moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beleidslijnen 91<br />
drijfsgebouwen kan plaatsvinden, indien de locatie voldoet aan de eisen die gesteld worden<br />
aan duurzame locaties intensieve veehouderij. De locatie wordt daarbij op de plankaart<br />
voorzien van de aanwijzing "duurzame locatie intensieve veehouderij".<br />
- De ontwikkeling van een 2 e (niet intensieve) hoofdtak binnen hetzelfde bouwvlak is niet<br />
toegestaan.<br />
Nu de praktijk leert dat door in het <strong>buitengebied</strong> gevestigde intensieve veehouderijbedrijven een<br />
beroep gedaan wordt op het toepassen van de provinciale Handleiding, is er reden om het toetsingskader<br />
van de provinciale Handleiding te "vertalen" naar het lokale schaalniveau van <strong>Moerdijk</strong><br />
en een plaats te geven binnen het <strong>bestemmingsplan</strong> voor het <strong>buitengebied</strong>. Op die wijze<br />
kan de <strong>gemeente</strong> maatwerk leveren en rekening houden met de specifieke situatie in het <strong>buitengebied</strong><br />
en zo mogelijk aanvullende eisen stellen.<br />
Rekening houdend met de provinciale Handleiding en gegeven de omvang van in het <strong>buitengebied</strong><br />
aanwezige intensieve veehouderijbedrijven en in aansluiting op de bij recht toegestane<br />
omvang van bouwsteden, wordt uitgegaan van een maximale grootte van bouwvlakken voor<br />
intensieve veehouderijbedrijven van 1,5 ha. Met een efficiënte inrichting en bebouwing van dit<br />
bouwvlak kan hier een duurzaam ingericht intensief veehouderijbedrijf op bedrijfseconomisch<br />
verantwoorde wijze uitgeoefend worden. Indien de aard van de bedrijfsvoering een groter<br />
bouwvlak noodzakelijk maakt, dient uitgeweken te worden naar gebieden buiten de <strong>gemeente</strong><br />
die specifiek zijn/worden ingericht voor de intensieve veehouderij.<br />
Mer-regelgeving<br />
Als gevolg van de in september 2006 gewijzigde mer-regelgeving ontstaat voor sommige <strong>bestemmingsplan</strong>nen<br />
voor het <strong>buitengebied</strong> de verplichting om een planMER op te stellen 1) . Een<br />
planMER moet worden opgesteld als:<br />
- een plan het kader vormt voor een toekomstig besluit over een mer-(beoordelings)plichtige<br />
activiteit;<br />
- voor een plan een passende beoordeling op grond van de Habitatrichtlijn/Natuurbeschermingswet<br />
gemaakt moet worden.<br />
Een planmer-plicht is in het <strong>buitengebied</strong> met name aan de orde indien het plan ruimte wordt<br />
geboden voor de vestiging, wijziging en/of uitbreiding van relatief grootschalige intensieve<br />
veehouderijen waarvoor in het vergunningenspoor een mer-beoordeling of een projectMER<br />
moet worden gevolgd. De drempel voor de mer-beoordelingsplicht in het vergunningenspoor<br />
(en daarmee ook voor de planmer-plicht van de ruimtelijke plannen) is:<br />
- 60.000 plaatsen voor mesthoenders;<br />
- 45.000 plaatsen voor hennen;<br />
- 2.200 plaatsen voor mestvarkens;<br />
- 350 plaatsen voor zeugen.<br />
De planmer-plicht geldt voor alle ruimtelijke plannen waarin dergelijke ontwikkelingen zijn voorzien,<br />
waaronder dus ook <strong>bestemmingsplan</strong>nen en wijzigingsplannen. In het <strong>buitengebied</strong> van<br />
<strong>Moerdijk</strong> is sprake van een beperkt aantal intensieve veehouderijen, in de vorm van gespecialiseerde<br />
hoofdtakbedrijven of in de vorm van volwaardige neventakken die deel uit maken van<br />
akkerbouwbedrijven.<br />
Aan deze intensieve veehouderijen wordt via planwijziging in principe de mogelijkheid geboden<br />
om uit te breiden. Daarbij is de kans aanwezig dat de bovengenoemde drempels worden overschreden.<br />
Dit betekent dat het <strong>bestemmingsplan</strong> het kader vormt voor mer-(beoordelings)plichtige<br />
activiteiten en dat het <strong>bestemmingsplan</strong> planmer-plichtig is. Een planMER in het<br />
kader van een passende beoordeling is in dit geval niet aan de orde omdat significante effecten<br />
voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied worden voorkomen.<br />
In bijlage 2 wordt verslag gedaan van het onderzoek dat in het kader van de planMER heeft<br />
plaatsgevonden. Op basis van dit onderzoek worden de volgende conclusies geformuleerd:<br />
- de uitbreiding van intensieve veehouderijen zal negatieve effecten hebben op de waterkwaliteit<br />
in de omgeving, als gevolg van atmosferische depositie. Door het beperkte aantal<br />
intensieve veehouderijbedrijven het <strong>buitengebied</strong>, is dit negatieve effect echter gering;<br />
1) MER = het milieueffectrapport/mer = de procedure.<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
264.10404.41