Bijlage 29 Geohydrologisch en geotechnisch onderzoek
Bijlage 29 Geohydrologisch en geotechnisch onderzoek
Bijlage 29 Geohydrologisch en geotechnisch onderzoek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ontwikkeling locatie Jacobskamp te D<strong>en</strong> Dung<strong>en</strong><br />
5.3 Fundering nieuwbouw<br />
5.3.1 Funderingskeuze<br />
De bodemopbouw geeft voor de nieuwbouw op de <strong>onderzoek</strong>slocatie aanleiding uit te gaan van e<strong>en</strong><br />
fundering op staal. Plaatselijk (tpv S-13, S-15 <strong>en</strong> S-17) is de bov<strong>en</strong>grond minder draagkrachtig <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<br />
rek<strong>en</strong>ing te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diepere ontgraving of e<strong>en</strong> fundering op pal<strong>en</strong> (in geval van<br />
zwaar belaste funderingselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
5.3.2 Fundering op staal<br />
5.3.2.1 Strok<strong>en</strong> <strong>en</strong> poer<strong>en</strong><br />
Toegepast kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> funderingselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaande uit betonn<strong>en</strong> strok<strong>en</strong> <strong>en</strong> poer<strong>en</strong>;<br />
afmeting<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel vereiste wap<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de constructeur te word<strong>en</strong> bepaald.<br />
In verband met de indringing van vorst in de grond <strong>en</strong> mogelijke werkzaamhed<strong>en</strong> aan kabels <strong>en</strong><br />
leiding<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t conform NEN 6740:2006, art. 10.3 de aanlegdiepte van de fundering voor mur<strong>en</strong> van<br />
bouwwerk<strong>en</strong> langs de perceelsgr<strong>en</strong>s, behoud<strong>en</strong>s die tuss<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> onderling,<br />
t<strong>en</strong>minste 0,80 m te zijn. Voor het overige kan 0,60 meter word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>.<br />
5.3.2.2 Ontgravingsdiepte <strong>en</strong> grondverbetering<br />
Alle grond di<strong>en</strong>t tot de in navolg<strong>en</strong>de tabel aangegev<strong>en</strong> diepte te word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> goed<br />
verdicht zandpakket (grondverbetering). Wanneer het aanlegniveau onder het niveau van het<br />
geadviseerde ontgravingsniveau bevindt hoeft daar ge<strong>en</strong> grondverbetering te word<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />
Sondering Hoogte maaiveld Ontgravingsniveau<br />
[nr.] [m tov NAP] [m tov NAP]<br />
S-1 4,40 4,0<br />
S-2 4,65 4,4<br />
S-3 4,56 3,7<br />
S-4 4,62 4,4<br />
S-5 4,59 4,4<br />
S-6 4,59 4,1<br />
S-9 4,39 3,3<br />
S-10 4.37 4,2<br />
S-11 4,38 4,2<br />
S-12 4,37 4,0<br />
S-13 4,47 4,1<br />
S-14 4,31 3,7<br />
S-15 4,33 3,7<br />
S-17 4,44 3,7<br />
S-18 4,94 4,4<br />
S-19 4,45 3,5<br />
S-20 4,69 3,8<br />
S-22 5,15 4,5<br />
Vóór <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de ontgraving t<strong>en</strong> behoeve van de grondverbetering di<strong>en</strong>t de grondwaterstand steeds<br />
lager dan 0,5 m b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> het ontgravingsniveau te zijn of te word<strong>en</strong> gebracht. Vervolg<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t de<br />
ontgrav<strong>en</strong> bouwputbodem te word<strong>en</strong> aangetrild.<br />
Tuss<strong>en</strong> de sondering<strong>en</strong> moet tot dezelfde grondslag word<strong>en</strong> ontgrav<strong>en</strong> zoals is aangetroff<strong>en</strong> ter<br />
plaatse van de aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de sondering<strong>en</strong> met het diepste ontgravingsniveau. Wanneer visueel het<br />
verloop van de laag is vast te stell<strong>en</strong> kan als ontgravingsniveau tuss<strong>en</strong> de sondering<strong>en</strong> het laagverloop<br />
word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>.<br />
Wanneer op het ontgravingsniveau t<strong>en</strong> behoeve van de fundering nog humushoud<strong>en</strong>de (zwart/bruin)<br />
zandlag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in beginsel dieper te word<strong>en</strong> ontgrav<strong>en</strong> tot de draagkrachtige<br />
(geel/grijs) grondslag t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> grondverbetering.<br />
Indi<strong>en</strong> bij het grondwerk ev<strong>en</strong>tuele verstoring<strong>en</strong> zoals vergraving<strong>en</strong>, oude slot<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> bodemopbouw<br />
afwijk<strong>en</strong>d van die van het grond<strong>onderzoek</strong> wordt aangetroff<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in beginsel tot de natuurlijke vaste<br />
grondslag te word<strong>en</strong> ontgrav<strong>en</strong>.<br />
De uitvoering van de grondverbetering di<strong>en</strong>t te voldo<strong>en</strong> aan de eis<strong>en</strong> zoals gesteld in NEN 6740/A1 §<br />
10.8 (zie ook <strong>Bijlage</strong> 4 “Algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> uitvoering”).<br />
projectnummer: 57469, 25 mei 2009 11