24.09.2013 Views

Vwo Nederlands oefenexamen 2 - DUO

Vwo Nederlands oefenexamen 2 - DUO

Vwo Nederlands oefenexamen 2 - DUO

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Vwo</strong> <strong>Nederlands</strong>e taal<br />

Schrijfvaardigheid <strong>oefenexamen</strong> 2<br />

Algemene instructie bij onderwerp 1 en 2<br />

Als onderdeel van het college-examen maakt u een schrijfopdracht. De<br />

toets duurt 150 minuten.<br />

U kiest onderwerp 1 of 2. Het is de bedoeling dat u aan de hand van de<br />

aangeboden teksten een artikel schrijft. U kiest daartoe slechts één<br />

opdracht en maakt in geen geval meerdere opdrachten. Geef bovenaan<br />

uw tekst duidelijk aan voor welke opdracht u gekozen hebt door de letter<br />

A, B, C of D te noteren.<br />

Gebruik de volgende richtlijnen:<br />

• Ga uit van de tekstsoort en het publiek, zoals in de opdracht is<br />

aangegeven.<br />

• Zorg voor een duidelijke alinea-indeling.<br />

• Bedenk een pakkende titel.<br />

• Bedenk minstens drie tussenkopjes van maximaal zes woorden.<br />

• Het is niet de bedoeling dat u de inleiding bij onderwerp 1 of 2<br />

klakkeloos overneemt in uw eigen schrijfproduct.<br />

• Let op zinsbouw, stijl en spelling.<br />

• Gebruik minimaal 600 woorden en niet meer dan 750 woorden.<br />

Vermeld het aantal woorden onder uw tekst.<br />

Veel succes.


Onderwerp 1<br />

Inleiding<br />

Vrijheid van onderwijs<br />

Artikel 23 van de Grondwet biedt aan iedereen de mogelijkheid om een<br />

eigen school te stichten. Deze mogelijkheid bestaat al sinds 1917. Door<br />

deze vrijheid van onderwijs bestaan er bijzondere scholen naast openbare<br />

scholen. Beide worden door de overheid gesubsidieerd.<br />

Tegenwoordig gaan er echter steeds meer stemmen op om die vrijheid<br />

van onderwijs aan banden te leggen. Moet het bijzonder onderwijs naast<br />

het openbaar onderwijs blijven bestaan of moet er alleen openbaar<br />

onderwijs komen met aandacht voor levensbeschouwing en geloof? Biedt<br />

een onverzuild onderwijsbestel niet betere kansen aan alle leerlingen?<br />

Wordt door de vrijheid van onderwijs de integratie in de samenleving<br />

bevorderd of juist gehinderd?<br />

Opdracht A<br />

Schrijf voor de lezers van een regionale krant een betoog waarin u uw<br />

mening geeft over de vrijheid van onderwijs. U neemt in ieder geval de<br />

volgende informatie-elementen op:<br />

1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin<br />

u uw standpunt aan de orde stelt door middel van een stelling.<br />

2. Drie argumenten die pleiten voor uw standpunt. Gebruik hierbij een<br />

relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />

aanhalingstekens.<br />

3. Twee tegenargumenten waarvan u er een weerlegt. Gebruik een<br />

relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />

aanhalingstekens.<br />

4. Een slot met een conclusie die aansluit bij uw stelling.<br />

Opdracht B<br />

Schrijf voor de lezers van een regionale krant een beschouwing over de<br />

vrijheid van onderwijs. U neemt in ieder geval de volgende informatieelementen<br />

op:<br />

1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin<br />

u het verschijnsel beschrijft. Besluit de inleiding met de hoofdvraag.


2. Een visie van voorstanders onderbouwd met drie argumenten.<br />

Gebruik een relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat<br />

tussen aanhalingstekens.<br />

3. Een visie van tegenstanders onderbouwd met drie argumenten.<br />

Gebruik een relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat<br />

tussen aanhalingstekens.<br />

4. Een samenvattend slot waarin u uw eigen visie opneemt.<br />

De teksten die u kunt gebruiken, zijn:<br />

Limper, R. (2009, 27 oktober). Vrijheid van onderwijs belemmert de<br />

integratie. Trouw.<br />

Beek, G. van der (2009, 28 oktober). Bijzonder onderwijs werkt juist aan<br />

integratie. Trouw.<br />

Soest, A. van (2010, 26 juli). Polarisatie belemmert debat artikel 23.<br />

<strong>Nederlands</strong> Dagblad.<br />

Vergeet niet de richtlijnen uit de algemene instructie in acht te<br />

nemen!


Tekst 1<br />

Vrijheid van onderwijs belemmert de integratie<br />

Haal de naambordjes weg in het verzuilde onderwijs, dan kan elk kind<br />

naar elke school, ongeacht zijn achtergrond.<br />

Het is onbestaanbaar dat vandaag de dag, terwijl integratie in onze<br />

samenleving zo'n belangrijk thema is, scholen grondwettelijk mogen<br />

segregeren. Kinderen van vier jaar oud worden op basis van de<br />

vermeende overtuiging van hun ouders verdeeld over openbare,<br />

katholieke, protestants-christelijke, reformatorische, islamitische, joodse<br />

of scholen van een andere denominatie. Op voorhand belemmert ons<br />

verzuilde en achterhaalde onderwijsbestel zo de integratie van onze<br />

kinderen.<br />

Alle basisscholen in Nederland hebben de opdracht, vastgelegd in een<br />

kerndoel, een bijdrage te leveren aan integratie en burgerschap. Dat doe<br />

je vooral door kinderen met verschillende achtergronden en overtuigingen<br />

(voor zover van een overtuiging bij een kind al sprake is) van jongs af aan<br />

samen naar school te laten gaan. Niet voor niets was de slogan van de<br />

Vereniging Openbaar Onderwijs jarenlang niet "a-p-a-r-t, maar samen".<br />

Maar terwijl openbare scholen zich al sinds jaar en dag openstellen voor<br />

elk kind en iedere leerkracht, hebben scholen op een religieuze grondslag<br />

(met artikel 23 van de Grondwet aan hun zijde) nog steeds het recht om<br />

leerlingen of leerkrachten te weigeren, wanneer hun overtuiging<br />

onverenigbaar zou zijn met de grondslag van de school. Zo weigeren<br />

confessionele scholen niet zelden allochtone leerlingen, zogenaamd<br />

vanwege die grondslag. De eigenlijke reden is veelal te ordinair om te<br />

noemen: scholen zitten bijvoorbeeld niet te wachten op leerlingen met<br />

een taalachterstand.<br />

Onlangs liet Wim Kuiper, directeur van de Besturenraad, in 'Trouw' weten<br />

zich grote zorgen te maken over de vrijheid van onderwijs. Artikel 23 is<br />

volgens hem in gevaar. Dat ben ik met hem eens maar vanuit een geheel<br />

andere optiek. Het verzuilde onderwijsbestel is namelijk volledig<br />

achterhaald. Liever vandaag dan morgen schroef ik de "katholieke,<br />

protestants-christelijke, islamitische of openbare" naambordjes van de<br />

schoolmuren. Dan kan elk kind gewoon naar school. Iedereen is welkom,<br />

zijn sociale, culturele, levensbeschouwelijke achtergrond en seksuele<br />

geaardheid inbegrepen. Dat is op openbare scholen al jaren<br />

vanzelfsprekend. Een bijkomend voordeel is dat scholen zich meer dan nu<br />

moeten onderscheiden in hun pedagogisch-didactisch concept. Dat komt<br />

de kwaliteit ten goede.


Het verzuilde onderwijsbestel is niet meer van deze tijd. Het zijn namelijk<br />

allang niet meer de ouders die hun overtuiging aan een school willen<br />

opleggen, maar de instituties zelf, waaronder Kuipers eigen Besturenraad.<br />

Die is zijn positie als werkgeversorganisatie kwijtgeraakt aan de pas<br />

opgerichte (niet verzuilde) PO-raad en VO-raad, de sectororganisaties<br />

voor het primair en voortgezet onderwijs, en richt zich nu min of meer<br />

noodgedwongen op zijn ideologische grondslag.<br />

Maar kennelijk is de samenleving buiten het gezichtsveld van Kuiper<br />

veranderd of is de Besturenraad niet van plan zich iets aan te trekken van<br />

die ontwikkeling. Uit de Onderwijsmeter van het ministerie blijkt namelijk<br />

al jaren dat de levensbeschouwelijke overtuiging van ouders bij de<br />

schoolkeuze een volstrekt ondergeschikte rol speelt. De afstand naar de<br />

school, de sfeer en de kwaliteit van de school zijn voor vrijwel iedere<br />

ouder de belangrijkste selectiecriteria. Na kwaliteit komt een tijdje niets<br />

en dan pas doemt de denominatie (grondslag) van de school op. Hiermee<br />

is de maatschappelijke rechtvaardiging voor het verzuilde onderwijsbestel<br />

volledig verdwenen.<br />

Kuiper maakt zich dus terecht zorgen over de houdbaarheid van artikel<br />

23. Volgens hem is de vanzelfsprekendheid van het artikel weg. Daar ben<br />

ik blij mee. De Vereniging Openbaar Onderwijs is al sinds 1866 de<br />

belangenbehartiger van het openbaar onderwijs, maar sluit haar ogen niet<br />

voor de veranderde samenleving. Als het lukt om in 2017, honderd jaar na<br />

de onderwijspacificatie (toen het openbaar en bijzonder onderwijs<br />

financieel werden gelijkgesteld), het verzuilde onderwijsbestel af te<br />

schaffen, dan heft deze vereniging zichzelf ook op. Dan is er wat ons<br />

betreft "school" voor elk kind. Op die school is ruimte voor ieders<br />

overtuiging en is er actief aandacht voor de vele overeenkomsten en<br />

verschillen die in onze samenleving en dus op de school voorkomen.<br />

Bron: Limper, R. (2009, 27 oktober). Vrijheid van onderwijs belemmert de integratie.<br />

Trouw.


Tekst 2<br />

Bijzonder onderwijs werkt juist aan integratie<br />

Het is merkwaardig om te pleiten voor alleen openbaar onderwijs.<br />

Bijzondere scholen zijn samenbindend, inspirerend en van goede kwaliteit.<br />

De vrijheid van onderwijs belemmert de integratie, poneerde Rob Limper,<br />

directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Hij noemt het<br />

onbestaanbaar dat scholen grondwettelijk mogen segregeren, terwijl<br />

integratie in de samenleving zo'n belangrijk thema is. Als voorman van de<br />

openbare scholen in Nederland geeft Limper zo wel een erg scheef beeld<br />

van de vrijheid van onderwijs.<br />

De grondwet zegt helemaal niet dat scholen mogen segregeren. Artikel 23<br />

geeft de ruimte aan scholen die vanuit een bepaalde religieuze of<br />

pedagogische overtuiging willen werken, zogenaamde "bijzondere"<br />

scholen. Als die scholen een bepaald minimum aan leerlingen hebben en<br />

verder voldoen aan de eisen van de wet, worden ze financieel gelijk<br />

gesteld aan andere scholen. Dat is alles.<br />

Dat die scholen vervolgens aan potentiële leerlingen en hun ouders vragen<br />

de religieuze of pedagogische overtuiging van de bijzondere school op zijn<br />

minst te respecteren, is niet meer dan logisch. Als je een school opricht op<br />

grond van zo'n overtuiging, dan sta je daar ook voor. Ouders die hun kind<br />

aanmelden, moeten zich dat realiseren. Dat heeft niets te maken met het<br />

verstrekken van een vrijbrief om te segregeren.<br />

De praktijk laat ook zien dat bijzondere scholen niet segregeren. De<br />

suggestie van de Vereniging van Openbaar Onderwijs dat ze de grondslag<br />

misbruiken om bijvoorbeeld leerlingen met een taalachterstand te weren,<br />

kan hij niet met feiten staven. Er zullen in incidentele gevallen - op wat<br />

voor school ook - wel eens dingen gebeuren die niet in de haak zijn. Voor<br />

beleidsmatige overwegingen moet je niet naar incidenten kijken, maar<br />

naar het algemene beeld op basis van feiten. En die zijn duidelijk: er is<br />

geen sprake van segregatie op of door bijzondere scholen. Ze besteden<br />

niet minder dan openbare scholen aandacht aan de noodzaak van<br />

integratie, verdraagzaamheid en samenwerking.<br />

Volgens Rob Limper is de maatschappelijke rechtvaardiging voor het<br />

verzuilde onderwijssysteem volledig verdwenen, omdat ouders bij de<br />

schoolkeuze vooral letten op de afstand, de sfeer en de kwaliteit en pas<br />

daarna op de denominatie.<br />

Ik ken die lijstjes van keuzemotieven ook. Boeiend is dan bij ouders door<br />

te vragen wat men met de belangrijke items "sfeer" en "kwaliteit" bedoelt.<br />

Als reactie komen er dan allerlei omschrijvingen die direct te maken


hebben met de religieuze of pedagogische overtuiging van de school. Dat<br />

is ook niet verwonderlijk, want een religieus of pedagogisch uitgangspunt<br />

heeft alleen betekenis als het doorwerkt in alles wat de school tot die<br />

bijzondere school maakt. Het bijzondere van de school vertaalt zich dus<br />

onmiddellijk in (onder meer) de sfeer en de kwaliteit en beperkt zich<br />

geenszins tot het begrip denominatie.<br />

Het op grond van de lijstjes met keuzemotieven opheffen van het<br />

bijzonder onderwijs mist daarom elke overtuigingskracht. Laten we ook<br />

hier de feiten maar laten spreken: het percentage ouders dat voor een<br />

bijzondere school kiest, blijft onveranderd hoog.<br />

De laatste tijd klinkt wel vaker het geluid dat bijzonder (christelijk en<br />

islamitisch) onderwijs beter afgeschaft kan worden. Rob Limper ziet als<br />

"bijkomend voordeel" dat scholen zich dan meer gaan onderscheiden op<br />

hun pedagogisch didactisch concept. Dat is tegenstrijdig: onderscheid op<br />

grond van een bepaald concept was toch juist uit den boze? Het is dus<br />

merkwaardig om ineens te pleiten voor onderscheid tussen scholen en<br />

daarvan een stimulans te verwachten voor de kwaliteit.<br />

Dat is wel logisch, gezien de praktijk van bijzondere scholen. Het zijn<br />

meer dan gemiddeld scholen met een goede kwaliteit. Dat komt omdat ze<br />

ervaren, dat hun duidelijke uitgangspunt samenbindend en inspirerend is.<br />

Consequent bijzonder onderwijs is daarom de beste garantie voor<br />

kwalitatief goed onderwijs. Organisaties als de Besturenraad, de koepel<br />

van christelijke onderwijsinstellingen, zijn er niet alleen ter verdediging<br />

van de ruimte voor bijzonder onderwijs, maar ook om te ondersteunen<br />

samenbindend en inspirerend te zijn. Ook als het gaat om integratie van<br />

de samenleving is daarom niemand gediend met het verdwijnen van<br />

bijzonder onderwijs. Integendeel: het is beter om alle onderwijs bijzonder<br />

te maken.<br />

Bron: Beek, G. van der (2009, 28 oktober). Bijzonder onderwijs werkt juist aan<br />

integratie. Trouw.


Tekst 3<br />

Polarisatie belemmert debat artikel 23<br />

Het debat over de vrijheid van onderwijs is in zowel de politiek als het<br />

onderwijs zelf gepolariseerd en zit daardoor vast. Wetenschappers en de<br />

onafhankelijke Onderwijsraad moeten nu proberen de bezinning op artikel<br />

23 van de Grondwet een stap verder te helpen. Het initiatiefwetsvoorstel<br />

dat christelijke scholen en andere richtingen in het bijzonder onderwijs wil<br />

dwingen alle leerlingen te accepteren, kan volgens de meeste<br />

deskundigen de prullenbak in. Na verschillende onderwijsjuristen, heeft<br />

ook de Onderwijsraad geadviseerd dit voorstel te "heroverwegen". Dat is<br />

onderwijsraadtaal voor: het is een nutteloos voorstel.<br />

Principieel<br />

Maar of de indieners van de wet (PvdA, SP, GroenLinks en D66) hun plan<br />

daadwerkelijk zullen opgeven, is de vraag. Zij beseffen zelf vermoedelijk<br />

ook wel dat het voorstel niet bijdraagt aan de bestrijding van segregatie in<br />

het onderwijs (het ontstaan van "zwarte" en "witte" scholen), maar willen<br />

onder dat mom vooral een principieel puntje scoren. Margot Kraneveldt,<br />

die toen het voorstel enkele maanden geleden weer van stal werd gehaald<br />

nog onderwijswoordvoerster was van de PvdA, ontkende dat het plan<br />

slechts symbolisch was. "Maar," voegde ze er direct aan toe, "ik ben er<br />

wel van overtuigd dat symbolen soms ook heel belangrijk zijn."<br />

Boris van der Ham (D66) was in een interview met het 'Reformatorisch<br />

Dagblad' nog openhartiger over de werkelijke motivatie achter het<br />

wetsvoorstel. Hij wees op een groepje "hardnekkige scholen" - onder<br />

meer reformatorische, gereformeerde en joodse - dat nog leerlingen<br />

weigert op basis van identiteit. Daar is het wetsvoorstel eigenlijk op<br />

gericht. "Het is geen oplossing van de segregatie. Maar het is een<br />

principieel punt dat we een keer willen maken in de richting van dat soort<br />

scholen."<br />

Algehele discussie<br />

De discussie over acceptatieplicht staat dus symbool voor een<br />

fundamentelere kwestie. Terecht heeft de Onderwijsraad geconcludeerd<br />

dat achter het voorstel een behoefte schuilt aan een algehele discussie<br />

over artikel 23 van de Grondwet dat gaat over de vrijheid van onderwijs.<br />

Het debat daarover is de laatste jaren gepolariseerd. Zo profileert de<br />

Vereniging voor Openbaar Onderwijs zich met de wens dat artikel 23<br />

(ontstaan in 1917) zijn honderdste verjaardag niet haalt. De vereniging<br />

wil een type school in plaats van een variëteit aan (confessionele en<br />

pedagogische) richtingen. Een aantal seculiere politieke partijen heeft zich<br />

bij deze visie aangesloten.


Tegen deze achtergrond dreigt het bijzonder onderwijs in de verdediging<br />

te schieten. De afgelopen jaren is een aantal wetsvoorstellen gepasseerd<br />

waarin de overheid meer grip probeerde te krijgen op de inrichting van<br />

scholen. Deze waren met name bedoeld om effectiever te kunnen<br />

ingrijpen op zwakke scholen. Koepelorganisaties in het bijzonder<br />

onderwijs staan kritisch tegenover deze sterkere overheidsinmenging. Die<br />

huiverige houding is wel aangeduid als een "artikel 23-reflex", ingegeven<br />

door de angst dat langzamerhand de vrijheid van onderwijs wordt<br />

beperkt.<br />

Afschaffing van bijzonder onderwijs zou nogal "on-<strong>Nederlands</strong>" zijn, omdat<br />

ons land zich altijd heeft laten voorstaan op pluraliteit en diversiteit. Ook<br />

zou deze vermoedelijk de onderwijskwaliteit niet bevorderen.<br />

Bezinning<br />

Toch blijft de vraag of de huidige inrichting van het onderwijs - vooral<br />

langs de lijnen van de oude zuilen: protestants, rooms-katholiek en<br />

daarnaast nog een aantal kleine confessionele en pedagogische richtingen<br />

- nog past bij een steeds meer ontzuilde tijd. Bijzondere scholen zoeken<br />

steeds opnieuw naar een relevante invulling van het etiket "katholiek" of<br />

"christelijk".<br />

Bezinning op de inrichting van het onderwijs en het grondwetsartikel 23<br />

moet wel plaatsvinden en die blijkt in de gepolariseerde sfeer van de<br />

politiek of het onderwijs zelf lastig te zijn. Daarom is het goed dat<br />

onafhankelijke wetenschappers en instellingen de vrijheid van onderwijs<br />

tegen het licht houden. Aanvankelijk zou de Wetenschappelijke Raad voor<br />

het Regeringsbeleid (WRR) zich over dit thema buigen. Maar door het<br />

opstappen van WRR-voorzitter Wim van de Donk - die het thema religie<br />

hoog op de agenda had gezet - werd dat afgeblazen. Momenteel zet CDApoliticus<br />

Van de Donk die bezinning voort met een groep wetenschappers<br />

uit Nederland en Vlaanderen. De tendens binnen deze denkgroep lijkt te<br />

zijn dat religie en levensbeschouwing een belangrijke rol moet blijven<br />

spelen in het onderwijs. Neutraliteit bestaat niet en dus moet er bijzonder<br />

onderwijs blijven bestaan, maar wel aangepast aan die nieuwe<br />

verschijningsvormen van religie in Nederland. Eventueel kunnen zelfs alle<br />

scholen "bijzonder" worden. Van de Donk wil daarom artikel 23<br />

"doorontwikkelen". Het is opvallend dat voor een bezinningsbijeenkomst<br />

die door Van de Donk en anderen onlangs werd georganiseerd, nauwelijks<br />

vertegenwoordigers uit het bijzonder onderwijs werden uitgenodigd. Het<br />

toont de ambitie om tot een onafhankelijke visie te komen. Wel waren er<br />

vertegenwoordigers van instituten als de WRR en de Onderwijsraad.<br />

Advies<br />

Op verzoek van de Tweede Kamer zal de Onderwijsraad in de toekomst<br />

komen met een advies over artikel 23 van de Grondwet. Dit moet leiden<br />

tot een "gezaghebbende interpretatie". In het verleden heeft de<br />

Onderwijsraad zich in een aantal adviezen sterk gemaakt voor het behoud


van de variëteit in het scholenlandschap. Niet alleen confessionele, maar<br />

ook pedagogische richtingen moeten de mogelijkheid hebben om eigen<br />

scholen te stichten, stelde de raad nadrukkelijk. Het valt niet te<br />

verwachten dat de Onderwijsraad nu sterk van deze lijn zal afwijken. Wel<br />

is de vraag of alle partijen in politiek en onderwijs deze als gezaghebbend<br />

zullen accepteren.<br />

Bron: Soest, A. van (2010, 26 juli). Polarisatie belemmert debat artikel 23. <strong>Nederlands</strong><br />

Dagblad.


Onderwerp 2<br />

Inleiding<br />

Vakantiespreiding in het onderwijs<br />

De vakantiespreiding in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is<br />

ingesteld om te voorkomen dat alle leerlingen tegelijk op vakantie gaan.<br />

Hierdoor vermindert de verkeersdrukte en raken recreatieparken en<br />

campings minder overbelast. Voor de spreiding van de schoolvakanties is<br />

Nederland verdeeld in drie regio's: noord, midden en zuid. De<br />

zomervakanties in de verschillende regio's overlappen elkaar gedeeltelijk,<br />

zodat mensen uit verschillende regio's met elkaar op vakantie kunnen.<br />

Uit diverse reacties blijkt, dat niet iedereen gelukkig is met de bestaande<br />

regeling.<br />

Opdracht C<br />

Schrijf voor de lezers van een regionale krant een betoog waarin u uw<br />

mening geeft over vakantiespreiding in het onderwijs. U neemt in ieder<br />

geval de volgende informatie-elementen op:<br />

1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin<br />

u uw standpunt aan de orde stelt door middel van een stelling.<br />

2. Drie argumenten die pleiten voor uw standpunt. Gebruik hierbij een<br />

relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />

aanhalingstekens.<br />

3 Twee tegenargumenten waarvan u er een weerlegt. Gebruik een<br />

relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat tussen<br />

aanhalingstekens.<br />

4. Een slot met een conclusie die aansluit bij uw stelling.<br />

Opdracht D<br />

Schrijf voor de lezers van een regionale krant een beschouwing over<br />

vakantiespreiding in het onderwijs. U neemt in ieder geval de volgende<br />

informatie-elementen op:<br />

1. Een inleiding waarmee u de aandacht van de lezers trekt en waarin<br />

u het verschijnsel beschrijft. Besluit de inleiding met de hoofdvraag.


2. Een visie van voorstanders onderbouwd met drie argumenten.<br />

Gebruik een relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat<br />

tussen aanhalingstekens.<br />

3. Een visie van tegenstanders onderbouwd met drie argumenten.<br />

Gebruik een relevant citaat uit onderstaande bronnen. Zet dit citaat<br />

tussen aanhalingstekens.<br />

4. Een samenvattend slot waarin u uw eigen visie opneemt.<br />

De teksten die u kunt gebruiken, zijn:<br />

Bron: Thijssen, W. (2010, 28 april). ANVR: Geef leerling extra<br />

snipperdagen.<br />

http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article1354310.ece/ANVR_Geef_l<br />

eerling_extra_snipperdagen.<br />

ANVR pleit voor handhaving vakantiespreiding (2010, 17 februari).<br />

http://www.toerismenieuws.nl/2010/02/anvr-pleit-voor-handhavingvakantiespreiding.<br />

Hinke, B. (2009, 24 juli). De rest werkt in de zomer wel door. NRC<br />

Handelsblad.<br />

Vergeet niet de richtlijnen uit de algemene instructie in acht te<br />

nemen!


Tekst 1<br />

ANVR: Geef leerling extra snipperdagen<br />

Leerlingen moeten snipperdagen krijgen die ze kunnen opnemen als ze<br />

met hun ouders buiten de reguliere vakanties op vakantie willen. Dat<br />

bepleit de vereniging van reisondernemingen ANVR in een brief aan alle<br />

Kamerfracties, die donderdag is verstuurd. De ANVR, die ongeveer 200<br />

touroperators en 1500 reisbureaus vertegenwoordigt, is fel gekant tegen<br />

opheffing van de vakantiespreiding, zoals het CDA bepleit.<br />

Sinds 1986 worden schoolvakanties gespreid over drie regio’s, zodat<br />

leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs niet allemaal<br />

tegelijk op vakantie zijn. Doel hiervan is het beperken van<br />

(vlieg)verkeersdrukte en het voorkomen van overvolle campings en<br />

hotels.<br />

Het nadeel van de spreiding is dat gezinnen in grensgebieden, met<br />

meerdere kinderen verdeeld over meerdere scholen in verschillende<br />

regio’s, daardoor niet gezamenlijk op vakantie kunnen. Ouders vragen om<br />

die reden vaak om verlof buiten de vakantieperiodes, waardoor kinderen<br />

verplichte lesdagen missen.<br />

Het CDA wil om die reden af van de vakantiespreiding en heeft op zijn<br />

website een meldpunt geopend waarop klachten en opmerkingen van<br />

ouders worden verzameld.<br />

"Wij willen juist meer flexibiliteit," zegt woordvoerder Mirjam Dresmé van<br />

de ANVR, "maar wel met vaste dagen, in plaats van adviesvakantiedagen,<br />

zodat ouders ruim van tevoren een vakantie kunnen boeken zonder het<br />

risico te lopen dat de school aan het begin van het schooljaar andere data<br />

heeft bepaald."<br />

Dit laatste komt geregeld voor, met name in Zuid-Nederland, waar de<br />

schoolvakantie vaak wordt afgestemd op carnaval.<br />

Bron: Thijssen, W. (2010, 28 april). ANVR: Geef leerling extra snipperdagen.<br />

http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article1354310.ece/ANVR_Geef_leerling_extra_s<br />

nipperdagen.


Tekst 2<br />

ANVR pleit voor handhaving vakantiespreiding<br />

De reisbrancheorganisatie ANVR, belangenbehartiger van de circa 200<br />

touroperators en zo’n 1500 reisbureaus, is fel tegenstander van het<br />

afschaffen van de vakantiespreiding, zoals nu wordt voorgesteld door het<br />

CDA.<br />

"Niet minder, maar juist meer flexibiliteit zou ouders helpen bij het<br />

boeken van hun vakantie", aldus Frank Oostdam, directeur van de<br />

overkoepelende brancheorganisatie. De reisbranche pleit naast meer<br />

vakantiespreiding ook al jaren voor de invoering van snipperdagen. De<br />

huidige schoolvakanties zorgen o.a. voor grote pieken in het<br />

vakantieverkeer. De zomervakantie is berucht om zijn zwarte zaterdag en<br />

op de eerste dagen van de vakantie ontstaan nu al enorme wachttijden<br />

voor consumenten op luchthavens en snelwegen. Daarnaast zijn voor<br />

bijvoorbeeld de meivakantie of de herfstvakantie al vaak maanden van<br />

tevoren geen vliegtuigstoelen of accommodaties meer beschikbaar.<br />

"Op het moment dat iedere Nederlander in dezelfde week of weken op<br />

vakantie moet vanwege schoolgaande kinderen, wordt de beschikbare<br />

capaciteit aan vliegtuigstoelen en accommodaties ontoereikend. Daardoor<br />

worden vakanties in die periodes ongetwijfeld vele malen duurder", licht<br />

Frank Oostdam toe.<br />

De ANVR pleit wel voor coördinatie vanuit de overheid, maar dan om in<br />

een bredere, aangewezen periode de mogelijkheid te hebben op vakantie<br />

te gaan. Een vakantiepiek creëren, strookt ook niet met het<br />

overheidsbeleid om meer duurzaam te leven. Een piekbelasting, zowel op<br />

de weg, in de lucht als op de bestemming, zal schadelijk zijn voor het<br />

milieu.<br />

Bron: ANVR pleit voor handhaving vakantiespreiding (2010, 17 februari).<br />

http://www.toerismenieuws.nl/2010/02/anvr-pleit-voor-handhaving-vakantiespreiding.


Tekst 3<br />

De rest werkt in de zomer wel door<br />

In de zomermaanden gaan met name werknemers met kinderen op<br />

vakantie. De kinderlozen werken door. Dat gaat niet altijd zonder morren.<br />

In de maand juli is het vakantietijd voor ouders van schoolgaande<br />

kinderen. Dat is logisch: zij zijn gebonden aan de schoolvakanties.<br />

Kinderloze werknemers of werknemers met oudere kinderen die de deur<br />

uit zijn, werken door. Wie buiten het hoogseizoen met vakantie kan, doet<br />

dat graag, want wie wil er in juli op vakantie als de campings vol en de<br />

prijzen hoog zijn?<br />

Toch kan de verdeling van de vakanties leiden tot ergernissen, blijkt uit<br />

vragen die www.arbeidsrechter.nl, een site voor juridisch advies, de<br />

afgelopen jaren toegestuurd kreeg. Wat als je partner leraar is en om die<br />

reden gebonden is aan het hoogseizoen, of als je gehecht bent aan de<br />

maand juli?<br />

Uit een onderzoek van maandblad 'J/M' van vorig jaar augustus onder 529<br />

kinderloze werknemers bleek liefst 62 procent het irritant te vinden dat<br />

van hen werd verwacht hun vakantieplannen aan te passen aan die van<br />

collega's met kinderen.<br />

Ulli Hoogland van www.arbeidsrechter.nl zegt dat er geregeld frictie is op<br />

de werkvloer over de vakantieplanning, hoewel hem geen gevallen bekend<br />

zijn waarin dit tot juridische procedures heeft geleid. Dat is ook niet<br />

vreemd. Wat win je ermee, behalve een verziekte sfeer? Het neemt niet<br />

weg dat het voor veel werknemers en werkgevers elk jaar weer een hele<br />

toer is om eruit te komen.<br />

Ouders met schoolgaande kinderen hebben wettelijk niet meer recht op<br />

vrije dagen tijdens de schoolvakanties dan anderen. De jaarlijkse<br />

vakantieplanning komt aan op goed werkgeverschap en goed<br />

werknemerschap. Het gaat niet altijd zonder problemen: bij bedrijven<br />

waar er van twee gespecialiseerde krachten altijd een op het werk moet<br />

blijven, gaat het wel eens mis.<br />

Volgens Hoogland zijn er bedrijven die ouders expliciet het voorrecht<br />

geven voor vakantie in de zomermaanden. Daar is op zich niets mis mee:<br />

een bedrijf mag aangeven hoe het omgaat met de vakantieverdeling.<br />

Peter Cuyvers, beleidsadviseur voor gezin en werk, zegt dat in Nederland<br />

de combinatie werk en kinderen niet goed geregeld is. "Dit laat het veld<br />

vrij voor emotionele chantage door werknemers met kinderen." Volgens<br />

Cuyvers schuurt het al langer tussen werkende ouders en hun kinderloze


collega's. Door de crisis en mogelijk verlies van werk is het onderwerp<br />

even minder actueel. Cuyvers verklaart: "Tot een boze kinderloze op een<br />

kwade dag een buggy van de trap duwt. Dan staat het zo weer<br />

bovenaan."<br />

"De onmacht van de kinderloze werknemer om zijn vakantie naar eigen<br />

voorkeur in te delen, is een breed gevoeld sentiment", meent Cuyvers. Hij<br />

spreekt van sluipende irritatie. Ouders moeten opvang zelf zien te regelen<br />

en ze doen dat dan ook: het liefst via netjes onderhandelen, maar als het<br />

moet door tijd in te pikken. Zorgplicht gaat voor werkplicht.<br />

"De kinderloze collega schikt wel in als een vader of moeder eerder naar<br />

huis moet om een kind op te halen van de crèche", zegt Cuyvers. "Met<br />

dertig ouders aan je bureau die allemaal met hun kinderen aan het<br />

hoogseizoen gebonden zijn, kies je toch snel voor een andere maand<br />

vakantie."<br />

In de praktijk komen collega's en hun baas er wat de vakantiespreiding<br />

betreft wel uit. Een woordvoerder van de vakcentrale FNV zegt dat er<br />

alleen in individuele gevallen problemen ontstaan. "Het heeft geen zin<br />

regels op te stellen. Wij adviseren dat je voor jezelf opkomt. Je kunt niet<br />

alles dichttimmeren."<br />

Wat als je nu per se op vakantie wilt in juli? Arbeidsjurist Hoogland zegt<br />

daarover: "Als je ouders zoveel jaar getrouwd zijn en dat net in die ene<br />

week in juli willen vieren, win je het heus wel van je collega met kind.<br />

Maar je moet wel een dijk van een verhaal hebben."<br />

"Hoe het op het werk ook geregeld is, als je op een schriftelijk verzoek<br />

voor het opnemen van vakantiedagen binnen twee weken geen bezwaar<br />

van je werkgever hebt ontvangen," zegt Hoogland, "kun je gaan boeken."<br />

Vanaf begin van deze eeuw is het bij wet zo geregeld dat de werkgever de<br />

vakantieperiodes niet meer toewijst, maar het initiatief aan de<br />

werknemers laat. Een woordvoerder van CNV Jongeren zegt dat er<br />

sindsdien maar één regel is: wie het eerst komt, die het eerst maalt.<br />

Ouders met schoolgaande kinderen zijn er vaak eerder bij.<br />

Bron: Hinke, B. (2009, 24 juli). De rest werkt in de zomer wel door. NRC Handelsblad.<br />

De bovenstaande teksten zijn bewerkt om ze geschikt te maken voor dit examen. Dit is<br />

gebeurd met respect voor de opvattingen van de auteur(s). Voor de oorspronkelijke<br />

tekst(en) kunt u terecht in de vermelde bronnen. De Dienst Uitvoering en Onderwijs is<br />

verantwoordelijk voor vorm en inhoud van dit examen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!