24.09.2013 Views

De verhuis- en inrichtingskosten van artikel 7 ... - Boekel De Nerée

De verhuis- en inrichtingskosten van artikel 7 ... - Boekel De Nerée

De verhuis- en inrichtingskosten van artikel 7 ... - Boekel De Nerée

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>artikel</strong> 7:297 BW<br />

Aanknopingspunt<strong>en</strong> bij de bepaling <strong>van</strong> de hoogte <strong>van</strong> de tegemoetkoming<br />

mr. M. Sloot <strong>en</strong> mr. A. Kemp *<br />

<strong>De</strong> huurder <strong>van</strong> 290-bedrijfsruimte, die geconfronteerd<br />

wordt met e<strong>en</strong> opzegging <strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst door<br />

verhuurder, kan aanspraak mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

in de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>, zo volgt uit art. 7:297<br />

BW. <strong>De</strong> wettekst geeft ge<strong>en</strong> maatstav<strong>en</strong> aan de hand<br />

waar<strong>van</strong> deze kost<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> begroot, noch voor<br />

het bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de toe te wijz<strong>en</strong> tegemoetkoming.<br />

In de literatuur lijkt dit onderwerp tot op hed<strong>en</strong><br />

onderbelicht. <strong>De</strong> praktijk laat zi<strong>en</strong> dat de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

huurders <strong>en</strong> verhuurders nogal uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>. Zo is het niet<br />

uitzonderlijk dat e<strong>en</strong> begroting <strong>van</strong> e<strong>en</strong> huurder uitkomt<br />

op e<strong>en</strong> bedrag aan <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> (maar<br />

liefst) <strong>en</strong>kele tonn<strong>en</strong> terwijl de verhuurder e<strong>en</strong> bedrag <strong>van</strong><br />

(slechts) <strong>en</strong>kele duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> euro’s bepleit. Dit <strong>artikel</strong> is<br />

bedoeld om aanknopingspunt<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong> voor de wijze<br />

<strong>van</strong> begroting <strong>van</strong> de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

bepal<strong>en</strong> <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de toe te wijz<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

in deze kost<strong>en</strong> aan de hand <strong>van</strong> wetsgeschied<strong>en</strong>is,<br />

jurisprud<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> literatuur.<br />

1. Artikel 7:297 BW<br />

In art. 7:297 BW is bepaald dat de rechter, wanneer hij e<strong>en</strong><br />

vordering tot beëindiging <strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst toewijst,<br />

e<strong>en</strong> bedrag kan vaststell<strong>en</strong> dat de verhuurder aan de huurder,<br />

of aan deg<strong>en</strong>e aan wie bevoegdelijk is onderverhuurd 1 , moet<br />

voldo<strong>en</strong> ter tegemoetkoming <strong>van</strong> di<strong>en</strong>s <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

Toek<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijke tegemoetkoming is<br />

mogelijk, ongeacht op welke grond de beëindigingsvordering<br />

wordt toegewez<strong>en</strong>. 2 Zelfs wanneer wordt opgezegd op grond<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> slechte bedrijfsvoering, kan e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>. 3<br />

Huurder hoeft voor het verkrijg<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

ge<strong>en</strong> reconv<strong>en</strong>tionele vordering in te stell<strong>en</strong>. 4 Om aanspraak<br />

te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tegemoetkoming di<strong>en</strong>t huurder in<br />

* Marlies Sloot <strong>en</strong> Anique Kemp zijn beid<strong>en</strong> advocaat bij <strong>Boekel</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Nerée</strong> N.V. te Amsterdam.<br />

1. In het oude huurrecht regeld<strong>en</strong> de art. 7A:1628 lid 2 <strong>en</strong> 1631 a lid 3<br />

(oud) BW de tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

onderhuurder werd in deze <strong>artikel</strong><strong>en</strong> niet g<strong>en</strong>oemd.<br />

2. In het oude huurrecht was e<strong>en</strong> tegemoetkoming slechts toewijsbaar in<br />

het geval <strong>van</strong> huurbeëindiging op grond <strong>van</strong> (al dan niet persoonlijk)<br />

eig<strong>en</strong> gebruik.<br />

3. Vergelijk MvT, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1999/2000, 26 932, nr. 3, p. 7: ‘m<strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong>ke aan het geval dat het onbehoorlijk gebruik het gevolg is <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

overmachtssituatie, zoals plotselinge ziekte <strong>van</strong> de huurder, <strong>en</strong> voorts<br />

aan de positie <strong>van</strong> de onderhuurder die wellicht ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s slachtoffer<br />

<strong>van</strong> het onbehoorlijk gebruik door de huurder is.’<br />

4. HR 19 oktober 2001, NJ 2002, 144 (WE/Bruil).<br />

138<br />

Tijdschrift voor HUURRECHT BEDRIJFSRUIMTE<br />

de procedure aannemelijk te mak<strong>en</strong> dat hij met <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong> wordt geconfronteerd <strong>en</strong> dat hij daadwerkelijk<br />

gaat verhuiz<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de huurder zich niet elders vestigt,<br />

is er ge<strong>en</strong> plaats voor e<strong>en</strong> tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong><strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong>. 5 Zo zal door e<strong>en</strong> rechter wanneer er<br />

sprake is <strong>van</strong> liquidatie <strong>van</strong> de onderneming ge<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

word<strong>en</strong> vastgesteld. Kantonrechter <strong>De</strong>lft heeft hierin<br />

e<strong>en</strong> nuance aangebracht. 6 <strong>De</strong>ze kantonrechter heeft in de<br />

procedures Stadsc<strong>en</strong>trum Zoetermeer/Vishandel Anmaro,<br />

Helv<strong>en</strong>steijn <strong>en</strong> <strong>De</strong> Salon geoordeeld dat ook sprake is <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> verhuizing indi<strong>en</strong> de exploitatie binn<strong>en</strong> drie jaar nadat<br />

de exploitatie in het gehuurde is gestaakt, in e<strong>en</strong> andere bedrijfsruimte<br />

wordt voortgezet. <strong>De</strong> kantonrechter overweegt<br />

dat er wel sprake moet zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verhuizing <strong>en</strong> (her)inrichting<br />

<strong>van</strong> de ‘oude’ onderneming <strong>en</strong> niet <strong>van</strong> het opstart<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> (geheel) nieuwe onderneming.<br />

Op het tijdstip dat de rechter de tegemoetkoming vaststelt,<br />

zijn de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> doorgaans nog niet gemaakt.<br />

<strong>De</strong> rechter zal bij het vaststell<strong>en</strong> <strong>van</strong> de tegemoetkoming<br />

uitgaan <strong>van</strong> de begrote – geschatte – kost<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> later<br />

mocht blijk<strong>en</strong> dat huurder meer of minder kost<strong>en</strong> heeft gemaakt,<br />

kan hierop niet word<strong>en</strong> teruggekom<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> rechter beslist doorgaans gelijktijdig met de beslissing t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beëindigingsvordering over het al dan niet<br />

toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> tegemoetkoming. <strong>De</strong>ze beslissing kan ook<br />

word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in afwachting <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

deskundig<strong>en</strong>bericht omtr<strong>en</strong>t de hoogte <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong>. 7<br />

Voordat de rechter definitief vonnis wijst moet hij, ingevolge<br />

lid 2 <strong>van</strong> art. 7:297 BW, zijn voornem<strong>en</strong> tot toek<strong>en</strong>ning <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> tegemoetkoming k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> aan partij<strong>en</strong>. <strong>De</strong> rechter<br />

stelt daarbij e<strong>en</strong> termijn waarbinn<strong>en</strong> de verhuurder zijn vordering<br />

tot beëindiging in kan trekk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> ratio hier<strong>van</strong> is dat<br />

de tegemoetkoming wellicht zodanig hoog is, dat de verhuurder<br />

<strong>van</strong> zijn voornem<strong>en</strong> om de huurovere<strong>en</strong>komst te beëindig<strong>en</strong><br />

wil afzi<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> combinatie <strong>van</strong> bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> regels kan leid<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> onw<strong>en</strong>selijke situatie in het geval dat e<strong>en</strong> beslissing tot<br />

beëindiging <strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst uitvoerbaar bij voorraad<br />

wordt verklaard. Immers, e<strong>en</strong> rechter kan, uitvoerbaar<br />

bij voorraad, besliss<strong>en</strong> dat de huur wordt beëindigd, maar<br />

zijn beslissing omtr<strong>en</strong>t de vast te stell<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

aanhoud<strong>en</strong>. Huurder wordt alsdan gedwong<strong>en</strong> tot ontruiming.<br />

Nadat de rechter e<strong>en</strong> tegemoetkoming heeft bepaald<br />

5.<br />

6.<br />

7.<br />

Vergelijk HR 19 oktober 2001, NJ 2002, 144.<br />

Vergelijk o.a. Rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage, sector kanton, locatie <strong>De</strong>lft 31<br />

juli 2008, rolnummer 704549 (Stadsc<strong>en</strong>trum Zoetermeer/Anmaro).<br />

HR 14 december 2007, NJ 2008, 11 (Van der Veer/Beter Won<strong>en</strong>).<br />

Nr. 4 - juli-augustus 2009


di<strong>en</strong>t de rechter de verhuurder in de geleg<strong>en</strong>heid te stell<strong>en</strong><br />

haar beëindigingsvordering in te trekk<strong>en</strong> (ingevolge art. 7:297<br />

lid 2 BW). Indi<strong>en</strong> verhuurder <strong>van</strong> deze bevoegdheid gebruik<br />

maakt, is de tot ontruiming gedwong<strong>en</strong> huurder alsnog gebond<strong>en</strong><br />

aan de huurovere<strong>en</strong>komst! <strong>De</strong>ze ongew<strong>en</strong>ste situatie<br />

vormt e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> te meer, waarom de rechter terughoud<strong>en</strong>dheid<br />

di<strong>en</strong>t te betracht<strong>en</strong> bij de uitvoerbaar bij voorraad verklaring<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> beëindigingsbeslissing. 8 Het vor<strong>en</strong>staande zal<br />

zich overig<strong>en</strong>s vaker voordo<strong>en</strong> in situaties waarbij vooruitlop<strong>en</strong>d<br />

op beëindiging <strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst, in kort geding<br />

ontruiming <strong>van</strong> het gehuurde wordt gevorderd. E<strong>en</strong> ontruimingsbeslissing<br />

in kort geding kan immers e<strong>en</strong>voudig(er)<br />

uitvoerbaar bij voorraad word<strong>en</strong> verklaard.<br />

2. Verhuis- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong><br />

Art. 7:297 BW ziet op e<strong>en</strong> tegemoetkoming <strong>van</strong> slechts de<br />

‘<strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>’. <strong>De</strong> Hoge Raad heeft rec<strong>en</strong>telijk<br />

nog e<strong>en</strong>s bevestigd dat bij e<strong>en</strong> rechtsgeldige beëindiging<br />

<strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst, ge<strong>en</strong> plaats is voor e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

in andere kost<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of vergoeding <strong>van</strong> schade. 9<br />

Daarmee is het belang gegev<strong>en</strong> bij beantwoording <strong>van</strong> de<br />

vraag welke kost<strong>en</strong> als <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> aangemerkt <strong>en</strong> hoe deze kost<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />

begroot. 10<br />

Rechtspraak laat zi<strong>en</strong> dat onder ‘<strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong>’ niet alle<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> verstaan de directe <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld<br />

de kost<strong>en</strong> voor huur <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>verhuis</strong>wag<strong>en</strong>, maar ook bijvoorbeeld<br />

de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>verhuis</strong>bericht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de in het kader <strong>van</strong><br />

de verhuizing gemaakte advert<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong>. 11 <strong>De</strong> directe <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> vrij e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> begroot aan de<br />

hand <strong>van</strong> e<strong>en</strong> offerte <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>verhuis</strong>bedrijf. Voor de begroting<br />

<strong>van</strong> de kost<strong>en</strong> voor <strong>verhuis</strong>bericht<strong>en</strong> <strong>en</strong> advert<strong>en</strong>tiekost<strong>en</strong><br />

kan onder meer word<strong>en</strong> gelet op de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het klant<strong>en</strong>bestand<br />

<strong>en</strong> de afstand naar de nieuwe locatie. 12<br />

<strong>De</strong> begroting <strong>van</strong> de inrichtingskost<strong>en</strong> is lastiger. Volg<strong>en</strong>s <strong>De</strong><br />

Witte 13 moet<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nieuwe inrichting word<strong>en</strong><br />

vergoed (<strong>en</strong> niet de restantwaarde <strong>van</strong> de oude/huidige inrichting)<br />

omdat e<strong>en</strong> huurder met deze kost<strong>en</strong> wordt geconfronteerd.<br />

Daarbij di<strong>en</strong>t wel rek<strong>en</strong>ing te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met<br />

de waarde <strong>van</strong> de bestaande inv<strong>en</strong>taris. <strong>De</strong> oude inrichting<br />

is immers niet geheel onbruikbaar geword<strong>en</strong> door de verhuizing.<br />

<strong>De</strong>nkbaar is dat de restantwaarde in mindering wordt<br />

gebracht op de kost<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nieuwe inrichting. 14 Daarnaast<br />

zal dan nog e<strong>en</strong> bedrag in mindering moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht<br />

8.<br />

9.<br />

10.<br />

11.<br />

12.<br />

13.<br />

14.<br />

<strong>De</strong> rechter di<strong>en</strong>t reeds terughoud<strong>en</strong>dheid te betracht<strong>en</strong> met het uitvoerbaar<br />

bij voorraad verklar<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> beëindigingsbeslissing. Vergelijk<br />

Kamerstukk<strong>en</strong> II 2000/01, 26 932, nr. 5, p. 8.<br />

HR 4 mei 2007, NJ 2007, 273.<br />

Onder <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> valt niet de overige schade die e<strong>en</strong><br />

huurder lijdt t<strong>en</strong> gevolge <strong>van</strong> de beëindiging, zoals bijvoorbeeld goodwillverlies<br />

<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> gemoeid met het afvloei<strong>en</strong> <strong>van</strong> personeel.<br />

Vergelijk HR 20 oktober 2000, NJ 2000, 692 (Copp<strong>en</strong>s/Copp<strong>en</strong>s).<br />

Vergelijk. D.H. de Witte, ‘Schadebegroting: ge<strong>en</strong> ‘natte vinger werk’(1),<br />

TvHB 2004, 1, p. 18. <strong>De</strong> Witte geeft ook voor het overige mogelijke<br />

wijz<strong>en</strong> <strong>van</strong> begroting weer.<br />

Vergelijk D.H. de Witte, ‘Schadebegroting: ge<strong>en</strong> ‘natte vinger werk’(1),<br />

TvHB 2004, 1, p. 18 onder 3.5.<br />

Daarbij wordt opgemerkt dat dubbele kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergoed op het<br />

mom<strong>en</strong>t dat naast de kost<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> volledig nieuwe inrichting ook<br />

de <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vergoed. <strong>De</strong> oude inrichting wordt in dat geval<br />

immers niet <strong>verhuis</strong>d zodat er ge<strong>en</strong> <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong> zijn.<br />

Nr. 4 - juli-augustus 2009<br />

<strong>De</strong> <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>artikel</strong> 7:297 BW<br />

weg<strong>en</strong>s ‘nieuw voor oud’. 15 <strong>De</strong> nieuwe inv<strong>en</strong>taris wordt geacht<br />

in betere staat te verker<strong>en</strong> dan de oude inv<strong>en</strong>taris waardoor<br />

de huurder voordeel g<strong>en</strong>iet.<br />

Ev<strong>en</strong>als de <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de inrichtingskost<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

begroot aan de hand <strong>van</strong> concrete offertes. Het is wederom<br />

aan huurder om deze offertes te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. <strong>De</strong> praktijk laat<br />

zi<strong>en</strong> dat bij gebreke <strong>van</strong> offertes aan de zijde <strong>van</strong> huurder,<br />

sommige verhuurders e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de cijfers <strong>van</strong> Reed<br />

Business Information. <strong>De</strong>ze uitgeverij publiceert met <strong>en</strong>ige<br />

regelmaat e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong>inschatting <strong>van</strong> de inrichting <strong>van</strong> winkels,<br />

per branche <strong>en</strong> per grootte <strong>van</strong> de winkel. 16 Tot op hed<strong>en</strong> is<br />

ons ge<strong>en</strong> rechtspraak bek<strong>en</strong>d waarbij e<strong>en</strong> rechter naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> de cijfers <strong>van</strong> Reed Business Information e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

heeft vastgesteld. Veelal kiest de rechter voor<br />

de mogelijkheid e<strong>en</strong> deskundige te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> ‘inrichtingskost<strong>en</strong>’ bestaan uit de kost<strong>en</strong> die gemoeid gaan<br />

met het inricht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nieuwe bedrijfsruimte, zoals de<br />

kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> vloerbedekking <strong>en</strong> behang maar bijvoorbeeld ook<br />

die <strong>van</strong> displays, vitrines, toonbank<strong>en</strong> <strong>en</strong> kassa’s.<br />

Niet duidelijk is of de kost<strong>en</strong> gemoeid met bouwkundige<br />

aanpassing<strong>en</strong> ook tot deze inrichtingskost<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>. Tot<br />

op hed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> rechters zich hierover niet expliciet uitgelat<strong>en</strong>.<br />

Veelal word<strong>en</strong> er door de huurder naast inrichtingskost<strong>en</strong><br />

wel bouwkundige kost<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>. <strong>De</strong> rechter stelt vervolg<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> tegemoetkoming vast, maar specificeert niet welke<br />

kost<strong>en</strong>post<strong>en</strong> hij daarbij als uitgangspunt heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het<br />

bedrag dat de rechter uiteindelijk toek<strong>en</strong>t komt veelal uit de<br />

lucht vall<strong>en</strong> (zie voor voorbeeld<strong>en</strong> hierna onder 4). Hierdoor<br />

kan <strong>en</strong>erzijds bepleit word<strong>en</strong> dat bouwkundige voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

wél tot inrichtingskost<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>, omdat de rechter bij de<br />

toek<strong>en</strong>ning niet overweegt dat de opgevoerde kost<strong>en</strong> voor<br />

bouwkundige voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> niet onder ‘inrichtingskost<strong>en</strong>’<br />

vall<strong>en</strong>. Anderzijds is ook bepleitbaar dat deze kost<strong>en</strong> niet tot<br />

de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> behor<strong>en</strong>, uitgaande <strong>van</strong> de<br />

letterlijke tekst <strong>van</strong> art. 7:297 BW (slechts ‘<strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>’<br />

word<strong>en</strong> vergoed: kost<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> bouwkundige<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> dus niet).<br />

3. Tegemoetkoming<br />

Blijk<strong>en</strong>s art. 7:296 lid 1 BW heeft huurder recht op – slechts<br />

– e<strong>en</strong> tegemoetkoming in di<strong>en</strong>s <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>. 17<br />

<strong>De</strong> verhuurder is dus niet gehoud<strong>en</strong> de volledige kost<strong>en</strong> te<br />

vergoed<strong>en</strong>. 18 <strong>De</strong> toewijsbaarheid zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld<br />

aan de hand <strong>van</strong> de omstandighed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het geval. 19<br />

Er is ge<strong>en</strong> harde richtlijn voor het al dan niet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> tegemoetkoming of het perc<strong>en</strong>tage dat bij toek<strong>en</strong>ning als<br />

tegemoetkoming kan word<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>. Ook in de rechtspraak<br />

kan ge<strong>en</strong> vaste lijn word<strong>en</strong> ontdekt. <strong>De</strong> toegewez<strong>en</strong><br />

bedrag<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> sterk uite<strong>en</strong>, terwijl het toegek<strong>en</strong>de bedrag<br />

15. Vergelijk Rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Nijmeg<strong>en</strong> 29 februari<br />

2008.<br />

16. In de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>van</strong> Reed Business is onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ‘normale’, ‘luxe’ of ‘zeer luxe’ uitvoering <strong>van</strong> de winkelinrichting.<br />

<strong>De</strong>ze verschill<strong>en</strong> in uitvoering zijn terug te voer<strong>en</strong> tot extra voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong> op het standaardpakket <strong>van</strong> de normale uitvoering.<br />

17. Vergelijk Hof Amsterdam 19 januari 2006 <strong>en</strong> 23 november 2006, WR<br />

2007, 68.<br />

18. Vergelijk Van Dale, tegemoetkoming: ‘gedeeltelijke vergoeding of<br />

schadeloosstelling’.<br />

19. MvT, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1999/2000, 26932, nr. 3 p. 7.<br />

Tijdschrift voor HUURRECHT BEDRIJFSRUIMTE<br />

139


<strong>De</strong> <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>artikel</strong> 7:297 BW<br />

vaak niet of nauwelijks wordt gemotiveerd (zie hierna ook<br />

onder 4). Vergelijk het arrest <strong>van</strong> Hof Arnhem, waarin het<br />

vonnis <strong>van</strong> de kantonrechter die 50% <strong>van</strong> de begrote kost<strong>en</strong><br />

toewijst, wordt vernietigd. 20 Het hof is <strong>van</strong> oordeel dat de<br />

kantonrechter de tegemoetkoming ‘verder heeft gematigd dan<br />

in dit geval gerechtvaardigd is’. In het licht <strong>van</strong> de opzeggingsgrond,<br />

te wet<strong>en</strong> sloop met ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>de nieuwbouw, oordeelt<br />

het hof e<strong>en</strong> vergoeding <strong>van</strong> 80% redelijk. Het hof laat echter<br />

na te motiver<strong>en</strong> waar dit perc<strong>en</strong>tage op gebaseerd is. 21 In het<br />

mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> de rele<strong>van</strong>te jurisprud<strong>en</strong>tie wordt zelfs niet<br />

e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage b<strong>en</strong>oemd, maar wordt e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

‘naar maatstav<strong>en</strong> <strong>van</strong> redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid’ 22 , of<br />

‘ex aequo et bono’ 23 vastgesteld.<br />

<strong>De</strong> rechter di<strong>en</strong>t bij zijn beslissing in ieder geval rek<strong>en</strong>ing te<br />

houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal matig<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> zoals de staat <strong>van</strong><br />

de ‘oude’ inrichting, de vraag of huurder de inrichting zelf<br />

heeft bekostigd <strong>en</strong> de reeds gedane afschrijving<strong>en</strong>. 24 Indi<strong>en</strong><br />

verhuurder zich reeds vrijwillig heeft verplicht tot betaling<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> tegemoetkoming di<strong>en</strong>t de rechter dit in zijn beslissing<br />

mee te nem<strong>en</strong>. 25<br />

<strong>De</strong> rechter kan bij de vaststelling <strong>van</strong> de hoogte <strong>van</strong> de tegemoetkoming<br />

voorts rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de grond waarop<br />

de huurovere<strong>en</strong>komst is beëindigd. Is opgezegd <strong>van</strong>wege e<strong>en</strong><br />

onbehoorlijke bedrijfsvoering door huurder dan is e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

niet uitgeslot<strong>en</strong>, maar ligt dit wel minder voor<br />

de hand. 26 Ook bij e<strong>en</strong> beëindiging <strong>van</strong>wege het weiger<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> redelijk voorstel is de beëindiging aan huurder zelf<br />

te wijt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan de rechter daarom kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lage tegemoetkoming.<br />

Bij e<strong>en</strong> opzegging op grond <strong>van</strong> dring<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong><br />

gebruik ligt de grond voor beëindiging geheel buit<strong>en</strong> de invloedsfeer<br />

<strong>van</strong> huurder <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> hogere tegemoetkoming op<br />

zijn plaats. 27<br />

Vraag is wat wordt verstaan onder e<strong>en</strong> ‘hoge’ of e<strong>en</strong> ‘lage’ tegemoetkoming.<br />

<strong>De</strong> Witte geeft in zijn <strong>artikel</strong> over schadebegroting<br />

e<strong>en</strong> aantal vuistregels. 28 Voor het geval dat de opzeggingsgrond<br />

is geleg<strong>en</strong> in dring<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong> gebruik of realisering<br />

<strong>van</strong> het bestemmingsplan, dus e<strong>en</strong> niet aan huurder te verwijt<strong>en</strong><br />

opzeggingsgrond, stelt <strong>De</strong> Witte dat, als de overige gezichtspunt<strong>en</strong><br />

dat toelat<strong>en</strong>, de tegemoetkoming op t<strong>en</strong> minste<br />

50% <strong>van</strong> de begrote kost<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> vastgesteld. 29<br />

E<strong>en</strong> andere omstandigheid die mee zou kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> is de<br />

duur <strong>van</strong> de overe<strong>en</strong>komst. Huur is e<strong>en</strong> eindig recht. E<strong>en</strong><br />

huurder mag dan ook niet verwacht<strong>en</strong> dat hij tot in de l<strong>en</strong>gte<br />

<strong>van</strong> dag<strong>en</strong> <strong>van</strong> het gehuurde gebruik kan blijv<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. In-<br />

20. Vergelijk Hof Arnhem 24 februari 2009, LJN BH7552.<br />

21. Het perc<strong>en</strong>tage is mijns inzi<strong>en</strong>s in ieder geval erg hoog. Ook omdat<br />

gesprok<strong>en</strong> wordt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ‘matiging’, komt het mij voor dat het hof –<br />

onterecht – volledige schadeloosstelling als uitgangspunt lijkt te nem<strong>en</strong>.<br />

22. Ktg. Alkmaar 16 augustus 1995, WR 1995, 102.<br />

23. Ktg. Groning<strong>en</strong> 21 maart 1996, WR 1996, 77.<br />

24. MvT, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1980/81, 16 655, nr. 3, p. 10; MvA Kamerstukk<strong>en</strong><br />

II 1980/81, 16 655, nr. 6, p. 2 <strong>en</strong> HR 4 november 1983, NJ 1984,<br />

271.<br />

25. MvT, Kamerstukk<strong>en</strong> I 1978/79, 14249, nr. 113a, p.7.<br />

26. Vergelijk MvT, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1999/2000, 26 932, nr. 3, p. 7.<br />

27. Vergelijk Hof Arnhem 24 februari 2009, LJN BH7552.<br />

28. Vergelijk D.H. de Witte, ‘Schadebegroting: ge<strong>en</strong> ‘natte vinger werk’(1),<br />

TvHB 2004, 1, p. 20.<br />

29. Vergelijk D.H. de Witte, ‘Schadebegroting: ge<strong>en</strong> ‘natte vinger werk’(1),<br />

TvHB 2004, 1, p. 20.<br />

140<br />

Tijdschrift voor HUURRECHT BEDRIJFSRUIMTE<br />

di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst reeds geruime tijd heeft gelop<strong>en</strong>,<br />

is e<strong>en</strong> lagere tegemoetkoming dan ook redelijk. Als vuistregel<br />

bij de duur <strong>van</strong> de overe<strong>en</strong>komst stelt <strong>De</strong> Witte dat bij beëindiging<br />

na 10 jaar maximaal 50% <strong>van</strong> de begrote kost<strong>en</strong> wordt<br />

vergoed <strong>en</strong> na 20 jaar maximaal 25%. E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander behoud<strong>en</strong>s<br />

bijzondere omstandighed<strong>en</strong>. 30<br />

4. Voorbeeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> tegemoetkoming<strong>en</strong> in de<br />

rechtspraak<br />

Uit jurisprud<strong>en</strong>tie onderzoek blijkt dat de vastgestelde tegemoetkoming<strong>en</strong><br />

variër<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de € 1.135,- 31 <strong>en</strong> €<br />

125.000,-. 32 In de rechtspraak wordt het vastgestelde bedrag<br />

doorgaans niet (uitvoerig) onderbouwd <strong>en</strong> gemotiveerd, zodat<br />

ook hier ge<strong>en</strong> maatstav<strong>en</strong> aan kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong>d. Wat<br />

wel opvalt, is dat de vastgestelde bedrag<strong>en</strong> in de loop der jar<strong>en</strong><br />

hoger zijn geword<strong>en</strong>. Waar 15 jaar geled<strong>en</strong> het vastgestelde<br />

bedrag doorgaans niet meer dan € 5.000,- bedroeg 33 , is de<br />

laatste jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tegemoetkoming <strong>van</strong> <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

euro’s ge<strong>en</strong> uitzondering. 34<br />

Om <strong>en</strong>ig inzicht te gev<strong>en</strong> in de wijze waarop e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

wordt vastgesteld, volgt hier e<strong>en</strong> korte bespreking <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> drietal uitsprak<strong>en</strong> waarin de huurder aanspraak maakt<br />

op e<strong>en</strong> tegemoetkoming in di<strong>en</strong>s <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> Kantonrechter Alkmaar oordeelt in 1995 dat de vordering<br />

tot beëindiging <strong>van</strong> e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst wordt toegewez<strong>en</strong><br />

op grond <strong>van</strong> de algem<strong>en</strong>e belang<strong>en</strong>afweging. 35 Het gehuurde,<br />

e<strong>en</strong> hal in e<strong>en</strong> loods, wordt door huurder gebruikt voor de<br />

opslag <strong>en</strong> in- <strong>en</strong> verkoop <strong>van</strong> tweedehands goeder<strong>en</strong>. Huurder,<br />

die op dat mom<strong>en</strong>t 10 jaar <strong>van</strong> het gehuurde gebruik maakt,<br />

vordert vergoeding <strong>van</strong> de schade, bestaande uit de kost<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> vertrek uit het gehuurde (€ 35.615,40) <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

betrekking <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuw pand (€ 19.503,40). Het in totaal<br />

gevorderde bedrag komt neer op e<strong>en</strong> veelvoud <strong>van</strong> de jaarhuur,<br />

welke slechts € 2.722,68 bedraagt. <strong>De</strong> kantonrechter<br />

overweegt dat aan huurder e<strong>en</strong> tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong><strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong> behoort te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d maar dat<br />

daaronder niet wordt begrep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergoeding voor goodwill<br />

<strong>en</strong> verlies <strong>van</strong> zak<strong>en</strong>, noch e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie voor e<strong>en</strong> hogere<br />

30. Vergelijk D.H. de Witte, ‘Schadebegroting: ge<strong>en</strong> ‘natte vinger werk’(1),<br />

TvHB 2004, 1, p. 20.<br />

31. Ktg. Zaandam 23 februari 1995, WR 1995, 55. E<strong>en</strong> bedrag <strong>van</strong> €<br />

1.134,45 werd toegek<strong>en</strong>d als tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

32. Hof <strong>De</strong>n Bosch 2 november 2005, LJN BH 9834. Dit bedrag is in<br />

eerste aanleg vastgesteld. Volg<strong>en</strong>s het deskundig<strong>en</strong>bericht kwam<strong>en</strong> de<br />

totale kost<strong>en</strong> neer op € 219.000,-. <strong>De</strong> kantonrechter heeft dus e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

<strong>van</strong> 57% <strong>van</strong> de totale kost<strong>en</strong> vastgesteld. In hoger beroep<br />

tracht huurder dit bedrag nog te verhog<strong>en</strong>. Het eindarrest is, naar mijn<br />

wet<strong>en</strong>, niet gepubliceerd.<br />

33. Vergelijk Ktg. Apeldoorn 25 november 1992 PRG 1993, 3783 (€<br />

4.537,80); Ktg. Zaandam 23 februari 1995, WR 1995, 55 (€1.134,45);<br />

Ktg Alkmaar 16 augustus 1995, WR 1995, 102 (€ 4.537,80); Ktg.<br />

Arnhem 4 december 1995, WR 1996, 58 (€ 4.537,80); Ktg. Groning<strong>en</strong><br />

21 maart 1996, WR 1996, 77 (€ 2.268,90).<br />

34. Vergelijk Ktg. Zutph<strong>en</strong> 14 februari 2006, WR 2006, 112 (€ 27,500,-);<br />

Hof Arnhem 6 juni 2006, LJN AY5217 (€ 60.000,-); Rb. Arnhem 29<br />

februari 2008, WR 2009, 24 (€ 105.000,- <strong>en</strong> € 40.000 voor de onderhuurder);<br />

Hof Arnhem 24 februari 2009, LJN BH7552 (€ 34.000);<br />

Hof <strong>De</strong>n Haag 7 april 2009, LJN BI1735 (€ 15.000,- <strong>en</strong> € 10.000,voor<br />

de onderhuurder).<br />

35. Ktg. Alkmaar 16 augustus 1995, WR 1995, 102.<br />

Nr. 4 - juli-augustus 2009


huurprijs of waarborgsom. <strong>De</strong> tegemoetkoming wordt, ‘naar<br />

maatstav<strong>en</strong> <strong>van</strong> redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid’, vastgesteld op €<br />

4.537,80. Dit is ongeveer 20% <strong>van</strong> het in totaal gevorderde<br />

bedrag. 36<br />

Vergelijkbare bedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevorderd door de huurder<br />

die zich in 2005 geconfronteerd ziet met beëindiging <strong>van</strong> de<br />

huur op grond <strong>van</strong> dring<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong> gebruik. 37 Huurder exploiteert<br />

in het gehuurde op dat mom<strong>en</strong>t ruim 15 jaar e<strong>en</strong> kledingwinkel.<br />

<strong>De</strong> kantonrechter heeft e<strong>en</strong> bedrag <strong>van</strong> € 20.000,toegewez<strong>en</strong><br />

als tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

In hoger beroep voert huurder, onder andere, aan dat<br />

dit bedrag te laag is. Zij schat alle<strong>en</strong> de <strong>verhuis</strong>kost<strong>en</strong> al op<br />

€ 17.000,-. <strong>De</strong> te verwacht<strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> begroot zij,<br />

aan de hand <strong>van</strong> e<strong>en</strong> door haar overlegde offerte, op €<br />

43.915,97 excl. BTW. <strong>De</strong> begrote kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de<br />

verhuurder uitdrukkelijk betwist. Verhuurder bepleit dat de<br />

winkelvoorraad <strong>en</strong> inv<strong>en</strong>taris in één keer met één <strong>verhuis</strong>auto<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>verhuis</strong>d. Daarbij voert verhuurder aan dat<br />

het interieur <strong>en</strong> de inv<strong>en</strong>taris e<strong>en</strong>voudig <strong>van</strong> aard zijn, al jar<strong>en</strong><br />

niet meer vernieuwd zijn <strong>en</strong> daarom volledig zijn afgeschrev<strong>en</strong>.<br />

Het hof overweegt dat het op de weg <strong>van</strong> huurder had<br />

geleg<strong>en</strong> de begrote kost<strong>en</strong> naar aanleiding <strong>van</strong> de betwisting<strong>en</strong><br />

bij pleidooi nader te onderbouw<strong>en</strong>. Nu zij dit niet heeft gedaan,<br />

<strong>en</strong> gelet op het feit dat art. 7:297 BW niet tot e<strong>en</strong> volledige<br />

kost<strong>en</strong>vergoeding dwingt, komt e<strong>en</strong> tegemoetkoming<br />

<strong>van</strong> in totaal € 20.000,- het hof billijk voor. Dit bedrag komt<br />

neer op ongeveer 30% <strong>van</strong> de door huurder begrote kost<strong>en</strong>. 38<br />

E<strong>en</strong> veel hoger bedrag wordt gevorderd door de huurder, die<br />

e<strong>en</strong> supermarkt exploiteert <strong>en</strong> <strong>van</strong> wie de huurovere<strong>en</strong>komst<br />

na e<strong>en</strong> duur <strong>van</strong> 25 jaar werd beëindigd. <strong>De</strong> supermarktexploitant<br />

begroot haar <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> in totaal<br />

op € 707.092,10. <strong>De</strong> berek<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> verhuurder sluit op e<strong>en</strong><br />

bedrag <strong>van</strong> in totaal € 13.750,-. <strong>De</strong> kantonrechter oordeelt<br />

dat, ‘aan de hand <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander’, e<strong>en</strong> bedrag <strong>van</strong> €<br />

105.000,- als redelijk kan word<strong>en</strong> beschouwd. 39 Dit bedrag<br />

komt neer op ongeveer 15% <strong>van</strong> de door huurder begrote<br />

kost<strong>en</strong>. <strong>De</strong> kantonrechter heeft rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de<br />

restantwaarde <strong>van</strong> de bestaande inv<strong>en</strong>taris, het voordeel dat<br />

de exploitant g<strong>en</strong>iet weg<strong>en</strong>s nieuw voor oud <strong>en</strong> met de duur<br />

<strong>van</strong> de overe<strong>en</strong>komst. <strong>De</strong> kantonrechter merkt daarbij op dat<br />

de wettelijke regeling ge<strong>en</strong> verplichting <strong>van</strong> de verhuurder<br />

inhoudt tot volledige vergoeding <strong>van</strong> de kost<strong>en</strong>.<br />

5. Gevolg invoering <strong>van</strong> de <strong>artikel</strong><strong>en</strong> 7:296 lid<br />

1 onder b gecombineerd met 7:297 BW<br />

Bij de invoering <strong>van</strong> het nieuwe huurrecht in 2003 is het de<br />

verhuurder mogelijk gemaakt e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst op te<br />

zegg<strong>en</strong> voor de r<strong>en</strong>ovatie <strong>van</strong> bedrijfsruimte die zonder beëindiging<br />

<strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst niet mogelijk is. Voorhe<strong>en</strong><br />

36. Daarbij merk<strong>en</strong> wij op dat uit het vonnis niet duidelijk blijkt welk deel<br />

<strong>van</strong> het gevorderde bedrag daadwerkelijk zag op <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>,<br />

zodat dit perc<strong>en</strong>tage niet geheel nauwkeurig is.<br />

37. Hof Amsterdam 19 januari <strong>en</strong> 23 november 2006, WR 2007, 68.<br />

38. Opnieuw geldt dat niet duidelijk is welk deel <strong>van</strong> het gevorderde bedrag<br />

daadwerkelijk als <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> aangemerkt,<br />

zodat het perc<strong>en</strong>tage niet geheel nauwkeurig is. Daarbij is niet duidelijk<br />

in hoeverre het Hof is uitgegaan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> lager bedrag <strong>van</strong>wege de betwisting<strong>en</strong><br />

door verhuurder.<br />

39. Rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Nijmeg<strong>en</strong> 29 februari 2008,<br />

WR 2009, 24.<br />

Nr. 4 - juli-augustus 2009<br />

viel e<strong>en</strong> dergelijke r<strong>en</strong>ovatie niet onder de opzeggingsgrond<br />

‘dring<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong> gebruik’. 40 Indi<strong>en</strong> de verhuurder vóór 2003<br />

over w<strong>en</strong>ste te gaan tot e<strong>en</strong> herontwikkeling waarbij de<br />

huurder het gehuurde zou moet<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>, werd de verhuurder<br />

geconfronteerd met buit<strong>en</strong>sporige afkoopsomm<strong>en</strong>. Hier<br />

heeft de wetgever e<strong>en</strong> einde aan will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. <strong>De</strong> stand <strong>van</strong><br />

het onroer<strong>en</strong>d goed moest word<strong>en</strong> verbeterd zodat meer<br />

herontwikkelingsproject<strong>en</strong> <strong>van</strong> de grond moest<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

Bij deze wetswijziging heeft de verhuurder art. 7:297 BW<br />

niet aangepast. Dit betek<strong>en</strong>t dat ook bij e<strong>en</strong> opzegging in<br />

verband met e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatie e<strong>en</strong> huurder slechts recht heeft op<br />

e<strong>en</strong> tegemoetkoming in zijn <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> huurder wordt bij e<strong>en</strong> beëindiging echter geconfronteerd<br />

met veel meer nadelige gevolg<strong>en</strong>. Naast de directe kost<strong>en</strong> die<br />

gemoeid zijn met het eindig<strong>en</strong> <strong>van</strong> de huur, zoals de <strong>verhuis</strong><strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong>, lijdt hij doorgaans ook andere schade<br />

zoals bijvoorbeeld verlies aan goodwill <strong>en</strong> kost<strong>en</strong> voor de afvloeiing<br />

<strong>van</strong> personeel.<br />

Huurders hebb<strong>en</strong> bepleit dat e<strong>en</strong> verhuurder in ieder geval<br />

e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> deze schade di<strong>en</strong>t te vergoed<strong>en</strong> nu de huurovere<strong>en</strong>komst<br />

op zijn initiatief <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de wil <strong>van</strong> huurder in<br />

wordt beëindigd. <strong>De</strong> huurders hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> dit<br />

standpunt bakzeil gehaald. Immers, de Hoge Raad heeft in<br />

2007 met deze stelling korte mett<strong>en</strong> gemaakt. 41<br />

<strong>De</strong> afgelop<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal huurders <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />

de herontwikkelingsproject<strong>en</strong> in Hoog Catharijne,<br />

Stadsc<strong>en</strong>trum Zoetermeer <strong>en</strong> Presikhaaf in de media <strong>en</strong> bij<br />

minister Van der Laan bepleit dat de opzeggingsgrond ‘dring<strong>en</strong>d<br />

eig<strong>en</strong> gebruik’ weer moet word<strong>en</strong> ingeperkt zodat zij<br />

bij e<strong>en</strong> herontwikkeling niet met lege hand<strong>en</strong> staan. 42 <strong>De</strong>ze<br />

huurders zijn <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat de wetswijziging in 2003 e<strong>en</strong><br />

structurele fout is geweest. Zij m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de winkeliers weer<br />

beter moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschermd: ‘Zomaar lop<strong>en</strong>de huurcontract<strong>en</strong><br />

weg<strong>en</strong>s r<strong>en</strong>ovatie opzegg<strong>en</strong>? Dat moet verbod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.’,<br />

aldus de <strong>De</strong>tailhandel Nederland die voor de belang<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de winkeliers opkomt. 43<br />

In het verled<strong>en</strong> heeft de wetgever overig<strong>en</strong>s ook al e<strong>en</strong>s over<br />

deze materie nagedacht. In Wetsvoorstel 24150 werd het de<br />

verhuurder <strong>van</strong> 290-bedrijfsruimte mogelijk gemaakt de<br />

huurovere<strong>en</strong>komst op te zegg<strong>en</strong> zonder dat hij hiervoor e<strong>en</strong><br />

grond nodig zou hebb<strong>en</strong>. <strong>De</strong> huurder zou alsdan wél recht<br />

hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergoeding <strong>van</strong> zijn schade. 44 <strong>De</strong>ze schadevergoeding<br />

werd wettelijk gemaximeerd op e<strong>en</strong> bedrag gelijk<br />

aan tweemaal de laatst betaalde jaarhuur. Dit wetsvoorstel<br />

vond ge<strong>en</strong> steun bij e<strong>en</strong> Kamermeerderheid <strong>en</strong> is ingetrokk<strong>en</strong>.<br />

45 <strong>De</strong> bestaande situatie, waarbij e<strong>en</strong> huurder uitsluit<strong>en</strong>d<br />

40.<br />

41.<br />

42.<br />

43.<br />

44.<br />

45.<br />

<strong>De</strong> <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>artikel</strong> 7:297 BW<br />

Voor de wetswijziging was e<strong>en</strong> beëindiging <strong>van</strong> de huurovere<strong>en</strong>komst<br />

in het kader <strong>van</strong> e<strong>en</strong> herontwikkeling hooguit mogelijk op grond <strong>van</strong><br />

de algem<strong>en</strong>e belang<strong>en</strong>afweging.<br />

HR 4 mei 2007, NJ 2007, 273.<br />

Zie ‘Ik word gewoon op straat gegooid’ door M. <strong>van</strong> der Werf in het Algeme<strong>en</strong><br />

Dagblad <strong>van</strong> 23 juli 2009.<br />

Zie noot 42.<br />

MvT Kamerstukk<strong>en</strong> II 1994/95, 24150, nr. 3, p. 29.<br />

Het wetsvoorstel hield overig<strong>en</strong>s veel wijziging<strong>en</strong> in <strong>van</strong> het destijds<br />

geld<strong>en</strong>de recht op gebied <strong>van</strong> meer onderwerp<strong>en</strong> dan alle<strong>en</strong> de <strong>verhuis</strong><strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong>, zodat het verwerp<strong>en</strong> <strong>van</strong> het voorstel niet alle<strong>en</strong><br />

kan word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan de voorgestelde wijziging omtr<strong>en</strong>t de<br />

<strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong>.<br />

Tijdschrift voor HUURRECHT BEDRIJFSRUIMTE<br />

141


<strong>De</strong> <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>artikel</strong> 7:297 BW<br />

aanspraak kan mak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong><strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong>, is uitdrukkelijk gehandhaafd.<br />

Het lijkt er dan ook op dat de wetgever uitdrukkelijk voor<br />

de huidige stand <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> heeft gekoz<strong>en</strong>. Of desalniettemin<br />

aan de klacht<strong>en</strong> <strong>van</strong> huurder gehoor zal word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> zal<br />

de toekomst uitwijz<strong>en</strong>.<br />

6. Conclusie<br />

Nu de wetgever in 2003 het mogelijk heeft geacht e<strong>en</strong> huurovere<strong>en</strong>komst<br />

te beëindig<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> er sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatie<br />

<strong>en</strong> art. 7:297 BW is gehandhaafd (wederom is gekoz<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> tegemoetkoming <strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> volledige schadeloosstelling)<br />

lijkt het vooralsnog teg<strong>en</strong> de bedoeling <strong>van</strong> de wetgever<br />

in te gaan wanneer de tegemoetkoming op e<strong>en</strong> dermate<br />

hoog perc<strong>en</strong>tage <strong>van</strong> de daadwerkelijke kost<strong>en</strong> wordt vastgesteld,<br />

dat in feite alsnog sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> volledige vergoeding.<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat de bedrag<strong>en</strong> die rechters aan <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong><br />

inrichtingskost<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> in het kader <strong>van</strong> e<strong>en</strong> herontwikkeling<br />

de laatste jar<strong>en</strong> juist stijg<strong>en</strong>. Wellicht dat deze ontwikkeling<br />

is ingegev<strong>en</strong> door de verruiming <strong>van</strong> de opzeggingsgrond<br />

‘dring<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong> gebruik’ in 2003. <strong>De</strong> rechter lijkt de<br />

huurder met de hogere bedrag<strong>en</strong> ‘tegemoet’ te will<strong>en</strong> ‘kom<strong>en</strong>’.<br />

Daarbij merk<strong>en</strong> wij op dat wij, bij gebrek aan motivering<br />

door de rechter, naar zijn bedoeling slechts kunn<strong>en</strong> giss<strong>en</strong>.<br />

Geconcludeerd kan in ieder geval word<strong>en</strong> dat noch de wettekst,<br />

noch de jurisprud<strong>en</strong>tie op dit mom<strong>en</strong>t duidelijke<br />

maatstav<strong>en</strong> biedt aan de hand waar<strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

tegemoetkoming in de <strong>verhuis</strong>- <strong>en</strong> inrichtingskost<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te<br />

word<strong>en</strong> vastgesteld. Wij hebb<strong>en</strong> wel aanknopingspunt<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong><br />

aan de hand waar<strong>van</strong> e<strong>en</strong> tegemoetkoming kan word<strong>en</strong><br />

bepaald. Het wacht<strong>en</strong> is nu nog op e<strong>en</strong> duidelijk, gemotiveerd<br />

vonnis waaruit rechtsregels kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedestilleerd.<br />

142<br />

Tijdschrift voor HUURRECHT BEDRIJFSRUIMTE<br />

Nr. 4 - juli-augustus 2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!