Notulen Raad 9 juni 2011 - OCMW Gent

OCMW GENT
College van Burgemeester en Schepenen Vast Bureau
Gemeenteraad Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Stad (Gent) OCMW (Gent)
Stadsdiensten OCMW-diensten
Stadssecretaris OCMW-secretaris
Burgemeester Voorzitter van het OCMW
Gemeentedecreet OCMW-decreet
Stadspersoneel OCMW-personeel
Stadsbestuur OCMW-bestuur
RMW – notulen 9.06.2011
Notulen
Overwegende dat de in artikel 65 van de stedelijke rechtspositieregeling vermelde
werkwijze, waarbij het derde exemplaar van het ondertekende evaluatieformulier aan de
Dienst Loopbaanbegeleiding en Vorming wordt overgemaakt, niet strookt met de
praktische werkwijze en organisatie van het OCMW; dat om die reden het derde
exemplaar van het evaluatieformulier moet overgemaakt worden aan Personeelsbeheer;
Overwegende dat de in artikel 74 van de stedelijke rechtspositieregeling vermelde
voorwaarden om een ontvankelijk beroepschrift tegen een ongunstig evaluatieresultaat in
te dienen, niet volledig kan toegepast worden binnen het OCMW wegens het ontbreken
van een Infopunt Personeel; dat om die reden het beroepschrift hetzij door een
aangetekende brief moet gericht worden aan de secretaris, hetzij door afgifte van het
beroepschrift aan de balie van Personeelsbeheer;
Overwegende dat de in artikel 201 van de stedelijke rechtspositieregeling omschreven
procedure niet volledig kan toegepast worden binnen het OCMW bij gebrek aan
contactpersonen Financiën; dat om die reden de procedure wordt aangepast aan de reële
werkwijze binnen het OCMW;
Overwegende dat het gepast voorkomt om de OCMW-Secretaris, de OCMW financieel
beheerder en het specifiek personeel vermeld in artikel 104, §2 OCMW-decreet, onder
het toepassingsgebied van de rechtspositieregeling van het stadspersoneel te houden;
Overwegende dat het Rechtspositiebesluit OCMW-personeel de mogelijkheid biedt om
een aantal uitzonderingen te voorzien op de rechtspositieregeling van het stadspersoneel
voor het specifieke personeel vermeld in artikel 104, §2 van het OCMW-decreet;
Gelet op artikel 47, §2 van het Rechtspositiebesluit OCMW-personeel dat de mogelijkheid
voorziet om een afwijkende duur van de proeftijd te bepalen met het oog op de vaste
aanstelling in statutair verband;
Overwegende dat het wenselijk wordt geacht om, in afwijking van de
rechtspositieregeling stadspersoneel, de duur van de proeftijd met het oog op een vaste
aanstelling in statutair verband op 12 maanden te brengen voor alle graden van niveau A
en B en op 6 maanden voor alle graden van niveau C, D en E; dat de langere
proefperiode voor de graden van niveau B gerechtvaardigd wordt door het lange
opleidingstraject die onder meer de maatschappelijk werkers moeten doorlopen alvorens
zelfstandig hun taken te kunnen uitoefenen;
Gelet op artikel 67 van het Rechtspositiebesluit OCMW-personeel dat de mogelijkheid
voorziet om afwijkende regels te bepalen voor de bevorderingsreserve;