Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn

Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn

24.09.2013 Views

Rooilijn Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam top- of toblocatie? P. 14 Frank Bruinsma en Piet Rietveld Amsterdam top- of toblocatie?

Rooilijn Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam top- of toblocatie? P. 15 De Zuidas in Amsterdam moet zich ontwikkelen tot een inter- nationale vestigingslocatie voor Europese hoofdkantoren van wereldwijd opererende bedrijven. Tot nu toe heeft zich echter nog geen enkel buiten- lands bedrijf met zijn Europese hoofdkantoor gemeld. Dit doet de vraag rijzen wat de inter- nationale concurrentiepositie van Amsterdam is. In hoeverre komen de objectieve metingen overeen met de inschattingen van managers? De Europese economieën hebben, met de gebruikelijk ups en downs, sinds de Tweede Wereldoorlog een sterke groei meegemaakt. De Nederlandse economie vormt daarop geen uitzondering. Na een oriëntatie op de wederopbouw van het eigen land hebben de overheid en het bedrijfsleven meer oog gekregen voor economische ontwikkelingen over de landsgrenzen heen. De toenemende globalisering heeft er toe geleid dat bedrijven steeds meer internationaal zijn gaan opereren, hoewel veel overheden nog steeds moeite doen om hun eigen markt af te schermen tegen buitenlandse toetreders. Om Europa sterker te maken tegen de handelsblokken uit Azië en Midden-Amerika hebben de landen besloten tot het instellen van één Europees marktgebied in 1992. Uit vrees voor “Fortress Europe” trachtten veel niet-Europese ondernemingen in die tijd een Europees hoofdkwartier of distributiecentrum te vestigen in één van de landen die deel uitmaakten van deze grote interne Europese markt om zo deze markt te kunnen (blijven) bedienen. Veel nationale, regionale en lokale overheden keken begerig uit naar de komst van dergelijke Europese hoofdkantoren en distributiecentra. Ze zouden een nieuwe impuls geven aan de nationale dan wel regionale economie. In deze periode rond het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstonden dan ook de ranglijstjes van steden die het meest geschikt waren als vestigingsplaats voor dergelijke Europese hoofdkantoren en distributiecentra van niet-Europese bedrijven. De meest bekende hiervan is de European real estate monitor (later European cities monitor) van Healey & Baker (later Cushman & Wakefield Healey & Baker) die vanaf 1990 jaarlijks is verschenen. Voor deze monitor worden jaarlijks managers van meer dan vijfhonderd internationale ondernemingen geïnterviewd over de aantrekkelijkheid van de belangrijkste Europese steden als vestigingsplaats. Naast deze sterk commercieel georienteerde studies verschenen in deze periode ook meer wetenschappelijke analyses naar de concurrentiekracht van Europese stedelijke regio’s. Een bekend voorbeeld is de studie van Brunet “Les

<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 15<br />

De Zuidas in Amsterdam moet<br />

zich ontw<strong>ik</strong>kelen tot een inter-<br />

nationale vestigingslocatie<br />

voor Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren<br />

<strong>van</strong> wereldwijd <strong>op</strong>ereren<strong>de</strong><br />

bedrijven. <strong>Tot</strong> nu toe heeft zich<br />

echter nog geen enkel buiten-<br />

lands bedrijf met zijn Eur<strong>op</strong>ese<br />

hoofdkantoor gemeld. Dit doet<br />

<strong>de</strong> vraag rijzen wat <strong>de</strong> inter-<br />

nationale concurrentiepositie<br />

<strong>van</strong> Amsterdam is. In hoeverre<br />

komen <strong>de</strong> objectieve metingen<br />

overeen met <strong>de</strong> inschattingen<br />

<strong>van</strong> managers?<br />

De Eur<strong>op</strong>ese economieën <strong>heb</strong>ben, met <strong>de</strong><br />

gebru<strong>ik</strong>elijk ups en downs, sinds <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog een sterke groei meegemaakt.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse economie vormt<br />

daar<strong>op</strong> geen uitzon<strong>de</strong>ring. Na een oriëntatie<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>r<strong>op</strong>bouw <strong>van</strong> het eigen land<br />

<strong>heb</strong>ben <strong>de</strong> overheid en het bedrijfsleven<br />

meer oog gekregen voor economische<br />

ontw<strong>ik</strong>kelingen over <strong>de</strong> landsgrenzen<br />

heen. De toenemen<strong>de</strong> globalisering heeft<br />

er toe geleid dat bedrijven steeds meer<br />

internationaal zijn gaan <strong>op</strong>ereren, hoewel<br />

veel overhe<strong>de</strong>n nog steeds moeite doen om<br />

hun eigen markt af te schermen tegen<br />

buitenlandse toetre<strong>de</strong>rs. Om Eur<strong>op</strong>a<br />

sterker te maken tegen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsblokken<br />

uit Azië en Mid<strong>de</strong>n-Amer<strong>ik</strong>a <strong>heb</strong>ben<br />

<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n besloten tot het instellen <strong>van</strong><br />

één Eur<strong>op</strong>ees marktgebied in 1992. Uit<br />

vrees voor “Fortress Eur<strong>op</strong>e” trachtten<br />

veel niet-Eur<strong>op</strong>ese on<strong>de</strong>rnemingen in<br />

die tijd een Eur<strong>op</strong>ees hoofdkwartier of<br />

distributiecentrum te vestigen in één <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>el uitmaakten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

grote interne Eur<strong>op</strong>ese markt om zo <strong>de</strong>ze<br />

markt te kunnen (blijven) bedienen. Veel<br />

nationale, regionale en lokale overhe<strong>de</strong>n<br />

keken begerig uit naar <strong>de</strong> komst <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>rgelijke Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren en<br />

distributiecentra. Ze zou<strong>de</strong>n een nieuwe<br />

impuls geven aan <strong>de</strong> nationale dan wel<br />

regionale economie. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

rond het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> vorige eeuw ontston<strong>de</strong>n dan ook <strong>de</strong><br />

ranglijstjes <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>n die het meest<br />

gesch<strong>ik</strong>t waren als vestigingsplaats voor<br />

<strong>de</strong>rgelijke Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren en<br />

distributiecentra <strong>van</strong> niet-Eur<strong>op</strong>ese<br />

bedrijven. De meest beken<strong>de</strong> hier<strong>van</strong> is<br />

<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ean real estate monitor (later<br />

Eur<strong>op</strong>ean cities monitor) <strong>van</strong> Healey<br />

& Baker (later Cushman & Wakefield<br />

Healey & Baker) die <strong>van</strong>af 1990 jaarlijks<br />

is verschenen. Voor <strong>de</strong>ze monitor wor<strong>de</strong>n<br />

jaarlijks managers <strong>van</strong> meer dan vijfhon<strong>de</strong>rd<br />

internationale on<strong>de</strong>rnemingen<br />

geïnterviewd over <strong>de</strong> aantrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n als<br />

vestigingsplaats.<br />

Naast <strong>de</strong>ze sterk commercieel georienteer<strong>de</strong><br />

studies verschenen in <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> ook meer wetenschappelijke<br />

analyses naar <strong>de</strong> concurrentiekracht <strong>van</strong><br />

Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>lijke regio’s. Een bekend<br />

voorbeeld is <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Brunet “Les

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!