Notulen Raad 9 juni 2011 - OCMW Gent
Notulen Raad 9 juni 2011 - OCMW Gent
Notulen Raad 9 juni 2011 - OCMW Gent
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>OCMW</strong> GENT<br />
RMW – notulen 9.06.<strong>2011</strong><br />
<strong>Notulen</strong><br />
niet in de stedelijke rechtspositieregeling voorkomt; dat de voorkeur ernaar uitgaat om<br />
initieel een langere proeftijd te laten volbrengen, eerder dan van de mogelijkheid van<br />
een verlenging van de proeftijd gebruik te maken wegens de onzekerheid die dit voor de<br />
medewerker meebrengt;<br />
Overwegende dat het wenselijk is om, in afwijking van de stedelijke<br />
rechtspositieregeling, de duur van de proeftijd voor alle graden van zowel niveau A als<br />
niveau B op 12 maanden te brengen om doorgedreven training-on-the-job mogelijk te<br />
maken;<br />
Overwegende dat het Rechtspositiebesluit <strong>OCMW</strong>-personeel de keuze laat tussen<br />
bevorderingsreserves die een onbeperkte geldigheidsduur hebben of<br />
bevorderingsreserves met een maximale geldigheidsduur; dat ervoor gekozen wordt om,<br />
in afwijking van de stedelijke rechtspositieregeling, de bevorderingsreserves twee keer<br />
met twee jaar te verlengen om geslaagde kandidaten langer de kans te geven om een<br />
vacante plaats in te nemen; dat een onbeperkte geldigheidsduur van een<br />
bevorderingsreserve niet opportuun lijkt omdat zowel de inhoud van de functie kan<br />
wijzigen alsook de competenties van zowel de geslaagde als van de niet-geslaagde<br />
kandidaten;<br />
Overwegende dat het Rechtspositiebesluit <strong>OCMW</strong>-personeel de <strong>OCMW</strong>’s de ruimte laat<br />
om te bepalen welke relevante beroepservaring in aanmerking kan komen voor zowel de<br />
administratieve als de geldelijke anciënniteit; dat de <strong>OCMW</strong>’s zich als aantrekkelijke<br />
werkgever op de arbeidsmarkt moeten profileren nu het aantal vakantie- en feestdagen<br />
gelijkgeschakeld worden met deze in de privé-sector;<br />
Overwegende dat voor de moeilijk te recruteren functies van verplegende en<br />
verzorgende medewerkers het opportuun is om alle ervaring opgedaan in zowel de privésector<br />
als als zelfstandige te laten meetellen om op die manier ook een concurrentiële<br />
verloning te kunnen aanbieden; dat voor alle andere functies voor de toekenning van<br />
meerekenbare administratieve en geldelijke anciënniteit de stedelijke<br />
rechtspositieregeling overgenomen wordt, met dien verstande dat dit enkel geldt voor<br />
nieuwe personeelsleden die na 1 januari <strong>2011</strong> in dienst gekomen zijn van het <strong>OCMW</strong>,<br />
omdat voor personeelsleden in dienst voor 1 januari <strong>2011</strong> een reeks<br />
overgangsbepalingen geldt in verband met behoud van aantal vakantie- en feestdagen<br />
en bovendien om de financiële meerkost van de invoering van deze nieuwe<br />
rechtspositieregeling te drukken;<br />
Overwegende dat zowel de woonzorgcentra als de lokale dienstencentra werken voor een<br />
specifieke doelgroep, namelijk ouderen, waarbij, vooral in de woonzorgcentra, de<br />
continuïteit van de dienstverlening van primordiaal belang is zodat het aangewezen is de<br />
modaliteiten rond het opnemen van verloven en afwezigheden hierop af te stemmen;<br />
dat, net omwille van die continuïteit van dienstverlening, het aantal dienstvrijstellingen<br />
voor het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes beperkt wordt tot vier keer per jaar<br />
alsook de collectieve sluitingen uit de stedelijke rechtspositieregeling geschrapt worden;<br />
Overwegende dat in de overgangsbepalingen in verband met het behoud van vakantie-en<br />
feestdagen de "verdere duur van hun loopbaan" moet definieerd worden om toekomstige<br />
discussies hieromtrent te vermijden;<br />
Overwegende echter dat een bevordering gebaseerd is op een vrijwillige<br />
kandidaatstelling waarbij bovendien aan de bevordering het voordeel van een hogere<br />
verloning gekoppeld is waardoor het rechtvaardig lijkt om het behoud van rechten in dit<br />
geval in de tijd te beperken; dat op die manier de huidige personeelsleden maximaal de