moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
moerdijk bestemmingsplan buitengebied - gemeente Moerdijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beleidslijnen 97<br />
Indien de bio-energie-installatie bij glastuinbouwbedrijven wordt gerealiseerd, zal het landschapsbeeld<br />
minder afwijken van de uitgangssituatie. Wat betreft bouwmassa sluit de installatie<br />
aan op het glastuinbouwbedrijf en ook de bouwhoogte van 10 m komt in glastuinbouwgebieden<br />
vaker voor in de vorm van warmteopslagtanks.<br />
In de besluitvorming over de toelaatbaarheid van bio-energie-installaties dient rekening te worden<br />
gehouden met het feit dat het om relatief nieuwe ontwikkelingen gaat met de daarbij behorende<br />
onzekerheden. Onbekend is vooralsnog wat de toekomstwaarde van dergelijke installaties<br />
is. Het is de vraag of al deze installaties naast elkaar kunnen voortbestaan en wat de toekomstperspectieven<br />
op langere termijn zijn, zeker gezien de onzekere perspectieven in de akkerbouwsector,<br />
waar toch een belangrijk deel van de grondstoffen vandaan zal moeten komen.<br />
Indien de beoogde installaties over enkele jaren economisch niet blijken te kunnen voortbestaan,<br />
resteert een omvangrijke bebouwingsmassa in het open landelijk gebied.<br />
Verkeer<br />
Bio-energie-installaties genereren extra verkeer. Bij het beoordelen van de toelaatbaarheid van<br />
installaties dienen de volgende aspecten betrokken te worden:<br />
- hoe wordt het bedrijf ontsloten en hebben de ontsluitingswegen voldoende capaciteit om<br />
het extra verkeer op te vangen? Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de themakaart Ontsluiting<br />
die deel uit maakt van de voorschriften van het vastgestelde <strong>bestemmingsplan</strong><br />
Buitengebied;<br />
- is het profiel van de ontsluitende weg(en) breed genoeg om vrachtwagens af te wikkelen<br />
en geeft de uitrit voldoende ruimte voor het in- en uitdraaien van vrachtverkeer? Bij een te<br />
smalle weg kan als voorwaarde gesteld worden dat de initiatiefnemer de uitrit of de tegenoverliggende<br />
berm aanpast.<br />
De bouw van de bio-energie-installatie is geen nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder<br />
en hoeft dan ook niet te worden getoetst aan de normen als gesteld in deze wet (wegverkeerslawaai).<br />
Geurhinder<br />
De op- en overslag van grondstoffen, het vergistingsproces, het biogas en het digestaat kunnen<br />
zorgen voor geurhinder. Er is geen specifieke wet- en regelgeving waaraan normen voor de<br />
toelaatbaarheid van geurhinder ontleend kunnen worden. Wel is er beleid dat erop gericht is de<br />
overlast als gevolg van geurhinder voor derden zoveel mogelijk te voorkomen.<br />
De installatie zelf is in principe een gesloten systeem zodat bij een normale bedrijfsvoering<br />
geen geuremissie plaatsvindt. De op- en overslag van het digestaat en substraten kan echter<br />
geuroverlast veroorzaken. In relatie tot de aanwezigheid van geurgevoelige objecten in de omgeving<br />
van de installatie, dienen maatregelen genomen te worden om geuroverlast te voorkomen<br />
(luchtwassysteem, onderdruk, afdekken opslag, overdekte overslag). Deze maatregelen<br />
dienen als voorwaarde gesteld te worden voor de bouw van de installatie.<br />
Een bio-olie-installatie zal naar verwachting geen geurhinder veroorzaken omdat de grondstof<br />
noch de producten stank produceren.<br />
Industrielawaai<br />
Bio-energie-installaties kunnen mogelijk geluidshinder veroorzaken. Bij de beoordeling van initiatieven<br />
in het kader van de Wet milieubeheer dient te worden aangesloten bij de Handreiking<br />
industrielawaai en vergunningverlening (Ministerie van VROM, 21 oktober 1998). Hierin wordt<br />
aangegeven dat voor (bedrijfs)woningen van derden gestreefd dient te worden naar een belasting<br />
van 55 dB(A) op de gevel en dat er een maximumnorm geldt van 65 dB(A) op de gevel.<br />
Voor de toetsing van geluidsemissies door transportbewegingen van en naar de installatie kan<br />
de Circulaire aan besturen van provincies en <strong>gemeente</strong>n houdende beoordeling geluidshinder<br />
wegverkeer in verband met vergunningverlening Wet milieubeheer (29 februari 1996, nr. Mbg<br />
9600613 1, Staatscourant 1996, nr. 44, DG Milieubeheer) worden gevolgd. Deze circulaire geeft<br />
ten behoeve van de milieuvergunningverlening aanwijzingen over de beoordeling van de indirecte<br />
hinder, veroorzaakt door verkeersbewegingen van en naar de inrichting / installatie.<br />
Bepaald dient te worden op welke afstand het dichtstbijzijnde geluidsgevoelige object zich bevindt<br />
en of daar aan de normen voor geluidshinder wordt voldaan ten gevolge van de installatie<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
264.10404.41