You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
De Kosovo-oorlog in de huidige samenleving<br />
door Theresa Song Loong<br />
Of Kosovo bij Servië hoort is voor het merendeel van de Serven<br />
onbetwijfelbaar: Kosovo is en zal altijd deel van Servië<br />
zijn. Maar de etnisch-Albanese Kosovaren hebben in 2008<br />
allang de onafhankelijkheid uitgeroepen én zijn als land erkend<br />
door veel Westerse staten, waaronder de VS en Nederland.<br />
Het Servisch-Kosovaars conflict is nog lang niet voorbij,<br />
want nog steeds weten de groepen niet hoe ze met elkaar<br />
de toekomst in zullen gaan. Waarom liggen de verhoudingen<br />
tussen de volkeren zo moeilijk en hoe loopt de weg naar de<br />
toekomst? In drie studiereizen naar Kosovo, Servië en Nederland/Brussel<br />
heb ik geprobeerd om hier zoveel mogelijk over<br />
te weten te komen.<br />
Als politicologiestudenten anno<br />
2010 hebben velen van ons allang<br />
niet meer de aspiraties om<br />
de wereld te verbeteren. Maar<br />
voor mij is het wel een drijfveer<br />
en dus zit er niks anders op dan<br />
het gewoonweg te proberen. Afgelopen<br />
jaar heb ik me vooral be-<br />
Het stadje Prizren in Kosovo<br />
ziggehouden met de post-conflict<br />
situatie in Kosovo en Servië, waartussen ruzie is om het stuk<br />
land dat Kosovo heet. Uit de slechte economische situatie en het<br />
gebrek aan politieke stabiliteit in Kosovo kun je helaas slechts<br />
concluderen dat het land nog een lange weg heeft te gaan, wil<br />
het stabiel en welvarend worden. Die indicatoren vond ik echter<br />
weinig zeggen over hoe Kosovo nu eigenlijk omgaat met haar<br />
oorlogsverleden.<br />
Wikkend en wegend daarover kwam ik vorig jaar rond februari<br />
het project ‘Our Future Network’ tegen (voor meer informatie:<br />
www.ourfuturenetwork.eu). Vredesorganisatie IKV Pax Christi<br />
organiseert samen met een Servische en een Kosovaarse NGO<br />
jaarlijks een uitwisselingsproject. Hierbij komen vijftien jongeren<br />
uit Nederland, Servië en Kosovo in drie studiereizen bijeen.<br />
Afgelopen jaar was ik één van deze deelnemers. Ondertussen<br />
kunnen geïnteresseerden zich alweer aanmelden voor het project<br />
voor aankomend jaar.<br />
Het doel van de reizen is om het conflict beter te leren begrijpen,<br />
elkaars denkbeelden en die in de verschillende maatschappijen<br />
te leren kennen en om onze eigen visie op de toekomst te uiten.<br />
Die eerste twee doelen bereikten we door op bezoek te gaan bij<br />
verscheidene relevante politieke en maatschappelijke instanties,<br />
sociale bewegingen en andere experts.<br />
Opvallend was het bezoek aan de Servische enclave Gračanica in<br />
Kosovo. Dit is een gebied waar Serven hun eigen gemeenschap<br />
hebben opgericht en parallel aan de etnisch-Albanese maatschappij<br />
leven. Deze Serven vonden dat ze niet goed behandeld<br />
worden door de etnisch-Albanese meerderheid, omdat er weinig<br />
werkgelegenheid voor ze is en de dienstverlening door onder<br />
andere het nationale energiebedrijf zeer slecht is. Echter de<br />
etnische Albanezen lopen tegen dezelfde problemen aan, maar<br />
objectieve informatie over discriminatie in Kosovo is moeilijk te<br />
verkrijgen. De discussie daarover is lastig te voeren aangezien het<br />
contact tussen Serven en etnisch-Albanese Kosovaren zeldzaam<br />
is. Bovendien lopen de emoties snel hoog op als dat contact wel<br />
plaatsvindt.<br />
Het bezoek aan het Servische ‘ministerie van Kosovo en Metohija’<br />
in de Servische hoofdstad Belgrado laat dit nog het beste<br />
zien. De regering van Servië ziet Kosovo nog altijd als onderdeel<br />
van het land en daarom is er dan ook een ministerie die<br />
voor het welzijn van de bevolking daar zou moeten zorgen. Juist<br />
hier blijkt echter dat het een heel emotionele kwestie betreft. De<br />
woordvoerder legde aan ons op een bijzonder subjectieve manier<br />
uit dat Serven daar verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt<br />
in de oorlog en heel erg gediscrimineerd worden. Voor mij was<br />
zijn verhaal niet geheel logisch. Zo zou de complete waarheid<br />
bij ons allen bekend worden als we maar meer boeken zouden<br />
lezen en is het ook evident dat er grenscontroles tussen Kosovo<br />
en Servië plaatsvinden, ook al is die grens ertussen helemaal geen<br />
landsgrens in de Servische optiek. Interessanter was de reactie<br />
die onze etnisch-Albanese reisgenoten<br />
daarop gaven: die wilden al te graag inbrengen<br />
wat zij vonden dat er niet klopte.<br />
Daar kregen ze weinig kans toe, maar tijdens<br />
de nabesprekingen bleek dat er grote<br />
onvrede heerste.<br />
Onderling waren de discussies ook niet<br />
tegen te houden en het bleek dat sommigen<br />
ook erg star waren. Een suggestie dat<br />
de Servische minderheid misschien Albanees zou kunnen leren,<br />
opdat ze beter zouden functioneren in de Kosovaarse samenleving<br />
werd door één van de Serven als aantasting van de rechten<br />
van minderheden genoemd. En dat terwijl we het in Nederland<br />
inmiddels wel eens zijn dat integratie van etnische minderheden<br />
noodzakelijk is voor een gezonde maatschappij. Nu zijn de Serven<br />
in Kosovo geen immigranten, maar mij lijken de praktische<br />
voordelen zeker het overwegen waard.<br />
Toch waren er genoeg overeenkomsten tussen ons (progressieve)<br />
jongeren om tot een gezamenlijk toekomstbeeld te komen. Zo<br />
zagen we allemaal een toekomst van de Balkanregio bij de Europese<br />
Unie, nadat vele obstakels overwonnen zijn. We gaven<br />
woord en beeld hieraan middels onze straatacties. In Kosovo<br />
hadden we Loesje-flyers ontworpen om te verspreiden op ‘Europadag’.<br />
Europese integratie. “Niet voor landen onder de 18”<br />
In Servië hielden we een stickeractie, waarbij onze politieke<br />
boodschap overal op lantarenpalen en prullenbakken te lezen<br />
was.<br />
Terugkijkend op de reizen kan ik zeker zeggen dat dit een goede<br />
aanvulling is geweest op de studie politicologie. Echt zien hoe<br />
een conflict leeft in de harten van mensen en wat dat doet met<br />
ze zorgt ervoor dat de werkelijkheid meer is dan een bron van<br />
empirische data. Om in het oude linkse karakter van Nijmegen<br />
te blijven: “Die Philosophen haben die Welt nur verschieden<br />
interpretiert; es kömmt drauf an, sie zu verändern.”