24.09.2013 Views

Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp

Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp

Huis van Bewaring Zwolle 1813-1940 - Mijn Stad Mijn Dorp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De bewaarsters<br />

Al in 1840 had het Comité <strong>van</strong> Dames (zie aldaar) keer op keer aangedrongen op het<br />

aanstellen <strong>van</strong> een bewaarster. En onder de paragraaf Seksespecifieke aspecten (zie aldaar)<br />

valt duidelijke te lezen hoeveel aanleiding er was om tot zo’n aanstelling over te gaan. Maar<br />

het was pas in 1851 dat de CdK toestemming gaf 27 om het wassen en visiteren <strong>van</strong> inkomende<br />

vrouwelijke ge<strong>van</strong>genen door een burgervrouw te laten doen. Dit werd overgenomen door het<br />

MvJ 28 en werd (terwijl het Col.Reg. dacht aan een vergoeding <strong>van</strong> f.2,50 per te wassen<br />

ge<strong>van</strong>gene) een bedrag per te wassen ge<strong>van</strong>gene vastgesteld <strong>van</strong> f.0,15-f.0,25 per ge<strong>van</strong>gene;<br />

of door het wassen en visiteren te laten doen door een andere vrouwelijke ge<strong>van</strong>gene, want<br />

dan drukte het helemaal niet op de begroting, natuurlijk.<br />

De eerste burgervrouw die werd aangenomen was Margje v.d. Berg, de vrouw <strong>van</strong> wasbaas<br />

H.J. Linthorst 29 .<br />

Langzamerhand erkende ook het MvJ dat de afwezigheid <strong>van</strong> een bewaarster leidde tot<br />

“verkeerdheden” 30 en werd via de Ingenieur <strong>van</strong> Waterstaat een lokaal in het ge<strong>van</strong>g ingericht<br />

voor een bewaarster.<br />

De eerste bewaarster 2 e kl. werd benoemd in 1863: Johanna Frederika Huijnink, weduwe <strong>van</strong><br />

Jan Hendrikus (Henricus) Weijenberg, oud 37 jaar, geb. te Hoogwoud (NH), lidmaat NH<br />

kerk, naaister <strong>van</strong> beroep, <strong>van</strong>af 1842 wonende te <strong>Zwolle</strong>, op een tractement <strong>van</strong> f.230,-/jr.<br />

Ze woonde in het ge<strong>van</strong>g zelf met een zoontje. Het tractement was gelijk aan een bewaarder<br />

2 e kl. maar dan zonder verstrekking <strong>van</strong> kleding.<br />

Het dienstverband duurde niet lang; in 1865 31 , toen de directeur op een ochtend in het ge<strong>van</strong>g<br />

kwam, vond hij een gangdeur geopend en vond hij in de bewaarsterskamer de bewaarster op<br />

de grond liggen, badend in het bloed, in barensweeën , en schonk ze die dag het leven aan een<br />

dochter. De CdK vroeg nog overleg met het Col.Reg., maar Johanna Huijnink werd oneervol<br />

ontslagen.<br />

Het ziet er naar uit dat het MvJ rond 1920 de beslissing nam geen vaste bewaarsters meer aan<br />

te stellen, maar reserve-bewaarsters en hulp-bewaarsters op honorariumbasis.<br />

(zie bijlage D. voor verdere bewaarsters)<br />

Pas na 36 jaar werd er in 1899 een uniform voor bewaarsters vastgesteld (zie onder<br />

uniformen).<br />

Uniformen der bewaarders en bewaarsters<br />

Elk jaar werden de kledingstukken der bewaarders op de begroting gezet en werden de meeste<br />

kleren aangemaakt en geleverd door de ge<strong>van</strong>genissen <strong>van</strong> Leeuwarden, Leiden en Gouda<br />

Het uniform <strong>van</strong>af 1840 bestond uit overrokken, uniforme rokken, grote jassen met kappen,<br />

een mouwvest, blauw lakense pantalons, grijs lakense pantalons, slobkousen, ondervesten,<br />

stropdas en militaire hoed. Deze hoed was de driekante hoed. Verdere uitwerking 32 : de<br />

uniformrok was <strong>van</strong> blauw laken en ook het ondervest en de pantalon waren blauw. Verder in<br />

donkergrijs: de overjas,het mouwvest, de wijde pantalon. De halsdas <strong>van</strong> zwart fluweel.<br />

In 1849 veranderde de politiemuts: de zware klep met koperen rand werd ver<strong>van</strong>gen door een<br />

geboorde lederen klep.<br />

In 1853 veranderde het tenue 33 : er werden blank linnen pantalons ingevoerd, voorlopig als<br />

proef.<br />

In 1856 34 kregen de bewaarders als onderscheidingsteken een politiemuts <strong>van</strong> donkerblauw<br />

laken met goudgalon (bewaarders in ge<strong>van</strong>g) of zilvergalon (medewerkers <strong>van</strong> de directie<br />

over de arbeid in het ge<strong>van</strong>g). De breedte <strong>van</strong> het galon was afhankelijk <strong>van</strong> de rang: <strong>van</strong>af 4<br />

Ned. duim breedte voor de commandant tot en met een gouden koord of bies voor de meester-<br />

5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!