Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp
Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp
Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In 1904 werden door het MvJ (w.s. 2 stuks) revolvers en munitie (12 patronen per revolver)<br />
opgestuurd. Het model was in de correspondentie 55 niet aangegeven, maar vermoedelijk<br />
waren het revolvers <strong>van</strong> het model Rijksveldwacht. Jarenlang werd er met de revolvers niet<br />
geoefend; in 1909 waren er voor de 2 revolvers 5 patronen aanwezig en dezelfde 5 patronen<br />
waren er in 1916 nog. Heel verstandig dus dat de directeur in 1919 aan de Artillerie<br />
Inrichtingen verzocht de revolvers te inspecteren en te vragen of de overjarige munitie nog<br />
veilig te gebruiken zou zijn 56 .<br />
De sabels bleven gebruikt worden, want in 1894 en 1920 werden ten behoeve <strong>van</strong> nieuw<br />
aangestelde tijdelijke bewaarders nog aangevraagd 2 sabels met koppel en drager 57 .Maar de<br />
regeling waarbij op voorschrift <strong>van</strong> het Col.Reg. de bewaarders hun ronde deden met de sabel<br />
bewapend, lijkt verwaterd te zijn, getuige de brief aan het MvJ in 1922 58 : “In beleefd<br />
antwoord op UE circulaire <strong>van</strong> 18-8-1922 3 e afd.A. No.779 hebben wij de eer Uwe excellentie<br />
te berichten dat er geen regeling bestaat voor het dragen <strong>van</strong> de sabel, doch dat dit door den<br />
directeur wordt voorgeschreven indien zulks noodig mocht blijken”.<br />
In 1931 werd de bewapening aangevuld door bij de firma Edouard de Beaumont (vestiging<br />
Roermond) te bestellen 4 gummistokken (catalogus nr. 691) 59 .<br />
Bewaking en ontvluchtingen<br />
Vanaf 1833 kwam er <strong>van</strong> 17.00 uur tot 08.00 uur een militaire wachtpost. Het wachthuisje<br />
(“schilderhuis”) <strong>van</strong> de schildwacht zou worden geplaatst op een plek die de cipier zou<br />
aanwijzen. Vanaf 1840 maakte de schildwacht elk half uur een rond in het ge<strong>van</strong>g. In 1846<br />
kwam er een uitgewerkte instructie voor de schildwachten 60 . In 1858 verscheen er een<br />
centrale richtlijn voor de bewaking der ge<strong>van</strong>genen 61 waarin o.a.:<br />
Art. 30; als een schildwacht een uitbraakpoging bemerkt, moet hij na één waarschuwing<br />
gericht vuren<br />
Art.31; als een uitbrekende ge<strong>van</strong>gene al buiten het gebouw is, dient zonder waarschuwing<br />
gericht gevuurd te worden.<br />
Het reglement voor de schildwachten werd in 1881 deels herzien 62<br />
Na de ontvluchting <strong>van</strong> 3 ge<strong>van</strong>genen in 1862 besloot het Col.Reg. 63 dat de bewaarders ’s<br />
nachts “voorzien <strong>van</strong> hunne harts<strong>van</strong>gers en geladen pistolen” een ronde dienden te lopen.<br />
In 1877 werden de schildwachten met ongeladen wapens uitgerust; omdat de schildwachten<br />
nogal ongeoefend waren in de omgang met het nieuw ingevoerde achterlaadgeweer (systeem<br />
Snider) en er nogal wat ongelukken waren gebeurd, werden de wapens ontladen en hadden de<br />
schildwachten 3 patronen in de patroontas 64 .<br />
Vanaf 1896 werden de toen al in gebruik zijnde signalementskaarten voorzien <strong>van</strong> een foto<br />
(contract met fotograaf G. Kingma te <strong>Zwolle</strong>) en in opdracht <strong>van</strong> het MvJ werd er voor de<br />
metrische signalering (het zogenaamde Bertillon-systeem) een aparte ruimte in het ge<strong>van</strong>g<br />
ingericht en kwam een Inspecteur <strong>van</strong> Politie langs om te zien of die metrische signaleringen<br />
correct werden uitgevoerd. Vanaf 1901 werd het fotograferen tientallen jaren gedaan door J.<br />
Magielse uit Goes.<br />
9