Golf Weekly 2013 editie 03

GOLF Weekly | maandag 8 april 2013 | www.golfweekly.nl
Ruggenberg: ‘Ten eerste speelt in de
Masters de absolute wereldtop en aangezien
we nog nooit een speler in de top-50 van de
wereld hebben gehad, is dat de meest simpele
uitleg. Waarom niet, is dan de volgende vraag.
Maarten heeft er dichtbij gezeten en ook
Luiten. In beide gevallen had het wel gekund,
alleen is die laatste stap naar de wereldtop
behoorlijk groot. Joost heeft het talent zeker
om dat te halen. Wel ligt er een probleem bij
de manier van opleiden in Nederland. Er heerst
geen topsportcultuur rond golf in Nederland
maar we denken dat we wel verschrikkelijk
goed bezig zijn, dat we het hebben uitgevonden.
Als we structureel spelers willen in de
top-50 en dus in de majors, zal de NGF kijkjes
moeten nemen in andere keukens. Als ik voor
mezelf spreek als golfverslaggever, is het best
teleurstellend dat niemand in de top-50 staat.
Golf is wereldwijd een grote sport en Nederland
speelt als figurant mee. Als journalist en
sportliefhebber en actieve volger in de baan is
het prettiger om positief te schrijven over onze
golfers. Maar ik denk zeker dat er in de nabije
toekomst een Nederlander de Masters speelt. Je
ziet dat je met twee goede weken snel stijgt op
de worldranking, zeker als er een toernooizege
bij zit. Alle drie onze spelers op de European
Tour kunnen winnen. Joost Luiten zal denk ik
onze eerste speler op de Masters zijn.’
Lafeber: ‘Nee niet Joost maar ik word de
eerstvolgende Nederlander in de Masters! Ik
word namelijk weer amateur en win de British
Amateur! Kan niet zo moeilijk zijn toch?’
Muntz: ‘Maarten, dan ga ik je caddieën op het
Brits Amateur! Is inderdaad niet zo moeilijk :)’
(Muntz won dat toernooi in 1990, red)
Lafeber: ‘Zonder dollen, Joost maakt zeker
een kans om in de toekomst de Masters te spelen
maar dan moet ie echt wel grote stappen
gaan maken. Het is niet makkelijk. Kijk naar
Marcel Siem, vorig jaar een topjaar gehad met
een grote overwinning (Frans Open) en dit jaar
al twee World Golf Championships gespeeld en
de Trophée Hassan II gewonnen en nog kwalificeerde
hij zich niet. En voor mezelf, eerst
weer winnen en dan verder kijken. Ik ben het
niet eens met Hans dat we de komende jaren
een Nederlanders in de Masters zien. Talent en
structuur in Nederland zijn gewoon nog niet
goed genoeg. Helaas maar waar!’
Ruggenberg: ‘Je bent het dus wel grotendeels
met me eens Maarten? Behalve dan die
speler in de Masters in de nabije toekomst ;-)'
Muntz: ‘Zoals Maarten al schrijft, het is niet
zo evident om in die top-50 te komen of je te
kwalificeren via de andere normen. Teleurstellend
is het zeker en natuurlijk hopen we allemaal
dat er snel weer een Nederlander op de
eerste tee van Augusta "Gentlemen, play away"
mag vernemen, maar ook ik denk dat het nog
wel even duurt. Hoe het kan? Heel simpel, de
Nederlandse golfers zijn op het moment van
de criteria van de Masters gewoon niet goed
genoeg om een uitnodiging te ontvangen.’
Remkes: ‘De hoop nooit opgeven! Het gaat
zeker gebeuren maar niet de aankomende
vijf jaar. Het is duidelijk dat de top-50 van de
wereld een heel moeilijke stap is. Het wordt
AAN DE
Golf Weekly: Gerard de Wit speelde in de jaren ’60 drie keer in de Masters. Rolf Muntz
(1991) en Reinier Saxton (2009) hebben zich weten te kwalificeren, maar dat was als amateur.
Dit jaar wéér geen Nederlander in het toernooi. Hoe teleurstellend is dat? En gaan we
het nog een keer meemaken of moeten we de hoop zo langzamerhand opgeven?
Reinier Saxton in The Masters 2009.
ook zwaar onderschat door golfers en media.
In Nederland denken we dat we het super doen
maar dat is grote onzin. Het is nog te amateuristisch
en te vrijblijvend. Denemarken gaat als
een trein en produceert topper na topper. De
spelers die wij hebben zijn gewoon niet goed
genoeg. Punt!’
Muntz: ‘Het moge duidelijk zijn dat we voor
de prestaties van de Nederlandse golfers op dit
moment afhankelijk zijn van de kracht van het
individu en niet van het systeem.’
Lafeber: ‘Wow, duidelijke taal mannen!
Normaal ben ik degene die dat doet haha. Maar
jullie hebben gelijk, we zijn niet goed genoeg
op het moment. En we zijn niet realistisch. We
denken allemaal dat we zo goed en bijzonder
zijn. Heb ik mezelf in het verleden ook schuldig
aan gemaakt. De arrogantie droop er soms van
af, net zoals bij Rolf en Robert-Jan (Derksen,
red.) toen ze wonnen en nu ook bij Joost. We
denken allemaal als we een keer de beste golfer
van Nederland zijn dat we wereldtop zijn.
Dus niet! Sorry maar niveau en concurrentie
stellen niets voor in Nederland. In veel andere
landen wel en daar staan de spelers met beide
voeten op de grond. In het buitenland maken
de Tourspelers elkaar beter en in Nederland
zijn we individualisten, we maken elkaar niet
beter! Iedereen is bang voor z'n eigen hachje,
daardoor worden we nooit beter.’
Ruggenberg: ‘Ik denk dat Maarten een
belangrijke factor benoemt. Individualisten en
ALLEN:
'Als we structureel
Nederlandse spelers
in de top 50
willen dan moeten
we elkaar helpen,
het is geen “bigdick
competition”.'
elkaar niet beter maken. En verder, als je als
bond vooral bezig bent om uit te dragen dat de
sport blijft groeien en dat golf de derde sport
van Nederland is, ligt duidelijk de prioriteit
bij breedtesport en is topsport van inferieur
belang. Zolang de NGF de prioriteit van breedtesport
naar topsport niet aanpast, moeten we
het van de schaarse spelers hebben die vooral
op eigen kracht en talent doorbreken. Als je
topsportprogramma in orde is, krijg je meer
toppers en is breedtesport een gevolg daarvan.
De NGF denkt in de verkeerde volgorde.’
Allen: ‘Ik ben het helemaal eens met Hans
en Maarten. Alleen door samenwerken kunnen
TOURNIEUWS
‘RONDE TAFEL’
7
we golf in Nederland naar een hoger niveau
tillen. Golf is een moeilijke sport, alles alleen
doen en de anderen alleen maar als concurrenten
zien is niet de manier. Ook de coaches
moeten samenwerken. Als we structureel
spelers in de top-50 van de wereld willen, dan
moeten we elkaar helpen, het is geen big-dick
competition. Kijk naar Woods en Steve Stricker.
Stricker geeft Woods een paar tips met putten
en Woods wint het toernooi en bedankt Stricker.
Kijk dat is klasse! Mijn vraag is: wie speelt
de belangrijkste rol hierin? De NGF of PGA Holland?
Interessant!’
Remkes: ‘Iedereen! Maar het begint natuurlijk
al op de Nederlandse golfclubs zelf. Een
13-jarig kereltje die een keer 72 maakt krijgt
een partij veren in zijn reet geduwd waar hij
zijn hele verdere golfleven last van heeft. Er
is in Nederland heel weinig echt verstand
van topgolf om talenten een spiegel voor te
houden en ze te laten zien dat de top-50 heel
erg ver weg is en wat je er voor moet doen en
zeker voor moet laten om een hoog niveau te
bereiken.’
Lafeber: ‘Het gaat om golf in Nederland beter
maken, dat willen we allemaal. Niemand is
verplicht om een ander te helpen maar het zou
heel goed zijn. In het verleden heb ik dat ook
niet gedaan, maar nu help ik jonge Nederlandse
Tourspelers als ze er om vragen. Zij leren
van mij en ik leer ook van die jonge gasten, dat
is toch hoe het zou moeten.’