24.09.2013 Views

CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV

CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV

CAO scheikunde 2012 NL.indd - LBC-NVK - ACV

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2011-<strong>2012</strong><br />

Collectieve arbeidsovereenkomsten<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

Scheikundige Nijverheid<br />

<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong>, Nationalestraat 111-113, 2000 Antwerpen<br />

BBTK, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />

ACLVB, Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel


Paritair comité voor de bedienden uit<br />

de Scheikundige Nijverheid<br />

Bundeling juli 2011<br />

Nationaal akkoord van 10 mei 2011<br />

Voorwoord<br />

Een heleboel wettelijke bepalingen en akkoorden die werden gesloten in de Nationale Arbeidsraad<br />

regelen in ons land vele rechten en plichten van de werknemers (arbeiders en bedienden),<br />

zoals:<br />

• jaarlijkse vakantie en vakantiegeld;<br />

• opzeggingstermijnen;<br />

• zwangerschapsverlof;<br />

• wettelijke feestdagen;<br />

• regelingen bij ziekte, enz.<br />

Deze algemene regelingen zijn voor elke werknemer van toepassing, weliswaar mogelijk verschillend<br />

naargelang het statuut van arbeider of bediende.<br />

In de paritaire comités van de verschillende sectoren worden er echter tussen de sociale partners<br />

(werkgever en werknemers) betere en aanvullende overeenkomsten gesloten worden.<br />

Wat wij voor alle bedienden én kaderleden tewerkgesteld in de scheikundige nijverheid hebben<br />

gerealiseerd, vindt u in deze uitgave. Nog niet alle Collectieve arbeidsovereenkomsten in deze<br />

brochure zijn van toepassing op bedienden die niet onder de <strong>CAO</strong> van de functieclassificatie vallen,<br />

de zogenaamde kaderleden. Maar ook in deze <strong>CAO</strong>-ronde zijn we er in geslaagd om enkele <strong>CAO</strong>’s uit te<br />

breiden naar kaderleden Het nieuwe sectoraal pensioenplan, ter vervanging van de ecocheques, én de<br />

<strong>CAO</strong> kort verzuim zijn van toepassing op alle bedienden, dus ook voor kaderleden.<br />

Die realisaties zijn er niet zonder moeite gekomen. De werkgevers in de chemie zijn niet geneigd zo maar<br />

voor gans de sector toegevingen te doen, maar dank zij de bundeling van onze krachten en de steun van<br />

onze militanten en leden hebben wij toch één en ander kunnen bereiken.<br />

Wij moeten echter in de toekomst meer kunnen doen in deze heterogene sector met meer dan 72.000<br />

bedienden en kaderleden in een 3.300-tal bedrijven.<br />

Let wel, de kans is groot dat uw arbeidsvoorwaarden veel gunstiger zijn dan in deze brochure vermeld.<br />

Gelukkig maar. Het is kenmerkend voor de chemie dat er nog vele ondernemingsakkoorden worden<br />

gesloten. Hierdoor hebt u het recht verworven op bv.:<br />

• een wekelijkse arbeidsduur van 37 uren, soms zelfs 35 uren......;<br />

• betere minimum weddeschalen;<br />

• een aanvullende pensioenregeling, verhoogde ploegentoeslag, anciënniteitsdagen en premie, enz.<br />

Deze bijkomende arbeidsvoorwaarden zijn bedrijf per bedrijf verschillend.<br />

Meestal zijn ze vastgelegd in ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomsten.<br />

Deze laatste overeenkomsten kwamen tot stand dankzij de inzet van uw syndicale afgevaardigden,<br />

gesteund door hun organisaties.<br />

Het is onze bedoeling op de drie niveaus:<br />

• algemene, wettelijke regelingen, interprofessionele akkoorden;<br />

• akkoorden voor gans de sector in het paritair comité (zie deze brochure);<br />

3


4<br />

• en ondernemingsakkoorden,<br />

de situatie voor de bedienden en kaderleden nog te verbeteren en ons in ieder geval tegen elke afbouw<br />

ervan te verzetten.<br />

Om dit te realiseren, rekenen wij op u en op al uw collega’s.<br />

<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong><br />

Koen De Kinder, Nationalestraat 111-113, 2000 Antwerpen<br />

Kdekinder@acv-csc.be<br />

BBTK<br />

Anita Van Hoof, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />

AVHoof@bbtk-abvv.be<br />

CNE<br />

Bruno Baudson, Avenue Robert Schuman, Zoning Les Portes de L’Europe 52, 1400 Nivelles<br />

Bbaudson@acv-csc.be<br />

Setca<br />

Claude Roufosse, Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />

Croufosse@setca-fgtb.be<br />

ACLVB<br />

Erik Decoo, Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel<br />

Erik.decoo@aclvb.be


Inhoudsopgave<br />

1 SAmENSTELLiNg PAriTAir ComiTé (*) Pg 8<br />

2 BEVoEgdhEid PAriTAir ComiTé (*) Pg 9<br />

Een bijzondere heterogene sector met de hiernavolgende deelsectoren :<br />

• basischemie, rubberverwerking, producten voor industrie en landbouw,<br />

farmaceutische producten, zepen, detergenten, cosmetica, kunststoffenverwerking,<br />

verven, vernissen, inkten;<br />

• ook de ondernemingen die voor eigen rekening of voor rekening van derden<br />

zich bezig houden met de handel en of de distributie van scheikundige producten,<br />

ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité 207 voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid (nr. 207).<br />

3 CLASSifiCATiE EN BEPALiNg dEr fuNCTiES Pg 11<br />

Een akkoord uit 1947. Verouderd maar toch nog van toepassing in vele bedrijven die<br />

geen eigen huisclassificatie kennen.<br />

De collectieve arbeidsovereenkomsten opgenomen in deze brochure zijn in algemene regel<br />

van toepassing op de bedienden van wie de functies zijn opgenomen in deze classificatie.<br />

Uitzonderingen hierop zijn de collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen<br />

58 jaar, fonds vorming risicogroepen, tijdskrediet, kort verzuim en aanvullend sectoraal<br />

pensioenstel. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing voor<br />

alle bedienden (ook de kaderleden) Daarnaast zijn er eveneens de overeenkomsten<br />

gesloten voor de handelsvertegenwoordigers (zie teksten).<br />

Uiteraard dient men bepaalde hedendaagse functies te vertalen en op basis van de<br />

algemene criteria en naar analogie een plaats toe te kennen.<br />

De titel kaderlid wordt in sommige ondernemingen nogal gemakkelijk toegekend.<br />

Het is niet uitgesloten dat zij wel onder het toepassingsgebied van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten vallen.<br />

4 NATioNAAL AKKoord 2011-<strong>2012</strong> Voor BEdiENdEN Pg 16<br />

5 hANdELSVErTEgENWoordigErS Pg 21<br />

Deze functie is niet terug te vinden in de classificatie. Deze overeenkomsten regelen<br />

de minimumbarema en de eindejaarspremie<br />

6 ArBEidSduur Pg 24<br />

38 uren sinds 1988. Vele bedrijven hebben eigen overeenkomsten over een gemiddelde<br />

wekelijkse arbeidsduur van 37 uren en minder, meestal op te nemen in volledige dagen<br />

op jaarbasis.<br />

7 BrugPENSioEN 58 jAAr (*) Pg 25<br />

Dit akkoord loopt tot 31 maart 2013, datum waarop betrokkene ten laatste moet voldoen<br />

aan deze leeftijdsvoorwaarde. Deze regeling is thans geldig voor alle werknemers<br />

verbonden met een arbeidsovereenkomst voor bedienden (dus ook kaderleden).<br />

De regelingen (aanvullende vergoeding) in de bedrijven zijn meestal gunstiger.<br />

8 BrugPENSioEN VANAf 56 jAAr mET EEN LooPBAAN VAN 40 jAAr (*) Pg 27<br />

Dit akkoord loopt tot 31 december <strong>2012</strong>, datum waarop betrokkene ten laatste moet<br />

voldoen aan deze leeftijdsvoorwaarde.<br />

(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />

Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.<br />

5


6<br />

9 BrugPENSioEN 56 jAAr (*) Pg 29<br />

Deze overeenkomst eindigt op 31 december <strong>2012</strong> en is niet automatisch van toepassing.<br />

Toetreding via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte<br />

is noodzakelijk.<br />

10 hALfTijdS BrugPENSioEN 55 jAAr (*) Pg 33<br />

Deze overeenkomst eindigt op 31 december <strong>2012</strong> en is niet automatisch van toepassing.<br />

Toetreding via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte<br />

is noodzakelijk.<br />

11. miNimumBArEmA EN dE mAANdWEddEN Pg 37<br />

De werkelijk betaalde wedden en omkaderingsvoorwaarden zijn in de sector merkelijk<br />

gunstiger. Dit zijn echt de absolute minima.<br />

12. VErLoNiNgSSYSTEEmVoor dE BEPALiNg VAN dE miNimum mAANdLoNEN EN<br />

dE mAANdWEddEN Pg 39<br />

Het verloningssysteem voorziet voor elk van de functiecategorieën (van 1 tot en met 4B),<br />

als bepaald in de classificatie der functies een minimum maandloon in functie van<br />

de relevante ervaring van de bediende.<br />

13. EiNdEjAArSPrEmiE Pg 44<br />

14. KoPPELiNg VAN dE BEZoLdigiNg AAN dE iNdEX Pg 46<br />

Bij het overschrijden van het spilindexcijfer worden de minimumweddenschaal en<br />

de werkelijke wedden met 2 % aangepast.<br />

15. STATuuT VAN dE SYNdiCALE AfVAArdigiNg Pg 48<br />

Bijzonder belangrijke overeenkomst.<br />

In de meeste bedrijven zijn syndicale afgevaardigden actief.<br />

De verzoeningsprocedure wordt heel frequent toegepast.<br />

16. SYNdiCALE VormiNg Pg 54<br />

Leden ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming en de syndicale<br />

afgevaardigden hebben recht op vormingscursussen, nl. 12 dagen per 2 jaar. Er is een<br />

aanbeveling van Essenscia dat verkozen kaderleden in OR en CPBW recht hebben op<br />

6 dagen vorming per jaar (zie nr 17)<br />

17. VormiNg VAN KAdErLEdEN diE EEN mANdAAT uiToEfENEN iN<br />

dE oNdErNEmiNgSrAAd EN/of hET CPBW Pg 57<br />

18. oPriChTiNg VAN EEN foNdS Voor VormiNgBESTAANSZEKErhEid EN<br />

VASTSTELLiNg VAN ZijN STATuTEN (*) Pg 58<br />

Het Fonds verzekert de financiering, de toekenning en de vereffening van sociale<br />

voordelen, vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, algemeen<br />

verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de bedienden,<br />

tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van voornoemd<br />

paritair comité ressorteren.<br />

19. SoCiAAL foNdS BEdiENdEN – BijdrAgE (*) Pg 62<br />

20. ToEKENNiNg VAN ANCiËNNiTEiTSVErLof Pg 63<br />

(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />

Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.


21. FONDS VOOR VORMING Pg 64<br />

Opleidingsinitiatieven in bedrijven en collectieve projecten ten voordele van<br />

risicogroepen kunnen ondersteund worden.<br />

Voor meer informatie hierover neem je contact met het secretariaat :<br />

Fonds voor Vorming Bedienden<br />

August Reyerslaan 80<br />

1030 BRUSSEL<br />

Tel. : 02 238 98 89 - Fax. : 02 231 13 01<br />

22. OPEENVOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VAN BEPAALDE DUUR Pg 69<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur vanaf 2 mei 2007<br />

23. KORT VERZUIM (*) Pg 70<br />

De algemene regeling is uiteraard van toepassing.<br />

Enkel de gunstiger bepalingen, nl. bij huwelijk van werknemer, plechtige communie<br />

en feest vrijzinnige jeugd zijn in deze uitgave opgenomen.<br />

24. VERVOER VAN BEDIENDEN Pg 71<br />

De wettelijke bepalingen zijn van toepassing.<br />

Er is echter geen loongrens en onder bepaalde voorwaarden worden ook<br />

de verplaatsingen met privé-vervoer terugbetaald.<br />

25. AANWERVING UITZENDKRACHT: PROEFPERIODE Pg 75<br />

In geval een uitzendkracht wordt aangeworven bij dezelfde gebruiker en dit voor<br />

dezelfde functie als waarin hij gedurende minstens 6 maanden heeft gewerkt,<br />

zonder tussentijdse onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende weken, zal geen<br />

proefperiode voorzien worden.<br />

26. ZWANGERSCHAP EN MOEDERSCHAP Pg 76<br />

Voor bedienden die omwille van hun zwangerschap genoodzaakt worden om<br />

gedurende deze periode een andere lagere functie in te vullen, zal het basisloon van<br />

de originele functie gewaarborgd blijven.<br />

27. INVOERING VAN EEN AANVULLEND SECTORAAL PENSIOENSTELSEL (*) Pg 77<br />

28. OPRICHTING VAN EEN FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID EN VASTSTELLING<br />

VAN ZIJN STATUTEN (*) Pg 89<br />

29. KEUZE VAN DE PENSIOENINSTELLING BELAST MET DE UITVOERING VAN<br />

DE AANVULLENDE SECTORALE PENSIOENTOEZEGGING (*) Pg 92<br />

30. TOETREDINGSFORMULIER Pg 93<br />

(*) Deze <strong>CAO</strong> is van toepassing op alle werknemers met een bediendecontract.<br />

Dus ook voor bedienden die niet onder het toepassingsgebied van de functieclassificatie vallen.<br />

7


8<br />

1<br />

Samenstelling Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de Scheikundige Nijverheid<br />

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

Ernest Blerotstraat 1<br />

1070 Brussel<br />

Telefoon: 02 233 41 11<br />

Fax: 02 233 40 77 of 02 233 40 80<br />

Voorzitter : Dhr. Roger Serbruyns<br />

Secretaris : Mevrouw Marie-Rose Schiemsky<br />

Vertegenwoordigers van de werknemers<br />

Gewone leden Plaatsvervangende leden<br />

BBTK<br />

Mevrouw Van Hoof Anita De heer Sparmont Marc<br />

De heer Roufosse Claude De heer Degroote Jean-Richard<br />

De heer Martens Jan De heer Hens Stan<br />

De heer Dierkens Philippe De heer Vergauwen Kristof<br />

De heer Morais Manuel De heer Lingier Frank<br />

<strong>LBC</strong>-<strong>NVK</strong><br />

De heer De Kinder Koen De heer Vandeputte Sebastiaan<br />

De heer De Bock Eddy Mevrouw Willekens Marian<br />

De heer Sels Werner Mevrouw Segers Caroline<br />

CNE<br />

De heer Baudson Bruno Mevrouw Stevens Jacqueline<br />

De heer Demptinne Jean-Raymond De heer Scheepmans Gerald<br />

ACLVB<br />

De heer Decoo Erik De heer Horemans Eric


2<br />

Bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

Koninklijk besluit van 5 juli 1978, gepubliceerd<br />

in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 1978, tot<br />

oprichting en tot vaststelling van de benaming<br />

en van de bevoegdheid van sommige paritaire<br />

comités, gewijzigd door het koninklijk besluit<br />

van 5 juni 1981, gepubliceerd in het Belgisch<br />

Staatsblad van 2 juli 1981.<br />

Er worden paritaire comités opgericht van<br />

werkgevers en werknemers, waarvan de<br />

benaming en de bevoegdheid hieronder worden<br />

vastgesteld:<br />

Voor de werknemers die hoofdzakelijk<br />

hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers:<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de Scheikundige Nijverheid<br />

te weten,<br />

met uitzondering van de ondernemingen die<br />

ressorteren onder het Paritair Comité voor de<br />

grote kleinhandelszaken, het Paritair Comité voor<br />

de warenhuizen, of het Paritair Comité voor de<br />

levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen,<br />

de ondernemingen die voor eigen rekening of<br />

voor rekening van derden zich bezighouden<br />

met de productie, de verwerking, de bewerking,<br />

de verpakking, de handel en de distributie van<br />

scheikundige producten, geneesmiddelen<br />

voor mens of dier uitgesloten, alsmede met de<br />

productie van synthetische producten en de<br />

verwerking en bewerking van deze producten<br />

wanneer geen aan een andere bedrijfstak eigen<br />

techniek of vakkundigheid noodzakelijk is, alsook<br />

de studiebureaus die hiermee verband houden.<br />

De volgende bedrijfssectoren worden bij wijze<br />

van voorbeeld geacht aan deze definitie te<br />

beantwoorden:<br />

• fabricage, verwerking, bewerking, verpakking<br />

en opslaan van alle scheikundige<br />

producten, inbegrepen deze bekomen door<br />

het vergassen;<br />

• anorganische <strong>scheikunde</strong>: elementen, zuren,<br />

zouten en basen, anorganische meststoffen,<br />

alkaliën en hun derivaten;<br />

• stikstofhoudende meststoffen en producten<br />

evenals de ervan afgeleide producten;<br />

• elektrochemie en elektrothermie;<br />

• organische <strong>scheikunde</strong> en petrochemie;<br />

productie, synthese, biosynthese en cultuur<br />

van werkende stoffen voor therapeutisch<br />

gebruik;<br />

• productie van geneesmiddelen voor de<br />

mensen- en dierengeneeskunde met<br />

inbegrip van de productie tegen maakloon<br />

en van de verpakking;<br />

• productie van pesticiden met inbegrip van de<br />

productie tegen maakloon en van de<br />

verpakking;<br />

• kleurstoffen, pigmenten en verglaasde<br />

brandverf;<br />

• verf, vernis, email, plamuur, stopverf, drukinkt,<br />

afdichtingsmassa’s, producten voor de<br />

bescherming van hout en van metalen en<br />

producten voor het bouwbedrijf;<br />

• vluchtige oliën, extracten, aromaten,<br />

essences en additieproducten voor de<br />

menselijke voeding en voor het veevoeder<br />

voor zover zij het aanwenden van een<br />

scheikundig procédé noodzaken;<br />

• reukwerk, extracten van toiletwaters,<br />

cosmetische producten, producten voor de<br />

hygiëne en toiletproducten met inbegrip van<br />

de productie tegen maakloon en van<br />

de verpakking;<br />

• zeep, tensioactiva, reinigingsmiddelen,<br />

waspoeders, huishoud- en<br />

onderhoudsproducten;<br />

• lijm, gelatine, hechtingsmiddelen en<br />

kleefmiddelen;<br />

• kruit, springstoffen, vuurwerk met inbegrip<br />

van de bijbenodigdheden en lucifers;<br />

• fotografische producten en producten voor<br />

films, lichtgevoelige oppervlakten, beeld-<br />

en klankdragers;<br />

• productie van kunstmatige en synthetische<br />

plastische stoffen met inbegrip van de<br />

cellulosederivaten, maar met uitzondering<br />

van de kunstmatige en synthetische vezels;<br />

• productie van synthetische rubber, de<br />

vulkanisatie en het verzolen van autobanden<br />

zo deze activiteiten niet geïntegreerd zijn in<br />

een garagebedrijf;<br />

• verwerking en bewerking van natuurlijk en<br />

synthetisch rubber en van de verbindingen<br />

9


10<br />

ervan met de plastische stoffen;<br />

• distillatie van hout;<br />

• distillatie van steenkolenteer en van de<br />

derivaten van de carbonisatie van steenkolen;<br />

• verwerking van vetstoffen, andere dan<br />

voedingsstoffen;<br />

• samengeperste, vloeibaar gemaakte en<br />

opgeloste gassen, met uitzondering van<br />

petroleumproducten;<br />

• kantoorproducten en -benodigdheden;<br />

• extractie van plantaardige en dierlijke<br />

derivaten;<br />

• fabricage van minerale oliën en vetten met<br />

uitzondering van de bedrijven welke onder<br />

de bevoegdheid van het Paritair Comité<br />

voor de petroleumnijverheid en -handel<br />

ressorteren;<br />

• laboratoria voor industriële analyse van<br />

producten, van de hinder en van de<br />

verontreiniging;<br />

• studiebureaus die materies behandelen<br />

welke verband houden met de scheikundige<br />

nijverheid;<br />

• alle toepassingen en afgeleide producten van<br />

de kernnijverheid, de centrales die energie<br />

voortbrengen uitgezonderd;<br />

• scheikundige technologie;<br />

• exploitatie, industriële behandeling<br />

en terugwinning van afvalstoffen,<br />

nevenproducten<br />

en bezinksels door fysico-<strong>scheikunde</strong> en/of<br />

scheikundige procédés;<br />

• verpakking en aërosols van producten die<br />

niet voor de voeding bestemd zijn;<br />

• verwerking en/of bewerking van kunstmatige<br />

en synthetische plastische stoffen, met<br />

inbegrip van de fabricage, in hoofdzaak van<br />

kunstbloemen in plastiek;<br />

• reinigen van opslagtanks door fysico<strong>scheikunde</strong><br />

en/of scheikundige procédés;<br />

• latexeren, voor zover deze activiteit niet<br />

vermeld is onder een ander paritair comité,<br />

het Aanvullend Paritair Comité voor de<br />

werklieden uitgezonderd.<br />

Bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 11 september 1979 gesloten in het<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, algemeen<br />

verbindend verklaard bij koninklijk besluit<br />

van 7 februari 1980, gepubliceerd in het<br />

Belgisch Staatsblad van 30 april 1980.<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />

toepassing op de werkgevers en werknemers<br />

van de ondernemingen die sinds 8 november 1978<br />

onder het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid ressorteren.<br />

Artikel 2<br />

Alle collectieve arbeidsovereenkomsten<br />

gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

welke nog van kracht zijn op 8 november 1978,<br />

zijn van toepassing op de in artikel 1 bedoelde<br />

ondernemingen welke voor laatstgenoemde<br />

datum onder een ander paritair comité<br />

ressorteerden.<br />

Artikel 3.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

treedt in werking op 27 maart 1979 en is<br />

gesloten voor onbepaalde tijd. Elk van de<br />

ondertekenende partijen kan ze opzeggen<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

na te leven; deze opzegging wordt bij een ter<br />

post aangetekende brief aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid en aan elk van de<br />

ondertekenende partijen betekend.<br />

De termijn van drie maanden begint te lopen<br />

vanaf de datum waarop de aangetekende brief<br />

aan de voorzitter is toegestuurd.


Worden als bedienden beschouwd, zij wier<br />

werkelijke functies door de wet en/of de<br />

rechtspraak erkend worden als zijnde van<br />

overwegend intellectuele aard.<br />

1ste Categorie<br />

3<br />

Classificatie en bepaling der functies<br />

Paritaire overeenkomst van 17 januari 1947- ministerieel besluit van 11 september 1947.<br />

Algemeen criterium:<br />

Functies die geen enkel persoonlijk initiatief<br />

vergen, uitgevoerd worden volgens duidelijk<br />

vaststaande regelen of formules en waarvoor<br />

geen bijzondere vorming vereist is, maar enkel<br />

een op de hoogte stellen.<br />

De kennis vereist voor de uitoefening van deze<br />

functies is gelijkwaardig aan deze bekomen door<br />

de studies van de vierde graad, of van de lagere<br />

school aangevuld door drie jaar avondcursussen;<br />

zij worden verworven hetzij door de praktijk<br />

hetzij door het onderwijs.<br />

In deze categorie worden alle bedienden<br />

gerangschikt, waarvan de functies door analogie<br />

overeenstemmen met deze, welke hierna als<br />

voorbeeld worden gegeven.<br />

Voorbeelden:<br />

huisbewaarder, portier, deurwaarder,<br />

bureeljongen, inkasseerder, kopist.<br />

helper-archivaris:<br />

uitsluitend tewerkgesteld bij het klasseren der<br />

briefwisseling.<br />

hulpbediende bij de ontvangst:<br />

bediende gehecht aan de dienst van<br />

ontvangst van goederen (grondstoffen of<br />

afgewerkte produkten), en zonder eigen<br />

verantwoordelijkheid gelast met het opmaken<br />

der ontvangstborderellen en met de controle op<br />

de hoeveelheid der ontvangen goederen.<br />

Bediende bij de voorbereiding van het werk<br />

op de boekhoudingsmachines:<br />

bediende gelast met de voorbereiding<br />

van het werk der operateurs(trices) op de<br />

boekhoudingsmachines m.a.w. bediende<br />

gelast met het opzoeken der te behandelen<br />

steekkaarten en zo nodig het opstellen ervan.<br />

Hij hecht er tevens documenten aan, die dienen<br />

geboekt te worden en klasseert de steekkaarten<br />

opnieuw na inschrijving.<br />

hulpklerk in de administratieve of technische<br />

diensten:<br />

bediende die hoofdzakelijk eenvoudig<br />

schrijfwerk, cijferwerk of registreerwerk uitvoert,<br />

steekkaarten bijhoudt, staten opmaakt of andere<br />

bijkomende werkzaamheden van hetzelfde peil<br />

verricht.<br />

Titreerder in laboratorium:<br />

bediende die eenvoudige metingen verricht van<br />

monsters (omvang, kleur, zwaarte eenvoudige<br />

metingen op proefmachines) volgend een<br />

welbepaald werkprogramma en nauwkeurige<br />

geschreven richtlijnen en zonder interpretatie<br />

der bekomen resultaten.<br />

Aftrekker van blauwe proeven:<br />

bediende die uitsluitend dit werk verricht.<br />

2de Categorie<br />

Algemeen criterium:<br />

Functies gekenmerkt door eenvoudige<br />

werkzaamheden waarvan de<br />

verantwoordelijkheid beperkt wordt door een<br />

rechtstreekse en bestendige controle.<br />

De kennis vereist voor de uitoefening van deze<br />

functie is gelijkwaardig aan deze bekomen door<br />

de studiën der eerste twee jaren middelbaar<br />

onderwijs van de lagere graad of van een<br />

middelbare beroepsschool of van de vierde<br />

graad aangevuld door drie jaar avondcursussen.<br />

Zij worden verworven hetzij door de praktijk<br />

hetzij door het onderwijs. In deze categorie zijn<br />

al de functies ondergebracht die door analogie<br />

overeenstemmen met deze, welke hierna als<br />

voorbeeld worden gegeven.<br />

Voorbeelden:<br />

Archivaris-klasseerder.<br />

Telefonist-standardist:<br />

bediende die uitsluitend tewerkgesteld wordt<br />

aan een telefoon-standaard.<br />

11


12<br />

Klerk bij de boekhouding:<br />

bediende gelast met werk van ondergeschikt<br />

belang bij de boekhouding, schrijft de<br />

boekhoudkundige stukken in en ziet<br />

ze eventueel na (bv. het bijhouden der<br />

hulpdagboeken).<br />

Typist:<br />

bediende die 40 woorden per minuut kan typen<br />

op de schrijfmachine, zonder taalfouten en die<br />

een goede presentatie aan zijn werk geeft.<br />

Perforateur-verificateur op<br />

statistiekmachines:<br />

bedient de ponsmachines of verifikatiemachine<br />

van de kaartjes voor statistiekmachines.<br />

Berekenaar van bruto-lonen op machine met<br />

toetsen:<br />

bediende gelast met het berekenen der<br />

brutolonen op machine met toetsen type<br />

“Comptometer” of dergelijke.<br />

operateur op boekhoudingsmachine<br />

met klavier:<br />

bediende werkzaam aan machines Elliot<br />

Fisher, Sundstrand, Burroughs of dergelijke,<br />

voor het opstellen der rekeningen-courant<br />

der klanten, leveranciers, stocks, enz., zonder<br />

verantwoordelijkheid.<br />

hulpoperateur op statistiekmachine:<br />

bediende-helper van de operateur van<br />

statistiekmachines met de geponste<br />

steekkaarten.<br />

Berekenaar of verificateur der bestekken:<br />

bediende gelast met het berekenen of het nazien<br />

volgens nauwkeurige normen van het bestek der<br />

hoeveelheid grondstoffen (omvang) en arbeid<br />

(aantal uren) volgens de voorziene techniek<br />

(aangeduid in het bestek).<br />

Tekenaar-kalkeerder:<br />

copieert behoorlijk op kalkeerpapier, vormt<br />

duidelijk letters en cijfers, kan zonder fouten<br />

een tekening copiëren, helpt de tekenaar bij het<br />

schrijfwerk of wijzigingen aan kalkeertekeningen.<br />

hulpscheikundige:<br />

bediende die gewone ontledingen verricht<br />

volgens nauwkeurige richtlijnen en zonder<br />

interpretatie der uitslagen; controleert de<br />

metingen der titreerders.<br />

Bediende fakturier:<br />

bediende die de facturen en statistieken die<br />

daarmee verband houden opstelt.<br />

Pointeerder der verzendingen:<br />

is de verbindingsagent met de spoorwegen<br />

voor het in- en uitgaan der goederen. Hij<br />

neemt tevens het toezicht waar over het in de<br />

onderneming geparkeerd rollend materieel en<br />

doet de vaststellingen bij betwistingen, tekorten<br />

en averij.<br />

Bediende-weger:<br />

bediende gelast met de controle van het gewicht<br />

der goederen die per spoor ontvangen of<br />

verzonden worden; stelt de weegticketten op en<br />

houdt de registers.<br />

magazijnbediende:<br />

bediende gelast met het administratief werk<br />

van ondergeschikt belang in het magazijn van<br />

de bevoorrading of van afgewerkte producten;<br />

houdt de steekkaarten bij van de kwantitatieve<br />

bewegingen der stocks.<br />

Bediende voor stock in magazijn:<br />

bediende die voor de boekhouding de<br />

inschrijvingen verricht (hoeveelheid en waarde)<br />

van de magazijnen voor bevoorrading en<br />

afgewerkte produkten.<br />

Bediende voor de lonen en sociale wetten:<br />

bediende die aan de hand van de<br />

pointeerkaarten der verschillende afdelingen en<br />

na verificatie de wekelijkse of halfmaandelijkse<br />

uitbetaling der lonen berekent, de loonstaten<br />

opmaakt evenals de betaalbons, rekening<br />

houdend met de verschillende afhoudingen.<br />

Bediende bij de boekhouding:<br />

bediende met oppervlakkige kennis<br />

van boekhouding die de handels- of<br />

nijverheidshulpboekhouder helpt bij het houden<br />

der rekeningen-courant der klanten, leveranciers,<br />

deelrekeningen van de kostprijs opstelt, enz.<br />

Planningbediende:<br />

bediende gelast met het volgens bepaalde<br />

richtlijnen vaststellen van een onderdeel<br />

van het werkplan en van de bevoorrading in<br />

half afgewerkte producten of gelast met de<br />

uitvoering van dat plan voor een ingewikkelde<br />

fabricatie onder de controle van een bediende<br />

van een hogere categorie.


Pointeerder in de werkhuizen:<br />

bediende gelast met het nazicht van de<br />

aanwezigen volgens de kaarten of penningen<br />

van het controle-uurwerk, alsmede met<br />

het nazicht van de tijden aangegeven<br />

op de werkbons aan de hand van de<br />

aanwezigheidsuren.<br />

rekenaar met de hand of met de rekenlat:<br />

bediende die elementaire rekenbewerkingen<br />

uitvoert met de hand of met de rekenlat,<br />

berekeningen volgens barema’s, enz.<br />

3de Categorie<br />

Algemeen criterium:<br />

Functies gekenmerkt door:<br />

zelfstandig uitgevoerde en afwisselende<br />

taken, die doorgaans initiatief en overleg<br />

vergen vanwege degenen, die ze uitvoeren<br />

en waaraan tevens de verantwoordelijkheid<br />

dezer uitvoering verbonden is;<br />

• de noodzakelijkheid een vorming te bezitten<br />

die gelijk is met deze gegeven, herzij door<br />

de volledige studies voorzien voor de<br />

vorige categorieën aangevuld door vijf<br />

jaar avondcursussen, hetzij door volledig<br />

middelbaar onderwijs van de lagere graad<br />

aangevuld door drie jaar avondcursussen,<br />

hetzij door beroepsonderwijs van dezelfde<br />

graad, ofwel, tenslotte, de noodzakelijkheid<br />

van een practische vorming, verworven<br />

door stages of door uitoefening van dezelfde<br />

of gelijkaardige functies.<br />

In deze categorie worden al de functies<br />

geklasseerd die door analogie overeenstemmen<br />

met deze, welke hierna als voorbeeld worden<br />

gegeven.<br />

Voorbeelden:<br />

operateur van statistiekmachines:<br />

bediende gelast met de bediening van<br />

ponsmachines en bekwaam om werken uit te<br />

voeren volgens schema’s of diagrammen.<br />

Steno-typist:<br />

bediende bekwaam 100 woorden per minuut<br />

in steno en 40 op de machine te schrijven,<br />

met verzorgde schikking van het werk en<br />

zonder taalfouten, moet eveneens gewone<br />

briefwisseling kunnen opstellen op eenvoudige<br />

aanduidingen van zijn chef.<br />

Eerste archivaris<br />

Correspondent:<br />

bediende gelast met het opstellen van<br />

brieven waarvoor een degelijke praktijk van<br />

handelscorrespondentie vereist is, en met<br />

het berekenen der prijzen met het oog op<br />

de aanbiedingen die hij doet of ontvangt. Hij<br />

bestudeert sommige eenvoudige geschillen en<br />

doet voorstellen voor antwoord.<br />

handelsvertaler en technisch vertaler:<br />

Twee talen (thema en vertaling).<br />

Bediende bij de ontvangst:<br />

bediende gelast met de ontvangst der goederen<br />

(bevoorrading of afgewerkte producten); heeft<br />

als opdracht zich te gepasten tijde zekerheid<br />

te verschaffen omtrent de vervoermiddelen<br />

en de arbeidsmogelijkheden nodig voor een<br />

regelmatige ontvangst; controleert tevens<br />

het werk van de hulpbedienden die hem zijn<br />

toegevoegd.<br />

Ziekenverpleger:<br />

ziekenverpleger gehecht aan de infirmerie of aan<br />

het dispensarium van de onderneming, moet<br />

de eerste zorgen kunnen toedienen aan zieke of<br />

gekwetste leden van het personeel.<br />

Planningbediende:<br />

bediende die onder verantwoordelijkheid van<br />

een bediende van een hogere categorie gelast<br />

is met het opstellen en de controle van de<br />

uitvoering van het werkplan en de bevoorrading<br />

in afgewerkte producten voor een complexe en<br />

zeer verscheiden fabricatie.<br />

Systematiseur:<br />

bediende die de inlichtingen verzamelt omtrent<br />

het fabricatieproces, ze samenvat en voorstellen<br />

doet met het oog op de vaststelling van de<br />

arbeidstechniek en methode.<br />

gewoon tijdopnemer:<br />

bediende die bekwaam is de tijden te meten<br />

vereist voor de uitvoering der verschillende<br />

verrichtingen van de arbeiders, volgens de<br />

methode in voege in de onderneming.<br />

detailtekenaar:<br />

maakt detailtekeningen van de onderdelen van<br />

een geheel dat voldoende is uitgewerkt, zo nodig<br />

behelpt hij zich met reeds bestaande tekeningen,<br />

kwoteert tevens volledig deze tekeningen voor<br />

uitvoering; moet het gewicht kunnen berekenen<br />

van eenvoudige stukken met het oog op het<br />

opmaken der bestekken.<br />

13


14<br />

Scheikundig analyst:<br />

bediende die alle normale ontledingen<br />

uitvoert volgens nauwkeurige en geschreven<br />

onderrichtingen en aanduidingen van een<br />

scheikundige van hogere categorie.<br />

hulpboekhouder (nijverheids- of<br />

handelsboekhouding):<br />

bediende die met behulp van boekhoudkundige<br />

bescheiden een gedeelte verricht van de<br />

boekhouding of de gewone inschrijvingen die<br />

niettemin een homogeen geheel uitmaken<br />

zoals rekeningen-courant der klanten,<br />

leveranciers, deelrekeningen van handels-<br />

of nijverheidsboekhoudingen, enz. Deze<br />

verrichtingen kunnen zowel met de hand als met<br />

de machine uitgevoerd worden.<br />

Kassier (zonder boekhouding):<br />

bediende gelast met de kasverrichtingen onder<br />

de verantwoordelijkheid van een hoofdkassier of<br />

van een dienstoverste der boekhouding.<br />

gespecialiseerde bediende voor de lonen en<br />

sociale wetten:<br />

bediende die buiten de werkzaamheden van de<br />

bediende voor lonen en sociale wetten der vorige<br />

categorie eventueel de uitbetaling der lonen<br />

doet en blijk moet geven van initiatief door over<br />

te gaan tot de schifting van de arbeidskracht met<br />

het oog op de vaststelling van de kostprijzen.<br />

Verzender:<br />

bediende die een degelijke praktische<br />

ervaring verworven heeft en bekwaam is<br />

om de best aangewezen verzendingswijze<br />

vast te stellen volgens de aard der producten<br />

en hun bestemming; bereidt eventueel de<br />

leveringsronde voor en controleert het werk van<br />

de afleveraars.<br />

fabricatietoezichter:<br />

bediende gelast onder leiding van een bediende<br />

van hogere graad met het coördineren van<br />

het werk der fabricatiereviseurs gedurende de<br />

verschillende fasen van de fabricatie. Hij geeft<br />

de consignes door, lost zelf de twijfelachtige<br />

gevallen op of doet ze oplossen.<br />

hoofdpointeerder<br />

bediende gelast met pointage in het werkhuis<br />

en over het algemeen bijgestaan door een of<br />

meerdere pointeerders.<br />

4de Categorie<br />

Algemeen criterium:<br />

Functies gekenmerkt door het opzoeken en<br />

het samenbrengen op eigen initiatief, van alle<br />

elementen van de belangrijke werkzaamheden<br />

van gelijk welke dienst.<br />

De belanghebbenden moeten het werk<br />

kunnen verrichten der voorgaande categorieën<br />

overeenstemmend met hun specialiteit;<br />

gebeurlijk kunnen zij geholpen worden door<br />

een of meerdere bedienden der voorgaande<br />

categorieën onder dewelke zij het werk verdelen.<br />

Die functies eisen een beroepsvorming en een<br />

kennis gelijkaardig aan deze gegeven door<br />

de studiën van een middelbare school van de<br />

hogere graad of daarmee gelijkgestelde of van<br />

een middelbare school van de lagere graad<br />

aangevuld door vijf jaar avondcursussen. Deze<br />

kennis kan verworven zijn hetzij door de praktijk,<br />

hetzij door het onderwijs.<br />

In deze categorie worden al de functies<br />

geklasseerd die door analogie overeenstemmen<br />

met deze welke hierna als voorbeeld worden<br />

gegeven:<br />

Voorbeelden:<br />

Sectie A<br />

maatschappelijk assistent:<br />

Gediplomeerd.<br />

handelsboekhouder:<br />

bediende gelast met het overbrengen in de<br />

boekhouding van al de handelsverrichtingen,<br />

deze samen te stellen en bijeen te brengen om<br />

er balansen, kasvooruitzichten, bilans, enz. uit te<br />

trekken.<br />

Nijverheidsboekhouder:<br />

bediende gelast met het overbrengen in de<br />

boekhouding van alle verrichtingen in verband<br />

met de productie, deze samen te stellen en<br />

bijeen te brengen om er de kostprijs te kunnen<br />

uittrekken.<br />

Eerste correspondent of eerste opsteller<br />

der handelsdiensten, technische of<br />

administratieve diensten:<br />

bediende gespecialiseerd in een of meerdere<br />

takken van handel of techniek waarvoor de<br />

kennis vereist van de gebruiksvoorwaarden van<br />

het artikel, in staat om binnen het raam van


algemene richtlijnen zekere kwesties te volgen<br />

die initiatief en overleg vergen; stelt volgens het<br />

geval zelf de briefwisseling op of laat ze opstellen<br />

door een correspondent.<br />

Steno-typist secretaris:<br />

bediende met voldoende intellectuele vorming<br />

en beroepsvorming om het privé-secretariaat van<br />

een bedrijfsleider, een beheerder, een directeur,<br />

of van een dienstoverste van het hoger kader<br />

waar te nemen.<br />

handelsvertaler:<br />

meerdere talen (thema en vertaling).<br />

hoofdbediende van de planning:<br />

eerste bediende die de werkzaamheden van de<br />

planningbedienden der lagere categorieën leidt<br />

en coördineert.<br />

Tijdopnemer-ontleder:<br />

bediende in staat om buiten de werkzaamheden<br />

van een gewone tijdopnemer, de werkmethode<br />

te bestuderen en wijzigingen voor te stellen die<br />

het rendement kunnen verbeteren, hetzij dat het<br />

gaat om het werk van een afzonderlijk arbeider of<br />

van een groep arbeiders met of zonder machine.<br />

uitvoeringstekenaar:<br />

tekent met behulp van reeds bestaande<br />

tekeningen, samenstellingen of details van<br />

apparaten, en brengt wijzigingen aan die hem<br />

duidelijk aangeduid werden door de uitleg van<br />

een chef of van een tekenaar van de hogere<br />

categorie; tekent onderdelen genomen uit een<br />

geheel zonder behulp van een gelijkaardig<br />

plan, past nauwkeurig de normen toe, stelt het<br />

gewichtsbestek vast van een apparaat volgens de<br />

uitvoeringstekening.<br />

Volger der proefnemingen bij fabrikatie:<br />

bediende gelast volgens de richtlijnen<br />

van een ingenieur of een dienstoverste de<br />

fabrikatieproeven te volgen, met het doel de<br />

bestaande fabrikaties te verbeteren of een<br />

nieuwe fabrikatie techniek op punt te stellen.<br />

inspecteur bij het toezicht:<br />

bediende gelast onder de leiding van een<br />

ingenieur, met de handhaving van de kwaliteit<br />

van een fabrikaat of van een groep fabrikaten.<br />

Scheikundige:<br />

voert alle kwantitatieve en kwalitatieve<br />

ontledingen uit van welkdanige stof of product<br />

die de onderneming aanbelangen.<br />

Sectie B<br />

hoofdbediende der administratieve<br />

afdelingen en der handelsafdelingen:<br />

bediende die instaat voor de goede uitvoering<br />

der taken die aan zijn dienst zijn toevertrouwd en<br />

die een rechtstreekse controle uitoefent over één<br />

of meerdere bedienden der lagere categorieën.<br />

Eerste scheikundige:<br />

verricht alle kwantitatieve en kwalitatieve<br />

ontledingen van een welkdanige stof of product<br />

die de onderneming aanbelangen, deelt aan de<br />

bedienden der lagere categorieën de nodige<br />

richtlijnen mede in verband met hun werk.<br />

gemengde tekenaar:<br />

maakt ontwerpen op en bestudeert<br />

samenstellingen of details van toestellen<br />

volgens de richtlijnen van een chef of volgens<br />

bestaande documenten. Heeft bovendien<br />

de nodige kennis inzake technologie en<br />

werktuigkunde om de gewone formules der<br />

handleidingen (weerstand van materiaal en<br />

statika) toe te passen en dienvolgens aan de<br />

stukken passende afmetingen te geven. Hij<br />

werkt elementaire schetsen uit van grafische<br />

statika en kiest oordeelkundig de materialen; hij<br />

blijft in verbinding met de tekenaars der vorige<br />

categorieën en controleert hun werk.<br />

meestergasten:<br />

Het comité stelde de moeilijkheden vast die<br />

zich voordoen bij de juiste bepaling der criteria<br />

voor de classificering der functies van de<br />

meesterschapspersoneel.<br />

Hij heeft beslist voor de meestergasten drie<br />

categorieën te voorzien. Zij zullen geklasseerd<br />

worden respectievelijk in de 3de categorie, de<br />

4de categorie, sectie A en sectie B.<br />

Het comité vertrouwde er op dat de werkgevers<br />

de classificering in hun onderneming<br />

oordeelkundig zullen doorvoeren en besliste<br />

later terug bijeen te komen om de juiste bepaling<br />

der criteria op punt te stellen.<br />

15


16<br />

4<br />

Nationaal akkoord 2011-<strong>2012</strong> voor bedienden<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

is van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder het<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid en op de bedienden<br />

waarvan de functies zijn opgenomen in de<br />

classificatie der functies, vastgesteld door dit<br />

paritair comité.<br />

§2. Het toepassingsgebied van artikel 8 van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst (kort<br />

verzuim), van artikel 10 §1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst (conventioneel<br />

brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst (Fonds<br />

voor vorming – risicogroepen) van artikel 15 §1<br />

van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

(Tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle<br />

werknemers verbonden met hun werkgever door<br />

een arbeidsovereenkomst voor bedienden.<br />

§3. Het artikel 9 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst is uitsluitend van<br />

toepassing op de werknemers gebonden met<br />

hun werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />

voor handelsvertegenwoordiger.<br />

duur<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari<br />

2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>, met<br />

uitzondering van artikel 10 §1.<br />

Sector en ondernemingsoverleg<br />

Artikel 3<br />

De sociale gesprekspartners hebben de intentie<br />

om met deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

op het vlak van de loonkostenevolutie,<br />

permanente vorming en de tewerkstelling de<br />

toekomst van de sector en zijn werknemers op<br />

lange termijn te ondersteunen.<br />

Voor het afsluiten van collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten op het vlak van de<br />

sector en de ondernemingen nemen de sociale<br />

gesprekspartners van het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

de onderhandelaars op ondernemingsvlak akte<br />

van de integrale inhoud van het bemiddelingsvoorstel<br />

van de regering en van de wettelijke<br />

bepalingen.<br />

Vastheid van betrekking<br />

Artikel 4<br />

De ondertekenende werkgeversorganisatie<br />

verbindt zich ertoe de ondernemingen aan<br />

te bevelen om in geval een onderneming<br />

genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag<br />

om economische redenen, de maatregelen te<br />

onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen<br />

ten opzichte van de bedienden zouden kunnen<br />

milderen, zoals ondermeer brugpensioen,<br />

werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing<br />

van de wet betreffende tijdelijke arbeid en<br />

uitzendarbeid.<br />

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak<br />

blijven behouden.<br />

minimum barema<br />

Artikel 5<br />

Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> worden de minimum<br />

ervaringsmaandlonen opgenomen in de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende<br />

het verloningssysteem voor de bepaling van de<br />

minimum maandlonen en de maandwedden,<br />

gesloten op 11 januari 2010 in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid (KB 12 januari 2011; BS 10.02.2011),<br />

die van kracht zijn op 31 december 2011<br />

verhoogd met 0,3%.<br />

Weddeverhoging<br />

Artikel 6<br />

De maandwedde van de baremieke bedienden<br />

op 31 december 2011, effectief uitbetaald in<br />

ondernemingen die aangaande de eventuele<br />

verhoging van de koopkracht voor de periode


2011-<strong>2012</strong> niet gebonden zijn door een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst over loon en<br />

arbeidsvoorwaarden gesloten overeenkomstig<br />

de bepalingen van de wet van 5 december 1968<br />

betreffende de paritaire comités en de collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten, zal verhoogd worden<br />

met 0,3% op 1 januari <strong>2012</strong>.<br />

Deze verhoging met 0,3% gebeurt evenwel na<br />

verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />

verhogingen van de maandwede en/of andere<br />

voordelen die, met uitzondering van deze ten<br />

gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS<br />

13.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />

aan het indexcijfer der consumptieprijzen,<br />

zouden toegekend worden aan de baremieke<br />

bedienden tijdens de duur van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

implementatie sectorpensioen<br />

Artikel 7<br />

Inzake de implementatie van het aanvullend<br />

sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid wordt<br />

verwezen naar de bepalingen onder artikel 7<br />

§2, 2e alinea van het Nationaal Akkoord 2009-<br />

2010 voor bedienden, gesloten op 1 april 2009<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid (KB 10 november 2009;<br />

BS 16.03.2010).<br />

Kort verzuim<br />

Artikel 8<br />

Het toepassingsgebied van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 10 mei 1976 afgesloten<br />

in Paritair Comité voor de bedienden inzake kort<br />

verzuim wordt uitgebreid tot alle bedienden.<br />

handelsvertegenwoordigers<br />

Artikel 9<br />

§2 - Eindejaarspremie<br />

De in het artikel 3 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, betreffende een<br />

specifieke regeling van eindejaarspremie voor<br />

de handelsvertegenwoordigers, gesloten op<br />

mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010),<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid vermelde begrenzing<br />

van 2.100 EUR wordt, vanaf het jaar 2011, en<br />

uiterlijk betaalbaar - wat de eindejaarspremie<br />

betreft van het kalenderjaar 2011, in januari <strong>2012</strong>,<br />

met 0,3% verhoogd tot op 2.106,30 EUR.<br />

§2 - Eindejaarspremie<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst<br />

betreffende de minimumwedde voor de<br />

handelsvertegenwoordigers gesloten in het<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid op 10 juli 2001<br />

(KB 11 juni 2002; BS 27.06.2002) wordt<br />

opgeheven op 31 mei 2011.<br />

De minimumwedde voor de<br />

handelsvertegenwoordigers zal vanaf 1 juni<br />

2011 ten minste gelijk zijn aan de vastgestelde<br />

sectorale minimum ervaringsmaandlonen<br />

voor de bedienden, waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

van categorie 4A. Hiertoe zal een specifieke<br />

collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten<br />

worden.<br />

Conventioneel brugpensioen<br />

Artikel 10<br />

§1 - Brugpensioen vanaf 58 jaar<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten<br />

op 12 mei 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19.05.2010),<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, betreffende de<br />

verlenging van het stelsel van conventioneel<br />

brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die<br />

per 31 maart 2011 vervallen is, wordt verlengd<br />

van april 2011 tot en met 31 maart 2013.<br />

§2 - Brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />

bedienden met minstens 20 jaar<br />

nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op<br />

12 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010),<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, betreffende het<br />

conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />

bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties<br />

en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december<br />

2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />

§3 –Brugpensioen vanaf 56 jaar voor<br />

bedienden met minstens 40 jaar<br />

beroepsloopbaan<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei<br />

2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010) gesloten<br />

17


18<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid betreffende het<br />

conventioneel brugpensioen voor bedienden<br />

vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 40 jaar<br />

beroepsloopbaan, die per 31 december 2010<br />

vervallen is, wordt voor de duur van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />

§4.- halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten<br />

op 12 mei 2009 (KB 17 maart 2010; BS 4.06.2010),<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds<br />

brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die<br />

per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de<br />

duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

verlengd.<br />

Syndicale vorming<br />

Artikel 11<br />

Artikel 8, eerste lid, van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale<br />

vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart<br />

2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt,<br />

ingevolge een uitzonderlijke inspanning, als volgt<br />

gewijzigd: “Met ingang van 1 januari 2011 wordt<br />

een financiële reserve samengesteld met het doel<br />

de syndicale vorming van de vertegenwoordigers<br />

van de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

te financieren, tot een maximumbedrag van<br />

157.500 EUR per kalenderjaar. Voor het jaar <strong>2012</strong><br />

wordt voorzien in een éénmalige extra toelage<br />

van 7.500 EUR aan de vakbondsorganisaties.<br />

Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />

bedrag van 157.500 EUR toegekend aan de<br />

Belgische federatie van de chemische industrie<br />

en de life science VZW (essenscia) met het oog<br />

op de vervolmaking van de vorming van de<br />

werkgeversvertegenwoordigers in de sociale<br />

dialoog.<br />

financiering van het voordeel aan<br />

de gesyndiceerde bedienden<br />

Artikel 12<br />

Artikel 8, tweede lid, van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale<br />

vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart<br />

2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

wordt, als volgt gewijzigd: “Deze financiële reserve<br />

zorgt bovendien, ingevolge een uitzonderlijke<br />

inspanning, voor de dekking van een gedeelte<br />

van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden<br />

onder de in §1 van artikel 1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten<br />

belope van 2.470.000 EUR per jaar met ingang<br />

van 1 januari 2011, indien in de loop van 2011<br />

overgegaan kan worden tot de oprichting van<br />

een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de<br />

inning van de forfaitaire werkgeversbijdragen per<br />

bediende per jaar, wordt het voornoemde bedrag,<br />

met ingang van 1 januari <strong>2012</strong> verhoogd tot<br />

2.750.000 EUR.”<br />

fonds voor Vorming (risicogroepen)<br />

Artikel 13<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst tot<br />

verlenging van het Fonds voor beroepsvorming<br />

van de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

gesloten op 30 september 2009 (KB 13 juni 2010;<br />

BS 13.08.2010), in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor<br />

de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

worden verlengd.<br />

De werkgeversbijdrage voor het voornoemd<br />

Fonds bedraagt 0,20 % van de bruto weddemassa<br />

van de werknemers die verbonden zijn door een<br />

arbeidsovereenkomst voor bedienden.<br />

Van de hierboven vermelde totaal gestorte<br />

middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage<br />

van 0,05 % op de brutolonen van de bedienden<br />

integraal gebruikt worden voor collectieve<br />

opleidingsprojecten.<br />

Een deel van de middelen zal gedurende de<br />

periode van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

in het bijzonder worden aangewend om volgende<br />

3 projecten vorm te geven en verder uit te werken:<br />

• Een betere integratie in de sector van<br />

personen met een handicap<br />

• Internationale solidariteit<br />

• Verbetering van de instroom van jongeren en<br />

promotie van de sector bij de jongeren<br />

De concrete modaliteiten en middelen voor deze<br />

3 projecten zullen worden bepaald door het<br />

Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.<br />

De sociale partners van de scheikundige nijverheid<br />

zullen gedurende de periode van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst binnen het Fonds Vorming<br />

eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde<br />

de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5 %.<br />

Syndicale afvaardiging<br />

Artikel 14<br />

De drempel voor de oprichting van een syndicale<br />

afvaardiging voor de bedienden, als bepaald in


art. 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

houdende coördinatie van het statuut van<br />

de syndicale afvaardigingen voor bedienden<br />

gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

wordt (KB 7 mei 2000; BS 6 april 2001), per<br />

1 september <strong>2012</strong>, verlaagd van 30 naar 25<br />

baremieke bedienden beoogd door de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947,<br />

rekening houdende met volgende elementen:<br />

De partijen verbinden zich om tegen 1 september<br />

<strong>2012</strong> een adequate omschrijving te formuleren<br />

betreffende het begrip “de nodige tijd” en dit<br />

specifiek voor de ondernemingen die minimaal<br />

25 en maximaal 29 baremieke bedienden<br />

beoogd door collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 17 januari 1947 tewerkstellen.<br />

• De syndicale afvaardiging in deze<br />

ondernemingen bestaat uit maximaal<br />

2 effectieve leden. Er worden geen<br />

plaatsvervangende leden aangeduid.<br />

• Er kan in deze ondernemingen enkel een<br />

syndicale afvaardiging worden opgericht<br />

indien 50%+1 van de baremieke bedienden<br />

beoogd door collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 17 januari 1947 zulks schriftelijk vraagt via<br />

een schrijven gericht aan de voorzitter van het<br />

paritair comité.<br />

Een paritaire werkgroep zal deze procedure<br />

evalueren en indien nodig aanpassen tegen<br />

uiterlijk september 2014.<br />

• Indien in een dergelijke onderneming reeds<br />

baremieke bedienden beoogd door collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947<br />

van een betrokken syndicale organisatie<br />

beschermd zijn uit hoofde van een mandaat<br />

in een overlegorgaan of als kandidaat op de<br />

lijsten van de sociale verkiezingen zullen de<br />

effectieve leden van de syndicale afvaardiging<br />

voor deze organisatie uit de lijst van de<br />

beschermde baremieke bedienden beoogd<br />

door de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 17 januari 1947 worden aangeduid en<br />

omgekeerd.”<br />

Deze regeling doet geen afbreuk aan het<br />

statuut van de syndicale delegatie vanaf 30<br />

baremieke bedienden beoogd door de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 17 januari 1947, zoals<br />

omschreven in collectieve arbeidsovereenkomst<br />

houdende coördinatie van het statuut van de<br />

syndicale afvaardigingen voor bedienden gesloten<br />

op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Combinatie Arbeid – gezin<br />

Tijdskrediet - 1/5de loopbaanvermindering<br />

Artikel 15<br />

§ 1 - Tijdskrediet<br />

Het recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3<br />

van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis<br />

gesloten op 19 december 2001 in de Nationale<br />

Arbeidsraad, (BS 16.02.2002), tot invoering van<br />

een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering<br />

en vermindering van de arbeidsprestaties tot<br />

een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot<br />

een duur van maximum 5 jaar over de gehele<br />

loopbaan.<br />

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening<br />

van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3<br />

maanden.<br />

Behoudens andere afspraken op het vlak van<br />

de onderneming dienen, van het tweede tot<br />

en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve<br />

voorwaarden nageleefd te worden:<br />

• het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per<br />

periode van één jaar;<br />

• de bedienden die van dat recht op tijdskrediet<br />

gebruik wensen te maken dienen minstens<br />

vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.<br />

De uitoefening van dit recht mag de organisatie<br />

van het werk niet verstoren.<br />

§ 2. 1/5de loopbaanvermindering<br />

De ondernemingen kunnen, overeenkomstig<br />

art. 6 § 2 en art. 9 § 2 van voornoemde<br />

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis<br />

van de Nationale Arbeidsraad de concrete<br />

toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel<br />

van 1/5 de loopbaanvermindering voor de voltijdse<br />

bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.<br />

De uitoefening van dit recht mag de organisatie<br />

van het werk niet verstoren.<br />

§3. overgang van loopbaanvermindering naar<br />

conventioneel brugpensioen<br />

In geval een bediende overstapt van een vorm<br />

van loopbaanvermindering in het kader van<br />

tijdskrediet (collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 77bis) naar een vorm van conventioneel<br />

brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten<br />

laste van de werkgever, als bepaald in de voor<br />

de sector geldende desbetreffende collectieve<br />

19


20<br />

arbeidsovereenkomsten, berekend worden<br />

op basis van een voltijds loon. De aanvullende<br />

vergoeding wordt geproratiseerd met de<br />

verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse<br />

tewerkstelling over de gehele loopbaan.<br />

Deze regeling doet geen afbreuk aan<br />

gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op<br />

het vlak van de onderneming bestaan.<br />

Terugkomst uit zwangerschaps- of<br />

moederschapsverlof<br />

Artikel 16<br />

Na afloop van het zwangerschaps- of<br />

moederschapsverlof heeft de bediende het<br />

recht terug te keren naar haar functie of naar een<br />

gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform<br />

haar arbeidsovereenkomst.<br />

functieclassificatie<br />

Artikel 17<br />

De paritaire werkgroep functieclassificatie<br />

tot actualisering en verfijning van de<br />

niveaukenmerken en de voorbeeldfuncties van<br />

de huidige functieklassen, zonder afbreuk te<br />

doen aan de bestaande functieclassificaties op<br />

ondernemingsvlak, zal zijn werkzaamheden verder<br />

zetten met het oog op het afronden van deze<br />

actualisering tegen 31 december <strong>2012</strong>.<br />

overleg en sociale vrede<br />

Artikel 19.<br />

Met inachtneming van de sociale vrede en<br />

van de procedures eigen aan de scheikundige<br />

nijverheid, erkennen de ondertekenende<br />

partijen namens hun mandaatgevers, dat zij<br />

voor de materies die deel uitmaken van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten aan elkaars<br />

verwachtingen hebben voldaan.<br />

Zij is gesloten te goeder trouw, en de<br />

ondertekenende partijen verbinden er zich toe<br />

om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als<br />

naar de geest.


5<br />

Handelsvertegenwoordigers<br />

1. de minimumwedde voor handelsvertegenwoordigers.<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden die, overeenkomstig artikel<br />

4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten, onder het statuut<br />

van handelsvertegenwoordiger ressorteren.<br />

Artikel 2<br />

Daar de functie van handelsvertegenwoordiger<br />

niet tot de functies behoort welke zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies<br />

vastgesteld door dit Paritair Comité,<br />

wordt er overeengekomen dat er voor de<br />

handelsvertegenwoordigers een specifiek<br />

minimumloon vastgelegd wordt.<br />

Voor de handelsvertegenwoordigers is,<br />

vanaf 1 juni 2011, het loon ten minste gelijk<br />

aan de vastgestelde sectorale minimum<br />

ervaringsmaandlonen voor de bedienden<br />

van categorie 4A, zoals vastgesteld door de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari<br />

2010 betreffende het verloningssysteem voor<br />

de bepaling van de minimum maandlonen en<br />

de maandwedden, gesloten op in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid (KB van 12 januari 2011, BS<br />

10.02.2011).<br />

Het minimumloon wordt maandelijks als<br />

voorschot op het eventueel commissieloon<br />

betaald en de eindrekening wordt op het<br />

einde van elk jaar vastgelegd op basis van de<br />

lonen berekend op een gemiddelde van twaalf<br />

maanden.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />

werking op 1 juni 2011 en wordt gesloten voor<br />

onbepaalde duur.<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />

der partijen worden opgezegd mits een<br />

opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />

bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />

de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />

termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />

de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />

voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />

geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />

de hoogte van deze opzegging.<br />

21


22<br />

2. Eindejaarspremie - specifieke regeling voor de handelsvertegenwoordigers<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden die, overeenkomstig artikel<br />

4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten, onder het statuut van<br />

handelsvertegenwoordiger ressorteren.<br />

Toekenningsmodaliteiten<br />

Artikel 2<br />

Door de werkgever wordt een eindejaarspremie<br />

toegekend aan de in artikel 1 bedoelde<br />

bedienden die :<br />

a) op 31 december van het lopend jaar ten<br />

minste zes maanden anciënniteit tellen in<br />

de onderneming;<br />

b) krachtens een arbeidsovereenkomst<br />

voor bedienden zijn verbonden met de<br />

onderneming op het ogenblik van de<br />

betaling van de premie.<br />

Artikel 3<br />

De eindejaarspremie die toegekend wordt aan<br />

de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

bedoelde bedienden, wordt als<br />

volgt vastgesteld:<br />

vanaf het jaar 2011, en uiterlijk betaalbaar, wat<br />

de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar<br />

2011, in januari <strong>2012</strong>, wordt door de werkgever<br />

een eindejaarspremie toegekend gelijk aan<br />

100 % van het tot 2.106,30 EUR begrensd bruto<br />

maandloon (vaste wedde vermeerderd met<br />

eventuele gemiddelde commissielonen) van<br />

december 2011.<br />

Voor de handelsvertegenwoordiger, waarvan de<br />

wedde geheel of gedeeltelijk samengesteld is<br />

uit commissielonen, wordt de premie berekend<br />

op het maandgemiddelde van dit loon van de<br />

laatste twaalf maanden.<br />

Deze toekenning gebeurt in voorafname en/of<br />

na verrekening van alle andere, volgens<br />

bedrijfseigen-modaliteiten, geldelijke of in geld<br />

waardeerbare toegekende voordelen, welke<br />

ook hun benaming weze, waarop de werknemer<br />

ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten<br />

laste van de werkgever.<br />

Artikel 4<br />

De bedienden die voldoen aan de in artikel 2<br />

vermelde voorwaarden, hebben recht op de<br />

premie naar rato van één twaalfde van het<br />

bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het<br />

beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot<br />

31 december.<br />

Artikel 5<br />

In geval van indiensttreding vóór de 16 e dag van<br />

de maand, wordt deze maand gelijkgesteld met<br />

een volledig gewerkte maand.<br />

De maand tijdens welke de arbeidsovereenkomst<br />

voor bedienden wordt beëindigd,<br />

wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte<br />

maand voor zover de overeenkomst wordt<br />

beëindigd na de 15 e dag van de maand.<br />

Afwijkingen<br />

Artikel 6<br />

De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst<br />

tijdens het beschouwde dienstjaar wordt<br />

beëindigd, met uitsluiting van deze welke zelf<br />

ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens<br />

één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op<br />

het einde van de arbeidsovereenkomst, en met<br />

uitsluiting van deze welke door de werkgever<br />

worden ontslagen om dringende reden, genieten<br />

de premie naar rato van het aantal maanden<br />

werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar,<br />

voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen<br />

in de onderneming op het ogenblik dat de<br />

opzegging wordt betekend.<br />

Artikel 7<br />

De gepensioneerde bedienden alsmede de<br />

rechtverkrijgenden van een overleden bediende,<br />

genieten de premie onder dezelfde voorwaarden<br />

als vermeld in artikel 6.<br />

Onder “rechtverkrijgenden” wordt verstaan:<br />

• de overlevende echtgenoot;<br />

• bij zijn ontstentenis, de minderjarige<br />

kinderen van de overledene die met hem<br />

samenwoonden;


• bij hun ontstentenis, de ouders van de<br />

overledene, wier steun hij was.<br />

gelijkstellingen<br />

Artikel 8<br />

Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid:<br />

• de afwezigheden te wijten aan een<br />

beroepsziekte, een arbeidsongeval of<br />

ongeval overkomen op de weg naar of van<br />

het werk, tot een maximumduur van twaalf<br />

maanden en voor zover zij erkend zijn door<br />

het verzekeringsorganisme;<br />

• de afwezigheden wegens ziekte of<br />

zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd<br />

door een medisch getuigschrift en erkend<br />

door het verzekeringsorganisme, tot een<br />

maximumperiode van zes maanden;<br />

• de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke<br />

feestdagen, de gerechtvaardigde<br />

afwezigheden “kort verzuim”,<br />

de afwezigheden in het kader van de<br />

wetgeving betreffende het educatief verlof<br />

en van de sociale promotie, de syndicale<br />

verlofdagen en het verlof voor het uitoefenen<br />

van een deeltijds politiek mandaat.<br />

Slotbepalingen<br />

Artikel 9<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsbetrekkingen doen geen afbreuk aan<br />

de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de<br />

ondernemingen bestaan.<br />

Artikel 10<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst Deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

12 mei 2009 gesloten in het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, betreffende een specifieke<br />

regeling van eindejaarspremie voor de<br />

handelsvertegenwoordigers, algemeen<br />

verbindend verklaard bij koninklijk besluit van<br />

21 februari 2010 gepubliceerd in het Belgisch<br />

Staatsblad van 8 april 2010. Zij treedt in werking<br />

op 1 januari 2011 en wordt gesloten voor<br />

onbepaalde duur.<br />

Zij kan door één van de contracterende partijen<br />

worden opgezegd, mits een opzegging van<br />

drie maanden wordt betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid, die de partijen ervan<br />

op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />

23


24<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, en op de bedienden waarvan de<br />

functies opgenomen zijn in de classificatie der<br />

functies, vastgesteld bij de overeenkomst van<br />

17 januari 1947, gesloten in de schoot van de<br />

nationale paritaire sectie van de bedienden der<br />

scheikundige nijverheid en bekrachtigd door het<br />

Nationaal Paritair Subcomité van de nijverheid en<br />

het Nationaal Paritair Comité der bedienden.<br />

Artikel 2.<br />

De bedienden verbonden aan de productiecyclus<br />

volgen de arbeidstijdregeling van de werklieden.<br />

De maximum gemiddelde wekelijkse arbeidsduur<br />

van de administratieve bedienden, berekend op<br />

jaarbasis, wordt op 39 uur gebracht vanaf 1 juli<br />

1987 en op 38 uur vanaf 1 april 1988.<br />

6<br />

Arbeidsduur<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 november 1987.<br />

Artikel 3.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

deze van 14 november 1977, gesloten in<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, betreffende de<br />

arbeidsduur, algemeen verbindend verklaard<br />

bij koninklijk besluit van 27 april 1978 (Belgisch<br />

Staatsblad van 30 augustus 1978) en is gesloten<br />

voor een onbepaalde tijd.<br />

Zij treedt in werking op 1 juli 1987 en kan slechts<br />

door één van de partijen worden opgezegd, ten<br />

vroegste vanaf het vervallen van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst 1987-1988 voor de<br />

bedienden van de scheikundige nijverheid<br />

gesloten op 19 december 1986, mits een<br />

opzegging van drie maanden wordt betekend<br />

bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />

de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid, die de<br />

partijen ervan op de hoogte stelt.


7<br />

Verlenging van het conventioneel<br />

brugpensioen vanaf 58 jaar<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />

Artikel 1 - Voorwerp<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

heeft tot doel, de regeling van aanvullende<br />

vergoeding ten gunste van sommige bejaarde<br />

werknemers indien zij worden ontslagen,<br />

overeenkomstig de modaliteiten voorzien<br />

in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />

17 van 19 december 1974 gesloten in de<br />

Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei<br />

1991 (KB 13 september 1991, BS 15 november<br />

1991), en verlengd door de collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten van 18 juni 1993 (KB 23<br />

maart 1994, BS 3 mei 1994), 20 juni 1995 (KB 22<br />

januari 1996, BS 14 februari 1996), 25 juni 1997<br />

(KB 31 mei 2001, BS 26 juli 2001), 4 mei 1999 (KB<br />

31 mei 2001, BS 25 juli 2001), van 14 mei 2001<br />

(KB 17 juli 2002, BS 12 oktober 2002), van 10 juni<br />

2003 (KB 29 februari 2004, BS 26 maart 2004), 28<br />

juni 2005 (KB 6 december 2004, BS 27 december<br />

2005), van 27 november 2006 (KB 27 april 2007,<br />

BS 6 juni 2007), 26 juni 2007 (KB 2 juli 2008, BS<br />

9 oktober 2008) en 12 mei 2009 (KB 4 maart<br />

2010; BS 19/05/2010) gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen<br />

van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2013.<br />

Artikel 2 - Toepassingsgebied<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />

toepassing:<br />

1 op de werkgevers van de ondernemingen<br />

die ressorteren onder de bevoegdheid<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid, die niet<br />

gebonden zijn door een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst gesloten voor<br />

een onderneming, voor een groep van<br />

ondernemingen, voor een gewest of een<br />

subsector, tot instelling van een regeling<br />

van aanvullende vergoeding ten gunste van<br />

sommige bejaarde werknemers in geval van<br />

ontslag;<br />

2 op de werknemers gebonden met hun<br />

werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />

van bediende<br />

Artikel 3 - modaliteiten<br />

De in artikel 1 van onderhavige collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />

aanvullende vergoeding wordt uitgebreid tot de<br />

bedienden die beoogd zijn in artikel 2 van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst en die :<br />

1 de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt<br />

of zullen bereiken uiterlijk op 31 maart 2011;<br />

2 voldoen aan de ter zake geldende<br />

voorwaarden voorzien in het koninklijk<br />

besluit van 7 december 1992 betreffende de<br />

toekenning van werkloosheidsuitkeringen<br />

in geval van conventioneel brugpensioen<br />

(Belgisch Staatsblad van 11 december 1992)<br />

en het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot<br />

regeling van het conventioneel brugpensioen<br />

in het kader van het generatiepact (Belgisch<br />

Staatsblad van 8 juni 2007);<br />

3 ontslagen worden, behoudens wegens<br />

dringende reden zoals bedoeld<br />

in de wetgeving betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten.<br />

De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />

door hun werkgever uitgenodigd worden tot een<br />

onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />

17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; er zal,<br />

desgevallend, tot de ontslagprocedure worden<br />

overgegaan.<br />

Om te genieten van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />

bedienden hun akkoord moeten betuigen met<br />

de opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82,<br />

§ 2, 1ste en 2de lid van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch<br />

Staatsblad van 22 augustus 1978), zijnde met<br />

een opzeggingstermijn van drie maanden per<br />

voltooide of begonnen schijf van vijf jaar dienst<br />

bij de door het in het vorige lid van dit artikel<br />

beoogde werkgever.<br />

Artikel 4<br />

Voor de betrokken bedienden en zonder afbreuk<br />

te doen aan artikel 3 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, gelden dezelfde<br />

voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />

25


26<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.<br />

De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />

werkgever zal berekend worden zoals bepaald<br />

in de artikelen 5, 6 en 7 van de voornoemde<br />

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van<br />

de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze<br />

aanvullende vergoeding gelijk zijn aan de<br />

helft van het verschil tussen het netto begrens<br />

referteloon van de betrokken bediende en de<br />

werkloosheidsuitkering die hem zal toegekend<br />

worden.<br />

Artikel 5<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt, overeenkomstig de<br />

bepalingen van de voornoemde collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de<br />

Nationale Arbeidsraad toegekend.<br />

Artikel 6<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />

Dit bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad :<br />

• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />

van de consumptieprijzen volgens de<br />

modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />

werkloosheidsuitkeringen;<br />

• herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt<br />

door de Nationale Arbeidsraad,<br />

jaarlijks vastgesteld in functie van de evolutie<br />

van de regelingslonen.<br />

Artikel 7<br />

De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />

verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />

onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />

hernemen.<br />

In geval van werkhervatting bij een andere<br />

werkgever of als zelfstandige zal de hoger<br />

genoemde aanvullende vergoeding,<br />

overeenkomstig de bepalingen van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />

doorbetaald worden.<br />

Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />

de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />

de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />

Artikel 8 - duur<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />

in werking op 1 april 2011 en eindigt op<br />

31 maart 2013.


8<br />

Conventioneel brugpensioen vanaf<br />

56 jaar met minstens 40 jaar loopbaan<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />

doel, de regeling van aanvullende vergoeding<br />

ten gunste van sommige bejaarde werknemers<br />

indien zij worden ontslagen, overeenkomstig<br />

de bepalingen voorzien in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december<br />

2007, ter uitvoering van het Interprofessioneel<br />

Akkoord van 2 februari 2007, collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 96 van 20 februari<br />

2009, ter uitvoering van het Interprofessioneel<br />

Akkoord van 22 december 2008 en collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december<br />

1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, voor<br />

een bepaalde duur in te stellen van 1 januari<br />

2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>, volgens de<br />

hierna volgende modaliteiten.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

Artikel 3<br />

De in artikel 1 van onderhavige collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />

aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />

bedienden die:<br />

1 de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt<br />

of zullen bereiken op het ogenblik van de<br />

beëindiging van hun arbeidsovereenkomst<br />

en uiterlijk op 31 december <strong>2012</strong>;<br />

2 die op het ogenblik van de beëindiging<br />

van de arbeidsovereenkomst een<br />

beroepsverleden van ten minste 40 jaar als<br />

loontrekkende kunnen laten gelden;<br />

3 voldoen aan de ter zake geldende<br />

voorwaarden voorzien in de wetgeving<br />

terzake en meer bepaald in het KB van 7<br />

december 1992 betreffende de toekenning<br />

van werkloosheidsuitkeringen in geval<br />

van conventioneel brugpensioen (BS van<br />

11.12.1992), het KB van 3 mei 2007 tot<br />

regeling van het conventioneel brugpensioen<br />

in het kader van het generatiepact (BS van<br />

08.06.2007), in de artikelen 45 tot en met 47<br />

van de Wet houdende aanpassing van<br />

de wet van 1 februari 2011 houdende<br />

verlenging van de crisismaatregelen en<br />

uitvoering van het interprofessioneel<br />

akkoord, en tot uitvoering van het<br />

compromis van de regering met betrekking<br />

tot het ontwerp<br />

van interprofessioneel akkoord;<br />

4 ontslagen worden, behoudens<br />

wegens dringende reden, en dit volgens<br />

de modaliteiten zoals vastgesteld in<br />

de Wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten.<br />

Om te genieten van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />

bedienden die vallen onder artikel 82 § 3<br />

of artikel 82 § 5 van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />

echter hun akkoord moeten betuigen met de<br />

opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82 § 2,<br />

eerste en tweede lid van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde<br />

met een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar<br />

dienst bij de in de laatste alinea van dit artikel<br />

beoogde werkgever.<br />

De bedienden die vallen onder artikel 86/2,<br />

§ 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten moeten, om<br />

te kunnen genieten van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, hun akkoord betuigen<br />

met de opzegtermijn vastgesteld in artikel<br />

86/2, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten, tenzij ze, conform<br />

artikel 86/2, § 3, 2e alinea een kortere<br />

opzegtermijn hebben afgesproken.<br />

De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />

27


28<br />

door de werkgever uitgenodigd worden tot een<br />

onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.<br />

17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal,<br />

desgevallend, tot de ontslagprocedure worden<br />

overgegaan.<br />

Artikel 4<br />

Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />

voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17, en in de artikelen 45 tot en met 47 van<br />

de Wet houdende aanpassing van de wet van<br />

1 februari 2011 houdende verlenging van<br />

de crisismaatregelen en uitvoering van het<br />

interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van<br />

het compromis van de regering met betrekking<br />

tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.<br />

De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />

werkgever zal berekend worden zoals bepaald in<br />

de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale<br />

Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende<br />

vergoeding gelijk zijn aan 50 %. van het verschil<br />

tussen de werkloosheidsuitkering en het netto<br />

referteloon van de bedienden.<br />

Artikel 5<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt overeenkomstig de<br />

bepalingen van de voornoemde collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de<br />

Nationale Arbeidsraad toegekend.<br />

Artikel 6<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />

Het bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad:<br />

• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />

van de consumptieprijzen volgens de<br />

modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />

werkloosheidsuitkeringen;<br />

• herzien overeenkomstig de<br />

herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale<br />

Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie<br />

van de evolutie van de regelingslonen.<br />

Artikel 7<br />

De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />

verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />

onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />

hernemen.<br />

In geval van werkhervatting bij een andere<br />

werkgever of als zelfstandige zal de<br />

bovengenoemde aanvullende vergoeding,<br />

overeenkomstig de bepalingen van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />

doorbetaald worden.<br />

Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />

de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />

de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />

Artikel 8<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />

in werking op 1 januari 2011 en eindigt op<br />

31 december <strong>2012</strong>.


9<br />

Conventioneel brugpensioen<br />

vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong><br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten overeenkomstig het koninklijk<br />

besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het<br />

conventioneel brugpensioen in het kader van het<br />

generatiepact (BS 08.06.2007), in uitvoering van<br />

art. 10 § 2 van het sectoraal akkoord 2011-<strong>2012</strong><br />

gesloten op mei 2011 in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is alleen<br />

maar van toepassing op de ondernemingen<br />

die hiermede op hun niveau instemmen,<br />

hetzij onder de vorm van een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst hetzij onder de vorm<br />

van een toetredingsakte tot deze sectorale<br />

collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />

doel de inrichting, voor een duur beperkt tot<br />

de periode die zich strekt van 1 januari 2011 tot<br />

en met 31 december <strong>2012</strong> en overeenkomstig<br />

de modaliteiten voorzien in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december<br />

1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, een<br />

regeling van aanvullende vergoeding ten gunste<br />

van sommige bejaarde werknemers indien zij<br />

worden ontslagen.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />

Artikel 3<br />

A. Indien de toetreding gebeurt via een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst dient<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

te vermelden dat hij gesloten is in<br />

uitvoering van deze sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst; hij wordt voor<br />

neerlegging verzonden naar de Griffie<br />

van de Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid<br />

en Sociaal Overleg. Een afschrift van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter<br />

kennisgeving verzonden naar de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid die er de<br />

ondertekenaars van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van in kennis brengt;<br />

B. Indien de toetreding via toetredingsakte<br />

gebeurt, is de procedure als volgt:<br />

De toetreding gebeurt door de betekening<br />

van een toetredingsakte, waarvan een<br />

model in bijlage aan deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.<br />

Deze toetredingsakte dient door de<br />

werkgever aan elke bediende schriftelijk te<br />

worden meegedeeld. Gedurende acht dagen<br />

vanaf die schriftelijke mededeling stelt de<br />

werkgever een register ter beschikking van<br />

de bedienden waarin zij hun opmerkingen<br />

mogen schrijven.<br />

Deze toetredingsakte dient te vermelden<br />

dat zij opgemaakt is in uitvoering van deze<br />

sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Zij wordt - na de hierboven vermelde termijn<br />

van acht dagen en samen met het register<br />

- voor neerlegging verzonden naar de<br />

Griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />

Sociaal Overleg.<br />

Een afschrift van deze toetredingsakte<br />

evenals van het voornoemd register,<br />

wordt ter kennisgeving verzonden naar de<br />

voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

die er de ondertekenaars van deze sectorale<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van in<br />

kennis brengt.<br />

29


30<br />

Artikel 4<br />

De in artikel 1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />

aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />

bedienden die:<br />

1 de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt<br />

of zullen bereiken op het ogenblik van de<br />

beëindiging van hun arbeidsovereenkomst<br />

en uiterlijk op 31 december <strong>2012</strong>.<br />

2 voldoen aan de terzake geldende wettelijke<br />

voorwaarden: bijgevolg zullen de betrokken<br />

bedienden een beroepsverleden als<br />

loontrekkende van 33 jaar moeten kunnen<br />

rechtvaardigen evenals minimaal 20 jaar<br />

gewerkt te hebben in een arbeidsregime<br />

zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op<br />

23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad.<br />

Bovendien zullen de betrokken bedienden<br />

ten minste 5 jaar anciënniteit in de<br />

onderneming moeten bewijzen;<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst of<br />

de toetredingsakte kan deze anciënniteitvoorwaarde<br />

in de onderneming brengen<br />

op maximaal 20 jaar.<br />

3 ontslagen worden, behoudens wegens<br />

dringende reden, en dit volgens de<br />

modaliteiten zoals vastgesteld in de<br />

Wet van 3 juli 1978 betreffende de<br />

arbeidsovereenkomsten.<br />

Om te genieten van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst zullen de betrokken<br />

bedienden die vallen onder artikel 82 § 3<br />

of artikel 82 § 5 van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeidsovereenkomsten<br />

echter hun akkoord moeten betuigen met de<br />

opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82 § 2,<br />

eerste en tweede lid van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde<br />

met een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar<br />

dienst bij de in de laatste alinea van dit artikel<br />

beoogde werkgever.<br />

De bedienden die vallen onder artikel 86/2,<br />

§ 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten moeten, om<br />

te kunnen genieten van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, hun akkoord betuigen<br />

met de opzegtermijn vastgesteld in artikel<br />

86/2, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten, tenzij ze, conform<br />

artikel 86/2, § 3, 2e alinea een kortere<br />

opzegtermijn hebben afgesproken.<br />

De betrokken bedienden zullen desgevallend<br />

door de werkgever uitgenodigd worden tot een<br />

onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />

Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure<br />

worden overgegaan.<br />

Artikel 5<br />

Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />

voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.<br />

De aanvullende vergoeding ten laste van de<br />

werkgever zal berekend worden zoals bepaald<br />

in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde<br />

collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van<br />

de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze<br />

aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 % van<br />

het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en<br />

het netto begrensd referteloon van de bediende.<br />

Artikel 6<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt overeenkomstig de<br />

bepalingen van de voornoemde collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale<br />

Arbeidsraad toegekend.<br />

Artikel 7<br />

De in artikel 4 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende<br />

vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.<br />

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad:<br />

• gebonden aan de evolutie van het indexcijfer<br />

van de consumptieprijzen volgens de<br />

modaliteiten die van toepassing zijn inzake<br />

werkloosheidsuitkeringen;<br />

• herzien overeenkomstig de<br />

herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale<br />

Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie<br />

van de evolutie van de regelingslonen.<br />

Artikel 8<br />

De betrokken bruggepensioneerde bedienden<br />

verbinden zich ertoe hun laatste werkgever<br />

onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit<br />

hernemen.<br />

In geval van werkhervatting bij een andere<br />

werkgever of als zelfstandige zal de<br />

hogergenoemde aanvullende vergoeding,<br />

overeenkomstig de bepalingen van de


voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />

doorbetaald worden.<br />

Indien zij het werk niet hernemen zullen zij om<br />

de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van<br />

de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.<br />

Artikel 9<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt<br />

in werking op 1 januari 2011 en eindigt op 31<br />

december <strong>2012</strong>.<br />

Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen<br />

vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong> - model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 3 B van deze<br />

sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />

Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong> voor de bedienden met 33 jaar<br />

beroepsverleden als loontrekkende en minimaal 20 jaar prestaties in een arbeidsregime zoals bedoeld<br />

in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad evenals minstens<br />

5 jaar anciënniteit in de onderneming. (1)<br />

(1) Deze anciënniteit van 5 jaar in de onderneming mag door de werkgever, mits een uitdrukkelijke vermelding door de<br />

werkgever in punt II van deze toetredingsakte, tot maximum 20 jaar worden gebracht. Indien de werkgever de toegang<br />

tot dit conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van supplementaire voorwaarden dient hij ze eveneens<br />

uitdrukkelijk te vermelden in punt II van deze toetredingsakte.<br />

1 identiteit van de onderneming<br />

1.1 Naam en voornaam of firmanaam ...................................................................<br />

1.2 Woonplaats of sociale zetel<br />

straat ................................................................................nr ............<br />

postnummer .....................gemeente .......................................................<br />

1.3 Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel)<br />

Straat ................................................................................nr ............<br />

postnummer ......................gemeente .......................................................<br />

1.4 Telefoon .................................Fax .......................................................<br />

1.5 Identiteit van de ondertekenaar .....................................................................<br />

functie ..............................................................................................<br />

1.6 Nr. Paritair Comité ...................................................................................<br />

1.7 Inschrijvingsnummer bij de RSZ .....................................................................<br />

31


32<br />

2 Toetredingsverklaring<br />

Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van art. 3 B van de sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2011 en <strong>2012</strong><br />

gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

waarvan een kopij bijgevoegd is bij deze toetredingsakte.<br />

De ondergetekende werkgever verklaart toe te treden bij voornoemde sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst gesloten op 1 juli 2011 in de schoot van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid en die de periode van 1 januari 2011 tot 31 december <strong>2012</strong> dekt.<br />

3 Verbintenissen<br />

De ondergetekende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte ter raadpleging aan de bedienden<br />

werd voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

4 Procedure<br />

Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt III hierboven vermelde raadpleging, samen<br />

met het register vermeld in art. 3 B van de hoger vermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst,<br />

voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />

van de Federale Overheidsdienst, Werkgelegenheid en Sociaal Overleg.<br />

Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register,<br />

ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van in kennis brengt.<br />

Opgemaakt te ......................................op .................................................<br />

(ondertekening, identiteit en functie van de ondertekenaar)


Collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

1 juli 2011<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten overeenkomstig de Economische<br />

Herstelwet van 27 maart 2009 (BS 07.04.2009),<br />

in uitvoering van art. 10 §4 van het sectoraal<br />

akkoord 2011-<strong>2012</strong> gesloten op 10 mei 2011 in<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is alleen<br />

maar van toepassing op de ondernemingen<br />

die hiermede op hun niveau instemmen,<br />

hetzij onder de vorm van een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst hetzij onder de vorm van<br />

een toetredingsakte tot deze sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot<br />

doel de inrichting, voor een duur beperkt tot<br />

de periode die zich strekt van 1 januari 2011 tot<br />

en met 31 december <strong>2012</strong> en overeenkomstig<br />

de modaliteiten voorzien in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993<br />

(KB 30 juli 1994; BS 10.08.1994; gewijzigd door<br />

het KB van 3 april 1997, BS 13.05.1997) gesloten<br />

in de Nationale Arbeidsraad, een regeling<br />

van aanvullende vergoeding ten gunste van<br />

sommige oudere werknemers, in geval van<br />

halvering van hun voltijdse arbeidsprestaties.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

10<br />

Halftijds conventioneel<br />

brugpensioen vanaf 55 jaar<br />

Artikel 3<br />

De toetredingsprocedure tot onderhavige<br />

collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt<br />

vastgesteld :<br />

A Indien de toetreding gebeurt via een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst dient<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

te vermelden dat hij gesloten is in<br />

uitvoering van deze sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst; hij wordt voor<br />

neerlegging verzonden naar de Griffie<br />

van de Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid<br />

en Sociaal Overleg. Een afschrift van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter<br />

kennisgeving verzonden naar de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid die er de<br />

ondertekenaars van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van in kennis brengt;<br />

B Indien de toetreding via toetredingsakte<br />

gebeurt is de procedure als volgt :<br />

De toetreding gebeurt door de betekening<br />

van een toetredingsakte, waarvan een<br />

model in bijlage aan deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.<br />

Deze toetredingsakte dient door de<br />

werkgever aan elke bediende schriftelijk te<br />

worden meegedeeld. Gedurende acht dagen<br />

vanaf die schriftelijke mededeling stelt de<br />

werkgever een register ter beschikking van<br />

de bedienden waarin zij hun opmerkingen<br />

mogen schrijven.<br />

Deze toetredingsakte dient te vermelden<br />

dat zij opgemaakt is in uitvoering van deze<br />

sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Zij wordt - na de hierboven vermelde termijn<br />

van acht dagen en samen met het register<br />

- voor neerlegging verzonden naar de<br />

Griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />

Sociaal Overleg.<br />

Een afschrift van deze toetredingsakte<br />

evenals van het voornoemd register,<br />

33


34<br />

wordt ter kennisgeving verzonden naar de<br />

voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

die er de ondertekenaars van deze sectorale<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van in<br />

kennis brengt.<br />

Artikel 4<br />

De in artikel 1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van<br />

aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de<br />

bedienden die :<br />

1 de leeftijd van 55 jaar en meer hebben<br />

bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31<br />

december <strong>2012</strong>;<br />

2 voldoen aan de terzake geldende wettelijke<br />

voorwaarden;<br />

3 met hun werkgever een akkoord bereiken om<br />

hun arbeidsprestaties te halveren.<br />

Artikel 5<br />

Voor de betrokken bedienden gelden dezelfde<br />

voorwaarden en procedures als deze bepaald in<br />

de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.<br />

Artikel 6<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in<br />

werking op 1 januari 2011 en eindigt op<br />

31 december <strong>2012</strong>.


Bijlage - model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 3, B van deze sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst<br />

halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar<br />

1 identiteit van de onderneming<br />

1.1 Naam en voornaam of firmanaam ...................................................................<br />

1.2 Woonplaats of sociale zetel<br />

straat ................................................................................nr ............<br />

postnummer .....................gemeente .......................................................<br />

1.3 Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel)<br />

straat ................................................................................nr ............<br />

postnummer ......................gemeente .......................................................<br />

1.4 Telefoon .................................Fax .......................................................<br />

1.5 Identiteit van de ondertekenaar .....................................................................<br />

functie ..............................................................................................<br />

1.6 Nummer Paritair Comité .............................................................................<br />

1.7 Inschrijvingsnummer bij de RSZ .....................................................................<br />

2 Toetredingsverklaring<br />

Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van artikel 3,B van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst met betrekking tot het halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar in 2011<br />

en <strong>2012</strong> gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

en waarvan een kopij bijgevoegd is bij deze toetredingsakte.<br />

De ondergetekende werkgever verklaart toe te treden, voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31<br />

december <strong>2012</strong>, tot de in het eerste lid vermelde collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot het<br />

halftijds conventioneel brugpensioen vanaf 55 jaar gesloten op 1 juli 2011 in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid (1).<br />

1) Indien de werkgever de toegang tot het halftijds conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van<br />

supplementaire voorwaarden (vb. anciënniteit in de onderneming), dient hij dit uitdrukkelijk te vermelden in punt II van<br />

deze toetredingsakte.<br />

3 Verbintenis<br />

De ondergetekende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte ter raadpleging aan de bedienden<br />

werd voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

35


36<br />

4 Procedure<br />

Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt III hierboven vermelde raadpleging, samen<br />

met het register vermeld in art. 3 B van de hoger vermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst,<br />

voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen<br />

van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.<br />

Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register,<br />

ter kennisgeving verzonden naar de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van in kennis brengt.<br />

Opgemaakt te ......................................op .................................................<br />

(ondertekening, identiteit en functie van de ondertekenaar)


11<br />

Minimumbarema en de maandwedden<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

Artikel 2<br />

Vanaf 1 januari <strong>2012</strong> worden de minimum<br />

ervaringsmaandlonen, vastgelegd door de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari<br />

2010 (KB 12 januari 2011; BS 10.02.2011),<br />

gesloten in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

betreffende het verloningssysteem voor de<br />

bepaling van de minimum maandlonen en<br />

de maandwedden, dat van kracht is op 31<br />

december 2011, verhoogd met 0,3 % (zie<br />

minimumbarema in bijlage aan deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst).<br />

Artikel 3<br />

Bij een eventuele verhoging van het gemiddeld<br />

minimum maandinkomen, in toepassing van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43 tot<br />

43 octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad,<br />

worden slechts de bedragen die onder dit<br />

nieuwe minimum vallen verhoogd tot dat<br />

minimum.<br />

Artikel 4<br />

De in artikelen 2 en 3 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst vermelde minima<br />

zijn gekoppeld aan het indexcijfer van<br />

de consumptieprijzen overeenkomstig<br />

de bepalingen van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006,<br />

gesloten in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

tot koppeling van de bezoldigingen aan het<br />

indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />

Zij stemmen overeen met het spilindexcijfer<br />

114,08 (basis 2004 = 100).<br />

Weddeverhogingen<br />

Artikel 5<br />

De maandwedde van de bedienden op<br />

31 december 2011, effectief uitbetaald in<br />

ondernemingen die aangaande de eventuele<br />

verhoging van de koopkracht voor de periode<br />

2011-<strong>2012</strong> niet gebonden zijn door een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst over loon en<br />

arbeidsvoorwaarden gesloten overeenkomstig<br />

de bepalingen van de Wet van 5 december<br />

1968 betreffende de Paritaire Comités en de<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten, zal verhoogd<br />

worden met 0,3% op 1 januari <strong>2012</strong>.<br />

Deze verhoging met 0,3 % gebeurt evenwel na<br />

verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />

verhogingen van de maandwede en/of andere<br />

voordelen die, met uitzondering van deze ten<br />

gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS<br />

13.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />

aan het indexcijfer der consumptieprijzen,<br />

zouden toegekend worden aan de baremieke<br />

bedienden tijdens de duur van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun<br />

brutowaarde aan te rekenen op de verhoging<br />

bepaald door huidige overeenkomst.<br />

Artikel 6<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />

werking op 1 juli 2011 en wordt gesloten voor<br />

onbepaalde duur.<br />

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

kunnen door elk der partijen<br />

worden opgezegd mits een opzeggingstermijn<br />

van drie maanden, betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid. De termijn van<br />

drie maanden begint te lopen vanaf de datum<br />

waarop de aangetekende brief aan de voorzitter<br />

wordt toegezonden. De poststempel geldt als<br />

bewijs. De voorzitter stelt de partijen op de<br />

hoogte van deze opzegging.<br />

37


38<br />

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />

Minimum ervaringsmaandlonen vanaf 1 maart 2011<br />

geldig tussen de spilindexcijfers 114,08 en 116,36 (basis 2004=100)<br />

Ervaringsjaren cat1 cat2 cat3 cat4a cat4b<br />

0 € 1.596,16 € 1.630,77<br />

1 € 1.606,94 € 1.643,55 € 1.668,23<br />

2 € 1.617,61 € 1.656,40 € 1.688,02<br />

3 € 1.628,33 € 1.669,11 € 1.707,71 € 1.812,14<br />

4 € 1.639,13 € 1.682,03 € 1.727,65 € 1.834,86 € 1.956,07<br />

5 € 1.649,88 € 1.694,82 € 1.747,44 € 1.857,64 € 1.981,94<br />

6 € 1.660,55 € 1.707,61 € 1.767,38 € 1.880,46 € 2.007,72<br />

7 € 1.671,26 € 1.720,45 € 1.787,09 € 1.903,19 € 2.033,56<br />

8 € 1.682,03 € 1.733,42 € 1.806,98 € 1.925,98 € 2.059,28<br />

9 € 1.692,74 € 1.746,11 € 1.826,84 € 1.948,72 € 2.085,25<br />

10 € 1.703,38 € 1.758,95 € 1.846,67 € 1.971,48 € 2.111,11<br />

11 € 1.714,15 € 1.771,69 € 1.866,42 € 1.994,32 € 2.136,78<br />

12 € 1.724,93 € 1.784,59 € 1.886,33 € 2.017,11 € 2.162,61<br />

13 € 1.735,70 € 1.797,45 € 1.906,08 € 2.039,88 € 2.188,41<br />

14 € 1.746,38 € 1.810,26 € 1.925,86 € 2.062,72 € 2.214,26<br />

15 € 1.757,11 € 1.823,09 € 1.945,77 € 2.085,56 € 2.239,96<br />

16 € 1.767,76 € 1.835,98 € 1.965,62 € 2.108,20 € 2.265,88<br />

17 € 1.778,57 € 1.848,71 € 1.985,48 € 2.130,94 € 2.291,63<br />

18 € 1.789,31 € 1.861,49 € 2.005,29 € 2.153,83 € 2.317,50<br />

19 € 1.799,92 € 1.874,32 € 2.025,07 € 2.176,52 € 2.343,29<br />

20 € 1.810,73 € 1.887,19 € 2.044,86 € 2.199,34 € 2.369,08<br />

21 € 1.900,02 € 2.064,82 € 2.222,22 € 2.394,94<br />

22 € 2.084,55 € 2.245,01 € 2.420,78<br />

23 € 2.104,39 € 2.267,74 € 2.446,61<br />

24 € 2.124,32 € 2.290,54 € 2.472,42<br />

25 € 2.144,15 € 2.313,19 € 2.498,24<br />

26 € 2.163,96 € 2.336,08 € 2.524,07<br />

27 € 2.358,86 € 2.549,71<br />

28 € 2.381,58 € 2.575,67<br />

29 € 2.601,38


12<br />

Verloningssysteem voor de bepaling van<br />

de minimum maandlonen en de maandwedden<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2010<br />

hoofdstuk i Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

hoofdstuk ii Verloningssysteem op basis van<br />

relevante ervaring<br />

Een systeem van minimum<br />

ervaringsmaandlonen<br />

Artikel 2<br />

§ 1.Het verloningssysteem voorziet voor elk van<br />

de functiecategorieën (van 1 tot en met 4B),<br />

als bepaald in de classificatie der functies<br />

vastgesteld door dit paritair comité een<br />

minimum maandloon in functie van de relevante<br />

ervaring van de bediende.<br />

§ 2. Het verloningssysteem opgenomen in de<br />

tabel in bijlage van de onderhavige collectieve<br />

arbeidsovereenkomst met vermelding van de<br />

minimum ervaringsmaandlonen stemt overeen<br />

met het spilindexcijfer 109,66 (basis 2004 = 100).<br />

§ 3. Het staat de ondernemingen vrij andere<br />

verloningssystemen verder te zetten, te wijzigen<br />

of te introduceren mits naleving van de in deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde<br />

minimum maandlonen.<br />

relevante ervaring<br />

Artikel 3<br />

§ 1. Onder relevante ervaring wordt verstaan<br />

iedere periode van professionele activiteit,<br />

uitgedrukt in volledige jaren (= periodes van<br />

12 maanden), als werknemer, zelfstandige,<br />

ambtenaar of tewerkgesteld met een<br />

leerovereenkomst en dit zowel binnen als<br />

buiten de sector van de scheikundige nijverheid<br />

en rekening houdend met de gelijkstellingen<br />

vermeld in § 2, 3, 4 van dit artikel.<br />

§ 2. Alle periodes van schorsing van de<br />

arbeidsovereenkomst worden gelijkgesteld met<br />

relevante ervaring met uitzondering van:<br />

a) Periodes van schorsing van de<br />

arbeidsovereenkomst zonder loonbehoud<br />

voor een periode van méér dan 1 maand<br />

(cumulatief op jaarbasis)<br />

b) Periodes van arbeidsongeschiktheid door<br />

ziekte (andere dan beroepsziekte) of privé<br />

ongeval van langer dan 1 jaar<br />

c) Periodes van voltijds tijdskrediet (andere dan<br />

thematische verloven) vanaf het tweede jaar<br />

§ 3. De periodes van uitkeringsgerechtigde<br />

werkloosheid worden gelijkgesteld met relevante<br />

ervaring met een geglobaliseerd maximum van<br />

1 jaar.<br />

Dit maximum geldt niet indien de betrokken<br />

bediende op het einde van deze periode van<br />

1 jaar een beroepsopleiding volgt via één van de<br />

gewestelijke arbeidsbemiddelingdiensten of via<br />

een door de sector erkend opleidingscentrum.<br />

In dat geval wordt de volledige periode van<br />

beroepsopleiding als uitkeringsgerechtigde<br />

werkloze gelijkgesteld met relevante ervaring.<br />

§ 4. De periode van studie aansluitend op de<br />

periode van leerplicht wordt gelijkgesteld met<br />

relevante ervaring met een maximum van 3 jaar.<br />

Voor diegene die een master diploma hebben<br />

behaald wordt dit maximum op 5 jaar gebracht.<br />

§ 5. Voor de bepaling van de relevante<br />

ervaring kunnen de verschillende periodes van<br />

professionele activiteit en/of gelijkstelling geen<br />

aanleiding geven tot cumul (of dubbeltelling)<br />

voor dezelfde tijdsperiode.<br />

§ 6. Voor de bepaling van de relevante ervaring<br />

wordt er geen onderscheid gemaakt tussen<br />

voltijdse of deeltijdse prestaties<br />

39


40<br />

§ 7. Voor de bepaling van de relevante ervaring<br />

wordt geen onderscheid gemaakt tussen<br />

relevante ervaring in België en in het buitenland<br />

Bepaling minimum ervaringsmaandloon op<br />

moment van indiensttreding<br />

Artikel 4<br />

§ 1. Op moment van indiensttreding wordt het<br />

minimum ervaringsmaandloon van de bediende<br />

vastgesteld op basis van relevante ervaring,<br />

als bepaald in bovenstaand artikel 3, en de<br />

functiecategorie waartoe de functie van de<br />

betrokken bediende behoort.<br />

§ 2. Voor de bepaling van het minimum<br />

ervaringsmaandloon op moment van<br />

indiensttreding wordt uitgegaan van volledige<br />

relevante ervaringsjaren (= periode van 12<br />

maanden). Het eventueel saldo aan relevante<br />

ervaringsmaanden resulteert in een extra<br />

ervaringsjaar indien dit saldo minstens 6<br />

maanden bedraagt.<br />

Evolutie van de minimum<br />

ervaringsmaandlonen<br />

Artikel 5<br />

§ 1. Vanaf de toekenning van het minimum<br />

ervaringsmaandloon op moment van<br />

indiensttreding maakt dit minimum maandloon<br />

telkens een ervaringsstap (=verhoging)<br />

wanneer de relevante ervaring, zoals bepaald<br />

in bovenstaand artikel 3, met 12 maanden is<br />

toegenomen volgens de tabel opgenomen in<br />

bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

en rekening houdend met § 4 van dit artikel.<br />

§ 2. De bedienden die in de 12 maanden tussen<br />

2 ervaringsstappen langer dan 1 maand hun<br />

arbeidsovereenkomst hebben geschorst zonder<br />

loonbehoud zullen, rekening houdend met § 4<br />

van dit artikel, recht hebben op een ervaringsstap<br />

gelijk aan de in het verloningssysteem voorziene<br />

ervaringsstap vermenigvuldigd met een breuk<br />

waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller<br />

gelijk aan het verschil tussen 12 en het aantal<br />

maanden schorsing zonder loonbehoud rekening<br />

houdend met de gelijkstelling van 1 maand, zoals<br />

omschreven in artikel 3§1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst).<br />

§ 3. In geval van overgang naar een hogere<br />

functiecategorie wordt het nieuwe minimum<br />

ervaringsmaandloon gekoppeld aan de nieuwe<br />

functie, met behoud van de relevante ervaring<br />

onmiddellijk toegekend (= horizontale stap).<br />

De volgende ervaringsstap zal gebeuren na<br />

12 maanden bijkomende relevante ervaring als<br />

bepaald in §1, rekening houdend met § 4 van<br />

dit artikel.<br />

§ 4. De in § 1, 2 en § 3 2e alinea en art.7 § 2<br />

vermelde ervaringsstappen worden effectief<br />

toegekend op 2 vaste momenten:<br />

a) Op 1 april van elk jaar voor de bedienden<br />

die in dienst gekomen zijn tussen 1 januari<br />

en 30 juni<br />

b) Op 1 oktober van elk jaar voor de bedienden<br />

die in dienst gekomen zijn tussen 1 juli en<br />

31 december<br />

overgangsbepalingen<br />

Artikel 6<br />

§ 1. Voor de werknemers die in dienst waren<br />

op 31 december 2009 wordt het aantal jaren<br />

relevante ervaring, uitgedrukt in volledige<br />

jaren, bepaald door het individuele minimum<br />

baremaloon en de individuele functiecategorie<br />

die van toepassing zijn op de betrokken<br />

bediende op 31 december 2009.<br />

§ 2. De daaropvolgende ervaringsstap<br />

(=verhoging) van het minimum<br />

ervaringsmaandloon gebeurt naargelang<br />

de relevante ervaring met 12 maanden is<br />

toegenomen, volgens de tabel opgenomen in<br />

bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

en rekening houdend met art.5 § 4.<br />

§ 3. De invoering van het nieuwe<br />

verloningssysteem op basis van relevante<br />

ervaring kan geen aanleiding geven tot<br />

een vermindering van het effectieve bruto<br />

maandloon van de bedienden die in dienst<br />

waren op 31 december 2009.<br />

hoofdstuk iii Studentenloon<br />

Artikel 7<br />

Voor de bedienden tewerkgesteld met een<br />

arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid<br />

bedraagt het minimum ervaringsmaandloon<br />

90% van het laagste minimum maandloon van<br />

de functiecategorie die overeenstemt met de<br />

functie die ze uitoefenen.


gelijkstellingen<br />

hoofdstuk iV Verhoging van het minimum<br />

ervaringsloon en maandwedde<br />

Verhoging van de minimum<br />

ervaringsmaandlonen<br />

Artikel 8<br />

Gezien de omvorming van het leeftijdsgebonden<br />

minimumbarema tot een verloningssysteem<br />

op basis van relevante ervaring en dit ingaande<br />

op 1 januari 2010 wordt het op 31 december<br />

2009 geldende minimumbarema in uitvoering<br />

van artikel 5 van het Nationaal Akkoord 2009-<br />

2010 voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid gesloten op 1 april 2009, verhoogd<br />

met 17,33 EUR/bruto vanaf 1 januari 2010. Deze<br />

bedragen worden overgenomen in de nieuwe<br />

tabel met de minimum ervaringsmaandlonen,<br />

opgenomen in bijlage van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Deze verhoging is eveneens van toepassing op<br />

de bedienden die op het moment van toepassing<br />

van deze verhoging minder dan 17,33 EUR/bruto<br />

boven het dan geldende leeftijdsgebonden<br />

minimumbarema worden betaald.<br />

Koppeling aan de index<br />

Artikel 9<br />

De in deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

vermelde minimum ervaringsmaandlonen<br />

zijn gekoppeld aan het indexcijfer van<br />

de consumptieprijzen overeenkomstig<br />

de bepalingen van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006,<br />

gesloten in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

tot koppeling van de bezoldigingen aan het<br />

indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />

Weddeverhogingen<br />

Artikel 10<br />

De ondernemingen die, aangaande de eventuele<br />

verhoging van de koopkracht voor de periode<br />

2009-2010, niet gebonden zijn door een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en<br />

arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig<br />

de bepalingen van de wet van 5 december<br />

1968 betreffende de paritaire comités en de<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op<br />

1 januari 2010, eenmalig, een totaalbedrag aan<br />

ecocheques, zoals bepaald in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale<br />

Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen<br />

per gebaremiseerde bediende, dat wil zeggen<br />

waarvan de functies zijn opgenomen in de<br />

classificatie der functies vastgesteld door<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, in dienst bij de<br />

werkgever op 1 januari 2010 ter waarde van<br />

250 EUR.<br />

Aan de deeltijdse bedienden worden ecocheques<br />

toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en<br />

onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse<br />

bedienden.<br />

De toekenning en/of de bepaling van het bedrag<br />

van deze ecocheques gebeurt evenwel na<br />

verrekening en/of in voorafname van eventuele<br />

verhogingen van het loon en/of andere geldelijke<br />

of in geld waardeerbare voordelen die, met<br />

uitzondering van deze ten gevolge van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS 13<br />

november 2006), gesloten in het Paritair Comité<br />

voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid, betreffende de koppeling van<br />

de bezoldigingen aan het indexcijfer der<br />

consumptieprijzen, zouden toegekend worden<br />

aan de bedienden tijdens de duur van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun<br />

brutowaarde aan te rekenen op de verhoging<br />

bepaald door huidige overeenkomst.<br />

Dit artikel is niet van toepassing op de bedienden<br />

die genieten van de loonsverhogingen<br />

voorzien in artikel 9 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

hoofdstuk V Slotbepalingen<br />

Artikel 11<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

deze van 27 juli 2007 (KB 10 maart 2008; BS 29<br />

april 2008)12 mei 2009 gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, betreffende het minimumbarema en<br />

de maandwedden.<br />

Artikel 12<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />

in werking op 1 januari 2010 en wordt gesloten<br />

voor onbepaalde duur.<br />

41


42<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />

der partijen worden opgezegd mits een<br />

opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />

bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />

de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

De termijn van drie maanden begint te lopen<br />

vanaf de datum waarop de aangetekende<br />

brief aan de voorzitter wordt toegezonden.<br />

De poststempel geldt als bewijs. De voorzitter stelt<br />

de partijen op de hoogte van deze opzegging.


Bijlage Salarisevolutiesysteem<br />

Minimum ervaringsmaandlonen vanaf 1 januari 2010<br />

geldig tussen de spilindexcijfers 109,66 en 111,85 basis 2004 = 100)<br />

Ervaringsjaren cat1 cat2 cat3 cat4a cat4b<br />

0 € 1.534,18 € 1.567,44<br />

1 € 1.544,54 € 1.579,73 € 1.603,45<br />

2 € 1.554,79 € 1.592,08 € 1.622,47<br />

3 € 1.565,10 € 1.604,29 € 1.641,40 € 1.741,77<br />

4 € 1.575,48 € 1.616,72 € 1.660,56 € 1.763,61 € 1.880,12<br />

5 € 1.585,81 € 1.629,01 € 1.679,59 € 1.785,51 € 1.904,98<br />

6 € 1.596,07 € 1.641,30 € 1.698,75 € 1.807,44 € 1.929,75<br />

7 € 1.606,36 € 1.653,65 € 1.717,70 € 1.829,28 € 1.954,60<br />

8 € 1.616,72 € 1.666,11 € 1.736,81 € 1.851,20 € 1.979,31<br />

9 € 1.627,01 € 1.678,30 € 1.755,90 € 1.873,05 € 2.004,27<br />

10 € 1.637,24 € 1.690,65 € 1.774,96 € 1.894,92 € 2.029,14<br />

11 € 1.647,59 € 1.702,89 € 1.793,94 € 1.916,88 € 2.053,80<br />

12 € 1.657,95 € 1.715,29 € 1.813,08 € 1.938,78 € 2.078,64<br />

13 € 1.668,30 € 1.727,66 € 1.832,07 € 1.960,67 € 2.103,43<br />

14 € 1.678,57 € 1.739,96 € 1.851,08 € 1.982,62 € 2.128,27<br />

15 € 1.688,88 € 1.752,29 € 1.870,22 € 2.004,58 € 2.152,98<br />

16 € 1.699,12 € 1.764,69 € 1.889,29 € 2.026,33 € 2.177,89<br />

17 € 1.709,51 € 1.776,92 € 1.908,38 € 2.048,20 € 2.202,65<br />

18 € 1.719,83 € 1.789,21 € 1.927,42 € 2.070,20 € 2.227,51<br />

19 € 1.730,03 € 1.801,54 € 1.946,43 € 2.092,00 € 2.252,29<br />

20 € 1.740,42 € 1.813,91 € 1.965,45 € 2.113,94 € 2.277,09<br />

21 € 1.826,24 € 1.984,64 € 2.135,93 € 2.301,94<br />

22 € 2.003,61 € 2.157,83 € 2.326,77<br />

23 € 2.022,68 € 2.179,68 € 2.351,61<br />

24 € 2.041,83 € 2.201,60 € 2.376,41<br />

25 € 2.060,89 € 2.223,36 € 2.401,23<br />

26 € 2.079,93 € 2.245,36 € 2.426,06<br />

27 € 2.267,26 € 2.450,71<br />

28 € 2.289,10 € 2.475,66<br />

29 € 2.500,36<br />

Studentenloon: Voor de bedienden met een arbeidsovereenkomst voor studenten bedraagt<br />

het brutoloon 90% van 12 mei 2009het laagste loon van de klasse die overeenstemt met de functie<br />

43


44<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en op<br />

de bedienden waarvan de functies opgenomen<br />

zijn in de classificatie der functies, vastgesteld<br />

door dit paritair comité.<br />

Toekenningsmodaliteiten<br />

Artikel 2<br />

Door de werkgever wordt een eindejaarspremie<br />

toegekend aan de in artikel 1 bedoelde<br />

bedienden die :<br />

a) op 31 december van het lopend jaar ten<br />

minste zes maanden anciënniteit tellen in de<br />

onderneming;<br />

b) krachtens een arbeidsovereenkomst<br />

voor bedienden verbonden zijn met de<br />

onderneming op het ogenblik van de<br />

betaling van de premie.<br />

Artikel 3<br />

De minimum eindejaarspremie wordt vastgesteld<br />

op 100 pct. van het basisloon van de maand<br />

december.<br />

Artikel 4<br />

De bedienden die voldoen aan de in artikel<br />

2 vermelde voorwaarden, hebben recht op<br />

de premie naar rata van één twaalfde van het<br />

bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het<br />

beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot<br />

31 december.<br />

Artikel 5<br />

In geval van indiensttreding vóór de 16e van de<br />

maand, wordt deze maand gelijkgesteld met een<br />

volledig gewerkte maand.<br />

De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst<br />

voor bedienden wordt beëindigd,<br />

wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte<br />

maand voor zover de overeenkomst wordt<br />

13<br />

Eindejaarspremie<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />

beëindigd na de 15e van de maand.<br />

Afwijkingen<br />

Artikel 6<br />

De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst<br />

tijdens het beschouwde dienstjaar wordt<br />

beëindigd, met uitsluiting van deze welke zelf<br />

ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens<br />

één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op<br />

het einde van de arbeidsovereenkomst, en met<br />

uitsluiting van deze welke door de werkgever<br />

worden ontslagen om dringende reden, genieten<br />

de premie naar rato van het aantal maanden<br />

werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar,<br />

voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen<br />

in de onderneming op het ogenblik dat de<br />

opzegging wordt betekend.<br />

Artikel 7<br />

De gepensioneerde bedienden alsmede de<br />

rechtverkrijgenden van een overleden bediende,<br />

genieten de premie onder dezelfde voorwaarden<br />

als vermeld in artikel 6.<br />

Onder “rechtverkrijgenden” wordt verstaan :<br />

• de overlevende echtgenoot;<br />

• -bij zijn ontstentenis, de minderjarige<br />

kinderen van de overledene die met hem<br />

samenwoonden;<br />

• bij hun ontstentenis, de ouders van de<br />

overledene, wier steun hij was.<br />

gelijkstellingen<br />

Artikel 8<br />

Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid:<br />

• de afwezigheden te wijten aan een<br />

beroepsziekte, een arbeidsongeval of<br />

ongeval overkomen op de weg naar of van<br />

het werk, tot een maximumduur van twaalf<br />

maanden en voor zover zij erkend zijn door<br />

het verzekeringsorganisme;<br />

• de afwezigheden wegens ziekte of<br />

zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd<br />

door een medisch getuigschrift en erkend<br />

door het verzekeringsorganisme, tot een<br />

maximumperiode van zes maanden;


• de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke<br />

feestdagen, de gerechtvaardigde<br />

afwezigheden “kort verzuim”, de<br />

afwezigheden in het kader van de wetgeving<br />

betreffende het educatief verlof en van de<br />

sociale promotie, de syndicale verlofdagen<br />

en het verlof voor het uitoefenen van een<br />

deeltijds politiek mandaat.<br />

• het anciënniteitsverlof respectievelijk<br />

voorzien door de sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten van 28 juni 2005<br />

(K.B. 6.12.2005 – B.S. 2.01.2006) en van 12<br />

juli 2007 overeenkomstig het artikel 7 van<br />

het nationaal akkoord 2007-2008 gesloten<br />

op 2 mei 2007 in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Betalingsperiode<br />

Artikel 9<br />

De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25<br />

december van het lopend jaar.<br />

Slotbepalingen<br />

Artikel 10<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

laat desgevallend de op het vlak van de<br />

ondernemingen bestaande gunstiger stelsels<br />

onaangeroerd.<br />

Artikel 11<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

deze van 28 juni 2005, gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, betreffende de eindejaarspremie,<br />

algemeen verbindend verklaard bij koninklijk<br />

besluit van 6 december 2005 (B.S. 2 januari 2006).<br />

Artikel 12<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />

in werking op 1 januari 2007 en wordt gesloten<br />

voor onbepaalde duur.<br />

Zij kan slechts door een van de contracterende<br />

partijen worden opgezegd, ten vroegste vanaf<br />

1 oktober 2008, mits een opzegging van drie<br />

maanden wordt betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid, die de partijen ervan<br />

op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs<br />

45


46<br />

14<br />

Koppeling van de bezoldigingen aan de index<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006.<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité, met<br />

uitzondering van de chemische ondernemingen<br />

van de groep “Unilever”.<br />

Artikel 2<br />

Het indexcijfer dat de schommelingen van<br />

de minimumloonschalen en de werkelijke<br />

lonen regelt, is het indexcijfer van de<br />

consumptieprijzen, dat wordt bekendgemaakt in<br />

het Belgisch Staatsblad.<br />

Commentaar : Sedert 1 januari 1994 en in<br />

toepassing van het koninklijk besluit van 24<br />

december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31<br />

december 1993) wordt de “afgevlakte” index,<br />

die gebruikt wordt voor de aanpassing van de<br />

lonen, berekend op basis van het prijsindexcijfer<br />

dat daartoe berekend wordt, de zogenaamde<br />

“gezondheidsindex”.<br />

Artikel 3<br />

De wijzigingen veroorzaakt volgens de<br />

modaliteiten voorzien in deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, zijn van toepassing op de<br />

minimumloonschalen alsook op de werkelijke<br />

lonen van de bedienden waarvan de functies<br />

zijn opgenomen in de classificatie der functies<br />

bedoeld in artikel 1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Theoretische indexcijfers<br />

Artikel 4<br />

Overeenkomstig de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr 87 gesloten in de<br />

Nationale Arbeidsraad op 25 januari 2006<br />

worden de indexcijfers, die vermeld zijn in de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart<br />

1998, gesloten in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

betreffende de koppeling van de bezoldigingen<br />

aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, in<br />

de nieuwe basis 2004 = 100 omgerekend.<br />

Commentaar : De coëfficiënt 0,8790 dient<br />

toegepast worden op de theoretische indexcijfers<br />

van artikel 4 die overeenstemmen met de laatst<br />

bereikte spilindex (spilindex 115,24 in de basis<br />

1996=100). Dit vertrekpunt laat toe de theoretische<br />

indexcijfers te berekenen per schijven van 2 pct.,<br />

met toepassing van de afrondingen die voorzien<br />

zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 87<br />

van de Nationale Arbeidsraad. Deze theoretische<br />

indexcijfers laten vervolgens de berekening toe van<br />

de spilindexcijfers van artikel 5.<br />

Vanaf het indexcijfer 102,30 worden de<br />

minimumloonschalen en de werkelijke lonen<br />

met 2 pct. verhoogd telkens het indexcijfer van<br />

de consumptieprijzen met 2 pct. toeneemt.<br />

De indexcijfers welke een loonsverhoging<br />

teweegbrengen zijn dus theoretisch :<br />

98,32 x 1,02 = 100,29<br />

100,29 x 1,02 = 102,30<br />

102,30 x 1,02 = 104,35<br />

104,35 x 1,02 = 106,44<br />

106,44 x 1,02 = 108,57<br />

110,74 x 1,02 = 112,95<br />

112,95 x 1,02 = 115,21<br />

115,21 x 1,02 = 117,51<br />

117,51 x 1,02 = 119,86<br />

119,86 x 1,02 = 122,26<br />

122,26 x 1,02 = 124,71<br />

124,71 x 1,02 = 127,20<br />

127,20 x 1,02 = 129,74<br />

129,74 x 1,02 = 132,33<br />

132,33 x 1,02 = 134,98<br />

134,98 x 1,02 = 137,68<br />

137,68 x 1,02 = 140,43<br />

140,43 x 1,02 = 143,24<br />

143,24 x 1,02 = 146,10<br />

146,10 x 1,02 = 149,02<br />

149,02 x 1,02 = 152,00<br />

152,00 x 1,02 = 155,04<br />

155,04 x 1,02 = 158,14<br />

158,14 x 1,02 = 161,30<br />

161,30 x 1,02 = 164,53<br />

164,53 x 1,02 = 167,82


167,82 x 1,02 = 171,18<br />

171,18 x 1,02 = 174,60<br />

174,60 x 1,02 = 178,09<br />

178,09 x 1,02 = 181,65<br />

181,65 x 1,02 = 185,28<br />

referteïndexcijfers naar de stijging<br />

(spilindexcijfers)<br />

Artikel 5<br />

Nochtans, ten einde de achterstand van de<br />

lonen ten opzichte van het indexcijfer van de<br />

consumptieprijzen te voorkomen, worden de<br />

loonsverhogingen werkelijk toegepast wanneer<br />

de volgende indexcijfers, welke zich halverwege<br />

in de schijf van 2 pct. bevinden, worden bereikt,<br />

zijnde :<br />

(100,29+102,30) : 2 = 101,30<br />

(overschreden in april 2005 door de<br />

afgevlakte index)<br />

(102,30+104,35) : 2 = 103,33<br />

(104,35+106,44) : 2 = 105,40<br />

(106,44+108,57) : 2 = 107,51<br />

(108,57+110,74) : 2 = 109,66<br />

(110,74+112,95) : 2 = 111,85<br />

(112,95+115,21) : 2 = 114,08<br />

(115,21+117,51) : 2 = 116,36<br />

(117,51+119,86) : 2 = 118,69<br />

(119,86+122,26) : 2 = 121,06<br />

(122,26+124,71) : 2 = 123,49<br />

(124,71+127,20) : 2 = 125,96<br />

(127,20+129,74) : 2 = 128,47<br />

(129,74+132,33) : 2 = 131,04<br />

(132,33+134,98) : 2 = 133,66<br />

(134,98+137,68) : 2 = 136,33<br />

(137,68+140,43) : 2 = 139,06<br />

(140,43+143,24) : 2 = 141,84<br />

(143,24+146,10) : 2 = 144,67<br />

(146,10+149,02) : 2 = 147,56<br />

(149,02+152,00) : 2 = 150,51<br />

(152,00+155,04) : 2 = 153,52<br />

(155,04+158,14) : 2 = 156,59<br />

(158,14+161,30) : 2 = 159,72<br />

(161,30+164,53) : 2 = 162,92<br />

(164,53+167,82) : 2 = 166,18<br />

(167,82+171,18) : 2 = 169,50<br />

(171,18+174,60) : 2 = 172,89<br />

(174,60+178,09) : 2 = 176,35<br />

(178,09+181,65) : 2 = 179,87<br />

(181,65+185,28) : 2 = 183,47<br />

Deze cijfers worden “referteïndexcijfers naar de<br />

stijging” of “spilindexcijfers” genoemd. Wanneer<br />

deze indexcijfers zijn bereikt, worden de lonen<br />

met 1,02 vermenigvuldigd.<br />

referteïndexcijfers naar de daling<br />

Artikel 6<br />

In geval van daling van het indexcijfer van de<br />

consumptieprijzen worden de lonen verminderd,<br />

wanneer de volgende indexcijfers zijn bereikt:<br />

100,29 102,30 104,35 106,44 108,57 110,74 112,95<br />

115,21 117,51 119,86 122,26 124,71 127,20 129,74<br />

132,33 134,98 137,68 140,43 143,24 146,10 149,02<br />

152,00 155,04 158,14 161,30 164,53 167,82 171,18<br />

174,60 178,09 181,65 185,28<br />

Deze indexcijfers worden “referteïndexcijfers naar<br />

de daling” genoemd.<br />

In geval van daling van het indexcijfer,<br />

wordt derhalve een halve schijf van 2 pct.<br />

geneutraliseerd. Het nieuwe loon wordt<br />

bekomen door het bestaande loon te delen<br />

door 1,02.<br />

Artikel 7<br />

Elke wijziging van de minimumloonschalen<br />

en van de werkelijke lonen van de in artikel<br />

3 hierboven bedoelde bedienden, welke het<br />

gevolg is van de toepassing van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, gaat in bij de aanvang<br />

van de maand welke volgt op deze waarop<br />

het indexcijfer, dat de verandering bepaalt,<br />

betrekking heeft.<br />

Artikel 8<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van 17<br />

maart 1998 (koninklijk besluit van 11 april 1999,<br />

Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999), gesloten<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid, betreffende<br />

de koppeling van de bezoldigingen aan het<br />

indexcijfer van de consumptieprijzen.<br />

Artikel 9<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />

uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en<br />

wordt gesloten voor een onbepaalde duur.<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden,<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />

47


48<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst,<br />

gesloten in uitvoering van en overeenkomstig<br />

de bepalingen van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten<br />

in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het<br />

statuut van de syndicale afvaardigingen van<br />

het personeel der ondernemingen, regelt het<br />

statuut van de syndicale afgevaardigden van<br />

het bediendenpersoneel in de ondernemingen<br />

welke ressorteren onder het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid. Zij verbindt de werkgevers en de<br />

werknemersorganisaties vertegenwoordigd in<br />

voormeld paritair comité.<br />

Algemene bepalingen<br />

15<br />

Coördinatie van het statuut van<br />

de syndicale afvaardigingen<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 4 mei 1999.<br />

Artikel 2<br />

De werkgevers en de in artikel 1 bedoelde<br />

werknemersorganisaties verbinden er zich<br />

toe alle bepalingen zowel van de in artikel 1<br />

vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

de Nationale Arbeidsraad als van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst toe te passen en na te<br />

leven.<br />

Zij zullen alle middelen waarover zij beschikken<br />

aanwenden om dat doel te verwezenlijken.<br />

Artikel 3<br />

De werkgevers erkennen dat hun<br />

“gesyndikeerd bediendenpersoneel” bij hen<br />

wordt vertegenwoordigd door een syndicale<br />

afvaardiging waarvan de leden onder het<br />

bediendenpersoneel van de onderneming<br />

worden aangeduid of gekozen.<br />

Onder “gesyndikeerd bediendenpersoneel”<br />

verstaat men het personeel, beoogd door de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari<br />

1947 van voormeld paritair comité betreffende<br />

de classificatie van de functies en aangesloten bij<br />

één van de werknemersorganisaties bedoeld in<br />

artikel 1.<br />

De syndicale afvaardiging wordt ingesteld<br />

volgens de bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst.<br />

Artikel 4.<br />

De werkgevers verbinden er zich daarenboven<br />

toe in alle omstandigheden blijk te geven van<br />

een geest van rechtvaardigheid, billijkheid<br />

en verzoening, op het geen enkele druk uit<br />

te oefenen om te beletten dat het zich zou<br />

syndikeren en aan de bedienden geen andere<br />

prerogatieven of voordelen toe te kennen dan<br />

aan de gesyndiceerde bedienden.<br />

Artikel 5<br />

De werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1,<br />

evenals de syndicale personeelsafgevaardigden,<br />

verbinden er zich toe de vrijheid van vereniging<br />

na te leven, onder andere door uit hun syndicale<br />

propaganda de methodes te bannen die met de<br />

geest van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van de Nationale Arbeidsraad en van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst niet in<br />

overeenstemming zouden zijn en door geen<br />

beroep te doen op middelen die van aard zijn<br />

het personeel ertoe te dwingen zich te<br />

syndikeren.<br />

Artikel 6<br />

De werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1<br />

waken erover dat de syndicale afgevaardigden<br />

van het bediendenpersoneel:<br />

a. in alle omstandigheden blijk geven van een<br />

geest van rechtvaardigheid, billijkheid en<br />

verzoening;<br />

b. persoonlijk alle tekortkoming vermijden<br />

in verband met de naleving van de sociale<br />

wetgeving, van het arbeidsreglement, van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten en inzake<br />

arbeidsdiscipline; zij zullen hun werkmakkers<br />

daar eveneens toe aanzetten.


instelling en samenstelling van de syndicale<br />

afvaardiging<br />

Artikel 7<br />

a) Numerieke omvang van de syndicale<br />

afvaardiging<br />

Er wordt een syndicale afvaardiging ingesteld<br />

in de technische uitbatingseenheden met<br />

ten minste 30 bedienden, beoogd door<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

17 januari 1947 waarvan sprake in artikel<br />

3 en op voorwaarde dat ten minste 25<br />

pct. van dat personeel zulks schriftelijk<br />

vraagt aan het hoofd van de technische<br />

uitbatingseenheid, door bemiddeling van de<br />

werknemersorganisaties bedoeld in artikel 1.<br />

De syndicale afvaardiging is samengesteld<br />

uit maximum het volgend aantal effectieve<br />

leden:<br />

• 2 of 3 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 30 tot 100 bedienden,<br />

zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />

• 3 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 101 tot 250 bedienden,<br />

zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />

• 4 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 251 tot 500 bedienden,<br />

zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />

• 5 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 501 tot 750 bedienden,<br />

zoals hierboven bedoeld, tewerkstelt;<br />

• 6 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 751 tot 1.000<br />

bedienden, zoals hierboven bedoeld,<br />

tewerkstelt;<br />

• 7 wanneer de technische<br />

uitbatingseenheid 1.001 en meer<br />

bedienden, zoals hierboven bedoeld,<br />

tewerkstelt.<br />

Er zijn evenveel plaatsvervangende<br />

afgevaardigden als effectieve<br />

afgevaardigden. Zij worden op dezelfde wijze<br />

aangeduid of gekozen. De plaatsvervangende<br />

afgevaardigden zetelen ter vervanging van<br />

een afwezig, overleden of ontslagnemend<br />

lid of van een lid dat niet langer de<br />

verkiesbaarheidsvoorwaarden vervult.<br />

Er kan een afgevaardigde van de jonge<br />

bedienden worden aangeduid indien de<br />

technische uitbatingseenheid ten minste 30<br />

jeugdige bedienden van minder dan 21 jaar<br />

tewerkstelt.<br />

b) Wijze van aanduiding en verkiezing van de<br />

syndicale afvaardiging<br />

De werknemersorganisaties, bedoeld in<br />

artikel 1, stellen zich onderling akkoord,<br />

hetzij voor de rechtstreekse aanduiding<br />

van de effectieve en plaatsvervangende<br />

syndicale afgevaardigden, in verhouding tot<br />

het aantal van hun leden in elke technische<br />

uitbatingseenheid, hetzij over het doen<br />

verkiezen van genoemde afgevaardigden.<br />

Indien zij, in de eerste onderstelling, zich niet<br />

akkoord kunnen stellen over de onderlinge<br />

verdeling van de mandaten, wordt er<br />

ambtshalve tot verkiezingen overgegaan<br />

om de effectieve en plaatsvervangende<br />

afgevaardigden aan te duiden.<br />

De lijsten van de aan te duiden of te<br />

verkiezen syndicale afgevaardigden<br />

worden aan de directie van elke technische<br />

uitbatingseenheid medegedeeld dertig<br />

volle dagen voor de datum welke in<br />

gemeenschappelijk akkoord tussen partijen<br />

voor de aanduiding of de verkiezing werd<br />

vastgesteld.<br />

Geen enkele lijst mag een groter aantal<br />

kandidaten bevatten dan het aantal<br />

aan te duiden of te kiezen effectieve en<br />

plaatsvervangende afgevaardigden.<br />

De directie kan zich wegens ernstige redenen<br />

tegen de aanduiding of de kandidatuur<br />

van een afgevaardigde verzetten. In dat<br />

geval laat de directie de redenen van haar<br />

verzet binnen acht dagen aan de betrokken<br />

werknemersorganisaties kennen.<br />

Bij gebrek aan overeenstemming tussen<br />

de partijen, wordt de kwestie aan de<br />

voorzitter van het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid of, bij zijn ontstentenis, aan<br />

een andere ambtenaar aangeduid door<br />

de Minister van Tewerkstelling en Arbeid,<br />

voorgelegd, die zal beslissen na de directie,<br />

de vertegenwoordiger van de betrokken<br />

werknemersorganisatie en eveneens de<br />

betrokkene op verzoek van één der partijen<br />

te hebben gehoord.<br />

Indien de afgevaardigden door<br />

verkiezing moeten worden aangeduid,<br />

moet de verkiezing in de technische<br />

uitbatingseenheid plaatsvinden en moeten<br />

daarbij alle schikkingen worden getroffen om<br />

de vrijheid en het geheim van de stemming<br />

te verzekeren.<br />

De effectieve en plaatsvervangende<br />

afgevaardigden worden bij geheime<br />

49


50<br />

stemming in één enkele stembeurt gekozen<br />

op de voorgelegde kandidatenlijsten. De<br />

kiezers kunnen bovenaan de lijst stemmen,<br />

of op het geheel van de lijsten zoveel<br />

kandidaten aanduiden als er zetels te<br />

begeven zijn.<br />

De berekeningsmodaliteiten voor het<br />

toekennen van de te begeven zetels zijn<br />

dezelfde als deze voorzien in het koninklijk<br />

besluit van 18 februari 1971 tot regeling van<br />

de ondernemingsraden.<br />

Indien de lijst van de plaatsvervangende<br />

afgevaardigden tijdens de duur van het<br />

mandaat van de effectieve afgevaardigden<br />

zou zijn uitgeput en één van deze laatsten<br />

zou moeten worden vervangen, geschiedt de<br />

vervanging bij aanduiding door de betrokken<br />

werknemersorganisatie, na advies van het<br />

zoals voorzien in paragraaf b, vijfde lid, van<br />

dit artikel.<br />

duur van het mandaat van de afgevaardigden<br />

Artikel 8<br />

De syndicale afgevaardigden worden aangeduid<br />

of verkozen voor een termijn van vier jaar.<br />

Artikel 9<br />

Het mandaat van syndicale afgevaardigde<br />

eindigt:<br />

1. bij zijn normale beëindiging;<br />

2. door ontslag;<br />

3. in geval van ontheffing door de<br />

werknemersorganisatie die hem heeft<br />

aangeduid of heeft laten verkiezen;<br />

4. wegens vertrek uit de technische<br />

uitbatingseenheid;<br />

5. wegens fout tegen de eer;<br />

6. indien de afgevaardigde niet meer ressorteert<br />

onder de classificatie van de functies bedoeld<br />

in artikel 3;<br />

7. door het bereiken van de normale<br />

pensioenleeftijd.<br />

Zijn vervanging geschiedt overeenkomstig de<br />

bepalingen van artikel 7, paragraaf b. De nieuwe<br />

afgevaardigde beëindigt het mandaat van zijn<br />

voorganger.<br />

Statuut van de afgevaardigden<br />

Artikel 10<br />

a) De syndicale afgevaardigden moeten, op het<br />

ogenblik van hun verkiezing of aanduiding<br />

aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />

1. beoogd worden door de overeenkomst<br />

van 17 januari 1947 van het Nationaal<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid betreffende<br />

de classificatie van de functies van<br />

de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid;<br />

2. 21 jaar oud zijn (de afgevaardigden<br />

van de jonge werknemers moeten ten<br />

minste 18 jaar oud zijn) en ten minste<br />

sedert één jaar in de onderneming zijn<br />

tewerkgesteld of eventueel sinds de<br />

oprichting ervan en sinds ten minste één<br />

jaar in België verblijven; indien het om<br />

buitenlanders gaat, in regel zijn met de<br />

Belgische wetten;<br />

3. lid zijn van één der<br />

werknemersorganisaties bedoeld in<br />

artikel 1;<br />

4. de burgerlijke en politieke rechten<br />

genieten, met uitzondering van de<br />

buitenlandse werknemers en geen<br />

veroordeling hebben opgelopen<br />

waardoor afbreuk wordt gedaan aan hun<br />

eer;<br />

5. zich niet in een periode van opzegging<br />

bevinden.<br />

b) De syndicale afgevaardigden genieten van de<br />

normale voordelen en van de bevorderingen<br />

van de bediendencategorie waartoe zij<br />

behoren.<br />

Speciaal in verband met de normale<br />

bezoldiging van de tijd die volgens deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst aan hun<br />

activiteit van syndicaal afgevaardigde<br />

wordt besteed, tijd welke als een werkelijke<br />

prestatie wordt beschouwd, mag deze<br />

bezoldiging geen voordeel of nadeel met<br />

zich brengen ten opzichte van de bedienden<br />

van de technische uitbatingseenheid van<br />

dezelfde categorie.<br />

c) De syndicale afgevaardigden, die effectief<br />

of plaatsvervangend lid zijn van het<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid of van zijn<br />

subcomités, ondergaan geen enkel<br />

loonverlies uit hoofde van hun afwezigheid<br />

op het werk, wegens het bijwonen van de<br />

vergaderingen van deze comités.<br />

Artikel 11<br />

1. De leden van de syndicale afvaardiging<br />

mogen niet worden afgedankt omwille van<br />

redenen, eigen aan de uitoefening van hun


mandaat. De werkgever die voornemens is<br />

een syndicaal afgevaardigde te ontslaan, om<br />

welke reden ook, behalve dan wegens een<br />

dringende reden, deelt zulks vooraf mede<br />

aan de syndicale afvaardiging evenals aan de<br />

werknemersorganisatie die de kandidatuur<br />

van die afgevaardigde heeft voorgedragen.<br />

Deze mededeling geschiedt per aangetekend<br />

schrijven, en wordt van kracht op de derde<br />

dag volgend op de datum van verzending.<br />

2. De betrokken werknemersorganisatie<br />

beschikt over een tijdsspanne van zeven<br />

dagen om te laten weten dat zij weigert<br />

de geldigheid van het beoogde ontslag te<br />

aanvaarden. Deze mededeling geschiedt<br />

per aangetekend schrijven; de periode van<br />

zeven dagen begint de dag, waarop de door<br />

de werkgever toegezonden brief van kracht<br />

wordt.<br />

3. Het ontbreken van reactie vanwege de<br />

werknemersorganisatie wordt beschouwd als<br />

een aanvaarding van de geldigheid van het<br />

beoogde ontslag.<br />

4. Indien de werknemersorganisatie weigert<br />

de geldigheid van het betrokken ontslag te<br />

aanvaarden, heeft de meest gerede partij<br />

het recht het geval voor beoordeling aan het<br />

verzoeningsbureau van het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid of aan de goede diensten van<br />

de voorzitter ervan voor te leggen; de<br />

ontslagmaatregel mag tijdens die procedure<br />

niet ten uitvoer worden gebracht.<br />

5. Indien het verzoeningsbureau of de voorzitter<br />

binnen de dertig dagen na het verzoek om<br />

tussenkomst niet tot een eenparig akkoord<br />

is kunnen komen, wordt het geschil in<br />

verband met de geldigheid van de redenen,<br />

ingeroepen door de werkgever om de<br />

afdanking te verantwoorden, voorgelegd aan<br />

de arbeidsrechtbank.<br />

6. In geval van afdanking van een syndicaal<br />

afgevaardigde wegens een dringende reden,<br />

wordt dit onmiddellijk ter kennis van de<br />

syndicale afvaardiging gebracht.<br />

7. Een forfaitaire vergoeding is verschuldigd<br />

door de werkgever in de volgende gevallen:<br />

• indien hij een syndicaal afgevaardigde<br />

afdankt zonder de procedure te<br />

eerbiedigen, voorzien in dit artikel;<br />

• indien de geldigheid van de motieven<br />

van de afdanking, bij afloop van de<br />

voorziene procedure, ten opzichte van de<br />

bepalingen van artikel 11, punt 1, door<br />

het verzoeningsbureau, de voorzitter of<br />

de arbeidsrechtbank niet is erkend en<br />

voor zover de werkgever de syndicale<br />

afgevaardigde heeft afgedankt;<br />

• indien de werkgever de afgevaardigde<br />

wegens ernstige reden heeft afgedankt<br />

en de arbeidsrechtbank de afdanking als<br />

niet gegrond heeft verklaard;<br />

• indien de arbeidsovereenkomst werd<br />

verbroken omwille van een ernstige<br />

fout van de werkgever, wat voor de<br />

afgevaardigde een reden tot onmiddellijke<br />

verbreking van het contract was.<br />

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de<br />

brutobezoldiging van één jaar, onverminderd<br />

de toepassing van de artikelen 39 en 40<br />

van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten. Deze<br />

vergoeding is niet verschuldigd wanneer<br />

de syndicale afgevaardigde geniet van de<br />

vergoeding, voorzien door de artikelen<br />

16 en 17 van de wet van 19 maart 1991<br />

houdende bijzondere ontslagregeling<br />

voor de personeelsafgevaardigden in de<br />

ondernemingsraden en in de comités voor<br />

preventie en bescherming op het werk, alsmede<br />

voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden<br />

(B.S. 29 maart 1991), gewijzigd bij de wet van 20<br />

juli 1991 (B.S. 1 augustus 1991).<br />

Werking van de syndicale afvaardiging<br />

Artikel 12<br />

De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging<br />

heeft onder andere betrekking op :<br />

• de werkverhoudingen;<br />

• het recht gehoord te worden door het hoofd<br />

van de technische uitbatingseenheid of door<br />

zijn vertegenwoordiger ter gelegenheid van<br />

elke betwisting in verband met:<br />

a. elke inbreuk op de grondbeginselen van<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

24 mei 1971 van de Nationale Arbeidsraad<br />

betreffende het statuut van de syndicale<br />

afvaardigingen;<br />

b. de toepassing van de sociale wetgeving,<br />

van de huishoudelijke reglementen van<br />

de technische uitbatingseenheid, van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomsten en van<br />

de individuele arbeidsovereenkomsten.<br />

c. de toepassing op het personeel van de<br />

technische uitbatingseenheid van de<br />

wedden en van de classificatieregels in het<br />

raam van de van kracht zijnde wettelijke of<br />

conventionele bepalingen.<br />

51


52<br />

Artikel 13<br />

a. Wanneer de vergaderingen van de syndicale<br />

afvaardiging met de directie tijdens de<br />

werkuren plaats hebben, worden de prestaties<br />

vergoed als normale werkprestaties, met<br />

andere woorden de syndicale afgevaardigden<br />

genieten de bezoldiging die zij normaal<br />

zouden hebben ontvangen indien zij hadden<br />

gewerkt. Indien de vergaderingen buiten de<br />

normale werkuren plaats hebben, wordt enkel<br />

rekening gehouden met de basiswedde.<br />

b. De directie stelt geen enkele belemmering<br />

aan de werking van de syndicale afvaardiging.<br />

Zij verleent aan de afvaardigingen alle<br />

verplaatsingsfaciliteiten in de technische<br />

uitbatingseenheid, wanneer dit, volgens deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst nodig is,<br />

voor zover zulks geen storing in de technische<br />

uitbatingseenheid teweegbrengt. De door<br />

de afgevaardigde gewerkte uren om hun<br />

mandaat in het kader van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst te vervullen, en dat<br />

zowel tijdens de werkuren als er buiten,<br />

worden normaal bezoldigd zoals voorzien in<br />

lid a) van dit artikel.<br />

Artikel 14<br />

Elke individuele klacht wordt volgens de<br />

gebruikelijke hiërarchische weg ingediend door de<br />

betrokken werknemer die daarbij, op zijn verzoek,<br />

door zijn syndicale afgevaardigde mag worden<br />

bijgestaan. De syndicale afvaardiging heeft het<br />

recht ontvangen te worden ter gelegenheid van<br />

alle geschillen of twistpunten van individuele aard<br />

welke langs die weg niet zijn opgelost.<br />

Artikel 15<br />

Ingeval er geen ondernemingsraad bestaat,<br />

behartigt de syndicale afvaardiging de<br />

taken, rechten en opdrachten, die aan de<br />

ondernemingsraad worden toevertrouwd zoals<br />

bepaald in de hoofdstukken II en IV van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart<br />

1972 van de Nationale Arbeidsraad betreffende<br />

de informatie en de raadpleging van de<br />

ondernemingsraden in verband met de algemene<br />

perspectieven van de onderneming en de<br />

kwesties van de tewerkstelling in deze laatste.<br />

Artikel 16<br />

De syndicale afvaardiging beschikt volgens de<br />

omstandigheden tijdelijk over een lokaal om haar<br />

de gelegenheid te bieden haar opdracht adequaat<br />

te vervullen.<br />

Artikel 17<br />

Mits voorafgaand akkoord van de directie,<br />

worden door de syndicale afvaardiging<br />

informatievergaderingen voor het personeel van<br />

de onderneming ingericht, ter gelegenheid van<br />

het sluiten of het hernieuwen van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten, aangegaan op het vlak<br />

van de onderneming. Bij weigering wordt dit door<br />

de directie gemotiveerd.<br />

Artikel 17 bis.- Externe syndicale opdrachten<br />

In de ondernemingen waar een syndicale<br />

afvaardiging bestaat worden maximum 2 dagen,<br />

samengesteld in pool, per jaar per effectief<br />

mandaat bezoldigd, met het oog op externe<br />

syndicale opdrachten; deze dagen kunnen door<br />

de gewone en/of plaatsvervangende syndicale<br />

afgevaardigden benut worden, indien de<br />

noodzakelijkheid van de dienst het toelaat.<br />

Het verzoek tot opname van deze dagen<br />

wordt ingediend door een vakcentrale die<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />

ondertekend en wordt gemotiveerd. De<br />

werkgever dient een eventuele weigering te<br />

motiveren. Deze bepaling doet geen afbreuk aan<br />

bestaande gunstiger gebruiken op het vlak van de<br />

ondernemingen of de sub-sectoren.<br />

Te volgen procedure in geval van gebrek aan<br />

overeenstemming tussen de directie en de<br />

syndicale afvaardiging<br />

Artikel 18<br />

Ingeval de standpunten van de werkgever<br />

en de syndicale afvaardiging uiteenlopen,<br />

of indien beide partijen de noodzakelijkheid<br />

ervan erkennen, wordt beroep gedaan op<br />

de vertegenwoordigers van hun respectieve<br />

organisaties om, in het raam van de technische<br />

uitbatingseenheid, de bespreking van de<br />

hangende problemen voort te zetten.<br />

De partijen doen zo nodig beroep op de<br />

bevoegde instantie van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Tijdens de duur van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de<br />

duur van opzegging, verbinden de partijen<br />

er zich toe geen beroep te doen op staking<br />

of lock-out, zonder vooraf alle mogelijke<br />

verzoeningspogingen te hebben uitgeput.<br />

In geval van conflict bedraagt de<br />

opzeggingstermijn van de staking of de lockout<br />

veertien dagen, ingaande op de maandag,<br />

volgend op de week tijdens dewelke de<br />

opzegging per brief werd betekend.


geldigheidsduur<br />

Artikel 19<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor een onbepaalde duur. Zij vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van 24<br />

september 1993, houdende coördinatie van<br />

het statuut van de syndicale afvaardigingen<br />

voor bedienden gesloten in het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid (koninklijk besluit van 31 mei<br />

1994, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1994),<br />

gewijzigd door artikel 14 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995<br />

betreffende het nationaal akkoord 1995-1996<br />

(koninklijk besluit van 7 augustus 1995, Belgisch<br />

Staatsblad van 6 oktober 1995). Zij treedt in<br />

werking op 1 januari 1999.<br />

Zij kan door de ene of de andere partij worden<br />

opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie<br />

maanden.<br />

De organisatie die het initiatief tot opzegging<br />

neemt, verbindt er zich toe de redenen van<br />

die opzegging mede te delen en onmiddellijk<br />

voorstellen voor een amendement neer te<br />

leggen.<br />

De werkgevers en de in artikel 1 bedoelde<br />

werknemersorganisaties verbinden er zich toe<br />

die voorstellen binnen één maand nadat zij<br />

werden ontvangen, in het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid te<br />

bespreken.<br />

53


54<br />

16<br />

Syndicale vorming<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op juli 2011.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

organisatie van de syndicale vorming<br />

Artikel 2<br />

Met het oog op de deelneming aan opleidings-<br />

of vervolmakingscursussen, ingericht door de<br />

representatieve syndicale organisaties, zijn<br />

de effectieve of plaatsvervangende leden van<br />

de ondernemingsraden, van de comités voor<br />

preventie en bescherming op het werk en van de<br />

syndicale delegaties, ten belope van ten hoogste<br />

400 afgevaardigden per jaar voor de chemische<br />

nijverheid, gemachtigd gedurende ten hoogste<br />

12 dagen per 2 jaar aan genoemde cursussen<br />

deel te nemen.<br />

Die afwezigheden mogen niet langer duren dan<br />

6 maal twee dagen of dan 4 maal drie dagen per<br />

deelnemer, behalve afwijking toegestaan door<br />

het ondernemingshoofd binnen de grens van de<br />

twaalf tweejaarlijkse dagen.<br />

Het voornoemd effectief van 400 deelnemers<br />

wordt bij gemeenschappelijk akkoord tussen de<br />

ondertekenende syndicale organisaties verdeeld.<br />

Artikel 3<br />

a) De syndicale organisaties dienen de<br />

werkgevers, ten minste drie weken vooraf,<br />

schriftelijk, het onderwerp van de vorming,<br />

de namen van de deelnemers en de data<br />

mede te delen waarop hun leden afwezig<br />

wensen te zijn voor het volgen van een<br />

syndicale vorming. Aanvragen die de<br />

verwittigingstermijn niet respecteren,<br />

kunnen als niet geldig beschouwd worden.<br />

b) Wanneer de werkgever oordeelt dat een<br />

ontvankelijke en tijdige aanvraag tot het<br />

bijwonen van een syndicale opleidings- en/<br />

of vervolmakingscursus de goede organisatie<br />

van het werk in het gedrang brengt of<br />

wanneer er opmerkingen zijn met betrekking<br />

tot de aanvraag op zich, zal hij, binnen een<br />

termijn van een week, vanaf de datum van<br />

ontvangst van de schriftelijke verwittiging,<br />

zijn verzet meedelen.<br />

c) Gezien de problemen in verband met<br />

de organisatie van het werk en om elk<br />

productieverlies zoveel mogelijk te<br />

vermijden, dienen de syndicale organisaties<br />

ervoor te zorgen te voorkomen dat een te<br />

groot aantal van hun leden van éénzelfde<br />

onderneming tegelijk zouden aangewezen<br />

worden om samen opleidingscursussen te<br />

volgen.<br />

Zij zullen de vervanging van de afwezige<br />

leden trouwens vergemakkelijken. Sommige<br />

omstandigheden, zoals de afwezigheid van<br />

andere bedienden op dezelfde werkpost,<br />

kunnen de afwezigheid onmogelijk maken,<br />

op gevaar af dat de goede gang van de<br />

onderneming zou ontwricht worden. In dat<br />

geval zal de werkgever de geïnteresseerde<br />

syndicale organisatie verwittigen en<br />

de vervanging van de verhinderde<br />

afgevaardigde vergemakkelijken.<br />

De geïnteresseerde vakbond deelt minstens<br />

één week voor de aanvang van de cyclus de<br />

naam van de nieuwe deelnemer mede.<br />

In de geschillen die daarover tussen de<br />

werkgever en de syndicale afgevaardigden<br />

of de syndicale organisaties zouden kunnen<br />

ontstaan, zal door de Belgische federatie<br />

van de chemische industrie en van life


sciences VZW (essenscia) en de betrokken<br />

syndicale organisaties bemiddeld worden.<br />

d) De afgevaardigden die verzocht worden die<br />

vormingsdagen bij te wonen, dienen aan de<br />

hand van een bewijsstuk aan te tonen dat zij<br />

er werkelijk aan deelgenomen hebben.<br />

Artikel 4<br />

De economische en sociale vorming moet de<br />

vertegenwoordigers van de bedienden de<br />

gelegenheid bieden aanvullende kennis op te<br />

doen die nuttig is voor hun opdracht in de schoot<br />

van de onderneming, en dat in het belang van<br />

alle partijen.<br />

Artikel 5<br />

a) De vertegenwoordigers van de bedienden<br />

mogen, ten belope van ten hoogste één<br />

afgevaardigde per technische bedrijfseenheid<br />

en per ondertekenende syndicale organisatie,<br />

éénmaal per jaar gedurende één dag<br />

wegblijven om een syndicaal congres bij<br />

te wonen dat door de ondertekenende<br />

syndicale organisaties ingericht wordt.<br />

b) De leden van de nationale comités mogen<br />

afwezig zijn om deel te nemen aan de<br />

vergaderingen van die comités, ingericht<br />

door de ondertekenende syndicale<br />

organisaties.<br />

Deze afwezigheden mogen in het totaal de<br />

4 werkdagen per jaar niet overschrijden.<br />

c) Wat de syndicale congressen betreft<br />

verbinden de syndicale organisaties er zich<br />

toe de betrokken werkgevers ten minste<br />

twee weken vooraf, schriftelijk daarvan op<br />

de hoogte te brengen en ten minste zeven<br />

dagen te voren voor de vergaderingen der<br />

nationale comités.<br />

Artikel 6<br />

Voor de afwezigheden, vermeld in de artikels<br />

3 en 6, zullen de betrokkenen de bezoldiging<br />

ontvangen die ze normaal zouden getrokken<br />

hebben indien zij gewerkt hadden.<br />

Artikel 7<br />

“Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />

financiële reserve samengesteld met het doel de<br />

syndicale vorming van de vertegenwoordigers<br />

van de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

te financieren, tot een maximumbedrag van<br />

157.500 EUR per kalenderjaar. Voor het jaar <strong>2012</strong><br />

wordt voorzien in een éénmalige extra toelage<br />

van 7.500 EUR aan de vakbondsorganisaties.<br />

Met ingang van 1 januari 2011 wordt een<br />

bedrag van 157.500 EUR toegekend aan de<br />

Belgische federatie van de chemische industrie<br />

en de life science VZW (essenscia) met het oog<br />

op de vervolmaking van de vorming van de<br />

werkgeversvertegenwoordigers in de sociale<br />

dialoog.”<br />

“Deze financiële reserve zorgt bovendien,<br />

ingevolge een uitzonderlijke inspanning,<br />

voor de dekking van een gedeelte van de<br />

jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden<br />

onder de in §1 van artikel 1 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten<br />

belope van 2.470.000 EUR per jaar met ingang<br />

van 1 januari 2011, indien in de loop van 2011<br />

overgegaan kan worden tot de oprichting van<br />

een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de<br />

inning van de forfaitaire werkgeversbijdragen<br />

per bediende per jaar, wordt het voornoemde<br />

bedrag, met ingang van 1 januari <strong>2012</strong> verhoogd<br />

tot 2.750.000 EUR.”<br />

Artikel 8<br />

“De financiële reserve bedoeld in artikel 7 wordt<br />

samengesteld door een jaarlijkse bijdrage.<br />

Deze bijdrage wordt, voor het jaar 2011, gestort<br />

door de werkgevers bedoeld in artikel 1. De<br />

Belgische federatie van de chemische industrie<br />

en van life sciences VZW (essenscia) wordt belast<br />

met het innen van deze bijdragen.<br />

Deze bijdrage wordt, vanaf het jaar <strong>2012</strong>, bepaald<br />

volgens artikel 4 van de statuten van het “Sociaal<br />

Fonds voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid” voorzien in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid, tot oprichting van<br />

een fonds “Sociaal Fonds voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid” genaamd, en<br />

vaststelling van zijn statuten.”<br />

Artikel 9<br />

“De jaarlijkse bijdrage zoals bedoeld in artikel 8<br />

wordt, vanaf het jaar <strong>2012</strong>, geïnd en ingevorderd<br />

door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />

55


56<br />

bij toepassing van artikel 7 van de wet van<br />

7 januari 1958 betreffende de fondsen voor<br />

bestaanszekerheid.”<br />

Artikel 10<br />

Het toekennen van een voordeel aan de<br />

gesyndiceerde bedienden, geregeld door<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst, sluit<br />

op dit gebied elke eis op het niveau van<br />

de ondernemingen en de sector uit, en is<br />

ondergeschikt aan de naleving van de sociale<br />

vrede in de ondernemingen bedoeld in artikel 1<br />

van deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Slotbepalingen<br />

Artikel 11<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende<br />

de syndicale vorming gesloten op 30 juni 2009<br />

(KB 17 maart 2010; BS 4.06.2010) in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Artikel 12<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />

in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor<br />

onbepaalde duur.<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst kunnen door elk der<br />

partijen worden opgezegd ten vroegste op<br />

1 oktober <strong>2012</strong> en mits een opzeggingstermijn<br />

van drie maanden, betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid. De termijn van<br />

drie maanden begint te lopen vanaf de datum<br />

waarop de aangetekende brief aan de voorzitter<br />

wordt toegezonden. De poststempel geldt als<br />

bewijs. De voorzitter stelt de partijen op de<br />

hoogte van deze opzegging.


17<br />

Vorming van kaderleden die<br />

een mandaat uitoefenen in de<br />

ondernemingsraad en/of het CPBW<br />

Aanbeveling van essenscia opgenomen in het verslag van de vergadering van 1 juli 2011<br />

van het PC 207:<br />

Vorming:<br />

Essenscia beveelt de ondernemingen aan om<br />

aan de kaderleden die een mandaat uitoefenen<br />

als effectief of plaatsvervangend lid van de<br />

ondernemingsraad en/of van het comité<br />

preventie en bescherming op het werk, met<br />

het oog op hun vorming, maximum 6 dagen<br />

per kalenderjaar toe te staan, de syndicale<br />

organisaties dienen de werkgevers, ten minste<br />

drie weken vooraf, schriftelijk, het onderwerp van<br />

de vorming, de namen van de deelnemers en de<br />

data mede te delen waarop hun leden afwezig<br />

wensen te zijn voor het volgen van een syndicale<br />

vorming. Aanvragen die de verwittigingstermijn<br />

niet respecteren, kunnen als niet geldig<br />

beschouwd worden.<br />

Nationale comités:<br />

Essenscia beveelt de ondernemingen aan<br />

om, voor de gehele chemische nijverheid, in<br />

totaal 20 kaderleden per jaar, die een mandaat<br />

uitoefenen als effectief of plaatsvervangend lid<br />

van de ondernemingsraad en/of van het comité<br />

preventie en bescherming op het werk en die lid<br />

zijn van de nationale comités, elk maximum<br />

4 dagen per jaar toe te staan om deel te<br />

nemen aan de vergaderingen van de nationale<br />

comités die door de ondertekenende syndicale<br />

organisaties ingericht worden.<br />

De syndicale organisaties zullen aan de Belgische<br />

federatie van de chemische industrie en van life<br />

sciences VZW (essenscia), elk jaar ten laatste voor<br />

31 januari de namen van de 20 kaderleden laten<br />

kennen alsmede de ondernemingen waar zij<br />

tewerkgesteld zijn.<br />

57


58<br />

18<br />

Oprichting van een fonds voor<br />

bestaanszekerheid en vaststelling<br />

van zijn statuten<br />

Collectieve Arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011<br />

Artikel 1<br />

Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958<br />

betreffende de fondsen van bestaanszekerheid,<br />

heeft het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst gesloten tot oprichting van<br />

een Fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de<br />

statuten hierna worden vastgesteld.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder het<br />

Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid en op alle werknemers<br />

verbonden aan hun werkgever door middel van<br />

een arbeidsovereenkomst van bediende.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />

uitwerking met ingang van 1 juli 2011 en is<br />

gesloten voor onbepaalde duur.<br />

Zij kan worden opgezegd door een der<br />

partijen, mits een opzegging van zes maanden,<br />

betekend bij een ter post aangetekende<br />

brief aan de voorzitter en aan de organisaties<br />

vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />

termijn van zes maanden begint te lopen vanaf<br />

de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />

voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />

geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />

de hoogte van deze opzegging.<br />

Statuten<br />

hoofdstuk 1 - Benaming en zetel<br />

Artikel 1<br />

Met ingang van 1 juli 2011 wordt een Fonds<br />

voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid opgericht, “Sociaal<br />

Fonds voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid” genaamd, hierna genoemd het Fonds.<br />

De zetel van het Sociaal Fonds voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid is<br />

gevestigd te Auguste Reyerslaan 80, 1030 Brussel.<br />

hoofdstuk 2 - doel<br />

Artikel 2<br />

Het Fonds verzekert de financiering, de<br />

toekenning en de vereffening van sociale<br />

voordelen, vastgesteld door collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, algemeen verbindend verklaard<br />

bij koninklijk besluit, ten voordele van de<br />

bedienden, tewerkgesteld in de ondernemingen<br />

die onder de bevoegdheid van voornoemd<br />

paritair comité ressorteren:<br />

• een sociaal voordeel zoals bedoeld in artikel<br />

19 § 2, 7° van het Koninklijk Besluit van 28<br />

november 1969 tot uitvoering van de Wet van<br />

27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet<br />

van 28 december 1944 betreffende de<br />

maatschappelijke zekerheid van de arbeiders,<br />

• de syndicale vorming van de<br />

vertegenwoordigers van de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid,<br />

• de vorming van de vertegenwoordigers van<br />

de werkgevers uit de scheikundige nijverheid.


hoofdstuk 3 - financiering<br />

Artikel 3<br />

Het Fonds beschikt over de bijdragen gestort<br />

door de werkgevers ressorterend onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

over de opbrengst van de intresten van de<br />

kapitalen.<br />

Artikel 4<br />

Het bedrag van de werkgeversbijdrage moet<br />

worden vastgesteld door middel van een<br />

algemeen verbindend verklaarde collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Artikel 4bis<br />

De berekening van de bijdragen geschiedt<br />

derwijze dat een financiële reserve wordt<br />

verzekerd die overeenstemt met 10 % van het<br />

bedrag van de werkgeversbijdragen van het<br />

voorgaande dienstjaar, met dien verstande dat<br />

men rekening moet houden met het bedrag dat<br />

voortvloeit uit het toevoegen van de intresten,<br />

verworven uit de bijdragemassa.<br />

Deze reserve is bestemd voor de uitbetaling<br />

van de sociale voordelen zoals omschreven in<br />

artikel 2 en voor de bijdrage inzake syndicale<br />

vorming, bedoeld in artikel 7 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 betreffende<br />

de syndicale vorming, gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Het bedrag van de werkgeversbijdragen wordt<br />

herzien indien:<br />

• de opbrengst van de bijdragen de financiële<br />

reserve boven de in het eerste lid vermelde<br />

10 % doet stijgen.<br />

• de opbrengst van de bijdragen niet meer<br />

volstaat om de voorziene financiële reserve<br />

van 10 % te waarborgen.<br />

De uitvoering van artikelen 4 en 4 bis mag niet<br />

gebonden worden aan de onderhandeling van<br />

bepaalde eisen.<br />

Artikel 5<br />

De bijdragen worden geïnd en ingevorderd<br />

door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />

bij toepassing van artikel 7 van de wet van<br />

7 januari 1958 betreffende de fondsen voor<br />

bestaanszekerheid.<br />

Artikel 6<br />

De administratiekosten van het Fonds worden<br />

elk jaar vastgesteld door het beheerscomité,<br />

voorzien in artikel 9. Deze kosten worden gedekt<br />

door de renten van de kapitalen voortkomende<br />

van de storting van de bijdragen bedoeld in de<br />

artikelen 3 en 4 en eventueel door een afhouding<br />

op deze bijdragen, waarvan het bedrag wordt<br />

vastgesteld door het beheerscomité.<br />

hoofdstuk 4 - rechthebbenden en<br />

toekenningsmodaliteiten<br />

Artikel 7<br />

De bedienden waarvan sprake in artikel 2 hebben<br />

recht op sociale voordelen waarvan het bedrag,<br />

de aard en de toekenningsvoorwaarden worden<br />

bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten,<br />

gesloten in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit scheikundige nijverheid en<br />

algemeen verbindend verklaard bij koninklijk<br />

besluit.<br />

Artikel 8<br />

De vereffening van de voordelen kan in geen<br />

geval afhankelijk worden gemaakt van de<br />

betaling van de bijdrage, verschuldigd door de<br />

werkgevers en vastgesteld overeenkomstig de<br />

bepalingen van artikel 4.<br />

59


60<br />

hoofdstuk 5 - Beheer<br />

Artikel 9<br />

Het Fonds wordt beheerd door een<br />

beheerscomité, bestaande uit tien effectieve<br />

leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende<br />

leden.<br />

De helft van deze leden wordt aangeduid door<br />

en onder de leden van het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, benoemd op voordracht van de<br />

beroepsorganisatie van de werkgevers ; de<br />

andere helft van de leden wordt aangeduid door<br />

en onder de effectieve en plaatsvervangende<br />

leden van hetzelfde paritair comité die de<br />

bedienden vertegenwoordigen. De leden van<br />

dit beheerscomité worden aangesteld voor een<br />

periode gelijk aan deze van hun mandaat van lid<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

De plaatsvervangende leden vervangen<br />

de afwezige effectieve leden met dezelfde<br />

bevoegdheden.<br />

Het mandaat van effectief of plaatsvervangend<br />

lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer<br />

het mandaat bij het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid een<br />

einde neemt of wegens ontslag gegeven door<br />

de verantwoordelijke organisatie. Het nieuwe<br />

lid voltooit het mandaat van degene die hij<br />

vervangt.<br />

De mandaten van effectief of plaatsvervangend<br />

lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde<br />

voorwaarden als waaronder zij worden<br />

aangeduid.<br />

Artikel 10<br />

De beheerders van het Fonds gaan geen<br />

enkele persoonlijke verplichting aan in verband<br />

met de verbintenissen van het Fonds. Hun<br />

verantwoordelijkheid beperkt zicht tot de<br />

uitvoering van het mandaat van beheerder dat<br />

zij hebben ontvangen.<br />

Artikel 11<br />

Elk jaar kiest het beheerscomité onder zijn leden<br />

een voorzitter en een ondervoorzitter. Het duidt<br />

eveneens de perso(o)n(en) aan die met het<br />

secretariaat word(t) (en) belast.<br />

Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap<br />

worden beurtelings toevertrouwd aan een lid van<br />

de werknemersafvaardiging en aan een lid van<br />

de werkgeversafvaardiging.<br />

Artikel 12<br />

Het beheerscomité beschikt over de meest<br />

uitgebreide rechten voor het beheer en de<br />

administratie van het Fonds, zonder nochtans<br />

te schaden aan de wettelijke bepalingen of<br />

aan deze die door de huidige statuten worden<br />

voorbehouden aan het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 13<br />

Het beheerscomité vergadert minstens éénmaal<br />

per jaar in de zetel van het Fonds, hetzij op<br />

uitnodiging van de voorzitter ambtshalve<br />

handelend, hetzij op vraag van tenminste de<br />

helft van de leden van het beheerscomité of<br />

op vraag van een van de vertegenwoordigde<br />

organisaties.<br />

Artikel 14<br />

Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in<br />

aanwezigheid van minstens de helft van de leden<br />

behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />

minstens de helft van de leden behorende tot de<br />

werkgeversafvaardiging.<br />

Artikel 15<br />

§ 1 - Wanneer er moet worden overgegaan tot<br />

een stemming, moet een gelijk aantal leden van<br />

elke afvaardiging deelnemen aan de stemming.<br />

De beslissingen worden met meerderheid<br />

van twee derden van de uitgebrachte<br />

stemmen genomen. Alleen de effectieve of<br />

plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd.<br />

§ 2 - Het beheerscomité zal een huishoudelijk<br />

reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn<br />

werking nader zal omschrijven.


hoofdstuk 6 - Controle<br />

Artikel 16<br />

Overeenkomstig artikel 12 van de wet<br />

van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />

bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van<br />

18 december 1968, zal het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

een revisor of een accountant aanduiden om het<br />

beheer van het Fonds te controleren. Deze moet<br />

minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen<br />

bij het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid. Bovendien zal<br />

hij het beheerscomité regelmatig inlichten<br />

over de resultaten van zijn onderzoek en de<br />

aanbevelingen doen die hij nodig acht.<br />

hoofdstuk 7 - Balans en rekeningen<br />

Artikel 17<br />

Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot<br />

31 december.<br />

De rekeningen van het verlopen jaar worden<br />

op 31 december van elk jaar afgesloten. Het<br />

beheerscomité, evenals de door het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid krachtens artikel 16 aangeduide<br />

revisor of accountant, overhandigen elk aan<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag<br />

betreffende de uitvoering van hun opdracht<br />

tijdens het verlopen jaar.<br />

De balans, evenals de voornoemde jaarlijkse<br />

verslagen, moeten uiterlijk in de loop van<br />

het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar<br />

ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

worden voorgelegd.<br />

hoofdstuk 8 - ontbinding en vereffening<br />

Artikel 18<br />

Het Fonds kan worden ontbonden door een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid wijst de vereffenaars<br />

aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en<br />

wijst de bestemming van het vermogen aan.<br />

61


62<br />

19<br />

Sociaal fonds bedienden - bijdrage<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers en op<br />

de bedienden van de ondernemingen die<br />

ressorteren onder het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 2<br />

Ter uitvoering van artikel 4 van de<br />

statuten vastgesteld bij de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011, gesloten<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid, tot oprichting van een<br />

Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling<br />

van zijn statuten, wordt het bedrag van de<br />

bijdrage voor het dienstjaar <strong>2012</strong> vastgesteld op<br />

€ 45 per werknemer onder arbeidsovereenkomst<br />

van bediende, behoudens in geval van<br />

toepassing van artikel 4bis, lid 3 en 4 van de<br />

statuten van het Fonds. Deze bijdrage van € 45<br />

per werknemer onder arbeidsovereenkomst van<br />

bediende is verschuldigd en zal worden geïnd<br />

uitsluitend tijdens het eerste kwartaal van het<br />

jaar <strong>2012</strong>. Deze bijdrage zal geïnd worden door<br />

de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt<br />

in werking op 1 januari <strong>2012</strong> en houdt op van<br />

kracht te zijn op 31 december <strong>2012</strong>.


Toepassingsgebied<br />

20<br />

Toekenning van anciënniteitsverlof<br />

Collectieve Arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten overeenkomstig artikel 7 van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />

nationaal akkoord 2007-2008 voor bedienden,<br />

gesloten op 2 mei 2007 in het Paritair Comité<br />

voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Artikel 3<br />

Voor de ondernemingen waarbij de gemiddelde<br />

arbeidsduur op jaarbasis 38 uur bedraagt,<br />

en voor zover deze ondernemingen geen<br />

gunstigere regelingen terzake toepassen,<br />

wordt, vanaf 1 januari 2008, één bijkomende<br />

dag anciënniteitsverlof toegekend voor de<br />

bedienden met minstens 25 jaar anciënniteit in<br />

de onderneming.<br />

Vanaf 1 januari 2008 wordt de regeling inzake<br />

anciënniteitverlof, voor de ondernemingen<br />

waarbij de gemiddelde arbeidsduur op<br />

jaarbasis 38 u. bedraagt, en voor zover deze<br />

ondernemingen geen gunstigere regelingen ter<br />

zake toepassen, als volgt bepaald:<br />

• 1 dag anciënniteitsverlof na minstens 20 jaar<br />

anciënniteit in de onderneming;<br />

• 2 dagen anciënniteitsverlof na minstens<br />

25 jaar anciënniteit in de onderneming<br />

(maximum 2 dagen anciënniteitsverlof per<br />

kalenderjaar).<br />

Artikel 4<br />

De in artikel 3 van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst vermelde dag(en)<br />

anciënniteitsverlof zal (zullen), voor de<br />

berekening van de eindejaarspremie<br />

voorzien door de sectorale collectieve<br />

arbeidsovereenkomst gesloten ter zake op 12 juli<br />

2007, met werkelijke arbeid worden gelijkgesteld<br />

in het raam van artikel 8 (Gelijkstellingen) van de<br />

voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Geldigheid en opzegging<br />

Artikel 5<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />

werking op 1 januari 2008.<br />

Zij vervangt vanaf 1 januari 2008 de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005, gesloten<br />

in het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid, tot toekenning van een<br />

dag anciënniteitsverlof (K.B. 6 december 2005,<br />

B.S. 27 december 2005)<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />

63


64<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />

toepassing op de werkgevers van de ondernemingen<br />

die ressorteren onder het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid en op alle werknemers gebonden met<br />

hun werkgever door een arbeidsovereenkomst<br />

van bediende.<br />

Artikel 2<br />

Overeenkomstig Titel XIII, hoofdstuk VIII,<br />

afdelingen 1 en 2 van de wet van 27 december<br />

2006 houdende diverse bepalingen, (B.S.<br />

28/12/2006) en in toepassing van de wet<br />

van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />

bestaanszekerheid, sluit het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

een collectieve arbeidsovereenkomst houdende<br />

verlenging van een fonds voor bestaanszekerheid,<br />

genaamd “Fonds voor de bevordering van de<br />

vormings- en tewerkstellingsiniatieven van de<br />

risicogroepen en bedienden in de scheikundige<br />

nijverheid” hierna genoemd “Fonds voor de<br />

beroepsvorming van de bedienden in de<br />

scheikundige nijverheid” en waarvan de statuten<br />

hierna worden vastgelegd.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor de duur van 2 jaar, te weten van 1<br />

januari 2011 tot en met 31 december <strong>2012</strong>.<br />

Zij kan slechts verlengd worden door een nieuwe<br />

collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten in<br />

hetzelfde Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Statuten<br />

hoofdstuk 1 - Benaming en zetel<br />

Artikel 4<br />

Het fonds voor bestaanszekerheid opgericht<br />

met ingang van 1 januari 1991, “Fonds voor<br />

de beroepsvorming van de bedienden in de<br />

scheikundige nijverheid” genaamd, hierna het<br />

Fonds genoemd, waarvan de zetel is gevestigd in<br />

de Brusselse agglomeratie, wordt voor de duur van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.<br />

21<br />

Fonds voor vorming<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 (officieuze coördinatie).<br />

hoofdstuk 2 - doel<br />

Artikel 5<br />

Het doel van het Fonds is om vormings- en<br />

tewerkstellingsactiviteiten te bevorderen<br />

ten voordele van de risicogroepen. Onder<br />

risicogroepen moet men verstaan : de bedienden<br />

van de sector, waarvan de kwalificatie niet<br />

aangepast is of dreigt te zijn aan de vereisten<br />

van de nieuwe technologieën, de jongeren en de<br />

werkzoekenden.<br />

Artikel 6<br />

De taken van het Fonds zijn de volgende :<br />

• enerzijds kan het Fonds de aanwerving<br />

van personen komende uit risicogroepen<br />

rechtstreeks aanmoedigen door de bedrijven<br />

die tot deze aanwervingen overgaan, te<br />

steunen,<br />

• anderzijds kan het de tewerkstelling van<br />

personen uit risicogroepen onrechtstreeks<br />

bevorderen, met name door voor hen<br />

vormingsprogramma’s te organiseren.<br />

Deze taken worden verduidelijkt in de artikelen<br />

7 en 8.<br />

Artikel 7<br />

Gedurende een beperkte periode kan het Fonds<br />

financiële steun verlenen aan de bedrijven die<br />

werkzoekenden in dienst nemen.<br />

Gedurende deze periode kan het Fonds<br />

aanmoedigingsmaatregelen bepalen voor de<br />

vormingsinspanningen, ondernomen door de<br />

betrokken personen.<br />

Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een<br />

bediende in de scheikundige nijverheid wordt<br />

een recht op één dag opleiding m.b.t. algemene<br />

introductie/veiligheid/preventie/ergonomie<br />

ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg<br />

en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet<br />

verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren.<br />

Er wordt, in het kader van de werkzaamheden<br />

van het Fonds voor vorming, bijzondere<br />

aandacht geschonken aan opleiding inzake<br />

algemene introductie/preventie, veiligheid<br />

en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw<br />

aangeworven bedienden.<br />

De sociale partners voor de bedienden van


de scheikundige nijverheid, erkennende dat<br />

vorming een verantwoordelijkheid is van<br />

beide partijen (m.n. van de werkgever en<br />

van de bediende) besluiten dat een paritaire<br />

werkgroep zal worden samengesteld, in de<br />

schoot van het beheerscomité van het Fonds<br />

voor vorming, die zich zal buigen over het thema<br />

vorming en opleiding, zoals voorzien in het<br />

Interprofessioneel Akkoord 2007-2008, voor de<br />

bedienden in de scheikundige nijverheid. De<br />

paritaire werkgroep zal verslag uitbrengen aan<br />

het Paritair Comité voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid tegen 15 december<br />

2007.<br />

De sociale partners voor de bedienden van<br />

de scheikundige nijverheid bevestigen dat<br />

ze met het invoeren van deze maatregelen<br />

gunstig gevolg geven aan de oproep uit het<br />

Interprofessioneel Akkoord 2007-2008 om de<br />

vormingsinspanningen te verhogen.<br />

Artikel 8<br />

De bevordering van het industrieel leerlingwezen<br />

is een van de prioriteiten van het Fonds. Niet<br />

alleen kan het Fonds financiële steun verlenen<br />

aan bedrijven die zo’n project opzetten, maar zijn<br />

rol bestaat er ook in om eventuele initiatieven<br />

genomen door groepen van bedrijven, te<br />

bevorderen en te coördineren.<br />

Het fonds heeft als opdracht om zowel financieel<br />

als op het vlak van coördinatie vormingsprogramma’s<br />

te ondersteunen die ingericht<br />

worden door een organisme of door een bedrijf,<br />

indien deze laatste vorming ook toegankelijk is<br />

voor anderen dan de eigen werknemers van de<br />

onderneming.<br />

De bedrijven in herstructurering of waarvan<br />

de werknemers het risico lopen ontslagen te<br />

worden omwille van het feit dat hun kwalificatie<br />

niet meer beantwoordt aan de vereisten van<br />

de nieuwe technologieën, kunnen zich tot<br />

het Fonds wenden opdat dit laatste bijdraagt<br />

tot hun omscholing door vormings- en<br />

herplaatsingsinitiatieven te nemen.<br />

Het Fonds kan acties ondernemen gericht op het<br />

onderwijs ; deze kunnen bestaan uit:<br />

• steun aan bedrijven die stages voor<br />

leerkrachten organiseren ;<br />

• de financiering van een publiciteitscampagne;<br />

• de financiering van pedagogisch materiaal in<br />

de scholen.<br />

Het Fonds kan een diepgaand onderzoek<br />

instellen naar de tegenwoordige en toekomstige<br />

behoeften van de scheikundige sector op het<br />

vlak van de kwalificaties. Het Fonds behoudt<br />

zich eveneens het recht voor om samen te<br />

werken met al of niet openbare organismen voor<br />

vorming.<br />

Het Fonds kan eveneens eigen<br />

vormingsinitiatieven opzetten ten behoeve van<br />

de groepen vermeld onder artikel 5.<br />

Bovendien zal het Fonds voor Vorming, naast<br />

de reeds bestaande maatregelen, voor de duur<br />

van deze collectieve arbeidsovereenkomst,<br />

bijkomende stimulerende en begeleidende<br />

maatregelen uitwerken ter ondersteuning van:<br />

1. opleidingen in het kader van collectief<br />

ontslag om de tewerkstellingskansen te<br />

bevorderen;<br />

2. opleidingen georganiseerd door<br />

ondernemingen die een opleidingsbeleid<br />

voeren en daartoe een specifiek<br />

opleidingsplan opstellen.<br />

Het beheerscomité van het Fonds zal de<br />

specifieke criteria en modaliteiten hiervan<br />

bepalen.<br />

Tijdens het eerste jaar tewerkstelling van een<br />

bediende in de scheikundige nijverheid wordt<br />

een recht op één dag opleiding m.b.t. algemene<br />

introductie/veiligheid/preventie/ergonomie<br />

ingevoerd. Die dag kan, in onderling overleg<br />

en voor zover dit de arbeidsorganisatie niet<br />

verstoort, eventueel opgesplitst worden in uren.<br />

Er wordt, in het kader van de werkzaamheden<br />

van het Fonds voor vorming, bijzondere<br />

aandacht geschonken aan opleiding inzake<br />

algemene introductie/preventie, veiligheid<br />

en ergonomie, inzonderheid voor de nieuw<br />

aangeworven bedienden.<br />

De sociale partners voor de bedienden van<br />

de scheikundige nijverheid hebben met<br />

het invoeren van deze maatregelen gunstig<br />

gevolg gegeven aan de oproep uit het<br />

Interprofessioneel Akkoord 2007-2008 om de<br />

vormingsinspanningen te verhogen.<br />

hoofdstuk 3 - financiering<br />

Artikel 9<br />

Het Fonds beschikt over de bijdragen gestort<br />

door de werkgevers die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

65


66<br />

bedienden van de scheikundige nijverheid en<br />

de opbrengst van de intresten van de kapitalen.<br />

Artikel 10<br />

De werkgeversbijdrage die aan het Fonds<br />

gestort wordt, bedraagt 0,20 pct. van de<br />

bruto weddemassa van de werknemers onder<br />

arbeidsovereenkomst voor bedienden voor<br />

de periode van 1 januari 2011 tot en met 31<br />

december <strong>2012</strong>; overeenkomstig Titel XIII,<br />

hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 van de wet<br />

van 27 december 2006 houdende diverse<br />

bepalingen, (BS 28/12/2006) en het KB van 19<br />

maart 2007 ter activering van de inspanning ten<br />

voordele van personen die tot de risicogroepen<br />

behoren en van de inspanningen ten bate van de<br />

actieve begeleiding en opvolging van werklozen<br />

voor de periode 2007-2008 (BS 28.03.2007).<br />

Van de hierboven vermelde totaal gestorte<br />

middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage<br />

van 0,05 pct. op de brutolonen van de bedienden<br />

integraal gebruikt worden voor collectieve<br />

opleidingsprojecten.<br />

Een deel van de middelen zal gedurende<br />

de periode van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst in het bijzonder worden<br />

aangewend om volgende 3 projecten vorm te<br />

geven en verder uit te werken:<br />

1. Een betere integratie in de sector van<br />

personen met een handicap<br />

2. Internationale solidariteit<br />

3. Verbetering van de instroom van jongeren<br />

en promotie van de sector bij de jongeren<br />

De concrete modaliteiten en middelen voor deze<br />

3 projecten zullen worden bepaald door het<br />

Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.<br />

De sociale partners van de scheikundige<br />

nijverheid zullen gedurende de periode van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst binnen het<br />

Fonds Vorming eveneens de nodige initiatieven<br />

nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te<br />

verhogen met 5 %.<br />

De bedrijven die gelijkaardige initiatieven<br />

hebben genomen met het oog op de<br />

bevordering van de tewerkstelling van de<br />

risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd<br />

in een collectieve arbeidsovereenkomst,<br />

neergelegd op de griffie van de Algemene<br />

Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van<br />

de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid,<br />

Arbeid en Sociaal Overleg, uiterlijk op 1 oktober<br />

2011 voor het jaar 2011 en uiterlijk op 1 oktober<br />

<strong>2012</strong> voor het jaar <strong>2012</strong> zijn van deze bijdrage<br />

vrijgesteld.<br />

Artikel 11<br />

Voor de periode 2011-<strong>2012</strong> worden de bijdragen<br />

vermeld in artikel 10, als volgt geïnd door de<br />

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid:<br />

• 1e tot 4e kwartaal 2011: nihil<br />

• 1e tot 4e kwartaal <strong>2012</strong>: 0,40% per kwartaal.<br />

Artikel 12<br />

De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de<br />

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in toepassing<br />

van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958<br />

betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.<br />

Artikel 13<br />

De administratiekosten van het Fonds worden elk<br />

jaar vastgesteld door het beheerscomité voorzien<br />

in artikel 16. Deze kosten worden gedekt door de<br />

renten van de kapitalen voortkomende van de<br />

storting van de bijdrage bedoeld in artikel 11, en<br />

eventueel door een afhouding op deze bijdrage,<br />

waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het<br />

beheerscomité.<br />

Artikel 14<br />

Voor de dossiers voor de periode lopende vanaf<br />

1 januari 2008 ingediend bij het fonds volgens de<br />

door het beheerscomité vastgestelde regels kan<br />

een onderneming van het fonds nooit een bedrag<br />

verkrijgen dat hoger is dan het bedrag dat zij voor<br />

haar bedienden gestort heeft sedert 1 januari<br />

2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 %.<br />

Indien het gaat om een groep van<br />

ondernemingen die gezamenlijk handelen,<br />

mag het van het vormingsfonds te verkrijgen<br />

maximum bedrag nooit hoger zijn dat de som van<br />

de bijdragen die gestort werden sedert 1 januari<br />

2008 uit hoofde van een bijdrage van 0,15 %,<br />

behoudens uitzonderingen goedgekeurd door het<br />

beheerscomité van het “Vormingsfonds”.<br />

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de vier<br />

vorige alinea’s, kan evenwel het beheerscomité<br />

van het vormingsfonds, voor de duur van deze<br />

<strong>CAO</strong>, beslissen of het een terugbetaling voorziet<br />

die het bedrag zoals bepaald in de vorige alinea’s<br />

overschrijdt, maar die in dit geval geplafonneerd<br />

is tot 5.000 euro per jaar overeenkomstig door het<br />

beheerscomité van het vormingsfonds te bepalen<br />

regels.<br />

Als uitzondering op hetgeen bepaald is in de drie<br />

vorige alinea’s, kan evenwel het beheerscomité


van het vormingsfonds, voor de duur van deze<br />

cao, overeenkomstig de door het beheerscomité<br />

te bepalen regels, beslissen dat het een<br />

financiële tussenkomst toekent aan de bedrijven<br />

die, zoals voorzien in artikel 10, gelijkaardige<br />

initiatieven hebben genomen met het oog op<br />

de bevordering van de tewerkstelling van de<br />

risicogroepen, en deze hebben bekrachtigd<br />

in een cao van de onderneming of van een<br />

groep van ondernemingen, neergelegd op de<br />

griffie van de Algemene Directie Collectieve<br />

Arbeidsbetrekkingen van de Federale<br />

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en<br />

Sociaal Overleg.<br />

Artikel 15<br />

De projecten die op directe wijze worden<br />

gefinancierd door het beheerscomité van het<br />

Fonds, mogen nooit bedragen ontvangen die<br />

hoger zijn dan het saldo van de middelen van het<br />

Fonds na sluiting van het boekjaar en aanzuivering<br />

van de schuldvorderingen van de ondernemingen,<br />

die een project hebben ingediend dat door het<br />

beheerscomité is aanvaard.<br />

hoofdstuk 4 - Beheer<br />

Artikel 16<br />

Het Fonds wordt beheerd door een<br />

beheerscomité, bestaande uit tien effectieve<br />

leden en een zelfde aantal plaatsvervangende<br />

leden.<br />

De helft van deze leden wordt aangeduid door<br />

de leden die de beroepsorganisatie van de<br />

werkgevers vertegenwoordigen in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid ; de andere helft wordt aangeduid<br />

door de leden van het Paritair Comité, die de<br />

werknemers vertegenwoordigen.<br />

De plaatsvervangende leden vervangen<br />

de afwezige effectieve leden met dezelfde<br />

bevoegdheden.<br />

Het mandaat van effectief of plaatsvervangend<br />

lid eindigt door ontslag, overlijden, wanneer het<br />

mandaat na 4 jaar een einde neemt, of wegens<br />

ontslag gegeven door de verantwoordelijke<br />

organisatie. Het nieuwe lid voltooit het mandaat<br />

van degene die hij vervangt.<br />

De mandaten van effectief of plaatsvervangend<br />

lid zijn hernieuwbaar, onder dezelfde<br />

voorwaarden als die waaronder zij worden<br />

aangeduid.<br />

Artikel 17<br />

De voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid maakt<br />

deel uit van het beheerscomité naast de 10 leden<br />

voorzien in artikel 16.<br />

Artikel 18<br />

De duur van het mandaat van voorzitter<br />

en van ondervoorzitter bedraagt twee jaar.<br />

Het voorzitterschap wordt beurtelings<br />

waargenomen door een persoon, aangewezen<br />

door de Federatie der chemische nijverheid<br />

tussen de leden van het beheerscomité, en<br />

door een persoon, aangewezen door de<br />

vertegenwoordigers van de werknemers tussen<br />

de leden van het beheerscomité. Voor het<br />

ondervoorzitterschap geldt dezelfde regeling.<br />

Voorzitter en ondervoorzitter mogen niet deel<br />

uitmaken van dezelfde delegatie.<br />

Artikel 19<br />

Het beheerscomité stelt de regels voor de<br />

werking van het Fonds op met de bedoeling<br />

om de opdrachten van het Fonds, zoals deze in<br />

artikels 7, 8 en 9 opgesomd zijn, te vervullen.<br />

Deze regels worden goedgekeurd door het<br />

paritair comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 20<br />

De beheerders van het Fonds gaan geen<br />

enkele persoonlijke verplichting aan in verband<br />

met de verbintenissen van het Fonds. Hun<br />

verantwoordelijkheid beperkt zich tot de<br />

uitvoering van het beheersmandaat dat zij<br />

hebben ontvangen.<br />

Artikel 21<br />

Het beheerscomité beschikt over de meest<br />

uitgebreide rechten voor het beheer en de<br />

administratie van het Fonds, zonder nochtans<br />

te schaden aan de wettelijke bepalingen of aan<br />

deze welke door de huidige statuten worden<br />

voorbehouden aan het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 22<br />

Het beheerscomité vergadert minstens<br />

tweemaal per jaar, hetzij op uitnodiging van<br />

de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op<br />

vraag van tenminste de helft van de leden van<br />

het beheerscomité of op vraag van een van de<br />

vertegenwoordigde organisaties.<br />

67


68<br />

Artikel 23<br />

Het beheerscomité kan slechts geldig beslissen in<br />

aanwezigheid van minstens de helft van de leden<br />

behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />

minstens de helft van de leden behorende tot de<br />

werkgeversafvaardiging.<br />

Artikel 24<br />

Wanneer moet worden overgegaan tot een<br />

stemming, moet een gelijk aantal leden van elke<br />

afvaardiging deelnemen aan de stemming.<br />

De beslissingen worden met meerderheid<br />

van twee derden van de uitgebrachte<br />

stemmen genomen. Alleen de effectieve of<br />

plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd.<br />

Artikel 25<br />

Het beheerscomité zal een huishoudelijk<br />

reglement opstellen, dat de modaliteiten van zijn<br />

werking nader zal omschrijven.<br />

Artikel 26<br />

Het Beheerscomité van het Fonds stelt een<br />

projectcommissie samen. De opdracht van<br />

deze commissie bestaat in het geven van een<br />

technisch en kwalitatief advies over de dossiers<br />

voor aanvragen die bij het Fonds ingediend zijn.<br />

Het beheerscomité bepaalt de samenstelling en<br />

de werkingsregels van deze commissie<br />

hoofdstuk 5 - Controle<br />

Artikel 27<br />

Overeenkomstig artikel 12 van de wet<br />

van 7 januari 1958 op de fondsen voor<br />

bestaanszekerheid, gewijzigd door de wet van<br />

18 december 1968, zal het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

een expert-boekhouder aanduiden om het<br />

beheer van het Fonds te controleren. Deze moet<br />

minstens éénmaal per jaar verslag uitbrengen<br />

bij het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid. Bovendien zal<br />

hij het Beheerscomité regelmatig inlichten<br />

over de resultaten van zijn onderzoek en de<br />

aanbevelingen doen die hij nodig acht.<br />

hoofdstuk 6 - Balans en rekeningen<br />

Artikel 28<br />

Het sociaal dienstjaar loopt van 1 januari tot 31<br />

december.<br />

De rekeningen van het verlopen jaar worden<br />

op 31 december van elk jaar afgesloten. Het<br />

beheerscomité, evenals de door het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid krachtens artikel 27 aangeduide<br />

expert-boekhouder, overhandigen elk aan<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid een schriftelijk verslag<br />

betreffende de uitvoering van hun opdracht<br />

tijdens het verlopen jaar<br />

De balans, evenals voornoemde jaarlijkse<br />

verslagen, moeten uiterlijk in de loop van<br />

het tweede kwartaal van het burgerlijk jaar<br />

ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

worden voorgelegd.<br />

hoofdstuk 7 - ontbinding en vereffening<br />

Artikel 29<br />

Ingeval van ontbinding beslist het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid over de bestemming van de goederen<br />

en waarden van het Fonds na betaling van het<br />

passief, en geeft aan deze goederen en waarden<br />

een bestemming die in overeenstemming is met<br />

het doel waartoe het Fonds werd opgericht.<br />

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid duidt de vereffenaars<br />

aan onder de effectieve leden van het<br />

beheerscomité.


22<br />

Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten<br />

van bepaalde duur<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten overeenkomstig artikel 18 van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />

nationaal akkoord 2007-2008 voor bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid, gesloten<br />

op 2 mei 2007 in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 3<br />

Wanneer een bediende na afloop van<br />

opeenvolgende contracten van bepaalde duur,<br />

voor dezelfde functie en zonder onderbreking<br />

van meer dan 4 weken wordt aangenomen met<br />

een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur<br />

dan blijft de reeds opgebouwde anciënniteit<br />

in het kader van de overeenkomsten van<br />

bepaalde duur behouden en zal er geen nieuwe<br />

proefperiode worden overeengekomen.<br />

Deze regel geldt op voorwaarde dat<br />

de totale duur van de opeenvolgende<br />

arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur<br />

minstens gelijk is aan in totaal minimum<br />

6 of 12 maanden voor zover, in overeenstemming<br />

met artikel 67, § 2 van de wet van 3 juli 1978<br />

betreffende de arbeids-overeenkomsten,<br />

de proefperiode respectievelijk maximum 6 of 12<br />

maanden kan bedragen naargelang het jaarlijks<br />

loon niet hoger of hoger is dan de loondrempel<br />

vermeld in artikel 67, § 2 van de wet van 3 juli 1978<br />

op de arbeidsovereenkomsten.<br />

De regel is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten<br />

van onbepaalde duur gesloten<br />

na 2 mei 2007.<br />

geldigheid en opzegging<br />

Artikel 4<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />

werking op 2 mei 2007.<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />

69


70<br />

Verlof wegens bijzondere gebeurtenissen<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en op<br />

de werknemers verbonden met hun werkgever<br />

door middel van een arbeidsovereenkomst van<br />

bediende.<br />

Artikel 2<br />

Onverminderd de bepalingen van het koninklijk<br />

besluit van 28 augustus 1963 (BS van 11.09.1963),<br />

gewijzigd bij de koninklijke besluiten van<br />

9.07.1970 (BS van 14.07.1970); van 22.07.1970<br />

(BS van 18.09.1970) en van 18.10.1975 (BS van<br />

15.01.1976), van 16.01.1978 (BS 11.02.1978), van<br />

12.08.1981 (BS 01.09.1981), van 08.06.1984 (BS<br />

16.06.1984), van 27.02.1989 (BS 14.03.1989), van<br />

07.02.1991 (BS 15 en 16.02.1991), van 22.03.1999<br />

(BS 02.04.1999), van 09.01.2000 (BS 02.02.2000),<br />

de Wet van 10 augustus 2001 (BS 15.09.2001), de<br />

Wet van 9 juli 2004 (BS 15.07.2004), de Wet van<br />

27 april 2007 (BS 8.05.2007) en de Wet van 13<br />

april 2011 (BS 10.5.2011) hebben de bij artikel 1<br />

vermelde werknemers het recht, met behoud van<br />

hun normaal loon, hun werk te verzuimen, voor<br />

de hierna bepaalde duur:<br />

1. huwelijk van de werknemer<br />

Drie opeenvolgende werkdagen (de zaterdag<br />

of eender welke gewone inactiviteitsdag<br />

wordt beschouwd als werkdag) te kiezen<br />

door de werknemer tijdens de week waarin de<br />

gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />

volgende week.<br />

23<br />

Kort verzuim<br />

2. Plechtige communie van een kind van de<br />

werknemer of van zijn (haar) echtgeno(o)te<br />

Een dag te nemen tijdens de week waarin de<br />

gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />

volgende week.<br />

3. deelname van een kind van de werknemer<br />

of van zijn (haar) echtgenote aan het feest<br />

van de “vrijzinnige jeugd” daar waar dit<br />

feest plaats heeft<br />

Een dag te nemen tijdens de week waarin de<br />

gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daarop<br />

volgende week.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei<br />

1976 (KB 13 september 1976; BS 23.10.1976) en<br />

wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Ze<br />

treedt in werking op 1 juli 2011.<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd,<br />

mits een opzegging van drie maanden, betekend<br />

bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />

de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />

termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />

de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />

voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />

geldt als bewijs.


Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit paritair comité.<br />

Artikel 2<br />

Behalve in het geval waarin de werkgevers zelf<br />

het vervoer van hun bedienden organiseren en<br />

financieren wordt de bijdrage van de werkgevers<br />

in de vervoerkosten gedragen door de bedienden<br />

vanaf 1 februari 2009 vastgesteld overeenkomstig<br />

de bepalingen van artikelen 3<br />

en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

Bijdrage van de werkgevers<br />

24<br />

Vervoer van de bedienden<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009.<br />

Artikel 3<br />

§ 1 - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer<br />

Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer<br />

betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in<br />

deprijs van het gebruikte vervoerbewijs vanaf<br />

1 februari 2009 berekend worden op basis van<br />

de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in<br />

artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten<br />

§ 2 - Gemeenschappelijk openbaar vervoer,<br />

met uitzondering van het treinvervoer<br />

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar<br />

vervoer, met uitzondering van het treinvervoer,<br />

wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van<br />

de werkgever in de prijs van de abonnementen<br />

vanaf 5 km bepaald volgens de modaliteiten<br />

als opgenomen in artikel 4 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 19 octies van 20 februari<br />

2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />

§3 - Gecombineerd gemeenschappelijk<br />

openbaar vervoer<br />

Voor wat betreft het gecombineerd<br />

gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf<br />

1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever<br />

in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens<br />

de modaliteiten als opgenomen in artikel 5 en<br />

artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de<br />

Nationale Arbeidsraad.<br />

§ 4 – Gemeenschappelijk openbaar vervoer op<br />

het grondgebied van een andere lidstaat<br />

Voor wat betreft het gemeenschappelijk<br />

openbaar vervoer op het grondgebied van een<br />

andere lidstaat wordt vanaf 1 februari 2009 de<br />

tussenkomst van de werkgever in de prijs van het<br />

vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten<br />

als opgenomen in artikel 7 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari<br />

2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.<br />

onmogelijkheid om in normale<br />

omstandigheden een openbaar<br />

gemeenschappelijk vervoermiddel te<br />

gebruiken<br />

Artikel 4<br />

Indien de bediende onmogelijk in<br />

normale omstandigheden een openbaar<br />

gemeenschappelijk vervoermiddel kan<br />

gebruiken wegens de geografische ligging van<br />

de onderneming of ingevolge de toegepaste<br />

uurroosters, wordt de bijdrage van de werkgevers<br />

uitgebreid tot de bedienden die verplicht zijn een<br />

particulier vervoermiddel te gebruiken<br />

De tussenkomst van de werkgevers bij gebruik<br />

van een ander vervoermiddel dan het openbaar<br />

vervoer voor een afgelegde afstand die minstens<br />

5 kilometer moet bedragen, blijft vanaf 1<br />

februari 2009 gekoppeld aan de vroegere tabel<br />

(in uitvoering van de Wet van 27 juli 1962 tot<br />

vaststelling van een werkgeversbijdrage in het<br />

verlies geleden door de NMBS ingevolge de<br />

uitgifte van abonnementen voor werklieden en<br />

bedienden) op basis van het gemiddelde van 60%,<br />

zoals opgenomen in bijlage en aangepast op<br />

1 februari van ieder jaar aan de nieuwe tarieven.<br />

71


72<br />

door de werkgevers gedragen vervoerkosten<br />

Artikel 5<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan<br />

de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de<br />

ondernemingen bestaan.<br />

Terugbetalingstijdstip<br />

Artikel 6<br />

De bijdrage van de werkgevers in de<br />

vervoerkosten van de bedienden wordt<br />

maandelijks afgerekend.<br />

Terugbetalingsmodaliteiten<br />

Artikel 7<br />

De bijdrage van de werkgevers in de<br />

vervoerkosten van de bedienden is afhankelijk<br />

van de aflevering door de bedienden van,<br />

naargelang het geval, een of meerdere van de<br />

hierna vermelde attesten:<br />

a) het speciaal getuigschrift uitgegeven door<br />

de Nationale Maatschappij der Belgische<br />

Spoorwegen voor de treinkaart voor vervoer<br />

per trein;<br />

b) een officieel document dat de afgelegde<br />

afstand, van minstens 5 km, vermeldt, voor<br />

het regelmatig gebruik van een of meerdere<br />

andere gemeenschappelijke openbaar<br />

vervoermiddelen dan de trein;<br />

c) een verklaring, ondertekend door de<br />

bedienden, waaruit blijkt dat zij regelmatig<br />

een ander vervoermiddel gebruiken dan deze<br />

vermeld onder a en b hierboven over een<br />

afstand die minstens 5 km bereikt<br />

Artikel 8<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

deze van 14 mei 2001, gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, betreffende het vervoer van de<br />

bedienden, algemeen verbindend verklaard<br />

bij koninklijk besluit van 23 april 2002,<br />

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van<br />

30 mei 2002.<br />

Artikel 9<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />

werking op 1 februari 2009 en is gesloten voor<br />

een onbepaalde tijd.<br />

Zij kan door elk van de partijen worden<br />

opgezegd mits een opzeggingstermijn van<br />

drie maanden wordt betekend bij een ter post<br />

aangetekende brief, gericht aan de voorzitter<br />

van het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid. De opzeggingstermijn<br />

vangt aan op de dag van de betekening.


Afstand<br />

Km<br />

(Eur)<br />

Week<br />

Wekelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

1 maand<br />

Maandelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

3 maanden<br />

Driemaandelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

12 maanden<br />

Jaarlijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

1 4,50 14,85 42,00 149,50<br />

2 5,00 16,50 46,50 165,75<br />

3 5,45 18,20 50,95 181,45<br />

4 5,95 19,90 55,45 197,70<br />

5 6,40 21,30 59,90 213,35<br />

6 6,85 22,70 63,85 227,35<br />

7 7,20 24,10 67,20 240,80<br />

8 7,60 25,50 71,10 254,80<br />

9 8,05 26,90 75,05 268,25<br />

10 8,45 28,00 78,95 281,70<br />

11 8,90 29,90 83,45 297,80<br />

12 9,35 31,00 87,40 311,35<br />

13 9,85 32,95 91,45 327,75<br />

14 10,20 34,10 95,40 341,35<br />

15 10,70 35,80 99,40 355,00<br />

16 11,10 37,05 103,75 370,50<br />

17 11,50 38,20 107,75 384,20<br />

18 11,95 39,90 111,70 398,45<br />

19 12,40 41,20 115,55 413,55<br />

20 12,80 42,90 119,55 427,30<br />

21 13,25 44,05 123,55 441,60<br />

22 13,70 45,90 128,00 456,90<br />

23 14,15 47,25 132,50 472,30<br />

24 14,70 48,40 136,50 486,70<br />

25 15,00 50,10 139,95 500,55<br />

26 15,60 51,45 144,50 516,75<br />

27 15,90 53,20 148,55 530,60<br />

28 16,45 54,35 152,60 544,50<br />

29 16,75 56,05 156,65 558,95<br />

30 17,05 57,20 160,70 572,80<br />

31 - 33 18,05 59,95 168,20 600,05<br />

34 - 36 19,20 64,30 179,95 643,70<br />

37 - 39 20,55 68,55 191,90 686,00<br />

40 - 42 21,95 72,70 203,75 727,80<br />

43 - 45 23,10 77,20 216,45 772,75<br />

46 - 48 24,50 81,40 227,65 813,95<br />

49 - 51 25,60 85,75 240,00 857,65<br />

73


74<br />

Afstand<br />

Km<br />

(Eur)<br />

Week<br />

Wekelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

1 maand<br />

Maandelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

3 maanden<br />

Driemaandelijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

(Eur)<br />

12 maanden<br />

Jaarlijkse bijdrage<br />

van de werkgever<br />

52 - 54 26,65 88,65 248,60 888,45<br />

55 - 57 27,60 91,75 256,05 914,50<br />

58 - 60 28,40 94,85 265,20 947,25<br />

61 - 65 29,35 97,95 275,20 982,80<br />

66 - 70 31,05 103,45 289,05 1032,05<br />

71 - 75 32,70 108,20 302,55 1080,00<br />

76 - 80 34,00 112,75 315,65 1126,45<br />

81 - 85 35,45 117,75 329,80 1176,75<br />

86 - 90 36,75 122,35 342,35 1223,60<br />

91 - 95 38,20 127,40 356,70 1274,65<br />

96 - 100 39,50 131,85 369,45 1319,85<br />

101 - 105 40,90 136,75 383,40 1369,40<br />

106 - 110 42,30 141,65 397,40 1419,15<br />

111 - 115 44,30 147,00 410,90 1466,95<br />

116 - 120 45,80 152,20 425,70 1519,60<br />

121 - 125 47,10 156,75 438,60 1566,05<br />

126 - 130 48,45 161,50 452,20 1614,35<br />

131 - 135 49,90 166,55 465,90 1665,35<br />

136 - 140 51,20 171,05 478,85 1711,35<br />

141 - 145 52,50 175,60 491,85 1757,40<br />

146 - 150 54,50 182,35 510,75 1824,35<br />

151 - 155 55,80 184,95 518,55 1852,25<br />

156 - 160 57,10 189,50 531,55 1898,35<br />

161 - 165 58,40 194,70 544,50 1944,40<br />

166 - 170 59,70 199,25 557,50 1990,50<br />

171 - 175 61,00 203,80 570,45 2036,55<br />

176 - 180 62,30 208,35 583,45 2082,65<br />

181 - 185 63,60 212,85 595,80 2128,70<br />

186 - 190 65,55 217,40 608,75 2174,80<br />

191 - 195 66,85 221,95 621,75 2220,90<br />

196 - 200 68,15 226,50 634,70 2266,95<br />

Vanaf februari <strong>2012</strong><br />

Eveneens geldig voor de berekening van de prijs voor treinkaarten in gemengd verkeer NMBS/De Lijn/TEC.<br />

De totale afstand mag niet korter zijn dan 3km. Afstanden NMBS beperkt tot 150km.


25<br />

Aanwerving uitzendkracht: proefperiode<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

is, overeenkomstig artikel 1 hierboven,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten in uitvoering van artikel 17 van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />

Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />

1 april 2009 in het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 3<br />

In geval een uitzendkracht wordt aangeworven<br />

met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde<br />

gebruiker, vanaf dan de werkgever genoemd, en<br />

dit voor dezelfde functie als waarin hij gedurende<br />

minstens 6 maanden, zonder tussentijdse<br />

onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende<br />

weken, heeft gewerkt, zal er geen proefperiode in<br />

de arbeidsovereenkomst voorzien worden.<br />

De voornoemde regel is van toepassing op de<br />

arbeidsovereenkomsten gesloten vanaf 1 april<br />

2009 voor wat betreft het overeenkomen van een<br />

proefperiode.<br />

geldigheid en opzegging<br />

Artikel 4<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in<br />

werking op 1 april 2009.<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de voorzitter van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.<br />

75


76<br />

26<br />

Zwangerschap en moederschap<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is,<br />

van toepassing op de werkgevers van de<br />

ondernemingen die ressorteren onder de<br />

bevoegdheid van het Paritair Comité voor<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid en<br />

op de bedienden waarvan de functies zijn<br />

opgenomen in de classificatie der functies,<br />

vastgesteld door dit Paritair Comité.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten in uitvoering van artikel 15 van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />

Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />

1 april 2009 in het Paritair Comité voor de<br />

scheikundige nijverheid en artikel 16 van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het<br />

Nationaal Akkoord 2011-<strong>2012</strong> voor bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid, gesloten op<br />

10 mei 2011 in het Paritair Comité voor de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Basisloonwaarborg<br />

Artikel 3<br />

Voor bedienden die omwille van hun<br />

zwangerschap genoodzaakt worden om<br />

gedurende deze periode een andere lagere<br />

functie binnen de onderneming in te vullen<br />

zal het basisloon van de originele functie<br />

gewaarborgd blijven.<br />

Deze regeling doet geen afbreuk aan<br />

gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op<br />

het vlak van de onderneming bestaan.<br />

Terugkomst uit zwangerschaps- of<br />

moederschapsverlof<br />

Artikel 4<br />

Na afloop van het zwangerschaps- of<br />

moederschapsverlof heeft de werkneemster het<br />

recht terug te keren naar haar functie of naar een<br />

gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform<br />

haar arbeidsovereenkomst.<br />

geldigheid en opzegging<br />

Artikel 5<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt<br />

de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei<br />

2009 met betrekking tot een basisloonwaarborg<br />

voor zwangere bedienden (KB 21 februari 2010,<br />

BS 8.04.2010) en is gesloten voor een onbepaalde<br />

duur en treedt in werking op 1 januari 2011.<br />

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd<br />

mits een opzeggingstermijn van drie maanden<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité<br />

voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid. De termijn van drie maanden<br />

begint te lopen vanaf de datum waarop de<br />

aangetekende brief aan de voorzitter wordt<br />

toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.


definities<br />

27<br />

Invoering van een aanvullende<br />

sectoraal pensioenstelsel<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />

Artikel 1<br />

Voor de toepassing van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:<br />

a) Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel: het<br />

pensioenstelsel dat door deze invoering van<br />

een aanvullend sectoraal pensioenstelsel<br />

wordt ingevoerd.<br />

b) Bedienden: de mannelijke en vrouwelijke<br />

bedienden van de Werkgevers die ressorteren<br />

onder het Paritair Comité nr. 207 voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

c) <strong>CAO</strong>: collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

d) FBZ: het Fonds voor bestaanszekerheid<br />

voor het sectoraal pensioenstelsel voor de<br />

bedienden van de scheikundige nijverheid,<br />

met zetel te 1030 Brussel, Auguste Reyerslaan<br />

80, 2de verdieping.<br />

e) KSZ: de Kruispuntbank van de Sociale<br />

Zekerheid.<br />

f) Onderneming: juridische entiteit.<br />

g) Ondernemingspensioenstelsel: het<br />

aanvullend pensioenstelsel dat op<br />

ondernemingsniveau binnen de Werkgever<br />

van toepassing is.<br />

h) PC: het Paritair Comité voor de bedienden uit<br />

de scheikundige nijverheid.<br />

i) Reglement: het Reglement van het<br />

Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor<br />

de scheikundige nijverheid dat als bijlage bij<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gevoegd en er integraal deel van uit maakt.<br />

j) RSZ: Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid.<br />

k) WAP: de Wet van 28 april 2003 betreffende<br />

de aanvullende pensioenen en het<br />

belastingstelsel van die pensioenen en van<br />

sommige aanvullende voordelen inzake<br />

sociale zekerheid.<br />

l) Werkgever : werkgever die ressorteert onder<br />

het PC. De notie Werkgever verwijst naar de<br />

juridische entiteit en niet naar de technische<br />

bedrijfseenheid.<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

2.1.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is<br />

van toepassing op de werkgevers en<br />

de bedienden met uitzondering van de<br />

werkgevers en de bedienden waarvan sprake<br />

in de artikelen 2.2. en 2.3. hieronder.<br />

2.2.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet<br />

van toepassing op de werkgevers en hun<br />

bedienden die op de in artikel 3 van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst voorziene<br />

wijze aantonen dat op 1 januari 2011 alle<br />

bedienden die geviseerd worden door<br />

het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel,<br />

onderworpen zijn aan één of meerdere<br />

Ondernemingspensioenstelsels die<br />

gelijkwaardig of beter zijn dan het<br />

Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.<br />

De gelijkwaardigheid wordt als volgt getoetst:<br />

• De gelijkwaardigheid wordt getoetst per<br />

Onderneming.<br />

• De gelijkwaardigheid wordt getoetst op<br />

het niveau van het pensioenreglement.<br />

• De gelijkwaardigheid wordt getoetst<br />

door voor een voltijds tewerkgestelde<br />

aangeslotene.<br />

o de verwachte verworven reserves van<br />

het Ondernemingspensioenstelsel na<br />

15 jaar aansluiting te vergelijken met de<br />

verwachte verworven reserves van het<br />

Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />

rekening houdend met een bijdrage<br />

van 57,41 euro per kwartaal, een<br />

rendement van 3,25 % per jaar en de in<br />

het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />

aangerekende beheerskosten, en<br />

o het verwachte pensioenkapitaal van<br />

het Ondernemingspensioenstelsel<br />

op eindleeftijd te vergelijken met het<br />

verwachte pensioenkapitaal van het<br />

77


78<br />

Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />

rekening houdend met een bijdrage<br />

van 57,41 euro per kwartaal, een<br />

rendement van 3,25 % per jaar en de in<br />

het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel<br />

aangerekende beheerskosten.<br />

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst<br />

aan de hand van de hierboven gedefinieerde<br />

criteria, met uitsluiting van alle andere mogelijke<br />

toetsingsgronden (zoals bijvoorbeeld verschillen<br />

wat betreft minimale aansluitingsleeftijd,<br />

minimale duur voor het verkrijgen van<br />

verworven rechten, …).<br />

Verklaring en Attest<br />

Artikel 3<br />

3.1.<br />

De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.2.<br />

die buiten het toepassingsgebied van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst wenst te<br />

blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden<br />

van deelname aan het Aanvullend Sectoraal<br />

Pensioenstelsel, stuurt vóór 1 november 2010 per<br />

aangetekend schrijven een verklaring en attest<br />

volgens bijgevoegd model naar het FBZ per<br />

adres: Auguste Reyerslaan 80, 2e verdieping te<br />

1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt<br />

als bewijs.<br />

3.2.<br />

De Werkgever waarvan sprake in artikel 2.3.<br />

die buiten het toepassingsgebied van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst wenst te<br />

blijven en die aldus vrijgesteld wenst te worden<br />

van deelname aan het Aanvullend Sectoraal<br />

Pensioenstelsel, stuurt binnen de 3 maanden<br />

volgende op het evenement, per aangetekend<br />

schrijven een verklaring en attest volgens<br />

bijgevoegd model naar het FBZ per adres:<br />

Auguste Reyerslaan 80, 2e verdieping te 1030<br />

Brussel. De datum van de poststempel geldt als<br />

bewijs.<br />

3.3.<br />

Deze verklaring en dit attest moeten correct en<br />

volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend<br />

zijn door respectievelijk de Werkgever en de<br />

aangeduide actuaris van de pensioeninstelling<br />

van de Werkgever.<br />

Bij gebrek aan tijdig overmaken van deze<br />

verklaring en dit attest volgens de modaliteiten<br />

hierboven, wordt de Werkgever verondersteld<br />

definitief gekozen te hebben om deel te nemen<br />

aan het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel.<br />

De Werkgever zal op eenvoudig verzoek van<br />

het FBZ alle gegevens overmaken die het FBZ<br />

moet toelaten de juistheid van de geattesteerde<br />

gegevens te controleren.<br />

doel<br />

Artikel 4<br />

4.1.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten in uitvoering van artikel 6 van de<br />

binnen het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid op 1 april 2009<br />

gesloten collectieve arbeidsovereenkomst<br />

betreffende het Nationaal Akkoord 2009-2010.<br />

De partijen erkennen dat deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst een correcte en volledige<br />

uitvoering van artikel 6 van de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 1 april 2009 inhoudt.<br />

4.2.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft<br />

als enige doel het invoeren van het Aanvullend<br />

Sectoraal Pensioenstelsel en de regels ervan vast<br />

te leggen.<br />

4.3.<br />

De aanspraken op het aanvullend pensioen<br />

worden bepaald overeenkomstig het Reglement.<br />

opting out is niet voorzien<br />

Artikel 5<br />

Het paritair comité maakt geen gebruik van<br />

de mogelijkheid, voorzien in artikel 9 van<br />

de WAP, om werkgevers toe te laten om de<br />

uitvoering van het Aanvullend Sectoraal<br />

Pensioenstelsel zelf te organiseren via een<br />

Ondernemingspensioenstelsel.<br />

de inrichter<br />

Artikel 6<br />

Als inrichter van het Aanvullend Sectoraal<br />

Pensioenstelsel wordt aangeduid en gemachtigd<br />

het FBZ.<br />

groepsverzekering en de Pensioeninstelling<br />

Artikel 7<br />

Het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel wordt<br />

uitgevoerd via een groepsverzekering die door


de inrichter wordt onderschreven.<br />

inning van de pensioentoelagen<br />

Artikel 8<br />

8.1.<br />

De pensioentoelage zoals gedefinieerd in het<br />

Reglement zal worden geïnd door de RSZ<br />

en zal, binnen de termijnen voorzien in de<br />

overeenkomst die de inrichter zal sluiten met de<br />

RSZ, overgemaakt worden aan de inrichter.<br />

De RSZ zal eveneens de sociale<br />

zekerheidsbijdrage (8,86 %) over deze<br />

pensioentoelage innen.<br />

8.2.<br />

De inrichter zal de aldus geïnde pensioentoelage,<br />

desgevallend verminderd met de door de<br />

inrichter verschuldigde beheers- of andere<br />

kosten, onverwijld doorstorten aan de<br />

pensioeninstelling.<br />

8.3.<br />

Indien de in het collectieve financieringsfonds<br />

aanwezige gelden niet volstaan om het verschil<br />

te financieren tussen enerzijds de door de RSZ<br />

doorgestorte sommen en anderzijds de kost<br />

van de pensioenrechten die op de individuele<br />

pensioenrekening moeten gebracht worden in<br />

functie van de loon- en tewerkstellingsgegevens,<br />

zal het netto bedrag dat op de individuele<br />

pensioenrekeningen gestort en gekapitaliseerd<br />

wordt, verlaagd worden teneinde voldoende<br />

fondsen te creëren in het financieringsfonds.<br />

Werking in de tijd van het Aanvullend<br />

Sectoraal Pensioenstelsel<br />

Artikel 9<br />

In uitvoering van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, treedt het Aanvullend<br />

Sectoraal Pensioenstelsel in werking op<br />

1 januari 2011.<br />

Externe omstandigheden<br />

Artikel 10<br />

Indien wetgeving, rechtspraak of andere externe<br />

omstandigheden ertoe leiden dat de globale<br />

kost die samenhangt met de uitvoering van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt,<br />

engageren de ondertekenaars zich om een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten die<br />

het pensioenreglement op dusdanige wijze<br />

aanpast dat het globale budget gelijkwaardig<br />

blijft.<br />

duurtijd en opzeggingsmodaliteiten van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

Artikel 11<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />

werking op 5 augustus 2010 en wordt gesloten<br />

voor een onbepaalde duur.<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan<br />

door elk van de partijen worden beëindigd<br />

mits een opzegging van zes (6) maanden wordt<br />

betekend per aangetekend schrijven, gericht<br />

aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid.<br />

Bijlagen die integraal deel uitmaken van deze<br />

collectieve arbeidsovereenkomst :<br />

1. Reglement van het Aanvullend Sectoraal<br />

Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid;<br />

2. Model van Verklaring en Attest van buiten<br />

toepassing, zoals bedoeld in artikel 3.2. van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst.<br />

79


80<br />

Bijlage1. reglement van het Aanvullend Sectoraal Pensioenstelsel voor de scheikundige nijverheid<br />

1 Voorwerp<br />

De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene<br />

uitgekeerd wordt, of aan zijn rechthebbende(n) in geval de aangeslotene overlijdt voor de voorziene<br />

e<strong>indd</strong>atum. Het kapitaal kan op vraag van de begunstigde(n) omgezet worden in een lijfrente.<br />

Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de inrichter, de pensioeninstelling, de<br />

werkgevers, de aangeslotenen en hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten<br />

uitgeoefend kunnen worden.<br />

Dit pensioenreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel<br />

invoert.<br />

2 Begripsomschrijving<br />

In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben:<br />

inrichter<br />

Het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid voor wat betreft het aanvullend pensioen van ondernemingen die werknemers<br />

tewerk stellen met het statuut van bediende<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />

pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid.<br />

onderneming<br />

De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

5 augustus 2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid voor wat betreft haar werknemers met een statuut van bediende.<br />

Aangeslotene<br />

1. De werknemer waarvoor de inrichter een pensioenstelsel heeft ingevoerd, en die aan de<br />

aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet (de “actieve aangeslotene” genoemd);<br />

2. Het gewezen personeelslid dat nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig<br />

het pensioenreglement (de “slaper” genoemd).<br />

Pensioeninstelling<br />

De verzekeringsmaatschappij met wie de inrichters een groepsverzekeringscontract sloten, die de<br />

pensioentoezegging die in dit reglement beschreven wordt, uitvoert.<br />

Verworven reserve<br />

Met verworven reserve wordt de reserve waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft<br />

overeenkomstig dit pensioenreglement bedoeld.<br />

3 Aansluiting<br />

De aansluiting is verplicht voor alle werknemers die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst<br />

bij een werkgever op wie de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert van<br />

toepassing is.<br />

Worden evenwel uitgesloten:<br />

• Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II


van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking<br />

stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;<br />

• Werknemers met een arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van een speciaal door of<br />

met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinpassings- en omscholingsprogramma.<br />

• Werknemers met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding).<br />

De aansluiting heeft plaats op de datum waarop de werknemer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet<br />

en ten vroegste op 1 januari 2011.<br />

De aangeslotene zal alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de<br />

pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren,<br />

op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotenen deze inlichtingen of bewijsstukken niet<br />

overmaakt, zullen de inrichter en de pensioeninstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene<br />

met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven wordt niet kunnen<br />

uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een<br />

gebeurlijke late uitbetaling van rechten.<br />

4 de pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt<br />

4.1 het bedrag van de pensioentoelage<br />

De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden voor de e<strong>indd</strong>atum, worden<br />

gefinancierd door trimestriële pensioentoelagen die door de onderneming ten gunste van de<br />

aangeslotene gestort worden aan de pensioeninstelling. De R.S.Z. wordt belast met de inning van<br />

deze pensioentoelagen.<br />

De pensioentoelage met betrekking tot een bepaald trimester zal voor iedere aangeslotene die tijdens<br />

dat trimester tewerkgesteld was, gelijk zijn aan 0,2297 % van het aan de RSZ onderworpen loon,<br />

met een minimum van 57,41 EUR voor dat trimester.<br />

In het loonpercentage en in het bedrag van 57,41 EUR zijn alle beheerskosten voor het sectorale<br />

pensioenstelsel inbegrepen.<br />

Bij uittreding zal nog een pensioentoelage verschuldigd zijn in verhouding tot het loon tijdens<br />

het laatste trimester.<br />

4.2. de aanwending van de pensioentoelage<br />

De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort.<br />

De oprenting gebeurt:<br />

• vanaf de 7de maand na het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben;<br />

• tot op de eerste dag van de maand waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet<br />

gebeuren;<br />

• of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene overlijdt.<br />

4.3. het rendement<br />

De pensioenrekening ontvangt een door de pensioeninstelling gewaarborgd rendement.<br />

Bij uit dienst treden of bij de uitbetaling naar aanleiding van het overlijden of het pensioen zal het<br />

uitgekeerde bedrag gebaseerd zijn op een rendement dat minstens gelijk is aan het rendement dat<br />

vereist is in uitvoering van artikel 24 van de wet betreffende de aanvullende pensioenen.<br />

81


82<br />

4.4. Winstdeelname<br />

De pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname zal<br />

op de individuele pensioenrekening gestort worden.<br />

4..5. uitbetaling<br />

De pensioeninstelling zal de voorziene bedragen zo snel mogelijk uitbetalen.<br />

De pensioeninstelling zal het verschuldigde bedrag op definitieve wijze vaststellen op basis van de laatst<br />

beschikbare gegevens. Voor het laatste kwartaal/de laatste kwartalen waarvoor de gegevens in dit geval<br />

zouden ontbreken, zal de pensioeninstelling m.a.w. de gegevens gebruiken (o.a. loon en arbeidsduur)<br />

van het laatste kwartaal waarvoor zij over gegevens beschikt.<br />

Deze berekening en uitbetaling is definitief en wordt bijgevolg niet meer herzien in functie van de reële<br />

gegevens die later alsnog beschikbaar zouden worden.<br />

Voor zover als nodig worden alle artikelen in dit reglement of in enige verwante tekst die handelen over<br />

de vaststelling van de omvang van het verschuldigde bedrag door dit artikel aangepast zodat dit artikel<br />

onverkort kan worden toegepast.<br />

5. uitkering op de e<strong>indd</strong>atum<br />

5.1. de normale e<strong>indd</strong>atum<br />

De e<strong>indd</strong>atum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en kan<br />

omgezet worden in een rente, wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste<br />

verjaardag van de aangeslotene.<br />

5.2. Blijven werken na 65 jaar (verdaging van de e<strong>indd</strong>atum)<br />

Indien de actieve aangeslotene in dienst is van een onderneming na de normale e<strong>indd</strong>atum van 65 jaar,<br />

blijft de pensioentoelage verschuldigd zo lang hij in dienst blijft, en er wordt een nieuwe e<strong>indd</strong>atum<br />

vastgesteld door de eerdere e<strong>indd</strong>atum telkens met 1 jaar te verlengen.<br />

De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening bekomen<br />

• wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt<br />

• of wanneer zijn arbeidsovereenkomst met de onderneming beëindigd wordt<br />

Voor de aangeslotene die uitgetreden is voor de normale e<strong>indd</strong>atum en zijn verworven reserve bij de<br />

pensioeninstelling gelaten heeft (de slaper), gebeurt de uitkering steeds op de normale e<strong>indd</strong>atum,<br />

onafhankelijk van het feit of hij al dan niet blijven werken is na die datum.<br />

5.3 Vervroegde uitkering<br />

De aangeslotene kan de vervoegde uitkering van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van<br />

60 jaar bekomen :<br />

• op de ingangsdatum van zijn wettelijk pensioen<br />

• of bij brugpensioen.<br />

De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de<br />

e<strong>indd</strong>atum mee.


6. uitkering in geval van overlijden voor de e<strong>indd</strong>atum<br />

Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde recht op de op het ogenblik van het<br />

overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening.<br />

7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves<br />

De reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, zijn verworven door de aangeslotene<br />

indien minstens gedurende vier opeenvolgende trimesters bijdragen betaald werden aan het sectoraal<br />

pensioenstelsel.<br />

Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die nadien<br />

opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.<br />

Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere<br />

pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe<br />

aangeslotene beschouwd.<br />

De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de begunstiging ervan kan niet<br />

overgedragen worden. Er kan geen voorschot op toegekend worden.<br />

8. de aangeslotene verlaat de sector vóór de e<strong>indd</strong>atum<br />

De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst<br />

met een onderneming die onderworpen is aan dit pensioenreglement. tenzij de aangeslotene binnen<br />

de twee trimesters het werk hervat bij een andere onderneming waarop dit pensioenreglement van<br />

toepassing is.<br />

Wanneer het arbeidscontract van de aangeslotene beëindigd wordt om een andere reden dan het<br />

overlijden of het bereiken van de e<strong>indd</strong>atum, en hij niet binnen de twee trimesters het werk hervat bij<br />

een onderneming waarop dit pensioenreglement van toepassing is, heeft de aangeslotene de keuze<br />

tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij rechten kan opeisen op de reserves:<br />

a. hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte laten bij de pensioeninstelling<br />

en op de e<strong>indd</strong>atum of bij overlijden een kapitaal ontvangen;<br />

b. hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever<br />

waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe<br />

werkgever aangesloten wordt;<br />

c. hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioensinstelling die de totaliteit van haar<br />

winsten proportioneel met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten beperkt<br />

als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de<br />

toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders.<br />

Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, wordt hij verondersteld<br />

gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de<br />

pensioenbelofte (punt a. hier voor).<br />

9. de manier van uitkeren<br />

De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat aan hem(n) toekomt, om te<br />

vormen in een lijfrente. De hoogte van de lijfrente wordt bepaald op basis van de op het moment van de<br />

omzetting door de pensioeninstelling gehanteerde tarieven. Een keuze voor een vereffening als lijfrente<br />

moet uiterlijk een maand voor de datum waarop de uitkering aanvangt schriftelijk door de begunstigde<br />

aan de pensioeninstelling meegedeeld worden.<br />

83


84<br />

Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt,<br />

of om een lijfrente die in geval van overlijden van de begunstigde overdraagbaar is op de overlevende<br />

echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont. De rente kan geherwaardeerd<br />

worden.<br />

De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste<br />

vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de begunstigde(n).<br />

Wanneer de lijfrente lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de<br />

begunstigde geen optie tot omzetting in lijfrente. Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen<br />

500 en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van<br />

ieder trimester. De in deze paragraaf vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van<br />

de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen,<br />

toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden, met als basis 1<br />

januari 2004.<br />

10. Begunstigden<br />

10.1. de begunstigde van de uitkering op de e<strong>indd</strong>atum<br />

Indien de aangeslotene in leven is op de e<strong>indd</strong>atum, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de aangeslotene<br />

zelf.<br />

10.2. de begunstigde van de uitkering bij overlijden<br />

Indien de aangeslotene overlijdt vóór de e<strong>indd</strong>atum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden<br />

uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde:<br />

• De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk<br />

gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De<br />

echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat<br />

zij een verschillende woonplaats hebben;<br />

• Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475<br />

tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene;<br />

• Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen;<br />

• Bij ontstentenis de door de aangeslotene per aangetekend schrijven aangeduide perso(o)n(en),<br />

waarbij de laatst verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is;<br />

• Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotenen. Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe<br />

aan de langstlevende;<br />

• Bij ontstentenis de broers en zusters van de aangeslotene, bij plaatsvervulling hun kinderen;<br />

• Bij ontstentenis de wettelijke erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de staat;<br />

• Bij ontstentenis het financieringsfonds<br />

Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld,<br />

In geval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat de volgorde van overlijden<br />

kan bepaald worden, wordt het kapitaal overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de<br />

begunstigde(n).<br />

11. gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen<br />

De RSZ zal de verschuldigde pensioentoelagen via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken.<br />

De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum<br />

waarop zij kennis kreeg van de betalingsachterstand door middel van een op zijn persoonlijk adres<br />

gestuurde brief op de hoogte brengen.


12. informatie<br />

12.1. het pensioenreglement<br />

De tekst van het pensioenreglement is beschikbaar op de website van de pensioeninstelling.<br />

12.2. de pensioenfiche<br />

Ieder jaar brengt de pensioeninstelling elke aangeslotene door middel van een pensioenfiche op de<br />

hoogte van<br />

• het bedrag van de pensioentoelagen,<br />

• de verworven reserve,<br />

• de datum van opeisbaarheid,<br />

• het bedrag van de verworven reserve van het afgelopen jaar,.<br />

12.3. Beheersverslag<br />

De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging ter<br />

beschikking van de aangeslotenen, via de website. Daarin is onder meer de volgende informatie<br />

opgenomen:<br />

• de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die<br />

financiering;<br />

• de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt<br />

gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;<br />

• het rendement van de beleggingen en de kostenstructuur;<br />

• de verdeling van de winst.<br />

13. financieringsfonds<br />

Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal<br />

rendement (prorata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt.<br />

Het fonds wordt gefinancierd door :<br />

• de pensioentoelagen die door de RSZ via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden,<br />

en die nog niet op de individuele pensioenrekening gebracht werden<br />

• de reserves waarop de aangeslotene geen aanspraak kan maken<br />

• de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is.<br />

De pensioeninstelling bezorgt jaarlijks een verslag van het beheer van het financieringsfonds aan de<br />

inrichter, met daarin alle financiële bewegingen, hun valutadatum en hun reden.<br />

Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds.<br />

Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit,<br />

zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.<br />

Indien de in het financieringsfonds aanwezige gelden niet volstaan om het verschil te financieren<br />

tussen enerzijds de door de RSZ doorgestorte sommen en anderzijds de kost van de pensioenrechten<br />

die op de individuele pensioenrekening moeten gebracht worden in functie van de loon- en<br />

tewerkstellingsgegevens, zal het netto bedrag dat op de individuele pensioenrekeningen gestort<br />

en gekapitaliseerd wordt, verlaagd worden teneinde voldoende fondsen te creëren in het<br />

financieringsfonds.<br />

14. Toepassing van de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />

De inrichter verstrekt een aantal persoonsgegevens aan de pensioeninstelling om het sectorale<br />

pensioenstelsel te beheren. De pensioeninstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk. Ze mogen<br />

85


86<br />

uitsluitend gebruikt worden voor het beheer van het sectorale pensioenstelsel, met uitsluiting van elk<br />

ander al dan niet commercieel oogmerk.<br />

Iedere persoon van wie persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en<br />

verbetering ervan te verkrijgen. Hij moet zich in dat geval schriftelijk tot de pensioeninstelling richten, en<br />

daarbij een kopie van zijn identiteitskaart voegen.<br />

15. Wijziging van dit reglement<br />

Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst<br />

die in het bevoegde paritaire comité gesloten wordt.<br />

16. geschillen en toepasselijk recht<br />

Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in<br />

verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.


Bijlage 2 model: Verklaring : buiten toepassingsgebied<br />

Ik ondergetekende,<br />

Naam : ................................................................................................<br />

Hoedanigheid : ........................................................................................<br />

Gemachtigde om de onderneming<br />

Naam : ................................................................................................<br />

Maatschappelijke zetel : ...............................................................................<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Ondernemingsnummer : ..............................................................................<br />

te vertegenwoordigen,<br />

verklaar bij deze, naar aanleiding van het evenement van ...............................................<br />

buiten het toepassingsgebied te vallen van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus<br />

2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Ik verklaar op eer dat alle bedienden van de onderneming onderworpen zijn aan een<br />

pensioentoezegging op 1/1/2011 waarbij voor een voltijds tewerkgestelde aangeslotene<br />

• de verworven reserves van het ondernemingsstelsel na 15 jaar aansluiting minstens gelijk zijn aan de<br />

verwachte verworven reserves van het sectorstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41<br />

Euro per kwartaal, een rendement van 3,25 % per jaar en met de in het sectorstelsel aangerekende<br />

beheerskosten, en<br />

• het pensioenkapitaal van het ondernemingsstelsel op eindleeftijd minstens gelijk is aan het<br />

verwachte pensioenkapitaal van het sectorstelsel rekening houdend met een bijdrage van 57,41<br />

Euro per kwartaal, een rendement van 3,25 % per jaar en met de in het sectorstelsel aangerekende<br />

beheerskosten.<br />

Het bewijs van de pensioeninstelling wordt gegeven door middel van een attest van de bevoegde<br />

actuaris van de pensioeninstelling die het pensioenstelsel van de bedienden beheert.<br />

De onderneming gaat akkoord om op eenvoudig verzoek van het Fonds voor bestaanszekerheid voor het<br />

sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid alle gegevens over te maken<br />

die deze nodig acht om de juistheid van de geattesteerde gegevens te controleren.<br />

Gedaan te ................................................... op .....................................<br />

Handtekening<br />

Terug te sturen per aangetekend schrijven aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor<br />

het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid per adres:<br />

Auguste Reyerslaan 80, 2de Verdieping, 1030 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.<br />

87


88<br />

Bijlage Attest van de actuaris van de pensioeninstelling<br />

Ik, ondergetekende<br />

Actuaris, in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 42 van het KB van 12 januari 2007 met<br />

betrekking tot het prudentiëel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening,<br />

Naam : ................................................................................................<br />

Actuaris van de onderneming/het pensioenfonds<br />

Naam : ................................................................................................<br />

Maatschappelijke zetel : ...............................................................................<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Attesteer dat :<br />

De onderneming ......................................................................................<br />

met het KBO nummer .................................................................................<br />

1. een pensioenstelsel financiert bij de pensioeninstelling ...............................................<br />

met CBFA nummer .....................................................................................<br />

2. .........................................................dit aanvullend pensioenstelsel voldoet aan de<br />

bepalingen van art. 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010 tot invoering van een<br />

aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de arbeiders van de scheikundige nijverheid, met betrekking<br />

tot de voorwaarden om buiten het toepassingsgebied van de cao te blijven.<br />

Dit blijkt uit mijn bijgevoegde berekeningen die de gelijkwaarheid staven.<br />

Opgemaakt te ................................................op ......................................<br />

Handtekening


28<br />

Oprichting van het fonds voor<br />

bestaanszekerheid voor het sectoraal<br />

pensioenstelsel voor de bedienden<br />

van de scheikundige nijverheid en<br />

de vaststelling van de statuten<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />

Artikel 1<br />

In toepassing van de wet van 7 januari 1958<br />

betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid,<br />

sluit het Paritair Comité voor de bedienden<br />

uit de scheikundige nijverheid een collectieve<br />

arbeidsovereenkomst tot oprichting van een<br />

fonds voor bestaanszekerheid waarvan de<br />

statuten worden vastgesteld en als bijlage<br />

bij deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

overgenomen.<br />

Artikel 2<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />

toepassing op de werkgevers en bedienden van<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Voor de toepassing van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst, wordt onder “bedienden”<br />

verstaan: de mannelijke en vrouwelijke<br />

bedienden.<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in<br />

werking op 5 augustus 2010 en wordt gesloten<br />

voor onbepaalde tijd.<br />

De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden<br />

opgezegd door één van de ondertekenende<br />

partijen mits een opzegging van 6 maanden,<br />

betekend bij een ter post aangetekende brief,<br />

gericht aan de Voorzitter van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid, die een kopie van de opzegging aan<br />

ieder van de ondertekende partijen overmaakt.<br />

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst<br />

van 5 augustus 2010 tot oprichting van het<br />

fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal<br />

pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid en de vaststelling van<br />

de statuten<br />

STATuTEN<br />

hoofdstuk 1 – Benaming en zetel<br />

Artikel 1<br />

Er wordt met ingang van 5 augustus 2010 een<br />

fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder<br />

de benaming “Fonds voor Bestaanszekerheid<br />

voor het sectoraal pensioenstelsel voor de<br />

bedienden van de scheikundige nijverheid”,<br />

hierna “het fonds” genaamd.<br />

Artikel 2<br />

De maatschappelijke zetel van het fonds<br />

is gevestigd te 1030 Schaarbeek, Auguste<br />

Reyerslaan 80, tweede verdieping. De zetel kan,<br />

bij beslissing van het beheerscomité, naar een<br />

andere plaats in België worden overgebracht.<br />

hoofdstuk 2 – doel<br />

Artikel 3<br />

Het fonds heeft als doel:<br />

• op te treden als inrichter van het sectoraal<br />

pensioenstelsel zoals bepaald in de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van<br />

5 augustus 2010 tot invoering van een<br />

aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de<br />

bedienden van de scheikundige nijverheid;<br />

• het ontvangen, beheren en toewijzen van de<br />

door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid<br />

geïnde bijdragen zoals beschreven in<br />

hoofdstuk V – Financiering; en,<br />

• het toewijzen van de financiële middelen<br />

89


90<br />

en hun opbrengsten, onder aftrek van<br />

de werkingskosten, aan de financiering<br />

van het sectoraal pensioenstelsel van de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 4<br />

Het fonds kan alle daden stellen die rechtstreeks<br />

of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk,<br />

verband houden met zijn doel, de ontwikkeling<br />

ervan bevorderen of de totstandkoming ervan<br />

vergemakkelijken.<br />

Het fonds kan ervoor opteren om één of<br />

meerdere aspecten van zijn taken aan derden<br />

uit te besteden.<br />

hoofdstuk 3 – duur<br />

Artikel 5<br />

Het fonds is opgericht voor onbepaalde duur.<br />

hoofdstuk 4 – Voordelen<br />

Artikel 6<br />

De door het fonds verleende voordelen betreffen<br />

het toewijzen van de financiële middelen<br />

en hun opbrengsten, onder aftrek van de<br />

werkingskosten, aan de financiering van het<br />

sectoraal pensioenstelsel van de scheikundige<br />

nijverheid zoals bedoeld in de collectieve<br />

arbeidsovereenkomst van 5 augustus 2010<br />

tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />

pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

hoofdstuk 5 – financiering<br />

Artikel 7<br />

Het bedrag van de bijdragen, welke<br />

werkgevers deze bijdragen moeten betalen<br />

en voor welke bedienden ze van toepassing<br />

zijn, wordt vastgesteld door collectieve<br />

arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

Voor wat betreft het bedrag van de bijdragen,<br />

welke werkgevers deze bijdragen moeten<br />

betalen en voor welke bedienden ze van<br />

toepassing zijn vanaf 1 januari 2011, gaat het<br />

om de collectieve arbeidsovereenkomst van 5<br />

augustus 2010 tot invoering van een aanvullend<br />

sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van<br />

de scheikundige nijverheid.<br />

Artikel 8<br />

De inning en invordering van de bijdragen<br />

worden verzekerd door de Rijksdienst voor<br />

Sociale Zekerheid, bij toepassing van artikel 7<br />

van de wet van 7 januari 1958 betreffende de<br />

Fondsen voor bestaanszekerheid.<br />

hoofdstuk 6 – Beheer<br />

Artikel 9<br />

Het fonds wordt beheerd door een<br />

beheerscomité, paritair samengesteld<br />

uit vertegenwoordigers van de<br />

werkgeversorganisatie en uit vertegenwoordigers<br />

van de werknemersorganisaties die in het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid vertegenwoordigd zijn.<br />

Het beheerscomité bestaat uit tien effectieve<br />

leden en uit een gelijk aantal plaatsvervangende<br />

leden, die allen lid moeten zijn van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige<br />

nijverheid.<br />

De ene helft van de leden wordt aangeduid door<br />

en onder de leden van het Paritair Comité voor<br />

de bedienden uit de scheikundige nijverheid,<br />

op voordracht van de beroepsorganisatie die de<br />

werkgevers vertegenwoordigt. De andere helft<br />

van de leden wordt aangeduid door en onder<br />

de werknemersorganisaties die de bedienden<br />

vertegenwoordigen.<br />

De plaatsvervangende leden vervangen de<br />

afwezige effectieve leden van de organisatie<br />

die hen voorgedragen heeft met dezelfde<br />

bevoegdheden.<br />

Het beheerscomité kiest een voorzitter en<br />

een ondervoorzitter onder zijn leden, en dit<br />

telkens voor een termijn van twee jaar. Het<br />

voorzitterschap en het ondervoorzitterschap<br />

worden beurtelings toevertrouwd aan een lid<br />

van de werkgeversafvaardiging en een lid van<br />

de werknemersafvaardiging.<br />

Het beheerscomité duidt eveneens de persoon<br />

of de personen aan die belast zijn met het<br />

secretariaat.<br />

Artikel 10<br />

De leden van het beheerscomité worden<br />

benoemd voor een periode gelijk aan deze<br />

van hun mandaat van lid van het Paritair<br />

Comité voor de bedienden uit de scheikundige


nijverheid. Hun mandaat is hernieuwbaar, onder<br />

dezelfde voorwaarden als waaronder zij worden<br />

aangeduid.<br />

De hoedanigheid van beheerder vervalt door<br />

overlijden of ontslag. Elke beheerder die ophoudt<br />

lid te zijn van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt<br />

van rechtswege als ontslagnemend beschouwd.<br />

Het ontslag kan gegeven worden door de<br />

organisatie die de beheerder voorgedragen<br />

heeft.<br />

Het nieuwe lid voltooit het mandaat van degene<br />

die hij vervangt.<br />

Het mandaat wordt niet bezoldigd.<br />

Artikel 11<br />

Het beheerscomité vergadert op bijeenroeping<br />

van de voorzitter. De voorzitter is gehouden het<br />

beheerscomité minstens één keer per jaar bijeen<br />

te roepen en telkens wanneer minstens de helft<br />

van de beheerders erom verzoekt.<br />

De oproepingen vermelden de agenda.<br />

Artikel 12<br />

Het beheerscomité kan slechts beslissen in<br />

aanwezigheid van minstens drie beheerders<br />

behorende tot de werknemersafvaardiging en<br />

minstens drie beheerders behorende tot de<br />

werkgeversafvaardiging.<br />

Artikel 13<br />

Alle beslissingen van het beheerscomité dienen<br />

eenparig te worden goedgekeurd door alle<br />

beheerders die aan de vergadering deelnemen.<br />

Artikel 14<br />

Het beheerscomité heeft tot opdracht het<br />

fonds te beheren en alle maatregelen te treffen<br />

welke nodig blijken voor zijn goede werking.<br />

Het beheerscomité bezit de meest uitgebreide<br />

machten voor het beheren en het besturen van<br />

het fonds.<br />

Voor het optreden in rechte en voor al de<br />

handelingen, andere dan die waarvoor<br />

het beheerscomité bijzondere opdrachten<br />

heeft gegeven, wordt het fonds geldig<br />

vertegenwoordigd door zijn voorzitter en<br />

ondervoorzitter samen.<br />

Artikel 15<br />

De beheerders zijn slechts verantwoordelijk<br />

voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan<br />

geen enkele persoonlijke verplichting aan uit<br />

hoofde van hun beheer ten opzichte van de<br />

verbintenissen aangegaan door het fonds.<br />

Artikel 16<br />

Het beheerscomité kan zijn eigen interne<br />

werking verder regelen in een huishoudelijk<br />

reglement.<br />

hoofdstuk 7 – rekeningen<br />

Artikel 17<br />

Het boekjaar neemt een aanvang op 1 januari<br />

van elk jaar en sluit op 31 december van<br />

hetzelfde jaar.<br />

Artikel 18<br />

Op 31 december worden de rekeningen van<br />

het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en<br />

de balans moeten op boekhoudkundig gebied<br />

voldoende gespecificeerd worden.<br />

Artikel 19<br />

Het beheerscomité, alsmede de bij toepassing<br />

van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958<br />

betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid<br />

aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een<br />

schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun<br />

opdracht tijdens het verlopen jaar.<br />

Artikel 20<br />

De jaarrekening, samen met voornoemde<br />

schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens<br />

de maand mei van het volgende jaar ter<br />

goedkeuring aan het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid<br />

worden voorgelegd.<br />

hoofdstuk 8 – ontbinding en vereffening<br />

Artikel 21<br />

Het fonds kan worden ontbonden door een<br />

collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in<br />

het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Het Paritair Comité voor de bedienden uit de<br />

scheikundige nijverheid wijst de vereffenaars<br />

aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en<br />

wijst de bestemming van het vermogen aan.<br />

91


92<br />

Toepassingsgebied<br />

Artikel 1<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van<br />

toepassing op de werkgevers en de bedienden<br />

die vallen onder het toepassingsgebied van de<br />

collectieve arbeidsovereenkomst van 5 augustus<br />

2010 tot invoering van een aanvullend sectoraal<br />

pensioenstelsel voor de bedienden van de<br />

scheikundige nijverheid.<br />

Keuze van pensioeninstelling<br />

29<br />

Keuze van de pensioeninstelling<br />

Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2010<br />

Artikel 2<br />

Als pensioeninstelling belast met de<br />

uitvoering van de aanvullende sectorale<br />

pensioentoezegging voor de bedienden van<br />

de scheikundige nijverheid zoals ingevoerd<br />

bij collectieve arbeidsovereenkomst van 5<br />

augustus 2010, wordt aangeduid de Rijksdienst<br />

voor Pensioenen gevestigd te 1060 Brussel<br />

Zuidertoren.<br />

duurtijd en opzeggingsmodaliteiten van<br />

deze collectieve arbeidsovereenkomst<br />

Artikel 3<br />

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt<br />

gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in<br />

werking op 15 december 2010.<br />

De bepalingen van deze collectieve<br />

arbeidsovereenkomst kunnen door elk<br />

der partijen worden opgezegd mits een<br />

opzeggingstermijn van drie maanden, betekend<br />

bij een ter post aangetekende brief, gericht aan<br />

de voorzitter van het Paritair Comité voor de<br />

bedienden uit de scheikundige nijverheid. De<br />

termijn van drie maanden begint te lopen vanaf<br />

de datum waarop de aangetekende brief aan de<br />

voorzitter wordt toegezonden. De poststempel<br />

geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op<br />

de hoogte van deze opzegging.


PErSoNALiA<br />

30<br />

Toetredingsformulier<br />

Naam : Voornaam :<br />

Adres : Nr.: Bus :<br />

Postnr.: Gemeente:<br />

Geboorteplaats : Geboortedatum :<br />

Gehuwd / Ongehuwd* Bediende / Kaderlid *<br />

* schrappen wat niet past<br />

TEWErKSTELLiNg :<br />

Onderneming:<br />

Adres : Nr.: Bus:<br />

Postnr. : Gemeente:<br />

Wenst lid te worden vanaf :<br />

Gedaan de te<br />

Handtekening<br />

93


CNE, Avenue R. Schuman 52, 1400 Nivelles<br />

SETca, Rue Haute 42, 1000 Bruxelles<br />

ACLVB, Poincarélaan 72-74, 1070 Bruxelles

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!