moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beleidslijnen 89<br />
belemmeringen zijn in het milieuspoor; deze ontwikkeling leidt tot een verdere verstening<br />
van het <strong>buitengebied</strong>;<br />
- een "verduurzaming" van aanwezige intensieve veehouderijbedrijven waarbij ingezet wordt<br />
op gesloten bedrijfssystemen; deze ontwikkeling kan ook gepaard gaan met schaalvergroting;<br />
ook hier zijn de aspecten ruimte en milieu bepalend voor de werkelijke mogelijkheden<br />
en kan er sprake zijn van een verdere verstening van het <strong>buitengebied</strong>;<br />
- het opheffen van intensieve veehouderijbedrijven als hoofdtak of als neventak bijvoorbeeld<br />
omdat de noodzakelijke (milieu-)investeringen niet haalbaar zijn of gewijzigde marktomstandigheden<br />
tot andere keuzen in de bedrijfsvoering leiden.<br />
Gemeentelijke beleidslijn<br />
Uitgangspunt voor het <strong>gemeente</strong>lijk beleid voor het <strong>buitengebied</strong> blijft dat het met name de<br />
grondgebonden landbouw is die de kenmerkende openheid van het <strong>buitengebied</strong> in stand houdt<br />
en versterkt. Om die reden is het beleid er in de eerste plaats op gericht ontwikkelingsruimte te<br />
bieden aan grondgebonden agrarische bedrijven.<br />
Nieuwvestiging van niet-grondgebonden bedrijven zoals intensieve veehouderijbedrijven wordt<br />
niet toegestaan. Ook nieuwe intensieve neventakken worden niet toegestaan.<br />
Het <strong>gemeente</strong>lijk beleid is er daarnaast op gericht om een verdere uitbreiding van bebouwing in<br />
het <strong>buitengebied</strong> zoveel mogelijk te beperken. Noodzakelijke uitbreiding van agrarische bedrijfsbebouwing<br />
dient geconcentreerd te worden binnen bouwvlakken en bouwsteden. Aan bestaande<br />
intensieve veehouderijbedrijven worden om die reden slechts in beperkte mate uitbreidingsmogelijkheden<br />
gegeven.<br />
Gegeven de ruimtelijke kwaliteit van het <strong>buitengebied</strong> van <strong>Moerdijk</strong>, is er slechts in zeer beperkte<br />
mate ruimte voor schaalvergroting van de intensieve veehouderij. In dit perspectief en<br />
om reden van milieu en ruimtebeslag, wil de <strong>gemeente</strong> <strong>Moerdijk</strong> zich primair inzetten voor ontwikkelingen<br />
gericht op het opheffen van intensieve veehouderijactiviteiten en op het verduurzamen<br />
van deze activiteiten wanneer deze gehandhaafd blijven. Alleen indien de agrarische<br />
noodzaak hiertoe aanwezig is en er geen belemmeringen zijn in het milieuspoor, kan medewerking<br />
worden gegeven aan schaalvergroting op locaties die voldoen aan de eisen van een duurzame<br />
locatie. In alle gevallen dienen de genoemde ontwikkelingen samen te gaan met een<br />
aantoonbare en aanmerkelijke versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het <strong>buitengebied</strong> ter<br />
plaatse.<br />
Ter zake van het toekennen van uitbreidingsmogelijkheden aan intensieve veehouderijbedrijven<br />
heeft de <strong>gemeente</strong> <strong>Moerdijk</strong> advies gevraagd aan de AAB. In haar advies d.d. 2 april 2008 heeft<br />
de AAB het volgende overwogen.<br />
In <strong>Moerdijk</strong> komt intensieve veehouderij veelal voor in combinatie met grondgebonden agrarische<br />
activiteiten. Afhankelijk van de grootte van de grondgebonden tak zijn de intensieve veehouderij-activiteiten<br />
een hoofdtak of een neventak. Voor intensieve veehouderijbedrijven met<br />
eenzelfde aard en omvang kan aldus sprake zijn van verschillende uitbreidingsmogelijkheden.<br />
De AAB acht dit ongewenst en adviseert voor het bepalen van uitbreidingsmogelijkheden alleen<br />
uit te gaan van de omvang van de niet-grondgebonden bedrijfstak en geen rekening te houden<br />
met de omvang van de grondgebonden bedrijfstak.<br />
De AAB stelt voor om aan intensieve veehouderijtakken welke de omvang hebben van de helft<br />
dan wel nagenoeg de helft van de productie-omvang van een volwaardig intensief veehouderijbedrijf,<br />
uitbreidingsmogelijkheden toe te kennen. Overweging hierbij voor de AAB is dat "het<br />
redelijk en billijk is aan intensieve veehouderijtakken met een dergelijke substantiële omvang<br />
ontwikkelingspotentie te bieden ter instandhouding van een intensieve veehouderijtak met een<br />
bedrijfseconomische relevantie om op die wijze de continuïteit als IV-bedrijf op langere termijn<br />
te waarborgen".<br />
Aan bedrijven waarvan de intensieve veehouderijtak een productie-omvang heeft van aanmerkelijk<br />
minder dan de helft van een volwaardig intensief veehouderijbedrijf worden dan geen<br />
uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Dergelijke kleine eenheden hebben op dit moment geen<br />
duurzame economische omvang en bij verveelvoudiging van de bedrijfsomvang zou veeleer<br />
sprake zijn van nieuwvestiging van een intensief veehouderijbedrijf.<br />
In het verlengde van deze benadering heeft de AAB 16 individuele locaties waar sprake is van<br />
intensieve veehouderij beoordeeld. Op basis van deze beoordeling concludeert de AAB dat<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
264.10404.41