Golf Weekly 2013 editie 03

ovincie
hics
Groningen
7.448
54
9
Drenthe
6.397
144
-
GOLF Weekly | maandag 8 april 2013 | www.golfweekly.nl
Utrecht
42.396
180
36
Limburg
17.308
279
27
61-70
Overijssel
16.986
71+
126
36
Buitenland
6.432
Gelderland
36.594
378
18
Bijna
60%
van de golfers tussen
41 en 50 jaar
zit in Stap 2
Deze grafische presentatie
van actuele cijfers en
feiten komt uit de tweede
editie van de NGF-publicatie
‘GolfMarkt’. De NGF wil
de golfbranche met deze
publicatie meer inzicht geven
in de huidige marktsituatie.
Golfmarkt is online te lezen
op NGF.nl.
Extra kaarten en
statistieken in de
digitale bijlage
van GolfMarkt
op www.ngf.nl
column in Golf Weekly 2 (‘Golfers en
ambitieloze zogenaamde golfers) wil
ik graag van de gelegenheid gebruik
maken om te reageren. Als sporter
kan ik mij voorstellen (zelf ooit fanatiek
competitiespeler met handicap
8) dat je de lat hoog legt. Dat is overigens
een vrije keuze en die geldt
voor elke sport. De realiteit is echter,
gelet op de bezetting van deelnemers
tijdens maandbekers en clubkampioenschappen,
dat het aantal
sterk afneemt. Onze vereniging telt
ruim 1000 leden, waarvan ongeveer
20 procent deelneemt aan wedstrijdevenementen.
De overige spelen
regelmatig of weinig. Als baaneigenaar/exploitant
is deze laatste groep
voor de exploitatie heel belangrijk,
zij maken het immers mogelijk dat
ambitieuzere golfers überhaupt kunnen
golfen/competitiespelen.
Golf Weekly: ‘Van alle Nederlandse
golfers heeft slechts 35 procent een
handicap van 36 of lager. Schrikt u
van zulke cijfers?
NGF-directeur Jeroen Stevens:
‘Schrikken natuurlijk niet want die
cijfers zijn al een tijd bekend maar
het is wel confronterend.’
Wat leren de cijfers u?
‘Wat wij bij de NGF ook al lang
wisten: dat heel veel golfers in
Nederland de afgelopen jaren op een
verkeerde manier een GVB hebben
gehaald en vervolgens niet verder
zijn gegaan met golf. Al die korte
cursussen waarbij nieuwe golfers
in twee dagen een GVB haalden zijn
verschrikkelijk slecht geweest. In
twee dagen leer je niet golfen, dat is
helaas een feit. Heel veel mensen die
op de verkeerde manier met golf zijn
begonnen, spelen na het halen van
het GVB niet of nauwelijks omdat ze
te weinig plezier aan golf beleefden.’
Geen plezier omdat ze niet echt
kunnen golfen?
‘Precies. Als jij tennist en iedere
bal in het net of over het hek
slaat beleef je weinig lol en op een
bepaald moment zal je stoppen met
de sport. Als je op de golfbaan staat
en over de bal heen maait zal je ook
niet veel zin hebben de volgende dag
weer te spelen.’
De handicaps moeten dus omlaag?
‘We staren ons niet blind op
handicaps. Iemand met handicap 34
kan heel veel plezier beleven aan golf
en dat is alleen maar prachtig, vooral
lekker veel blijven spelen. Maar uit
alle onderzoeken blijkt dat gemiddeld
genomen een golfer die een
beter spelniveau heeft vaker speelt
en meer plezier aan golf beleeft.’
Hoe gaat de NGF het spelniveau
verbeteren?
‘Nieuwe golfers moeten beter
opgeleid worden dan voorheen en de
inactieve golfers die op een verkeerde
manier met golf in aanraking
zijn gekomen moeten we alsnog
goed gaan opleiden. Dat is een
verantwoordelijkheid voor de gehele
ACHTERGROND
Hoe krijgen we
de golfer naar
de golfbaan?
Het is al een paar jaar een trend: het aantal golfers in Nederland blijft toenemen maar het aantal
gespeelde ronden blijft achter. Hoe krijg je golfers vaker aan het spelen? We vroegen het aan Jeroen
Stevens, directeur van de Nederlandse Golf Federatie.
De Nederlandse Golf Federatie verstuurt maandelijks een digitale
nieuwsbrief. Uit de maarteditie:
‘Uit statistieken blijkt dat golf nog steeds populair is, maar ook
dat minder dan de helft van het aantal golfers (381.000, red.) direct
aan een golfbaan is verbonden en ruim 65% bevindt zich nog in de
eerste drie stappen van het 9-stappenplan (handicap hoger dan 36,
red.). Daar ligt een uitdaging voor ons allen. De vraag is dan ook
hoe krijgen we de golfer naar de golfbaan en zorgen we er voor dat
golfers meer gaan spelen en (dus) beter gaan presteren waardoor
het plezier zal toenemen.’
Je hoeft mijns inziens echt geen
vijftig keer per jaar te golfen om
aan deze sport plezier te beleven. Ik
vind wel dat het instapniveau, niet
eens qua spel, wat betreft gedrag
op de baan (lees: ‘etiquette’), meer
aandacht zou moeten krijgen dan tot
op heden het geval is.
Wil je in deze onzekere tijden
overleven, dan zul je een product
moeten aanbieden waar de markt
om vraagt. Tot slot: Persoonlijk denk
ik dat er plek is voor iedere soort
golfer.
Met vriendelijk groet, Leo Krekels,
course manager Brunssummerheide
Flashback
Als mannetje van 8 ben ik ooit
in de jaren ’50 (van de vorige eeuw,
oeps) gaan tennissen in de tijd dat
de tennissport in hoog tempo van
een elitaire bezigheid een volkssport
werd. De tennisparken schoten als
paddenstoelen uit de grond, het aantal
KNLTB-leden explodeerde en vele
goede ontwikkelingen zoals jeugdopleidingen
en bloeiende verenigingen
waar de startleeftijd snel zakte van
10 naar 6 jaar brachten de sport naar
een hoger niveau.
In deze ontwikkeling groeide
begin jaren ‘70 ook de behoefte aan
tennishallen waarbij iedere zichzelf
respecterende gemeente tenminste
zijn eigen hal wilde hebben. Nederland
begon internationaal mee te tellen
met Tom Okker als ambassadeur
voor de sport.
So far so good, zou je zeggen.
Echter, begin jaren ‘80 ontstonden de
eerste scheurtjes in het bouwwerk.
Er stond een crisis voor de deur, de
groei nam af en de maatschappelijke
individualisering nam toe. De
nationale competitie had zich door
de jaren goed ontwikkeld en zorgde
voor een druk op het verenigings-
leven. In het mooiste deel van het
seizoen waren de weekends bezet
door de competitiespelers en dat
zorgde voor verdeeldheid binnen de
verenigingen.
De verenigingen/exploitanten die
kozen voor recreatief tennis en baanverhuur
verloren snel terrein aan de
verenigingen/exploitanten die kozen
voor een gezonde mix tussen recreatief-
en prestatief tennis met aandacht
voor training en begeleiding
van de jeugd- en wedstrijdspelers.
De ene na de andere tennishal ging
failliet en kon pas na het tweede
of derde faillissement weer redelijk
worden geëxploiteerd.
De verenigingen die de keuze
hadden gemaakt voor recreatief
tennis en baanverhuur hebben geen
van allen de eeuwwisseling gehaald.
De verenigingen met een gezonde
opbouw qua leeftijd en spelniveau
bestaan nog, al zijn de wachtlijsten
voor het lidmaatschap veelal
golfbranche.
Iedereen heeft
er belang bij
dat golfers
beter en vaker
gaan spelen en
meer plezier
aan de sport
beleven.’
NGF-directeur
Jeroen Stevens
17
Hoe moeten
al die golfers goed opgeleid
worden?
‘Bijvoorbeeld met het 9-stappenplan
dat de NGF vorig jaar heeft
geïntroduceerd. Dat stimuleert
golfers om beter te worden, steeds
meer banen en pro’s werken er mee.
Belangrijk is dat mensen op een vrolijke,
laagdrempelige manier met golf
in aanraking komen of opnieuw met
golf beginnen. Natuurlijk is gezelligheid
ook belangrijk, dat is voor veel
mensen ook een reden om naar een
golfbaan te gaan. Gezelligheid en
een beter spelniveau, ik vind het een
mooie combinatie.’
verdampt.
Wat is nu de moraal van het
verhaal? Eind jaren ’80 heb ik de
overstap gemaakt van de tennissport
naar de golfsport op het moment
dat de golfsport in hoog tempo van
een elitaire bezigheid een volkssport
werd. ‘Vul nu zelf het verhaaltje aan
en kleur de plaatjes.’ Commerciële
golfbaanexploitanten die niet wensen
te investeren in een vereniging
met een gezonde opbouw in leeftijd
en spelniveau wens ik veel succes
in de komende jaren. Rekenkundig
is uw tijd al op! Verenigingen/exploitanten
die voldoende aandacht
besteden aan opleidingen voor
GVB, jeugd- en wedstrijdspelers en
investeren in het prestatieve deel van
de vereniging hebben absoluut de
toekomst. Ook in en na een economische
crisis, maar je moet er wel iets
voor doen.
Richard Verheij, hcp 12, enthousiast
verenigingsgolfer