moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beleidslijnen 84<br />
Het <strong>gemeente</strong>lijk beleid<br />
In het vastgestelde <strong>bestemmingsplan</strong> is een uitgebreide regeling voor het toelaten van nevenfuncties<br />
bij agrarische bedrijven, agrarisch verwante bedrijven en niet-agrarische bedrijven opgenomen<br />
(zie artikel 34). Aan enkele delen van deze regeling heeft GS goedkeuring onthouden.<br />
GS onthoudt goedkeuring aan het toelaten van agrarische groothandelsbedrijven en overige<br />
bedrijven uit categorie 1 en 2 alsmede aan het toelaten van een kinderdagverblijf buiten de op<br />
de plankaart aangegeven dorpsrandzones. Naar het oordeel van GS zijn deze functies niet gerelateerd<br />
aan de agrarische bedrijfsvoering, zijn zij derhalve niet aan het <strong>buitengebied</strong> verbonden<br />
en horen zij thuis in het stedelijk gebied.<br />
GS onthoudt ook goedkeuring aan de regeling waarbij opslag en stalling van niet-agrarische<br />
producten/goederen, werktuigen en materialen in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten<br />
in de bestaande bebouwing via vrijstelling mogelijk wordt gemaakt. GS zijn van oordeel<br />
dat deze opslag niet ten behoeve van een niet-agrarisch, elders gevestigd, bedrijf mag plaatsvinden.<br />
Het gevaar is daarbij namelijk aanwezig dat vanuit de nevenfunctie een zelfstandig bedrijf<br />
ontstaat, in welk geval er sprake is van nieuwvestiging, hetgeen niet toelaatbaar is.<br />
In het licht van het besluit van GS en de provinciale beleidslijn is het gewenst de regeling op<br />
onderdelen bij te stellen.<br />
Landwinkels<br />
De verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten is sterk in ontwikkeling. Vanuit de<br />
agrarische sector wordt erop gewezen dat in het <strong>buitengebied</strong> zogenaamde landwinkels tot<br />
stand komen die een grotere verkoopvloeroppervlakte behoeven dan de nu in het vastgestelde<br />
<strong>bestemmingsplan</strong> geboden ruimte van maximaal 50 m². Deze grotere oppervlakte is gewenst<br />
om de professionaliteit te bieden die de klant verwacht.<br />
De <strong>gemeente</strong> onderkent deze ontwikkeling, maar is van oordeel dat, gezien concrete ontwikkelingen<br />
in het <strong>buitengebied</strong> van <strong>Moerdijk</strong> en het hier aanwezig perspectief, het vooralsnog ongewenst<br />
is om de algemene regeling hierop aan te passen. In voorkomende gevallen zal door de<br />
<strong>gemeente</strong> op basis van een concrete aanvraag beoordeeld worden of meegewerkt kan worden<br />
aan een verruiming van de thans opgenomen maatvoering. Van belang daarbij zijn onder andere<br />
de ruimtelijke inpasbaarheid van de ontwikkeling, de verkeersontsluiting en het parkeren.<br />
Inhoud 1 e herziening<br />
In deze 1 e herziening is artikel 34 op onderdelen aangepast. Daarbij wordt het agrarisch groothandelsbedrijf<br />
niet meer als nevenfunctie toegelaten op agrarische bouwvlakken en bouwsteden<br />
buiten de kernrandzones. Ook kinderdagverblijven/kinderopvang wordt als nevenfunctie<br />
niet meer toegelaten op agrarische bouwvlakken en bouwsteden buiten de kernrandzones.<br />
Opslag en stalling van statische goederen in bestaande gebouwen is mogelijk tot een maximum<br />
van 1.000 m² voor zover de opgeslagen en gestalde goederen niet afkomstig zijn van niet-agrarische<br />
bedrijven die buiten het plangebied zijn gevestigd.<br />
Omdat een helder onderscheid tussen agrarische neventakken en niet-agrarische nevenfuncties<br />
gewenst is, wordt de begripsbepaling in artikel 1 lid 64 afgestemd op de agrarische neventak.<br />
Gelijktijdig wordt een definitie opgenomen voor de niet-agrarische nevenfunctie. In deze<br />
definitie wordt uitgegaan van de productie-omvang van het betrokken bedrijf. Er is sprake van<br />
een nevenfunctie als de gezamenlijke productie-omvang van de aanwezige nevenfuncties minder<br />
dan de helft bedraagt van de totale productie-omvang van het bedrijf. De productie-omvang<br />
kan worden uitgedrukt in de toegevoegde economische waarde in combinatie met de daarmee<br />
samenhangende arbeidsbehoefte. Van belang daarbij is dat niet-agrarische nevenfuncties in<br />
omvang worden beperkt door het opnemen van een maximale oppervlaktemaat.<br />
3.2. Ruimte-voor-Ruimteregeling<br />
Provinciaal beleid<br />
In het streekplan Noord-Brabant 2002 Brabant in Balans is een regeling "Ruimte-voor-Ruimte"<br />
opgenomen. Deze regeling voorziet er in "de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door in ruil voor<br />
de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen, die in gebruik zijn of waren voor de intensieve veehouderij,<br />
de bouw van woningen op passende locaties toe te staan in afwijking van de pro-<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
264.10404.41