24.09.2013 Views

Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn

Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn

Tot op de dag van vandaag heb ik - Rooilijn

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Rooilijn</strong><br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Tijdschrift voor wetenschap en beleid in <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

Stelling<br />

Leo Platvoet<br />

InBeeld<br />

Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Achtergrond<br />

Van grondbeleid<br />

naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

Interview<br />

Een haat-lief<strong>de</strong>verhouding<br />

met planning<br />

Amsterdam<br />

t<strong>op</strong>- of toblocatie<br />

De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mondialisering <strong>op</strong><br />

volkswoningbouw<br />

in Ecuador<br />

Hypotheeklening<br />

moeilijker in<br />

gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

Vinexwijk<br />

Carnisselan<strong>de</strong><br />

voldoen<strong>de</strong><br />

aangehaakt?<br />

P. 1<br />

Naoorlogse<br />

probleemwijken in<br />

Stockholm<br />

Woonlastenbeleid<br />

<strong>van</strong> een<br />

hervormingskabinet


<strong>Rooilijn</strong><br />

Colofon<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Uitgever<br />

<strong>Rooilijn</strong> is een uitgave <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Faculteit <strong>de</strong>r Maatschappij- en<br />

Gedragswetenschappen, Af<strong>de</strong>ling<br />

Geografie, Planologie en Internationale<br />

Ontw<strong>ik</strong>kelingsstudies <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Bureauredactie en administratie<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Nieuwe Prinsengracht 130<br />

1018 VZ Amsterdam<br />

Telefoon: 020-525 4365<br />

Telefax: 020-525 4051<br />

Email: info@rooilijn.nl<br />

Internet: www.rooilijn.nl<br />

K<strong>op</strong>ij<br />

De redactie stelt spontane toezending<br />

<strong>van</strong> voorstellen voor art<strong>ik</strong>elen <strong>op</strong> prijs.<br />

Auteursrichtlijnen treft u aan <strong>op</strong><br />

www.rooilijn.nl of kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>op</strong>gevraagd bij <strong>de</strong> bureauredactie.<br />

Advertenties<br />

Tarieven kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gevraagd<br />

bij <strong>de</strong> bureauredactie<br />

Prijzen jaarabonnement 2007<br />

37,50 euro voor particulieren<br />

61,00 euro voor instellingen<br />

24,50 euro voor stu<strong>de</strong>nten<br />

Colofon<br />

Prijs los nummer<br />

6,75 euro exclusief verzendkosten<br />

Abonnementen wor<strong>de</strong>n jaarlijks stilzwijgend<br />

verlengd, tenzij uiterlijk vóór<br />

1 november schriftelijk is <strong>op</strong>gezegd.<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Oplage: 1600<br />

ISSN 1380-2860<br />

Redactie<br />

Marjolijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Klis<br />

(hoofdredactie), Marlies <strong>de</strong><br />

Stigter (beeldredactie), Niels Al<br />

(penningmeester), Manuel Aalbers,<br />

Jelle Adamse, Raffael Argiolu,<br />

Wilma Bakker, Albertine <strong>van</strong> Diepen,<br />

Joram Grünfeld, Nadav Haran,<br />

Perry Hoetjes, Hilje <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Horst,<br />

Leonie Janssen-Jansen, Robert<br />

Kloosterman, Femke Kl<strong>op</strong>penburg,<br />

Anne M. Koeman, Mel<strong>ik</strong>a Levelt,<br />

Sabine Meier, Stefan Metaal,<br />

Laurens Peijs, Karin Pfeffer, Fenne<br />

Pinkster, Maarten Rottschäfer,<br />

Hil<strong>de</strong> Schelfaut, Eva Stegmeijer,<br />

Onno Terpstra, Thijs Terpstra, Ineke<br />

Teijmant, Frans Thissen, Thijs Turel,<br />

Els Veldhuizen, Clementine Vooren,<br />

Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

P. 2<br />

Rechten<br />

© Auteurs en Universiteit <strong>van</strong><br />

Amsterdam, Af<strong>de</strong>ling Geografie,<br />

Planologie en Internationale<br />

Ontw<strong>ik</strong>kelingsstudies.<br />

Deze uitgave heeft geen commercieel<br />

oogmerk. Getracht is alle recht<strong>heb</strong>ben<strong>de</strong>n<br />

te achterhalen. Diegenen die<br />

menen alsnog aanspraak te kunnen<br />

doen gel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n verzocht contact<br />

<strong>op</strong> te nemen met <strong>de</strong> redactie. Art<strong>ik</strong>elen<br />

uit <strong>Rooilijn</strong> mogen niet wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd,<br />

<strong>op</strong>geslagen of <strong>op</strong>enbaar<br />

gemaakt zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke<br />

toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong> redactie.<br />

Ontwerp en productie<br />

LandofPlenty (Antoin Buissink)<br />

Fotografie<br />

Alle fotografie door Marcel Heemskerk met<br />

uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong>: Hypotheeklening moeilijker<br />

in gekleur<strong>de</strong> wijk: Manual Aalbers, Na-oorlogse<br />

probleemwijken in Stockholm: Wouter <strong>van</strong> Gent,<br />

InBeeld: Janneke Berendsen, De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador:<br />

Christien Klaufus, Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong><br />

voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?: Sake Zijlstra (p54 r.b. en<br />

r.o., p59).<br />

Drukwerk<br />

Dékavé, Alkmaar


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Redactioneel<br />

Redactioneel<br />

Verbreding<br />

Dit jaar beleeft <strong>Rooilijn</strong> haar veertig jarig bestaan. Veertig jaar waarin<br />

<strong>Rooilijn</strong> uitgroei<strong>de</strong> <strong>van</strong> het me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingenblad <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakgroep<br />

Planologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam tot haar huidige vorm.<br />

Een mooie re<strong>de</strong>n om komend voorjaar in een speciaal nummer eens stil<br />

te staan bij veertig jaar va<strong>de</strong>rlandse ruimtelijk or<strong>de</strong>ningshistorie en een<br />

bl<strong>ik</strong> te werpen <strong>op</strong> <strong>de</strong> toekomst <strong>van</strong> ons vakgebied.<br />

Een gebeurtenis bij <strong>Rooilijn</strong> die voor mij persoonlijk <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>r<br />

belang is, is mijn eigen afscheid als hoofdredacteur na dit eerste nummer<br />

<strong>van</strong> 2007. In het afgel<strong>op</strong>en jaar <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> binnen <strong>de</strong> redactie <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

<strong>op</strong> mij genomen om als hoofdredacteur leiding te geven aan<br />

<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen die wij ons als redactie ten doel had<strong>de</strong>n gesteld. Er<br />

ston<strong>de</strong>n ons <strong>op</strong> dat moment veran<strong>de</strong>ringen voor ogen in on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong><br />

werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> redactie, <strong>de</strong> variatie in art<strong>ik</strong>elvormen en <strong>de</strong> frequentie<br />

en uiterlijke verschijning <strong>van</strong> <strong>Rooilijn</strong>. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> 2006<br />

wer<strong>de</strong>n die veran<strong>de</strong>ringen ook voor u als lezer zichtbaar in <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong><br />

<strong>Rooilijn</strong>. Nu <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>ringen <strong>op</strong> <strong>de</strong> rails zijn gezet, is het voor mij<br />

tijd om me te richten <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>re wetenschappelijke bezigheid, het<br />

proefschrift. Helaas is er <strong>op</strong> dit moment nog geen nieuwe hoofdredacteur<br />

gevon<strong>de</strong>n, maar dat zal ongetwijfeld een tij<strong>de</strong>lijke situatie zijn.<br />

Een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong> <strong>Rooilijn</strong> die mijns inziens<br />

zeer interessant is om in <strong>de</strong> toekomstige perio<strong>de</strong> voort te zetten, wordt<br />

gevormd door twee vormen <strong>van</strong> verbreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> kijk <strong>op</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning. Een in het oog springen<strong>de</strong> rubriek die we afgel<strong>op</strong>en jaar<br />

introduceer<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> katern InBeeld, waarmee we naast het schrijven<br />

over ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, het voor ons vakgebied zo belangrijke kijken<br />

een speciale plek <strong>heb</strong>ben gegeven in <strong>Rooilijn</strong>. In samenwerking met<br />

<strong>de</strong> Hogeschool voor <strong>de</strong> Kunsten Utrecht biedt <strong>Rooilijn</strong> ruimte aan<br />

afstu<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten fotografie om <strong>van</strong>uit hun vakgebied een breed<br />

spectrum aan on<strong>de</strong>rwerpen binnen <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning te belichten.<br />

Daarnaast zie <strong>ik</strong> een belangrijke vorm <strong>van</strong> verbreding in <strong>de</strong> geografische<br />

re<strong>ik</strong>wijdte <strong>van</strong> <strong>de</strong> binnen <strong>Rooilijn</strong> belichte case studies. In <strong>de</strong> context <strong>van</strong><br />

mondialisering is het mooi dat lokale voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

uit alle windstreken, zowel uit westerse als niet-westerse lan<strong>de</strong>n, tot<br />

inspiratie kunnen zijn voor ons als va<strong>de</strong>rlandse specialisten.<br />

P. 3<br />

Ik ho<strong>op</strong> dat <strong>de</strong>ze kanten <strong>van</strong> <strong>Rooilijn</strong> in <strong>de</strong> toekomst een belangrijke<br />

bijdrage zullen geven aan uw en mijn inspiratie als lief<strong>heb</strong>bers <strong>van</strong><br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning.<br />

Marjolijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Klis<br />

Hoofdredacteur <strong>Rooilijn</strong> (m.<strong>van</strong><strong>de</strong>rklis@uva.nl)


<strong>Rooilijn</strong><br />

Inhoud<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Inhoud<br />

5 Stelling “In stadswijken<br />

komen mensen vooruit, maar<br />

dat gaat nooit <strong>van</strong>zelf.”<br />

Leo Platvoet<br />

6 Achtergrond Van grondbeleid<br />

naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

Nieuwe kansen met nieuw instrumentarium,<br />

maar strategisch grondbeleid is<br />

bewust kiezen tussen actief of passief<br />

grondbeleid Jan Winsemius<br />

14 Amsterdam t<strong>op</strong>- of<br />

toblocatie?<br />

Het beeld dat managers <strong>van</strong><br />

Amsterdam als vestigingslocatie in hun<br />

hoofd <strong>heb</strong>ben, komt niet <strong>op</strong> alle punten<br />

overeen met objectieve criteria Frank<br />

Bruinsma en Piet Rietveld<br />

22 Hypotheeklening moeilijker<br />

in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

Hypotheekverstrekkers proberen <strong>op</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> manieren hun risico te<br />

beperken. Ook <strong>de</strong> wijk of <strong>de</strong> postco<strong>de</strong><br />

kan daarbij een rol spelen Manuel<br />

Aalbers<br />

30 Naoorlogse probleemwijken<br />

in Stockholm<br />

Ne<strong>de</strong>rland kan leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zweedse<br />

aanpak <strong>van</strong> naoorlogse probleemwijken<br />

Wouter <strong>van</strong> Gent<br />

34 InBeeld Wegbl<strong>ik</strong>ken Janneke<br />

Berendsen<br />

48 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering<br />

<strong>op</strong> volkswoningbouw in<br />

Ecuador<br />

De grootschalige arbeidsmigratie naar<br />

het Westen heeft in Ecuador <strong>de</strong> lokale<br />

woningarchitectuur doen veran<strong>de</strong>ren<br />

Christien Klaufus<br />

P. 4<br />

54 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong><br />

voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

Om een isolement voor <strong>de</strong> bewoners te<br />

voorkomen is een versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verbindingen met <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke centra<br />

noodzakelijk Sake Zijlstra en Paul<br />

Stouten<br />

60 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een<br />

hervormingskabinet<br />

Minister Dekker heeft <strong>de</strong> erfenis <strong>van</strong><br />

het laatste kabinet Balkenen<strong>de</strong> <strong>op</strong> het<br />

gebied <strong>van</strong> het woonlastenbeleid verwoord<br />

in een Visienota. Een volstrekt<br />

ongesch<strong>ik</strong>te <strong>op</strong>maat voor een zeer<br />

noodzakelijke fundamentele aanpak<br />

<strong>van</strong> dit beleidsterrein Hugo Priemus<br />

66 Interview <strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding<br />

met planning<br />

Interview met Ton Kreukels Edwin<br />

Buitelaar<br />

70 Recensie Signalementen<br />

> Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning geor<strong>de</strong>nd<br />

De belangrijkste planologische thema’s<br />

<strong>van</strong> dit moment komen <strong>op</strong> een leesbare<br />

manier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> Evelien <strong>van</strong> Rij<br />

71 Signalementen<br />

74 Column Momentum<br />

O. Naphta


<strong>Rooilijn</strong><br />

Stelling<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

“In stadswijken komen mensen vooruit,<br />

maar dat gaat nooit <strong>van</strong>zelf.”<br />

De stad is een plek waar door <strong>de</strong> eeuwen heen geluks-<br />

Stelling<br />

zoekers naar toe getrokken zijn. Weg <strong>van</strong> het platteland,<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> vlucht voor honger, weg <strong>van</strong> een saai en voorspelbaar<br />

leven. Tegelijkertijd wordt <strong>de</strong> stad ook <strong>de</strong> rug<br />

toegekeerd. Eerst door <strong>de</strong> elite, later door gezinnen uit <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>nklasse die een woning in het groen willen.<br />

Een stad zon<strong>de</strong>r dynamiek, zon<strong>de</strong>r het komen en gaan<br />

<strong>van</strong> mensen, is al snel geen stad meer. Het wordt een<br />

samenleving <strong>van</strong> gearriveer<strong>de</strong>n die zich er in bekwaamt<br />

<strong>de</strong> boel nog ver<strong>de</strong>r aan te harken, <strong>de</strong> gekkigheid <strong>van</strong><br />

straat te halen en <strong>de</strong> zelfkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving uit te<br />

bannen.<br />

De ste<strong>de</strong>lijke dynamiek vindt zijn bioto<strong>op</strong> in wat achterstands-<br />

of probleemwijken wor<strong>de</strong>n genoemd. Dáár<br />

vin<strong>de</strong>n nieuwkomers met een laag inkomen een woning.<br />

Maar die instroom is <strong>de</strong> laatste veertig jaar fors veran<strong>de</strong>rd.<br />

Naast <strong>de</strong> constante instroom <strong>van</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>heb</strong>ben<br />

immigranten <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n gekleurd. Langzaam is het beeld<br />

gegroeid dat ‘<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r’ <strong>op</strong> het netvlies<br />

heeft gekregen. In <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n ballen <strong>de</strong> problemen<br />

zich samen. Vormen zich langzamerhand getto’s, zijn er<br />

alleen nog witte en zwarte scholen, viert <strong>de</strong> Marokkaanse<br />

jeugdcriminaliteit hoogtij en lijkt <strong>de</strong> <strong>op</strong>mars <strong>van</strong> <strong>de</strong> fundamentalistische<br />

islam onstuitbaar.<br />

Maar kl<strong>op</strong>t dit beeld? Het zijn me<strong>de</strong> <strong>de</strong> statistieken die<br />

aanleiding geven tot het gesomber over <strong>de</strong> stad en zijn<br />

achterstandswijken. Maar die statistieken zijn moment<strong>op</strong>names.<br />

Het zijn foto’s. Wie <strong>de</strong> film bekijkt, ziet heel iets<br />

an<strong>de</strong>rs. Mensen komen <strong>de</strong> stad binnen, maken carrière,<br />

wor<strong>de</strong>n geconfronteerd met an<strong>de</strong>re leefstijlen, waar<strong>de</strong>n<br />

en meningen, emanciperen zich en vertrekken vaak<br />

weer, veelal in latere levensfasen. De film toont ons <strong>de</strong><br />

dynamische werkelijkheid achter <strong>de</strong> cijfers: <strong>de</strong> stad als<br />

emancipatiemachine. Vanzelf gaat dat echter niet. Er<br />

liggen bedreigingen <strong>op</strong> <strong>de</strong> loer. Eén zo’n bedreiging is <strong>de</strong><br />

lust <strong>van</strong> gemeentebestuur<strong>de</strong>rs en woningbouwcorpo-<br />

P. 5<br />

Leo Platvoet<br />

raties tot grootschalige en zeer kostbare herstructurering<br />

<strong>van</strong> naoorlogse woonwijken. Min<strong>de</strong>r goedk<strong>op</strong>e huurwoningen<br />

en meer ko<strong>op</strong>woningen moeten lei<strong>de</strong>n tot een meer<br />

gemeng<strong>de</strong> bevolking. Opvallend is dat sociaal-wetenschappelijk<br />

on<strong>de</strong>rzoek wordt genegeerd waaruit blijkt dat<br />

menging nauwelijks helpt voor mensen die werkloos zijn<br />

en kin<strong>de</strong>ren <strong>heb</strong>ben die slecht <strong>op</strong> school meekomen omdat<br />

ze een taalachterstand <strong>heb</strong>ben. De gebouw<strong>de</strong> omgeving is<br />

onschuldig als het gaat om het waarom <strong>van</strong> achterstan<strong>de</strong>n.<br />

Voor het <strong>op</strong>lossen <strong>van</strong> hun problemen moet er geïnvesteerd<br />

wor<strong>de</strong>n in beter on<strong>de</strong>rwijs en passen<strong>de</strong> arbeid. Moeten<br />

bestaan<strong>de</strong> netwerken niet doorgeknipt wor<strong>de</strong>n, maar juist<br />

on<strong>de</strong>rsteund en gestimuleerd.<br />

Het investeren in sociale infrastructuur, on<strong>de</strong>rwijs en werk<br />

is ongetwijfeld min<strong>de</strong>r sexy dan in flonkeren<strong>de</strong> nieuwbouw<br />

maar effectiever om mensen tot zelfontplooiing te brengen.<br />

De achterstandswijk wordt dan een vooruitgangswijk. Niet<br />

het putje <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningmarkt – er zal altijd een ‘laagste<br />

punt’ zijn, hoe hard je ook wijken transformeert – maar een<br />

startpunt.<br />

Uiteraard betekent dat niet dat leefbaarheid en woonkwaliteit<br />

in <strong>de</strong>ze wijken veronachtzaamd moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Permanente aandacht voor on<strong>de</strong>rhoud en verbetering zijn<br />

een eerste vereiste. Ook mensen met een laag inkomen<br />

<strong>heb</strong>ben recht <strong>op</strong> een leefbare woonomgeving.<br />

Leo Platvoet (platvoet@planet.nl) is Eerste Kamerlid voor GroenLinks en<br />

me<strong>de</strong>-auteur <strong>van</strong> Amsterdam als emancipatiemachine.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

P. 6<br />

Van grondbeleid<br />

naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

Jan Winsemius


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Achtergrond<br />

Na <strong>de</strong> oorlog werd in Ne<strong>de</strong>rland een actief gemeentelijke<br />

grondbeleid gevoerd met behulp <strong>van</strong> locatiesubsidies<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksoverheid als maatstaf. Gemeenten<br />

droegen zorg voor <strong>de</strong> verwerving ontw<strong>ik</strong>keling en<br />

uitgifte <strong>van</strong> grond voor woningbouwlocaties. De<br />

risico’s <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling waren beperkt, doordat<br />

groten<strong>de</strong>els sprake was <strong>van</strong> een gesubsidieerd<br />

woningbouwprogramma. Bovendien was het gron<strong>de</strong>xploitatierisico<br />

afge<strong>de</strong>kt door rijkssubsidies; tekorten<br />

en tegenvallers wer<strong>de</strong>n door het Rijk aangevuld en<br />

meevallers moesten wor<strong>de</strong>n terugbetaald. In <strong>de</strong> jaren<br />

negentig wil<strong>de</strong> het Rijk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze subsidieverplichting af<br />

<strong>van</strong>wege begrotingsoverwegingen.<br />

Tegelijk met het afschaffen <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatiesubsidieregeling<br />

was er sprake <strong>van</strong> een omslag in het woningbouwprogramma.<br />

Voortaan moest minimaal zeventig<br />

procent in <strong>de</strong> vrije sector wor<strong>de</strong>n gebouwd. Na <strong>de</strong><br />

slechte ervaringen met risicodragen<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties<br />

<strong>van</strong> begin jaren tachtig waren <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse gemeenten<br />

zeer terughou<strong>de</strong>nd in het voortzetten <strong>van</strong> een actief<br />

grondbeleid. Dit beteken<strong>de</strong> het begin <strong>van</strong> een perio<strong>de</strong><br />

waarin marktpartijen overal grond kochten met het<br />

doel daar ooit zelf te kunnen bouwen (zelfrealisatie of<br />

zelfuitvoering). Langdurige on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen tussen<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

De nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet, die vermoe<strong>de</strong>lijk per 1 januari 2008 <strong>van</strong> kracht wordt,<br />

zal zorgen voor een betere positie voor gemeenten die zelf geen grond bezitten. De<br />

wetswijziging betekent niet dat gemeenten hun grondbeleid massaal moeten aanpas-<br />

sen. Eer<strong>de</strong>r zou<strong>de</strong>n gemeenten <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>re manier hun ontw<strong>ik</strong>kelbeleid moeten<br />

gaan vormgeven.<br />

P. 7<br />

gemeenten en marktpartijen waren het gevolg. Met<br />

name bij <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> <strong>de</strong> VINEX bleek het<br />

instrumentarium <strong>van</strong> het zogenaam<strong>de</strong> kostenverhaal<br />

tekort te schieten. Bij het kostenverhaal gaat het om<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om kosten voor voorzieningen <strong>van</strong><br />

<strong>op</strong>enbaar nut, zoals <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte, te<br />

verhalen <strong>op</strong> diegenen die baat <strong>heb</strong>ben bij die investeringen.<br />

Ervaringen met <strong>de</strong> VINEX zijn niet zon<strong>de</strong>r gevolgen<br />

gebleven. Zo zijn er verschillen<strong>de</strong> aanpassingen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) geweest om<br />

<strong>de</strong> positie <strong>van</strong> gemeenten <strong>op</strong> uitleglocaties te versterken.<br />

Ook streven gemeenten, on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> die ervaringen,<br />

<strong>de</strong> laatste jaren weer steeds vaker naar een actief<br />

grondbeleid. De invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet is<br />

<strong>de</strong> laatste wetswijziging die voorvloeit uit <strong>de</strong> ervaringen<br />

met <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> VINEX-locaties.<br />

Het kostenverhaal<br />

In <strong>de</strong> theorie wordt er een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen<br />

actief en passief grondbeleid. Bij een actief grondbeleid<br />

verwerft <strong>de</strong> gemeente een locatie, maakt <strong>de</strong> grond<br />

bouw- en woonrijp en geeft <strong>de</strong>ze uit. Bij een passief<br />

grondbeleid daarentegen, laat <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> verwerving,<br />

ontw<strong>ik</strong>keling en uitgifte <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

over. In <strong>de</strong> literatuur wor<strong>de</strong>n ook wel tussenvormen


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

beschreven, zoals het faciliterend grondbeleid, waarbij<br />

<strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> grond niet verwerft maar wel bepaal<strong>de</strong><br />

activiteiten ontplooit om <strong>de</strong> private ontw<strong>ik</strong>keling te<br />

faciliteren. In <strong>de</strong> praktijk bestaan er talrijke tussenvormen<br />

tussen actief en passief. Die tussenvormen hangen<br />

samen met <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> publieke en private<br />

partijen in <strong>de</strong> planontw<strong>ik</strong>keling en <strong>de</strong> grondontw<strong>ik</strong>keling<br />

samenwerken.<br />

Gemeenten zon<strong>de</strong>r grond kunnen niet vertrouwen <strong>op</strong><br />

het bestaan<strong>de</strong> instrumentarium <strong>van</strong> kostenverhaal<br />

om <strong>de</strong> kosten voor <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> voorzieningen <strong>van</strong><br />

<strong>op</strong>enbaar nut te verhalen <strong>op</strong> <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kelen<strong>de</strong> partij.<br />

Het probleem is dat het publiekrechtelijke instrument<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> baatbelasting ronduit slecht functioneert. Het<br />

alternatief - <strong>de</strong> exploitatieovereenkomst - berust <strong>op</strong><br />

vrijwilligheid. De gron<strong>de</strong>igenaar moet bereid zijn een<br />

overeenkomst aan te gaan. Wat vaak wordt vergeten is<br />

dat gemeenten niet kunnen wor<strong>de</strong>n gedwongen kosten<br />

te maken. Er is geen wet die gemeenten verplicht <strong>op</strong>enbare<br />

ruimte aan te leggen als een private partij ergens<br />

een huis bouwt. De gron<strong>de</strong>igenaar die zich beroept<br />

<strong>op</strong> zijn zelfuitvoeringsrecht mag immers integraal<br />

uitvoeren, dus ook <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte. Gemeenten<br />

zou<strong>de</strong>n zich dan misschien ook min<strong>de</strong>r druk moeten<br />

maken om het kostenverhaal en in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling<br />

eer<strong>de</strong>r moeten zeggen: zoek het maar uit. De gemeente<br />

is ook niet verplicht <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte die <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kelaar<br />

maakt over te nemen. Alleen bij <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

free-ri<strong>de</strong>rs werkt <strong>de</strong>ze strategie niet. Het gaat hier om<br />

gron<strong>de</strong>igenaren die maar een stukje <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie in<br />

eigendom <strong>heb</strong>ben en wel willen ontw<strong>ik</strong>kelen maar niet<br />

willen meewerken aan het kostenverhaal. Zij proberen<br />

te profiteren <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re partijen die <strong>de</strong> noodzakelijke<br />

<strong>op</strong>enbare ruimte aanleggen om hun eigen ontw<strong>ik</strong>keling<br />

mogelijk te maken. De nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

geeft gemeenten meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> kosten te<br />

verhalen <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze onwillige gron<strong>de</strong>igenaren. Ook in <strong>de</strong><br />

relatie tot an<strong>de</strong>re partijen dan <strong>de</strong> free-ri<strong>de</strong>r kan <strong>de</strong> wet<br />

een rol spelen doordat het ka<strong>de</strong>r waarbinnen gemeenten<br />

en marktpartijen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len zal wijzigen. Toch<br />

is het <strong>de</strong> vraag of er veel zal veran<strong>de</strong>ren. Het probleem<br />

is eer<strong>de</strong>r dat gemeenten in <strong>de</strong> praktijk vaak geen<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

P. 8<br />

goe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>laars zijn dan dat <strong>de</strong> instrumenten<br />

tekortschieten.<br />

De algemene conclusie is dat met <strong>de</strong> nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

het kostenverhaal geen goed argument<br />

meer is om te kiezen voor een actief grondbeleid. Daar<br />

is tenminste één kanttekening bij te plaatsen. Straks<br />

is er namelijk sprake <strong>van</strong> een limitatieve <strong>op</strong>somming<br />

<strong>van</strong> verhaalbare kosten. Als een bepaal<strong>de</strong> kostenpost<br />

niet <strong>op</strong> <strong>de</strong> lijst staat, is verhaal onmogelijk. Wanneer<br />

gemeenten kosten die niet in <strong>de</strong> lijst voorkomen, willen<br />

betalen uit <strong>de</strong> <strong>op</strong>brengsten <strong>van</strong> locatieontw<strong>ik</strong>keling,<br />

is daar nog steeds een actief grondbeleid voor nodig.<br />

Daarbij blijft het natuurlijk een groot voor<strong>de</strong>el dat<br />

bij een actief grondbeleid niet eerst hoeft te wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld.<br />

Thomas-theorema<br />

Een belangrijk argument vóór een actief grondbeleid<br />

is dat een gemeente zon<strong>de</strong>r grond <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling<br />

niet goed zou kunnen sturen. In mijn visie wor<strong>de</strong>n die<br />

sturingsmogelijkhe<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r grond vaak on<strong>de</strong>rschat.<br />

In <strong>de</strong> praktijk kunnen gemeenten in een ge<strong>de</strong>tailleerd<br />

bestemmingsplan vrij precies vastleggen wat er wel en<br />

niet mag wor<strong>de</strong>n gebouwd. De nieuwe welstandsregeling<br />

biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om zeer precies <strong>de</strong> vereiste<br />

kwaliteiten vast te leggen. Gemeenten kunnen er zelfs<br />

voor kiezen die sturing direct zelf te organiseren door<br />

een supervisor aan te stellen. Er zijn ook beperkingen<br />

aan het zelfuitvoeringsrecht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar.<br />

De zelfuitvoering moet geschie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

gemeente gewenste vorm. Dat betekent bijvoorbeeld<br />

dat gemeenten eisen kunnen stellen aan <strong>de</strong> kwaliteit<br />

<strong>van</strong> het <strong>op</strong>enbaar gebied die ver<strong>de</strong>r gaan dan hetgeen er<br />

in het bestemmingsplan en met <strong>de</strong> welstandsregeling<br />

kan wor<strong>de</strong>n geregeld. Het kan bijvoorbeeld gaan om<br />

kwaliteitseisen die samenhangen met het toekomstig<br />

beheer. Ook kan <strong>de</strong> gemeente aangeven wat het<br />

wenselijk volkshuisvestingsprogramma is. Er moet in<br />

dat geval wel sprake zijn <strong>van</strong> een gemeentelijk beleid <strong>op</strong><br />

dit gebied. Het wordt bijvoorbeeld lastig ergens <strong>de</strong>rtig<br />

procent sociale woningbouw voor te schrijven als dit<br />

ver<strong>de</strong>r nooit wordt gedaan in <strong>de</strong> gemeente.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

In <strong>de</strong> praktijk gaat het niet zo zeer om <strong>de</strong> sturingsinstrumenten<br />

maar veel meer om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>igenaar-ontw<strong>ik</strong>kelaar. Wie zegt dat gemeenten<br />

zon<strong>de</strong>r grond slechte sturingsmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>heb</strong>ben,<br />

zegt eigenlijk dat een gemeente zon<strong>de</strong>r grond een<br />

slechte on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie heeft. Wellicht is hier<br />

sprake <strong>van</strong> het zogenaam<strong>de</strong> Thomas-theorema: “if<br />

men <strong>de</strong>fine situations as real, they are real in their<br />

consequences.” De veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />

slecht is, is vaak voldoen<strong>de</strong> om tot een<br />

slecht on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsresultaat te lei<strong>de</strong>n.<br />

Vechten met één hand <strong>op</strong> <strong>de</strong> rug<br />

De feitelijke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie is zo slecht nog<br />

niet. De gron<strong>de</strong>igenaar kan immers niets zon<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente. Omgekeerd<br />

kan <strong>de</strong> gemeente wél zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar. Hierboven is al aangegeven wat<br />

<strong>de</strong> publiekrechtelijke sturingsmogelijkhe<strong>de</strong>n zijn.<br />

Een gemeente kan tegenover <strong>de</strong> zelfuitvoer<strong>de</strong>r een<br />

afwachten<strong>de</strong> houding aannemen en zeggen: gaat u<br />

vooral uw gang, maak een plan. De gemeente hoeft<br />

in <strong>de</strong>ze fase geen verplichtingen aan te gaan. De<br />

zelfuitvoer<strong>de</strong>r moet kosten gaan maken zon<strong>de</strong>r dat<br />

daar garanties tegenover staan. Deze strategie geeft<br />

direct het belangrijkste dilemma aan <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie. De grootste troef is<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om niets te doen. Als die troef geheel<br />

kan wor<strong>de</strong>n uitgespeeld, is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />

sterk. Politiek is dit lastig. De belangrijkste doelstelling<br />

is namelijk vaak tempo of actie. Het is niet<br />

eenvoudig om aan <strong>de</strong> gemeenteraad uit te leggen dat<br />

het bestuur haar doelstelling <strong>van</strong> tempo maken wil<br />

realiseren door in het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingstraject juist te<br />

weigeren iets te doen. Een bijkomend probleem is dat<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar-zelfuitvoer<strong>de</strong>r vaak geen haast heeft<br />

omdat hij een gratis of goedk<strong>op</strong>e <strong>op</strong>tie <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond<br />

heeft. On<strong>de</strong>r het ou<strong>de</strong> regime <strong>van</strong> <strong>de</strong> WVG was die<br />

<strong>op</strong>tie voldoen<strong>de</strong> om een zelfuitvoeringsrecht zeker<br />

te stellen. In <strong>de</strong> praktijk wordt <strong>de</strong> gemeente vaak nog<br />

geconfronteerd met <strong>op</strong>tiehou<strong>de</strong>rs die on<strong>de</strong>r dat ou<strong>de</strong><br />

regime vallen (De Wolf & Groetelaars, 2004).<br />

P. 9<br />

Opvallend is ver<strong>de</strong>r dat gemeenten in het algemeen<br />

het spel niet hard spelen. Marktpartijen doen er niet<br />

moeilijk over om rechtszaken tegen gemeenten aan te<br />

spannen. An<strong>de</strong>rsom zijn gemeenten zeer terughou<strong>de</strong>nd<br />

om <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar-zelfuitvoer<strong>de</strong>r hard aan te<br />

pakken. Gemeenten vechten vaak vrijwillig met één<br />

hand <strong>op</strong> <strong>de</strong> rug. De vooron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> positie<br />

zwak is, speelt daarin een belangrijke rol. Voor een<br />

scherpe on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling bij een passief grondbeleid<br />

is veel kennis <strong>van</strong> zaken nodig. Daar komt bij dat een<br />

scherp strategisch on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsspel lastig te spelen<br />

is in het nieuwe duale stelsel.<br />

Op het gebied <strong>van</strong> sturing biedt <strong>de</strong> wetswijziging extra<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n. Een belangrijke mogelijkheid is om in<br />

het bestemmingsplan woningbouwcategorieën vast te<br />

leggen. In het exploitatieplan kan voorts meer concreet<br />

wor<strong>de</strong>n aangegeven <strong>op</strong> welke plekken die financieringscategorieën<br />

moeten wor<strong>de</strong>n neergezet. Daarnaast<br />

biedt het exploitatieplan <strong>de</strong> mogelijkheid om eisen te<br />

stellen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare<br />

ruimte en <strong>de</strong> planning en fasering meer concreet uit<br />

te werken. Daarmee wordt het ook veel eenvoudiger<br />

om <strong>de</strong> eisen en randvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente te<br />

concretiseren.<br />

Onteigening en voorkeursrecht<br />

Ook het instrumentarium voor het actieve grondbeleid<br />

heeft zijn beperkingen. Het belangrijkste is dat het<br />

met <strong>de</strong> onteigeningswet en het voorkeursrecht in <strong>de</strong><br />

hand nog steeds niet met zekerheid mogelijk is om<br />

als gemeente gron<strong>de</strong>igenaar te wor<strong>de</strong>n. Iemand die<br />

bereid en in staat is zelf volgens het bestemmingsplan<br />

te bouwen kan niet wor<strong>de</strong>n onteigend. Dit betekent<br />

dat gemeenten wor<strong>de</strong>n teruggeworpen <strong>op</strong> een passief<br />

grondbeleid en het bijbehoren<strong>de</strong> instrumentarium<br />

<strong>van</strong> sturing en kostenverhaal. Een twee<strong>de</strong> bezwaar<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> onteigeningswet is dat het niet mogelijk is snel<br />

grond te verwerven. Dat betekent dat het machtsmid<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> onteigening tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>adline aan niet goed<br />

kan wor<strong>de</strong>n ingezet. Onteigening is altijd een slecht<br />

functionerend instrument als tempo maken het doel is.<br />

Dankzij een amen<strong>de</strong>ment wordt <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie-


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

wet aangepast en met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet zal ook<br />

sprake zijn <strong>van</strong> een wijziging in <strong>de</strong> onteigeningswet.<br />

In theorie is onteigening hierdoor sneller mogelijk. De<br />

praktijk zal moeten uitwijzen of het ook zo werkt.<br />

Een probleem bij het voorkeursrecht is dat partijen die<br />

een <strong>op</strong>tie <strong>heb</strong>ben die nog dateert <strong>van</strong> voor <strong>de</strong> wijziging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> WVG eigenlijk een gratis zelfuitvoeringsrecht<br />

<strong>heb</strong>ben. Een twee<strong>de</strong> probleem is dat een gemeente<br />

die een voorkeursrecht vestigt juridisch beschouwd<br />

een recht vestigt dat gericht is <strong>op</strong> het verwerven <strong>van</strong><br />

grond. Praktisch willen gemeenten hiermee echter<br />

meestal voorl<strong>op</strong>ig juist geen grond verwerven. Ze<br />

willen <strong>de</strong> situatie <strong>op</strong> een locatie bevriezen. Wanneer<br />

eigenaren grond te ko<strong>op</strong> aanbie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n moet<br />

<strong>de</strong> gemeente haar voorkeursrecht gaan effectueren,<br />

terwijl zij eigenlijk nog niet wil<strong>de</strong> k<strong>op</strong>en. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

probleem is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarvoor het voorkeursrecht<br />

kan wor<strong>de</strong>n ingezet. Die perio<strong>de</strong> is beperkt terwijl <strong>de</strong><br />

ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> een grote locatie zeer lang duurt.<br />

Weliswaar kan <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> steeds wor<strong>de</strong>n verlengd<br />

wanneer het plan ver<strong>de</strong>r wordt gebracht maar zoals<br />

eer<strong>de</strong>r gezegd, kan het strategisch belang <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente juist zijn om het plan niet ver<strong>de</strong>r te brengen.<br />

Strategisch zijn er dan ook verschillen<strong>de</strong> situaties<br />

<strong>de</strong>nkbaar waarin het verstandiger is om helemaal geen<br />

voorkeursrecht te vestigen. De beperkingen <strong>van</strong> het<br />

instrumentarium <strong>van</strong> onteigening en voorkeursrecht<br />

leveren niet automatisch argumenten voor een passief<br />

grondbeleid. Wel zullen gemeenten soms noodgedwongen<br />

een passief grondbeleid moeten voeren.<br />

De beperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet maken het immers niet<br />

altijd mogelijk voor <strong>de</strong> gemeenten om <strong>de</strong> grond ook<br />

daadwerkelijk te verwerven.<br />

Baatafroming<br />

Een belangrijke re<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> voorkeur te geven aan een<br />

actief grondbeleid is dat gron<strong>de</strong>igendom <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

geeft om mee te <strong>de</strong>len in <strong>de</strong> winst <strong>op</strong> <strong>de</strong> locatieontw<strong>ik</strong>keling.<br />

Echter, er ontbreekt een instrument om<br />

een <strong>de</strong>rgelijke baatafroming voor <strong>de</strong> gemeente zon<strong>de</strong>r<br />

grond te garan<strong>de</strong>ren want het kostenverhaal geeft<br />

alleen <strong>de</strong> mogelijkheid kosten in rekening te brengen.<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

P. 10<br />

De nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet veran<strong>de</strong>rt niets aan dit<br />

principe. Toch krijgen gemeenten in <strong>de</strong> nieuwe wet wel<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om zon<strong>de</strong>r grond toch te profiteren<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> winstgevendheid <strong>van</strong> een plan. Bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wet is namelijk een wetsart<strong>ik</strong>el toegevoegd<br />

over bovenplanse verevening. De gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

biedt daarmee <strong>de</strong> mogelijkheid kosten die buiten het<br />

plangebied wor<strong>de</strong>n gemaakt te verhalen. Het kan dan<br />

bijvoorbeeld gaan om groenontw<strong>ik</strong>keling naast het<br />

plangebied. De re<strong>de</strong>nering achter <strong>de</strong>ze verevening is<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re dat het zon<strong>de</strong>r die regeling nodig zou<br />

zijn om kunstmatig verschillen<strong>de</strong> plannen on<strong>de</strong>r<br />

één gron<strong>de</strong>xploitatie te brengen, omdat dit <strong>de</strong> enige<br />

mogelijkheid is om te komen tot één kostenverhaal. Het<br />

praktische gevolg is dat het mogelijk wordt gemaakt<br />

kosten die el<strong>de</strong>rs, buiten het plangebied, wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt, te verhalen. Deze mogelijkheid hangt in <strong>de</strong><br />

praktijk veel meer samen met <strong>de</strong> winstpotentie <strong>van</strong> het<br />

betreffen<strong>de</strong> plan dan met <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenplanse<br />

investeringen. Voor het eerst wordt <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier een<br />

mogelijkheid geschapen om als gemeente te <strong>de</strong>len in <strong>de</strong><br />

baten <strong>van</strong> een locatie. Het is nog afwachten hoe <strong>de</strong>ze<br />

regel in <strong>de</strong> praktijk zal uitwerken en welke mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

gemeenten hierdoor precies krijgen.<br />

Risico’s, kennis en capaciteit<br />

Belangrijke inhou<strong>de</strong>lijke argumenten in <strong>de</strong> afweging<br />

voor een actief of passief grondbeleid zijn <strong>de</strong> risico’s<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie en <strong>de</strong> kennis en capaciteit die<br />

<strong>de</strong> gemeenten <strong>heb</strong>ben om een gron<strong>de</strong>xploitatie tot een<br />

goed ein<strong>de</strong> te brengen. De re<strong>de</strong>nering is in het algemeen<br />

dat een actief grondbeleid risicovol is en gemeenten<br />

onvoldoen<strong>de</strong> <strong>de</strong> kennis en capaciteit <strong>heb</strong>ben om zo’n<br />

gron<strong>de</strong>xploitatie tot een goed ein<strong>de</strong> te brengen.<br />

Deze re<strong>de</strong>nering is <strong>op</strong> zijn minst dubieus te noemen.<br />

Het is altijd lastig als buitenstaan<strong>de</strong>r een beeld te<br />

krijgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties. Mijn<br />

indruk is dat, als er nieuws naar buiten komt over<br />

verliesgeven<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>op</strong> VINEX-locaties,<br />

het vaker gaat over locaties waar gemeenten geen actief<br />

grondbeleid voer<strong>de</strong>n en waar sprake is <strong>van</strong> een publiekprivate<br />

gron<strong>de</strong>xploitatiemaatschappij. Een gemeente<br />

met grond kan heel goed <strong>de</strong> risico’s afwentelen <strong>op</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

marktpartijen, bijvoorbeeld door <strong>de</strong> marktpartijen in<br />

concurrentie een aanbieding te laten doen voor <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie. Een gemeente zon<strong>de</strong>r grond<br />

die bijvoorbeeld <strong>de</strong>elneemt in een publiek-private<br />

samenwerking heeft het veel moeilijker. Deze gemeente<br />

heeft niet alle zeggenschap maar wel een belangrijk <strong>de</strong>el<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> risico’s. De belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> partners kunnen<br />

strijdig zijn met <strong>de</strong> risicobeheersing <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente.<br />

In het algemeen wordt aangegeven dat het voeren <strong>van</strong><br />

een actief grondbeleid risicovol is. Grondverwerving,<br />

planontw<strong>ik</strong>keling en grondontw<strong>ik</strong>kelingen brengen<br />

kosten met zich mee die later moeten wor<strong>de</strong>n terugverdient.<br />

Daar valt tegen in te brengen dat <strong>de</strong> gemeente als<br />

gron<strong>de</strong>igenaar alle mogelijkhe<strong>de</strong>n heeft zelf te sturen<br />

<strong>op</strong> risicobeperking. Bovendien heeft <strong>de</strong> gemeente<br />

als gron<strong>de</strong>igenaar <strong>de</strong> vrijheid om marktpartijen te<br />

selecteren <strong>op</strong> <strong>de</strong> mate waarin zij bereid zijn risico’s <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeente over te nemen. Bij een passief grondbeleid<br />

heeft <strong>de</strong> gemeente steeds het grote risico dat zij wordt<br />

geconfronteerd met een marktpartij die zij nooit zelf<br />

<strong>op</strong> objectieve gron<strong>de</strong>n zou selecteren, met alle gevolgen<br />

<strong>van</strong> dien.<br />

De wetswijzigingen betekenen vooral een versterking<br />

voor <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente zon<strong>de</strong>r grond. Het kostenverhaal<br />

functioneert, als het goed is, straks goed. De<br />

bovenplanse verevening maakt het gemeenten mogelijk<br />

te profiteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>brengsten <strong>van</strong> winstgeven<strong>de</strong><br />

locaties door kosten <strong>van</strong> verliesgeven<strong>de</strong> locaties daar<strong>op</strong><br />

af te wentelen. In theorie wordt het mogelijk zon<strong>de</strong>r<br />

grond ook meer <strong>op</strong> het tempo <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling te<br />

sturen. In het exploitatieplan dat in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatiewet wordt <strong>op</strong>gesteld, kan namelijk een<br />

planning wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen. Daaraan is een versnel<strong>de</strong><br />

onteigeningsprocedure gek<strong>op</strong>peld. Daarmee wijzen alle<br />

wijzigingen in <strong>de</strong> wet één kant <strong>op</strong>, namelijk naar een<br />

versterking <strong>van</strong> het passieve grondbeleid.<br />

Dat betekent echter niet dat na <strong>de</strong> wetswijziging alle<br />

gemeenten ineens zullen kiezen voor een passief<br />

grondbeleid. De wetswijzigingen veran<strong>de</strong>ren niets<br />

aan <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> een actief grondbeleid. Ook na<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

P. 11<br />

<strong>de</strong> wetswijziging is het nog steeds makkelijker om een<br />

ontw<strong>ik</strong>keling te sturen als gron<strong>de</strong>igenaar. Een groot<br />

voor<strong>de</strong>el is dat gemeenten hun ontw<strong>ik</strong>kelpartners zelf<br />

in concurrentie kunnen selecteren. Daarbij is het nog<br />

steeds zo dat het tempo met grond beter te bepalen is<br />

dan zon<strong>de</strong>r grond.<br />

Samenwerken met marktpartijen<br />

De kern <strong>van</strong> een gemeentelijke nota is vaak dat <strong>de</strong><br />

gemeente zelf <strong>de</strong> grond voor een locatie wil verwerven.<br />

Echter, er wordt meestal weinig tot niets gezegd over <strong>de</strong><br />

daar<strong>op</strong> volgen<strong>de</strong> strategie. Ook bij een actief grondbeleid<br />

zal <strong>de</strong> gemeente immers <strong>op</strong> enig moment een<br />

marktpartij moeten betrekken bij <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling of<br />

in ie<strong>de</strong>r geval bij <strong>de</strong> uitvoering. De belangrijke keuzes<br />

<strong>van</strong> een gemeente zijn <strong>op</strong> welk moment, <strong>op</strong> welke<br />

manier en voor welke perio<strong>de</strong> die marktpartij wordt<br />

betrokken. Werkt <strong>de</strong> gemeente eerst het plan zelf uit<br />

om vervolgens een selectie te organiseren, selecteert <strong>de</strong><br />

gemeente een marktpartij om gezamenlijk een plan uit<br />

te werken, of vraagt <strong>de</strong> gemeenten aan marktpartijen in<br />

concurrentie een plan <strong>op</strong> te stellen? Wordt een marktpartij<br />

geselecteerd voor een meerjarige samenwerking<br />

rond <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> een grootschalige locatie, of<br />

wordt <strong>de</strong> locatie <strong>op</strong>geknipt om selecties voor <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n<br />

te organiseren? Wordt <strong>de</strong> selectie zo vroeg mogelijk<br />

in het planproces georganiseerd, of zo laat mogelijk?<br />

Dit zijn allemaal mogelijke uitwerkingen <strong>van</strong> een actief<br />

grondbeleid die principieel sterk verschillen. De keuze<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen is strategisch <strong>van</strong> zeer groot<br />

belang. Een meerjarige samenwerking committeert<br />

marktpartijen niet <strong>van</strong>zelfsprekend aan <strong>de</strong> kwaliteit<br />

<strong>van</strong> een plan. Het is net zo goed mogelijk dat een<br />

meerjarige samenwerking <strong>de</strong> concurrentie jarenlang<br />

uitschakelt.<br />

Het is <strong>op</strong>vallend dat een strategische beschouwing over<br />

<strong>de</strong>rgelijke principiële vragen in <strong>de</strong> gemeentelijke nota’s<br />

ontbreekt. Als er <strong>op</strong> in wordt gegaan, wor<strong>de</strong>n bestaan<strong>de</strong><br />

samenwerkingsmo<strong>de</strong>llen beschreven, wat <strong>de</strong> merites<br />

<strong>van</strong> die samenwerkingsmo<strong>de</strong>llen zijn en waar <strong>de</strong> voorkeur<br />

naar uitgaat. Het probleem is dat <strong>op</strong> die manier<br />

het beleid vooral in algemeenhe<strong>de</strong>n wordt uitgedrukt.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

Een gemeentelijke gron<strong>de</strong>xploitatie wordt als risicovoller<br />

aangeduid dan een private gron<strong>de</strong>xploitatie omdat<br />

<strong>de</strong> gemeente zelf <strong>de</strong> investeringsrisico’s draagt. Bij<br />

een publiek private samenwerking wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> risico’s<br />

ge<strong>de</strong>eld en bij een private exploitatie liggen <strong>de</strong> risico’s<br />

meer bij <strong>de</strong> private partij. Zoals bij <strong>de</strong> vergelijking<br />

tussen actief en passief grondbeleid al is aangegeven,<br />

is dit in <strong>de</strong> praktijk veel te kort door <strong>de</strong> bocht. In veel<br />

gevallen zal <strong>de</strong> risicoanalyse juist omgekeerd kunnen<br />

uitvallen. De werkelijke risico’s zijn niet afhankelijk<br />

<strong>van</strong> het mo<strong>de</strong>l maar <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> afspraken<br />

binnen dat mo<strong>de</strong>l.<br />

Naar een ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

Gemeenten zou<strong>de</strong>n hun nota grondbeleid moeten<br />

uitbrei<strong>de</strong>n met een visie <strong>op</strong> het ontw<strong>ik</strong>kelbeleid.<br />

Daarin dienen zij aan te geven volgens welke criteria<br />

partijen wor<strong>de</strong>n geselecteerd als <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> grond<br />

in han<strong>de</strong>n heeft. Ook zou erin moeten staan hoe <strong>de</strong><br />

selectie plaatsvindt, welke garanties wor<strong>de</strong>n verwacht<br />

en wat <strong>de</strong> samenwerkingsvorm is die <strong>de</strong> gemeente<br />

voorstaat. Die ontw<strong>ik</strong>kelstrategie is afhankelijk<br />

<strong>van</strong> het type locatie. Voor bepaal<strong>de</strong> locaties ligt een<br />

publiek-private samenwerking misschien voor <strong>de</strong> hand<br />

maar voor an<strong>de</strong>re locaties niet. Gemeenten kiezen <strong>op</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> locaties voor verschillen<strong>de</strong> strategieën<br />

<strong>van</strong> verwerving en selectie.<br />

De nota’s grondbeleid <strong>van</strong> gemeenten die een actief<br />

grondbeleid nastreven zou<strong>de</strong>n ook een ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

moeten bevatten voor het geval <strong>de</strong> verwerving niet<br />

lukt. Zo weet niet alleen <strong>de</strong> gemeente <strong>van</strong> te voren wat<br />

haar strategie in dat geval is maar ook <strong>de</strong> zelfuitvoer<strong>de</strong>r<br />

weet wat <strong>de</strong> gemeente <strong>van</strong> hem verwacht. Nu moeten<br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>lossingen voor het geval <strong>de</strong> verwerving is mislukt<br />

vaak ad hoc wor<strong>de</strong>n gezocht.<br />

Deze overwegingen lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> conclusie dat een nota<br />

grondbeleid en ontw<strong>ik</strong>kelbeleid bij uitstek <strong>van</strong> belang<br />

is voor gemeenten die geen actief grondbeleid voeren.<br />

Juist bij een passief grondbeleid is het <strong>van</strong> belang<br />

scherp uit te werken <strong>op</strong> welke manier <strong>de</strong> gemeente haar<br />

doelstellingen gaat realiseren. Rond het thema <strong>van</strong><br />

P. 12<br />

het gemeentelijk ontw<strong>ik</strong>kelbeleid zou ook veel meer<br />

kennisontw<strong>ik</strong>keling en kennisuitwisseling tussen<br />

gemeenten moeten plaatsvin<strong>de</strong>n. Alleen <strong>op</strong> die<br />

manieren zal <strong>de</strong> kennis ontstaan om <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijk<br />

nota grondbeleid daadwerkelijk een instrument<br />

voor het ontw<strong>ik</strong>kelingsbeleid te maken. Het is<br />

verbazingwekkend dat gemeenten samenwerkingen<br />

met en selecties <strong>van</strong> marktpartijen steeds weer ad hoc<br />

organiseren.<br />

Als het gaat om <strong>de</strong> verhouding tussen gemeenten en<br />

marktpartijen betekenen <strong>de</strong> wetswijzigingen, in het<br />

bijzon<strong>de</strong>r dankzij <strong>de</strong> aangenomen amen<strong>de</strong>menten,<br />

een versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten. Die<br />

positie was overigens in mijn visie al veel sterker dan<br />

gemeenten vaak zelf dachten. Het instrumentarium<br />

was niet het grootste probleem. Het probleem is dat<br />

gemeenten <strong>de</strong> instrumenten vaak niet gebru<strong>ik</strong>en.<br />

Wellicht biedt <strong>de</strong> huidige verbetering <strong>van</strong> het instrumentarium<br />

het zelfvertrouwen om <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

ook daadwerkelijk te gaan benutten. Hoewel <strong>de</strong><br />

wetswijzigingen vooral gevolgen <strong>heb</strong>ben voor <strong>de</strong><br />

positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> passief <strong>op</strong>ereren<strong>de</strong> gemeente, blijft ook<br />

in <strong>de</strong> toekomst een actief grondbeleid <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

punten voor<strong>de</strong>len <strong>heb</strong>ben. Wat dat betreft is<br />

niet te verwachten dat na <strong>de</strong> wetswijziging een grote<br />

omslag zal plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

Uit<strong>dag</strong>ing voor gemeenten<br />

Een belangrijke <strong>op</strong>gave voor gemeenten is om <strong>de</strong> stap<br />

te maken <strong>van</strong> een grondbeleid naar een ontw<strong>ik</strong>kelbeleid.<br />

Het theoretisch on<strong>de</strong>rscheid tussen actief en passief<br />

grondbeleid voldoet niet meer. Ook het toevoegen<br />

<strong>van</strong> een tussenvorm als facilitair grondbeleid en<br />

mogelijk nieuwe tussenvormen is onvoldoen<strong>de</strong>. Het<br />

grondbeleid krijgt in toenemen<strong>de</strong> mate vorm in <strong>de</strong><br />

selectie <strong>van</strong> en <strong>de</strong> samenwerking met marktpartijen.<br />

Nota’s grondbeleid zou<strong>de</strong>n dieper in moeten gaan <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> principiële beleidskeuzen die hiermee samenhangen.<br />

Het nieuwe instrumentarium <strong>van</strong> gemeenten<br />

betekent ook dat er per locatie een grondbeleid<br />

en ontw<strong>ik</strong>kelbeleid dient te wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gesteld dat<br />

specifiek aansluit bij die locatie. In <strong>de</strong> toekomst lijkt


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Van grondbeleid naar ontw<strong>ik</strong>kelbeleid<br />

het niet waarschijnlijk dat sommige gemeenten altijd<br />

een actief grondbeleid en an<strong>de</strong>ren altijd een passief<br />

grondbeleid zullen voeren. Gemeenten moeten vooraf<br />

be<strong>de</strong>nken in welke context een actief grondbeleid <strong>van</strong><br />

belang is en in welke context een passief grondbeleid<br />

<strong>de</strong> voorkeur heeft. Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier zal afhankelijk<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> specifieke ontw<strong>ik</strong>kel<strong>op</strong>gave moeten wor<strong>de</strong>n<br />

bedacht wat <strong>de</strong> beste samenwerkingsvorm is. Er zal<br />

veel meer differentiatie ontstaan in <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong><br />

het grondbeleid afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

locatie en <strong>de</strong> <strong>op</strong>gave zowel tussen als binnen gemeenten.<br />

Op die manier geeft een gemeentebestuur vooraf<br />

hel<strong>de</strong>rheid aan <strong>de</strong> gemeenteraad en aan marktpartijen<br />

over <strong>de</strong> strategie als zij geen grond heeft aangekocht en<br />

over <strong>de</strong> selectiemetho<strong>de</strong> en samenwerking mocht zij <strong>de</strong><br />

grond wel <strong>heb</strong>ben verworven.<br />

Als er nog een noodzaak is voor uitbreiding <strong>van</strong> het<br />

instrumentarium <strong>van</strong> grondbeleid hangt dit samen met<br />

toekomstige <strong>op</strong>gaven, zoals <strong>de</strong> transformatie <strong>van</strong> het<br />

lan<strong>de</strong>lijk gebied. Op verschillen<strong>de</strong> plekken bestaat er<br />

nu al een noodzaak om te komen tot een an<strong>de</strong>r beheer<br />

<strong>van</strong> het lan<strong>de</strong>lijk gebied omdat landbouw verdwijnt.<br />

De nieuwe wetgeving is eigenlijk nog toegesne<strong>de</strong>n <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>gaven <strong>van</strong> gisteren. Het is <strong>de</strong> vraag of die instrumenten<br />

ook voldoen voor <strong>de</strong> <strong>op</strong>gaven <strong>van</strong> morgen. Met<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid <strong>van</strong> bovenplanse verevening is wel<br />

een handre<strong>ik</strong>ing gedaan aan <strong>de</strong> transformatie <strong>van</strong> het<br />

lan<strong>de</strong>lijk gebied maar het is <strong>de</strong> vraag of dat instrument<br />

voldoen<strong>de</strong> is.<br />

Jan Winsemius (info@bureaumid<strong>de</strong>lko<strong>op</strong>.nl) is vennoot bij Bureau Mid<strong>de</strong>lko<strong>op</strong>.<br />

Literatuur<br />

Wolff, H.W. <strong>de</strong> & D.A.Groetelaers (2004) Grondposities voor wijziging Wet<br />

voorkeursrecht gemeenten. Analyse <strong>van</strong> <strong>op</strong>tie- en ko<strong>op</strong>overeenkomsten,<br />

On<strong>de</strong>rzoeksinstituut OTB, Delft<br />

P. 13


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 14<br />

Frank Bruinsma en Piet Rietveld<br />

Amsterdam<br />

t<strong>op</strong>- of toblocatie?


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 15<br />

De Zuidas in Amsterdam moet<br />

zich ontw<strong>ik</strong>kelen tot een inter-<br />

nationale vestigingslocatie<br />

voor Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren<br />

<strong>van</strong> wereldwijd <strong>op</strong>ereren<strong>de</strong><br />

bedrijven. <strong>Tot</strong> nu toe heeft zich<br />

echter nog geen enkel buiten-<br />

lands bedrijf met zijn Eur<strong>op</strong>ese<br />

hoofdkantoor gemeld. Dit doet<br />

<strong>de</strong> vraag rijzen wat <strong>de</strong> inter-<br />

nationale concurrentiepositie<br />

<strong>van</strong> Amsterdam is. In hoeverre<br />

komen <strong>de</strong> objectieve metingen<br />

overeen met <strong>de</strong> inschattingen<br />

<strong>van</strong> managers?<br />

De Eur<strong>op</strong>ese economieën <strong>heb</strong>ben, met <strong>de</strong><br />

gebru<strong>ik</strong>elijk ups en downs, sinds <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Wereldoorlog een sterke groei meegemaakt.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse economie vormt<br />

daar<strong>op</strong> geen uitzon<strong>de</strong>ring. Na een oriëntatie<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>r<strong>op</strong>bouw <strong>van</strong> het eigen land<br />

<strong>heb</strong>ben <strong>de</strong> overheid en het bedrijfsleven<br />

meer oog gekregen voor economische<br />

ontw<strong>ik</strong>kelingen over <strong>de</strong> landsgrenzen<br />

heen. De toenemen<strong>de</strong> globalisering heeft<br />

er toe geleid dat bedrijven steeds meer<br />

internationaal zijn gaan <strong>op</strong>ereren, hoewel<br />

veel overhe<strong>de</strong>n nog steeds moeite doen om<br />

hun eigen markt af te schermen tegen<br />

buitenlandse toetre<strong>de</strong>rs. Om Eur<strong>op</strong>a<br />

sterker te maken tegen <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsblokken<br />

uit Azië en Mid<strong>de</strong>n-Amer<strong>ik</strong>a <strong>heb</strong>ben<br />

<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n besloten tot het instellen <strong>van</strong><br />

één Eur<strong>op</strong>ees marktgebied in 1992. Uit<br />

vrees voor “Fortress Eur<strong>op</strong>e” trachtten<br />

veel niet-Eur<strong>op</strong>ese on<strong>de</strong>rnemingen in<br />

die tijd een Eur<strong>op</strong>ees hoofdkwartier of<br />

distributiecentrum te vestigen in één <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>el uitmaakten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

grote interne Eur<strong>op</strong>ese markt om zo <strong>de</strong>ze<br />

markt te kunnen (blijven) bedienen. Veel<br />

nationale, regionale en lokale overhe<strong>de</strong>n<br />

keken begerig uit naar <strong>de</strong> komst <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>rgelijke Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren en<br />

distributiecentra. Ze zou<strong>de</strong>n een nieuwe<br />

impuls geven aan <strong>de</strong> nationale dan wel<br />

regionale economie. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong><br />

rond het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> vorige eeuw ontston<strong>de</strong>n dan ook <strong>de</strong><br />

ranglijstjes <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>n die het meest<br />

gesch<strong>ik</strong>t waren als vestigingsplaats voor<br />

<strong>de</strong>rgelijke Eur<strong>op</strong>ese hoofdkantoren en<br />

distributiecentra <strong>van</strong> niet-Eur<strong>op</strong>ese<br />

bedrijven. De meest beken<strong>de</strong> hier<strong>van</strong> is<br />

<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ean real estate monitor (later<br />

Eur<strong>op</strong>ean cities monitor) <strong>van</strong> Healey<br />

& Baker (later Cushman & Wakefield<br />

Healey & Baker) die <strong>van</strong>af 1990 jaarlijks<br />

is verschenen. Voor <strong>de</strong>ze monitor wor<strong>de</strong>n<br />

jaarlijks managers <strong>van</strong> meer dan vijfhon<strong>de</strong>rd<br />

internationale on<strong>de</strong>rnemingen<br />

geïnterviewd over <strong>de</strong> aantrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n als<br />

vestigingsplaats.<br />

Naast <strong>de</strong>ze sterk commercieel georienteer<strong>de</strong><br />

studies verschenen in <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> ook meer wetenschappelijke<br />

analyses naar <strong>de</strong> concurrentiekracht <strong>van</strong><br />

Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>lijke regio’s. Een bekend<br />

voorbeeld is <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Brunet “Les


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 16<br />

Villes Eur<strong>op</strong>éennes” uit1989. Hierin werd<br />

<strong>de</strong> “Blue Banana” geschetst: het Eur<strong>op</strong>ese<br />

kerngebied dat <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

Randstad, het Ruhrgebied en München<br />

naar Milaan lo<strong>op</strong>t. In 1991 was ook een<br />

themanummer <strong>van</strong> het Geografisch<br />

Tijdschrift aan Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n gewijd. De<br />

aandacht voor <strong>de</strong> concurrentiekracht <strong>van</strong><br />

Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en jaren<br />

weliswaar wat geluwd, maar <strong>op</strong> meer dan<br />

inci<strong>de</strong>ntele basis vin<strong>de</strong>n nog steeds on<strong>de</strong>rzoeken<br />

plaats; partieel, bijvoorbeeld naar<br />

<strong>de</strong> ligging <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> trans Eur<strong>op</strong>ese<br />

infrastructuurnetwerken, of integraal. In<br />

2004 <strong>heb</strong>ben Manshan<strong>de</strong>n e.a. on<strong>de</strong>rzoek<br />

verricht naar <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> Randstad<br />

Holland in <strong>de</strong> t<strong>op</strong>-20 <strong>van</strong> Eur<strong>op</strong>ese<br />

ste<strong>de</strong>lijke regio’s. Dit art<strong>ik</strong>el is gericht <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> positie <strong>van</strong> Amsterdam in het bijzon<strong>de</strong>r.<br />

Vanuit twee invalshoeken zal <strong>de</strong> positie <strong>van</strong><br />

Amsterdam aan bod komen. In <strong>de</strong> eerste<br />

plaats zal gekeken wor<strong>de</strong>n hoe managers<br />

<strong>van</strong> internationale on<strong>de</strong>rnemingen over<br />

Amsterdam als vestigingsplaats <strong>de</strong>nken.<br />

Zij besluiten immers om hun bedrijf al<br />

dan niet in Amsterdam te vestigen. Zowel<br />

<strong>de</strong> relatieve positie <strong>van</strong> Amsterdam voor<br />

een aantal vestigingsfactoren als het<br />

belang dat <strong>de</strong> managers aan <strong>de</strong>ze factoren<br />

hechten zal aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. De twee<strong>de</strong><br />

invalshoek is meer objectief: cijfermatig<br />

wordt nagegaan hoe Amsterdam zich<br />

verhoudt tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n.<br />

Amsterdam volgens<br />

managers<br />

Door <strong>de</strong> tijd heen staat Amsterdam <strong>op</strong><br />

een vijf<strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> “overall ranking<br />

hitlijst” <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Healey<br />

& Baker, achter respectievelijk Lon<strong>de</strong>n,<br />

Parijs, Frankfurt en Brussel. Hoewel <strong>op</strong><br />

respectabele afstand <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n, Parijs<br />

Tabel 1: Ontw<strong>ik</strong>keling relatieve positie <strong>van</strong> Amsterdam als aantrekkelijke locatie voor internationaal<br />

georiënteer<strong>de</strong> bedrijven (<strong>op</strong> basis <strong>van</strong> t<strong>op</strong> 15 uit 2005)<br />

1990 1992 1994 1996 1998 2003 2005<br />

London 0,81 0,93 1,05 0,99 1,03 0,91 0,87<br />

Parijs 0,76 0,73 0,80 0,66 0,67 0,64 0,60<br />

Frankfurt 0,64 0,67 0,64 0,50 0,50 0,39 0,33<br />

Brussels 0,52 0,46 0,47 0,34 0,35 0,29 0,30<br />

Barcelona 0,23 0,22 0,24 0,20 0,21 0,24 0,28<br />

Amsterdam 0,44 0,40 0,35 0,28 0,33 0,28 0,24<br />

Madrid 0,19 0,19 0,21 0,15 0,17 0,22 0,24<br />

Berlijn 0,19 0,20 0,17 0,10 0,13 0,17 0,19<br />

München 0,21 0,19 0,18 0,14 0,15 0,14 0,18<br />

Zürich 0,30 0,29 0,25 0,17 0,17 0,14 0,18<br />

Milaan 0,24 0,23 0,21 0,16 0,15 0,16 0,15<br />

Dublin -- -- -- 0,10 0,17 0,12 0,14<br />

Praag 0,08 0,16 0,16 0,06 0,05 0,09 0,14<br />

Lissabon 0,19 0,24 0,15 0,11 0,11 0,10 0,12<br />

Manchester 0,21 0,28 0,18 0,13 0,11 0,11 0,12<br />

Bron Healey & Baker, Cushman & Wakefield


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 17<br />

Tabel 2: Positie <strong>van</strong> Amsterdam naar rangor<strong>de</strong> voor verschillen<strong>de</strong> vestigingsplaatsfactoren<br />

1990 1992 1994 1996 1998 2003 2005<br />

Toegang tot markten/klanten 5 7 7 6 6 5 6<br />

Telecommunicatie infrastructuur 7 7 7 6 6 6 9<br />

Interne transportinfrastructuur 5 8 8 11 8 7 12<br />

Externe transportinfrastructuur 4 4 4 4 4 4<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid kantoorruimte 7 13 11 11 17 13 16<br />

Prijs-kwaliteitverhouding kantoren 7 8 9 12 7 13 16<br />

Arbeidskosten 12 11 15 15 12 13 17<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid personeel 6 9<br />

Talenkennis 3 3 3 3 2 2 3<br />

Woonklimaat 8 7 13 9 11 8 17<br />

Milieukwaliteit -- 7 8 8 7 8 11<br />

Overheidsbeleid 1 3 6 4 3 4 10<br />

Bron Healey & Baker, Cushman & Wakefield<br />

en Frankfurt, voorwaar een eervolle plaats<br />

voor ste<strong>de</strong>n als Barcelona, Madrid, Berlijn,<br />

München en Milaan om maar eens een<br />

paar an<strong>de</strong>re belangrijke Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n<br />

te noemen. De situatie verslechtert echter<br />

in <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> <strong>de</strong>r tijd indien gekeken wordt<br />

naar <strong>de</strong> gewogen score. In 2005 wordt<br />

Amsterdam voor het eerst ingehaald door<br />

Barcelona en staat dat jaar met Madrid <strong>op</strong><br />

een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zes<strong>de</strong> plaats (tabel 1). Is er<br />

re<strong>de</strong>n voor zorg?<br />

Het leuke <strong>van</strong> het Healey & Baker on<strong>de</strong>rzoek<br />

is dat sinds 1990 slechts weinig in<br />

<strong>de</strong> vragenlijst veran<strong>de</strong>rd is. Op basis<br />

<strong>van</strong> tijdsreeksen kan daarom nagegaan<br />

wor<strong>de</strong>n hoe Amsterdam zich <strong>op</strong> basis<br />

<strong>van</strong> een groot aantal vestigingsfactoren<br />

gepositioneerd heeft in het internationale<br />

krachtenveld. In tabel 2 staat voor <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n vestigingsplaatsfactoren <strong>de</strong><br />

positie <strong>van</strong> Amsterdam in <strong>de</strong> rangor<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

belangrijke Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n weergegeven.<br />

Amsterdam scoort goed voor <strong>de</strong> factoren<br />

talenkennis, externe bere<strong>ik</strong>baarheid en het<br />

gevoer<strong>de</strong> overheidsbeleid (belastingklimaat<br />

financiële regelingen). Op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

besch<strong>ik</strong>baarheid en prijs/kwaliteitverhouding<br />

<strong>van</strong> kantoorruimte lijkt Amsterdam<br />

echter terrein te verliezen. Ver<strong>de</strong>r blijkt niet<br />

zo zeer <strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>baarheid <strong>van</strong> gesch<strong>ik</strong>t<br />

personeel als wel het hoge loonniveau in<br />

Amsterdam een probleem. Opvallend is dat<br />

in 2005 <strong>op</strong>eens een relatief sterke terugval<br />

waarneembaar is in <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong><br />

zowel het overheidsbeleid als het woon- en<br />

leefklimaat. Wat zou hier achter zitten?<br />

Het is niet uitgesloten dat Ne<strong>de</strong>rland na<br />

<strong>de</strong> moor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> Fortuyn en Van Gogh<br />

een an<strong>de</strong>re plaats in <strong>de</strong> mental map <strong>van</strong><br />

Eur<strong>op</strong>ese managers heeft gekregen en dat<br />

dit weerspiegeld wordt in lagere scores <strong>op</strong><br />

dit terrein. Overigens komen ook ste<strong>de</strong>n als<br />

Lon<strong>de</strong>n, Parijs, Brussel en Madrid regelmatig<br />

<strong>op</strong> een negatieve manier in het nieuws;<br />

maar het is niet onmogelijk dat we hier<br />

factoren <strong>op</strong> het spoor zijn <strong>op</strong> het terrein <strong>van</strong><br />

cultuur en sociale veiligheid die uitein<strong>de</strong>lijk<br />

hun invloed <strong>heb</strong>ben <strong>op</strong> locatiebeslissingen<br />

<strong>van</strong> internationaal georiënteer<strong>de</strong> bedrijven.<br />

Hoe blijvend dit soort inci<strong>de</strong>nten <strong>van</strong><br />

invloed zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> beeldvorming kan nog<br />

niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld.<br />

De bevindingen uit tabel 2 krijgen gewicht<br />

door <strong>de</strong> vragen over het belang dat <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rnemers hechten aan <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

vestigingsfactoren (zie tabel 3). Dui<strong>de</strong>lijk<br />

is dat <strong>de</strong> managers <strong>van</strong> internationale<br />

on<strong>de</strong>rnemingen door <strong>de</strong> tijd heen veel<br />

belang hechten aan <strong>de</strong> toegankelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> externe bere<strong>ik</strong>baarheid<br />

en <strong>de</strong> telecommunicatie-infrastructuur.<br />

Juist <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze punten scoort Amsterdam<br />

relatief goed. Dit verklaart <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> plaats<br />

in <strong>de</strong> overall ranking. Dui<strong>de</strong>lijk is ook dat<br />

Amsterdam in 2005 een lagere beoor<strong>de</strong>ling<br />

heeft ont<strong>van</strong>gen <strong>op</strong> een aantal vestigings


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 18<br />

Tabel 3: Belang <strong>van</strong> locatiefactoren voor on<strong>de</strong>rnemers<br />

1990 1992 1994 1996 1998 2003 2005<br />

Toegang tot markten/klanten 60 62 71 63 66 58 60<br />

Telecommunicatie infrastructuur 59 43 48 46 54 49 50<br />

Interne transportinfrastructuur 57 22 25 22 21 24 22<br />

Externe transportinfrastructuur 49 51 52 62 56 52<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid kantoorruimte 27 22 19 22 25 26 30<br />

Prijs-kwaliteitverhouding kantoren 22 23 22 26 26 31 31<br />

Arbeidskosten 35 39 40 43 50 35 35<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid personeel 57 57<br />

Talenkennis 17 17 16 18 22 24 24<br />

Woonklimaat 14 10 10 10 13 15 16<br />

Milieukwaliteit -- 11 7 11 12 14 13<br />

Overheidsbeleid 30 34 31 36 36 33 32<br />

Bron Healey & Baker, Cushman & Wakefield<br />

factoren die weliswaar min<strong>de</strong>r belangrijk<br />

wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n maar toch het verlies<br />

<strong>van</strong> een positie kunnen verklaren. De<br />

enige factor <strong>van</strong> gewicht waar Amsterdam<br />

echt matig <strong>op</strong> scoort is <strong>de</strong> arbeidsmarkt.<br />

Gelukkig voor Amsterdam hechten<br />

managers min<strong>de</strong>r belang aan <strong>de</strong> arbeidskosten<br />

dan aan <strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>baarheid <strong>van</strong><br />

arbeid. Het is juist het hoge loonniveau dat<br />

Amsterdam <strong>op</strong>breekt.<br />

Voor een goe<strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Amsterdamse positie is het ook belangrijk<br />

om na te gaan wat <strong>de</strong> naaste concurrenten<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> ranglijsten zijn en hoe die het<br />

doen. Is het verzwakken <strong>van</strong> <strong>de</strong> positie<br />

bijvoorbeeld simpelweg het gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> Zuid-Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n<br />

en daalt Amsterdam terwijl <strong>de</strong> rest stijgt?<br />

Allereerst blijkt dat afgezien <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n,<br />

ook an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n zoals Parijs, Frankfurt<br />

en Brussel systematisch dalen (zie tabel<br />

1). De relatieve concurrentiepositie ten<br />

<strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ste<strong>de</strong>n is dus niet sterk<br />

veran<strong>de</strong>rd. Daar staat tegenover dat Madrid<br />

en Barcelona een stijgen<strong>de</strong> trend vertonen.<br />

Dit zijn echter ste<strong>de</strong>n die gezien hun<br />

locatie min<strong>de</strong>r als directe concurrent <strong>van</strong><br />

Amsterdam kunnen wor<strong>de</strong>n gezien. Toch<br />

blijft over dat meer nabijgelegen concurrenten<br />

zoals Berlijn en München nu een<br />

meer vergelijkbare impactscore behalen en<br />

het in relatieve zin dan ook beter <strong>heb</strong>ben<br />

gedaan dan Amsterdam. Er is in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1990-2005 echter ook een aantal naaste<br />

concurrenten <strong>van</strong> Amsterdam uit <strong>de</strong> t<strong>op</strong>-15<br />

weggevallen. In 1990 en 1992 behoor<strong>de</strong>n<br />

Hamburg en Glasgow er nog toe, daarna<br />

niet meer. In 1996 had Düsseldorf voor het<br />

laatst een plek bij <strong>de</strong> beste vijftien. Genève<br />

raakte haar plek in <strong>de</strong>ze groep in 2005 kwijt<br />

toen Praag <strong>de</strong> t<strong>op</strong> juist binnendrong. In<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> daarvoor waren ook al an<strong>de</strong>re<br />

nieuwkomers in <strong>de</strong> t<strong>op</strong> gekomen. Tussen<br />

1990 en 1994 kwamen Lissabon, Madrid en<br />

München er voor het eerst in terecht. Door<br />

het gunstige fiscale klimaat, verscheen<br />

in 1996 ook Dublin in <strong>de</strong> k<strong>op</strong>groep <strong>van</strong><br />

vijftien. Met betrekking tot <strong>de</strong> concurrentiepositie<br />

<strong>van</strong> Amsterdam zijn vooral<br />

het afzakken <strong>van</strong> nabijgelegen ste<strong>de</strong>n als<br />

Hamburg en Düsseldorf in <strong>de</strong> beginperio<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> München en recent ook<br />

Praag rele<strong>van</strong>t.<br />

Amsterdams positie in <strong>de</strong><br />

statistiek<br />

Manshan<strong>de</strong>n e.a. (2004) <strong>heb</strong>ben on<strong>de</strong>rzoek<br />

verricht naar <strong>de</strong> t<strong>op</strong>-20 <strong>van</strong> Eur<strong>op</strong>ese<br />

verste<strong>de</strong>lijkte regio’s in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-<br />

2003. Amsterdam maakt hierin on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Randstad Holland. Zoals bij<br />

alle vergelijken<strong>de</strong> studies wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

auteurs geconfronteerd met verschillen<strong>de</strong><br />

ruimtelijke schaalniveau’s. Voor<br />

alle 20 on<strong>de</strong>rzochte gebie<strong>de</strong>n kon<strong>de</strong>n zij<br />

vergelijkbare regionale data verzamelen;<br />

voor een groot aantal regio’s slaag<strong>de</strong>n zij


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 19<br />

Tabel 4: De ranking <strong>van</strong> Amsterdam in twee studies <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> vergelijkbare indicatoren<br />

Healey & Baker, Cushman & Wakefield (2005) Manshan<strong>de</strong>n et al. (2004)<br />

Indicator Rang Indicator Rang<br />

Toegang tot markten 6 Bevolking binnen 5 uur reizen via weg (2001) 4<br />

erin <strong>de</strong>ze data uit te splitsen naar stad en<br />

omgeving. In dit art<strong>ik</strong>el wordt gebru<strong>ik</strong><br />

gemaakt <strong>van</strong> gegevens <strong>op</strong> het niveau <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> regio. De re<strong>de</strong>n hiervoor is dat ste<strong>de</strong>n<br />

meegenomen kunnen wor<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong><br />

kwalitatieve analyse sterk <strong>op</strong>kwamen, zoals<br />

Barcelona en Madrid waarvoor <strong>op</strong> het<br />

ste<strong>de</strong>lijk niveau veelal <strong>de</strong> data ontbreken.<br />

Dit heeft wel tot gevolg dat <strong>de</strong> cijfers voor<br />

<strong>de</strong> Randstad veelal ongunstiger zijn dan<br />

voor Amsterdam zelf. In vergelijking met<br />

<strong>de</strong> kwalitatieve analyse zijn in <strong>de</strong> studie <strong>van</strong><br />

Manshan<strong>de</strong>n e.a. (2004) Zürich en Praag<br />

niet in beschouwing genomen. Wij <strong>heb</strong>ben<br />

het Ruhrgebied en Hamburg uit <strong>de</strong> studie<br />

<strong>van</strong> Manshan<strong>de</strong>n e.a. (2004) als nabijgelegen<br />

concurrenten <strong>op</strong>genomen. Rome,<br />

Stockholm, K<strong>op</strong>enhagen, Wenen en Lyon<br />

zijn niet meegenomen aangezien het geen<br />

directe concurrenten <strong>van</strong> Amsterdam zijn.<br />

In <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Manshan<strong>de</strong>n e.a. (2004)<br />

is gezocht naar data die over nagenoeg<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> indicatoren informatie verschaffen<br />

als in <strong>de</strong> kwalitatieve analyse <strong>van</strong><br />

Bevolking binnen 5 uur reizen via spoor (2001) 4<br />

Bevolking binnen 5 uur reizen via lucht (2001) 4<br />

Telecommunicatie infra. 9 Internetverkeer (2004) 2<br />

Interne transportinfra. 12 Dichtheid snelwegennet in m/km2 (2003) 3<br />

Dichtheid spoorwegennet in m/km2 (2003) 10<br />

Externe transportinfra. 4 Passagiersverkeer luchthavens (2003) 4<br />

Groei passagiersverkeer 1995-2000 4<br />

Groei passagiersverkeer 2000-2003 6<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid kantoren 16 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> huurprijzen 2004 8<br />

Prijs-kwaliteit kantoren 16 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leegstand 2004 4<br />

Ontw<strong>ik</strong>keling huurprijzen 1998-2004 7<br />

Arbeidskosten 17 Ontw<strong>ik</strong>keling arbeidsvolume 1995-2003 4<br />

Besch<strong>ik</strong>baarheid personeel 9 Aan<strong>de</strong>el hoog <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n 2003 5<br />

Talenkennis 3 Arbeidsproductiviteit 2003 7<br />

Woonklimaat 17 --<br />

Milieukwaliteit 11 --<br />

Overheidsbeleid 10 --<br />

Bron: bewerking Healey & Baker, Cushman & Wakefield (2005) en Manshan<strong>de</strong>n e.a. (2004)<br />

Ontw<strong>ik</strong>keling arbeidsproductiviteit 1995-2003 10<br />

Healey & Baker, Cushman & Wakefield<br />

(2005). Vervolgens zijn alle resultaten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Manshan<strong>de</strong>n e.a. omgezet<br />

naar rangor<strong>de</strong>s om <strong>de</strong> data vergelijkbaar<br />

te maken met <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Healey &<br />

Baker, Cushman & Wakefield. Dit levert<br />

een schat aan informatie <strong>op</strong> die hier niet<br />

volledig kan wor<strong>de</strong>n weergegeven. Tabel 4<br />

geeft alleen een overzicht <strong>van</strong> gerelateer<strong>de</strong><br />

indicatoren en <strong>de</strong> ranking <strong>van</strong> Amsterdam<br />

voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> indicatoren. Omdat<br />

Manshan<strong>de</strong>n e.a. gebru<strong>ik</strong> maken <strong>van</strong> data<br />

<strong>op</strong> regionaal niveau en met name woonklimaat<br />

en milieukwaliteit zeer lokaal kunnen<br />

verschillen, <strong>heb</strong>ben zij voor <strong>de</strong>ze aspecten<br />

– en overheidsbeleid - geen indicatoren<br />

<strong>op</strong>genomen.<br />

Mental map<br />

In hoeverre is <strong>de</strong> perceptie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

managers <strong>van</strong> internationale on<strong>de</strong>rnemingen<br />

in Eur<strong>op</strong>a met betrekking tot <strong>de</strong><br />

concurrentiekracht <strong>van</strong> Amsterdam in<br />

overeenstemming met <strong>de</strong> “har<strong>de</strong> feiten”?<br />

Voor <strong>de</strong> door managers belangrijk geachte


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 20<br />

locatiefactoren als “toegang tot markten/<br />

klanten”en “externe infrastructuur” (zie<br />

tabel 3) geldt dat zij daar een goed beeld<br />

<strong>van</strong> <strong>heb</strong>ben. Er is niet expliciet gekeken<br />

naar <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>renstromen via <strong>de</strong> zeehavens.<br />

Gezien <strong>de</strong> ligging <strong>van</strong> Rotterdam<br />

in <strong>de</strong> Randstad zou echter ook <strong>op</strong> dit<br />

punt een hoge ranking behaald zijn. Voor<br />

an<strong>de</strong>re belangrijk geachte factoren zoals<br />

“telecommunicatie infrastructuur” en<br />

“besch<strong>ik</strong>baarheid personeel” kon<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Manshan<strong>de</strong>n e.a. min<strong>de</strong>r<br />

goed vergelijkbare indicatoren gevon<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n. Het internetverkeer geeft<br />

natuurlijk maar een beperkt beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gesch<strong>ik</strong>theid <strong>van</strong> <strong>de</strong> telecommunicatieinfrastructuur.<br />

De besch<strong>ik</strong>baarheid <strong>van</strong><br />

personeel zou mogelijk terug te vin<strong>de</strong>n<br />

zijn in <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> het arbeidsvolume<br />

en het aan<strong>de</strong>el hoog<strong>op</strong>gelei<strong>de</strong>n.<br />

De Randstad en dus ook Amsterdam<br />

scoren beter <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze punten dan <strong>de</strong><br />

managers aangaven. Van gemid<strong>de</strong>ld<br />

belang wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> “arbeidskosten” en<br />

<strong>de</strong> kantorenmarktindicatoren geacht.<br />

De managers geven aan dat Amsterdam<br />

relatief laag scoort voor <strong>de</strong>ze indicatoren.<br />

Hier kan een aantal <strong>op</strong>merkingen bij<br />

geplaatst wor<strong>de</strong>n. De arbeidskosten in<br />

Ne<strong>de</strong>rland zijn hoog maar <strong>de</strong> arbeidsproductiviteit<br />

in <strong>de</strong> Randstad ligt bedui<strong>de</strong>nd<br />

hoger dan in <strong>de</strong> Zuid-Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n.<br />

Zij is echter weer aan <strong>de</strong> magere kant<br />

in vergelijking tot an<strong>de</strong>re Noordwest-<br />

Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>n zoals Parijs, München,<br />

Frankfurt, Dublin, Hamburg en Lon<strong>de</strong>n.<br />

Dit kan <strong>de</strong> lage score <strong>van</strong> Amsterdam<br />

voor “arbeidskosten” verklaren.<br />

Ten slotte <strong>de</strong> kantorenmarktindicatoren.<br />

De managers geven Amsterdam ook<br />

hier een relatief lage ranking. Qua<br />

huurprijzen en <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling daarin<br />

scoort Amsterdam echter gemid<strong>de</strong>ld. De<br />

huurprijzen liggen bedui<strong>de</strong>nd lager dan<br />

in Lon<strong>de</strong>n, Parijs en Frankfurt, maar<br />

weer net wat hoger dan in nabijgelegen<br />

concurreren<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n als Brussel, Berlijn<br />

en Düsseldorf. Wat betreft leegstand,<br />

gemeten als percentage <strong>van</strong> het totaal<br />

verhuurbare <strong>op</strong>pervlak, heeft Amsterdam<br />

nog relatief veel meters in <strong>de</strong> aanbieding.<br />

Met <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zuidas<br />

neemt <strong>de</strong> hoeveelheid kantoor<strong>op</strong>pervlak<br />

nog ver<strong>de</strong>r toe. Om <strong>de</strong>ze meters gevuld<br />

te krijgen zal <strong>de</strong> Zuidas on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd<br />

moeten zijn wat betreft kwaliteit.<br />

Bovendien zal <strong>de</strong> ruime besch<strong>ik</strong>baarheid<br />

<strong>van</strong> hoogwaardige kantoorlocaties<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> Zuidas goed bij <strong>de</strong> managers <strong>van</strong><br />

internationale on<strong>de</strong>rnemingen in beeld<br />

moeten wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

Frank Bruinsma (fbruinsma@feweb.vu.nl) en Piet Rietveld<br />

(prietveld@feweb.vu.nl) zijn als respectievelijk universitair<br />

hoofddocent en hoogleraar verkeer- en vervoerseconomie<br />

verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Ruimtelijke Economie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Vrije Universiteit.<br />

Literatuur<br />

WBrunet, R. (1989) Les Villes Eur<strong>op</strong>éennes, rapport pour la<br />

DATAR, RECLUS, Montpellier<br />

Cushman &Wakefield Healey & Baker (2003-2005) Eur<strong>op</strong>ean<br />

cities monitor, Cushman &Wakefield Healey & Baker,<br />

London<br />

Geografisch Tijdschrift (1991) Themanummer Eur<strong>op</strong>ese<br />

Ste<strong>de</strong>n, Geografisch Tijdschrift, nr. 5.<br />

Healey & Baker (1990-1994) Eur<strong>op</strong>ean real estate monitor,<br />

Healey & Baker, London<br />

Healey & Baker (1996-1998) Eur<strong>op</strong>ean cities monitor, Healey<br />

& Baker, London<br />

Manshan<strong>de</strong>n, W.J.J., A.C. Muskens, P.J.M. <strong>de</strong> Bruijn, O.<br />

Ko<strong>op</strong>s en J. Vlek (2004) De t<strong>op</strong>-20 <strong>van</strong> Eur<strong>op</strong>ese ste<strong>de</strong>lijke<br />

regio’s 1995-2003: Randstad Holland in internationaal<br />

perspectief, Rapport 2004-46, TNO Inro, Delft


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Amsterdam t<strong>op</strong>- of toblocatie?<br />

P. 21<br />

><br />

><br />

><br />

Hoogwaardige kantoorlocaties <strong>op</strong> <strong>de</strong> Zuidas moeten internationaal bekendheid krijgen<br />

Nabijheid tot Schiphol volstaat niet om internationale hoofdkantoren te trekken


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 22<br />

Hypotheeklening<br />

moeilijker in Manuel Aalbers<br />

gekleur<strong>de</strong> wijk


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 23<br />

Banken en an<strong>de</strong>re hypotheekverstrekkers l<strong>op</strong>en het liefst zo weinig mogelijk<br />

risico als ze een hypotheeklening verstrekken. Op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

proberen ze hun risico te beperken. Ook <strong>de</strong> wijk of <strong>de</strong> postco<strong>de</strong> kan daarbij een<br />

rol spelen. Een hypotheekaanvraag uit <strong>de</strong> ‘verkeer<strong>de</strong>’ wijk kan an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n<br />

beoor<strong>de</strong>eld. Dit leidt in het meest extreme geval tot ‘redlining’.<br />

Een hypotheekverstrekker (of hypotheeknemer)<br />

wil graag zekerheid dat een<br />

verstrekte lening wordt afbetaald door <strong>de</strong><br />

hypotheekaanvrager (of hypotheekgever).<br />

Daarom kijkt een hypotheekverstrekker<br />

allereerst naar <strong>de</strong> verhouding tussen <strong>de</strong><br />

hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> lening en <strong>de</strong> hoogte en<br />

stabiliteit <strong>van</strong> het inkomen. Ten twee<strong>de</strong><br />

kijkt een hypotheekverstrekker naar <strong>de</strong><br />

verhouding tussen hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> lening<br />

en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rpand; dat<br />

is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> woning waar<strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

lening wordt aangevraagd. Ver<strong>de</strong>r zal een<br />

hypotheekverstrekker ook kijken naar het<br />

recente betalingsgedrag: slechte betalers<br />

maken min<strong>de</strong>r kans <strong>op</strong> een lening. Een<br />

hypotheekverstrekker wil ook weten<br />

wat voor vlees hij in <strong>de</strong> kuip heeft en zal<br />

hypotheekaanvragers daarom in groepen<br />

in<strong>de</strong>len, bijvoorbeeld naar arbeidsfunctie<br />

of sociaal-<strong>de</strong>mografische klasse.<br />

Ook komt het voor dat hypotheekverstrekkers<br />

<strong>de</strong> buurt of <strong>de</strong> postco<strong>de</strong> betrekken in<br />

<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> een hypotheekaanvraag.<br />

Een wijk waar<strong>van</strong> een hypotheekverstrekker<br />

verwacht dat <strong>de</strong> woningprijzen<br />

zullen zakken of waarin relatief veel<br />

huishou<strong>de</strong>ns hun lening niet (<strong>op</strong> tijd)<br />

afbetalen, scoort dan minpunten in <strong>de</strong><br />

hypotheekbeoor<strong>de</strong>lingsprocedure. Als een<br />

hypotheekaanvraag die aan alle acceptatiecriteria<br />

voldoet toch wordt afgewezen<br />

<strong>van</strong>wege <strong>de</strong> buurt of postco<strong>de</strong> wordt <strong>van</strong><br />

redlining gesproken. De term redlining<br />

heeft zijn oorsprong in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigste eeuw:<br />

<strong>op</strong> stadskaarten waren <strong>de</strong> wijken waar<br />

geen hypotheken wer<strong>de</strong>n verstrekt rood<br />

gekleurd. In Ne<strong>de</strong>rland is weinig bekend<br />

over redlining. We weten slechts dat<br />

redlining eind jaren negentig <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw verschillen<strong>de</strong> Rotterdamse buurten<br />

trof (Aalbers, 2003; 2006a).<br />

In dit art<strong>ik</strong>el wordt gekeken in hoeverre<br />

<strong>de</strong> buurt of <strong>de</strong> postco<strong>de</strong> tegenwoordig<br />

een rol speelt in <strong>de</strong> hypotheekaanvraag.<br />

Dit art<strong>ik</strong>el is gebaseerd <strong>op</strong> een in 2005 en<br />

2006 uitgevoerd on<strong>de</strong>rzoek naar zowel<br />

plaats- als etnisch-bepaal<strong>de</strong> hypotheekuitsluiting<br />

in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n Arnhem, Den Haag<br />

en Rotterdam (Aalbers, 2006a; 2006b),<br />

maar in dit art<strong>ik</strong>el zal <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g<br />

alleen wor<strong>de</strong>n gekeken naar plaatsbepaal<strong>de</strong><br />

hypotheekuitsluiting in Den Haag en<br />

Rotterdam. Voor dit on<strong>de</strong>rzoek zijn ruim<br />

<strong>de</strong>rtig lokale woningmarkt- en hypotheekmarktspecialisten<br />

geïnterviewd, vooral<br />

hypotheekbemid<strong>de</strong>laars en makelaars.<br />

Credit scoring en NHG<br />

Voordat er wordt ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> resultaten<br />

<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek, is het belangrijk kort<br />

stil te staan bij twee belangrijke begrippen:<br />

credit scoring en <strong>de</strong> Nationale Hypotheek<br />

Garantie (NHG). Credit scoring is een<br />

metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> risico’s in te schatten die


<strong>Rooilijn</strong><br />

gepaard gaan met het verlenen <strong>van</strong> een<br />

hypotheeklening. Het is <strong>de</strong> laatste tien jaar<br />

in <strong>de</strong> hypotheekmarkt steeds gebru<strong>ik</strong>elijker<br />

gewor<strong>de</strong>n dat hypotheekverstrekkers<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsfactoren<br />

in één systeem ‘wegen’ waarbij elke<br />

hypotheekaanvraag een score meekrijgt.<br />

Een score <strong>van</strong> minimaal 140 staat dan<br />

bijvoorbeeld voor “hypotheekaanvraag<br />

honoreren”, een score <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r dan 120<br />

voor “hypotheekaanvraag afwijzen” en<br />

een score tussen 120 en 140 voor “individuele<br />

beoor<strong>de</strong>ling”. De scores die tussen<br />

“honoreren” en “afwijzen” vallen, wor<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> hypotheekwereld vaak “het grijze<br />

gebied” genoemd.<br />

Een hypotheekverstrekker beperkt het<br />

risico dat hij lo<strong>op</strong>t niet alleen door te kijken<br />

naar inkomen, on<strong>de</strong>rpand, betalingsgedrag<br />

en postco<strong>de</strong>, maar ook door een <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

het afbetalingsrisico over te hevelen naar<br />

<strong>de</strong> Nationale Hypotheek Garantie. Het doel<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> NHG is het bevor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> eigenwoningbezit<br />

en kwaliteitsverbetering <strong>van</strong><br />

woningen. De k<strong>op</strong>er en <strong>de</strong> hypotheekverstrekker<br />

kunnen <strong>de</strong> NHG aanvragen bij <strong>de</strong><br />

Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen<br />

(WEW). Dit kan tot een aanko<strong>op</strong>bedrag<br />

<strong>van</strong> 250.000 euro (in 2006). Als een<br />

aanvraag aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoet,<br />

staat het WEW borg voor <strong>de</strong> lener. Als <strong>de</strong><br />

lener haar/zijn hypotheek niet aflost, kan<br />

een hypotheekverstrekker bij het WEW<br />

aankl<strong>op</strong>pen. Hoewel <strong>de</strong> NHG en <strong>de</strong> WEW<br />

door <strong>de</strong> overheid in het leven zijn geroepen,<br />

is het WEW een private instelling.<br />

Catch-22<br />

De meeste hypotheekverstrekkers willen<br />

in bepaal<strong>de</strong> wijken in Den Haag en<br />

Rotterdam alleen een hypotheek verstrekken<br />

als <strong>de</strong>ze met NHG kan wor<strong>de</strong>n<br />

gefinancierd. Dit betekent dat aanvragen<br />

<strong>van</strong> mensen die niet in aanmerking<br />

komen voor <strong>de</strong> NHG, maar die wel<br />

voldoen aan <strong>de</strong> acceptatiecriteria <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hypotheekverstrekker, wor<strong>de</strong>n afgewezen.<br />

Bovendien <strong>heb</strong>ben hypotheekaanvragen<br />

die in het ‘grijze gebied’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> credit score<br />

vallen, een aanmerkelijk kleinere kans om<br />

gehonoreerd te wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong>ze uit buurten<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 24<br />

komen die slechter staan aangeschreven.<br />

Volgens <strong>de</strong> normen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bank en <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

NHG (WEW, 2006) mogen <strong>de</strong>ze klanten<br />

afgewezen wor<strong>de</strong>n, maar het is <strong>op</strong>vallend<br />

dat <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> flexibiliteit in het ‘grijze<br />

gebied’ sterk verschilt tussen <strong>de</strong> ‘goe<strong>de</strong>’ en<br />

<strong>de</strong> ‘min<strong>de</strong>re’ wijken.<br />

Doordat sommige hypotheekverstrekkers<br />

in bepaal<strong>de</strong> wijken alleen met NHG een<br />

lening willen verstrekken, betekent dit dat<br />

woningen die duur<strong>de</strong>r zijn dan 250.000<br />

euro en daarmee niet aan <strong>de</strong> NHG-normen<br />

voldoen, niet gefinancierd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Hiermee creëren <strong>de</strong>ze hypotheekverstrekkers<br />

een catch-22 situatie: ze stellen NHG<br />

verplicht voor hypotheekaanvragen<br />

waar<strong>op</strong> niet eens NHG aangevraagd kan<br />

wor<strong>de</strong>n! Omdat <strong>de</strong> meeste woningen in<br />

<strong>de</strong>ze wijken een relatief lage transactieprijs<br />

kennen, zijn er maar weinig woningen<br />

waar<strong>op</strong> geen NHG kan wor<strong>de</strong>n aangevraagd.<br />

In <strong>de</strong> Haagse Schil<strong>de</strong>rswijk komt<br />

het echter af en toe voor.<br />

Postco<strong>de</strong>beleid of prijsbeleid?<br />

De plaatsbepaal<strong>de</strong> uitsluiting gaat in sommige<br />

gevallen echter nog een stap ver<strong>de</strong>r: in<br />

bei<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n zijn er wijken waar sommige<br />

hypotheekverstrekkers zelfs <strong>op</strong> aanvragen<br />

met NHG geen hypotheek willen verstrekken.<br />

De hypotheekverstrekkers Fortis ASR<br />

en <strong>de</strong> SNS bank wor<strong>de</strong>n het meest genoemd<br />

door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten. Het is moeilijk<br />

te zeggen of het bij <strong>de</strong>ze banken om een<br />

prijsbeleid of om een postco<strong>de</strong>beleid gaat.<br />

Doordat bepaal<strong>de</strong> prijsklassen sterk zijn<br />

geconcentreerd in bepaal<strong>de</strong> wijken, is er<br />

empirisch een sterke overlap. Het lijkt er<strong>op</strong><br />

dat SNS een prijsbeleid en Fortis zowel<br />

een prijsbeleid als een postco<strong>de</strong>beleid<br />

hanteert. SNS verstrekt geen hypotheken<br />

voor woningen on<strong>de</strong>r een bepaal<strong>de</strong><br />

executiewaar<strong>de</strong>. Fortis wil on<strong>de</strong>r een<br />

bepaal<strong>de</strong> executiewaar<strong>de</strong> slechts 90, of bij<br />

uitzon<strong>de</strong>ring 100, procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> executiewaar<strong>de</strong><br />

financieren, terwijl 125 procent het<br />

‘standaard’ maximum is. Dit betekent dat<br />

k<strong>op</strong>ers een flinke aanbetaling moeten doen<br />

omdat <strong>de</strong> verko<strong>op</strong>prijs inclusief ‘kostenk<strong>op</strong>er’<br />

gemid<strong>de</strong>ld rond <strong>de</strong> 125 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> executiewaar<strong>de</strong> ligt. Het probleem


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 25<br />

On<strong>de</strong>r een bepaal<strong>de</strong> executiewaar<strong>de</strong> wordt geen hypotheek verstrekt<br />

is echter dat mensen die in <strong>de</strong> laagste<br />

prijsklassen een woning k<strong>op</strong>en zel<strong>de</strong>n veel<br />

eigen vermogen <strong>heb</strong>ben. Ook <strong>de</strong> Bank of<br />

Scotland hanteert een minimale executiewaar<strong>de</strong><br />

waaron<strong>de</strong>r zij geen hypotheekleningen<br />

verstrekt. Deze Britse bank hanteert<br />

in <strong>de</strong> provincies Noord- en Zuid-Holland<br />

een hogere minimale executiewaar<strong>de</strong> dan<br />

el<strong>de</strong>rs in het land.<br />

Het hanteren <strong>van</strong> een drempelwaar<strong>de</strong><br />

waaron<strong>de</strong>r een hypotheekverstrekker geen<br />

hypotheken wil verstrekken, kan voor verstrekkers<br />

niet alleen als alternatief dienen<br />

voor wijken waar een verstrekker liever<br />

geen hypotheken verstrekt, maar kan ook<br />

een direct gevolg zijn <strong>van</strong> het (vermeend)<br />

hoge risico dat gepaard gaat met <strong>de</strong> lagere<br />

prijsklassen, bijvoorbeeld als meer hypotheekleningen<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> drempelwaar<strong>de</strong><br />

dan boven <strong>de</strong> drempelwaar<strong>de</strong> niet <strong>op</strong> tijd<br />

wor<strong>de</strong>n afbetaald. Een an<strong>de</strong>re <strong>op</strong>tie is dat<br />

<strong>de</strong> goedk<strong>op</strong>ere segmenten door sommige<br />

hypotheekverstrekkers als niet interessant<br />

wor<strong>de</strong>n gezien omdat <strong>de</strong> overhead <strong>op</strong> kleine<br />

hypotheekleningen relatief hoog is. Dit<br />

komt omdat een verstrekker vaste kosten<br />

heeft die gepaard gaan met het verstrekken<br />

en volgen <strong>van</strong> een hypotheeklening, terwijl<br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>brengsten die daar tegenover staan<br />

voornamelijk variabel zijn.<br />

Zelfs niet met NHG<br />

Fortis, maar ook <strong>de</strong> ABN-AMRO, ING,<br />

Fortis-dochter Direktbank, SNS-dochter<br />

BLG Hypotheken en wellicht ook an<strong>de</strong>re<br />

verstrekkers zoals <strong>de</strong> Postbank, Rabobank<br />

en SNS verstrekken soms geen hypotheken<br />

<strong>op</strong> aanvragen die zowel aan <strong>de</strong> eigen,<br />

formele acceptatiecriteria als aan <strong>de</strong><br />

NHG-normen voldoen. Slechts een enkele<br />

keer vermeldt <strong>de</strong> hypotheekverstrekker <strong>op</strong><br />

papier dat <strong>de</strong> wijk of <strong>de</strong> postco<strong>de</strong> oorzaak<br />

is. Als dit het geval is, staat er vaak dat <strong>de</strong><br />

aanvraag niet gehonoreerd kan wor<strong>de</strong>n<br />

omdat <strong>de</strong> woning in een “niet-courante<br />

wijk” staat. Courantheid betekent<br />

verko<strong>op</strong>baarheid. De verko<strong>op</strong>baarheid<br />

<strong>van</strong> een woning wordt bepaald door het<br />

taxatierapport en in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> in


<strong>Rooilijn</strong><br />

dit rapport vermel<strong>de</strong> executiewaar<strong>de</strong>. De<br />

executiewaar<strong>de</strong> ligt in ‘min<strong>de</strong>re’ wijken<br />

net als <strong>de</strong> verko<strong>op</strong>prijs, gemid<strong>de</strong>ld lager<br />

dan in ‘betere’ wijken. De courantheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk is dus al verdisconteerd in <strong>de</strong><br />

executiewaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een woning. Het is<br />

daarom <strong>op</strong>merkelijk dat wordt gesteld dat<br />

een woning in een “niet-courante wijk”<br />

ligt als het taxatierapport in or<strong>de</strong> is. In veel<br />

gevallen geven <strong>de</strong> hypotheekverstrekkers<br />

echter niet zwart-<strong>op</strong>-wit aan dat het om een<br />

“niet-courante wijk” gaat, maar zetten ze in<br />

<strong>de</strong> brief iets over problemen met het on<strong>de</strong>rpand<br />

of <strong>de</strong> aanvrager (terwijl <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong><br />

normen voldoen) en wordt er <strong>de</strong>sgevraagd<br />

telefonisch verklaard dat het om <strong>de</strong> wijk<br />

gaat. Het probleem wordt aanmerkelijk<br />

groter als het gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene bank wordt<br />

gek<strong>op</strong>ieerd door <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re.<br />

Het is <strong>op</strong>vallend dat zelfs hypotheken die<br />

met NHG kunnen wor<strong>de</strong>n gefinancierd<br />

soms niet wor<strong>de</strong>n afgesloten. De NHG is in<br />

het leven geroepen om het risico dat hypotheekverstrekkers<br />

l<strong>op</strong>en bij relatief ‘kleine<br />

hypotheeksommen’ weg te nemen. Het<br />

WEW neemt immers het afbetalingsrisico<br />

over <strong>van</strong> <strong>de</strong> verstrekkers doordat het WEW<br />

eventueel niet-afbetaal<strong>de</strong> hypotheekleningen<br />

die met NHG zijn verstrekt aan <strong>de</strong><br />

verstrekkers vergoed.<br />

Er zijn tenminste twee re<strong>de</strong>nen te be<strong>de</strong>nken<br />

waarom hypotheekverstrekkers bepaal<strong>de</strong><br />

hypotheekaanvragen met NHG toch<br />

afwijzen. Ten eerste kan er, net als bij<br />

drempelwaar<strong>de</strong>n, sprake zijn <strong>van</strong> variabele<br />

<strong>op</strong>brengsten die niet tegen <strong>de</strong> vaste<br />

kosten <strong>op</strong>wegen. Hierdoor wor<strong>de</strong>n zelfs<br />

hypotheken met NHG als onaantrekkelijk<br />

beschouwd. Ten twee<strong>de</strong> kan er, zowel<br />

met behulp <strong>van</strong> drempelwaar<strong>de</strong>n als<br />

met behulp <strong>van</strong> postco<strong>de</strong>beleid, getracht<br />

wor<strong>de</strong>n hypotheekaanvragen met een (vermeend)<br />

potentieel hoog afbetalingsrisico<br />

uit te sluiten. Hiermee wor<strong>de</strong>n eventuele<br />

kosten die met niet-afbetaling en gedwongen<br />

verko<strong>op</strong> gepaard gaan voorkomen. Er<br />

is dan sprake <strong>van</strong> een transactiekostenprobleem.<br />

Het WEW staat weliswaar garant<br />

voor <strong>de</strong> afbetaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> lening, maar niet<br />

voor <strong>de</strong> personele kosten die gepaard gaan<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 26<br />

met <strong>de</strong> extra tijdsinvestering die een nietafbetaal<strong>de</strong><br />

lening en het regelen <strong>van</strong> een<br />

gedwongen verko<strong>op</strong> met zich meebrengen.<br />

Belangrijk is dat <strong>de</strong> hypotheekverstrekkers<br />

volgens <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten geen aanvragen<br />

‘standaard’ afwijzen in bepaal<strong>de</strong> wijken:<br />

als twee hypotheekaanvragen in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

wijk bei<strong>de</strong> voldoen aan zowel <strong>de</strong> NHGnormen<br />

als <strong>de</strong> acceptatiecriteria <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verstrekker, kan het zijn dat <strong>de</strong> eerste<br />

aanvraag wél wordt gehonoreerd, maar <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> niet! De verstrekkers willen volgens<br />

<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten echter niet aangeven <strong>op</strong><br />

welke aanvragen ze een afwijzing kunnen<br />

verwachten en <strong>op</strong> welke aanvragen een<br />

acceptatie. Dit kan zeer frustrerend werken<br />

voor hypotheekbemid<strong>de</strong>laars, makelaars<br />

en ook voor particulieren die zelf hun<br />

hypotheek willen regelen, omdat er in<br />

<strong>de</strong> ontbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een<br />

voorl<strong>op</strong>ig ko<strong>op</strong>contract vaak staat dat <strong>de</strong><br />

financiering in een aantal weken geregeld<br />

moet zijn. Doordat mensen met afwijzingen<br />

te maken krijgen kan het voorkomen<br />

dat ze door <strong>de</strong> tijdsdruk <strong>de</strong> financiering<br />

niet meer rond krijgen.<br />

Hypotheekbemid<strong>de</strong>laars geven aan dat<br />

ze een aanvraag die aan <strong>de</strong> NHG-normen<br />

voldoet uitein<strong>de</strong>lijk bijna altijd wel bij een<br />

an<strong>de</strong>re hypotheekverstrekker kunnen<br />

on<strong>de</strong>rbrengen mits daar tijd voor is of<br />

het tij<strong>de</strong>lijke ko<strong>op</strong>contract verlengd kan<br />

wor<strong>de</strong>n. Dit is voor particulieren min<strong>de</strong>r<br />

eenvoudig omdat zij weinig ervaring<br />

<strong>heb</strong>ben met <strong>de</strong> acceptatiepraktijken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> hypotheekverstrekkers en<br />

ontmoedigd kunnen wor<strong>de</strong>n een aanvraag<br />

in te dienen bij een an<strong>de</strong>re hypotheekverstrekker<br />

omdat ze <strong>de</strong>nken toch niet aan <strong>de</strong><br />

acceptatiecriteria te voldoen. Bovendien<br />

constateren veel respon<strong>de</strong>nten dat het<br />

bij hypotheekaanvragen uit bepaal<strong>de</strong><br />

wijken langer duurt voordat <strong>de</strong> hypotheekverstrekker<br />

laat weten wel of niet tot<br />

financiering te willen overgaan. Sommige<br />

respon<strong>de</strong>nten spreken <strong>van</strong> het ‘on<strong>de</strong>r <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

stapel leggen’ <strong>van</strong> hypotheekaanvragen uit<br />

bepaal<strong>de</strong> buurten.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 27<br />

Gekleur<strong>de</strong> wijken<br />

Welke wijken zien <strong>de</strong> hypotheekverstrekkers<br />

nu eigenlijk als <strong>de</strong> ‘min<strong>de</strong>re’ wijken?<br />

In Den Haag gaat het om <strong>de</strong> wijken<br />

Schil<strong>de</strong>rswijk, Transvaal en Laakkwartier.<br />

Ver<strong>de</strong>r wordt soms ook het <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Stationsbuurt nabij <strong>de</strong> Schil<strong>de</strong>rswijk<br />

en station Hollands Spoor genoemd.<br />

Ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> eer<strong>de</strong>re berichten<br />

over redlining in Den Haag (Mul<strong>de</strong>r &<br />

Yagmur, 2003) valt <strong>op</strong> dat tegenwoordig<br />

ook <strong>de</strong> wijken Rustenburg-Oostbroek en<br />

Zui<strong>de</strong>rpark geregeld wor<strong>de</strong>n genoemd<br />

(figuur 1).<br />

In Rotterdam gaat het om grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong><br />

Rotterdam-West en Rotterdam-Zuid en in<br />

min<strong>de</strong>re mate Rotterdam-Noord (figuur<br />

2). De wijken die vaak wor<strong>de</strong>n genoemd,<br />

zijn groten<strong>de</strong>els <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> als enkele<br />

jaren gele<strong>de</strong>n (Aalbers, 2003): Spangen,<br />

Tussendijken, Bospol<strong>de</strong>r, Delfshaven,<br />

Nieuwe Westen en Mid<strong>de</strong>lland in West en<br />

Feijenoord, Afr<strong>ik</strong>aan<strong>de</strong>rwijk, Bloemhof,<br />

Hillesluis en Tarwewijk in Zuid. De<br />

wijken Strevelswijk, Oud Charlois,<br />

Carnisse, Pendrecht en Beverwaard in<br />

Zuid en Schiemond, Ou<strong>de</strong> Westen en<br />

Oud Mathenesse Noord wor<strong>de</strong>n ook<br />

geregeld genoemd. De in Rotterdam-Zuid<br />

gelegen naoorlogse wijken Pendrecht en<br />

Beverwaard zijn nieuwkomers in <strong>de</strong>ze lijst.<br />

In bei<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n gaat het om ‘gekleur<strong>de</strong>’<br />

wijken: <strong>de</strong> wijken met <strong>de</strong> hoogste<br />

percentages etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

(vergelijk figuur 1 en 2 met figuur 3 en 4).<br />

Hiermee is niet gezegd dat het aan<strong>de</strong>el<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n is voor<br />

een hypotheekverstrekker om geen of<br />

min<strong>de</strong>r snel hypotheken te verstrekken.<br />

Het is echter wel zo dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

zwaar<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n getroffen door<br />

het verscherpte acceptatiebeleid omdat zij<br />

verhoudingsgewijs vaker in <strong>de</strong>ze wijken<br />

wonen. Toch is er slechts in een aantal uitzon<strong>de</strong>ringsgevallen<br />

sprake <strong>van</strong> afwijzing<br />

<strong>van</strong> hypotheekaanvragen met NHG. Zoals<br />

<strong>de</strong> meeste respon<strong>de</strong>nten aangeven, kan<br />

een aanvraag die aan <strong>de</strong> NHG-normen<br />

voldoet bijna altijd wel ergens wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rgebracht.<br />

De impact <strong>van</strong> hypotheekuitsluiting<br />

blijft beperkt, maar is wel voelbaar voor<br />

hen die er het slachtoffer <strong>van</strong> zijn. Het<br />

frustreert <strong>de</strong> verko<strong>op</strong> <strong>van</strong> woningen,<br />

waarmee niet alleen <strong>de</strong> k<strong>op</strong>er, maar ook<br />

<strong>de</strong> verk<strong>op</strong>er wordt getroffen. Bovendien is<br />

indirect on<strong>de</strong>rscheid niet alleen <strong>de</strong> neerslag<br />

<strong>van</strong> stereotypen en vooroor<strong>de</strong>len over<br />

bepaal<strong>de</strong> wijken en bepaal<strong>de</strong> groepen in<br />

<strong>de</strong> samenleving, maar heeft het ook een<br />

weerslag doordat zowel <strong>de</strong> emancipatie <strong>van</strong><br />

min<strong>de</strong>rheidsgroeperingen als het ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwings- en ‘mengingsbeleid’<br />

wordt gefrustreerd. <strong>Tot</strong> slot belemmert<br />

on<strong>de</strong>rscheid <strong>op</strong> <strong>de</strong> hypotheekmarkt het<br />

overheidsbeleid dat eigenwoningbezit – en<br />

eigenwoningbezit on<strong>de</strong>r lage inkomensgroepen<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r – wil bevor<strong>de</strong>ren.<br />

De privatisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningmarkt staat<br />

hoog <strong>op</strong> <strong>de</strong> politieke agenda en leidt tot <strong>de</strong><br />

verzelfstandiging <strong>van</strong> woningcorporaties<br />

en een toename <strong>van</strong> het aantal ko<strong>op</strong>woningen.<br />

Hierdoor wor<strong>de</strong>n meer mensen<br />

afhankelijk <strong>van</strong> het acceptatiebeleid <strong>van</strong><br />

hypotheekverstrekkers en neemt het belang<br />

<strong>van</strong> uitsluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong> hypotheekmarkt toe.<br />

Manuel Aalbers (m.b.aalbers@gmail.com) is 20 <strong>de</strong>cember<br />

2006 aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam gepromoveerd en is<br />

als postdoc verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Department of Urban Planning<br />

<strong>van</strong> Columbia University in New York. Hij is tevens redacteur<br />

<strong>van</strong> <strong>Rooilijn</strong>.<br />

Literatuur<br />

Aalbers, M. (2003) Redlining in Ne<strong>de</strong>rland. Oorzaken en<br />

gevolgen <strong>van</strong> uitsluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong> hypotheekmarkt, Aksant/<br />

Spinhuis, Amsterdam<br />

Aalbers, M.B. (2006a) Who’s afraid of red, yellow and green?:<br />

Geographies of redlining and exclusion in the Netherlands and<br />

Italy, proefschrift Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam, Amsterdam<br />

Aalbers, M.B. (2006b) Direct en indirect on<strong>de</strong>rscheid <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> hypotheekmarkt in Arnhem, Den Haag en Rotterdam.<br />

On<strong>de</strong>rzoek in <strong>op</strong>dracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> Commissie Gelijke Behan<strong>de</strong>ling<br />

naar discriminatie bij risicoselectie door hypotheeknemers,<br />

Amsterdam Institute for Metr<strong>op</strong>olitan and International<br />

Devel<strong>op</strong>ment Studies (AMIDSt), Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam,<br />

Amsterdam<br />

Mul<strong>de</strong>r, A. & M. Yagmur (2003) ‘Redlining’ in Den Haag’,<br />

Haagsche Courant, 17 juli<br />

WEW (2006) Nationale Hypotheek Garantie voorwaar<strong>de</strong>n<br />

& normen 2006, Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen,<br />

Zoetermeer


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 28<br />

Figuur 1 en 2: Den Haag<br />

Bron: Aalbers, 2006<br />

Meer dan 55% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

30 tot 55% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

Min<strong>de</strong>r dan 30% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

1 Transvaal<br />

2 Schil<strong>de</strong>rswijk<br />

3 Molenwijk<br />

4 Laakkwartier<br />

5 Spoorwijk<br />

6 Stationsbuurt<br />

7 Rustenburg-Oostbroek<br />

8 Zui<strong>de</strong>rpark<br />

9 Bouwlust<br />

10 Bohemen<br />

11 Vogelwijk<br />

13 Belgisch Park<br />

Wijk waar het volgens (bijna) alle respon<strong>de</strong>nten moeilijker is om een hypotheeklening te krijgen<br />

Wijk waar het volgens een aantal respon<strong>de</strong>nten moeilijker is om een hypotheeklening te krijgen<br />

Stadscentrum


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Hypotheeklening moeilijker in gekleur<strong>de</strong> wijk<br />

P. 29<br />

Figuur 3 en 4: Rotterdam<br />

Bron: Aalbers, 2006<br />

Meer dan 60% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

40 tot 60% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

Min<strong>de</strong>r dan 40% etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

1 Spangen<br />

2 Nieuwe Westen<br />

3 Nieuwe Westen<br />

4 Mid<strong>de</strong>lland<br />

5 Tussendijken<br />

6 Bospol<strong>de</strong>r<br />

7 Delfshaven<br />

8 Tarwewijk/Millinxbuurt<br />

9 Bloemhof<br />

10 Hillesluis<br />

11 Afr<strong>ik</strong>aan<strong>de</strong>rwijk<br />

12 Feijenoord<br />

13 Oud Mathenesse<br />

14 Ou<strong>de</strong> Westen<br />

15 Schiemond<br />

16 Oud Charlois<br />

17 Carnisse<br />

18 Pendrecht<br />

19 Strevelswijk<br />

20 Beverwaard<br />

21 Liskwartier<br />

22 Agniesebuurt<br />

23 Ou<strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>n<br />

24 Oud Crooswijk<br />

25 Nieuw Crooswijk<br />

26 Kralingen-West<br />

27 Kralingen-Oost<br />

Wijk waar het volgens (bijna) alle respon<strong>de</strong>nten moeilijker is om een hypotheeklening te krijgen<br />

Wijk waar het volgens een aantal respon<strong>de</strong>nten moeilijker is om een hypotheeklening te krijgen<br />

Stadscentrum


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 30<br />

Wouter <strong>van</strong> Gent<br />

Naoorlogse<br />

probleemwijken<br />

in Stockholm


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 31<br />

Op dit moment wordt ook in Zweedse ste<strong>de</strong>n veel<br />

aandacht besteed aan naoorlogse woonwijken.<br />

Deze aandacht is <strong>de</strong>els het gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> fysieke<br />

staat <strong>van</strong> <strong>de</strong> buurt, maar vooral een gevolg<br />

<strong>van</strong> sociaaleconomische verschijnselen in dit<br />

type buurten. Net als in Ne<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze verschijnselen met gebiedsgericht beleid<br />

te lijf gegaan. In Zwe<strong>de</strong>n speelt echter ook <strong>de</strong><br />

afbraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat een belangrijke<br />

rol. Kunnen we in Ne<strong>de</strong>rland leren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

Zweedse aanpak?<br />

Sinds <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw is<br />

in Zwe<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociaal<br />

<strong>de</strong>mocratie en het corporatisme, een<br />

sterke sociale verzorgingsstaat ontstaan,<br />

die uitein<strong>de</strong>lijk zou uitgroeien tot één <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> meest om<strong>van</strong>grijke in Eur<strong>op</strong>a. In <strong>de</strong><br />

jaren zestig en zeventig kwam het Zweedse<br />

mo<strong>de</strong>l volledig tot wasdom tij<strong>de</strong>ns een<br />

perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> mondiale economische groei.<br />

Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze jaren was Zwe<strong>de</strong>n een<br />

staat die zowel veel welvaart, als een grote<br />

mate <strong>van</strong> sociale gelijkheid ken<strong>de</strong>. In het<br />

begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig kwam het<br />

mo<strong>de</strong>l in moeilijkhe<strong>de</strong>n. Het bleek niet<br />

langer betaalbaar bleek en saneringen <strong>van</strong><br />

overheidsuitgaven waren nodig. Deze saneringen,<br />

geïnitieerd door een neoliberale<br />

regeringscoalitie, had<strong>de</strong>n grote gevolgen<br />

voor <strong>de</strong> huisvestingssector. Deze sector<br />

werd tot dan toe sterk gedomineerd door<br />

<strong>de</strong> staat, die zich <strong>de</strong> taak had gesteld om<br />

voor alle burgers gelijke kansen te creëren<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> woningmarkt. Dit beteken<strong>de</strong> dat <strong>de</strong><br />

staat garant stond voor <strong>de</strong> bouw en verhuur<br />

<strong>van</strong> goedk<strong>op</strong>e woningen voor alle burgers.<br />

Daarom sprak men ook niet <strong>van</strong> sociale,<br />

maar <strong>van</strong> publieke woningbouw. Deze<br />

re<strong>de</strong>nering, waarbij alle burgers gelijke<br />

kansen krijgen, past binnen <strong>de</strong> universele<br />

principes <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zweedse verzorgingsstaat.<br />

In <strong>de</strong> praktijk kwamen <strong>de</strong>ze solidaire<br />

principes tot uitdrukking in een wettelijke<br />

voorkeurspositie voor <strong>de</strong> gemeentelijk<br />

woningcorporaties, die kon<strong>de</strong>n rekenen <strong>op</strong><br />

aanzienlijke overheidssteun voor bouw en<br />

exploitatie.<br />

De huisvestingssector is ingrijpend<br />

veran<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong> maatregelen die sinds <strong>de</strong><br />

crisis <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig zijn ingevoerd.<br />

Door <strong>de</strong> privatisering <strong>van</strong> vele gemeentelijke<br />

woningcorporaties, <strong>de</strong>regulering <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> huurmarkt, het snij<strong>de</strong>n in subsidies, en<br />

<strong>de</strong> verko<strong>op</strong> <strong>van</strong> publieke huurwoningen in<br />

vele gemeenten (waaron<strong>de</strong>r Stockholm),<br />

wordt het universele huisvestingsbeleid<br />

samen met <strong>de</strong> sociaal<strong>de</strong>mocratische<br />

verzorgingsstaat langzaam afgebroken. In<br />

dit proces wordt publieke woningbouw<br />

langzaam sociale woningbouw. Deze


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 32<br />

verschuiving betekent dat het recht <strong>op</strong><br />

huisvesting niet langer een recht is dat <strong>op</strong><br />

alle burgers betrekking heeft, maar een<br />

recht dat slechts impliceert dat <strong>de</strong> staat<br />

alleen voor <strong>de</strong> sociaal zwakkeren moet<br />

zorgen. Bijvoorbeeld door woningen in<br />

<strong>de</strong> huurmarkt besch<strong>ik</strong>baar te stellen,<br />

afgeschermd <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrije markt. De nadruk<br />

binnen het nationale huisvestingssysteem<br />

verschuift dan <strong>van</strong> solidariteit naar<br />

liefdadigheid. Deze verschuiving komt<br />

in Stockholm tot uiting in <strong>de</strong> gedwongen<br />

verko<strong>op</strong> <strong>van</strong> gewil<strong>de</strong> woningen in en rond<br />

het centrum, waardoor ´publiek bezit´<br />

zich beperkt tot <strong>de</strong> ongewil<strong>de</strong> woningen in<br />

naoorlogse woonwijken aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> stad.<br />

De <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> gebiedsgericht beleid<br />

Aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig, tij<strong>de</strong>ns<br />

een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> economische groei die<br />

gevoed werd door <strong>de</strong> groei in <strong>de</strong> ICT en<br />

dienstensector, is een nieuwe trend <strong>op</strong> gang<br />

gekomen. Voor het eerst werd het belang<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> stad voor <strong>de</strong> Zweedse economie<br />

dui<strong>de</strong>lijk, maar tegelijkertijd bleek ook dat<br />

er grote sociale problemen spelen in <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>n. Deze problemen zijn voornamelijk<br />

gerelateerd aan armoe<strong>de</strong>, het achterblijven<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> integratie en <strong>de</strong> hoge mate <strong>van</strong><br />

segregatie <strong>van</strong> niet-westerse immigranten.<br />

In reactie hier<strong>op</strong> wordt in 1998 voor het<br />

eerst een nationaal selectief en geïntegreerd<br />

gebiedsgericht beleid ontw<strong>ik</strong>keld, een<br />

groteste<strong>de</strong>nbeleid. Dit beleid was gericht<br />

<strong>op</strong> economische groei en <strong>op</strong> het bestrij<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> sociaal, economische, en culturele<br />

discriminatie en segregatie. Hoewel het<br />

groteste<strong>de</strong>nbeleid inmid<strong>de</strong>ls niet meer <strong>van</strong><br />

kracht is, vorm<strong>de</strong> zij wel het het startschot<br />

voor <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> gebiedsgericht<br />

beleid <strong>op</strong> gemeentelijk niveau. Dit beleid<br />

uit zich meestal in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> program-<br />

ma’s die een aantal jaar subsidies besch<strong>ik</strong>baar<br />

stellen voor initiatieven, beleid en<br />

projecten in een aantal hulpbehoeven<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n. Deze programma’s<br />

zijn verbon<strong>de</strong>n met thema’s als integratie,<br />

armoe<strong>de</strong>bestrijding en economische groei.<br />

Het gebru<strong>ik</strong> <strong>van</strong> gebiedsbeleid om armoe<strong>de</strong><br />

te bestrij<strong>de</strong>n en integratie te bevor<strong>de</strong>ren<br />

vormt een breuk met het verle<strong>de</strong>n. De<br />

nadruk verschuift <strong>van</strong> universeel beleid<br />

gericht <strong>op</strong> sectorale ingrepen naar selectievere<br />

instrumenten. De oorzaak <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

breuk is groten<strong>de</strong>els te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> relatief<br />

nieuwe immigrantenproblematiek in <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>n en in hoge kosten <strong>van</strong> ‘traditionele’<br />

sectorale ingrepen (An<strong>de</strong>rsson, 2006a).<br />

Stockholm: Husby en Tensta<br />

Husby en Tensta zijn twee wijken aan <strong>de</strong><br />

noor<strong>de</strong>lijke rand <strong>van</strong> Stockholm waar zich<br />

sterke sociaaleconomische problemen aftekenen.<br />

Zij zijn daarom geselecteerd voor<br />

gebiedsgericht ste<strong>de</strong>lijk beleid. De mo<strong>de</strong>rnistische<br />

wijken zijn gebouwd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

grootschalige nationale bouwprogramma’s<br />

in <strong>de</strong> jaren zestig en zeventig en zijn typerend<br />

voor <strong>de</strong> naoorlogse probleemwijken in<br />

Zweedse ste<strong>de</strong>n. De wijken <strong>de</strong>len een aantal<br />

karakteristieken; zij zijn gebouwd aan <strong>de</strong><br />

rand <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad als zelfstandige satellieten<br />

met een klein winkelcentrum, te mid<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> een groen veld en door <strong>de</strong> metro goed<br />

verbon<strong>de</strong>n met het centrum. De woningen<br />

zijn groten<strong>de</strong>els twee- of driekamerwoningen<br />

in flatgebouwen die <strong>op</strong> een rechtlijnige<br />

wijze geplaatst zijn ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> elkaar.<br />

Deze wijken kennen een overvloed aan<br />

huurwoningen, die groten<strong>de</strong>els in bezit zijn<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke woningbouwcorporaties.<br />

Al enige jaren vormen <strong>de</strong> woningen<br />

in <strong>de</strong> wijken <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningmarkt.<br />

Zij wor<strong>de</strong>n vooral bewoond door<br />

eerste en twee<strong>de</strong> generatie niet-Westerse


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 33<br />

immigranten (meer dan 80 procent)<br />

die, wanneer mogelijk, snel uit <strong>de</strong> buurt<br />

verhuizen. De voornaamste geconstateer<strong>de</strong><br />

problemen zijn dan ook een hoge mate <strong>van</strong><br />

ruimtelijke segregatie en een lage mate <strong>van</strong><br />

integratie. Naast <strong>de</strong> integratieproblematiek,<br />

wor<strong>de</strong>n armoe<strong>de</strong> en werkloosheid eveneens<br />

gezien als problemen in <strong>de</strong> wijken. De re<strong>de</strong>nen<br />

voor werkloosheid on<strong>de</strong>r immigranten<br />

wor<strong>de</strong>n gezocht in <strong>de</strong> taalachterstand en<br />

het gebrek aan scholing en werkervaring.<br />

Problemen zoals criminaliteit, huiselijk<br />

geweld, ben<strong>de</strong>vorming on<strong>de</strong>r jongeren en<br />

<strong>van</strong>dalisme wor<strong>de</strong>n als voortvloeisel gezien<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> integratieachterstand, <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

segregatie en werkloosheid.<br />

Stads<strong>de</strong>lförnyelsen<br />

Het meest recente beleidsinitiatief in<br />

Stockholm is het stads<strong>de</strong>lförnyelsen (stads<strong>de</strong>elvernieuwing)<br />

programma dat lo<strong>op</strong>t<br />

<strong>van</strong> 2003 tot eind 2006. Dit programma<br />

wordt gefinancierd door <strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong><br />

gemeentelijke woningbouwcorporaties en<br />

bouwt direct voort <strong>op</strong> het eer<strong>de</strong>r gevoer<strong>de</strong><br />

gebiedsgericht beleid. Ook nu richt men<br />

zich <strong>op</strong> integratie en <strong>de</strong>els armoe<strong>de</strong>- en<br />

werkloosheidsbestrijding. In Husby en<br />

Tensta betekent dit extra aandacht voor<br />

taalbeleid, <strong>de</strong> verbetering <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs<br />

en het creëren <strong>van</strong> stageplekken. Voor <strong>de</strong><br />

immigranten wordt het vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> werk en<br />

het spreken <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal als essentiële voorwaar<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> integratie in <strong>de</strong> samenleving<br />

gezien. Naast werk en integratie<br />

besteedt men aandacht aan <strong>de</strong> verbetering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> reputatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk om zo het<br />

gevoel <strong>van</strong> eigenwaar<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> bewoners te<br />

verhogen en stigmatisering tegen te gaan.<br />

Dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het beleid vertaalt zich<br />

in initiatieven, zoals het organiseren <strong>van</strong><br />

festivals en het verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> publieke<br />

ruimte.<br />

Het beleid bestaat voor het grootste <strong>de</strong>el<br />

uit <strong>van</strong> bovenaf gestimuleer<strong>de</strong> bottomup<br />

initiatieven. Hoewel <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong><br />

gemeentelijke woningbouwcorporaties het<br />

budget verstrekken, ligt een hoge mate <strong>van</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bij lokale instanties<br />

zoals <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len, plaatselijke woningbouwcorporaties<br />

en sociale werkers. Deze<br />

instanties moeten <strong>de</strong> weg vrijmaken voor<br />

burgerparticipatie en een burgerlijke<br />

cultuur kweken waar lokale organisaties<br />

en verenigingen actief meewerken aan<br />

<strong>de</strong> verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> buurt. Hoewel in<br />

Zwe<strong>de</strong>n goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n te vin<strong>de</strong>n zijn<br />

<strong>van</strong> achterstandswijken met een sterke<br />

burgerlijke cultuur die daardoor in staat<br />

zijn geld en beleidsaandacht te verkrijgen,<br />

zijn <strong>de</strong> pogingen in Husby en Tensta nog<br />

onvoldoen<strong>de</strong> gebleken. Ten eerste is <strong>de</strong><br />

schaal <strong>van</strong> Husby en Tensta zeer groot<br />

(respectievelijk 11.495 en 16.834 inwoners)<br />

wat het kweken <strong>van</strong> representatieve en<br />

informele contacten met individuen,<br />

belangen- en vrijwilligersorganisaties<br />

moeilijker maakt dan bij kleinere en meer<br />

overzichtelijke wijken. Ten twee<strong>de</strong> l<strong>op</strong>en <strong>de</strong><br />

programma’s vier jaar tot aan <strong>de</strong> verkiezingen,<br />

waarna <strong>de</strong> subsidies <strong>op</strong>hou<strong>de</strong>n en een<br />

nieuw programma moet wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gestart.<br />

Deze breuken frustreren <strong>de</strong> structurele<br />

samenwerking en bemoeilijken <strong>de</strong> voortgang<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> l<strong>op</strong>en<strong>de</strong> projecten in <strong>de</strong> wijken.<br />

Ten slotte vergeet men bij <strong>de</strong> centrale stad<br />

dat veel nieuwkomers niet in staat zijn om<br />

te participeren in projecten, aangezien zij<br />

<strong>de</strong> taal moeilijk spreken of omdat zij hun<br />

eigen problemen vóór die <strong>van</strong> <strong>de</strong> buurt<br />

stellen. Naast <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> obstakels<br />

zijn bij het gebru<strong>ik</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze programma’s<br />

fundamentelere kanttekeningen te<br />

plaatsen in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong><br />

verzorgingsstaatlogica.<br />

Lees ver<strong>de</strong>r <strong>op</strong> pagina 44


<strong>Rooilijn</strong><br />

InBeeld<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

Fotografie: Janneke Berendsen<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

De weg biedt ruimte voor auto’s. Voor langzaam verkeer zijn<br />

stoepen en pa<strong>de</strong>n gereserveerd. De hoofdzaak blijft hetzelf<strong>de</strong>.<br />

De weg is <strong>op</strong>enbare ruimte en verbindt plekken met elkaar. Deze<br />

ruimte heeft daarnaast an<strong>de</strong>re functies. Een belangrijke functie is<br />

het bie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ruimte voor ontmoeting en contact met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.<br />

Snel en langzaam blijven echter vaak geschei<strong>de</strong>n. De parkeer-<br />

plaats is <strong>de</strong> plek waar <strong>de</strong> automobiele mens weer voetganger<br />

wordt en <strong>de</strong> kans heeft uit zijn cocon te stappen om <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r te<br />

ontmoeten. Zo luidt <strong>de</strong> theorie, <strong>de</strong> praktijk leert an<strong>de</strong>rs.<br />

P. 34


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 35


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 36


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 37


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 38


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 39


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 40


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 41


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 42


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

P. 43<br />

Janneke Berendsen stu<strong>de</strong>ert dit jaar af aan <strong>de</strong><br />

Hogeschool voor <strong>de</strong> kunsten Utrecht, af<strong>de</strong>ling fotografie<br />

(berendsenjanneke@hotmail.com).


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 44<br />

Extra ko<strong>op</strong>woningen bouwen kan slechts <strong>op</strong> beperkte schaal<br />

Evaluatie Stockholm<br />

De <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> gebiedsgericht beleid om<br />

socio-economische problemen <strong>op</strong> te lossen<br />

is een dui<strong>de</strong>lijke breuk met <strong>de</strong> Zweedse<br />

verzorgingsstaats- en huisvestingsbeleidgeschie<strong>de</strong>nis.<br />

Het is geen verrassing dat <strong>de</strong>ze<br />

overgang wrijving veroorzaakt en daardoor<br />

bijdraagt aan een discrepantie tussen<br />

probleem en strategie.<br />

Ten eerste wordt door het huidige beleid,<br />

dat bepaal<strong>de</strong> wijken uitzon<strong>de</strong>rt, het<br />

gelijkheids<strong>de</strong>nken aangetast. Hoewel <strong>de</strong><br />

wijken een rol <strong>van</strong> emancipatiemachine<br />

voor nieuwkomers zou<strong>de</strong>n kunnen vervullen,<br />

wordt het door lokale beleidsmakers<br />

als oneerlijk ervaren dat hun wijken<br />

<strong>de</strong> zwaarste lasten toebe<strong>de</strong>eld krijgen.<br />

Bovendien merken zij <strong>op</strong> dat <strong>de</strong> slechte<br />

reputatie negatieve gevolgen heeft voor <strong>de</strong><br />

bewoners. De angst voor ver<strong>de</strong>re stigmatisering<br />

is ook merkbaar bij <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len<br />

waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> reputatie nog niet zo slecht is,<br />

maar die wel in aanmerking komen voor<br />

het Stads<strong>de</strong>lförnyelsen programma. Een<br />

aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze stads<strong>de</strong>len twijfel<strong>de</strong>n of ze<br />

mee zou<strong>de</strong>n doen uit angst voor stigmatisering.<br />

Eén stads<strong>de</strong>el heeft zelfs geweigerd<br />

mee te doen.<br />

Een twee<strong>de</strong> voorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> worsteling<br />

tussen ou<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen en een nieuwe tijd, is<br />

<strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> integratievraagstukken<br />

wor<strong>de</strong>n aangepakt. Traditioneel is<br />

het integratiebeleid in Zwe<strong>de</strong>n gericht <strong>op</strong><br />

systeemintegratie. Dit betekent dat men<br />

zich concentreer<strong>de</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> gelijke rechten en<br />

kansen <strong>van</strong> nieuwkomers <strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijs, werk en politieke participatie.<br />

Het is theoretisch gezien mogelijk om een<br />

ruimtelijk gesegregeer<strong>de</strong> stad te <strong>heb</strong>ben<br />

met systeemgeïntegreer<strong>de</strong> bewoners.<br />

Toch wordt segregatie nu als probleem<br />

gezien in Zwe<strong>de</strong>n, omdat nieuwkomers<br />

in <strong>de</strong> gesegregeer<strong>de</strong> wijken onvoldoen<strong>de</strong><br />

sociaal geïntegreerd zijn. Oftewel: immigranten<br />

spreken niet met autochtonen. Dit<br />

bemoeilijkt hen in het leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> taal en<br />

het vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> werk. Sociale integratie en<br />

<strong>de</strong>segregatie zijn slechts te bere<strong>ik</strong>en door<br />

een hogere mate <strong>van</strong> sociale menging <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 45<br />

sociaal-culturele klassen binnen <strong>de</strong> wijken.<br />

Het bijbouwen <strong>van</strong> ko<strong>op</strong>woningen zoals in<br />

Ne<strong>de</strong>rland sinds enkele jaren gebru<strong>ik</strong>elijk<br />

is, kan slechts <strong>op</strong> beperkte schaal. Slo<strong>op</strong><br />

<strong>van</strong> kwalitatief goe<strong>de</strong> woningen is geen<br />

<strong>op</strong>tie <strong>van</strong>wege langdurige woningtekorten<br />

in <strong>de</strong> regio Stockholm. Bovendien houdt<br />

<strong>de</strong> Groene Partij <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> nieuwe<br />

woningen <strong>op</strong> <strong>de</strong> groene vel<strong>de</strong>n tegen. Naast<br />

obstakels voor grootschalige herstructurering,<br />

is ook het selectief toewijzen <strong>van</strong><br />

woningen door <strong>de</strong> woningcorporaties geen<br />

<strong>op</strong>lossing omdat het in strijd is met het<br />

recht <strong>op</strong> vrije woonkeuze. De gebiedsgerichte<br />

programma’s zijn slechts nuttig om<br />

systeemintegratie binnen <strong>de</strong> wijk te bevor<strong>de</strong>ren.<br />

Echter, zij lossen problemen zoals<br />

segregatie en een lage sociale integratie niet<br />

of nauwelijks <strong>op</strong>.<br />

Tenslotte, is het <strong>van</strong> belang dat men niet te<br />

veel <strong>op</strong> gebiedsgericht beleid leunt, hoewel<br />

het goed kan wor<strong>de</strong>n gecombineerd met<br />

sectorgericht beleid. Naast <strong>de</strong> mogelijke<br />

stigmatiseren<strong>de</strong> werking zijn vraagtekens<br />

te plaatsen bij het doel om werk te bevor-<br />

Grootschalige herstructurering is in Stockholm geen <strong>op</strong>tie<br />

<strong>de</strong>ren en zo armoe<strong>de</strong> te vermin<strong>de</strong>ren. De<br />

meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> armen woont namelijk<br />

verspreid over <strong>de</strong> stad en het grootste <strong>de</strong>el<br />

woont buiten <strong>de</strong> concentratiewijken. Daar<br />

komt bij dat <strong>de</strong> er geen zekerheid is dat alle<br />

hulpbehoeven<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> wijk wor<strong>de</strong>n<br />

bere<strong>ik</strong>t. Het is niet verkeerd dat initiatief<br />

en welwillendheid wor<strong>de</strong>n beloond, maar<br />

dit zou niet tot gevolg moeten <strong>heb</strong>ben dat<br />

passievere bewoners geen hulp krijgen.<br />

Uit <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n wordt ook dui<strong>de</strong>lijk dat<br />

<strong>de</strong> retoriek <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociaal<strong>de</strong>mocratische<br />

verzorgingsstaat niet verdwenen is. Men<br />

kan zich echter afvragen hoe lang <strong>de</strong><br />

spagaat tussen ou<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> nieuwe<br />

beleidsinstrumenten vol te hou<strong>de</strong>n is. Met<br />

het oog <strong>op</strong> <strong>de</strong> overwinning <strong>van</strong> centrumrechtse<br />

coalities in <strong>de</strong> lokale en nationale<br />

verkiezingen in het najaar <strong>van</strong> 2006, lijkt<br />

dit niet lang te zijn.<br />

Lessen uit Zwe<strong>de</strong>n<br />

In Zwe<strong>de</strong>n bestaat een discrepantie tussen<br />

strategie en doelstellingen. De re<strong>de</strong>n<br />

hiervoor ligt in <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n, die


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 46<br />

Bottom-up initiatieven geven lokale organisaties ontw<strong>ik</strong>kelingskansen<br />

een erfenis zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociaal<strong>de</strong>mocratische<br />

verzorgingsstaat, <strong>de</strong> hervormingen<br />

binnen het huisvestingbeleid, <strong>van</strong> simpel<br />

pragmatisme, <strong>de</strong> <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad en<br />

<strong>de</strong> recente immigrantenproblematiek.<br />

De discrepantie laat zien dat in termen<br />

<strong>van</strong> problemen en <strong>op</strong>lossingen niet altijd<br />

<strong>de</strong> meest effectieve strategieën wor<strong>de</strong>n<br />

gevolgd. Om <strong>van</strong> <strong>de</strong> praktijk in Stockholm<br />

te kunnen leren moet men zich bewust<br />

zijn <strong>van</strong> haar specifieke context. Een groot<br />

verschil tussen Ne<strong>de</strong>rland en Zwe<strong>de</strong>n is<br />

bijvoorbeeld het feit dat in Stockholm <strong>de</strong><br />

grootschalige herstructureringprojecten<br />

ontbreken <strong>van</strong>wege een an<strong>de</strong>re kijk <strong>op</strong><br />

slo<strong>op</strong> en <strong>de</strong> woningmarkt. Toch zijn<br />

er parallellen tussen <strong>de</strong> wijkaanpak in<br />

Zwe<strong>de</strong>n en in Ne<strong>de</strong>rland. In bei<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n<br />

wordt gebiedsgericht beleid gebru<strong>ik</strong>t om<br />

<strong>de</strong> verschillen tussen arm en rijk binnen<br />

het ste<strong>de</strong>lijk gebied te verkleinen en om<br />

integratie te bevor<strong>de</strong>ren. Er zijn dan ook<br />

enkele belangrijke lessen te trekken uit <strong>de</strong><br />

Zweedse situatie en het stads<strong>de</strong>lförnyelsen<br />

programma.<br />

Ten eerste is gebiedsgericht beleid ineffectief<br />

<strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> armoe<strong>de</strong>bestrijding,<br />

aangezien <strong>de</strong> doelgroep niet<br />

geconcentreerd woont in enkele wijken.<br />

Ook bij segregatie moet <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke regio<br />

in ogenschouw wor<strong>de</strong>n genomen. De hoge<br />

representatie <strong>van</strong> een sociale groep in één<br />

gebied betekent een lage representatie in<br />

an<strong>de</strong>re wijken. Segregatie is een relationeel<br />

verschijnsel <strong>op</strong> een hoger schaalniveau en<br />

zou zo ook behan<strong>de</strong>ld moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Het kiezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> juiste schaal is ook <strong>van</strong><br />

belang bij <strong>de</strong> bottom-up bena<strong>de</strong>ring, die<br />

goed kan werken om systeemintegratie<br />

te bevor<strong>de</strong>ren, mits <strong>de</strong> projecten enkele<br />

jaren <strong>op</strong> structurele on<strong>de</strong>rsteuning <strong>van</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> overheidsinstanties en<br />

woningbouwcorporaties kunnen rekenen.<br />

De bottom-up initiatieven geven lokale<br />

organisaties een kans zich te ontw<strong>ik</strong>kelen,<br />

te emanciperen en uitein<strong>de</strong>lijk partners te<br />

wor<strong>de</strong>n in coalities <strong>op</strong> buurtniveau. Dit<br />

om criminaliteit te bestrij<strong>de</strong>n, scholen<br />

in te richten <strong>op</strong> taalon<strong>de</strong>rwijs, te werken<br />

aan <strong>de</strong> fysieke omgeving en om voorzie-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Naoorlogse probleemwijken in Stockholm<br />

P. 47<br />

Een burgerlijke cultuur verbetert <strong>de</strong> leefbaarheid in probleemwijken<br />

ningen te realiseren en te behou<strong>de</strong>n. De<br />

schaal waar<strong>op</strong> lokale initiatieven wor<strong>de</strong>n<br />

ontplooid moet echter niet te groot zijn,<br />

<strong>van</strong>wege problemen met representativiteit<br />

en buurti<strong>de</strong>ntiteit. De wijken in Stockholm<br />

laten zien dat het aantal inwoners en<br />

<strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken te groot en te<br />

massaal zijn om breed gedragen coalities te<br />

vormen. An<strong>de</strong>re voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> kleinere<br />

naoorlogse wijken in Zwe<strong>de</strong>n laten zien<br />

dat het kweken <strong>van</strong> een burgerlijke cultuur<br />

wel <strong>de</strong>gelijk <strong>de</strong> positie en leefbaarheid <strong>van</strong><br />

een wijk kunnen verbeteren. Dit laatste<br />

punt pleit voor <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> kleinschalige<br />

wijken.<br />

Wouter <strong>van</strong> Gent (W.P.C.<strong>van</strong>Gent@uva.nl) is promovendus aan<br />

<strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam en werkt aan een on<strong>de</strong>rzoek<br />

binnen het Corpovenista on<strong>de</strong>rzoeksprogramma (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

<strong>van</strong> Habiforum Vernieuwend Ruimtegebru<strong>ik</strong>).<br />

Literatuur<br />

An<strong>de</strong>rsson, R. (2006a) ‘Breaking Segragation. Rhetorical<br />

construct or effective policy? The case of the metr<strong>op</strong>olitan<br />

initiative in Swe<strong>de</strong>n’, Urban Studies, nr. 43, p. 787-799<br />

An<strong>de</strong>rsson, R. (2006b) Ethic segregation and integration<br />

processes in Swe<strong>de</strong>n. An overview of social <strong>de</strong>vel<strong>op</strong>ment,<br />

research approaches, and findings, Wissenschaftzentrum<br />

Berlin für Soziallforschung<br />

An<strong>de</strong>rsson, R., Molina, I., _resj_, E., e.a. (2003) Large housing<br />

estates in Swe<strong>de</strong>n; overview of <strong>de</strong>vel<strong>op</strong>ments and problems<br />

in J_nk_ping and Stockholm, Raport 2i, Faculteit voor<br />

geowetenschappen, Universiteit Utrecht<br />

An<strong>de</strong>rsson, R. & S. Musterd (2005) ‘Area-based policies: a<br />

critical appraisal’ Tijdschrift voor economische en sociale<br />

geografie, nr. 96, p. 377-389<br />

Bengtsson, B. (2001) ‘Housing as a social right: implications<br />

for welfare state theory’, Scandinavian political studies, nr.<br />

24, p. 255-275<br />

Elan<strong>de</strong>r, I. (1999) ‘National strategies for urban renewal<br />

and housing rehabilitation: the case of Swe<strong>de</strong>n’, H. Skifter<br />

An<strong>de</strong>rsen & P. Leather, Housing renewal in Eur<strong>op</strong>e, Policy<br />

Press, p. 25-63


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 48<br />

De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mondialisering <strong>op</strong><br />

volkswoningbouw<br />

in Ecuador Christien Klaufus


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 49<br />

Als gevolg <strong>van</strong> grootschalige arbeidsmigratie naar het Westen on<strong>de</strong>rgingen ste<strong>de</strong>n<br />

in Ecuador aan het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw snelle fysieke en sociale veran<strong>de</strong>rin-<br />

gen. Families uit lagere sociale klassen wisten hun woonsituatie te verbeteren<br />

dankzij het geld dat gemigreer<strong>de</strong> familiele<strong>de</strong>n <strong>op</strong>stuur<strong>de</strong>n. Om hun sociale stij-<br />

ging aan <strong>de</strong> buitenwereld te tonen, kozen zij voor een <strong>op</strong>zichtige woningarchitec-<br />

tuur. Daardoor wer<strong>de</strong>n lokale professionals in hun werk met nieuwe dilemma’s<br />

geconfronteerd.<br />

Het Zuid-Amer<strong>ik</strong>aanse land Ecuador<br />

bevond zich rond <strong>de</strong> millenniumwisseling<br />

in een turbulente perio<strong>de</strong>. Na jaren <strong>van</strong><br />

politieke instabiliteit en corruptie en <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>sastreuze gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> natuurramp<br />

‘El Niño’ kregen <strong>de</strong> Ecuadoranen in 1999<br />

te maken met een diepe economische<br />

crisis. Het stringente economische beleid<br />

<strong>van</strong> presi<strong>de</strong>nt en ‘Harvard-boy’ Jamil<br />

Mahuad leid<strong>de</strong> tot hyperinflatie en tot het<br />

faillissement <strong>van</strong> <strong>de</strong> grootste banken <strong>van</strong><br />

het land. Spaarzame burgers waren in één<br />

klap al hun spaargeld kwijt. De presi<strong>de</strong>nt<br />

werd in een staatsgreep afgezet maar zijn<br />

<strong>op</strong>volger zette zijn beleid voort. In 2000<br />

werd <strong>de</strong> munteenheid sucre verruild voor<br />

<strong>de</strong> Amer<strong>ik</strong>aanse dollar, waardoor <strong>de</strong> kosten<br />

<strong>van</strong> alledaagse uitgaven nog ver<strong>de</strong>r stegen.<br />

Veel gewone Ecuadoranen zagen in die<br />

perio<strong>de</strong> hun bestaanszekerheid afnemen<br />

en verloren <strong>de</strong> ho<strong>op</strong> <strong>op</strong> een betere toekomst<br />

in eigen land. Daardoor kwam <strong>van</strong>af <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig een massale<br />

emigratiegolf naar <strong>de</strong> VS en Eur<strong>op</strong>a <strong>op</strong><br />

gang. De massale uitstroom <strong>van</strong> mensen<br />

leid<strong>de</strong> tot een ver<strong>de</strong>re internationalisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Ecuadoraanse cultuur doordat <strong>de</strong><br />

migranten geld, goe<strong>de</strong>ren en nieuwe i<strong>de</strong>eën<br />

naar hun achtergebleven familiele<strong>de</strong>n<br />

stuur<strong>de</strong>n. De culturele veran<strong>de</strong>ringen<br />

had<strong>de</strong>n invloed <strong>op</strong> sociale relaties,<br />

leefwijzen en expressievormen, ook in <strong>de</strong><br />

woningbouw.<br />

In dit art<strong>ik</strong>el wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> een<br />

antr<strong>op</strong>ologisch on<strong>de</strong>rzoek gepresenteerd<br />

dat tussen 1999 en 2003 is uitgevoerd in<br />

<strong>de</strong> provincieste<strong>de</strong>n Riobamba en Cuenca<br />

in het centraal-zui<strong>de</strong>lijke hoogland <strong>van</strong><br />

Ecuador. Het on<strong>de</strong>rzoek richtte zich <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

ontw<strong>ik</strong>kelingen in <strong>de</strong> volkswoningbouw<br />

en <strong>de</strong> sociale verschuivingen die daarmee<br />

samenhingen. Er wordt beschreven hoe<br />

families die dankzij buitenlandse inkomsten<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> sociale lad<strong>de</strong>r wisten te stijgen,<br />

hun nieuwe positie in <strong>de</strong> woonomgeving<br />

tot uitdrukking brachten. De meningen en<br />

ervaringen <strong>van</strong> architecten en beleidsmakers<br />

in dat proces vormen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant<br />

<strong>van</strong> het verhaal (Klaufus, 2006).<br />

Transnationale migratie<br />

Toen aan het begin <strong>van</strong> het nieuwe<br />

millennium <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> stroom<br />

arbeidsmigranten dui<strong>de</strong>lijk werd, bleken<br />

al hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n Ecuadoranen voor<br />

langere of kortere tijd naar <strong>de</strong> VS, Spanje<br />

of Italië vertrokken te zijn. Alle persoonlijke<br />

drama’s ten spijt, <strong>de</strong> succesverhalen<br />

werkten als een katalysator. Uit verschillen<strong>de</strong><br />

sociale lagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking en<br />

uit alle provincies <strong>van</strong> het land ston<strong>de</strong>n<br />

mannen en vrouwen klaar om illegaal naar<br />

het buitenland te reizen in <strong>de</strong> ho<strong>op</strong> <strong>op</strong> werk<br />

en een beter leven. De arbeidsmigratie ging<br />

gepaard met <strong>de</strong> instroom <strong>van</strong> buitenlands<br />

geld dat door <strong>de</strong> migranten naar hun<br />

families gestuurd werd. In 1996 bedroegen


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 50<br />

<strong>de</strong> zogeheten remittances nog 485 miljoen<br />

dollar, in 2003 was dat al an<strong>de</strong>rhalf miljard<br />

en een jaar later 1,7 miljard, zo’n zeven<br />

procent <strong>van</strong> Ecuador’s bruto nationaal<br />

product. In <strong>de</strong> nationale economie wer<strong>de</strong>n<br />

remittances na olie-export <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> bron<br />

<strong>van</strong> inkomen<strong>de</strong> valuta en dus <strong>van</strong> grote<br />

waar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> regering, die <strong>de</strong> migratie<br />

dan ook niet afrem<strong>de</strong>. Dankzij het geld dat<br />

transnationale migranten naar Ecuador<br />

stuur<strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n veel achterblijvers hun<br />

woon- en leefsituatie verbeteren. Families<br />

die geld ontvingen, verbouw<strong>de</strong>n hun<br />

woningen soms tot ware paleizen. De<br />

invloed <strong>van</strong> arbeidsmigratie <strong>op</strong> <strong>de</strong> lokale<br />

bouweconomieën was in 2001 en 2002<br />

goed merkbaar. Volgens een lan<strong>de</strong>lijke<br />

studie had gemid<strong>de</strong>ld vijftien procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> families uit Ecuadoraanse ste<strong>de</strong>n<br />

een familielid in het buitenland. In <strong>de</strong><br />

zui<strong>de</strong>lijke stad Cuenca lag dat percentage<br />

iets hoger. Deze families ontvingen gemid<strong>de</strong>ld<br />

acht keer per jaar een bedrag <strong>van</strong><br />

175 dollar; in Cuenca gemid<strong>de</strong>ld nog iets<br />

meer (Bendixen & Associates, 2003). Voor<br />

huishou<strong>de</strong>ns die normaal gesproken <strong>van</strong><br />

hon<strong>de</strong>rd of tweehon<strong>de</strong>rd euro per maand<br />

moeten rondkomen, betekent zo’n extra<br />

geldbedrag al snel een verdubbeling <strong>van</strong><br />

het maandinkomen. In sommige gevallen<br />

leid<strong>de</strong> het ertoe dat le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gemarginaliseer<strong>de</strong><br />

groepen zoals boeren en volkswijkbewoners<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke lad<strong>de</strong>r<br />

kon<strong>de</strong>n <strong>op</strong>klimmen. Zij verbouw<strong>de</strong>n hun<br />

huizen en kozen <strong>op</strong>zichtige bouwstijlen<br />

om hun nieuwe sociale positie kracht bij<br />

te zetten. Tegelijkertijd veroorzaakte <strong>de</strong><br />

sociale mobiliteit <strong>van</strong> succesvolle transnationale<br />

migranten ook een grotere kloof<br />

tussen rijk en arm, omdat <strong>de</strong> consumptiedrift<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale stijgers <strong>de</strong> prijzen in<br />

sommige ste<strong>de</strong>n flink had <strong>op</strong>gestuwd. De<br />

families zon<strong>de</strong>r extra inkomsten kon<strong>de</strong>n<br />

die prijsstijgingen niet betalen en zakten<br />

dieper weg in armoe<strong>de</strong>.<br />

Mythische huizen<br />

Omdat <strong>de</strong> emigratie <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke<br />

provincies eer<strong>de</strong>r <strong>op</strong> gang gekomen was<br />

dan in <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> het land, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

dorpen en ste<strong>de</strong>n daar pr<strong>op</strong>ortioneel<br />

met <strong>de</strong> grootste uittocht <strong>van</strong> arbeids-<br />

krachten en met een enorme import <strong>van</strong><br />

geld geconfronteerd. In <strong>de</strong> regio Cuenca<br />

waren <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen in het straatbeeld<br />

dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar. Al <strong>van</strong>af <strong>de</strong> jaren<br />

zeventig en tachtig wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> dorpen<br />

rond <strong>de</strong> stad <strong>de</strong> karakteristieke portaalwoningen<br />

<strong>van</strong> adobe en hout ver<strong>van</strong>gen door<br />

grote, gesloten villa’s. In <strong>de</strong> jaren negentig<br />

kwamen daar appartementencomplexen<br />

<strong>van</strong> glad<strong>de</strong> en glimmen<strong>de</strong> materialen bij.<br />

De nieuwe woongebouwen vielen <strong>op</strong> door<br />

hun materiaalgebru<strong>ik</strong>, <strong>de</strong> vorm, <strong>de</strong> rijke<br />

<strong>de</strong>coraties en vooral door hun grootte.<br />

Op sommige gebouwen prijkte <strong>de</strong> naam<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> trotse familie die het huis had laten<br />

bouwen. Omdat ze boven <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> adobe<br />

huizen uitstaken, trokken ze in het landschap<br />

<strong>de</strong> aandacht.<br />

Binnenshuis lieten migrantenfamilies<br />

comfortverhogen<strong>de</strong> voorzieningen<br />

aanbrengen zoals boilers en ligba<strong>de</strong>n.<br />

Veel families lieten zich inspireren door<br />

huizen die hun familielid in het buitenland<br />

had gezien hetzij in het echt, hetzij <strong>op</strong><br />

afbeeldingen. Ze vroegen een architect of<br />

aannemer om een soortgelijk ontwerp te<br />

maken. De ontwerpers en bouwers kregen<br />

<strong>de</strong> taak <strong>de</strong> soms buitenissige wensen <strong>van</strong><br />

hun <strong>op</strong>drachtgevers te verwerken met <strong>de</strong><br />

materialen en technieken die ze in Ecuador<br />

tot hun besch<strong>ik</strong>king had<strong>de</strong>n. Een priester<br />

in Cuenca vertel<strong>de</strong> bijvoorbeeld hoe één<br />

<strong>van</strong> zijn parochianen, een vrouw wiens<br />

man naar het buitenland vertrokken was,<br />

aan een architect een plaatje liet zien <strong>van</strong><br />

het mo<strong>de</strong>l dat ze voor haar nieuwe huis<br />

wenste: het was een afbeelding <strong>van</strong> het<br />

Sydney Opera House. Een vrouwelijke<br />

architect uit Cuenca had ooit een vergelijkbare<br />

<strong>op</strong>dracht gekregen. Het had haar<br />

veel moeite gekost om <strong>van</strong> een plaatje met<br />

daar<strong>op</strong> een kolossaal kantoorgebouw een<br />

woningontwerp voor een klein, ste<strong>de</strong>lijk<br />

perceel te maken. Als een huis er eenmaal<br />

stond, bleken <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong> voorzieningen<br />

bovendien vaak heel an<strong>de</strong>rs te gebru<strong>ik</strong>en<br />

da waarvoor ze waren bedoeld. Zo zag<br />

zij bijvoorbeeld ooit dat in een luxueuze<br />

villa <strong>van</strong> een migrantenfamilie het ligbad<br />

gebru<strong>ik</strong>t werd om maïskolven te drogen<br />

en alleen een keuken en een slaapkamer in


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 51<br />

Familietrots vastgelegd in woningbouw<br />

gebru<strong>ik</strong> waren genomen; <strong>de</strong> rest stond leeg.<br />

Volgens <strong>de</strong> architect had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mensen<br />

weliswaar genoeg geld om een goed huis te<br />

k<strong>op</strong>en maar geen i<strong>de</strong>e hoe erin te leven en<br />

het te gebru<strong>ik</strong>en.<br />

Toonaangeven<strong>de</strong> architecten en beleidsmakers<br />

von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> huizen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

rijken ongepast voor het ste<strong>de</strong>lijke of<br />

buitenste<strong>de</strong>lijke landschap en ongesch<strong>ik</strong>t<br />

voor <strong>de</strong> leefwijzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners.<br />

Ook waren <strong>de</strong> architecten bang dat het<br />

monumentale karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische<br />

binnenste<strong>de</strong>n verloren zou gaan door<br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>rukken<strong>de</strong> <strong>op</strong>ulente huizen. Dat<br />

<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> hang naar lokale eigenheid en<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring voor lokale bouwtradities<br />

toenemen. Architectuur en woningbouw<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> inzet <strong>van</strong> verwoed<strong>de</strong> discussies<br />

over ‘gesch<strong>ik</strong>te’ bouwvormen. De<br />

professionals die verantwoor<strong>de</strong>lijk waren<br />

voor <strong>de</strong> volkshuisvesting, ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning en <strong>de</strong> beeldkwaliteit <strong>van</strong> stad<br />

en landschap, had<strong>de</strong>n geen grip <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />

ontw<strong>ik</strong>keling. Dit kwam me<strong>de</strong> doordat<br />

<strong>de</strong> beleidshandhaving te wensen over<br />

liet. De gemeentelijke af<strong>de</strong>ling bouw- en<br />

woningtoezicht functioneer<strong>de</strong> doorgaans<br />

gebrekkig. Veel bouwinspecteurs kon<strong>de</strong>n<br />

geen bouwtekeningen lezen en het<br />

kwam regelmatig voor dat er geen auto’s<br />

besch<strong>ik</strong>baar waren om <strong>op</strong> inspectie te gaan.<br />

Bovendien was er corruptie en willekeur<br />

binnen <strong>de</strong> gemeentelijke diensten, waar-<br />

door controles selectief wer<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />

De directeur <strong>van</strong> bouw- en woningtoezicht<br />

in Cuenca vertel<strong>de</strong> bijvoorbeeld dat zijn<br />

dienst bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad jarenlang<br />

niet had gecontroleerd omdat het gerucht<br />

ging dat het er gevaarlijk was. Terwijl veel<br />

gevestig<strong>de</strong> architecten bezwaar had<strong>de</strong>n<br />

tegen <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> volksarchitectuur,<br />

had<strong>de</strong>n vooral jongere vakgenoten die<br />

nog geen grote klantenkring had<strong>de</strong>n, baat<br />

bij <strong>de</strong> nieuwe klandizie. Zij verwelkom<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> niches in <strong>de</strong> woningbouwmarkt en<br />

droegen bij aan <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> nieuwe,<br />

<strong>op</strong>vallen<strong>de</strong> woonhuizen aan <strong>de</strong> stadsrand.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: er bestond<br />

geen consensus over <strong>de</strong> wenselijkheid of<br />

onwenselijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe vormen <strong>van</strong><br />

volkswoningbouw.<br />

Achter <strong>de</strong>ze discussies ging bovendien een<br />

complex probleem schuil <strong>van</strong> verdwijnen<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> hiërarchieën en nieuwe sociale<br />

relaties. Architecten die tot <strong>de</strong> culturele<br />

elite behoor<strong>de</strong>n, zagen in <strong>de</strong> <strong>op</strong>komst <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘migrantenarchitectuur’<br />

<strong>de</strong> vervlakking en ‘vervolksing’ <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke samenleving. Dat was overigens<br />

niet alleen het geval in Cuenca maar ook<br />

in het meer naar het noor<strong>de</strong>n gelegen<br />

Riobamba dat <strong>van</strong>af het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren<br />

negentig met transnationale migratie<br />

en mondialisering te maken kreeg. De<br />

nieuwe sociale normen en architectonische<br />

vormen wer<strong>de</strong>n niet alleen door profes-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 52<br />

sionals maar ook door <strong>de</strong> overige burgers<br />

bekeken, beoor<strong>de</strong>eld en soms betwist.<br />

Vreem<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n gingen in het<br />

alledaagse discours een eigen leven lei<strong>de</strong>n.<br />

Zo ontstond een ste<strong>de</strong>lijke mythe over een<br />

<strong>op</strong>zienbarend migrantenhuis. In die mythe<br />

die in verschillen<strong>de</strong> varianten verteld werd,<br />

staat het huis <strong>van</strong> een migrantenfamilie<br />

centraal. Dat huis zou ergens in een klein<br />

dorp in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> Cuenca liggen; <strong>de</strong><br />

naam <strong>van</strong> dat dorp wissel<strong>de</strong> per verteller.<br />

Over het huis werd verteld dat het groot en<br />

erg luxueus was. Het had zelfs een lift. Om<br />

uiteenl<strong>op</strong>en<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen werd <strong>de</strong> lift alleen<br />

gebru<strong>ik</strong>t om vee in te stallen: <strong>de</strong> boeren<br />

zou<strong>de</strong>n niet weten hoe ze een lift moesten<br />

gebru<strong>ik</strong>en of er was in het dorp nog geen<br />

elektriciteit. Het verhaal werd altijd <strong>op</strong> een<br />

spotten<strong>de</strong> toon verteld, ter illustratie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

misplaatste rijkdom <strong>van</strong> mensen die boven<br />

hun stand wil<strong>de</strong>n leven. Niet toevallig had<br />

<strong>de</strong> mythe dorpsbewoners als on<strong>de</strong>rwerp.<br />

Het verhaal werd namelijk ook gebru<strong>ik</strong>t<br />

om een nieuwe sociale or<strong>de</strong> te construeren,<br />

gebaseerd <strong>op</strong> het ou<strong>de</strong> herkenbare<br />

contrast tussen stad en platteland en tussen<br />

een ste<strong>de</strong>lijke mid<strong>de</strong>nklasse en boeren.<br />

Zo legitimeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lingen hun<br />

eigen mo<strong>de</strong>rne levensstijlen, terwijl al te<br />

<strong>op</strong>vallen<strong>de</strong> consumptiepatronen wer<strong>de</strong>n<br />

gecorrigeerd. De snelle sociale en culturele<br />

veran<strong>de</strong>ringen en <strong>de</strong> ambivalente gevoelens<br />

die dat <strong>op</strong>riep, wer<strong>de</strong>n via het vertellen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> mythe bespreekbaar gemaakt.<br />

Potentiële klanten<br />

Hoe kritisch of <strong>de</strong>nigrerend <strong>de</strong> <strong>op</strong>merkingen<br />

<strong>van</strong> stadsbewoners over vermeen<strong>de</strong><br />

migrantenhuizen in dorpen en verre<br />

buitenwijken soms ook waren, ie<strong>de</strong>reen gaf<br />

toe dat <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering<br />

en mo<strong>de</strong>rnisering veel dichter bij huis te<br />

vin<strong>de</strong>n waren. Twee <strong>de</strong>cennia terug was<br />

het bijvoorbeeld nog heel gebru<strong>ik</strong>elijk dat<br />

woningzoeken<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> lagere mid<strong>de</strong>nklasse<br />

een perceel kochten en daar<strong>op</strong><br />

eigenhandig of met hulp <strong>van</strong> vrien<strong>de</strong>n en<br />

familie een huis bouw<strong>de</strong>n. Het bouwproces<br />

in volkswijken werd zo geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

bepaald door het systeem <strong>van</strong> we<strong>de</strong>rkerige<br />

arbeid, met alle dankfeesten, rituelen<br />

en uitbetalingen in natura die daarbij<br />

hoor<strong>de</strong>n. Loonarbeid werd alleen ingehuurd<br />

voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> eigenaar<br />

niet zelf kon maken. Tegenwoordig heeft<br />

betaal<strong>de</strong> arbeid <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rkerigheid<br />

in bouwprocessen ingenomen.<br />

Industriële bouwmaterialen wer<strong>de</strong>n ook in<br />

volkswijken steeds p<strong>op</strong>ulair<strong>de</strong>r: een huis<br />

<strong>van</strong> gemetsel<strong>de</strong> baksteen kon veel sneller<br />

gebouwd wor<strong>de</strong>n dan een huis <strong>van</strong> adobe.<br />

Omdat het verwerken <strong>van</strong> dit product<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> technieken vereist, kunnen<br />

<strong>de</strong> bewoners dat vaak niet meer zelf. De<br />

tijdswinst die een snelle bouw <strong>op</strong>levert,<br />

maakte zo’n huis ondanks <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong><br />

arbeidsloon toch goedk<strong>op</strong>er dan een zelfgebouwd<br />

huis. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> economische crisis<br />

eind jaren negentig wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong><br />

het in natura uitbetalen <strong>van</strong> vrien<strong>de</strong>ndiensten<br />

tij<strong>de</strong>ns het langdurige zelfbouwproces<br />

voor veel volkswijkbewoners gewoonweg<br />

te hoog. Een volkswijkbewoonster uit<br />

Riobamba verwoord<strong>de</strong> dat treffend door<br />

te stellen dat “wat je uitgeeft aan een feest,<br />

daar kun je ook een raam <strong>van</strong> k<strong>op</strong>en.”<br />

Economische veran<strong>de</strong>ringen brachten<br />

veran<strong>de</strong>ringen in prioriteitstelling en in <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rlinge sociale verhoudingen teweeg.<br />

Met <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

arbeidsrelaties viel <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid<br />

<strong>van</strong> vrien<strong>de</strong>ndiensten weg. Woningbouw<br />

werd een individuele aangelegenheid.<br />

Toen, me<strong>de</strong> als gevolg <strong>van</strong> massale<br />

emigratie, <strong>de</strong> sociale stijgers met elkaar<br />

gingen wedijveren om <strong>de</strong> <strong>op</strong>vallendste<br />

huizen te bouwen, werd ook <strong>de</strong> vormgeving<br />

<strong>van</strong> huizen steeds individueler. Families<br />

die een nieuw huis wil<strong>de</strong>n bouwen of hun<br />

bestaan<strong>de</strong> woning wil<strong>de</strong>n laten verbouwen,<br />

riepen daarom soms <strong>de</strong> hulp in <strong>van</strong> professionele<br />

ontwerpers, zodat ze iets bijzon<strong>de</strong>rs<br />

zou<strong>de</strong>n krijgen. Omgekeerd ont<strong>de</strong>kten<br />

architecten, ingenieurs en aannemers<br />

<strong>de</strong> sociale stijgers als potentiële klanten.<br />

Had<strong>de</strong>n architecten vroeger vooral klanten<br />

uit <strong>de</strong> binnenste<strong>de</strong>lijke mid<strong>de</strong>nklasse, nu<br />

bezochten ze ook migrantenfamilies in<br />

ver<strong>de</strong>rweg gelegen volkswijken en dorpen<br />

in <strong>de</strong> ho<strong>op</strong> er een <strong>op</strong>dracht te verkrijgen.<br />

Op die manier lever<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong><br />

mondialisering en mo<strong>de</strong>rnisering tal <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 De invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> mondialisering <strong>op</strong> volkswoningbouw in Ecuador P. 53<br />

nieuwe dilemma’s <strong>op</strong>. Sommige professionals<br />

zagen <strong>de</strong> toegenomen bestedingen<br />

in <strong>de</strong> bouwsector als wenselijk <strong>van</strong>wege <strong>de</strong><br />

werkgelegenheid, an<strong>de</strong>re zagen <strong>de</strong>ze juist<br />

als onwenselijk omdat ze <strong>de</strong> lokale cultuur<br />

en het stadsbeeld en landschap aantastten.<br />

Over <strong>de</strong> emancipatoire kracht <strong>van</strong><br />

woningbouw sprak vrijwel niemand. Een<br />

sociaal-wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeker <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Cuenca merkte eens <strong>op</strong><br />

dat lokale bestuur<strong>de</strong>rs jarenlang had<strong>de</strong>n<br />

getracht het platteland via hulpprogramma’s<br />

te mo<strong>de</strong>rniseren. Nu voormalige<br />

boeren hun leven <strong>op</strong> eigen kracht gemo<strong>de</strong>rniseerd<br />

bleken te <strong>heb</strong>ben, schrokken<br />

bestuur<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> culturele elite <strong>van</strong> het<br />

resultaat. Dat gaf aan hoe ingrijpend <strong>de</strong><br />

sociale veran<strong>de</strong>ringen waren, zo stel<strong>de</strong> hij.<br />

Architectonische emancipatie?<br />

In <strong>de</strong> jaren zestig en zeventig maakte architect<br />

John FC Turner furore met zijn theorie<br />

over <strong>de</strong> positieve aspecten <strong>van</strong> zelfbouw in<br />

Latijns-Amer<strong>ik</strong>aanse volkswijken (Turner,<br />

1968; 1976). Zijn theorie had betrekking<br />

<strong>op</strong> volkswijken aan <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

snelgroeien<strong>de</strong> metr<strong>op</strong>olen. Turner stel<strong>de</strong><br />

dat zelfbouwers in verschillen<strong>de</strong> stadia<br />

<strong>van</strong> hun wooncarrière afwegingen maken<br />

wat betreft <strong>de</strong> <strong>op</strong>timale locatie voor hun<br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n, voor woningeigendom<br />

en voor <strong>de</strong> gewenste uitstraling en status<br />

<strong>van</strong> het huis. Het door hem beschreven<br />

wooncarrièremo<strong>de</strong>l geeft weer hoe rurale<br />

migranten zich eerst in een suburbane<br />

volkswijk vestigen, zich <strong>op</strong>werken en<br />

vervolgens verhuizen om in een betere<br />

wijk met een beter huis een hogere status te<br />

verkrijgen.<br />

Volgens critici heeft het mo<strong>de</strong>l <strong>van</strong> Turner<br />

alleen oog voor <strong>de</strong> keuzes die zelfbouwers<br />

maken. Noch <strong>de</strong> institutionele kant <strong>van</strong> het<br />

huisvestingsbeleid, noch <strong>de</strong> machtsongelijkheid<br />

en <strong>de</strong> beperken<strong>de</strong> factoren waarmee<br />

ste<strong>de</strong>lijke armen te maken krijgen,<br />

zijn erin verwerkt. Voor hen is het mo<strong>de</strong>l<br />

daarom onevenwichtig en niet realistisch.<br />

Sommige critici gaan zelfs zo ver dat ze<br />

Turner er<strong>van</strong> beschuldig<strong>de</strong>n neoliberale<br />

beleidsmakers in <strong>de</strong> kaart te spelen die naar<br />

meer marktwerking in het volkshuisves-<br />

tingsbeleid streven. Om <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kelingen<br />

in Ecuador te begrijpen, lijkt het mo<strong>de</strong>l<br />

echter wel <strong>de</strong>gelijk gesch<strong>ik</strong>t. Hoewel zijn<br />

theorie betrekking heeft <strong>op</strong> grote en<br />

snelgroeien<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en niet <strong>op</strong> provincieste<strong>de</strong>n<br />

die gebukt gaan on<strong>de</strong>r het juk <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> mondialisering, biedt zijn stelling dat in<br />

eigen beheer gebouw<strong>de</strong> woningen een bron<br />

<strong>van</strong> emancipatie kunnen zijn, juist in <strong>de</strong><br />

huidige perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> internationalisering<br />

en mondiale netwerken een interessante<br />

verklaring voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen die <strong>op</strong><br />

lokaal niveau wor<strong>de</strong>n waargenomen. De<br />

discussie die in veel ste<strong>de</strong>n in Ecuador en<br />

el<strong>de</strong>rs gevoerd wordt over <strong>de</strong> wenselijkheid<br />

of onwenselijkheid <strong>van</strong> nieuwe bouwvormen<br />

en snel veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> stadslandschappen,<br />

doet immers vermoe<strong>de</strong>n wat John<br />

Turner enkele <strong>de</strong>cennia terug al stel<strong>de</strong>:<br />

dat migrantenarchitectuur, of wat ervoor<br />

doorgaat, een signaal is <strong>van</strong> <strong>de</strong> emancipatie<br />

<strong>van</strong> voormalig uitgesloten groepen in en<br />

rond ste<strong>de</strong>n.<br />

Christien Klaufus (C.J.Klaufus@tu<strong>de</strong>lft.nl) is postdocon<strong>de</strong>r-<br />

zoeker bij On<strong>de</strong>rzoeksinstituut OTB.<br />

Literatuur<br />

Bendixen & Associates (2003) Receptores <strong>de</strong> remesas en<br />

Ecuador: Una investigación <strong>de</strong>l Mercado, Inter-American<br />

Devel<strong>op</strong>ment Bank, International Monetary Fund & Pew<br />

Hispanic Center, Quito<br />

Klaufus, C. (2006) ‘Globalization in resi<strong>de</strong>ntial architecture<br />

in Cuenca, Ecuador: social and cultural diversification of<br />

architects and their clients’, Environment and Planning D<br />

Society and Space, nr. 1, p.69-89<br />

Turner, J. (1968) ‘Housing priorities, Settlement Patterns, and<br />

Urban Devel<strong>op</strong>ment in Mo<strong>de</strong>rnizing Countries’, AIP Journal,<br />

nr. 20, p.354-363<br />

Turner, J. (1976) Housing by Pe<strong>op</strong>le: Towards Autonomy in<br />

Building Environments, Marion Boyars, London<br />

Gaat dit huisje verdwijnen?


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

Sake Zijlstra en Paul Stouten<br />

Vinexwijk<br />

Carnisselan<strong>de</strong><br />

voldoen<strong>de</strong><br />

aangehaakt?<br />

P. 54


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

P. 55<br />

Vinexwijken bestaan nu ruim tien jaar en<br />

staan voortdurend in <strong>de</strong> belangstelling. Ze<br />

zijn gebaseerd <strong>op</strong> een ambitieus beleid over<br />

<strong>op</strong>enbaar vervoer, ste<strong>de</strong>lijkheid en milieu. In<br />

<strong>de</strong> vinexlocatie Carnisselan<strong>de</strong> zijn veel <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geformuleer<strong>de</strong> doelstellingen <strong>op</strong> dit moment<br />

nog niet gehaald. Wat zijn hier<strong>van</strong> <strong>de</strong> oorzaken<br />

en wat is het toekomstperspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze en<br />

ou<strong>de</strong>re wijken?<br />

Vanaf begin jaren negentig vormen vinexlocaties<br />

een nieuwe perio<strong>de</strong> in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> suburbanisatie. De compacte<br />

stad, hoewel niet letterlijk genoemd in <strong>de</strong><br />

Vier<strong>de</strong> Nota Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning Extra<br />

(VINEX, 1993), is wel een nadrukkelijk<br />

streven. Het concept <strong>van</strong> compacte verste<strong>de</strong>lijking<br />

(Dantzig & Saaty, 1973) blijkt uit<br />

<strong>de</strong> planbeschrijvingen waarin sprake is <strong>van</strong><br />

een centrum met daar omheen woningen<br />

in hoge concentraties. Vervoer wordt<br />

door een snel en Hoogwaardig Openbaar<br />

Vervoer (HOV) geregeld. Zonering en<br />

balling maken verschillen in functies <strong>van</strong><br />

wijken mogelijk. De uitein<strong>de</strong>lijke realisatie<br />

kenmerkt zich echter door een zekere mate<br />

<strong>van</strong> tweeslachtigheid tussen ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

en een suburbaan woonmilieu. Het<br />

contrast tussen gebouw<strong>de</strong> omgeving en<br />

landschap lijkt te verdwijnen. Opvallend<br />

is dat <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> natuur en artifice<br />

meer en meer wordt omgedraaid. Het<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige ontwerp in het ka<strong>de</strong>r<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke groei wordt steeds meer<br />

als een natuurlijk verschijnsel gezien,<br />

terwijl <strong>de</strong> natuur <strong>de</strong> artifice is gewor<strong>de</strong>n<br />

(Stouten, 2004).<br />

In dit art<strong>ik</strong>el staat <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong><br />

Carnisselan<strong>de</strong> centraal. Carnisselan<strong>de</strong><br />

ligt in <strong>de</strong> gemeent Barendrecht en is <strong>de</strong><br />

vinexlocatie voor <strong>de</strong> stadsregio Rotterdam.<br />

Het is een vinexlocatie waarbij <strong>de</strong> ontsluiting<br />

door hoogwaardig <strong>op</strong>enbaar vervoer<br />

(HOV) een belangrijke plaats inneemt.<br />

Kortom, een concept in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong><br />

streetcar build-outs dat in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong><br />

Staten al in 1870 tot ontw<strong>ik</strong>keling kwam<br />

(Hay<strong>de</strong>n, 2003). De keuze voor <strong>de</strong> casus<br />

Carnisselan<strong>de</strong> is bepaald <strong>op</strong> grond <strong>van</strong><br />

drie factoren: om<strong>van</strong>g, ligging en <strong>op</strong>enbaar<br />

vervoersvoorzieningen. Het is één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

weinige locaties waar sprake is <strong>van</strong> een<br />

in een vroeg stadium gerealiseerd HOV<br />

aanbod. Qua ligging behoort <strong>de</strong> locatie<br />

Carnisselan<strong>de</strong> tot één <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

vinexlocaties in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Vinex doelstellingen<br />

De rijksoverheid had met het vinexbeleid<br />

een drietal doelen voor ogen. Op <strong>de</strong><br />

eerste plaats was er <strong>de</strong> wens het milieu te<br />

beschermen, zowel ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

uitstoot <strong>van</strong> zogenaam<strong>de</strong> broe<strong>ik</strong>asgassen<br />

door <strong>de</strong> personenauto, als ten aanzien <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong> <strong>op</strong>en groene ruimte.<br />

Ten twee<strong>de</strong> had men <strong>de</strong> doelstelling om<br />

hoogwaardige ste<strong>de</strong>lijkheid te bere<strong>ik</strong>en<br />

door balling en functiemenging. Als laatste<br />

wil<strong>de</strong> men binnen Eur<strong>op</strong>ees verband <strong>de</strong><br />

economische positie <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland, vooral<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Randstad, verbeteren. Deze drie<br />

doelstellingen vormen <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong><br />

sociaal-economische en ruimtelijke positie<br />

<strong>van</strong> toekomstig Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Momenteel is er nog steeds sprake <strong>van</strong> een<br />

kwantitatieve en kwalitatieve woningnood<br />

(WBO 2002, 2004). Bovendien is er sinds<br />

<strong>de</strong> jaren zeventig meer aandacht voor<br />

een maatschappelijke verou<strong>de</strong>ring die is<br />

ontstaan door veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> woonbehoeften.<br />

Daarbij ligt <strong>de</strong> nadruk niet langer<br />

alleen <strong>op</strong> <strong>de</strong> directe gebru<strong>ik</strong>skwaliteit <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> woning, maar ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> vormgeving<br />

en woonomgeving (Stouten, 2004). De<br />

ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> hoogwaardig <strong>op</strong>enbaar<br />

vervoer kreeg <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong><br />

milieubescherming en <strong>de</strong> gewenste afname<br />

<strong>van</strong> het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> autogebru<strong>ik</strong> per<br />

kilometer hoge prioriteit. Dit kon volgens<br />

<strong>de</strong> nota bere<strong>ik</strong>t wor<strong>de</strong>n door nabij ste<strong>de</strong>n<br />

in hoge dichthe<strong>de</strong>n gemengd en compact te<br />

bouwen met een goe<strong>de</strong> aansluiting <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />

ste<strong>de</strong>n. Nabijheid en hoge dichtheid dragen<br />

tegelijkertijd bij aan <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

P. 56<br />

<strong>de</strong> <strong>op</strong>en ruimte doordat er min<strong>de</strong>r beslag<br />

wordt gelegd <strong>op</strong> ruimte.<br />

De convenanten met betrokken partijen<br />

over <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>gave zijn<br />

echter vrijblijvend wat betreft <strong>de</strong> lange<br />

termijnplanning. Aan <strong>de</strong> stadsgewesten,<br />

provincies en gemeenten zijn bouw<strong>op</strong>gaven<br />

voor het realiseren <strong>van</strong> woningen en<br />

werklocaties toegekend die zijn gek<strong>op</strong>peld<br />

aan een bepaal<strong>de</strong> locatie. Het Rijk, met<br />

name <strong>de</strong> ministeries <strong>van</strong> Volkshuivesting,<br />

Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning en Milieubeheer<br />

(VROM), het ministerie <strong>van</strong> Verkeer en<br />

Waterstaat (V&W) en het ministerie <strong>van</strong><br />

Binnelandse Zaken (BiZa), heeft <strong>de</strong>ze<br />

<strong>op</strong>dracht ge<strong>de</strong>legeerd aan <strong>de</strong> gemeenten,<br />

provincies en <strong>de</strong> stadsgewesten. Samen met<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren en <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kelaars<br />

zijn afspraken gemaakt over het te leveren<br />

product. De inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> convenanten<br />

behelst <strong>de</strong> locatie, het aantal woningen, <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling over categorieën (alleen financieringsklasse<br />

en prijsniveau), <strong>de</strong> grondkosten<br />

en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten voor <strong>de</strong> aanleg<br />

<strong>van</strong> infrastructuur. In sommige gevallen is<br />

<strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> een bedrijvenlocatie<br />

<strong>op</strong>genomen, evenals <strong>de</strong> inspanningsverplichting<br />

tot het realiseren <strong>van</strong> HOV. Voor<br />

<strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke realisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> convenanten<br />

<strong>heb</strong>ben <strong>de</strong> gemeenten geen krachtige<br />

instrumenten voor han<strong>de</strong>n gehad om <strong>de</strong><br />

vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie te beïnvloe<strong>de</strong>n. Het<br />

overheidsbeleid is gezien als een richtlijn<br />

en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lbaar tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> totstandkoming<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> locaties.<br />

Doelmatig?<br />

De doelstellingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vinex zijn in <strong>de</strong><br />

eerste plaats gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> lange termijn:<br />

milieu, hoogwaardige ste<strong>de</strong>lijkheid en <strong>de</strong><br />

versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> economische positie.<br />

Pas daarna is er invulling aan lagere doelen<br />

zoals woningbouw gegeven. De doelen en<br />

<strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> mid<strong>de</strong>len zijn, hoewel<br />

expliciet vermeld in <strong>de</strong> vinex, niet meer<br />

in <strong>de</strong> convenanten <strong>op</strong>genomen, waardoor<br />

ze niet of min<strong>de</strong>r meetbaar zijn. Het is <strong>de</strong><br />

vraag of <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> vinexlocaties<br />

een antwoord geeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> doelen die gesteld<br />

zijn voor <strong>de</strong> lange termijn. Centraal staat <strong>de</strong><br />

vraag of <strong>de</strong> vinexlocaties ruimtelijk gezien<br />

(zowel ste<strong>de</strong>nbouwkundig, programmatisch<br />

als architectonisch) voldoen aan<br />

<strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen ten aanzien <strong>van</strong> milieu,<br />

hoogwaardige ste<strong>de</strong>lijke kwaliteit en<br />

versterking <strong>van</strong> <strong>de</strong> economische positie.<br />

Vinexlocatie Carnisselan<strong>de</strong><br />

Volgens <strong>de</strong> planning wor<strong>de</strong>n er 10.000<br />

woningen gerealiseerd waar<strong>van</strong> 30 procent<br />

in <strong>de</strong> huursector, 75 procent eengezinswoningen<br />

en 60 procent heeft meer dan vier<br />

kamers. In vergelijking met <strong>de</strong> woningprijzen<br />

in <strong>de</strong> gemeente Rotterdam liggen <strong>de</strong><br />

prijzen in Carnisselan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hoge kant<br />

als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> maat en het<br />

type woningen. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> prijs voor<br />

een woning was in 2005 179.000 euro. De<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige <strong>op</strong>zet is ruim en me<strong>de</strong><br />

doordat het een ou<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r betreft is er<br />

veel aandacht voor water, gecombineerd<br />

met ruimte voor langzaam-verkeersroutes,<br />

zoals fietspa<strong>de</strong>n. De ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

<strong>op</strong>zet is dui<strong>de</strong>lijk geïnspireerd <strong>op</strong> nieuwbouwwijken<br />

uit <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtig<br />

met een hoofdontsluiting die is gek<strong>op</strong>peld<br />

aan een vorm <strong>van</strong> woonerven.<br />

Over het vervoer <strong>op</strong>, <strong>van</strong> en naar <strong>de</strong> locatie<br />

moet een dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rscheid gemaakt<br />

wor<strong>de</strong>n tussen verschillen<strong>de</strong> modaliteiten.<br />

Carnisselan<strong>de</strong> is met <strong>de</strong> auto matig<br />

ontsloten: het is nog slechts <strong>op</strong> drie plaatsen<br />

mogelijk <strong>de</strong> locatie <strong>op</strong> of af te rij<strong>de</strong>n. Op<br />

<strong>de</strong> locatie zelf is gekozen voor een grote


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

P. 57<br />

gridachtige structuur voor het autoverkeer.<br />

De locatie wordt ontsloten door HOV in <strong>de</strong><br />

vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> geïntroduceer<strong>de</strong> Tramplus.<br />

Deze tramlijn lo<strong>op</strong>t over één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hoofdassen (excentrisch gelegen <strong>van</strong> noord<br />

naar zuid) <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie. De route heeft<br />

het karakter <strong>van</strong> een laan. Het autoverkeer<br />

wordt voor een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> laan<br />

geweerd. Alleen het bestemmingsverkeer is<br />

toegestaan.<br />

Verspreid over <strong>de</strong> locatie zijn voorzieningen<br />

<strong>op</strong> lager schaalniveau gerealiseerd<br />

waarbij het programma niet altijd consistent<br />

is uitgewerkt. Een voorbeeld daar<strong>van</strong><br />

is een flat, bestemd voor ou<strong>de</strong>ren, die in<br />

plaats <strong>van</strong> dichtbij juist ver <strong>van</strong> het winkelcentrum<br />

af is gebouwd. Er is <strong>op</strong> <strong>de</strong> locatie<br />

nauwelijks ruimte voor bedrijvigheid.<br />

Daar komt bij dat <strong>de</strong> kleine hoeveelheid<br />

bedrijfsruimte die is gerealiseerd, geconcentreerd<br />

is in een zone aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> locatie dichtbij Barendrecht. Daarmee<br />

is het een voorbeeld <strong>van</strong> het alou<strong>de</strong> recept<br />

<strong>van</strong> functiescheiding.<br />

De HOV-laan eindigt met een keerlus<br />

in het weiland. Langs <strong>de</strong> HOV-laan zijn<br />

woon-werkwoningen gerealiseerd maar<br />

<strong>de</strong>ze leveren een negatieve bijdrage aan <strong>de</strong><br />

dichtheid door hun relatief grote ruimtebeslag.<br />

Slechts een klein <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonwerkwoningen<br />

wordt als zodanig gebru<strong>ik</strong>t.<br />

Bijna aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> HOV-laan ligt<br />

het centrum <strong>van</strong> Carnisselan<strong>de</strong>. Hier zijn<br />

<strong>de</strong> winkels geconcentreerd in een winkelcentrum<br />

dat is <strong>op</strong>getild <strong>van</strong> het maaiveld<br />

en in <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong> een groot plein gelegen<br />

is. Het centrum <strong>van</strong> Carnisselan<strong>de</strong>, inclusief<br />

<strong>de</strong> HOV-laan, kent een relatief hoge<br />

dichtheid wanneer we <strong>de</strong>ze vergelijken met<br />

<strong>de</strong> rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie; 38 woningen per<br />

hectare tegen 30 over <strong>de</strong> gehele locatie als<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Daarmee is het door het Rijk<br />

vastgestel<strong>de</strong> minimum behaald.<br />

Stand <strong>van</strong> zaken<br />

Veel vinexlocaties zijn nog niet af. Er is<br />

tot <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag veel discussie<br />

over <strong>de</strong> kwaliteit gevoerd. Soms wordt <strong>de</strong><br />

toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> locaties, of juist<br />

<strong>de</strong> ontoegankelijkheid daar<strong>van</strong>, door <strong>de</strong><br />

slechte verbinding met bestaan<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n<br />

als een zegen beschouwd. Dit laatste zou er<br />

volgens het Ruimtelijk Planbureau (RPB,<br />

2006) toe kunnen lei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> locaties<br />

kunnen gaan functioneren als zelfstandige<br />

kernen of kleine dorpen binnen <strong>de</strong><br />

bestaan<strong>de</strong> gemeenten waaraan zij zijn<br />

toegevoegd. De discussie gaat zel<strong>de</strong>n over<br />

<strong>de</strong> (lange termijn) doelen <strong>van</strong> vinex en of<br />

die zullen wor<strong>de</strong>n gehaald.<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> Carnisselan<strong>de</strong><br />

moet wor<strong>de</strong>n geconstateerd dat <strong>de</strong> vinexlocaties<br />

in vele <strong>op</strong>zichten niet voldoen aan<br />

<strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen. Één voorbeeld is <strong>de</strong><br />

parkeernorm. In <strong>de</strong> vinex werd voorgesteld<br />

<strong>de</strong>ze laag te hou<strong>de</strong>n, ongeveer één parkeerplaats<br />

per woning. Tij<strong>de</strong>ns het sluiten <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> convenanten en vervolgens weer tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong> realisatie is <strong>de</strong>ze norm al aanzienlijk naar<br />

bene<strong>de</strong>n bijgesteld, en nu <strong>de</strong> locaties hun<br />

voltooiing na<strong>de</strong>ren blijkt <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong><br />

norm te laag. Hiervoor zijn twee re<strong>de</strong>nen<br />

aan te voeren. Ten eerste was het laag<br />

hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> norm bedoeld als stimulans<br />

voor het gebru<strong>ik</strong> <strong>van</strong> het <strong>op</strong>enbaar vervoer,<br />

maar had niet <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> uitwerking: <strong>de</strong><br />

tram <strong>op</strong> Carnisselan<strong>de</strong> blijft goed<strong>de</strong>els leeg<br />

en vormt hiermee geen uitzon<strong>de</strong>ring. Ten<br />

twee<strong>de</strong> is het zo dat in veel gevallen het<br />

<strong>op</strong>enbaar vervoer te laat, niet, of niet hoogwaardig<br />

gerealiseerd wordt <strong>op</strong> <strong>de</strong> uitbreidingslocaties.<br />

Het doel milieubescherming<br />

is dan ook (nog) niet behaald.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

P. 58<br />

Daarnaast zijn veel woningen <strong>van</strong> het type<br />

grondgebon<strong>de</strong>n eengezinswoningen en<br />

<strong>de</strong> daaraan verbon<strong>de</strong>n te hoge prijsklassen<br />

gerealiseerd. Hiermee <strong>heb</strong>ben zij een<br />

aanzuigen<strong>de</strong> werking <strong>op</strong> bewoners uit<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. Er is sprake <strong>van</strong> een selectieve<br />

suburbanisatie. De woningen zijn vooral<br />

toegankelijk voor huishou<strong>de</strong>ns met een<br />

inkomen hoger dan modaal. Hierdoor<br />

neemt <strong>de</strong> economische segregatie in<br />

<strong>de</strong> kernste<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> regio toe, waar,<br />

door <strong>de</strong>ze verscherping, uitein<strong>de</strong>lijk een<br />

eventueel economisch herstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele<br />

regio wordt bedreigd. In welke mate <strong>de</strong>ze<br />

polarisatie bijdraagt aan <strong>de</strong> versterking <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> economische en ruimtelijke structuur<br />

is ondui<strong>de</strong>lijk. Kanttekening hierbij is<br />

dat <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Nota Ruimte (2005)<br />

nieuwe suburbane uitbreidingen als een<br />

olievlek kunnen uitl<strong>op</strong>en in het landschap.<br />

De hogere inkomensgroepen, die nu in <strong>de</strong><br />

duurste huizen aan <strong>de</strong> uiterste ran<strong>de</strong>n of<br />

in het centrum <strong>van</strong> <strong>de</strong> vinexlocaties met<br />

uitzicht <strong>op</strong> <strong>de</strong> weilan<strong>de</strong>n wonen, zullen<br />

dan weer vertrekken. De <strong>de</strong>ur naar een<br />

ongebrei<strong>de</strong>l<strong>de</strong> suburbanisatie staat al <strong>op</strong><br />

een kier.<br />

In <strong>de</strong> toekomst zijn vinexlocaties echter<br />

min<strong>de</strong>r gesch<strong>ik</strong>t voor herstructurering,<br />

zoals we dat nu doen. De woningen en<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke <strong>op</strong>zet lenen zich slecht voor<br />

intensivering of voor een aanpassing<br />

binnen <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> voorraad. Er is<br />

weinig bru<strong>ik</strong>bare restruimte die zon<strong>de</strong>r<br />

problemen gebru<strong>ik</strong>t kan wor<strong>de</strong>n voor<br />

verdichting in bepaal<strong>de</strong> zones. De woningen<br />

zijn veelal <strong>van</strong> een vergelijkbaar type<br />

en gebaseerd <strong>op</strong> gelijke woningplattegron<strong>de</strong>n.<br />

Daarnaast <strong>heb</strong>ben ze veel gemeen<br />

qua uitstraling, ook bij vergelijking <strong>van</strong><br />

locaties on<strong>de</strong>rling. Ver<strong>de</strong>r zijn <strong>de</strong> woningen<br />

gebouwd met een verdiepingshoogte<br />

<strong>van</strong> 2,40 meter wat hen min<strong>de</strong>r gesch<strong>ik</strong>t<br />

maakt voor transformatie (Stuurgroep<br />

Experimenten Volkshuisvesting, 2004).<br />

Op ste<strong>de</strong>nbouwkundig niveau is er te<br />

weinig differentiatie in dichtheid toegepast.<br />

De lage dichtheid en <strong>de</strong> eenzijdigheid <strong>van</strong><br />

het programma, tot stand gekomen door<br />

<strong>de</strong> sterke scheiding <strong>van</strong> functies, komt het<br />

Aan vinexlocaties wordt nog vol<strong>op</strong> gebouwd<br />

draagvlak <strong>van</strong> <strong>de</strong> winkels in het centrum<br />

en het gerealiseer<strong>de</strong> HOV niet ten goe<strong>de</strong>.<br />

De ruimtelijke kwaliteit staat hierdoor<br />

on<strong>de</strong>r druk.<br />

In het ruimtelijke concept is niet voorzien<br />

in een aansluiting bij Barendrecht of<br />

Rotterdam. Bovendien zijn <strong>de</strong> fietsafstan<strong>de</strong>n<br />

naar Rotterdam en Barendrecht te<br />

groot en ontbreekt een directe verbinding<br />

met het centrum <strong>van</strong> Barendrecht. De verbinding<br />

met het centrum <strong>van</strong> Rotterdam<br />

is wel via <strong>de</strong> Tramplus gerealiseerd, alleen<br />

het gebru<strong>ik</strong> daar<strong>van</strong> blijft, zoals al eer<strong>de</strong>r is<br />

<strong>op</strong>gemerkt, nog achter.<br />

De toekomst<br />

Vinexlocaties blijken verschillend gewaar<strong>de</strong>erd<br />

te wor<strong>de</strong>n door bewoners, professionals<br />

en beleidsmakers (RPB, 2006). Het<br />

overheersen<strong>de</strong> beeld “Vinex mist uitstraling<br />

en karakter” is <strong>de</strong> meest gehoor<strong>de</strong><br />

klacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners (Meesters, 2006).<br />

Met alleen mooiere architectuur kun je <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> als maar versnipper<strong>de</strong><br />

uitbreidingen <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ring<br />

naar ring niet veran<strong>de</strong>ren. Daarentegen,<br />

om te voorkomen dat nieuwe wijken zoals<br />

Carnisselan<strong>de</strong> in <strong>de</strong> toekomst <strong>de</strong> nieuwe<br />

herstructureringswijken wor<strong>de</strong>n, moeten<br />

passen<strong>de</strong> maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

Om een isolement te voorkomen is het<br />

versterken <strong>van</strong> verbindingen met an<strong>de</strong>re<br />

stads<strong>de</strong>len en ste<strong>de</strong>lijke centra in <strong>de</strong> regio


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Vinexwijk Carnisselan<strong>de</strong> voldoen<strong>de</strong> aangehaakt?<br />

P. 59<br />

HOV-laan Carnisselan<strong>de</strong><br />

noodzakelijk. Dat betekent aansluiten<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n door het<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk overkluizen <strong>van</strong> barrières en<br />

ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> <strong>op</strong>enbaar vervoernetwerken<br />

tussen verschillen<strong>de</strong> centra in <strong>de</strong><br />

regio. Op <strong>de</strong>ze wijze wordt <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

positie versterkt maar ook direct <strong>de</strong><br />

gunstige voorwaar<strong>de</strong> geschapen, die <strong>de</strong><br />

naoorlogse wijken ook kennen: nabijheid<br />

<strong>van</strong> groot ste<strong>de</strong>lijkheid en het centrum.<br />

Naast differentiatie <strong>van</strong> het woningaanbod<br />

is het belangrijk om voldoen<strong>de</strong> aandacht te<br />

beste<strong>de</strong>n aan collectieve aspecten: scholen,<br />

sociale en commerciële voorzieningen.<br />

Door <strong>de</strong>ze aanpak nu al te lanceren wordt<br />

verzet en sociale ontwrichting voorkomen<br />

omdat <strong>de</strong> sociale ban<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> locaties nu<br />

nog losjes zijn. Pas na langere tijd vindt<br />

binding met locatie en met <strong>de</strong> sociale<br />

omgeving plaats. De bewoners leven er<br />

nu hoogstens tien jaar. De gemeenten<br />

dienen bij <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>keling een sterke<br />

regiefunctie te <strong>heb</strong>ben die is gebaseerd<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> eveneens in <strong>de</strong> Nota Ruimte (2005)<br />

gewenste woonvisie. Zij kunnen <strong>op</strong> basis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woonvisie een menging <strong>van</strong> wonen<br />

en werken in hoge dichthe<strong>de</strong>n realiseren<br />

tussen vinex en <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n.<br />

Door <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze plaatsen <strong>de</strong> dichtheid,<br />

menging en (woon)programma’s gericht<br />

<strong>op</strong> diverse leefstijlen aan te leggen, kan een<br />

toekomstige situatie vergelijkbaar met <strong>de</strong><br />

naoorlogse wijken mogelijk nog wor<strong>de</strong>n<br />

afgewenteld.<br />

Sake Zijlstra (s.zijlstra@bk.tu<strong>de</strong>lft.nl) en Paul Stouten<br />

(p.l.m.stouten@bk.tu<strong>de</strong>lft.nl) zijn respectievelijk als<br />

promovendus en universitair docent verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

faculteit Bouwkun<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Technische Universiteit Delft.<br />

Literatuur<br />

Dantzig, G. & T. Saaty (1973) Compact City: A Plan for a Livable<br />

Urban Environment, Freeman, San Francisco<br />

Hay<strong>de</strong>n, H. (2003) Building Suburbia Green Fields and Urban<br />

Growth, 1820-2000, Pantheon Books, New York<br />

Meesters, J. (2006) Woonwensen na<strong>de</strong>r in kaart: <strong>de</strong><br />

woonbeleving <strong>van</strong> bewoners, in: vhv bulletin jaargang 33<br />

nummer 2, maart 2006, Forum voor volkshuisvesting, Delft<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM, LNV, V&W & EZ (2005) Nota Ruimte,<br />

Den Haag<br />

Ruimtelijk Planbureau (2006) Vinex! Een morfologische<br />

verkenning, NAi Uitgevers, Rotterdam<br />

Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (2004) Bouwen<br />

met Tijd, een praktische verkenning naar <strong>de</strong> samenhang<br />

tussen levensduur, kenmerken en milieubelasting <strong>van</strong><br />

woningen, SEV en VROM, Rotterdam<br />

Stouten, P.L.M. (2004) Duurzaamheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

stadsvernieuwing, Delft University Press, Delft<br />

Ministerie <strong>van</strong> VROM (1993) Vier<strong>de</strong> Nota Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning<br />

Extra, Denhaag<br />

WBO 2002 (2004) Beter thuis in wonen, ministerie <strong>van</strong> VROM,<br />

Den Haag<br />

Zijlstra, S. (2005) Vinex: compacte stad met hoogwaardig<br />

<strong>op</strong>enbaar vervoer? afstu<strong>de</strong>errapport TU Delft


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 60<br />

Hugo Priemus<br />

Woonlastenbeleid<br />

<strong>van</strong> een<br />

hervormingskabinet


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 61<br />

Het kabinet-Balkenen<strong>de</strong> II/III afficheer<strong>de</strong> zichzelf graag als hervormingskabinet.<br />

Op het terrein <strong>van</strong> het woonlastenbeleid is <strong>van</strong> een hervorming echter niets<br />

terechtgekomen. De erfenis <strong>van</strong> het kabinet-Balkenen<strong>de</strong> II/III <strong>op</strong> dit beleidsterrein<br />

is door ex-minister Dekker verwoord in haar ‘Visie <strong>op</strong> <strong>de</strong> woningmarkt’. Zij betitelt<br />

daarin <strong>de</strong> woningmarkt als vertrouwensmarkt en dat impliceert volgens haar dat<br />

niet mag wor<strong>de</strong>n getornd aan <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek en <strong>de</strong> huurtoeslag. Een<br />

nieuw kabinet zou het woonlastenbeleid krachtig <strong>op</strong> <strong>de</strong> sch<strong>op</strong> moeten nemen. Dat<br />

vergt een zorgvuldige beleidsdomeinoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> analyse.<br />

Op 22 november 2006 gingen we naar<br />

<strong>de</strong> stembus. Naar verwachting zal in <strong>de</strong><br />

lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> 2007 een nieuw kabinet door <strong>de</strong><br />

Koningin wor<strong>de</strong>n geïnstalleerd met een<br />

nieuwe bewindspersoon <strong>op</strong> VROM. De<br />

beleidserfenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige kabinetten<br />

<strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> het woonlastenbeleid<br />

is door minister Dekker verwoord in <strong>de</strong><br />

<strong>op</strong> 16 juni 2006 verschenen nota Ruimte<br />

geven, bescherming bie<strong>de</strong>n. Een visie <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> woningmarkt. Hierin ontvouwt <strong>de</strong><br />

beleidsvrouwe een ‘beleidsagenda voor<br />

<strong>de</strong> toekomst’ (Dekker, 2006), bestaan<strong>de</strong><br />

uit drie punten. In <strong>de</strong> eerste plaats het<br />

actief bevor<strong>de</strong>ren dat voldoen<strong>de</strong> woningen<br />

besch<strong>ik</strong>baar zijn. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats het<br />

beter afstemmen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong><br />

woningen en woonomgeving <strong>op</strong> <strong>de</strong> woonwensen.<br />

En tenslotte het verbin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geschei<strong>de</strong>n huur- en ko<strong>op</strong>markten.<br />

De eerste twee agendapunten lei<strong>de</strong>n tot<br />

overwegend verstandige beleidsvoorstellen.<br />

Een verhoging <strong>van</strong> het woningbouwvolume<br />

is hard nodig. Binnen bepaal<strong>de</strong><br />

grenzen kan dat gebeuren door een min<strong>de</strong>r<br />

restrictief ruimtelijk beleid en door een<br />

zekere <strong>de</strong>regulering <strong>van</strong> het bouw- en<br />

milieubeleid. En natuurlijk is het verstandig<br />

om <strong>de</strong> woonwensen <strong>van</strong> bewoners als<br />

richtsnoer te nemen. Meer controversieel<br />

is het agendapunt ‘Het verbin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

geschei<strong>de</strong>n huur- en ko<strong>op</strong>markten’. Dit<br />

agendapunt is te beschouwen als <strong>de</strong> erfenis<br />

<strong>van</strong> het kabinet-Balkenen<strong>de</strong> II/III <strong>op</strong> het<br />

gebied <strong>van</strong> het woonlastenbeleid.<br />

Vertrouwensmarkt<br />

In <strong>de</strong> samenvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Visienota<br />

schrijft Dekker (2006, p. 18): “De woningmarkt<br />

is in toenemen<strong>de</strong> mate een ‘vertrouwensmarkt’,<br />

waarbij het vertrouwen in een<br />

stabiel ren<strong>de</strong>ment (‘confi<strong>de</strong>nce’) en een<br />

vertrouwen in <strong>de</strong> instituties betrokken bij<br />

<strong>de</strong> woningmarkt (‘trust’) <strong>de</strong> investeringsbereidheid<br />

<strong>van</strong> investeer<strong>de</strong>rs (aanbie<strong>de</strong>rs<br />

en consumenten) bepaalt. (…) Dit vraagt<br />

dus om een betrouwbare overheid. (…)<br />

Vanuit <strong>de</strong>ze invalshoek is het behoud <strong>van</strong><br />

huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek


<strong>Rooilijn</strong><br />

<strong>van</strong> cruciaal belang”. Nu staat al in het<br />

hoofdlijnenakkoord <strong>van</strong> het kabinet-<br />

Balkenen<strong>de</strong> II dat niet wordt getornd aan<br />

<strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek, dus verrassend<br />

is <strong>de</strong> stellingname <strong>van</strong> minister Dekker<br />

niet. Welke argumentatie mobiliseert<br />

<strong>de</strong> bewindsvrouwe? Zij zegt daarover<br />

het volgen<strong>de</strong>: “De hypotheekrenteaftrek<br />

is immers geen oorzaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige<br />

stagnatie <strong>op</strong> <strong>de</strong> woningmarkt”. Dat is een<br />

wel zeer summiere rechtvaardiging voor<br />

het overhevelen <strong>van</strong> ruwweg twaalf miljard<br />

Euro aan belastinggeld per jaar aan <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>n- en vooral hoge inkomensgroepen.<br />

Juist <strong>de</strong> combinatie <strong>van</strong> hypotheekrenteaftrek,<br />

waar<strong>van</strong> vooral <strong>de</strong> hoge inkomensgroepen<br />

profiteren, en huurtoeslag,<br />

waar<strong>van</strong> vooral <strong>de</strong> lage inkomensgroepen<br />

profijt <strong>heb</strong>ben, leidt tot een kloof tussen<br />

huren en k<strong>op</strong>en. De <strong>op</strong>waartse effecten<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> vastgoedprijzen ten gevolge <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hypotheekrenteaftrek dragen aan <strong>de</strong>ze<br />

kloof aanzienlijk bij.<br />

Kloof<br />

Ook minister Dekker (2006) ziet een groot<br />

probleem in <strong>de</strong> kloof tussen huren en<br />

k<strong>op</strong>en en zij pleit in dit verband voor een<br />

‘vloeien<strong>de</strong> woningmarkt’. De meest voor<br />

<strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> aanpak, namelijk een<br />

integraal herzien <strong>van</strong> het woonlastenbeleid<br />

waarbij <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek en <strong>de</strong><br />

huurtoeslag ter discussie komen, laat zij<br />

liggen. Zij zoekt <strong>de</strong> <strong>op</strong>lossing in een ge<strong>de</strong>eltelijke<br />

liberalisering <strong>van</strong> het huurbeleid,<br />

het bevor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> ‘passend wonen’ en<br />

het stimuleren <strong>van</strong> tussenvormen tussen<br />

huren en k<strong>op</strong>en. Minister Winsemius zag<br />

nog kans om het voorstel om <strong>de</strong> huren<br />

<strong>de</strong>els te liberaliseren door <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />

Kamer te loodsen. Het gereguleer<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> huurwoningvoorraad daalt daarbij<br />

<strong>van</strong> 95 procent tot 75 procent. Wie een<br />

huurtoeslag ont<strong>van</strong>gt, heeft <strong>van</strong> <strong>de</strong> extra<br />

huurverhogingen geen last. Bewoners<br />

die een huurtoeslag ont<strong>van</strong>gen, en dat<br />

is ongeveer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> alle huur<strong>de</strong>rs,<br />

<strong>heb</strong>ben dus een krachtig argument om niet<br />

te verhuizen. Dat bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> mobiliteit<br />

niet. Dat belemmert <strong>de</strong> mobiliteit.<br />

Huur<strong>de</strong>rs krijgen volgens <strong>de</strong> Visienota <strong>de</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 62<br />

keuze uit twee regimes: een huurcontract<br />

<strong>op</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> maximale huurprijs, of<br />

een huurcontract met een gereguleer<strong>de</strong><br />

huurprijs, waarbij periodiek, bijvoorbeeld<br />

elke vijf jaar, een inkomenstoets wordt<br />

uitgevoerd. Zodra het inkomen boven <strong>de</strong><br />

voormalige ziekenfondsgrens stijgt, wordt<br />

<strong>de</strong> maximale huur <strong>van</strong> kracht.<br />

Voor <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gers <strong>van</strong> een huurtoeslag<br />

veran<strong>de</strong>rt er overigens niets. Het huidige<br />

regime, wonen in een huis met een<br />

gereguleer<strong>de</strong> huur zon<strong>de</strong>r inkomenstoets,<br />

moet dus volgens minister Dekker wor<strong>de</strong>n<br />

verbo<strong>de</strong>n. Hoe dat in zijn werk gaat en<br />

welke sancties hier gel<strong>de</strong>n, wordt in <strong>de</strong><br />

nota niet uitgewerkt. Woningcorporaties<br />

moeten wor<strong>de</strong>n gesplitst in een puur<br />

Woonlastenbeleid is ondoorzichtig<br />

sociale rechtspersoon en een of meer<br />

commerciële rechtspersonen. Voor<br />

woningcorporaties zou elke woning<br />

waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> huur wordt geliberaliseerd, dus<br />

een overheveling betekenen <strong>van</strong> een sociale<br />

rechtspersoon naar een commerciële<br />

rechtspersoon. De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale<br />

huursector zal dus in rap tempo afnemen,<br />

en dat is ook precies <strong>de</strong> bedoeling. Dan kan<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse regering <strong>de</strong> complimenten<br />

<strong>van</strong> Eurocommissaris Kroes incasseren.<br />

De Eur<strong>op</strong>ese Commissie gaat namelijk uit<br />

<strong>van</strong> een gelijk speelveld voor marktpartijen.<br />

Commerciële dochters <strong>van</strong> woningcorporaties<br />

moeten dan ook vennootschapsbelasting<br />

betalen. Voor <strong>de</strong> sociale dochters


<strong>Rooilijn</strong><br />

Tussenvormen <strong>van</strong> huur en ko<strong>op</strong> aanbie<strong>de</strong>n<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 63<br />

geldt dat <strong>de</strong> doelgroep str<strong>ik</strong>t moet wor<strong>de</strong>n<br />

afgebakend. De Eur<strong>op</strong>ese Commissie kan<br />

zich namelijk niet voorstellen dat <strong>de</strong> doelgroep<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale huursector 35 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse huishou<strong>de</strong>ns omvat.<br />

Passend wonen<br />

Huishou<strong>de</strong>ns die tussentijds meer zijn gaan<br />

verdienen kunnen in hun huidige woning<br />

blijven wonen en <strong>de</strong> maximale huur gaan<br />

betalen, of omzien naar een ko<strong>op</strong>woning<br />

dan wel een huurwoning in een hoger<br />

segment. Dekker (2006, p. 115): “De<br />

instrumenten moeten zo wor<strong>de</strong>n ingericht<br />

dat <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>val niet wordt vergroot,<br />

<strong>de</strong> segregatie in wijken naar inkomen niet<br />

toeneemt en <strong>de</strong> herstructurering niet wordt<br />

belemmerd”. Helaas is het overdui<strong>de</strong>lijk<br />

dat door dit beleidsvoornemen <strong>de</strong> armoe<strong>de</strong>val<br />

juist aanzienlijk wordt vergroot:<br />

een inkomensstijging impliceert immers<br />

een forse huursprong en het vervallen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> (impliciete) subsidiëring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

woningcorporaties.<br />

Het passend huisvesten wil minister<br />

Dekker bevor<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> inkomens <strong>van</strong><br />

bewoners in sociale huurwoningen periodiek,<br />

bijvoorbeeld eenmaal per vijf jaar, te<br />

toetsen. Als het inkomen boven <strong>de</strong> voormalige<br />

ziekenfondsgrens komt, moeten <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> maximale<br />

huur betalen. Die woningen zijn dan <strong>op</strong><br />

slag geliberaliseerd. Deze i<strong>de</strong>eën zijn al zo<br />

oud als <strong>de</strong> weg naar Rome en bij herhaling<br />

politiek en wetenschappelijk afgeschoten.<br />

De uitvoerbaarheid <strong>van</strong> zulke regels is<br />

een groot probleem. Bovendien wordt een<br />

marginalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale huursector<br />

in bre<strong>de</strong> politieke en maatschappelijke<br />

kringen niet gewaar<strong>de</strong>erd. De meest directe<br />

vorm om <strong>de</strong> kloof tussen huren en k<strong>op</strong>en te<br />

dichten is het aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong> tussenvormen<br />

<strong>van</strong> huur en ko<strong>op</strong>. Minister Dekker (2006)<br />

juicht zulke tussenvormen toe en bevor<strong>de</strong>rt<br />

experimenten <strong>op</strong> dit terrein.<br />

Tenslotte is er <strong>de</strong> verko<strong>op</strong> <strong>van</strong> corporatiebezit.<br />

Minister Dekker volgt gelukkig niet<br />

het advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Economisch<br />

Adviseurs (REA, 2006), die aanbeveelt om<br />

<strong>de</strong> verko<strong>op</strong>winsten bij woningcorporaties<br />

geheel af te romen. De minister wil <strong>de</strong><br />

verko<strong>op</strong> <strong>van</strong> corporatiewoningen juist<br />

bevor<strong>de</strong>ren en wil <strong>de</strong> prijskortingscondities<br />

waaron<strong>de</strong>r corporaties hun woningen<br />

mogen verk<strong>op</strong>en, het liefst verruimen. Dat<br />

zou een subsidie betekenen, die k<strong>op</strong>ers<br />

ont<strong>van</strong>gen en huur<strong>de</strong>rs misl<strong>op</strong>en.<br />

Kanttekeningen<br />

In vele Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n is er een kloof<br />

tussen k<strong>op</strong>en en huren, doordat bei<strong>de</strong><br />

vormen zeer verschillend wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.<br />

Hierdoor wordt <strong>de</strong> doorstroming<br />

tussen <strong>de</strong>ze sectoren belemmerd. Dit is<br />

al in <strong>de</strong> jaren zeventig (Murie et al., 1976)<br />

gesignaleerd. De minister <strong>van</strong> VROM is<br />

niet verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek.<br />

Daar is zijn/haar collega <strong>van</strong><br />

Financiën voor verantwoor<strong>de</strong>lijk. De meest<br />

fundamentele <strong>op</strong>lossing is een beleid dat zo<br />

veel mogelijk sectorneutraal is (Priemus,<br />

2001). Dit betekent dat een huurtoeslag<br />

voor bewoners met een laag inkomen zou<br />

moeten wor<strong>de</strong>n verbreed tot een woonkostentoeslag<br />

voor huur<strong>de</strong>rs en eigenaarbewoners.<br />

Deze toeslag zou los moeten<br />

staan <strong>van</strong> <strong>de</strong> huur- of ko<strong>op</strong>som <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> woning en zou dus eer<strong>de</strong>r<br />

thuishoren in het domein <strong>van</strong> het sociaal<br />

beleid dan het volkshuisvestingsbeleid.<br />

Overwogen kan wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> woontoeslag<br />

te differentiëren volgens <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

huur- of ko<strong>op</strong>som per regio.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 64<br />

Het huidige woonlastenbeleid is vooral een<br />

ondoorzichtig rondpompen <strong>van</strong> geld met<br />

componenten als hypotheekrenteaftrek,<br />

eigenwoningforfait, overdrachtsbelasting,<br />

vrijstelling <strong>van</strong> vermogensren<strong>de</strong>mentsheffing<br />

en onroeren<strong>de</strong>zaakbelasting. Als <strong>de</strong><br />

woning wordt beschouwd als een investeringsgoed<br />

dan is <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek,<br />

binnen bepaal<strong>de</strong> marges, een logische<br />

aftrekpost. Renteont<strong>van</strong>gsten zijn immers<br />

ook een bestand<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het inkomen en<br />

wor<strong>de</strong>n dus belast. Als <strong>de</strong> eigen woning<br />

wordt beschouwd als een huis dat <strong>de</strong><br />

bezitter aan zichzelf verhuurt, dient een<br />

realistisch huurwaar<strong>de</strong>forfait als inkomen<br />

te wor<strong>de</strong>n aangemerkt, waarover belasting<br />

moet wor<strong>de</strong>n betaald. Het huurwaar<strong>de</strong>forfait,<br />

tegenwoordig spreekt <strong>de</strong> regering <strong>van</strong><br />

eigenwoningforfait, is echter uitgesproken<br />

laag: te laag. Het verschil tussen realistische<br />

huurwaar<strong>de</strong> en feitelijke huurwaar<strong>de</strong><br />

noemen we het huurwaar<strong>de</strong>voor<strong>de</strong>el. Het<br />

huurwaar<strong>de</strong>voor<strong>de</strong>el is zeer om<strong>van</strong>grijk<br />

omdat <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> het eigenwoningforfait<br />

veel lager is dan een realistisch huurwaar<strong>de</strong>forfait.<br />

Dit huurwaar<strong>de</strong>voor<strong>de</strong>el is<br />

ongeveer even groot als <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek<br />

en heeft vergelijkbare ver<strong>de</strong>lingseffecten<br />

(De Kam & Priemus, 1979).<br />

Het huidige stelsel leidt macro gezien<br />

tot steeds hogere hypotheekschul<strong>de</strong>n.<br />

Op dit punt is Ne<strong>de</strong>rland in korte tijd<br />

Denemarken voorbijgestreefd. Ons land<br />

is in <strong>de</strong>ze discipline Eur<strong>op</strong>ees kampioen<br />

(Norris & Shiels, 2004). Zo’n eenvoudig<br />

kengetal ontbreekt in Dekker (2006).<br />

Het is aan te bevelen om het hele woonlastenstelsel<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> sch<strong>op</strong> te nemen en integraal<br />

te bezien, inclusief <strong>de</strong> daarmee verband<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> risico’s voor <strong>de</strong> bewoner en <strong>de</strong><br />

beheersbaarheid <strong>van</strong> overheidsuitgaven.<br />

Alternatieve stelsels kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

ontworpen en doorgerekend.<br />

Het beginsel <strong>van</strong> <strong>de</strong> vertrouwensmarkt kan<br />

wor<strong>de</strong>n gerespecteerd door consequent een<br />

on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen bestaan<strong>de</strong><br />

en nieuwe gevallen, zowel bij <strong>de</strong> hypotheekrenteaftrek<br />

als bij <strong>de</strong> huurtoeslag.<br />

Aandacht dient voorts te wor<strong>de</strong>n gegeven<br />

aan <strong>de</strong> timing en <strong>de</strong> fasering, <strong>de</strong> ex-ante te<br />

becijferen gevolgen voor <strong>de</strong> nieuwbouw <strong>van</strong><br />

woningen, <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing, <strong>de</strong><br />

prijs <strong>van</strong> het vastgoed, en <strong>de</strong> doorstroming.<br />

Per saldo zou het systeem aanzienlijk<br />

eenvoudiger moeten kunnen, met min<strong>de</strong>r<br />

grote gevolgen voor <strong>de</strong> overheidsuitgaven<br />

en <strong>de</strong> netto woonuitgaven <strong>van</strong><br />

huishou<strong>de</strong>ns.<br />

Zo’n <strong>op</strong>eratie is onlangs tamelijk succesvol<br />

in Groot-Brittannië uitgevoerd, waar<br />

<strong>de</strong> hypotheekrente <strong>op</strong> initiatief <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Conservatieve Partij (!) stap voor stap in<br />

een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> hoogconjunctuur <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

woningmarkt is afgeschaft. Een soortgelijke<br />

<strong>op</strong>eratie in Zwe<strong>de</strong>n verliep min<strong>de</strong>r<br />

succesvol. Hier werd <strong>de</strong> hypotheekrente vrij<br />

Segregatie naar inkomen niet laten toenemen<br />

snel beëindigd in een economisch ongunstige<br />

perio<strong>de</strong>. Deze ervaringen leren dat een<br />

fiscale hervorming voor eigenaar-bewoners<br />

zeer zorgvuldig en zeer grondig moet<br />

wor<strong>de</strong>n voorbereid en niet <strong>op</strong> voorhand<br />

wor<strong>de</strong>n gefrustreerd door politieke taboes.<br />

De nota <strong>van</strong> Dekker (2006) is overdui<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>de</strong> vrucht <strong>van</strong> het politieke taboe <strong>op</strong> het Hwoord<br />

dat in het Hoofdlijnenakkoord <strong>van</strong><br />

het kabinet-Balkenen<strong>de</strong> II is <strong>op</strong>genomen.<br />

Nieuw kabinet<br />

Het is wenselijk dat een nieuw kabinet <strong>de</strong><br />

problemen <strong>op</strong> het terrein <strong>van</strong> het woonlastenbeleid<br />

in kaart brengt en alternatieve<br />

beleidsscenario’s ontwerpt om <strong>de</strong>ze pro-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 Woonlastenbeleid <strong>van</strong> een hervormingskabinet<br />

P. 65<br />

Doorstroming wordt belemmerd<br />

blemen te on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen. Dit zou een mooie<br />

taak zijn voor een <strong>de</strong>skundige staatscommissie<br />

die <strong>de</strong> zaak onbe<strong>van</strong>gen en ge<strong>de</strong>politiseerd<br />

kan beschouwen. Men dient<br />

zich te realiseren dat het hier niet alleen<br />

om VROM-beleid gaat, maar dat het een<br />

verwevenheid betreft tussen woonbeleid,<br />

fiscaal beleid, sociaal beleid, inkomensbeleid,<br />

arbeidsmarkt- en levenslo<strong>op</strong>beleid.<br />

De eigendomsneutraliteit <strong>van</strong> het<br />

woonlastenbeleid kan met <strong>de</strong> user costs<br />

metho<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd (Conijn, 1995;<br />

Haffner, 1990). Vooral <strong>de</strong> huurtoeslag en<br />

het huurwaar<strong>de</strong>voor<strong>de</strong>el zullen, zo valt te<br />

verwachten, on<strong>de</strong>r vuur komen te liggen.<br />

Per scenario zullen effecten gekwantifi-<br />

ceerd moeten wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> het inkomen <strong>van</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> categorieën huishou<strong>de</strong>ns, <strong>de</strong><br />

overheidsuitgaven, <strong>de</strong> woningbouwproductie<br />

en <strong>de</strong> mobiliteit <strong>op</strong> woningmarkt en<br />

arbeidsmarkt. Met kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze becijfer<strong>de</strong><br />

effecten zal <strong>de</strong> regering en uitein<strong>de</strong>lijk<br />

het parlement <strong>de</strong> kno<strong>op</strong> moeten doorhakken.<br />

Daarbij zal het on<strong>de</strong>rscheid tussen<br />

‘ou<strong>de</strong>’ en ‘nieuwe’ gevallen wezenlijk zijn,<br />

alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> relatie met het beleid in an<strong>de</strong>re<br />

EU-lan<strong>de</strong>n, vooral onze buurlan<strong>de</strong>n.<br />

Zowel het kabinet als <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer<br />

zullen tot een positiebepaling moeten<br />

komen. Dit alles vergt een nieuw hervormingskabinet,<br />

dat het woonlastenbeleid<br />

fundamenteel wil aanpakken. De nota<br />

Ruimte geven, bescherming bie<strong>de</strong>n. Een<br />

visie <strong>op</strong> <strong>de</strong> woningmarkt is hiervoor een<br />

volstrekt ongesch<strong>ik</strong>te <strong>op</strong>maat. De kloof<br />

tussen huren en k<strong>op</strong>en wordt hierin<br />

wel gesignaleerd, maar <strong>de</strong> belangrijkste<br />

oorzaken <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kloof wor<strong>de</strong>n over het<br />

hoofd gezien. Het wachten is dus <strong>op</strong> een<br />

nieuw kabinet dat het aandurft om ook <strong>op</strong><br />

dit terrein <strong>de</strong> status <strong>van</strong> hervormingskabinet<br />

te verwerven. De woningmarkt kan<br />

alleen een vertrouwensmarkt blijven als het<br />

woonlastenbeleid zorgvuldig en grondig<br />

wordt hervormd.<br />

Hugo Priemus (h.priemus@tu<strong>de</strong>lft.nl) is <strong>de</strong>caan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Faculteit Techniek, Bestuur en Management, Technische<br />

Universiteit Delft.<br />

Literatuur<br />

Conijn, J.B.S. (1995) Enkele financieel-economische<br />

grondslagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> volkshuisvesting, Delftse Universitaire<br />

Pers, Delft<br />

Dekker, S.M. (2006) Ruimte geven, bescherming bie<strong>de</strong>n. Een<br />

visie <strong>op</strong> <strong>de</strong> woningmarkt, Ministerie <strong>van</strong> VROM, Den Haag<br />

Haffner, M.E.A. (1999) Kosten en uitgaven <strong>van</strong> eigenaarbewoners<br />

in West-Eur<strong>op</strong>a: een financieel-economische<br />

vergelijking, Delftse Universitaire Pers, Delft<br />

Kam, C.A. <strong>de</strong>, & H. Priemus (1979) ‘De fiscale behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bewoner-eigenaar <strong>op</strong>nieuw bezien’, Economisch Statistisch<br />

Berichten ESB, 11 juli p. 680-686 en 18 juli, p. 704-712<br />

Murie, A., P. Niner & C.J. Watson (1976) Housing policy and the<br />

housing system, Allen & Unwin, London<br />

Norris, M. & P. Shiels (2004) Housing <strong>de</strong>vel<strong>op</strong>ments in<br />

Eur<strong>op</strong>ean countries. Synthesis Report, The Housing Unit,<br />

Dublin<br />

Priemus, H. (2001) ‘Poverty and housing in the Netherlands: A<br />

plea for tenure-neutral public policy’, Housing Studies, nr. 3,<br />

p. 277-290<br />

Raad <strong>van</strong> Economisch Adviseurs (REA) (2006) Over goe<strong>de</strong><br />

intenties en <strong>de</strong> har<strong>de</strong> wetten <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningmarkt, Den Haag<br />

Passend wonen


<strong>Rooilijn</strong><br />

Ton Kreukels<br />

<strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haatlief<strong>de</strong>verhouding<br />

met planning<br />

‘Afscheid’ <strong>van</strong> Ton Kreukels: het boegbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> Utrechtse planologie<br />

Edwin Buitelaar<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Op 13 oktober jongstle<strong>de</strong>n nam Ton<br />

Kreukels afscheid als hoogleraar pla-<br />

nologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit Utrecht, na<br />

een dienstverband <strong>van</strong> 36 jaar waar<strong>van</strong><br />

24 als hoogleraar. Het emeritaat werd<br />

ingeleid in <strong>de</strong> Lutherse Kerk met het<br />

seminar ‘Een toekomst <strong>van</strong> planning?’.<br />

In zijn perio<strong>de</strong> als hoogleraar zijn on<strong>de</strong>r<br />

zijn bezielen<strong>de</strong> leiding hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n stu-<br />

<strong>de</strong>nten afgestu<strong>de</strong>erd, tot <strong>op</strong> he<strong>de</strong>n ruim<br />

30 on<strong>de</strong>rzoekers gepromoveerd en zijn<br />

er vele publicaties <strong>van</strong> zijn hand ver-<br />

schenen in binnen- en buitenland. In<br />

dit interview, dat voorafgaand aan zijn<br />

afscheidsseminar plaatsvond, wordt<br />

teruggebl<strong>ik</strong>t <strong>op</strong> <strong>de</strong> carrière <strong>van</strong> een zeer<br />

uitgesproken planoloog.<br />

<strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding met planning<br />

P. 66<br />

Wat verwacht u <strong>van</strong> het afscheidsseminar?<br />

“Allereerst verwacht <strong>ik</strong> een <strong>dag</strong> waarin inhou<strong>de</strong>lijke<br />

discussie en <strong>de</strong>bat voor<strong>op</strong> staan. De discussie met<br />

vakgenoten, on<strong>de</strong>r leiding <strong>van</strong> Michaël Zeeman, is wat<br />

<strong>ik</strong> in navolging <strong>van</strong> Hans <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Cammen (1979) een<br />

discussie aan ‘<strong>de</strong> binnenkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie’ noem.<br />

Maar bij een binnenkant hoort ook een buitenkant, en<br />

daarom <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> er voor gepleit om Wim <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Donk<br />

als voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wetenschappelijke Raad voor het<br />

Regeringsbeleid (WRR) en politicoloog Hans Blokland<br />

uit te nodigen om een voordracht te verzorgen. Wim<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>r Donk is iemand die het toekomst<strong>de</strong>nken en<br />

<strong>de</strong> planning in ruime, en niet alleen in ruimtelijke<br />

zin, representeert. Hans Blokland heeft on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />

in bre<strong>de</strong> zin gepubliceerd over <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> planning in<br />

<strong>de</strong> politiek. Na <strong>de</strong> pauze vindt een ron<strong>de</strong>tafel plaats<br />

waarin weer aandacht is voor zowel <strong>de</strong> binnen- als <strong>de</strong><br />

buitenkant. De binnenkant wordt vertegenwoordigd<br />

door twee vakgenoten: Len <strong>de</strong> Klerk en Willem Salet.<br />

Bei<strong>de</strong>n zijn bij mij gepromoveerd en met bei<strong>de</strong>n <strong>heb</strong><br />

<strong>ik</strong>, ook daarna, nauw samengewerkt. Talja Blokland<br />

zal <strong>van</strong>uit een sociologisch perspectief en Cock Hazeu<br />

<strong>van</strong>uit een economisch perspectief <strong>op</strong> het thema<br />

reflecteren. Daarna gaat <strong>de</strong> bijeenkomst over in een<br />

informeel ge<strong>de</strong>elte.”<br />

In <strong>de</strong> jaren tachtig en begin jaren negentig is er vaak<br />

een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

beslissingsgerichte bena<strong>de</strong>ring (<strong>van</strong> met name<br />

Andreas Faludi), <strong>de</strong> Nijmeegse han<strong>de</strong>lingsgerichte<br />

bena<strong>de</strong>ring (<strong>van</strong> Gerrit Wissink en Barrie Needham),<br />

en <strong>de</strong> Utrechtse institutionele bena<strong>de</strong>ring (<strong>van</strong> Ton<br />

Kreukels). Wat ziet u tegenwoordig nog terug <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

bloedgroepen?


<strong>Rooilijn</strong><br />

Interview<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007 <strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding met planning<br />

“In die tijd koos <strong>ik</strong> ervoor om te wijzen <strong>op</strong> het feit dat<br />

er meer is dan <strong>de</strong> procedurele kant <strong>van</strong> planning. Het<br />

object, <strong>de</strong> ruimte, en <strong>de</strong> context waarbinnen het object<br />

en het proces zich bei<strong>de</strong>n bevin<strong>de</strong>n, verdien<strong>de</strong>n wat<br />

mij betreft meer aandacht. Faludi bracht terecht in dat<br />

planning meer was dan alleen toegepaste geografie.<br />

Die aandacht voor het proces sloeg wat mij betreft<br />

wat te ver door. Maar <strong>de</strong> correctie die <strong>ik</strong> gemaakt<br />

<strong>heb</strong> is ook door veel an<strong>de</strong>ren, waaron<strong>de</strong>r Faludi zelf,<br />

gemaakt. Inmid<strong>de</strong>ls is door velen on<strong>de</strong>rkend dat zowel<br />

object, proces als context <strong>van</strong> belang zijn en hierdoor<br />

is <strong>de</strong> scheiding tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>ringen<br />

verwaterd. De uit<strong>dag</strong>ing die <strong>op</strong> dit moment voor ons<br />

ligt is niet alleen het on<strong>de</strong>rkennen <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze drie elementen, maar het daadwerkelijk verbin<strong>de</strong>n<br />

P. 67<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze elementen. Dit blijkt vaak nog geen gemakkelijke<br />

<strong>op</strong>gave.”<br />

De basis voor <strong>de</strong> institutionele bena<strong>de</strong>ring werd vooral<br />

gelegd in uw proefschrift (Kreukels, 1979) waarin u<br />

<strong>de</strong> stuurkracht <strong>van</strong> planning en <strong>de</strong> planner relativeert.<br />

Wat heeft u in<strong>de</strong>rtijd bewogen om <strong>de</strong>ze lijn te kiezen?<br />

“<strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding<br />

met planning. Enerzijds vind <strong>ik</strong> het een<br />

heel interessant fenomeen dat mensen en organisaties<br />

bereid zijn te investeren in hun toekomst. Hier doe <strong>ik</strong><br />

totaal niet cynisch over. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant vind <strong>ik</strong><br />

ook nu nog dat sommige planners, maar ook wetenschappelijke<br />

planologen en ste<strong>de</strong>nbouwkundigen,<br />

een erg naïef geloof <strong>heb</strong>ben in <strong>de</strong> kenbaarheid en <strong>de</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

planbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> toekomst. Die verbazing werd<br />

niet toevallig in <strong>de</strong> jaren zeventig gevoed. We had<strong>de</strong>n<br />

toen met <strong>de</strong> hoogtij<strong>dag</strong>en <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat te<br />

maken, waarin het geloof in het kunnen <strong>van</strong> <strong>de</strong> planner<br />

oneindig leek. Ik vond in<strong>de</strong>rtijd <strong>de</strong> betrekkelijk<br />

technocratische insteek onthutsend. Toch waren er<br />

toen ook al auteurs als Schelsky die dit soort verhalen<br />

doorpr<strong>ik</strong>ten. Hier <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> me bij aangesloten. We<br />

moeten on<strong>de</strong>rkennen dat planners <strong>de</strong> maatschappij<br />

niet kunnen construeren als een groep professionals<br />

die weet wat goed is voor <strong>de</strong> samenleving. Planners<br />

zou<strong>de</strong>n eer<strong>de</strong>r moeten functioneren als <strong>de</strong> sensoren<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappij. Daarmee wordt planning een<br />

weergave <strong>van</strong> <strong>de</strong> krachten in <strong>de</strong> maatschappij zelf. Er<br />

is in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n een geweldig potentieel aanwezig om<br />

<strong>van</strong> on<strong>de</strong>r<strong>op</strong> te plannen. Dit potentieel wordt in veel<br />

gevallen niet benut.”<br />

U heeft zich <strong>van</strong>uit die sociologisch georiënteer<strong>de</strong><br />

positie vaak zeer uitgesproken gekeerd tegen <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong><br />

koningsrol <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie. Waarom <strong>heb</strong>t u<br />

zich <strong>op</strong> dit punt (bijvoorbeeld in <strong>de</strong> Van Eesterenlezing<br />

uit 1997) laten verlei<strong>de</strong>n tot zulke stevige polemieken<br />

gericht tegen het geloof in het kunnen <strong>van</strong> <strong>de</strong> planner?<br />

“Toen <strong>ik</strong> mijn proefschrift schreef, maar ook in <strong>de</strong><br />

stukken daaraan voorafgaand, ging <strong>ik</strong> er <strong>van</strong>uit dat<br />

wat <strong>ik</strong> zei over <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> planner, en vooral mijn<br />

kritiek <strong>op</strong> die koningsrol, voor velen evi<strong>de</strong>nt zou zijn.<br />

Dit bleek niet het geval. In <strong>de</strong> Van Eesterenlezing waar<br />

je naar verwijst, <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> mijn standpunt nog eens geprononceerd<br />

voor het voetlicht gebracht. Ik was verbaasd<br />

over <strong>de</strong> reacties die <strong>de</strong>ze lezing losmaakte. Nadat <strong>ik</strong><br />

<strong>de</strong> lezing had uitgesproken viel er een ijzige stilte in <strong>de</strong><br />

zaal. Veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezigen, on<strong>de</strong>r wie <strong>de</strong> fine fleur<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse planologie en ste<strong>de</strong>nbouwkun<strong>de</strong>,<br />

waren onthutst door wat <strong>ik</strong> zojuist verteld had. Het<br />

lijkt er<strong>op</strong> dat mensen maar moeilijk afstand kunnen<br />

nemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> traditionele koningsrol. Als <strong>ik</strong> dit aan<br />

<strong>de</strong> kaak stel dan wordt dat toch al snel als een aanval<br />

<strong>op</strong> hun positie beschouwd. En dat verbaast mij dan<br />

weer. Als je mijn <strong>op</strong>vatting <strong>van</strong> planning on<strong>de</strong>rschrijft,<br />

namelijk een vak waarbij je gebru<strong>ik</strong> maakt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

potentie en het plannen<strong>de</strong> vermogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad,<br />

<strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding met planning<br />

P. 68<br />

oftewel <strong>de</strong> mensen zelf, dan wordt het vak alleen maar<br />

interessanter. Nu wor<strong>de</strong>n initiatieven <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />

sportverenigingen en an<strong>de</strong>re maatschappelijke<br />

organisaties veelal bij voorbaat al door <strong>de</strong> stadsplanners<br />

<strong>van</strong> tafel geveegd omdat zij menen het primaat <strong>op</strong><br />

planning te <strong>heb</strong>ben.”<br />

Deze kritiek heeft u ook impliciet gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> vakwereld,<br />

<strong>de</strong> planologie: er zou te weinig aandacht zijn voor<br />

<strong>de</strong> buitenkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie. U begeeft zich slechts<br />

sporadisch binnen <strong>de</strong> internationale planologiegemeenschap.<br />

Zit er een verband tussen die afwezigheid<br />

en uw kritiek <strong>op</strong> planologen?<br />

“Nee, <strong>ik</strong> <strong>de</strong>nk het niet. Ik voel me niet te goed voor<br />

<strong>de</strong> binnenkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie, integen<strong>de</strong>el. De<br />

re<strong>de</strong>n dat <strong>ik</strong> me niet zo veel <strong>heb</strong> laten zien <strong>op</strong> bijvoorbeeld<br />

AESOP (Association of Eur<strong>op</strong>ean Schools of<br />

Planning)-congressen, is <strong>de</strong> aandacht die <strong>ik</strong> altijd<br />

ook <strong>heb</strong> willen geven aan <strong>de</strong> buitenkant, oftewel aan<br />

disciplines zoals economie, politicologie en sociologie.<br />

Daarom <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> ook dat soort congressen bezocht. De<br />

bijeenkomsten gebru<strong>ik</strong>te <strong>ik</strong> om als het ware intellectueel<br />

bij te tanken. De inspiratie die <strong>van</strong>uit die<br />

disciplines gebo<strong>de</strong>n wordt is onmisbaar voor het vak<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie. De binnenkant wordt nadrukkelijk<br />

verrijkt door <strong>de</strong> inzichten <strong>van</strong> <strong>de</strong> buitenkant.”<br />

In hoeverre zijn uw latere wetenschappelijke interesses<br />

voor bijvoorbeeld het Amer<strong>ik</strong>aanse Growth<br />

Management, zee- en luchthavenplanning en ste<strong>de</strong>lijke<br />

planning in het Verre Oosten nog een voortvloeisel<br />

uit <strong>de</strong> institutionele bena<strong>de</strong>ring?<br />

“Enerzijds ben <strong>ik</strong> elke keer vrij toevallig bij <strong>de</strong><br />

specifieke on<strong>de</strong>rzoeksprojecten, zoals het zeehavenon<strong>de</strong>rzoek,<br />

betrokken geraakt. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant<br />

kun je, als je met enige afstand kijkt, zeggen dat die<br />

thema’s dui<strong>de</strong>lijk in <strong>de</strong> lijn liggen die <strong>ik</strong> eer<strong>de</strong>r <strong>heb</strong><br />

ingezet. Ik word elke keer gegrepen door thema’s die<br />

mooi illustreren dat er <strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> planning<br />

zoveel institutionele variatie is. Binnen <strong>de</strong>ze thema’s is<br />

het heel interessant om te zien <strong>op</strong> wat voor manieren<br />

er om gegaan wordt met het economische en maatschappelijke<br />

krachtenspel. We zou<strong>de</strong>n ontzettend veel


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

kunnen leren <strong>van</strong> <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n<br />

omgaan met <strong>de</strong> context <strong>van</strong> planning. Hiermee wil<br />

<strong>ik</strong> niet zeggen dat we al die praktijken <strong>van</strong>uit an<strong>de</strong>re<br />

lan<strong>de</strong>n hier moeten implementeren, integen<strong>de</strong>el. Maar<br />

we kunnen ons er wel door laten inspireren. Zo leer je<br />

ook je eigen planningspraktijk beter begrijpen.”<br />

Met welk gevoel kijkt u terug <strong>op</strong> uw carrière?<br />

“Ik <strong>heb</strong> altijd met veel plezier en gedrevenheid gewerkt.<br />

Dit is zowel dankzij als ondanks <strong>de</strong> werkomgeving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> universiteit. Het wetenschappelijke klimaat<br />

heeft er toe geleid dat er <strong>van</strong>uit drie richtingen druk<br />

ontstaat: <strong>van</strong>uit on<strong>de</strong>rwijs, on<strong>de</strong>rzoek en bestuurlijke<br />

activiteiten. Dit maakt het voor veel mensen moeilijk<br />

om zich <strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek te meten met<br />

internationale t<strong>op</strong>instituten, waar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs- en<br />

bestuurlijke last kleiner is. Ook voor mij persoonlijk<br />

geldt dat <strong>ik</strong> soms te weinig <strong>heb</strong> gewerkt en <strong>heb</strong> kunnen<br />

werken aan mijn on<strong>de</strong>rzoeksprofilering. Veel <strong>van</strong><br />

mijn on<strong>de</strong>rzoekstijd is <strong>op</strong>gegaan aan het begelei<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> promotieon<strong>de</strong>rzoek, wat <strong>ik</strong> overigens altijd met<br />

plezier gedaan <strong>heb</strong>. Maar terugkijkend had <strong>de</strong> balans<br />

misschien iets an<strong>de</strong>rs mogen liggen.<br />

Daarom <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> er soms voor gekozen om mijn heil<br />

ook buiten <strong>de</strong> muren <strong>van</strong> <strong>de</strong> universiteit te zoeken.<br />

Het beste voorbeeld is mijn verbintenis aan <strong>de</strong><br />

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

tussen 1986 en 1992. Het lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> raad zie<br />

<strong>ik</strong> als een <strong>van</strong> <strong>de</strong> mooiste perio<strong>de</strong>s <strong>van</strong> mijn carrière.<br />

Dit zorg<strong>de</strong> ervoor dat <strong>ik</strong> mijn grenzen kon verleggen.<br />

Het ging binnen het on<strong>de</strong>rzoek dat <strong>ik</strong> daar <strong>de</strong>ed niet<br />

om ruimtelijke planning sec. Integen<strong>de</strong>el, het ging<br />

vooral om an<strong>de</strong>re sectoren, zoals sociaal-economisch<br />

beleid en on<strong>de</strong>rwijs, die voor <strong>de</strong> stad waarschijnlijk<br />

nog belangrijker zijn. Maar ook via an<strong>de</strong>re coalities,<br />

zoals bij mijn on<strong>de</strong>rzoek naar Amer<strong>ik</strong>aanse stadsplanning<br />

in het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig en het Eur<strong>op</strong>ese<br />

zeehavenon<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> jaren negentig, <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> af<br />

en toe richting kunnen geven aan mijn eigen on<strong>de</strong>rzoeksagenda.<br />

Enerzijds is die ruimte gebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

universiteit, maar an<strong>de</strong>rzijds moet je die ruimte vooral<br />

zelf creëren en benutten.”<br />

<strong>Tot</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>dag</strong> <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag <strong>heb</strong> <strong>ik</strong> een haat-lief<strong>de</strong>verhouding met planning<br />

P. 69<br />

Het afscheid <strong>op</strong> 13 oktober 2006 is een afscheid <strong>van</strong> het<br />

dienstverband aan <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. Komen we<br />

u daarna nog tegen als on<strong>de</strong>rzoeker?<br />

“Jazeker, <strong>ik</strong> zal nog actief blijven, alleen zal <strong>ik</strong> nu wat<br />

selectiever zijn met wat <strong>ik</strong> wel en niet doe. In mijn<br />

on<strong>de</strong>rzoek wil <strong>ik</strong> me meer richten <strong>op</strong> wat <strong>ik</strong> eer<strong>de</strong>r een<br />

‘gedragswetenschappelijke planologie’ <strong>heb</strong> genoemd.<br />

Ik verzet me tegen een al te sterk geloof in <strong>de</strong> sturingscapaciteiten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> planner. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>heb</strong> <strong>ik</strong><br />

eveneens weinig affiniteit met (Marxistische) bena<strong>de</strong>ringen<br />

die uitgaan <strong>van</strong> extreem structuur<strong>de</strong>nken,<br />

met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> context die ons gedrag en dat<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> planner <strong>de</strong>termineert. Het is veel interessanter<br />

om te kijken wat voor positiefs je nog kunt doen met<br />

bepaal<strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kelingen <strong>van</strong> buitenaf. Door selectieve<br />

investeringen kun je slim omgaan met die processen.<br />

De manier waar<strong>op</strong> in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en verschillen<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>n wordt omgegaan met die ontw<strong>ik</strong>kelingen<br />

vind <strong>ik</strong> fascinerend. In veel <strong>op</strong>zichten lijken Aziatische<br />

ste<strong>de</strong>n <strong>op</strong> Amer<strong>ik</strong>aanse, maar als je goed gaat kijken<br />

dan gaat er een heel an<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

achter schuil. De gedrags- en culturele componenten<br />

spelen hierbij een belangrijke rol. Ik wil weten hoe<br />

dit precies werkt. Hierbij zal <strong>ik</strong> me in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

tijd vooral richten <strong>op</strong> islamitische ste<strong>de</strong>n, mijn meest<br />

recente hobby.”<br />

Edwin Buitelaar (e.buitelaar@fm.ru.nl) is als universitair docent verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> leerstoelgroep planologie en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgroep Governance and Places<br />

(GaP) <strong>van</strong> <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen.<br />

Literatuur<br />

Kreukels, A.M.J. (1979) Planning en planningproces, VUGA, Boekerij, Den Haag<br />

Van <strong>de</strong>r Cammen, H. (1979) De binnenkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> planologie, Dick Coutinho,<br />

Mui<strong>de</strong>rberg<br />

Kreukels, A.M.J. (1997) Een eerste perspectief voor <strong>de</strong> stad (vier<strong>de</strong> Van<br />

Eesterenlezing), Blauwe Kamer, pp. 1-19


<strong>Rooilijn</strong><br />

Recensie<br />

Evelien <strong>van</strong> Rij<br />

Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

geor<strong>de</strong>nd<br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Hidding M. (2006) Planning voor stad en<br />

land (<strong>de</strong>r<strong>de</strong> druk), Coutinho, Bussum,<br />

295 p., ISBN 97-89-0469-001-47, 24,00<br />

euro<br />

In het boek Planning voor stad en land<br />

willen Marjan Hidding en me<strong>de</strong>-auteur<br />

Adri <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Brink theorie en praktijk<br />

<strong>van</strong> ruimtelijke planning beschrijven.<br />

Het boek is geschreven voor stu<strong>de</strong>nten<br />

aan het HBO en <strong>de</strong> universiteit die <strong>op</strong>geleid<br />

wor<strong>de</strong>n om een bijdrage te leveren<br />

aan <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Omdat<br />

het boek in eerste instantie bedoeld<br />

is voor stu<strong>de</strong>nten Landinrichtingswe<br />

tenschappen uit Wageningen ligt <strong>de</strong><br />

nadruk <strong>op</strong> het lan<strong>de</strong>lijk gebied en het<br />

overgangsgebied tussen stad en land.<br />

Dit betekent niet dat het alleen gesch<strong>ik</strong>t<br />

is als studieboek. Doordat <strong>de</strong> belangrijkste<br />

planologische thema’s <strong>van</strong> dit<br />

Recensie<br />

moment <strong>op</strong> een goed leesbare manier<br />

aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen, kan Planning voor<br />

stad en land ook interessant zijn voor<br />

een bre<strong>de</strong>r publiek.<br />

Het boek voorziet dui<strong>de</strong>lijk in een<br />

bepaal<strong>de</strong> behoefte; <strong>op</strong> dit moment ligt<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> herziene druk in <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l.<br />

Deze editie snijdt nieuwe thema’s<br />

aan en alle teksten zijn geactualiseerd.<br />

De eerste hoofdstukken gaan in <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

belangrijkste ruimtelijke ontw<strong>ik</strong>kelingen<br />

in Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke planning. Vervolgens<br />

komt <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese dimensie aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong>. De volgen<strong>de</strong> hoofdstukken<br />

behan<strong>de</strong>len het verschijnsel ruimtelijke<br />

planning (zowel inhou<strong>de</strong>lijk als procesmatig),<br />

planstelsels voor water, ruimte<br />

en milieu en planconcepten. Daarna<br />

wordt aandacht besteed aan gebiedsgericht<br />

beleid, ontw<strong>ik</strong>kelingsplanologie en<br />

nieuwe perspectieven voor complexe en<br />

lange-termijnvraagstukken. De laatste<br />

twee hoofdstukken behan<strong>de</strong>len twee<br />

specifieke gebie<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> Blauwe stad en<br />

het Groene Hart.<br />

Eén <strong>van</strong> <strong>de</strong> sterke punten <strong>van</strong> het<br />

boek is <strong>de</strong> keuze voor verschillen<strong>de</strong><br />

invalshoeken. Zo gebru<strong>ik</strong>en <strong>de</strong><br />

schrijvers on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een historisch,<br />

bestuurskundig en juridisch<br />

perspectief. Het sterkst is het boek als<br />

het planconcepten beschrijft. Het boek<br />

heeft moeite met het hanteren <strong>van</strong> het<br />

juridische perspectief. De simpele<br />

en voor <strong>de</strong> praktijk belangrijke vraag<br />

‘welke beperkingen beïnvloe<strong>de</strong>n mijn<br />

planologische keuzeruimte en hoe hard<br />

zijn <strong>de</strong>ze beperkingen’ wordt niet hel<strong>de</strong>r<br />

beantwoord. Vaak zullen die ruimtelijke<br />

keuzes gemaakt wor<strong>de</strong>n bij het<br />

P. 70<br />

<strong>op</strong>stellen <strong>van</strong> een bestemmingsplan en<br />

dan is het handig als <strong>de</strong> afgestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

landinrichter weet met welke bepalingen<br />

uit provinciaal beleid hij wel of geen<br />

rekening hoeft te hou<strong>de</strong>n. Om zeker te<br />

zijn <strong>van</strong> juridische on<strong>de</strong>rwerpen, kan<br />

<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt beter een an<strong>de</strong>r boek ter<br />

hand nemen. Zo wordt in Planning voor<br />

stad en land ten onrechte beweerd dat<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nieuwe Wet <strong>op</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning gemeenten, als zij langer dan<br />

tien jaar gele<strong>de</strong>n een bestemmingsplan<br />

<strong>heb</strong>ben vastgesteld, geen vergunningen<br />

meer kunnen afgeven.<br />

Het boek kent een goe<strong>de</strong> selectie<br />

<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwerpen. Gevolgen voor <strong>de</strong><br />

ruimtelijke ontw<strong>ik</strong>keling <strong>van</strong> Eur<strong>op</strong>ees<br />

beleid, milieuregelgeving, gebiedsgerichtbeleid,<br />

het Investeringsbudget<br />

Lan<strong>de</strong>lijk Gebied, het zijn allemaal<br />

thema’s die <strong>op</strong> dit moment, zowel <strong>op</strong><br />

nationaal strategisch als <strong>op</strong> een lokaal<br />

en praktisch niveau, <strong>de</strong> planning<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Op het praktische niveau<br />

is er voor een eventuele vier<strong>de</strong> editie<br />

nog wat te winnen. Het boek zou een<br />

scherper antwoord kunnen geven <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

vraag hoe bijvoorbeeld Eur<strong>op</strong>ees beleid<br />

en milieuregelgeving doorwerken in<br />

<strong>de</strong> praktijk. Moet Eur<strong>op</strong>ees beleid eerst<br />

omgezet wor<strong>de</strong>n in nationale wetgeving<br />

of is er sprake <strong>van</strong> directe werking?<br />

Mag een bestemming zo gewijzigd<br />

wor<strong>de</strong>n dat er gebouwd kan wor<strong>de</strong>n<br />

naast een fabriek met geluidsoverlast?<br />

Omdat het boek beoogt praktijkgericht<br />

te zijn, valt ook <strong>op</strong> dat <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> praktijk<br />

zeer belangrijke art<strong>ik</strong>el 19-procedure<br />

slechts één keer wordt genoemd en dat<br />

men het dan heeft over “<strong>de</strong> beruchte<br />

art<strong>ik</strong>el 19-procedure”. Wellicht komen<br />

<strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen in het on<strong>de</strong>rwijs aan


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Signalementen<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragen<br />

die aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> elk hoofdstuk te<br />

vin<strong>de</strong>n zijn. Deze vragen zijn zo gekozen<br />

dat ze een goed startpunt zijn voor een<br />

discussie in werkgroepen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het lezen <strong>van</strong> Planning voor stad<br />

en land wordt je je er<strong>van</strong> bewust dat<br />

er <strong>de</strong> laatste jaren veel nieuws on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> zon is in <strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

planning. De watertoets, diverse<br />

(milieu-) effectrapportages, nieuwe<br />

landgoe<strong>de</strong>ren, het zijn begrippen die<br />

zo snel ingeburgerd zijn in <strong>de</strong> planningspraktijk<br />

dat je bijna zou vergeten<br />

dat ze enkele tientallen jaren gele<strong>de</strong>n<br />

nog niet, in <strong>de</strong>ze vorm beston<strong>de</strong>n. In het<br />

boek komen ze allemaal aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

Voor wie <strong>op</strong> zoek is naar een introductie<br />

over het Investeringsbudget Lan<strong>de</strong>lijk<br />

Gebied raad <strong>ik</strong> hoofdstuk 7 aan.<br />

Daarnaast is dit boek één <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste<br />

plaatsen waar het Gemeenschappelijk<br />

Ontw<strong>ik</strong>kelings Bedrijf <strong>van</strong> het Rijk<br />

beschreven wordt.<br />

De laatste twee hoofdstukken over<br />

<strong>de</strong> Blauwe Stad en het Groene Hart<br />

vormen welkome praktijkvoorbeel<strong>de</strong>n.<br />

Deze twee casussen zijn goed gekozen.<br />

De problematiek die in <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n<br />

speelt en <strong>de</strong> daarbij gekozen aanpak<br />

zijn actueel en geven aanleiding tot<br />

veel discussie. In <strong>de</strong>ze hoofdstukken<br />

stelt <strong>de</strong> schrijfster kritische vragen en<br />

laat zien welke dilemma’s spelen. Dit<br />

ontbreekt <strong>op</strong> sommige an<strong>de</strong>re plekken<br />

in het boek. Zo komt <strong>de</strong> weerstand <strong>van</strong><br />

agrariërs tegen vormen <strong>van</strong> landinrichting<br />

die in hoge mate gericht zijn <strong>op</strong><br />

natuur en recreatie niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<br />

Ook bij <strong>de</strong> bespreking <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />

als <strong>de</strong>centralisatie en het overlaten<br />

<strong>van</strong> voormalige overheidstaken aan <strong>de</strong><br />

markt en <strong>de</strong> civil society, zou naast <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> risico’s gewezen<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n. Terecht citeert het<br />

boek <strong>de</strong> slogan ‘geen beleid zon<strong>de</strong>r<br />

budget’. Deze slogan levert echter geen<br />

kritische vragen <strong>op</strong> ten aanzien <strong>van</strong><br />

bijvoorbeeld het Investeringsbudget<br />

Lan<strong>de</strong>lijk Gebied. In <strong>de</strong> praktijk bestaat<br />

<strong>de</strong> vrees dat als <strong>de</strong> betrokken ministers<br />

min<strong>de</strong>r aandacht voor het beleidsterreinen<br />

krijgen, <strong>de</strong> financiële mid<strong>de</strong>len ook<br />

af zullen nemen. Hoewel het boek soms<br />

kritischer en praktischer zou mogen<br />

zijn, verdient het zeker een plaats in <strong>de</strong><br />

boekenkast <strong>van</strong> stu<strong>de</strong>nten en an<strong>de</strong>re<br />

geïnteresseer<strong>de</strong>n. Al met al geeft<br />

Planning voor stad en land een goed<br />

beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke planning aan<br />

het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> eenentwintigste eeuw.<br />

Evelien <strong>van</strong> Rij (h.e.<strong>van</strong>rij@tu<strong>de</strong>lft.nl) is als<br />

on<strong>de</strong>rzoeker verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> sectie Geoinformatie<br />

en Grondbeleid <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoeksinstituut<br />

OTB, TU Delft.<br />

P. 71<br />

Signalementen<br />

Kleine geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Stadsregio<br />

Amsterdam<br />

Auteur: Jos <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Lans; Uitgever:<br />

Inmerc; 82 p.; ISBN 10-90-6611-613-7;<br />

14,95 euro<br />

Tien jaar gele<strong>de</strong>n zette <strong>de</strong> bevolking<br />

<strong>van</strong> Amsterdam een d<strong>ik</strong>ke streep<br />

door <strong>de</strong> plannen om <strong>van</strong> <strong>de</strong> regio<br />

Amsterdam een stadsprovincie te<br />

maken. Het zoenoffer dat daarvoor<br />

door <strong>de</strong> hoofdstad gebracht moest<br />

wor<strong>de</strong>n – het <strong>op</strong><strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente<br />

Amsterdam – stuitte <strong>op</strong> enorme weerzin.<br />

Massaal trokken <strong>de</strong> Mokumers<br />

naar <strong>de</strong> stembus om, in <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> toenmalig burgemeester Patijn,<br />

met een ‘Albanese referendumuitslag’<br />

<strong>van</strong> bijna 94 procent het plan naar <strong>de</strong><br />

prullenbak te verwijzen.<br />

De gevolgen daar<strong>van</strong> waren groot. Ze<br />

klonken door tot in Den Haag, waar het<br />

‘nee’ <strong>van</strong> Amsterdam een ein<strong>de</strong> maakte<br />

aan paarse plannen om grootste<strong>de</strong>-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Signalementen<br />

lijke regio’s in Ne<strong>de</strong>rland een eigen<br />

bestuur te geven. Maar ook in <strong>de</strong> regio<br />

Amsterdam zelf liet <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

afkeuring diepe sporen na. Het<br />

wantrouwen was groot en er moest<br />

heel wat gebeuren om <strong>de</strong> bestuurlijke<br />

gele<strong>de</strong>ren weer tot elkaar te brengen.<br />

Tien jaar later maakt publicist Jos <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>r Lans <strong>de</strong> balans <strong>op</strong>. Hoe heeft <strong>de</strong><br />

stadsregio Amsterdam het trauma<br />

<strong>van</strong> 1995 verwerkt? Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong><br />

gesprekken met directe betrokkenen<br />

en <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> schriftelijke bronnen<br />

reconstrueert hij <strong>de</strong> recente geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> stadsregio Amsterdam. Een<br />

geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> – hoe kan het ook<br />

an<strong>de</strong>rs – bestuurlijke drukte en menselijk<br />

ongeduld, maar vooral ook een<br />

geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> tastbare resultaten en<br />

blijven<strong>de</strong> zorgen.<br />

Architectuur in<br />

Ne<strong>de</strong>rland jaarboek<br />

2005/06<br />

Samenstelling: Daan Bakker, Allard<br />

Jolles, Michelle Provoost & Cor<br />

Wagenaar; Uitgever: NAi Uitgevers; 184<br />

p.; ISBN 90-5662-488-1; 39,50 euro<br />

Al jaren lang publiceert <strong>de</strong> uitgever <strong>van</strong><br />

het Ne<strong>de</strong>rlands Architectuur Instituut<br />

een jaarboek met daarin <strong>de</strong> belangrijkste<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse architectuurwerken<br />

<strong>van</strong> het afgel<strong>op</strong>en jaar. Ook dit jaar<br />

wor<strong>de</strong>n grote namen als Neutelings<br />

Riedijk (vertegenwoordigd met het<br />

Scheepvaart- en Transportcollege in<br />

Rotterdam) en De Architecten Cie. (met<br />

<strong>de</strong> Philharmonie in Haarlem) afgewisseld<br />

met relatief onbeken<strong>de</strong> architectenbureau’s<br />

als HVDN en Joustra<br />

Reid. De laatste laat met een woonhuis<br />

in Aer<strong>de</strong>nhout zien dat lokaal-traditioneel<br />

(rieten kap) en Superdutch<br />

(een glazen doos <strong>op</strong> <strong>de</strong> begane grond)<br />

prima samen kunnen gaan. HVDN staat<br />

met haar prefab containerwoningen<br />

(vooral bedoeld voor stu<strong>de</strong>nten) in<br />

<strong>de</strong> Amsterdamse Houthavens in het<br />

jaarboek – een <strong>op</strong>vallen<strong>de</strong> keuze omdat<br />

het hier om tij<strong>de</strong>lijke woningen gaat.<br />

Ook Jo Coenen’s smalle, hoge toren in<br />

<strong>de</strong> Eindhovense buurt Smalle Haven,<br />

Kasteel Leliënhuize bij Den Bosch<br />

– waar<strong>van</strong> wel wordt gezegd dat het <strong>de</strong><br />

eerste gated community in Ne<strong>de</strong>rland<br />

is – en <strong>de</strong> geluidswal annex autoshowroom<br />

langs <strong>de</strong> A2 bij Leidse Rijn staan<br />

erin. De projectbeschrijvingen en<br />

prachtige foto’s wor<strong>de</strong>n afgewisseld<br />

door korte essays, <strong>van</strong> moskeeën tot<br />

luchtkwaliteit tot <strong>de</strong> Nota Ruimte.<br />

P. 72<br />

In dienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad:<br />

25 jaar werk <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

diensten <strong>van</strong> Amsterdam<br />

Den Haag en Rotterdam<br />

Samenstelling: Han Meyer en Leo <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>n Burg; uitgever: SUN; 96 p.; ISBN<br />

90-8506-186-5; 19,50 euro<br />

Dat <strong>de</strong> charme en sfeer <strong>van</strong> een tij<strong>de</strong>-<br />

lijke tentoonstelling vastgelegd kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n in een elegante catalogus is al<br />

lang bekend. Deze tweetalige publicatie<br />

(Ne<strong>de</strong>rlands en Engels) is een mooie<br />

poging om een tentoonstelling die vorig<br />

jaar in <strong>de</strong> faculteit Bouwkun<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

TU Delft te zien was te laten herleven.<br />

Het thema <strong>van</strong> die tentoonstelling was<br />

<strong>de</strong> positie die ruimtelijke diensten<br />

<strong>van</strong> gemeenten innamen in het tot<br />

stand komen <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige erfgoed. Dat was<br />

geïllustreerd met projecten en plannen<br />

uit het <strong>de</strong> gemeentelijke diensten <strong>van</strong><br />

Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.<br />

Deze diensten, meent <strong>de</strong> redactie,


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Signalementen + Advertentie<br />

samen met <strong>de</strong> diensten <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re<br />

ste<strong>de</strong>n, zorg<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> renaissance<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige disciplines<br />

die sinds <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw te bespeuren is. Vanaf die jaren<br />

<strong>heb</strong>ben ste<strong>de</strong>lijke diensten ontwerpconcepten<br />

en planmetho<strong>de</strong>n ontw<strong>ik</strong>keld<br />

die afweken <strong>van</strong> <strong>de</strong> verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

naoorlogse traditie. Deze nieuwe<br />

concepten en metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze<br />

publicatie geïllustreerd en met elkaar<br />

vergeleken.<br />

Het eerste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> publicatie<br />

bevat een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tentoonstelling.<br />

Er wor<strong>de</strong>n kleurrijke<br />

plaatjes en planmateriaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige diensten gepresenteerd<br />

met een bondige uitleg over<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige concepten en<br />

projecten. In het twee<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elte<br />

staan vijf korte essays waarin <strong>de</strong><br />

reflecties en analyses <strong>van</strong> <strong>de</strong>skundigen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> faculteit Bouwkun<strong>de</strong> uit<br />

Delft naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

Naast essays over het belang <strong>van</strong> het<br />

structuurplan zoals blijkt uit <strong>de</strong> prak-<br />

P. 73<br />

tijk in <strong>de</strong> drie ste<strong>de</strong>n (Joost Schrijnen),<br />

het ontwerpen <strong>van</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte<br />

in Den Haag (Henko Bakkering) en<br />

een overzicht <strong>van</strong> aantal ste<strong>de</strong>lijke<br />

projecten en hoe <strong>de</strong> diensten <strong>de</strong>ze<br />

als strategische instrument hanteren<br />

(Luisa Maria Calabrese) wordt er ook<br />

aandacht geschonken aan <strong>de</strong> betekenis<br />

<strong>van</strong> een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> maatschappelijke<br />

en ruimtelijke context voor <strong>de</strong> rol<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijke diensten en <strong>de</strong> aard <strong>van</strong><br />

het ste<strong>de</strong>nbouwkundige werk (Agnes<br />

Franzen en Han Meyer).


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Column O. Naphta<br />

Momentum<br />

Column: Momentum<br />

Je hoort het woord vaak, vooral in <strong>de</strong> politiek. Er is geen<br />

momentum of juist wel. In gewoon Ne<strong>de</strong>rlands: het zal er<br />

het moment wel niet voor wezen. Wat doen <strong>de</strong> taalbe<strong>de</strong>rvers<br />

– Van Vaaghuizen zal je bedoelen, zegt Deel<strong>de</strong>r dan – met zo’n<br />

mooi natuurkundig begrip? Momentum is een even geheimzinnig<br />

als mooi begrip, net als k<strong>op</strong>pel, dat je vroeger nog wel<br />

eens met een getalsverhouding zag aangeprezen als een<br />

eigenschap <strong>van</strong> een auto. Het (statisch) moment ten <strong>op</strong>zichte<br />

<strong>van</strong> een punt is het product <strong>van</strong> <strong>de</strong> kracht en <strong>de</strong> loodlijn uit<br />

dat punt <strong>op</strong> <strong>de</strong> richting <strong>de</strong>r kracht neergelaten. Een k<strong>op</strong>pel is<br />

een stelsel <strong>van</strong> twee gelijke en evenwijdige krachten die in<br />

tegengestel<strong>de</strong> richting draaien.<br />

Aan <strong>de</strong>ze mooie <strong>de</strong>finities moest <strong>ik</strong> <strong>de</strong>nken toen <strong>ik</strong> onlangs<br />

in mijn lievelingskrant een huilerig verhaal las <strong>van</strong> een<br />

Tilburgse professor die was stukgel<strong>op</strong>en <strong>op</strong> <strong>de</strong> Haagse politiek.<br />

Waarvoor had <strong>de</strong> professor m/v, kind geen bezwaar, zich<br />

laten lijmen? Voor <strong>de</strong> Evaluatiecommissie Wet milieubeheer.<br />

De ou<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r jullie weten dat milieu mijn lievelingson<strong>de</strong>rwerp<br />

is. Welke mooie herinneringen bewaar <strong>ik</strong> niet aan<br />

<strong>de</strong> milieucursus <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie Zuid-Holland in <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw, waar we avond aan avond stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>op</strong> het maken<br />

<strong>van</strong> milieukaarten. Ten minste, daar houd <strong>ik</strong> het nog steeds<br />

<strong>op</strong>. Volgens <strong>de</strong> cursusmeester ging het over beleid. Enfin, <strong>de</strong><br />

professor c.s. <strong>heb</strong>ben twaalf adviezen afgeleverd aan VROM<br />

en <strong>de</strong> Evaluatiecommissie zou een lang en gelukkig leven<br />

tegemoet gaan. Welke commissie was immers zo productief?<br />

De Vrommers dachten er an<strong>de</strong>rs over: <strong>op</strong>heffen zo’n<br />

productiemachine, lastpakken, ongewil<strong>de</strong> druktemakers.<br />

De ambtenaren von<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> ‘adviezen niet aansloten <strong>op</strong><br />

het momentum. Ze gingen vaak over aspecten waarnaar het<br />

ministerie en <strong>de</strong> Kamer <strong>op</strong> dat moment hun hoofd niet had<strong>de</strong>n<br />

staan.’ Hun hoofd. Interessante zinnen zijn dat. Je ziet het<br />

voor je: een stelletje statische sufkezen is niet in staat om het<br />

punt te bere<strong>ik</strong>en waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Tilburgse professor <strong>op</strong> hen wordt neergelaten en hen uit het<br />

P. 74<br />

lood zal slaan. Natuurkun<strong>de</strong> bestaat niet alleen in het veld,<br />

maar ook in <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>rlokalen <strong>van</strong> ’s land regeringscentrum.<br />

In het art<strong>ik</strong>el staan tal <strong>van</strong> voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> niet werken<strong>de</strong><br />

wetsregels. Eentje die onze planologische besognes raakt<br />

is <strong>de</strong> standstill-regel uit <strong>de</strong> Wet milieubeheer. Die wil dat <strong>de</strong><br />

milieukwaliteit <strong>van</strong> een gebied waarvoor nieuwe plannen<br />

wor<strong>de</strong>n gemaakt nooit mag verslechteren. Als eenvoudig<br />

planoloog zou je zoiets niet kunnen be<strong>de</strong>nken, maar<br />

Ne<strong>de</strong>rland zit vol lui die dat wel be<strong>de</strong>nken en er ook nog in<br />

slagen dat in <strong>de</strong> wet vast te leggen. Wat ze vastleggen ontgaat<br />

mij. Maar daarin sta <strong>ik</strong> niet alleen. Een Duitse milieuprofessor<br />

die is geïnterviewd valt het <strong>op</strong> dat volgens <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

wetgevingscultuur nooit <strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet in <strong>de</strong> wet<br />

zelf wordt vastgelegd. In toelichtingen wordt er uitvoerig over<br />

gebabbeld, maar wetten zelf zwijgen erover als het graf. Dat<br />

levert enorme interpretatieproblemen waar<strong>van</strong> een hele<br />

machinerie <strong>van</strong> juristen en bureaucraten een goed beleg<strong>de</strong><br />

boterham eet. Dat is een veel interessanter waarneming <strong>van</strong><br />

een an<strong>de</strong>re Ne<strong>de</strong>rlandse milieuprofessor die volhoudt dat<br />

wetten alleen maar werken als er maatschappelijk draagvlak<br />

voor is. Nou schreef <strong>ik</strong> toch eerst draagvlek, mooi woord<br />

eigenlijk. Nog weer en an<strong>de</strong>re professor jammert over <strong>de</strong><br />

slechte uitvoerbaarheid <strong>van</strong> onze wetten. De getorpe<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

Evaluatiecommissie was <strong>op</strong>gevolgd door <strong>de</strong> Structurele<br />

Evaluatie Milieuwetgeving (STEM, alle afkortingen <strong>heb</strong>ben<br />

tegenwoordig iets herkenbaar leuks) en ook <strong>de</strong> STEM <strong>de</strong>s<br />

volks had het ministerie niet aan een touwtje; doet zelf wat<br />

hij/zij, het geen bezwaar, wil. De STEM is een consortium<br />

<strong>van</strong> eigenwijze wetenschappers – zeg <strong>de</strong> lui die zojuist zijn<br />

geciteerd.<br />

Hier is dui<strong>de</strong>lijk sprake <strong>van</strong> k<strong>op</strong>pel tussen het personeel<br />

<strong>van</strong> onze regering, <strong>de</strong> Vrommers, <strong>de</strong> Bzetters enz. K<strong>op</strong>pel x<br />

momentum = óns personeel, <strong>de</strong> regering, weet niet goed haar<br />

personeel te kiezen.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

Advertentie<br />

P. 75


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 40 / Nr. 1 / 2007<br />

InBeeld: Wegbl<strong>ik</strong>ken<br />

><br />

Grachtengor<strong>de</strong>l (stads<strong>de</strong>el Centrum)<br />

P. 76

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!