Download PDF (391KB) - Springer
Download PDF (391KB) - Springer
Download PDF (391KB) - Springer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage 2 Verschillen in gedrag tussen jongens en meisjes<br />
Afspraken binnen het pestprotocol te maken, samen met de meiden uit de<br />
klas, over roddelen, buitensluiten, belachelijk maken, enzovoort.<br />
Binnen de mentorlessen als vast onderdeel te spreken over onderwerpen<br />
als ‘meidenintimidatie’ en ‘vriendschappen sluiten/verbreken’.<br />
Klachten rondom meidenintimidatie als mentor, vertrouwenspersoon en<br />
schoolleiding altijd serieus te nemen en niet af te doen met ‘typisch meidengedrag’.<br />
De ouders erbij te betrekken door een brief te sturen. Hierin moet staan dat<br />
je als school vooral voor iedereen een veilige en prettige sfeer wilt, waarna<br />
gezamenlijk afspraken gemaakt kunnen worden.<br />
Daarnaast is het belangrijk om de meiden te helpen zich anders (positiever) te<br />
gaan gedragen door:<br />
Contacten en vriendschappen tussen meisjes onderling te stimuleren door<br />
in de klas groepsopdrachten te geven en die groepen wisselend samen te<br />
stellen.<br />
Gezamenlijke, ook buitenschoolse, activiteiten te ondernemen waarbij de<br />
leerlingen elkaar beter leren kennen.<br />
Binnen of buiten het lesprogramma zelfverdedigings- en weerbaarheidslessen<br />
op te nemen.<br />
Het sociale talent van de meiden positief in te zetten en ze aan te stellen als<br />
leerlingbemiddelaars, brugklasmentoren of vertrouwensleerlingen.<br />
Zie verder over de aanpak van pesten: het vijfsporenbeleid in deel I, hoofdstuk<br />
3, Algemeen pedagogisch vakmanschap, vaardigheden, nr. 32 en verder.<br />
Jongeren, en met name jongens, willen stoer doen naar elkaar. Zo draait het<br />
bij mannen volgens sociaal-psycholoog Hans van de Sande (2007) vooral om<br />
status. Vijftig procent van hun gedrag bestaat uit imponeren. Jonge jongens<br />
doen dat bijvoorbeeld door vroegtijdig vuurwerk af te steken en als ze wat<br />
ouder zijn door te pronken met hun auto, huis of vrouw(en).<br />
Jongens en meisjes gaan heel verschillend om met emoties. Bij gevaar hebben<br />
jongens en mannen de neiging te handelen door te vechten of te vluchten;<br />
meisjes en vrouwen hebben meer de neiging anderen in te schakelen<br />
voor hulp en te gaan praten met vertrouwde mensen. Meisjes en vrouwen<br />
willen praten, jongens en mannen willen een lichamelijke activiteit ondernemen;<br />
natuurlijk weer in het algemeen gesproken.<br />
Jongens moeten in de opvoeding leren hun agressieve impulsen in banen<br />
te leiden en hun inlevingsvermogen te vergroten. Meisjes moeten leren om<br />
al hun goede gesprekken meer om te zetten in daden. Voor jongens van 9<br />
tot 18 jaar is een psycho-fysiek trainingsprogramma ontwikkeld, Rots en<br />
Water genaamd, voor juist deze geïntegreerde ontwikkeling van gevoelens,<br />
gedachten en handelingen. Door fysieke oefeningen, momenten voor zelfrefl<br />
ectie en kringgesprekken werken ze aan zelfrefl ectie, zelfbeheersing en<br />
zelfvertrouwen. Concreet komen elementen als leren ‘gronden’, centreren,<br />
ademhalingsoefeningen, leren aanvoelen van grenzen, respecteren, stellen en<br />
verdedigen aan de orde. Hierbij worden de jongens zich er steeds bewust van<br />
gemaakt dat zij een keuze hebben tussen een harde ‘rotsopstelling’, waarbij<br />
ze weloverwogen nee leren zeggen, of een zachte ‘wateropstelling’, wat staat<br />
357