthebbenden en<br />
toekenningsmodaliteiten<br />
Artikel 7<br />
De bedienden waarvan sprake in artikel 2 hebben<br />
recht op sociale voordelen waarvan het bedrag,<br />
de aard en de toekenningsvoorwaarden worden<br />
bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten,<br />
gesloten in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit scheikundige nijverheid en<br />
algemeen verbindend verklaard bij koninklijk<br />
besluit.<br />
Artikel 8<br />
De vereffening van de voordelen kan in geen<br />
geval afhankelijk worden gemaakt van de<br />
betaling van de bijdrage, verschuldigd door de<br />
werkgevers en vastgesteld overeenkomstig de<br />
bepalingen van artikel 4.<br />
59
60<br />
hoofdstuk 5 - Beheer<br />
Artikel 9<br />
Het Fonds wordt beheerd door een<br />
beheerscomité, bestaande uit tien effectieve<br />
leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende<br />
leden.<br />
De helft van deze leden wordt aangeduid door<br />
en onder de leden van het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, benoemd op voordracht van de<br />
beroepsorganisatie van de werkgevers ; de<br />
andere helft van de leden wordt aangeduid door<br />
en onder de effectieve en plaatsvervangende<br />
leden van hetzelfde paritair comité die de<br />
bedienden vertegenwoordigen. De leden van<br />
dit beheerscomité worden aangesteld voor een<br />
periode gelijk aan deze van hun mandaat van lid<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
De plaatsvervangende leden vervangen<br />
de afwezige effectieve leden met dezelfde<br />
bevoegdheden.<br />
Het mandaat van effectief of plaatsvervangend<br />
lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer<br />
het mandaat bij het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid een<br />
einde neemt of wegens ontslag gegeven door<br />
de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe<br />
lid voltooit het mandaat van degene die hij<br />
vervangt.<br />
De mandaten van effectief of plaatsvervangend<br />
lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde<br />
voorwaarden als waaronder zij worden<br />
aangeduid.<br />
Artikel 10<br />
De beheerders van het Fonds gaan geen<br />
enkele persoonlijke verplichting aan in verband<br />
met de verbintenissen van het Fonds. Hun<br />
verantwoordelijkheid beperkt zicht tot de<br />
uitvoering van het mandaat van beheerder dat<br />
zij hebben ontvangen.<br />
Artikel 11<br />
Elk jaar kiest het beheerscomité onder zijn leden<br />
een voorzitter en een ondervoorzitter. Het duidt<br />
eveneens de perso(o)n(en) aan die met het<br />
secretariaat word(t) (en) belast.<br />
Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap<br />
worden beurtelings toevertrouwd aan een lid van<br />
de werknemersafvaardiging en aan een lid van<br />
de werkgeversafvaardiging.<br />
Artikel 12<br />
Het beheerscomité beschikt over de meest<br />
uitgebreide rechten voor het beheer en de<br />
administratie van het Fonds, zonder nochtans<br />
te schaden aan de wettelijke bepalingen of<br />
aan deze die door de huidige statuten worden<br />
voorbehouden aan het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 13<br />
Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal<br />
per jaar in de zetel van het Fonds, hetzij op<br />
uitnodiging van de voorzitter ambtshalve<br />
handelend, hetzij op vraag van tenminste de<br />
helft van de leden van het beheerscomité of<br />
op vraag van een van de vertegenwoordigde<br />
organisaties.<br />
Artikel 14<br />
Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in<br />
aanwezigheid van minstens de helft van de leden<br />
behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />
minstens de helft van de leden behorende tot de<br />
werkgeversafvaardiging.<br />
Artikel 15<br />
§ 1 - Wanneer er moet worden overgegaan tot<br />
een stemming, moet een gelijk aantal leden van<br />
elke afvaardiging deelnemen aan de stemming.<br />
De beslissingen worden met meerderheid<br />
van twee derden van de uitgebrachte<br />
stemmen genomen. Alleen de effectieve of<br />
plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd.<br />
§ 2 - Het beheerscomité zal een huishoudelijk<br />
reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn<br />
werking nader zal omschrijven.
hoofdstuk 6 - Controle<br />
Artikel 16<br />
Overeenkomstig artikel 12 van de wet<br />
van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />
bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van<br />
18 december 1968, zal het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
een revisor of een accountant aanduiden om het<br />
beheer van het Fonds te controleren. Deze moet<br />
minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen<br />
bij het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid. Bovendien zal<br />
hij het beheerscomité regelmatig inlichten<br />
over de resultaten van zijn onderzoek en de<br />
aanbevelingen doen die hij nodig acht.<br />
hoofdstuk 7 - Balans en rekeningen<br />
Artikel 17<br />
Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot<br />
31 december.<br />
De rekeningen van het verlopen jaar worden<br />
op 31 december van elk jaar afgesloten. Het<br />
beheerscomité, evenals de door het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid krachtens artikel 16 aangeduide<br />
revisor of accountant, overhandigen elk aan<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag<br />
betreffende de uitvoering van hun opdracht<br />
tijdens het verlopen jaar.<br />
De balans, evenals de voornoemde jaarlijkse<br />
verslagen, moeten uiterlijk in de loop van<br />
het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar<br />
ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
worden voorgelegd.<br />
hoofdstuk 8 - ontbinding en vereffening<br />
Artikel 18<br />
Het Fonds kan worden ontbonden door een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid wijst de vereffenaars<br />
aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en<br />
wijst de bestemming van het vermogen aan.<br />
61
62<br />
19<br />
Sociaal fonds bedienden - bijdrage<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers en op<br />
de bedienden van de ondernemingen die<br />
ressorteren onder het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 2<br />
Ter uitvoering van artikel 4 van de<br />
statuten vastgesteld bij de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid, tot oprichting van een<br />
Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling<br />
van zijn statuten, wordt het bedrag van de<br />
bijdrage voor het dienstjaar <strong>2012</strong> vastgesteld op<br />
€ 45 per werknemer onder arbeidsovereenkomst<br />
van bediende, behoudens in geval van<br />
toepassing van artikel 4bis, lid 3 en 4 van de<br />
statuten van het Fonds. Deze bijdrage van € 45<br />
per werknemer onder arbeidsovereenkomst van<br />
bediende is verschuldigd en zal worden geïnd<br />
uitsluitend tijdens het eerste kwartaal van het<br />
jaar <strong>2012</strong>. Deze bijdrage zal geïnd worden door<br />
de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />
in werking op 1 januari <strong>2012</strong> en houdt op van<br />
kracht te zijn op 31 december <strong>2012</strong>.
Toepassingsgebied<br />
20<br />
Toekenning van anciënniteitsverlof<br />
Collectieve Arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten overeenkomstig artikel 7 van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />
nationaal akkoord 2007-2008 voor bedienden,<br />
gesloten op 2 mei 2007 in het Paritair Comité<br />
voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Artikel 3<br />
Voor de ondernemingen waarbij de gemiddelde<br />
arbeidsduur op jaarbasis 38 uur bedraagt,<br />
en voor zover deze ondernemingen geen<br />
gunstigere regelingen terzake toepassen,<br />
wordt, vanaf 1 januari 2008, één bijkomende<br />
dag anciënniteitsverlof toegekend voor de<br />
bedienden met minstens 25 jaar anciënniteit in<br />
de onderneming.<br />
Vanaf 1 januari 2008 wordt de regeling inzake<br />
anciënniteitverlof, voor de ondernemingen<br />
waarbij de gemiddelde arbeidsduur op<br />
jaarbasis 38 u. bedraagt, en voor zover deze<br />
ondernemingen geen gunstigere regelingen ter<br />
zake toepassen, als volgt bepaald:<br />
• 1 dag anciënniteitsverlof na minstens 20 jaar<br />
anciënniteit in de onderneming;<br />
• 2 dagen anciënniteitsverlof na minstens<br />
25 jaar anciënniteit in de onderneming<br />
(maximum 2 dagen anciënniteitsverlof per<br />
kalenderjaar).<br />
Artikel 4<br />
De in artikel 3 van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst vermelde dag(en)<br />
anciënniteitsverlof zal (zullen), voor de<br />
berekening van de eindejaarspremie<br />
voorzien door de sectorale collectieve<br />
arbeidsovereenkomst gesloten ter zake op 12 juli<br />
2007, met werkelijke arbeid worden gelijkgesteld<br />
in het raam van artikel 8 (Gelijkstellingen) van de<br />
voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Geldigheid en opzegging<br />
Artikel 5<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />
werking op 1 januari 2008.<br />
Zij vervangt vanaf 1 januari 2008 de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005, gesloten<br />
in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid, tot toekenning van een<br />
dag anciënniteitsverlof (K.B. 6 december 2005,<br />
B.S. 27 december 2005)<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />
63
64<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />
toepassing op de werkgevers van de ondernemingen<br />
die ressorteren onder het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid en op alle werknemers gebonden met<br />
hun werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />
van bediende.<br />
Artikel 2<br />
Overeenkomstig Titel XIII, hoofdstuk VIII,<br />
afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december<br />
2006 houdende diverse bepalingen, (B.S.<br />
28/12/2006) en in toepassing van de wet<br />
van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />
bestaanszekerheid, sluit het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
een collectieve arbeidsovereenkomst houdende<br />
verlenging van een fonds voor bestaanszekerheid,<br />
genaamd “Fonds voor de bevordering van de<br />
vormings- en tewerkstellingsiniatieven van de<br />
risicogroepen en bedienden in de scheikundige<br />
nijverheid” hierna genoemd “Fonds voor de<br />
beroepsvorming van de bedienden in de<br />
scheikundige nijverheid” en waarvan de statuten<br />
hierna worden vastgelegd.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor de duur van 2 jaar, te weten van 1<br />
januari 2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>.<br />
Zij kan slechts verlengd worden door een nieuwe<br />
collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten in<br />
hetzelfde Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Statuten<br />
hoofdstuk 1 - Benaming en zetel<br />
Artikel 4<br />
Het fonds voor bestaanszekerheid opgericht<br />
met ingang van 1 januari 1991, “Fonds voor<br />
de beroepsvorming van de bedienden in de<br />
scheikundige nijverheid” genaamd, hierna het<br />
Fonds genoemd, waarvan de zetel is gevestigd in<br />
de Brusselse agglomeratie, wordt voor de duur van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />
21<br />
Fonds voor vorming<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 (officieuze coördinatie).<br />
hoofdstuk 2 - doel<br />
Artikel 5<br />
Het doel van het Fonds is om vormings- en<br />
tewerkstellingsactiviteiten te bevorderen<br />
ten voordele van de risicogroepen. Onder<br />
risicogroepen moet men verstaan : de bedienden<br />
van de sector, waarvan de kwalificatie niet<br />
aangepast is of dreigt te zijn aan de vereisten<br />
van de nieuwe technologieën, de jongeren en de<br />
werkzoekenden.<br />
Artikel 6<br />
De taken van het Fonds zijn de volgende :<br />
• enerzijds kan het Fonds de aanwerving<br />
van personen komende uit risicogroepen<br />
rechtstreeks aanmoedigen door de bedrijven<br />
die tot deze aanwervingen overgaan, te<br />
steunen,<br />
• anderzijds kan het de tewerkstelling van<br />
personen uit risicogroepen onrechtstreeks<br />
bevorderen, met name door voor hen<br />
vormingsprogramma’s te organiseren.<br />
Deze taken worden verduidelijkt in de artikelen<br />
7 en 8.<br />
Artikel 7<br />
Gedurende een beperkte periode kan het Fonds<br />
financiële steun verlenen aan de bedrijven die<br />
werkzoekenden in dienst nemen.<br />
Gedurende deze periode kan het Fonds<br />
aanmoedigingsmaatregelen bepalen voor de<br />
vormingsinspanningen, ondernomen door de<br />
betrokken personen.<br />
Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een<br />
bediende in de scheikundige nijverheid wordt<br />
een recht op één dag opleiding m.b.t. algemene<br />
introductie/veiligheid/preventie/ergonomie<br />
ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg<br />
en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet<br />
verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren.<br />
Er wordt, in het kader van de werkzaamheden<br />
van het Fonds voor vorming, bijzondere<br />
aandacht geschonken aan opleiding inzake<br />
algemene introductie/preventie, veiligheid<br />
en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw<br />
aangeworven bedienden.<br />
De sociale partners voor de bedienden van
de scheikundige nijverheid, erkennende dat<br />
vorming een verantwoordelijkheid is van<br />
beide partijen (m.n. van de werkgever en<br />
van de bediende) besluiten dat een paritaire<br />
werkgroep zal worden samengesteld, in de<br />
schoot van het beheerscomité van het Fonds<br />
voor vorming, die zich zal buigen over het thema<br />
vorming en opleiding, zoals voorzien in het<br />
Interprofessioneel Akkoord 2007-2008, voor de<br />
bedienden in de scheikundige nijverheid. De<br />
paritaire werkgroep zal verslag uitbrengen aan<br />
het Paritair Comité voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid tegen 15 december<br />
2007.<br />
De sociale partners voor de bedienden van<br />
de scheikundige nijverheid bevestigen dat<br />
ze met het invoeren van deze maatregelen<br />
gunstig gevolg geven aan de oproep uit het<br />
Interprofessioneel Akkoord 2007-2008 om de<br />
vormingsinspanningen te verhogen.<br />
Artikel 8<br />
De bevordering van het industrieel leerlingwezen<br />
is een van de prioriteiten van het Fonds. Niet<br />
alleen kan het Fonds financiële steun verlenen<br />
aan bedrijven die zo’n project opzetten, maar zijn<br />
rol bestaat er ook in om eventuele initiatieven<br />
genomen door groepen van bedrijven, te<br />
bevorderen en te coördineren.<br />
Het fonds heeft als opdracht om zowel financieel<br />
als op het vlak van coördinatie vormingsprogramma’s<br />
te ondersteunen die ingericht<br />
worden door een organisme of door een bedrijf,<br />
indien deze laatste vorming ook toegankelijk is<br />
voor anderen dan de eigen werknemers van de<br />
onderneming.<br />
De bedrijven in herstructurering of waarvan<br />
de werknemers het risico lopen ontslagen te<br />
worden omwille van het feit dat hun kwalificatie<br />
niet meer beantwoordt aan de vereisten van<br />
de nieuwe technologieën, kunnen zich tot<br />
het Fonds wenden opdat dit laatste bijdraagt<br />
tot hun omscholing door vormings- en<br />
herplaatsingsinitiatieven te nemen.<br />
Het Fonds kan acties ondernemen gericht op het<br />
onderwijs ; deze kunnen bestaan uit:<br />
• steun aan bedrijven die stages voor<br />
leerkrachten organiseren ;<br />
• de financiering van een publiciteitscampagne;<br />
• de financiering van pedagogisch materiaal in<br />
de scholen.<br />
Het Fonds kan een diepgaand onderzoek<br />
instellen naar de tegenwoordige en toekomstige<br />
behoeften van de scheikundige sector op het<br />
vlak van de kwalificaties. Het Fonds behoudt<br />
zich eveneens het recht voor om samen te<br />
werken met al of niet openbare organismen voor<br />
vorming.<br />
Het Fonds kan eveneens eigen<br />
vormingsinitiatieven opzetten ten behoeve van<br />
de groepen vermeld onder artikel 5.<br />
Bovendien zal het Fonds voor Vorming, naast<br />
de reeds bestaande maatregelen, voor de duur<br />
van deze collectieve arbeidsovereenkomst,<br />
bijkomende stimulerende en begeleidende<br />
maatregelen uitwerken ter ondersteuning van:<br />
1. opleidingen in het kader van collectief<br />
ontslag om de tewerkstellingskansen te<br />
bevorderen;<br />
2. opleidingen georganiseerd door<br />
ondernemingen die een opleidingsbeleid<br />
voeren en daartoe een specifiek<br />
opleidingsplan opstellen.<br />
Het beheerscomité van het Fonds zal de<br />
specifieke criteria en modaliteiten hiervan<br />
bepalen.<br />
Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een<br />
bediende in de scheikundige nijverheid wordt<br />
een recht op één dag opleiding m.b.t. algemene<br />
introductie/veiligheid/preventie/ergonomie<br />
ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg<br />
en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet<br />
verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren.<br />
Er wordt, in het kader van de werkzaamheden<br />
van het Fonds voor vorming, bijzondere<br />
aandacht geschonken aan opleiding inzake<br />
algemene introductie/preventie, veiligheid<br />
en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw<br />
aangeworven bedienden.<br />
De sociale partners voor de bedienden van<br />
de scheikundige nijverheid hebben met<br />
het invoeren van deze maatregelen gunstig<br />
gevolg gegeven aan de oproep uit het<br />
Interprofessioneel Akkoord 2007-2008 om de<br />
vormingsinspanningen te verhogen.<br />
hoofdstuk 3 - financiering<br />
Artikel 9<br />
Het Fonds beschikt over de bijdragen gestort<br />
door de werkgevers die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
65
66<br />
bedienden van de scheikundige nijverheid en<br />
de opbrengst van de intresten van de kapitalen.<br />
Artikel 10<br />
De werkgeversbijdrage die aan het Fonds<br />
gestort wordt, bedraagt 0,20 pct. van de<br />
bruto weddemassa van de werknemers onder<br />
arbeidsovereenkomst voor bedienden voor<br />
de periode van 1 januari 2011 tot en met 31<br />
december <strong>2012</strong>; overeenkomstig Titel XIII,<br />
hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet<br />
van 27 december 2006 houdende diverse<br />
bepalingen, (BS 28/12/2006) en het KB van 19<br />
maart 2007 ter activering van de inspanning ten<br />
voordele van personen die tot de risicogroepen<br />
behoren en van de inspanningen ten bate van de<br />
actieve begeleiding en opvolging van werklozen<br />
voor de periode 2007-2008 (BS 28.03.2007).<br />
Van de hierboven vermelde totaal gestorte<br />
middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage<br />
van 0,05 pct. op de brutolonen van de bedienden<br />
integraal gebruikt worden voor collectieve<br />
opleidingsprojecten.<br />
Een deel van de middelen zal gedurende<br />
de periode van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst in het bijzonder worden<br />
aangewend om volgende 3 projecten vorm te<br />
geven en verder uit te werken:<br />
1. Een betere integratie in de sector van<br />
personen met een handicap<br />
2. Internationale solidariteit<br />
3. Verbetering van de instroom van jongeren<br />
en promotie van de sector bij de jongeren<br />
De concrete modaliteiten en middelen voor deze<br />
3 projecten zullen worden bepaald door het<br />
Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.<br />
De sociale partners van de scheikundige<br />
nijverheid zullen gedurende de periode van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst binnen het<br />
Fonds Vorming eveneens de nodige initiatieven<br />
nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te<br />
verhogen met 5 %.<br />
De bedrijven die gelijkaardige initiatieven<br />
hebben genomen met het oog op de<br />
bevordering van de tewerkstelling van de<br />
risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd<br />
in een collectieve arbeidsovereenkomst,<br />
neergelegd op de griffie van de Algemene<br />
Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van<br />
de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid,<br />
Arbeid en Sociaal Overleg, uiterlijk op 1 oktober<br />
2011 voor het jaar 2011 en uiterlijk op 1 oktober<br />
<strong>2012</strong> voor het jaar <strong>2012</strong> zijn van deze bijdrage<br />
vrijgesteld.<br />
Artikel 11<br />
Voor de periode 2011-<strong>2012</strong> worden de bijdragen<br />
vermeld in artikel 10, als volgt geïnd door de<br />
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid:<br />
• 1e tot 4e kwartaal 2011: nihil<br />
• 1e tot 4e kwartaal <strong>2012</strong>: 0,40% per kwartaal.<br />
Artikel 12<br />
De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de<br />
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in toepassing<br />
van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958<br />
betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.<br />
Artikel 13<br />
De administratiekosten van het Fonds worden elk<br />
jaar vastgesteld door het beheerscomité voorzien<br />
in artikel 16. Deze kosten worden gedekt door de<br />
renten van de kapitalen voortkomende van de<br />
storting van de bijdrage bedoeld in artikel 11, en<br />
eventueel door een afhouding op deze bijdrage,<br />
waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het<br />
beheerscomité.<br />
Artikel 14<br />
Voor de dossiers voor de periode lopende vanaf<br />
1 januari 2008 ingediend bij het fonds volgens de<br />
door het beheerscomité vastgestelde regels kan<br />
een onderneming van het fonds nooit een bedrag<br />
verkrijgen dat hoger is dan het bedrag dat zij voor<br />
haar bedienden gestort heeft sedert 1 januari<br />
2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 %.<br />
Indien het gaat om een groep van<br />
ondernemingen die gezamenlijk handelen,<br />
mag het van het vormingsfonds te verkrijgen<br />
maximum bedrag nooit hoger zijn dat de som van<br />
de bijdragen die gestort werden sedert 1 januari<br />
2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 %,<br />
behoudens uitzonderingen goedgekeurd door het<br />
beheerscomité van het “Vormingsfonds”.<br />
Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de vier<br />
vorige alinea’s, kan evenwel het beheerscomité<br />
van het vormingsfonds, voor de duur van deze<br />
<strong>CAO</strong>, beslissen of het een terugbetaling voorziet<br />
die het bedrag zoals bepaald in de vorige alinea’s<br />
overschrijdt, maar die in dit geval geplafonneerd<br />
is tot 5.000 euro per jaar overeenkomstig door het<br />
beheerscomité van het vormingsfonds te bepalen<br />
regels.<br />
Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de drie<br />
vorige alinea’s, kan evenwel het beheerscomité
van het vormingsfonds, voor de duur van deze<br />
cao, overeenkomstig de door het beheerscomité<br />
te bepalen regels, beslissen dat het een<br />
financiële tussenkomst toekent aan de bedrijven<br />
die, zoals voorzien in artikel 10, gelijkaardige<br />
initiatieven hebben genomen met het oog op<br />
de bevordering van de tewerkstelling van de<br />
risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd<br />
in een cao van de onderneming of van een<br />
groep van ondernemingen, neergelegd op de<br />
griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />
Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />
Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />
Sociaal Overleg.<br />
Artikel 15<br />
De projecten die op directe wijze worden<br />
gefinancierd door het beheerscomité van het<br />
Fonds, mogen nooit bedragen ontvangen die<br />
hoger zijn dan het saldo van de middelen van het<br />
Fonds na sluiting van het boekjaar en aanzuivering<br />
van de schuldvorderingen van de ondernemingen,<br />
die een project hebben ingediend dat door het<br />
beheerscomité is aanvaard.<br />
hoofdstuk 4 - Beheer<br />
Artikel 16<br />
Het Fonds wordt beheerd door een<br />
beheerscomité, bestaande uit tien effectieve<br />
leden en een zelfde aantal plaatsvervangende<br />
leden.<br />
De helft van deze leden wordt aangeduid door<br />
de leden die de beroepsorganisatie van de<br />
werkgevers vertegenwoordigen in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid ; de andere helft wordt aangeduid<br />
door de leden van het Paritair Comité, die de<br />
werknemers vertegenwoordigen.<br />
De plaatsvervangende leden vervangen<br />
de afwezige effectieve leden met dezelfde<br />
bevoegdheden.<br />
Het mandaat van effectief of plaatsvervangend<br />
lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer het<br />
mandaat na 4 jaar een einde neemt, of wegens<br />
ontslag gegeven door de verantwoordelijke<br />
organisatie. Het nieuwe lid voltooit het mandaat<br />
van degene die hij vervangt.<br />
De mandaten van effectief of plaatsvervangend<br />
lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde<br />
voorwaarden als die waaronder zij worden<br />
aangeduid.<br />
Artikel 17<br />
De voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid maakt<br />
deel uit van het beheerscomité naast de 10 leden<br />
voorzien in artikel 16.<br />
Artikel 18<br />
De duur van het mandaat van voorzitter<br />
en van ondervoorzitter bedraagt twee jaar.<br />
Het voorzitterschap wordt beurtelings<br />
waargenomen door een persoon, aangewezen<br />
door de Federatie der chemische nijverheid<br />
tussen de leden van het beheerscomité, en<br />
door een persoon, aangewezen door de<br />
vertegenwoordigers van de werknemers tussen<br />
de leden van het beheerscomité. Voor het<br />
ondervoorzitterschap geldt dezelfde regeling.<br />
Voorzitter en ondervoorzitter mogen niet deel<br />
uitmaken van dezelfde delegatie.<br />
Artikel 19<br />
Het beheerscomité stelt de regels voor de<br />
werking van het Fonds op met de bedoeling<br />
om de opdrachten van het Fonds, zoals deze in<br />
artikels 7, 8 en 9 opgesomd zijn, te vervullen.<br />
Deze regels worden goedgekeurd door het<br />
paritair comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 20<br />
De beheerders van het Fonds gaan geen<br />
enkele persoonlijke verplichting aan in verband<br />
met de verbintenissen van het Fonds. Hun<br />
verantwoordelijkheid beperkt zich tot de<br />
uitvoering van het beheersmandaat dat zij<br />
hebben ontvangen.<br />
Artikel 21<br />
Het beheerscomité beschikt over de meest<br />
uitgebreide rechten voor het beheer en de<br />
administratie van het Fonds, zonder nochtans<br />
te schaden aan de wettelijke bepalingen of aan<br />
deze welke door de huidige statuten worden<br />
voorbehouden aan het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 22<br />
Het beheerscomité vergadert minstens<br />
tweemaal per jaar, hetzij op uitnodiging van<br />
de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op<br />
vraag van tenminste de helft van de leden van<br />
het beheerscomité of op vraag van een van de<br />
vertegenwoordigde organisaties.<br />
67
68<br />
Artikel 23<br />
Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in<br />
aanwezigheid van minstens de helft van de leden<br />
behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />
minstens de helft van de leden behorende tot de<br />
werkgeversafvaardiging.<br />
Artikel 24<br />
Wanneer moet worden overgegaan tot een<br />
stemming, moet een gelijk aantal leden van elke<br />
afvaardiging deelnemen aan de stemming.<br />
De beslissingen worden met meerderheid<br />
van twee derden van de uitgebrachte<br />
stemmen genomen. Alleen de effectieve of<br />
plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd.<br />
Artikel 25<br />
Het beheerscomité zal een huishoudelijk<br />
reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn<br />
werking nader zal omschrijven.<br />
Artikel 26<br />
Het Beheerscomité van het Fonds stelt een<br />
projectcommissie samen. De opdracht van<br />
deze commissie bestaat in het geven van een<br />
technisch en kwalitatief advies over de dossiers<br />
voor aanvragen die bij het Fonds ingediend zijn.<br />
Het beheerscomité bepaalt de samenstelling en<br />
de werkingsregels van deze commissie<br />
hoofdstuk 5 - Controle<br />
Artikel 27<br />
Overeenkomstig artikel 12 van de wet<br />
van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />
bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van<br />
18 december 1968, zal het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
een expert-boekhouder aanduiden om het<br />
beheer van het Fonds te controleren. Deze moet<br />
minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen<br />
bij het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid. Bovendien zal<br />
hij het Beheerscomité regelmatig inlichten<br />
over de resultaten van zijn onderzoek en de<br />
aanbevelingen doen die hij nodig acht.<br />
hoofdstuk 6 - Balans en rekeningen<br />
Artikel 28<br />
Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31<br />
december.<br />
De rekeningen van het verlopen jaar worden<br />
op 31 december van elk jaar afgesloten. Het<br />
beheerscomité, evenals de door het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid krachtens artikel 27 aangeduide<br />
expert-boekhouder, overhandigen elk aan<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag<br />
betreffende de uitvoering van hun opdracht<br />
tijdens het verlopen jaar<br />
De balans, evenals voornoemde jaarlijkse<br />
verslagen, moeten uiterlijk in de loop van<br />
het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar<br />
ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
worden voorgelegd.<br />
hoofdstuk 7 - ontbinding en vereffening<br />
Artikel 29<br />
Ingeval van ontbinding beslist het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid over de bestemming van de goederen<br />
en waarden van het Fonds na betaling van het<br />
passief, en geeft aan deze goederen en waarden<br />
een bestemming die in overeenstemming is met<br />
het doel waartoe het Fonds werd opgericht.<br />
Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid duidt de vereffenaars<br />
aan onder de effectieve leden van het<br />
beheerscomité.
22<br />
Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten<br />
van bepaalde duur<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten overeenkomstig artikel 18 van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />
nationaal akkoord 2007-2008 voor bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid, gesloten<br />
op 2 mei 2007 in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 3<br />
Wanneer een bediende na afloop van<br />
opeenvolgende contracten van bepaalde duur,<br />
voor dezelfde functie en zonder onderbreking<br />
van meer dan 4 weken wordt aangenomen met<br />
een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur<br />
dan blijft de reeds opgebouwde anciënniteit<br />
in het kader van de overeenkomsten van<br />
bepaalde duur behouden en zal er geen nieuwe<br />
proefperiode worden overeengekomen.<br />
Deze regel geldt op voorwaarde dat<br />
de totale duur van de opeenvolgende<br />
arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur<br />
minstens gelijk is aan in totaal minimum<br />
6 of 12 maanden voor zover, in overeenstemming<br />
met artikel 67, § 2 van de wet van 3 juli 1978<br />
betreffende de arbeids-overeenkomsten,<br />
de proefperiode respectievelijk maximum 6 of 12<br />
maanden kan bedragen naargelang het jaarlijks<br />
loon niet hoger of hoger is dan de loondrempel<br />
vermeld in artikel 67, § 2 van de wet van 3 juli 1978<br />
op de arbeidsovereenkomsten.<br />
De regel is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten<br />
van onbepaalde duur gesloten<br />
na 2 mei 2007.<br />
geldigheid en opzegging<br />
Artikel 4<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />
werking op 2 mei 2007.<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />
69
70<br />
Verlof wegens bijzondere gebeurtenissen<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en op<br />
de werknemers verbonden met hun werkgever<br />
door middel van een arbeidsovereenkomst van<br />
bediende.<br />
Artikel 2<br />
Onverminderd de bepalingen van het koninklijk<br />
besluit van 28 augustus 1963 (BS van 11.09.1963),<br />
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van<br />
9.07.1970 (BS van 14.07.1970); van 22.07.1970<br />
(BS van 18.09.1970) en van 18.10.1975 (BS van<br />
15.01.1976), van 16.01.1978 (BS 11.02.1978), van<br />
12.08.1981 (BS 01.09.1981), van 08.06.1984 (BS<br />
16.06.1984), van 27.02.1989 (BS 14.03.1989), van<br />
07.02.1991 (BS 15 en 16.02.1991), van 22.03.1999<br />
(BS 02.04.1999), van 09.01.2000 (BS 02.02.2000),<br />
de Wet van 10 augustus 2001 (BS 15.09.2001), de<br />
Wet van 9 juli 2004 (BS 15.07.2004), de Wet van<br />
27 april 2007 (BS 8.05.2007) en de Wet van 13<br />
april 2011 (BS 10.5.2011) hebben de bij artikel 1<br />
vermelde werknemers het recht, met behoud van<br />
hun normaal loon, hun werk te verzuimen, voor<br />
de hierna bepaalde duur:<br />
1. huwelijk van de werknemer<br />
Drie opeenvolgende werkdagen (de zaterdag<br />
of eender welke gewone inactiviteitsdag<br />
wordt beschouwd als werkdag) te kiezen<br />
door de werknemer tijdens de week waarin de<br />
gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />
volgende week.<br />
23<br />
Kort verzuim<br />
2. Plechtige communie van een kind van de<br />
werknemer of van zijn (haar) echtgeno(o)te<br />
Een dag te nemen tijdens de week waarin de<br />
gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />
volgende week.<br />
3. deelname van een kind van de werknemer<br />
of van zijn (haar) echtgenote aan het feest<br />
van de “vrijzinnige jeugd” daar waar dit<br />
feest plaats heeft<br />
Een dag te nemen tijdens de week waarin de<br />
gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />
volgende week.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei<br />
1976 (KB 13 september 1976; BS 23.10.1976) en<br />
wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Ze<br />
treedt in werking op 1 juli 2011.<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd,<br />
mits een opzegging van drie maanden, betekend<br />
bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />
de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />
termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />
de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />
voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />
geldt als bewijs.
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit paritair comité.<br />
Artikel 2<br />
Behalve in het geval waarin de werkgevers zelf<br />
het vervoer van hun bedienden organiseren en<br />
financieren wordt de bijdrage van de werkgevers<br />
in de vervoerkosten gedragen door de bedienden<br />
vanaf 1 februari 2009 vastgesteld overeenkomstig<br />
de bepalingen van artikelen 3<br />
en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
Bijdrage van de werkgevers<br />
24<br />
Vervoer van de bedienden<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009.<br />
Artikel 3<br />
§ 1 - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer<br />
Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer<br />
betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in<br />
deprijs van het gebruikte vervoerbewijs vanaf<br />
1 februari 2009 berekend worden op basis van<br />
de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in<br />
artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten<br />
§ 2 - Gemeenschappelijk openbaar vervoer,<br />
met uitzondering van het treinvervoer<br />
Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar<br />
vervoer, met uitzondering van het treinvervoer,<br />
wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van<br />
de werkgever in de prijs van de abonnementen<br />
vanaf 5 km bepaald volgens de modaliteiten<br />
als opgenomen in artikel 4 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 19 octies van 20 februari<br />
2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />
§3 - Gecombineerd gemeenschappelijk<br />
openbaar vervoer<br />
Voor wat betreft het gecombineerd<br />
gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf<br />
1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever<br />
in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens<br />
de modaliteiten als opgenomen in artikel 5 en<br />
artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de<br />
Nationale Arbeidsraad.<br />
§ 4 – Gemeenschappelijk openbaar vervoer op<br />
het grondgebied van een andere lidstaat<br />
Voor wat betreft het gemeenschappelijk<br />
openbaar vervoer op het grondgebied van een<br />
andere lidstaat wordt vanaf 1 februari 2009 de<br />
tussenkomst van de werkgever in de prijs van het<br />
vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten<br />
als opgenomen in artikel 7 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari<br />
2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />
onmogelijkheid om in normale<br />
omstandigheden een openbaar<br />
gemeenschappelijk vervoermiddel te<br />
gebruiken<br />
Artikel 4<br />
Indien de bediende onmogelijk in<br />
normale omstandigheden een openbaar<br />
gemeenschappelijk vervoermiddel kan<br />
gebruiken wegens de geografische ligging van<br />
de onderneming of ingevolge de toegepaste<br />
uurroosters, wordt de bijdrage van de werkgevers<br />
uitgebreid tot de bedienden die verplicht zijn een<br />
particulier vervoermiddel te gebruiken<br />
De tussenkomst van de werkgevers bij gebruik<br />
van een ander vervoermiddel dan het openbaar<br />
vervoer voor een afgelegde afstand die minstens<br />
5 kilometer moet bedragen, blijft vanaf 1<br />
februari 2009 gekoppeld aan de vroegere tabel<br />
(in uitvoering van de Wet van 27 juli 1962 tot<br />
vaststelling van een werkgeversbijdrage in het<br />
verlies geleden door de NMBS ingevolge de<br />
uitgifte van abonnementen voor werklieden en<br />
bedienden) op basis van het gemiddelde van 60%,<br />
zoals opgenomen in bijlage en aangepast op<br />
1 februari van ieder jaar aan de nieuwe tarieven.<br />
71
72<br />
door de werkgevers gedragen vervoerkosten<br />
Artikel 5<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan<br />
de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de<br />
ondernemingen bestaan.<br />
Terugbetalingstijdstip<br />
Artikel 6<br />
De bijdrage van de werkgevers in de<br />
vervoerkosten van de bedienden wordt<br />
maandelijks afgerekend.<br />
Terugbetalingsmodaliteiten<br />
Artikel 7<br />
De bijdrage van de werkgevers in de<br />
vervoerkosten van de bedienden is afhankelijk<br />
van de aflevering door de bedienden van,<br />
naargelang het geval, een of meerdere van de<br />
hierna vermelde attesten:<br />
a) het speciaal getuigschrift uitgegeven door<br />
de Nationale Maatschappij der Belgische<br />
Spoorwegen voor de treinkaart voor vervoer<br />
per trein;<br />
b) een officieel document dat de afgelegde<br />
afstand, van minstens 5 km, vermeldt, voor<br />
het regelmatig gebruik van een of meerdere<br />
andere gemeenschappelijke openbaar<br />
vervoermiddelen dan de trein;<br />
c) een verklaring, ondertekend door de<br />
bedienden, waaruit blijkt dat zij regelmatig<br />
een ander vervoermiddel gebruiken dan deze<br />
vermeld onder a en b hierboven over een<br />
afstand die minstens 5 km bereikt<br />
Artikel 8<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
deze van 14 mei 2001, gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, betreffende het vervoer van de<br />
bedienden, algemeen verbindend verklaard<br />
bij koninklijk besluit van 23 april 2002,<br />
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van<br />
30 mei 2002.<br />
Artikel 9<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />
werking op 1 februari 2009 en is gesloten voor<br />
een onbepaalde tijd.<br />
Zij kan door elk van de partijen worden<br />
opgezegd mits een opzeggingstermijn van<br />
drie maanden wordt betekend bij een ter post<br />
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />
van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid. De opzeggingstermijn<br />
vangt aan op de dag van de betekening.
Afstand<br />
Km<br />
(Eur)<br />
Week<br />
Wekelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
1 maand<br />
Maandelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
3 maanden<br />
Driemaandelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
12 maanden<br />
Jaarlijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
1 4,50 14,85 42,00 149,50<br />
2 5,00 16,50 46,50 165,75<br />
3 5,45 18,20 50,95 181,45<br />
4 5,95 19,90 55,45 197,70<br />
5 6,40 21,30 59,90 213,35<br />
6 6,85 22,70 63,85 227,35<br />
7 7,20 24,10 67,20 240,80<br />
8 7,60 25,50 71,10 254,80<br />
9 8,05 26,90 75,05 268,25<br />
10 8,45 28,00 78,95 281,70<br />
11 8,90 29,90 83,45 297,80<br />
12 9,35 31,00 87,40 311,35<br />
13 9,85 32,95 91,45 327,75<br />
14 10,20 34,10 95,40 341,35<br />
15 10,70 35,80 99,40 355,00<br />
16 11,10 37,05 103,75 370,50<br />
17 11,50 38,20 107,75 384,20<br />
18 11,95 39,90 111,70 398,45<br />
19 12,40 41,20 115,55 413,55<br />
20 12,80 42,90 119,55 427,30<br />
21 13,25 44,05 123,55 441,60<br />
22 13,70 45,90 128,00 456,90<br />
23 14,15 47,25 132,50 472,30<br />
24 14,70 48,40 136,50 486,70<br />
25 15,00 50,10 139,95 500,55<br />
26 15,60 51,45 144,50 516,75<br />
27 15,90 53,20 148,55 530,60<br />
28 16,45 54,35 152,60 544,50<br />
29 16,75 56,05 156,65 558,95<br />
30 17,05 57,20 160,70 572,80<br />
31 - 33 18,05 59,95 168,20 600,05<br />
34 - 36 19,20 64,30 179,95 643,70<br />
37 - 39 20,55 68,55 191,90 686,00<br />
40 - 42 21,95 72,70 203,75 727,80<br />
43 - 45 23,10 77,20 216,45 772,75<br />
46 - 48 24,50 81,40 227,65 813,95<br />
49 - 51 25,60 85,75 240,00 857,65<br />
73
74<br />
Afstand<br />
Km<br />
(Eur)<br />
Week<br />
Wekelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
1 maand<br />
Maandelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
3 maanden<br />
Driemaandelijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
(Eur)<br />
12 maanden<br />
Jaarlijkse bijdrage<br />
van de werkgever<br />
52 - 54 26,65 88,65 248,60 888,45<br />
55 - 57 27,60 91,75 256,05 914,50<br />
58 - 60 28,40 94,85 265,20 947,25<br />
61 - 65 29,35 97,95 275,20 982,80<br />
66 - 70 31,05 103,45 289,05 1032,05<br />
71 - 75 32,70 108,20 302,55 1080,00<br />
76 - 80 34,00 112,75 315,65 1126,45<br />
81 - 85 35,45 117,75 329,80 1176,75<br />
86 - 90 36,75 122,35 342,35 1223,60<br />
91 - 95 38,20 127,40 356,70 1274,65<br />
96 - 100 39,50 131,85 369,45 1319,85<br />
101 - 105 40,90 136,75 383,40 1369,40<br />
106 - 110 42,30 141,65 397,40 1419,15<br />
111 - 115 44,30 147,00 410,90 1466,95<br />
116 - 120 45,80 152,20 425,70 1519,60<br />
121 - 125 47,10 156,75 438,60 1566,05<br />
126 - 130 48,45 161,50 452,20 1614,35<br />
131 - 135 49,90 166,55 465,90 1665,35<br />
136 - 140 51,20 171,05 478,85 1711,35<br />
141 - 145 52,50 175,60 491,85 1757,40<br />
146 - 150 54,50 182,35 510,75 1824,35<br />
151 - 155 55,80 184,95 518,55 1852,25<br />
156 - 160 57,10 189,50 531,55 1898,35<br />
161 - 165 58,40 194,70 544,50 1944,40<br />
166 - 170 59,70 199,25 557,50 1990,50<br />
171 - 175 61,00 203,80 570,45 2036,55<br />
176 - 180 62,30 208,35 583,45 2082,65<br />
181 - 185 63,60 212,85 595,80 2128,70<br />
186 - 190 65,55 217,40 608,75 2174,80<br />
191 - 195 66,85 221,95 621,75 2220,90<br />
196 - 200 68,15 226,50 634,70 2266,95<br />
Vanaf februari <strong>2012</strong><br />
Eveneens geldig voor de berekening van de prijs voor treinkaarten in gemengd verkeer NMBS/De Lijn/TEC.<br />
De totale afstand mag niet korter zijn dan 3km. Afstanden NMBS beperkt tot 150km.
25<br />
Aanwerving uitzendkracht: proefperiode<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten in uitvoering van artikel 17 van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />
Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />
1 april 2009 in het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 3<br />
In geval een uitzendkracht wordt aangeworven<br />
met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde<br />
gebruiker, vanaf dan de werkgever genoemd, en<br />
dit voor dezelfde functie als waarin hij gedurende<br />
minstens 6 maanden, zonder tussentijdse<br />
onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende<br />
weken, heeft gewerkt, zal er geen proefperiode in<br />
de arbeidsovereenkomst voorzien worden.<br />
De voornoemde regel is van toepassing op de<br />
arbeidsovereenkomsten gesloten vanaf 1 april<br />
2009 voor wat betreft het overeenkomen van een<br />
proefperiode.<br />
geldigheid en opzegging<br />
Artikel 4<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />
werking op 1 april 2009.<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />
75
76<br />
26<br />
Zwangerschap en moederschap<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is,<br />
van toepassing op de werkgevers van de<br />
ondernemingen die ressorteren onder de<br />
bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />
op de bedienden waarvan de functies zijn<br />
opgenomen in de classificatie der functies,<br />
vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten in uitvoering van artikel 15 van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />
Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />
1 april 2009 in het Paritair Comité voor de<br />
scheikundige nijverheid en artikel 16 van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />
Nationaal Akkoord 2011-<strong>2012</strong> voor bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />
10 mei 2011 in het Paritair Comité voor de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Basisloonwaarborg<br />
Artikel 3<br />
Voor bedienden die omwille van hun<br />
zwangerschap genoodzaakt worden om<br />
gedurende deze periode een andere lagere<br />
functie binnen de onderneming in te vullen<br />
zal het basisloon van de originele functie<br />
gewaarborgd blijven.<br />
Deze regeling doet geen afbreuk aan<br />
gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op<br />
het vlak van de onderneming bestaan.<br />
Terugkomst uit zwangerschaps- of<br />
moederschapsverlof<br />
Artikel 4<br />
Na afloop van het zwangerschaps- of<br />
moederschapsverlof heeft de werkneemster het<br />
recht terug te keren naar haar functie of naar een<br />
gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform<br />
haar arbeidsovereenkomst.<br />
geldigheid en opzegging<br />
Artikel 5<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />
de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei<br />
2009 met betrekking tot een basisloonwaarborg<br />
voor zwangere bedienden (KB 21 februari 2010,<br />
BS 8.04.2010) en is gesloten voor een onbepaalde<br />
duur en treedt in werking op 1 januari 2011.<br />
Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />
mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité<br />
voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid. De termijn van drie maanden<br />
begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />
aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />
toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.
definities<br />
27<br />
Invoering van een aanvullende<br />
sectoraal pensioenstelsel<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />
Artikel 1<br />
Voor de toepassing van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:<br />
a) Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel: het<br />
pensioenstelsel dat door deze invoering van<br />
een aanvullend sectoraal pensioenstelsel<br />
wordt ingevoerd.<br />
b) Bedienden: de mannelijke en vrouwelijke<br />
bedienden van de Werkgevers die ressorteren<br />
onder het Paritair Comité nr. 207 voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
c) <strong>CAO</strong>: collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
d) FBZ: het Fonds voor bestaanszekerheid<br />
voor het sectoraal pensioenstelsel voor de<br />
bedienden van de scheikundige nijverheid,<br />
met zetel te 1030 Brussel, Auguste Reyerslaan<br />
80, 2de verdieping.<br />
e) KSZ: de Kruispuntbank van de Sociale<br />
Zekerheid.<br />
f) Onderneming: juridische entiteit.<br />
g) Ondernemingspensioenstelsel: het<br />
aanvullend pensioenstelsel dat op<br />
ondernemingsniveau binnen de Werkgever<br />
van toepassing is.<br />
h) PC: het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />
de scheikundige nijverheid.<br />
i) Reglement: het Reglement van het<br />
Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor<br />
de scheikundige nijverheid dat als bijlage bij<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gevoegd en er integraal deel van uit maakt.<br />
j) RSZ: Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid.<br />
k) WAP: de Wet van 28 april 2003 betreffende<br />
de aanvullende pensioenen en het<br />
belastingstelsel van die pensioenen en van<br />
sommige aanvullende voordelen inzake<br />
sociale zekerheid.<br />
l) Werkgever : werkgever die ressorteert onder<br />
het PC. De notie Werkgever verwijst naar de<br />
juridische entiteit en niet naar de technische<br />
bedrijfseenheid.<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
2.1.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />
van toepassing op de werkgevers en<br />
de bedienden met uitzondering van de<br />
werkgevers en de bedienden waarvan sprake<br />
in de artikelen 2.2. en 2.3. hieronder.<br />
2.2.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet<br />
van toepassing op de werkgevers en hun<br />
bedienden die op de in artikel 3 van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst voorziene<br />
wijze aantonen dat op 1 januari 2011 alle<br />
bedienden die geviseerd worden door<br />
het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel,<br />
onderworpen zijn aan één of meerdere<br />
Ondernemingspensioenstelsels die<br />
gelijkwaardig of beter zijn dan het<br />
Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.<br />
De gelijkwaardigheid wordt als volgt getoetst:<br />
• De gelijkwaardigheid wordt getoetst per<br />
Onderneming.<br />
• De gelijkwaardigheid wordt getoetst op<br />
het niveau van het pensioenreglement.<br />
• De gelijkwaardigheid wordt getoetst<br />
door voor een voltijds tewerkgestelde<br />
aangeslotene.<br />
o de verwachte verworven reserves van<br />
het Ondernemingspensioenstelsel na<br />
15 jaar aansluiting te vergelijken met de<br />
verwachte verworven reserves van het<br />
Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />
rekening houdend met een bijdrage<br />
van 57,41 euro per kwartaal, een<br />
rendement van 3,25 % per jaar en de in<br />
het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />
aangerekende beheerskosten, en<br />
o het verwachte pensioenkapitaal van<br />
het Ondernemingspensioenstelsel<br />
op eindleeftijd te vergelijken met het<br />
verwachte pensioenkapitaal van het<br />
77
78<br />
Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />
rekening houdend met een bijdrage<br />
van 57,41 euro per kwartaal, een<br />
rendement van 3,25 % per jaar en de in<br />
het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />
aangerekende beheerskosten.<br />
De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst<br />
aan de hand van de hierboven gedefinieerde<br />
criteria, met uitsluiting van alle andere mogelijke<br />
toetsingsgronden (zoals bijvoorbeeld verschillen<br />
wat betreft minimale aansluitingsleeftijd,<br />
minimale duur voor het verkrijgen van<br />
verworven rechten, …).<br />
Verklaring en Attest<br />
Artikel 3<br />
3.1.<br />
De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.2.<br />
die buiten het toepassingsgebied van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst wenst te<br />
blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden<br />
van deelname aan het Aanvullend Sectoraal<br />
Pensioenstelsel, stuurt vóór 1 november 2010 per<br />
aangetekend schrijven een verklaring en attest<br />
volgens bijgevoegd model naar het FBZ per<br />
adres: Auguste Reyerslaan 80, 2e verdieping te<br />
1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt<br />
als bewijs.<br />
3.2.<br />
De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.3.<br />
die buiten het toepassingsgebied van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst wenst te<br />
blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden<br />
van deelname aan het Aanvullend Sectoraal<br />
Pensioenstelsel, stuurt binnen de 3 maanden<br />
volgende op het evenement, per aangetekend<br />
schrijven een verklaring en attest volgens<br />
bijgevoegd model naar het FBZ per adres:<br />
Auguste Reyerslaan 80, 2e verdieping te 1030<br />
Brussel. De datum van de poststempel geldt als<br />
bewijs.<br />
3.3.<br />
Deze verklaring en dit attest moeten correct en<br />
volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend<br />
zijn door respectievelijk de Werkgever en de<br />
aangeduide actuaris van de pensioeninstelling<br />
van de Werkgever.<br />
Bij gebrek aan tijdig overmaken van deze<br />
verklaring en dit attest volgens de modaliteiten<br />
hierboven, wordt de Werkgever verondersteld<br />
definitief gekozen te hebben om deel te nemen<br />
aan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.<br />
De Werkgever zal op eenvoudig verzoek van<br />
het FBZ alle gegevens overmaken die het FBZ<br />
moet toelaten de juistheid van de geattesteerde<br />
gegevens te controleren.<br />
doel<br />
Artikel 4<br />
4.1.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten in uitvoering van artikel 6 van de<br />
binnen het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid op 1 april 2009<br />
gesloten collectieve arbeidsovereenkomst<br />
betreffende het Nationaal Akkoord 2009-2010.<br />
De partijen erkennen dat deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst een correcte en volledige<br />
uitvoering van artikel 6 van de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 1 april 2009 inhoudt.<br />
4.2.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />
als enige doel het invoeren van het Aanvullend<br />
Sectoraal Pensioenstelsel en de regels ervan vast<br />
te leggen.<br />
4.3.<br />
De aanspraken op het aanvullend pensioen<br />
worden bepaald overeenkomstig het Reglement.<br />
opting out is niet voorzien<br />
Artikel 5<br />
Het paritair comité maakt geen gebruik van<br />
de mogelijkheid, voorzien in artikel 9 van<br />
de WAP, om werkgevers toe te laten om de<br />
uitvoering van het Aanvullend Sectoraal<br />
Pensioenstelsel zelf te organiseren via een<br />
Ondernemingspensioenstelsel.<br />
de inrichter<br />
Artikel 6<br />
Als inrichter van het Aanvullend Sectoraal<br />
Pensioenstelsel wordt aangeduid en gemachtigd<br />
het FBZ.<br />
groepsverzekering en de Pensioeninstelling<br />
Artikel 7<br />
Het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel wordt<br />
uitgevoerd via een groepsverzekering die door
de inrichter wordt onderschreven.<br />
inning van de pensioentoelagen<br />
Artikel 8<br />
8.1.<br />
De pensioentoelage zoals gedefinieerd in het<br />
Reglement zal worden geïnd door de RSZ<br />
en zal, binnen de termijnen voorzien in de<br />
overeenkomst die de inrichter zal sluiten met de<br />
RSZ, overgemaakt worden aan de inrichter.<br />
De RSZ zal eveneens de sociale<br />
zekerheidsbijdrage (8,86 %) over deze<br />
pensioentoelage innen.<br />
8.2.<br />
De inrichter zal de aldus geïnde pensioentoelage,<br />
desgevallend verminderd met de door de<br />
inrichter verschuldigde beheers- of andere<br />
kosten, onverwijld doorstorten aan de<br />
pensioeninstelling.<br />
8.3.<br />
Indien de in het collectieve financieringsfonds<br />
aanwezige gelden niet volstaan om het verschil<br />
te financieren tussen enerzijds de door de RSZ<br />
doorgestorte sommen en anderzijds de kost<br />
van de pensioenrechten die op de individuele<br />
pensioenrekening moeten gebracht worden in<br />
functie van de loon- en tewerkstellingsgegevens,<br />
zal het netto bedrag dat op de individuele<br />
pensioenrekeningen gestort en gekapitaliseerd<br />
wordt, verlaagd worden teneinde voldoende<br />
fondsen te creëren in het financieringsfonds.<br />
Werking in de tijd van het Aanvullend<br />
Sectoraal Pensioenstelsel<br />
Artikel 9<br />
In uitvoering van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, treedt het Aanvullend<br />
Sectoraal Pensioenstelsel in werking op<br />
1 januari 2011.<br />
Externe omstandigheden<br />
Artikel 10<br />
Indien wetgeving, rechtspraak of andere externe<br />
omstandigheden ertoe leiden dat de globale<br />
kost die samenhangt met de uitvoering van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt,<br />
engageren de ondertekenaars zich om een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten die<br />
het pensioenreglement op dusdanige wijze<br />
aanpast dat het globale budget gelijkwaardig<br />
blijft.<br />
duurtijd en opzeggingsmodaliteiten van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
Artikel 11<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />
werking op 5 augustus 2010 en wordt gesloten<br />
voor een onbepaalde duur.<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan<br />
door elk van de partijen worden beëindigd<br />
mits een opzegging van zes (6) maanden wordt<br />
betekend per aangetekend schrijven, gericht<br />
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />
Bijlagen die integraal deel uitmaken van deze<br />
collectieve arbeidsovereenkomst :<br />
1. Reglement van het Aanvullend Sectoraal<br />
Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid;<br />
2. Model van Verklaring en Attest van buiten<br />
toepassing, zoals bedoeld in artikel 3.2. van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />
79
80<br />
Bijlage1. reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid<br />
1 Voorwerp<br />
De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene<br />
uitgekeerd wordt, of aan zijn rechthebbende(n) in geval de aangeslotene overlijdt voor de voorziene<br />
e<strong>indd</strong>atum. Het kapitaal kan op vraag van de begunstigde(n) omgezet worden in een lijfrente.<br />
Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de inrichter, de pensioeninstelling, de<br />
werkgevers, de aangeslotenen en hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten<br />
uitgeoefend kunnen worden.<br />
Dit pensioenreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel<br />
invoert.<br />
2 Begripsomschrijving<br />
In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben:<br />
inrichter<br />
Het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid voor wat betreft het aanvullend pensioen van ondernemingen die werknemers<br />
tewerk stellen met het statuut van bediende<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />
pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid.<br />
onderneming<br />
De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid voor wat betreft haar werknemers met een statuut van bediende.<br />
Aangeslotene<br />
1. De werknemer waarvoor de inrichter een pensioenstelsel heeft ingevoerd, en die aan de<br />
aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet (de “actieve aangeslotene” genoemd);<br />
2. Het gewezen personeelslid dat nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig<br />
het pensioenreglement (de “slaper” genoemd).<br />
Pensioeninstelling<br />
De verzekeringsmaatschappij met wie de inrichters een groepsverzekeringscontract sloten, die de<br />
pensioentoezegging die in dit reglement beschreven wordt, uitvoert.<br />
Verworven reserve<br />
Met verworven reserve wordt de reserve waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft<br />
overeenkomstig dit pensioenreglement bedoeld.<br />
3 Aansluiting<br />
De aansluiting is verplicht voor alle werknemers die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst<br />
bij een werkgever op wie de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert van<br />
toepassing is.<br />
Worden evenwel uitgesloten:<br />
• Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II
van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking<br />
stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;<br />
• Werknemers met een arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van een speciaal door of<br />
met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinpassings- en omscholingsprogramma.<br />
• Werknemers met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding).<br />
De aansluiting heeft plaats op de datum waarop de werknemer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet<br />
en ten vroegste op 1 januari 2011.<br />
De aangeslotene zal alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de<br />
pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren,<br />
op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotenen deze inlichtingen of bewijsstukken niet<br />
overmaakt, zullen de inrichter en de pensioeninstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene<br />
met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven wordt niet kunnen<br />
uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een<br />
gebeurlijke late uitbetaling van rechten.<br />
4 de pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt<br />
4.1 het bedrag van de pensioentoelage<br />
De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden voor de e<strong>indd</strong>atum, worden<br />
gefinancierd door trimestriële pensioentoelagen die door de onderneming ten gunste van de<br />
aangeslotene gestort worden aan de pensioeninstelling. De R.S.Z. wordt belast met de inning van<br />
deze pensioentoelagen.<br />
De pensioentoelage met betrekking tot een bepaald trimester zal voor iedere aangeslotene die tijdens<br />
dat trimester tewerkgesteld was, gelijk zijn aan 0,2297 % van het aan de RSZ onderworpen loon,<br />
met een minimum van 57,41 EUR voor dat trimester.<br />
In het loonpercentage en in het bedrag van 57,41 EUR zijn alle beheerskosten voor het sectorale<br />
pensioenstelsel inbegrepen.<br />
Bij uittreding zal nog een pensioentoelage verschuldigd zijn in verhouding tot het loon tijdens<br />
het laatste trimester.<br />
4.2. de aanwending van de pensioentoelage<br />
De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort.<br />
De oprenting gebeurt:<br />
• vanaf de 7de maand na het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben;<br />
• tot op de eerste dag van de maand waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet<br />
gebeuren;<br />
• of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene overlijdt.<br />
4.3. het rendement<br />
De pensioenrekening ontvangt een door de pensioeninstelling gewaarborgd rendement.<br />
Bij uit dienst treden of bij de uitbetaling naar aanleiding van het overlijden of het pensioen zal het<br />
uitgekeerde bedrag gebaseerd zijn op een rendement dat minstens gelijk is aan het rendement dat<br />
vereist is in uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende pensioenen.<br />
81
82<br />
4.4. Winstdeelname<br />
De pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname zal<br />
op de individuele pensioenrekening gestort worden.<br />
4..5. uitbetaling<br />
De pensioeninstelling zal de voorziene bedragen zo snel mogelijk uitbetalen.<br />
De pensioeninstelling zal het verschuldigde bedrag op definitieve wijze vaststellen op basis van de laatst<br />
beschikbare gegevens. Voor het laatste kwartaal/de laatste kwartalen waarvoor de gegevens in dit geval<br />
zouden ontbreken, zal de pensioeninstelling m.a.w. de gegevens gebruiken (o.a. loon en arbeidsduur)<br />
van het laatste kwartaal waarvoor zij over gegevens beschikt.<br />
Deze berekening en uitbetaling is definitief en wordt bijgevolg niet meer herzien in functie van de reële<br />
gegevens die later alsnog beschikbaar zouden worden.<br />
Voor zover als nodig worden alle artikelen in dit reglement of in enige verwante tekst die handelen over<br />
de vaststelling van de omvang van het verschuldigde bedrag door dit artikel aangepast zodat dit artikel<br />
onverkort kan worden toegepast.<br />
5. uitkering op de e<strong>indd</strong>atum<br />
5.1. de normale e<strong>indd</strong>atum<br />
De e<strong>indd</strong>atum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en kan<br />
omgezet worden in een rente, wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste<br />
verjaardag van de aangeslotene.<br />
5.2. Blijven werken na 65 jaar (verdaging van de e<strong>indd</strong>atum)<br />
Indien de actieve aangeslotene in dienst is van een onderneming na de normale e<strong>indd</strong>atum van 65 jaar,<br />
blijft de pensioentoelage verschuldigd zo lang hij in dienst blijft, en er wordt een nieuwe e<strong>indd</strong>atum<br />
vastgesteld door de eerdere e<strong>indd</strong>atum telkens met 1 jaar te verlengen.<br />
De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening bekomen<br />
• wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt<br />
• of wanneer zijn arbeidsovereenkomst met de onderneming beëindigd wordt<br />
Voor de aangeslotene die uitgetreden is voor de normale e<strong>indd</strong>atum en zijn verworven reserve bij de<br />
pensioeninstelling gelaten heeft (de slaper), gebeurt de uitkering steeds op de normale e<strong>indd</strong>atum,<br />
onafhankelijk van het feit of hij al dan niet blijven werken is na die datum.<br />
5.3 Vervroegde uitkering<br />
De aangeslotene kan de vervoegde uitkering van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van<br />
60 jaar bekomen :<br />
• op de ingangsdatum van zijn wettelijk pensioen<br />
• of bij brugpensioen.<br />
De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de<br />
e<strong>indd</strong>atum mee.
6. uitkering in geval van overlijden voor de e<strong>indd</strong>atum<br />
Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde recht op de op het ogenblik van het<br />
overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening.<br />
7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves<br />
De reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, zijn verworven door de aangeslotene<br />
indien minstens gedurende vier opeenvolgende trimesters bijdragen betaald werden aan het sectoraal<br />
pensioenstelsel.<br />
Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die nadien<br />
opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.<br />
Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere<br />
pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe<br />
aangeslotene beschouwd.<br />
De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de begunstiging ervan kan niet<br />
overgedragen worden. Er kan geen voorschot op toegekend worden.<br />
8. de aangeslotene verlaat de sector vóór de e<strong>indd</strong>atum<br />
De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst<br />
met een onderneming die onderworpen is aan dit pensioenreglement. tenzij de aangeslotene binnen<br />
de twee trimesters het werk hervat bij een andere onderneming waarop dit pensioenreglement van<br />
toepassing is.<br />
Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene beëindigd wordt om een andere reden dan het<br />
overlijden of het bereiken van de e<strong>indd</strong>atum, en hij niet binnen de twee trimesters het werk hervat bij<br />
een onderneming waarop dit pensioenreglement van toepassing is, heeft de aangeslotene de keuze<br />
tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij rechten kan opeisen op de reserves:<br />
a. hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte laten bij de pensioeninstelling<br />
en op de e<strong>indd</strong>atum of bij overlijden een kapitaal ontvangen;<br />
b. hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever<br />
waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe<br />
werkgever aangesloten wordt;<br />
c. hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioensinstelling die de totaliteit van haar<br />
winsten proportioneel met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten beperkt<br />
als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de<br />
toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders.<br />
Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, wordt hij verondersteld<br />
gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de<br />
pensioenbelofte (punt a. hier voor).<br />
9. de manier van uitkeren<br />
De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat aan hem(n) toekomt, om te<br />
vormen in een lijfrente. De hoogte van de lijfrente wordt bepaald op basis van de op het moment van de<br />
omzetting door de pensioeninstelling gehanteerde tarieven. Een keuze voor een vereffening als lijfrente<br />
moet uiterlijk een maand voor de datum waarop de uitkering aanvangt schriftelijk door de begunstigde<br />
aan de pensioeninstelling meegedeeld worden.<br />
83
84<br />
Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt,<br />
of om een lijfrente die in geval van overlijden van de begunstigde overdraagbaar is op de overlevende<br />
echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont. De rente kan geherwaardeerd<br />
worden.<br />
De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste<br />
vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de begunstigde(n).<br />
Wanneer de lijfrente lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de<br />
begunstigde geen optie tot omzetting in lijfrente. Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen<br />
500 en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van<br />
ieder trimester. De in deze paragraaf vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van<br />
de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen,<br />
toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden, met als basis 1<br />
januari 2004.<br />
10. Begunstigden<br />
10.1. de begunstigde van de uitkering op de e<strong>indd</strong>atum<br />
Indien de aangeslotene in leven is op de e<strong>indd</strong>atum, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de aangeslotene<br />
zelf.<br />
10.2. de begunstigde van de uitkering bij overlijden<br />
Indien de aangeslotene overlijdt vóór de e<strong>indd</strong>atum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden<br />
uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde:<br />
• De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk<br />
gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De<br />
echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat<br />
zij een verschillende woonplaats hebben;<br />
• Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475<br />
tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene;<br />
• Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen;<br />
• Bij ontstentenis de door de aangeslotene per aangetekend schrijven aangeduide perso(o)n(en),<br />
waarbij de laatst verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is;<br />
• Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotenen. Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe<br />
aan de langstlevende;<br />
• Bij ontstentenis de broers en zusters van de aangeslotene, bij plaatsvervulling hun kinderen;<br />
• Bij ontstentenis de wettelijke erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de staat;<br />
• Bij ontstentenis het financieringsfonds<br />
Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld,<br />
In geval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat de volgorde van overlijden<br />
kan bepaald worden, wordt het kapitaal overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de<br />
begunstigde(n).<br />
11. gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen<br />
De RSZ zal de verschuldigde pensioentoelagen via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken.<br />
De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum<br />
waarop zij kennis kreeg van de betalingsachterstand door middel van een op zijn persoonlijk adres<br />
gestuurde brief op de hoogte brengen.
12. informatie<br />
12.1. het pensioenreglement<br />
De tekst van het pensioenreglement is beschikbaar op de website van de pensioeninstelling.<br />
12.2. de pensioenfiche<br />
Ieder jaar brengt de pensioeninstelling elke aangeslotene door middel van een pensioenfiche op de<br />
hoogte van<br />
• het bedrag van de pensioentoelagen,<br />
• de verworven reserve,<br />
• de datum van opeisbaarheid,<br />
• het bedrag van de verworven reserve van het afgelopen jaar,.<br />
12.3. Beheersverslag<br />
De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging ter<br />
beschikking van de aangeslotenen, via de website. Daarin is onder meer de volgende informatie<br />
opgenomen:<br />
• de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die<br />
financiering;<br />
• de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt<br />
gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;<br />
• het rendement van de beleggingen en de kostenstructuur;<br />
• de verdeling van de winst.<br />
13. financieringsfonds<br />
Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal<br />
rendement (prorata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt.<br />
Het fonds wordt gefinancierd door :<br />
• de pensioentoelagen die door de RSZ via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden,<br />
en die nog niet op de individuele pensioenrekening gebracht werden<br />
• de reserves waarop de aangeslotene geen aanspraak kan maken<br />
• de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is.<br />
De pensioeninstelling bezorgt jaarlijks een verslag van het beheer van het financieringsfonds aan de<br />
inrichter, met daarin alle financiële bewegingen, hun valutadatum en hun reden.<br />
Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds.<br />
Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit,<br />
zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.<br />
Indien de in het financieringsfonds aanwezige gelden niet volstaan om het verschil te financieren<br />
tussen enerzijds de door de RSZ doorgestorte sommen en anderzijds de kost van de pensioenrechten<br />
die op de individuele pensioenrekening moeten gebracht worden in functie van de loon- en<br />
tewerkstellingsgegevens, zal het netto bedrag dat op de individuele pensioenrekeningen gestort<br />
en gekapitaliseerd wordt, verlaagd worden teneinde voldoende fondsen te creëren in het<br />
financieringsfonds.<br />
14. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />
De inrichter verstrekt een aantal persoonsgegevens aan de pensioeninstelling om het sectorale<br />
pensioenstelsel te beheren. De pensioeninstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk. Ze mogen<br />
85
86<br />
uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het sectorale pensioenstelsel, met uitsluiting van elk<br />
ander al dan niet commercieel oogmerk.<br />
Iedere persoon van wie persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en<br />
verbetering ervan te verkrijgen. Hij moet zich in dat geval schriftelijk tot de pensioeninstelling richten, en<br />
daarbij een kopie van zijn identiteitskaart voegen.<br />
15. Wijziging van dit reglement<br />
Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst<br />
die in het bevoegde paritaire comité gesloten wordt.<br />
16. geschillen en toepasselijk recht<br />
Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in<br />
verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Bijlage 2 model: Verklaring : buiten toepassingsgebied<br />
Ik ondergetekende,<br />
Naam : ................................................................................................<br />
Hoedanigheid : ........................................................................................<br />
Gemachtigde om de onderneming<br />
Naam : ................................................................................................<br />
Maatschappelijke zetel : ...............................................................................<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Ondernemingsnummer : ..............................................................................<br />
te vertegenwoordigen,<br />
verklaar bij deze, naar aanleiding van het evenement van ...............................................<br />
buiten het toepassingsgebied te vallen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus<br />
2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Ik verklaar op eer dat alle bedienden van de onderneming onderworpen zijn aan een<br />
pensioentoezegging op 1/1/2011 waarbij voor een voltijds tewerkgestelde aangeslotene<br />
• de verworven reserves van het ondernemingsstelsel na 15 jaar aansluiting minstens gelijk zijn aan de<br />
verwachte verworven reserves van het sectorstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41<br />
Euro per kwartaal, een rendement van 3,25 % per jaar en met de in het sectorstelsel aangerekende<br />
beheerskosten, en<br />
• het pensioenkapitaal van het ondernemingsstelsel op eindleeftijd minstens gelijk is aan het<br />
verwachte pensioenkapitaal van het sectorstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41<br />
Euro per kwartaal, een rendement van 3,25 % per jaar en met de in het sectorstelsel aangerekende<br />
beheerskosten.<br />
Het bewijs van de pensioeninstelling wordt gegeven door middel van een attest van de bevoegde<br />
actuaris van de pensioeninstelling die het pensioenstelsel van de bedienden beheert.<br />
De onderneming gaat akkoord om op eenvoudig verzoek van het Fonds voor bestaanszekerheid voor het<br />
sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid alle gegevens over te maken<br />
die deze nodig acht om de juistheid van de geattesteerde gegevens te controleren.<br />
Gedaan te ................................................... op .....................................<br />
Handtekening<br />
Terug te sturen per aangetekend schrijven aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor<br />
het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid per adres:<br />
Auguste Reyerslaan 80, 2de Verdieping, 1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.<br />
87
88<br />
Bijlage Attest van de actuaris van de pensioeninstelling<br />
Ik, ondergetekende<br />
Actuaris, in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 42 van het KB van 12 januari 2007 met<br />
betrekking tot het prudentiëel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening,<br />
Naam : ................................................................................................<br />
Actuaris van de onderneming/het pensioenfonds<br />
Naam : ................................................................................................<br />
Maatschappelijke zetel : ...............................................................................<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
Attesteer dat :<br />
De onderneming ......................................................................................<br />
met het KBO nummer .................................................................................<br />
1. een pensioenstelsel financiert bij de pensioeninstelling ...............................................<br />
met CBFA nummer .....................................................................................<br />
2. .........................................................dit aanvullend pensioenstelsel voldoet aan de<br />
bepalingen van art. 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010 tot invoering van een<br />
aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de arbeiders van de scheikundige nijverheid, met betrekking<br />
tot de voorwaarden om buiten het toepassingsgebied van de cao te blijven.<br />
Dit blijkt uit mijn bijgevoegde berekeningen die de gelijkwaarheid staven.<br />
Opgemaakt te ................................................op ......................................<br />
Handtekening
28<br />
Oprichting van het fonds voor<br />
bestaanszekerheid voor het sectoraal<br />
pensioenstelsel voor de bedienden<br />
van de scheikundige nijverheid en<br />
de vaststelling van de statuten<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />
Artikel 1<br />
In toepassing van de wet van 7 januari 1958<br />
betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid,<br />
sluit het Paritair Comité voor de bedienden<br />
uit de scheikundige nijverheid een collectieve<br />
arbeidsovereenkomst tot oprichting van een<br />
fonds voor bestaanszekerheid waarvan de<br />
statuten worden vastgesteld en als bijlage<br />
bij deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
overgenomen.<br />
Artikel 2<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />
toepassing op de werkgevers en bedienden van<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Voor de toepassing van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst, wordt onder “bedienden”<br />
verstaan: de mannelijke en vrouwelijke<br />
bedienden.<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />
werking op 5 augustus 2010 en wordt gesloten<br />
voor onbepaalde tijd.<br />
De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden<br />
opgezegd door één van de ondertekenende<br />
partijen mits een opzegging van 6 maanden,<br />
betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />
gericht aan de Voorzitter van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid, die een kopie van de opzegging aan<br />
ieder van de ondertekende partijen overmaakt.<br />
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst<br />
van 5 augustus 2010 tot oprichting van het<br />
fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal<br />
pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid en de vaststelling van<br />
de statuten<br />
STATuTEN<br />
hoofdstuk 1 – Benaming en zetel<br />
Artikel 1<br />
Er wordt met ingang van 5 augustus 2010 een<br />
fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder<br />
de benaming “Fonds voor Bestaanszekerheid<br />
voor het sectoraal pensioenstelsel voor de<br />
bedienden van de scheikundige nijverheid”,<br />
hierna “het fonds” genaamd.<br />
Artikel 2<br />
De maatschappelijke zetel van het fonds<br />
is gevestigd te 1030 Schaarbeek, Auguste<br />
Reyerslaan 80, tweede verdieping. De zetel kan,<br />
bij beslissing van het beheerscomité, naar een<br />
andere plaats in België worden overgebracht.<br />
hoofdstuk 2 – doel<br />
Artikel 3<br />
Het fonds heeft als doel:<br />
• op te treden als inrichter van het sectoraal<br />
pensioenstelsel zoals bepaald in de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van<br />
5 augustus 2010 tot invoering van een<br />
aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de<br />
bedienden van de scheikundige nijverheid;<br />
• het ontvangen, beheren en toewijzen van de<br />
door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />
geïnde bijdragen zoals beschreven in<br />
hoofdstuk V – Financiering; en,<br />
• het toewijzen van de financiële middelen<br />
89
90<br />
en hun opbrengsten, onder aftrek van<br />
de werkingskosten, aan de financiering<br />
van het sectoraal pensioenstelsel van de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 4<br />
Het fonds kan alle daden stellen die rechtstreeks<br />
of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk,<br />
verband houden met zijn doel, de ontwikkeling<br />
ervan bevorderen of de totstandkoming ervan<br />
vergemakkelijken.<br />
Het fonds kan ervoor opteren om één of<br />
meerdere aspecten van zijn taken aan derden<br />
uit te besteden.<br />
hoofdstuk 3 – duur<br />
Artikel 5<br />
Het fonds is opgericht voor onbepaalde duur.<br />
hoofdstuk 4 – Voordelen<br />
Artikel 6<br />
De door het fonds verleende voordelen betreffen<br />
het toewijzen van de financiële middelen<br />
en hun opbrengsten, onder aftrek van de<br />
werkingskosten, aan de financiering van het<br />
sectoraal pensioenstelsel van de scheikundige<br />
nijverheid zoals bedoeld in de collectieve<br />
arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />
tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />
pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
hoofdstuk 5 – financiering<br />
Artikel 7<br />
Het bedrag van de bijdragen, welke<br />
werkgevers deze bijdragen moeten betalen<br />
en voor welke bedienden ze van toepassing<br />
zijn, wordt vastgesteld door collectieve<br />
arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
Voor wat betreft het bedrag van de bijdragen,<br />
welke werkgevers deze bijdragen moeten<br />
betalen en voor welke bedienden ze van<br />
toepassing zijn vanaf 1 januari 2011, gaat het<br />
om de collectieve arbeidsovereenkomst van 5<br />
augustus 2010 tot invoering van een aanvullend<br />
sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van<br />
de scheikundige nijverheid.<br />
Artikel 8<br />
De inning en invordering van de bijdragen<br />
worden verzekerd door de Rijksdienst voor<br />
Sociale Zekerheid, bij toepassing van artikel 7<br />
van de wet van 7 januari 1958 betreffende de<br />
Fondsen voor bestaanszekerheid.<br />
hoofdstuk 6 – Beheer<br />
Artikel 9<br />
Het fonds wordt beheerd door een<br />
beheerscomité, paritair samengesteld<br />
uit vertegenwoordigers van de<br />
werkgeversorganisatie en uit vertegenwoordigers<br />
van de werknemersorganisaties die in het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid vertegenwoordigd zijn.<br />
Het beheerscomité bestaat uit tien effectieve<br />
leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende<br />
leden, die allen lid moeten zijn van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />
nijverheid.<br />
De ene helft van de leden wordt aangeduid door<br />
en onder de leden van het Paritair Comité voor<br />
de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />
op voordracht van de beroepsorganisatie die de<br />
werkgevers vertegenwoordigt. De andere helft<br />
van de leden wordt aangeduid door en onder<br />
de werknemersorganisaties die de bedienden<br />
vertegenwoordigen.<br />
De plaatsvervangende leden vervangen de<br />
afwezige effectieve leden van de organisatie<br />
die hen voorgedragen heeft met dezelfde<br />
bevoegdheden.<br />
Het beheerscomité kiest een voorzitter en<br />
een ondervoorzitter onder zijn leden, en dit<br />
telkens voor een termijn van twee jaar. Het<br />
voorzitterschap en het ondervoorzitterschap<br />
worden beurtelings toevertrouwd aan een lid<br />
van de werkgeversafvaardiging en een lid van<br />
de werknemersafvaardiging.<br />
Het beheerscomité duidt eveneens de persoon<br />
of de personen aan die belast zijn met het<br />
secretariaat.<br />
Artikel 10<br />
De leden van het beheerscomité worden<br />
benoemd voor een periode gelijk aan deze<br />
van hun mandaat van lid van het Paritair<br />
Comité voor de bedienden uit de scheikundige
nijverheid. Hun mandaat is hernieuwbaar, onder<br />
dezelfde voorwaarden als waaronder zij worden<br />
aangeduid.<br />
De hoedanigheid van beheerder vervalt door<br />
overlijden of ontslag. Elke beheerder die ophoudt<br />
lid te zijn van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt<br />
van rechtswege als ontslagnemend beschouwd.<br />
Het ontslag kan gegeven worden door de<br />
organisatie die de beheerder voorgedragen<br />
heeft.<br />
Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene<br />
die hij vervangt.<br />
Het mandaat wordt niet bezoldigd.<br />
Artikel 11<br />
Het beheerscomité vergadert op bijeenroeping<br />
van de voorzitter. De voorzitter is gehouden het<br />
beheerscomité minstens één keer per jaar bijeen<br />
te roepen en telkens wanneer minstens de helft<br />
van de beheerders erom verzoekt.<br />
De oproepingen vermelden de agenda.<br />
Artikel 12<br />
Het beheerscomité kan slechts beslissen in<br />
aanwezigheid van minstens drie beheerders<br />
behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />
minstens drie beheerders behorende tot de<br />
werkgeversafvaardiging.<br />
Artikel 13<br />
Alle beslissingen van het beheerscomité dienen<br />
eenparig te worden goedgekeurd door alle<br />
beheerders die aan de vergadering deelnemen.<br />
Artikel 14<br />
Het beheerscomité heeft tot opdracht het<br />
fonds te beheren en alle maatregelen te treffen<br />
welke nodig blijken voor zijn goede werking.<br />
Het beheerscomité bezit de meest uitgebreide<br />
machten voor het beheren en het besturen van<br />
het fonds.<br />
Voor het optreden in rechte en voor al de<br />
handelingen, andere dan die waarvoor<br />
het beheerscomité bijzondere opdrachten<br />
heeft gegeven, wordt het fonds geldig<br />
vertegenwoordigd door zijn voorzitter en<br />
ondervoorzitter samen.<br />
Artikel 15<br />
De beheerders zijn slechts verantwoordelijk<br />
voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan<br />
geen enkele persoonlijke verplichting aan uit<br />
hoofde van hun beheer ten opzichte van de<br />
verbintenissen aangegaan door het fonds.<br />
Artikel 16<br />
Het beheerscomité kan zijn eigen interne<br />
werking verder regelen in een huishoudelijk<br />
reglement.<br />
hoofdstuk 7 – rekeningen<br />
Artikel 17<br />
Het boekjaar neemt een aanvang op 1 januari<br />
van elk jaar en sluit op 31 december van<br />
hetzelfde jaar.<br />
Artikel 18<br />
Op 31 december worden de rekeningen van<br />
het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en<br />
de balans moeten op boekhoudkundig gebied<br />
voldoende gespecificeerd worden.<br />
Artikel 19<br />
Het beheerscomité, alsmede de bij toepassing<br />
van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958<br />
betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid<br />
aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een<br />
schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun<br />
opdracht tijdens het verlopen jaar.<br />
Artikel 20<br />
De jaarrekening, samen met voornoemde<br />
schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens<br />
de maand mei van het volgende jaar ter<br />
goedkeuring aan het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />
worden voorgelegd.<br />
hoofdstuk 8 – ontbinding en vereffening<br />
Artikel 21<br />
Het fonds kan worden ontbonden door een<br />
collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in<br />
het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />
scheikundige nijverheid wijst de vereffenaars<br />
aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en<br />
wijst de bestemming van het vermogen aan.<br />
91
92<br />
Toepassingsgebied<br />
Artikel 1<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />
toepassing op de werkgevers en de bedienden<br />
die vallen onder het toepassingsgebied van de<br />
collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus<br />
2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />
pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />
scheikundige nijverheid.<br />
Keuze van pensioeninstelling<br />
29<br />
Keuze van de pensioeninstelling<br />
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2010<br />
Artikel 2<br />
Als pensioeninstelling belast met de<br />
uitvoering van de aanvullende sectorale<br />
pensioentoezegging voor de bedienden van<br />
de scheikundige nijverheid zoals ingevoerd<br />
bij collectieve arbeidsovereenkomst van 5<br />
augustus 2010, wordt aangeduid de Rijksdienst<br />
voor Pensioenen gevestigd te 1060 Brussel<br />
Zuidertoren.<br />
duurtijd en opzeggingsmodaliteiten van<br />
deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />
Artikel 3<br />
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />
gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in<br />
werking op 15 december 2010.<br />
De bepalingen van deze collectieve<br />
arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />
der partijen worden opgezegd mits een<br />
opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />
bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />
de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />
bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />
termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />
de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />
voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />
geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />
de hoogte van deze opzegging.
PErSoNALiA<br />
30<br />
Toetredingsformulier<br />
Naam : Voornaam :<br />
Adres : Nr.: Bus :<br />
Postnr.: Gemeente:<br />
Geboorteplaats : Geboortedatum :<br />
Gehuwd / Ongehuwd* Bediende / Kaderlid *<br />
* schrappen wat niet past<br />
TEWErKSTELLiNg :<br />
Onderneming:<br />
Adres : Nr.: Bus:<br />
Postnr. : Gemeente:<br />
Wenst lid te worden vanaf :<br />
Gedaan de te<br />
Handtekening<br />
93
CNE, Avenue R. Schuman 52, 1400 Nivelles<br />
SETca, Rue Haute 42, 1000 Bruxelles<br />
ACLVB, Poincarélaan 72-74, 1070 Bruxelles