Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp

Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp

mijnstadmijndorp.nl
from mijnstadmijndorp.nl More from this publisher
24.09.2013 Views

“Engels model”, dat wil zeggen afkomstig uit de wapenhulp die Engeland in eind 1813 meestuurde met de latere Koning Willem I . Het waren pistolen van kaliber 1/22 pond; door invoering van het eigen Nederlandse pistool M. 1815 waren deze Engelse pistolen obsoleet geworden. De sabels waren van Model No.2 (M. 1819). In 1845 werden opgestuurd uit de Artillerie Stapel-en Constructiemagazijnen te Delft 1 geweer (Model Slag No.4 Inf.M.1815 No.2) met bajonet en 1 sabel Inf. No.1 49 v oor de 3 e bewaarder. In 1849 kwam er een circulaire van het MvJ binnen. De Cie.Adm. van het tuchthuis in Leeuwarden had voorgesteld de geweren, patroontassen en sabels van de bewaarders in te nemen en te vervangen door een hartsvanger die met een knop en veer in de schede zat en bevestigd was aan een riem, voorzien van een koperen plaat, zodanig om het lichaam gesloten dat de sabel niet meer slingerde, wat de dan in gebruik zijnde infanteriesabels wel op hinderlijke wijze deden. Echter de meeste Commissies van Administratie der gevangenissen gaven aan het MvJ te kennen toch te blijven hechten aan de geweren en pistolen, en de sabel alleen te laten dragen door de bewaarders buiten het gebouw. Het MvJ gaf daarop aan dat de dan in gebruik zijnde sabelriem in een gordel veranderd kon worden zoals dan bij de Artillerie in gebruik en ook al ingevoerd voor de bewaarders van het (militaire) gevang te Leiden. De verandering kon gedaan worden in de gevangenis te Leiden tot gordels met koperen plaat van een model dat door de Inspecteur op de Gevangenissen zou worden bepaald. In 1859 kwam het voorschrift dat de sabel gedragen zou gaan worden aan een zwart verlakte leren koppel of ceintuur om het lijf. De nog aanwezige vuurwapens mochten door de Cie.Adm. onderhands verkocht worden, terwijl als vervanging werden opgestuurd 4 percussiepistolen Justitiemodel 50 . De Zwolse handelaar Emanuel Anholt kocht daarop voor f.15,-van het gevang 10 pistolen (vuursteensysteem), 5 sabels, 10 koppels, 2 degens (kennelijk uit de Franse tijd) en 5 sabelscheden 51 . In 1862 kwamen binnen 3 pistoolholsters voor bewaarders en in 1863 gingen op dat moment overbodige wapens naar het Militair Huis van Detentie te Leiden: 2 geweren met bajonetten, 3 patroontassen met bandeliers, 1 bajonetschede en 2 geweerriemen ( 1 percussiegeweer en 3 sabels werden gehouden). In 1864 werden uit het militaire gevang te Leiden opgestuurd 3 sabelkoppels waarvan 1 met plaat (met Rijkswapen), terwijl het MvJ toestemming gaf om patronen voor de pistolen aan te kopen. De pistolen werden overdag in afgesloten kastjes bewaard, ’s nachts lagen de pistolen voorhanden 52 . In 1867 werden de toen in gebruik zijnde sabels vervangen door nieuwe, uit Leiden werden 3 stuks opgestuurd 53 . In 1884 werd de sabel gedragen aan een lederen sabelriem die onder de jas werd gedragen. Uit een overzicht uit 1868 blijkt dat de bewapening toen bestond uit 1 geweer, 6 sabels, 3 koppels en 4 pistolen met holsters. De opdracht van het Col. Reg. aan de bewaarders om met de sabel bewapend de rondes te doen lijkt in 1876 nog steeds gehandhaafd te worden, want toen bewaarder Lengton de ronde deed, vond hij de gedetineerde Simon Roucourt in de pistole waar hij zich verhangen had. Volgens het notulenboek van het Col.Reg 54 had Lengton daarop de verhangene losgesneden met zijn sabel. Omdat Nederlandse justitie- en politiesabels eigenlijk nooit gescherpt waren, is dit verhaal dubieus. Maar Lengton droeg dus kennelijk wel de sabel. 8

In 1904 werden door het MvJ (w.s. 2 stuks) revolvers en munitie (12 patronen per revolver) opgestuurd. Het model was in de correspondentie 55 niet aangegeven, maar vermoedelijk waren het revolvers van het model Rijksveldwacht. Jarenlang werd er met de revolvers niet geoefend; in 1909 waren er voor de 2 revolvers 5 patronen aanwezig en dezelfde 5 patronen waren er in 1916 nog. Heel verstandig dus dat de directeur in 1919 aan de Artillerie Inrichtingen verzocht de revolvers te inspecteren en te vragen of de overjarige munitie nog veilig te gebruiken zou zijn 56 . De sabels bleven gebruikt worden, want in 1894 en 1920 werden ten behoeve van nieuw aangestelde tijdelijke bewaarders nog aangevraagd 2 sabels met koppel en drager 57 .Maar de regeling waarbij op voorschrift van het Col.Reg. de bewaarders hun ronde deden met de sabel bewapend, lijkt verwaterd te zijn, getuige de brief aan het MvJ in 1922 58 : “In beleefd antwoord op UE circulaire van 18-8-1922 3 e afd.A. No.779 hebben wij de eer Uwe excellentie te berichten dat er geen regeling bestaat voor het dragen van de sabel, doch dat dit door den directeur wordt voorgeschreven indien zulks noodig mocht blijken”. In 1931 werd de bewapening aangevuld door bij de firma Edouard de Beaumont (vestiging Roermond) te bestellen 4 gummistokken (catalogus nr. 691) 59 . Bewaking en ontvluchtingen Vanaf 1833 kwam er van 17.00 uur tot 08.00 uur een militaire wachtpost. Het wachthuisje (“schilderhuis”) van de schildwacht zou worden geplaatst op een plek die de cipier zou aanwijzen. Vanaf 1840 maakte de schildwacht elk half uur een rond in het gevang. In 1846 kwam er een uitgewerkte instructie voor de schildwachten 60 . In 1858 verscheen er een centrale richtlijn voor de bewaking der gevangenen 61 waarin o.a.: Art. 30; als een schildwacht een uitbraakpoging bemerkt, moet hij na één waarschuwing gericht vuren Art.31; als een uitbrekende gevangene al buiten het gebouw is, dient zonder waarschuwing gericht gevuurd te worden. Het reglement voor de schildwachten werd in 1881 deels herzien 62 Na de ontvluchting van 3 gevangenen in 1862 besloot het Col.Reg. 63 dat de bewaarders ’s nachts “voorzien van hunne hartsvangers en geladen pistolen” een ronde dienden te lopen. In 1877 werden de schildwachten met ongeladen wapens uitgerust; omdat de schildwachten nogal ongeoefend waren in de omgang met het nieuw ingevoerde achterlaadgeweer (systeem Snider) en er nogal wat ongelukken waren gebeurd, werden de wapens ontladen en hadden de schildwachten 3 patronen in de patroontas 64 . Vanaf 1896 werden de toen al in gebruik zijnde signalementskaarten voorzien van een foto (contract met fotograaf G. Kingma te Zwolle) en in opdracht van het MvJ werd er voor de metrische signalering (het zogenaamde Bertillon-systeem) een aparte ruimte in het gevang ingericht en kwam een Inspecteur van Politie langs om te zien of die metrische signaleringen correct werden uitgevoerd. Vanaf 1901 werd het fotograferen tientallen jaren gedaan door J. Magielse uit Goes. 9

“Engels model”, dat wil zeggen afkomstig uit de wapenhulp die Engeland in eind <strong>1813</strong><br />

meestuurde met de latere Koning Willem I . Het waren pistolen <strong>van</strong> kaliber 1/22 pond; door<br />

invoering <strong>van</strong> het eigen Nederlandse pistool M. 1815 waren deze Engelse pistolen obsoleet<br />

geworden. De sabels waren <strong>van</strong> Model No.2 (M. 1819).<br />

In 1845 werden opgestuurd uit de Artillerie Stapel-en Constructiemagazijnen te Delft 1<br />

geweer (Model Slag No.4 Inf.M.1815 No.2) met bajonet en 1 sabel Inf. No.1 49 v oor de 3 e<br />

bewaarder.<br />

In 1849 kwam er een circulaire <strong>van</strong> het MvJ binnen. De Cie.Adm. <strong>van</strong> het tuchthuis in<br />

Leeuwarden had voorgesteld de geweren, patroontassen en sabels <strong>van</strong> de bewaarders in te<br />

nemen en te ver<strong>van</strong>gen door een harts<strong>van</strong>ger die met een knop en veer in de schede zat en<br />

bevestigd was aan een riem, voorzien <strong>van</strong> een koperen plaat, zodanig om het lichaam<br />

gesloten dat de sabel niet meer slingerde, wat de dan in gebruik zijnde infanteriesabels wel op<br />

hinderlijke wijze deden. Echter de meeste Commissies <strong>van</strong> Administratie der ge<strong>van</strong>genissen<br />

gaven aan het MvJ te kennen toch te blijven hechten aan de geweren en pistolen, en de sabel<br />

alleen te laten dragen door de bewaarders buiten het gebouw. Het MvJ gaf daarop aan dat de<br />

dan in gebruik zijnde sabelriem in een gordel veranderd kon worden zoals dan bij de Artillerie<br />

in gebruik en ook al ingevoerd voor de bewaarders <strong>van</strong> het (militaire) ge<strong>van</strong>g te Leiden. De<br />

verandering kon gedaan worden in de ge<strong>van</strong>genis te Leiden tot gordels met koperen plaat <strong>van</strong><br />

een model dat door de Inspecteur op de Ge<strong>van</strong>genissen zou worden bepaald.<br />

In 1859 kwam het voorschrift dat de sabel gedragen zou gaan worden aan een zwart verlakte<br />

leren koppel of ceintuur om het lijf. De nog aanwezige vuurwapens mochten door de<br />

Cie.Adm. onderhands verkocht worden, terwijl als ver<strong>van</strong>ging werden opgestuurd 4<br />

percussiepistolen Justitiemodel 50 . De Zwolse handelaar Emanuel Anholt kocht daarop voor<br />

f.15,-<strong>van</strong> het ge<strong>van</strong>g 10 pistolen (vuursteensysteem), 5 sabels, 10 koppels, 2 degens (kennelijk<br />

uit de Franse tijd) en 5 sabelscheden 51 .<br />

In 1862 kwamen binnen 3 pistoolholsters voor bewaarders en in 1863 gingen op dat moment<br />

overbodige wapens naar het Militair <strong>Huis</strong> <strong>van</strong> Detentie te Leiden: 2 geweren met bajonetten, 3<br />

patroontassen met bandeliers, 1 bajonetschede en 2 geweerriemen ( 1 percussiegeweer en 3<br />

sabels werden gehouden).<br />

In 1864 werden uit het militaire ge<strong>van</strong>g te Leiden opgestuurd 3 sabelkoppels waar<strong>van</strong> 1 met<br />

plaat (met Rijkswapen), terwijl het MvJ toestemming gaf om patronen voor de pistolen aan te<br />

kopen. De pistolen werden overdag in afgesloten kastjes bewaard, ’s nachts lagen de pistolen<br />

voorhanden 52 .<br />

In 1867 werden de toen in gebruik zijnde sabels ver<strong>van</strong>gen door nieuwe, uit Leiden werden 3<br />

stuks opgestuurd 53 .<br />

In 1884 werd de sabel gedragen aan een lederen sabelriem die onder de jas werd gedragen.<br />

Uit een overzicht uit 1868 blijkt dat de bewapening toen bestond uit 1 geweer, 6 sabels, 3<br />

koppels en 4 pistolen met holsters.<br />

De opdracht <strong>van</strong> het Col. Reg. aan de bewaarders om met de sabel bewapend de rondes te<br />

doen lijkt in 1876 nog steeds gehandhaafd te worden, want toen bewaarder Lengton de ronde<br />

deed, vond hij de gedetineerde Simon Roucourt in de pistole waar hij zich verhangen had.<br />

Volgens het notulenboek <strong>van</strong> het Col.Reg 54 had Lengton daarop de verhangene losgesneden<br />

met zijn sabel. Omdat Nederlandse justitie- en politiesabels eigenlijk nooit gescherpt waren, is<br />

dit verhaal dubieus. Maar Lengton droeg dus kennelijk wel de sabel.<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!