Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2<br />
5<br />
Op de cover...<br />
6<br />
5 Revolutie?<br />
Een politicologe wint de Nobelprijs voor de economie<br />
6 Verplicht politicologenvoer<br />
De Amerikaanse politieke dramaserie the West Wing<br />
8 Jong bloed in de gemeenteraad<br />
Studenten in de Nijmeegse politiek<br />
15 Het Moravcsik-verhaal met een staartje<br />
Ophef in de politicologiewereld door een publicatie van Nijmeegse<br />
politicologen<br />
4 10<br />
8 15
4 Zweden: een onmogelijk te vergeten avontuur!<br />
Een kleine impressie van Adaja Bos’ Erasmustijd in het Zweedse landschap<br />
7 De Pluim<br />
10 De Kosovo-oorlog<br />
Politicoloog in post-conflict verzoening in Kosovo en Servië<br />
11 België: Geen twijfel over mogelijk<br />
Waarom België Nederland helemaal niet nodig heeft<br />
12 Niemand is Kansloos<br />
Politiek en het Koerdische volk<br />
13 Het Vrije Woord<br />
Argumenten tegen het proces tegen Wilders<br />
14 Perron Politiek<br />
Politieke beslommeringen in de trein<br />
16 Moslimpartijen in Nederland<br />
Een politieke reactie van moslims<br />
17 Minister Koenders in Nijmegen<br />
Een welbezocht gastcollege<br />
17 Bezuinigingen in het Hoger Onderwijs<br />
Rendementen, verplichtingen en maatregelen<br />
18 Joost mag het weten<br />
Een wanhopige student schakelt Joost in<br />
18 De OER: Roepende in een woestijn?<br />
Uit de Opleidingscommissie<br />
19 Studievereniging ismus<br />
Redactioneel<br />
Het zijn spannende tijden voor politicologen. De AOW leeftijd wordt verhoogd, onze studiefinanciering afgeschaft, Wilders misschien<br />
veroordeeld, we blijven misschien toch in Afghanistan en bovendien komen de gemeenteraadsverkiezingen er binnenkort<br />
aan. Natuurlijk kunnen we geen aandacht besteden aan ál deze zaken (over de AOW kan je bovendien de vorige <strong>Heraut</strong> raadplegen),<br />
maar de verkiezingen hebben in dit nummer een prominente plaats gekregen. In navolging van de vorige <strong>Heraut</strong> hebben we contact<br />
gelegd en interviews gehouden met verschillende studentkandidaten die vanaf maart graag onze belangen willen behartigen in de<br />
gemeenteraad.<br />
Verder kan je in dit nummer alles lezen over de activiteiten van verschillende politicologen uit Nijmegen: van hulp in Kosovo tot<br />
bezoeken van een minister en Tweede Kamerleden: het staat allemaal in deze <strong>Heraut</strong>.<br />
Daarom wil ik iedereen dan ook hartelijk bedanken voor de bijdragen die ze voor deze <strong>Heraut</strong> geleverd hebben. Voor eventuele<br />
bijdragen voor de volgende <strong>Heraut</strong> kun je altijd mailen naar deheraut@fm.ru.nl. Als je structureel iets wil bijdragen aan de <strong>Heraut</strong><br />
kan dat ook: we zijn hard op zoek naar mensen die de redactie willen komen versterken.<br />
Veel leesplezier!<br />
Jeroen Romeijn<br />
Hoofdredacteur<br />
Verder in deze editie<br />
14<br />
17<br />
3
4<br />
Zweden: een onmogelijk te vergeten avontuur!<br />
door Adaja Bos<br />
“Wie gaat er nou studeren in het koude en donkere Zweden?”<br />
Aangenaam kennis te maken… Mijn naam is Adaja<br />
Bos, derdejaars Politicologie student. Bij deze wil ik de mogelijkheid<br />
aangrijpen om een kleine impressie te geven van<br />
mijn Erasmustijd in het Zweedse landschap.<br />
Afgelopen augustus stapte ik vol verwachtingen in het oh zo<br />
goedkope Ryanair vliegtuig richting het kleine plaatsje Växjö,<br />
gelegen in de zuidelijkste provincie Småland. Växjö staat bekend<br />
om haar natuurschoon en in 2007 is de stad dan ook door de<br />
Europese Unie uitgeroepen tot de groenste stad van Europa. In<br />
combinatie met de grote campus en het Engelstalige onderwijs<br />
was de natuurrijke omgeving voor mij één van de hoofdredenen<br />
om een halfjaar van mijn studietijd in Växjö te spenderen.<br />
Mijn eerste momenten in Växjö kan ik me nog herinneren als de<br />
dag van gisteren: de schone lucht, het (toentertijd nog) stralende<br />
zonnetje en de nogal dunbevolkte omgeving gaven een zeer aangenaam<br />
ruimtelijk gevoel. De stafleden van het International<br />
Office deden tijdens het introductieweekend hun uiterste best<br />
om alle nieuwe buitenlandse studenten een warm welkomstgevoel<br />
te geven. Laat ik beginnen het een en ander te vertellen<br />
over de tijd die ik heb doorgebracht op de campus zelf en in het<br />
stadje Växjö.<br />
De eerste paar weken stonden vooral in het teken van het leggen<br />
van nieuwe contacten met voornamelijk andere internationale<br />
studenten. Al gauw kwam ik erachter dat vriendschap sluiten<br />
met de Zweden zelf nog een tamelijk enerverende ‘klus’ is. Om<br />
de geslotenheid of verlegenheid van de Zweden te doorbreken is<br />
waarschijnlijk een langere periode nodig dan de marginale tijd<br />
van een halfjaar, die ik tot mijn beschikking had. De introductietijd<br />
was een hele leuke periode; de menging van veel verschillende<br />
culturen kan tot komische, enerverende, sprankelende en<br />
verwarrende momenten leiden. Zo kwam ik in één van de eerste<br />
weken mijn Pakistaanse klasgenoot Kaissief tegen in de plaatselijke<br />
studentpub. Hij bevond zich voor de eerste keer in een<br />
discotheek en nuttigde bovendien zijn allereerste flesje Heineken<br />
bier. Toen ik een grapje maakte over zijn alcoholgebruik kreeg ik<br />
een zeer onwennig en beschamend gezicht tegenover me te zien.<br />
Later heb ik begrepen dat hij, vanuit strenge geloofsovertuigingen,<br />
mij vanuit schaamte geen enkele blik meer durfde te geven<br />
in de collegezaal. Al met al, Växjö was een grote hoeveelheid aan<br />
internationale studenten rijk en deze diversiteit van allerlei culturen<br />
maakte het halfjaar voor mij natuurlijk reuze interessant!<br />
Naast verwarring bracht de mix tussen de studenten natuurlijk<br />
ook liefdevolle en sprankelende momenten tot stand…<br />
De campus kan omschreven worden als een klein studentendorp,<br />
waar naast de universiteit zelf werkelijk alle faciliteiten aanwezig<br />
zijn die je maar nodig hebt; een dokterspraktijk, een grote supermarkt,<br />
een sportschool, twee studentpubs en er was zelfs een<br />
manege aanwezig. Al snel realiseerde ik me dat ik in een gespreid<br />
bedje was beland. Ook het arrangeren van mijn grote en luxe<br />
studentenkamer, gelegen midden op de campus, was eigenlijk in<br />
een mum van tijd gedaan. Het begrip studentenkamer heeft in<br />
Zweden toch wel een andere betekenis gekregen; het ontbreken<br />
van een eigen sauna, balkon badkamer, wc en garderobe is meer<br />
een uitzondering dan de regel. Binnen het studentencomplex<br />
werd er op dinsdag- en vrijdagavond ook flink gefeest. Rond<br />
een uur of acht werd er dan gezorgd voor muziek en in de loop<br />
van de avond werden de drank en de Zweedse Snus (variant van<br />
rookloos tabak) uit de kast gehaald. De starttijd voor het uitgaan<br />
en feesten is in vergelijking met Nederlandse begrippen tamelijk<br />
vroeg, want zeg nou zelf, in Nijmegen rond een uur of acht<br />
de Molenstraat ingaan garandeert niet bepaald een succesvolle<br />
avond.<br />
Het Zweedse onderwijs is zonder twijfel grotendeels gericht<br />
op het bieden van gelijke kansen aan iedereen. Jonge moeders<br />
mogen zonder enig overleg de baby, peuter, kleuter (of ouder)<br />
meenemen naar de collegezalen. Ikzelf moest er heel even aan<br />
wennen toen ik tijdens college een rammelaar op de achtergrond<br />
hoorde, maar tegelijkertijd stimuleert het jonge moeders<br />
om verder te studeren; een goede zaak dus! Ook bestaat er veel<br />
ruimte voor een rondtrekkende buitenlandse student om studie<br />
en reizen te combineren. Voor een reislustig persoon als ik was<br />
dit het beste nieuws van het semester! En ik heb dan ook dubbel<br />
en dwars gebruik gemaakt van deze toegestane ‘vrijheid’.<br />
In oktober ben ik afgereisd naar het mysterieuze Gotland. Dit<br />
eiland, gelegen aan de oostkust van Zweden, staat bekend om<br />
haar burchten, ruïnes en oude dorpen. Gotland kent een prachtige<br />
omgeving, vooral de enorme gesteentes langs de kust lieten<br />
me aan Stonehenge taferelen denken. Een lang weekend<br />
Stockholm volgde spoedig daarna, een stad die ongetwijfeld op<br />
nummer één staat in mijn Europese steden top tien. Tevens heb<br />
ik Göteborg verkend, de tweede stad van Zweden, die me vooral<br />
nog bijstaat vanwege het bruisende uitgaansleven in de Avenue.<br />
Nog bijkomend van de Göteborgreis heb ik me één week later<br />
begeven aan een ander groot avontuur; een tocht door Zweden<br />
en Finland met als eindbestemming het imposante en tegelijkertijd<br />
grimmige Rusland!<br />
Het krijgen van zoveel impressies in een korte periode is eigenlijk<br />
moeilijk te verwerken in één keer, waardoor het moment<br />
van bezinning pas later komt. Je gaat je dan pas realiseren wat<br />
je het afgelopen halfjaar allemaal hebt uitgespookt. Inmiddels<br />
ben ik alweer een maand in Nederland en ik kan met een zeer<br />
warm en goed gevoel terugkijken op mijn Erasmustijd. Vooral<br />
de nieuwe vriendschappen die ik heb gesloten gaan me erg aan<br />
het hart. Het voor een langere tijd naar het buitenland gaan is<br />
een topervaring die eigenlijk iedere student zou moeten hebben!<br />
Heb je de kans, ga ervoor!<br />
Hartegroet,<br />
Adaja
door Jesse Gusman<br />
Op 13 oktober 2009 werden de winnaars van de Nobelprijs<br />
voor de economie bekend gemaakt. Met Oliver Williamson<br />
en Elinor Ostrom hebben we twee opmerkelijke winnaars.<br />
Niet verwonderlijk na de financiële en economische crisis.<br />
Beiden hebben hun sporen verdiend met hun onderzoek naar<br />
economisch bestuur. Met hun bijdrage aan de institutionele economie<br />
laten beiden de beperkingen van de markt en alternatieven<br />
voor de markt zien. De zevenenzeventig-jarige Williamson heeft<br />
de prijs gekregen voor zijn onderzoek naar economisch bestuur<br />
in bedrijven. Opmerkelijker is de toekenning van de prijs aan<br />
Ostrom. Naast het feit<br />
dat zij de eerste vrouwelijke<br />
winnaar van<br />
de Nobelprijs voor<br />
de economie is sinds<br />
de eerste uitreiking<br />
van de prijs in 1969,<br />
is Ostrom ook Politicologe!<br />
Het is niet<br />
de eerste keer dat een<br />
Politicoloog deze prijs<br />
in de wacht sleept. Zo<br />
deed Herbert Simon<br />
dit kunstje al in 1978.<br />
Echter toch voldoende<br />
reden om aandacht<br />
te besteden aan de<br />
prijs die Ostrom heeft<br />
Oliver Williamson<br />
gewonnen.<br />
Waarom de prijs naar Ostrom (en Williamson) is gegaan is niet<br />
moeilijk te begrijpen. De economische crisis heeft ervoor gezorgd<br />
dat men is gaan twijfelen aan de onfeilbaarheid van de<br />
markt. Dat twee onderzoekers dit in hun onderzoek naar voren<br />
laten komen is niet verwonderlijk. Williamson is al langer<br />
bekend in de economenwereld. Hij is één van de grondleggers<br />
van de ‘nieuwe institutionele economie’. In het kort houdt institutionele<br />
economie zich bezig met de effecten die instituties,<br />
zoals overheden, conventies en wetten, hebben op de economie.<br />
Dat Ostrom de prijs heeft gewonnen is opmerkelijker. In economenkringen<br />
is zij veel minder bekend. Voordat ze de prijs kreeg<br />
toegewezen wist Paul Krugman, de winnaar van de prijs in 2008,<br />
niet eens wie Ostrom was. Hij was niet bekend met het onderzoek<br />
van haar!<br />
De vraag is nu wie Ostrom precies is en waar haar onderzoek<br />
precies over gaat. Ostrom heeft na haar Bachelor en Master in<br />
de Politicologie aan UCLA te hebben gehaald aan dezelfde universiteit<br />
een proefschrift geschreven. Ze promoveerde op een<br />
proefschrift over grondwater problematiek in Los Angeles. Ze<br />
beschreef hoe individuen zonder hulp van overheid of privatisering<br />
een grondwater probleem oplosten. Dit bleek een basis voor<br />
vele decennia van verder onderzoek. In 1973 richtte ze samen<br />
met haar man de ‘Workshop in Political Theory and Policy Analysis’<br />
op aan de Universiteit van Indiana. Hier ging ze verder met<br />
het ontwikkelen van haar theorie over ‘common pool resources’<br />
(CPR). CPR zijn bronnen waar iedereen vrijelijk gebruik van<br />
Revolutie?<br />
kan maken maar waarbij wel het risico bestaat van overbelasting<br />
van de bron. Er kan worden gedacht aan zaken als visgronden<br />
Elinor Ostrom<br />
en bossen. Volgens de heersende theorie van de ‘tragedy of the<br />
commons’ moet de overheid of de markt door het toekennen<br />
van eigendomsrecht aan bepaalde individuen voorkomen dat er<br />
roofbouw wordt gepleegd op de CPR. Het onderzoek van Ostrom<br />
laat zien dat dit niet zo is. Ze stelt dat het onder bepaalde<br />
voorwaarden mogelijk is dat een gemeenschap zelf duurzaam<br />
omgaat met CPR zonder dat overheidsbemoeienis of privatisering<br />
nodig is. Er blijkt dus nog iets tussen de overheid en de<br />
markt te bestaan waarmee een ‘tragedy of te commons’ kan worden<br />
afgewend.<br />
Naast het feit dat het opvallend is dat Ostrom de prijs heeft gewonnen<br />
gezien haar geslacht en Politicologische achtergrond is<br />
dit ook zo gezien de onderzoeksmethoden die ze gebruikt. Waar<br />
kwantitatieve methoden vaak overheersend zijn, zeker in de economie,<br />
maakt Ostrom veel gebruik van case studies. Ze neemt<br />
afstand van de wiskundige modellen met assumpties die van<br />
weinig realiteitsbesef getuigen die vaak door economen worden<br />
gebruikt. Of de toekenning van de prijs onder veel economen<br />
wordt gewaardeerd is dan ook de vraag. Volgens Steven Levitt zit<br />
het zo: “[T]he short answer is that the economics profession is going<br />
to hate the prize going to Ostrom even more than Republicans hated<br />
the Peace Prize going to Obama.”.<br />
In zijn reactie op de toekenning van de prijs haalt Levitt nog<br />
een ander interessant punt aan: ‘This award demonstrates, in a<br />
way that no previous prize has, that the prize is moving toward a<br />
Nobel in Social Science, not a Nobel in economics’. Hij stelt vervolgens<br />
dat dit niet slecht is. Economen hebben volgens hem niet<br />
het monopolie op talent binnen de sociale wetenschappen. De<br />
vraag is of de trend van Levitt doorzet of niet. Zijn we getuigen<br />
van een ware wetenschappelijke revolutie in de economie die<br />
meer ruimte maakt voor diverse onderzoeksmethoden en verschillende<br />
sociaal-wetenschappelijke disciplines? Of blijkt bij de<br />
komende uitreiking dat — net als de bonussen die weer rijkelijk<br />
vloeien in de bankenwereld — de economenwereld weer verdergaat<br />
op de oude fout?<br />
5
6<br />
door Sjors Talsma<br />
Verplicht politicologenvoer<br />
Van 1999 tot 2006 werd de serie door meerdere Amerikaanse<br />
tv-netwerken uitgezonden, ze ontving prijs na prijs en maakte<br />
zelfs een geheel buiten het plot liggende 9/11-aflevering:<br />
de Amerikaanse politieke dramaserie The West Wing.<br />
In de serie staat — de titel zegt het al — de werkruimte van<br />
de Amerikaanse president centraal. Martin Sheen speelt Josiah<br />
Bartlet, een uit New Hampshire afkomstige ex-gouverneur die<br />
uit volledig kansloze positie toch zijn liberale gedachtegoed het<br />
Witte Huis binnen mag dragen. Hij brengt een jongere Texaanse<br />
senator met zich mee het Huis in als vice-president: de relatie<br />
tussen de twee is koel. Vice-president Hoynes was zelf óók in de<br />
race voor het presidentschap. Teveel plotdetails zal ik hier niet<br />
omschrijven, dat zou het verrassingseffect van de serie teniet<br />
doen. Wees dus bij het lezen niet bang voor spoilers: ik houd<br />
mij in.<br />
Persoonlijke en politieke<br />
vermengd<br />
We worden meegenomen in de<br />
wereld van de Amerikaanse president<br />
en zijn staf. De karakters kennen<br />
allemaal een eigen diepgang<br />
— van president tot de perschef<br />
en van First Lady tot de regionale<br />
society-journalist waarmee de<br />
perschef de vloer aanveegt. Opvallende<br />
rol is die van chief of staff,<br />
de rechterhand van de president.<br />
In één van de eerste seizoenen is<br />
de kijker getuige van een gesprek<br />
tussen de president en de minister<br />
van Landbouw die tijdens het uitspreken<br />
van de State of the Union<br />
in het Oval Office dient te verblijven,<br />
voor het geval alle anderen uit<br />
de lijn der opvolging omkomen bij een aanslag. Chief of staff<br />
Leo McGarry staat op het punt om het Oval Office te betreden<br />
en hoort hoe de president aan de Landbouwminister uitlegt dat<br />
als hij ooit écht president mocht worden, hij zijn allerbeste en<br />
intelligentere vriend zijn stafchef moet maken — zoals Bartlet<br />
dit zelf ook deed. Het tekent de relatie tussen president en zijn<br />
rechterhand. McGarry cijfert zichzelf weg — terwijl de president<br />
zonder hem niet zou functioneren. Regelmatig benadrukt<br />
de president dat het Leo McGarry is die hem president gemaakt<br />
heeft: de alcoholverslaving waar McGarry aan geleden heeft en<br />
in de pers problematisch kan zijn is voor president Bartlet dan<br />
ook nooit reden voor ontslag. Het is een mooi voorbeeld van<br />
vermenging van het persoonlijke met het politieke. En het is<br />
daarmee goed voer voor een dramaserie.<br />
Wars van patriottisme<br />
Het is de nuchtere, Europese televisiekijker niet gegund The<br />
West Wing af te keuren op basis van een te hoog patriottisch<br />
gehalte. Hoewel in de thematische — buiten de verhaallijn liggende<br />
— aflevering over 9/11 de Amerikaanse Droom uitgebreid<br />
besproken wordt, is het Leo McGarry die zich in zichzelf<br />
vergist door een Witte Huis-medewerker met Arabisch uiterlijk<br />
verdacht te maken van het laten uitlekken van gevoelige informatie.<br />
Het zijn Hoofd Communicatie Toby Ziegler en Deputy<br />
Chief of Staff Josh Lyman die een schoolklas vertellen over de<br />
verhouding tussen religie en extremisme. Waarbij de schrijvers<br />
ten tijde van de aanslag op het World Trade Center het hoofd<br />
koel hebben gehouden en niet zijn vervallen in polariserende<br />
taal.<br />
Balans tussen binnen- en buitenland<br />
Tijdens de opleiding Politicologie in Nijmegen krijg je weinig<br />
te horen over Amerikaanse binnenlandse politiek, hoewel je<br />
via je keuzeruimte hier verandering in kunt aanbrengen. The<br />
West Wing is politicologisch interessant, omdat je het buitenlandbeleid<br />
van de president probeert te plaatsen in de wereld<br />
van theorieën waarin je door dr. Van der Vleuten via de Leer<br />
der Internationale Betrekkingen bent meegenomen, terwijl de<br />
binnenlandse politieke gebeurtenissen en werkwijzen voor een<br />
Nederlander gewend aan het poldermodel iedere keer opnieuw<br />
opvallend en soms zelfs schokkend<br />
kunnen zijn.<br />
De karakters die het meeste<br />
worden uitgediept houden<br />
zich voornamelijk bezig met<br />
binnenlandse politiek, terwijl<br />
het vaak de legerofficieren zijn<br />
die samen met de stafchef en<br />
de president in The Situation<br />
Room — de crisiskamer van<br />
het Witte Huis — buitenlandse<br />
problemen proberen op te lossen.<br />
De balans tussen domestic<br />
en international politics maakt<br />
dat de serie dynamiek heeft:<br />
er zijn problemen die direct<br />
bekend voorkomen, terwijl er<br />
ook op het eerste gezicht minder<br />
prominente problemen je<br />
wereld betreden, omdat ze vooral van Amerikaans nationaal belang<br />
zijn. De balans maakt de serie sterk en constant interessant.<br />
Verschillende systemen<br />
De eerste indruk van een presidentieel systeem als het Amerikaanse<br />
is dat het sneller en effectiever werkt. Één man of vrouw<br />
afkomstig van één partij als uitvoerende macht die tegelijkertijd<br />
opperbevelhebber is. Het lijkt een schril contrast met het Nederlandse<br />
model waarin partijen coalities vormen en een regeerakkoord<br />
moeten overeenkomen — met alle hier uit voortkomende<br />
vehikels. The West Wing maakt duidelijk dat het in Amerika<br />
niet heel anders is. Voor ieder issue moeten wisselende coalities<br />
in de Senaat worden gevormd en dat een Senator Democraat<br />
is betekent niet automatisch dat hij instemt met hetgeen een<br />
Democratische president bereiken wil. De staf van de president<br />
is non-stop in gesprek met afgevaardigden, gouverneurs,<br />
senatoren, juridische personen en ambtenaren. In Nederland en<br />
veel andere Europese landen wordt een coalitie op voorhand gevormd<br />
en weten partijen in een parlement zo af en toe een meerderheid<br />
tegen kabinetsbeleid te verwerven; in Amerika lopen<br />
Lees verder op pagina 7
Vervolg van pagina 6<br />
Republikeinen en Democraten op vele beleidsterreinen door<br />
elkaar heen. Het is de taak van de medewerkers van de president<br />
om steeds de juiste mensen te benaderen en overtuigen. Dat het<br />
zwaar werk is — een presidentschap vervullen en ondertussen<br />
voorkomen een lame duck te worden door ook tussentijdse verkiezingen<br />
voor het Congres te winnen — wordt al aan het begin<br />
van de serie duidelijk. The West Wing blinkt uit in het tonen<br />
van de voor- en nadelen van het systeem dat Amerika kent.<br />
Alweer Amerika?<br />
Waarom opnieuw Amerika? Waarom altijd aandacht voor de<br />
politiek aan de overzijde van de Atlantische Oceaan? Het antwoord<br />
is eenvoudig: het persoonlijke gehalte. Het Amerikaanse<br />
systeem biedt het meeste materiaal voor een goede dramaserie.<br />
Gecombineerd met het voortdurend door elkaar lopen van verschillende<br />
issues is de spanning altijd aanwezig. Senatoren ruilen<br />
bruggen en asfaltwegen voor behoudende of juist progressieve<br />
abortuswetgeving. Een senator traineert het legislatieve proces<br />
door een filibuster van een etmaal. Alle politieke onderwerpen<br />
zijn tegelijkertijd persoonlijk. Hoewel ook uitermate onderhoudend,<br />
kunnen Nederlandse politieke series als ‘Ja, Minister’ of<br />
‘Gemeentebelangen’ niet tippen aan wat The West Wing ons te<br />
bieden heeft.<br />
Hoe te beginnen?<br />
The West Wing kijken is als het lezen van een boek. Je leest<br />
geen half uurtje in een spannend boek om het daarna weg te<br />
leggen en er de volgende dag weer dertig minuten aandacht aan<br />
te besteden. Nee: The West Wing kijk je per schijfje. Vier afleveringen<br />
duren tweeënhalf uur. Uren waarin vele politicologische<br />
en persoonlijke crises passeren en je getuige bent geweest van<br />
een Amerikaan en zijn staf die hun uiterste best doen om het<br />
land en stiekem ook de rest van de wereld een betere plaats te<br />
laten zijn voor iedereen. Start bij seizoen één en doorloop ononderbroken<br />
de vele jaren van het fictieve Bartlet-presidentschap.<br />
Ontdek wie jouw favoriete personage is en bedenk waarom. Is<br />
het secretaresse Donna Moss, vanwege haar cynische ondertoon<br />
richting haar baas Josh Lyman? Of is het juist deze Josh, die ondanks<br />
en dankzij zijn grote ego een belangrijke raadgever van de<br />
president is? Of kies je voor CJ: de perschef die in haast iedere<br />
crisis het hoofd koel weet te houden? En wat dacht je van de<br />
altijd chagrijnige Toby Ziegler die stiekem de meest linkse en<br />
socialistische gedachten koestert?<br />
Laat je niet weerhouden door dikke boeken die op je liggen te<br />
wachten. Schenk jezelf een kop koffie in, doe je deur op slot en<br />
sluit je af van de buitenwereld. Laat de schrijvers van The West<br />
Wing je elke dag verrassen en bedenk dat Amerika mag wensen<br />
dat het ooit een administratie zal hebben zo liberaal, vrijzinnig,<br />
menslievend en gewetensvol als die van Josiah Bartlet.<br />
door Jesse Gusman<br />
Technische vernieuwing speelt een steeds grotere rol in<br />
de academische wereld. Studiehandleidingen, opdrachten<br />
en andere studiemateriaal vinden we op Blackboard.<br />
We kunnen via internet thuis vanuit onze luie stoel elk<br />
wetenschappelijk paper vinden wat van belang is zonder<br />
onze reet te hoeven verheffen.<br />
Goede ontwikkelingen allemaal die het leven van de student<br />
makkelijker maken. Technologische vernieuwing zorgt echter<br />
ook voor discussie in de academische wereld. In hoeverre<br />
is wikipedia betrouwbaar? Is dit een goede democratisering<br />
van kennis of leidt het tot intellectuele achteruitgang? Ook<br />
auteursrechten zorgen voor veel discussie. Aan veel materiaal<br />
is via internet te komen, zonder dat rekenschap wordt gegeven<br />
van auteursrechten. Is dit een slechte zaak? Academisch<br />
onderzoek wordt immers dikwijls door de gemeenschap gefinancierd.<br />
Een andere vernieuwing die een tijd geleden zijn intrede<br />
heeft gedaan in de academische wereld is PowerPoint. Power-<br />
Point zorgt voor het nodige visuele vermaak en geheugensteuntjes<br />
tijdens colleges. De ledematen van studenten worden<br />
bespaard omdat niet alles meer opgeschreven hoeft te<br />
worden, de sheets worden gewoon van Blackboard geplukt.<br />
Ziek, brak of lui? Niets aan de hand. Als je een college hebt<br />
gemist, haal je gewoon achteraf de sheets van Blackboard en<br />
je weet waar het over ging. Geen gedoe meer met kopieerapparaten<br />
om aantekeningen van je medestudenten te kopieren.<br />
Hun irritante handschriften hoeven ook niet meer te<br />
worden ontcijferd.<br />
Toch heeft PowerPoint tijdens colleges ook zijn nadelen. Echt<br />
goed opletten hoeft niet. Als je even bent weggedommeld<br />
weet je met een snelle blik op de sheet waar het college is<br />
aanbeland. Resultaat is dat studenten minder goed luisteren<br />
naar wat er wordt verteld. De uitleg bij de kernwoorden op<br />
de sheets, argumentaties en interessante bijzaken worden<br />
gemist. Jammer voor de student, dan moet hij of zij maar<br />
opletten. Hier kan de student nog zelf controle op uit oefenen.<br />
Er is echter nog een ander groter nadeel van PowerPoint:<br />
colleges worden saai! Veel docenten, zij het in verschillende<br />
gradaties, hebben de neiging de punten op de PowerPoint<br />
sheets maar op te dreunen. Steeds moet een gloedvol betoog<br />
of interessante en levendige uitleg worden onderbroken om<br />
naar de computer te lopen en de volgende sheet tevoorschijn<br />
te klikken. De kernpunten van de stof worden overgebracht,<br />
maar de kunst van het vertellen gaat verloren. Het geven van<br />
een levendig en inspirerend college is vaak moeilijk als er PowerPoint<br />
in het spel is. Technische vooruitgang is goed, maar<br />
we moeten onze creativiteit en vertelkunst er niet door laten<br />
afnemen. Mensen moeten de techniek leiden, en niet andersom.<br />
De docent, in samenspel met de studenten, moet het<br />
college leiden, niet een PowerPoint presentatie. Daarom krijgen<br />
alle verstokte conservatieve docenten die geen gebruik<br />
maken van PowerPoint voor deze ene keer een dikke pluim.<br />
7
8<br />
Jong bloed in de gemeenteraad<br />
door Yurre Wieken, Sjoerd Huismans en Maarten van Hoogevest<br />
Onze generatie krijgt weleens het verwijt geen idealen meer<br />
te hebben. Wij zouden door de welvaart waarin wij opgroeien<br />
gemakzuchtig zijn geworden, blindelings zappend, zuipend<br />
en surfend van dag tot dag. Hier in Nijmegen blijkt<br />
echter het tegenovergestelde waar. Veel jongeren zijn politiek<br />
en maatschappelijk actief. In de vorige editie van de <strong>Heraut</strong><br />
interviewden wij Rob Jetten, student en lijsttrekker van D66.<br />
In het kader van de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen<br />
volgen hier nog eens drie interviews van studenten die iets<br />
willen betekenen in de Nijmeegse politiek.<br />
Dirk Vreugdenhil (25), masterstudent politicologie, is de lijsttrekker<br />
van de ChristenUnie in Nijmegen.<br />
Momenteel heeft de ChristenUnie geen gemeenteraadszetels in<br />
Nijmegen. Volgens Vreugdenhil toont de groei van christelijke<br />
studentenverenigingen in Nijmegen echter aan dat de tijd rijp<br />
is. “Veel mensen in Nijmegen hebben een ChristenUnie gemist.”<br />
Bijbels geïnspireerde politiek is goed voor alle mensen,<br />
aldus Vreugdenhil. “Hoewel de Bijbel geen kookboek is waarin<br />
voor elk maatschappelijk probleem een recept wordt aangereikt,<br />
zal het Woord van God toch de smaak van het gerecht bepalen.”<br />
De ChristenUnie kan volgens Vreugdenhil iets betekenen voor<br />
eenzame studenten. In december 2005 berichtte Vox Magazine<br />
dat één op de vijf Nijmeegse studenten zich eenzaam voelt.<br />
Volgens Vreugdenhil komt dit door de toenemende individualisering.<br />
“Ik wil dat de gemeente budget vrijmaakt om een signaleringsnetwerk<br />
op te zetten en laagdrempelige activiteiten te<br />
faciliteren. De ChristenUnie vindt het daarnaast ook belangrijk<br />
dat er geïnvesteerd in snelle en veilige fietspaden en voldoende<br />
fietsenstallingen in het centrum. Wij willen de bereikbaarheid<br />
van onze stad vergroten door ruim baan te geven aan hoogwaardig<br />
openbaar vervoer.”<br />
In campagnetijd is studeren en politiek combineren uiteraard<br />
lastig. “Het is daarbij erg fijn dat ik binnen de ChristenUnie<br />
terug kan vallen op een enthousiast team. Ik doe het niet alleen!”<br />
Hoewel politicologie iets heel anders is dan politiek zijn theorieën<br />
volgens Vreugdenhil wel hierbij wel degelijk nuttig. “Veel<br />
partij-ideologie vindt zijn oorsprong in boeken en artikelen die<br />
bij diverse politicologievakken worden besproken.”<br />
Over het huidige Nijmeegse college is Vreugdenhil niet onte-<br />
vreden, maar hij heeft uiteraard wel suggesties voor verbetering.<br />
“Investeren in de wijken en zorgen dat iedereen weer volop<br />
mee kan doen in Nijmegen moet — zeker in deze economisch<br />
mindere tijd — topprioriteit krijgen. Met de bezuinigingen in<br />
Nijmegen voor de deur gaat het erom verantwoorde keuzes te<br />
maken. Dat gaat pijn doen en daarom is het van groot belang dat<br />
er zorgvuldig met die keuzes wordt omgegaan. De ChristenUnie<br />
heeft heldere richtlijnen bij de heroverwegingen die noodzakelijkerwijs<br />
moeten volgen uit de economische crisis.”<br />
Jola van Dijk (24), student politicologie en Nederlands recht,<br />
zit sinds 2006 namens de Socialistische Partij in de gemeenteraad<br />
van Nijmegen. Voor de aanstaande verkiezingen staat ze<br />
weer op de lijst, op de derde plaats.<br />
Van Dijk sloot zich op haar zeventiende aan bij de SP. “De manier<br />
van werken van de SP stond me wel aan: de wijken ingaan,<br />
met mensen praten, mensen zelf actie laten voeren. Ze ondersteunen,<br />
in plaats van alleen maar in de raad of de Tweede Kamer<br />
over mensen te gaan praten, als politicus te gaan doen alsof je het<br />
beter weet dan de mensen die zelf leven met de beslissingen.”<br />
Als actief lid van de afdeling organiseerde Van Dijk acties met<br />
mensen. Vervolgens zette een SP-raadslid dat werk voort in de<br />
gemeenteraad: “dan zat ik op de publieke tribune en dacht ik:<br />
had dat nou gezegd, waarom zeg je dat niet, waarom doe je dat<br />
nou zo?” Uiteindelijk werd haar gevraagd of ze zelf op de lijst<br />
wilde. “Van het een kwam het ander, ik was niet van tevoren van<br />
plan volksvertegenwoordiger te worden.” Van Dijk zit inmiddels<br />
bijna vier jaar in de Nijmeegse gemeenteraad. “Ik heb er een<br />
beetje een haat-liefdeverhouding mee. Ik vind het geweldig dat<br />
ik heel veel kan betekenen voor mensen, maar het is ook heel<br />
veel vergaderen. Soms gaat het te veel om elkaar aanvallen in<br />
plaats van de problemen van mensen oplossen.”<br />
Over het combineren van gemeenteraadslidmaatschap met een<br />
studie is Van Dijk niet zo positief. “Ik heb te veel hooi op de vork<br />
genomen.” Naast haar dubbele studie en gemeenteraadslidmaatschap<br />
werkt Van Dijk om de huur te betalen, want een groot<br />
deel van haar riante onkostenvergoeding van de gemeenteraad
gaat conform de afdrachtregeling naar de partijkas van de SP.<br />
“We zien volksvertegenwoordiging niet als werk maar als nevenfunctie.<br />
Ons uitgangspunt is dat je er niet op voor, maar ook niet<br />
op achteruit moet gaan als je raadslid wordt. Er zijn heel veel andere<br />
mensen in de partij die heel veel doen — acties organiseren,<br />
folderen in de regen — en ook niet betaald worden. Is het dan<br />
niet raar dat wij, die in een warme zaal vergaderen, daar zo veel<br />
voor betaald zouden krijgen?”<br />
Van Dijk voelt zich als jongste gemeenteraadslid niet anders behandeld<br />
door haar oudere collega’s. “Jong zijn voegt toe dat je<br />
problemen van een andere kant ziet. Je leest niet alleen de stukken<br />
over een tekort aan studentenkamers, maar je hebt ook zelf<br />
ervaren hoe vervelend het is. Of je kent de mensen waar het over<br />
gaat persoonlijk, in plaats van het uit de statistieken gelezen te<br />
hebben.”<br />
Wat kan de SP voor Nijmeegse studenten betekenen? Heel veel,<br />
aldus Van Dijk. Er is ook al veel gerealiseerd door de SP de afgelopen<br />
vier jaar. Zo zijn er in die tijd duizend extra studentenkamers<br />
bijgekomen. De SP wil er nog eens duizend bij. Behalve<br />
studentenkamers is er ook een tekort aan starterswoningen<br />
waardoor er te veel afgestudeerden in studentenkamers blijven<br />
wonen. Een betere doorstroming zou veel van deze problemen<br />
oplossen. Verder zijn er dankzij de SP huurteams aangesteld om<br />
studenten te helpen bij problemen met huurbazen of hospita’s,<br />
wil zij het openbaar vervoer versoepelen (vooral nu de OV-chipkaart<br />
net is ingevoerd) en pleit zij voor een nachtnet. Dit alles<br />
realiseer je natuurlijk niet zomaar even. “Je hebt een lange adem<br />
nodig.”<br />
Onze eigen Sjors Talsma (21), student politicologie, is nummer<br />
12 op de kandidatenlijst van de Partij van de Arbeid.<br />
We spreken Sjors Talsma in Het Bakkerscafé aan de Castellastraat<br />
in de Nijmeegse wijk Bottendaal. In dit café loopt het<br />
project ‘Brood op de Plank’. “Ik vind dit een erg aansprekend<br />
project”, begint Talsma. “Mensen met een lichamelijke, verstandelijke<br />
of psychische handicap krijgen hier de kans om aan het<br />
werk te gaan. Het past bij de PvdA om ‘de zwakkeren in de<br />
Een dag met Sjors<br />
samenleving’ kansen te bieden. Daarnaast is het een voorbeeld<br />
dat iedereen kan werken als je het goed regelt. Ik snap echter wel<br />
dat je op grote schaal moeilijk zulke kwaliteit kunt bieden. Maar<br />
het persoonlijke traject en de intensieve begeleiding kunnen wel<br />
als voorbeeld dienen voor andere bedrijven.”<br />
Het Bakkerscafé is onderdeel van het nieuwbouwproject ‘De<br />
Dobbelman’ op het terrein waar vroeger de zeepfabriek stond.<br />
Hier verrijzen verschillende typen woningen: bedrijfs- en kantoorruimte,<br />
kunstateliers en een sportzaal. Talsma: “Dit project<br />
kan ook weer een voorbeeld zijn voor nieuwe initiatieven. Het<br />
is een combinatie van nieuwe woningen en kleine bedrijvigheid,<br />
waar veel jonge mensen wonen en werken.” Het is één van de<br />
speerpunten van Talsma: zorgen dat studenten ook nadat ze afgestudeerd<br />
zijn in Nijmegen blijven. “Er zijn niet genoeg betaalbare<br />
starterswoningen en je moet ook zorgen voor genoeg werkgelegenheid.”<br />
Eenvoudig zal dit niet zijn. “Nijmegen staat in het<br />
bedrijfsleven bekend als een dure stad, van dat imago moeten we<br />
af zien te raken. Werkgelegenheid en de woningmarkt zijn niet<br />
de enige factoren die meespelen in de beslissing om al dan niet<br />
in Nijmegen te blijven. Mobiliteit speelt een grote rol. Nijmegen<br />
moet nu eindelijk eens op het nachtnet van de NS aangesloten<br />
worden.”<br />
Concreet wat kunnen betekenen voor de samenleving is één<br />
van de drijfveren van Talsma om politiek actief te worden. “Bij<br />
de opleiding politicologie wordt je met veel grote zaken geconfronteerd.<br />
Het klimaatprobleem is echter een voorbeeld van een<br />
wereldwijd probleem waar je op kleine schaal ook iets aan kunt<br />
doen. Daarnaast vind ik het belangrijk om de dagelijkse problemen<br />
van mensen op te kunnen lossen. Daar kun je als gemeentepolitiek<br />
een belangrijke rol spelen. Het aloude adagium ‘verbeter<br />
de wereld en begin bij jezelf’ is sterk van toepassing. Dat spreekt<br />
met erg aan.” Zijn keuze voor de PvdA was snel gemaakt. “Ik was<br />
al actief bij Frontaal, het magazine van de partij in Nijmegen. Ik<br />
zag de oproep om je kandidaat te stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen.<br />
Uiteindelijk ben ik op nummer 12 op de lijst gekomen.<br />
Ik doe dit niet voor persoonlijk gewin, maar uit interesse<br />
en het idee dat ik geschikt ben voor het raadswerk. Ik denk dat<br />
ik als jonge kandidaat iets extra’s kan betekenen voor de partij.”<br />
9
10<br />
De Kosovo-oorlog in de huidige samenleving<br />
door Theresa Song Loong<br />
Of Kosovo bij Servië hoort is voor het merendeel van de Serven<br />
onbetwijfelbaar: Kosovo is en zal altijd deel van Servië<br />
zijn. Maar de etnisch-Albanese Kosovaren hebben in 2008<br />
allang de onafhankelijkheid uitgeroepen én zijn als land erkend<br />
door veel Westerse staten, waaronder de VS en Nederland.<br />
Het Servisch-Kosovaars conflict is nog lang niet voorbij,<br />
want nog steeds weten de groepen niet hoe ze met elkaar<br />
de toekomst in zullen gaan. Waarom liggen de verhoudingen<br />
tussen de volkeren zo moeilijk en hoe loopt de weg naar de<br />
toekomst? In drie studiereizen naar Kosovo, Servië en Nederland/Brussel<br />
heb ik geprobeerd om hier zoveel mogelijk over<br />
te weten te komen.<br />
Als politicologiestudenten anno<br />
2010 hebben velen van ons allang<br />
niet meer de aspiraties om<br />
de wereld te verbeteren. Maar<br />
voor mij is het wel een drijfveer<br />
en dus zit er niks anders op dan<br />
het gewoonweg te proberen. Afgelopen<br />
jaar heb ik me vooral be-<br />
Het stadje Prizren in Kosovo<br />
ziggehouden met de post-conflict<br />
situatie in Kosovo en Servië, waartussen ruzie is om het stuk<br />
land dat Kosovo heet. Uit de slechte economische situatie en het<br />
gebrek aan politieke stabiliteit in Kosovo kun je helaas slechts<br />
concluderen dat het land nog een lange weg heeft te gaan, wil<br />
het stabiel en welvarend worden. Die indicatoren vond ik echter<br />
weinig zeggen over hoe Kosovo nu eigenlijk omgaat met haar<br />
oorlogsverleden.<br />
Wikkend en wegend daarover kwam ik vorig jaar rond februari<br />
het project ‘Our Future Network’ tegen (voor meer informatie:<br />
www.ourfuturenetwork.eu). Vredesorganisatie IKV Pax Christi<br />
organiseert samen met een Servische en een Kosovaarse NGO<br />
jaarlijks een uitwisselingsproject. Hierbij komen vijftien jongeren<br />
uit Nederland, Servië en Kosovo in drie studiereizen bijeen.<br />
Afgelopen jaar was ik één van deze deelnemers. Ondertussen<br />
kunnen geïnteresseerden zich alweer aanmelden voor het project<br />
voor aankomend jaar.<br />
Het doel van de reizen is om het conflict beter te leren begrijpen,<br />
elkaars denkbeelden en die in de verschillende maatschappijen<br />
te leren kennen en om onze eigen visie op de toekomst te uiten.<br />
Die eerste twee doelen bereikten we door op bezoek te gaan bij<br />
verscheidene relevante politieke en maatschappelijke instanties,<br />
sociale bewegingen en andere experts.<br />
Opvallend was het bezoek aan de Servische enclave Gračanica in<br />
Kosovo. Dit is een gebied waar Serven hun eigen gemeenschap<br />
hebben opgericht en parallel aan de etnisch-Albanese maatschappij<br />
leven. Deze Serven vonden dat ze niet goed behandeld<br />
worden door de etnisch-Albanese meerderheid, omdat er weinig<br />
werkgelegenheid voor ze is en de dienstverlening door onder<br />
andere het nationale energiebedrijf zeer slecht is. Echter de<br />
etnische Albanezen lopen tegen dezelfde problemen aan, maar<br />
objectieve informatie over discriminatie in Kosovo is moeilijk te<br />
verkrijgen. De discussie daarover is lastig te voeren aangezien het<br />
contact tussen Serven en etnisch-Albanese Kosovaren zeldzaam<br />
is. Bovendien lopen de emoties snel hoog op als dat contact wel<br />
plaatsvindt.<br />
Het bezoek aan het Servische ‘ministerie van Kosovo en Metohija’<br />
in de Servische hoofdstad Belgrado laat dit nog het beste<br />
zien. De regering van Servië ziet Kosovo nog altijd als onderdeel<br />
van het land en daarom is er dan ook een ministerie die<br />
voor het welzijn van de bevolking daar zou moeten zorgen. Juist<br />
hier blijkt echter dat het een heel emotionele kwestie betreft. De<br />
woordvoerder legde aan ons op een bijzonder subjectieve manier<br />
uit dat Serven daar verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt<br />
in de oorlog en heel erg gediscrimineerd worden. Voor mij was<br />
zijn verhaal niet geheel logisch. Zo zou de complete waarheid<br />
bij ons allen bekend worden als we maar meer boeken zouden<br />
lezen en is het ook evident dat er grenscontroles tussen Kosovo<br />
en Servië plaatsvinden, ook al is die grens ertussen helemaal geen<br />
landsgrens in de Servische optiek. Interessanter was de reactie<br />
die onze etnisch-Albanese reisgenoten<br />
daarop gaven: die wilden al te graag inbrengen<br />
wat zij vonden dat er niet klopte.<br />
Daar kregen ze weinig kans toe, maar tijdens<br />
de nabesprekingen bleek dat er grote<br />
onvrede heerste.<br />
Onderling waren de discussies ook niet<br />
tegen te houden en het bleek dat sommigen<br />
ook erg star waren. Een suggestie dat<br />
de Servische minderheid misschien Albanees zou kunnen leren,<br />
opdat ze beter zouden functioneren in de Kosovaarse samenleving<br />
werd door één van de Serven als aantasting van de rechten<br />
van minderheden genoemd. En dat terwijl we het in Nederland<br />
inmiddels wel eens zijn dat integratie van etnische minderheden<br />
noodzakelijk is voor een gezonde maatschappij. Nu zijn de Serven<br />
in Kosovo geen immigranten, maar mij lijken de praktische<br />
voordelen zeker het overwegen waard.<br />
Toch waren er genoeg overeenkomsten tussen ons (progressieve)<br />
jongeren om tot een gezamenlijk toekomstbeeld te komen. Zo<br />
zagen we allemaal een toekomst van de Balkanregio bij de Europese<br />
Unie, nadat vele obstakels overwonnen zijn. We gaven<br />
woord en beeld hieraan middels onze straatacties. In Kosovo<br />
hadden we Loesje-flyers ontworpen om te verspreiden op ‘Europadag’.<br />
Europese integratie. “Niet voor landen onder de 18”<br />
In Servië hielden we een stickeractie, waarbij onze politieke<br />
boodschap overal op lantarenpalen en prullenbakken te lezen<br />
was.<br />
Terugkijkend op de reizen kan ik zeker zeggen dat dit een goede<br />
aanvulling is geweest op de studie politicologie. Echt zien hoe<br />
een conflict leeft in de harten van mensen en wat dat doet met<br />
ze zorgt ervoor dat de werkelijkheid meer is dan een bron van<br />
empirische data. Om in het oude linkse karakter van Nijmegen<br />
te blijven: “Die Philosophen haben die Welt nur verschieden<br />
interpretiert; es kömmt drauf an, sie zu verändern.”
door Maarten van Hoogevest<br />
België: Geen twijfel over mogelijk.<br />
‘Ik heb getwijfeld over België, want dat taaltje is zo zacht.’<br />
Wat zouden Henk (Westbroek) en Henk (Temming) gedacht<br />
hebben toen ze het schreven? En toen ze het daarna keer op<br />
keer zongen en speelden. Dachten ze: ‘Klopt dit wel?’. Of was<br />
het misschien een ‘Acda & De Munnikiaanse verspreking’,<br />
waarbij de tekst leuk klinkt, maar helemaal nergens op slaat.<br />
Dat laatste lijkt het geval. Het Goede Doel neemt de rol op zich<br />
van de man die zijn vrouw niet begrijpt. De man houdt uiteraard<br />
zielsveel van de vrouw, maar hij begrijpt haar gewoon niet.<br />
Henk houdt van België, maar hij lijkt het land niet te snappen.<br />
Als ‘dat taaltje’ de reden van zijn liefde is, ben ik benieuwd over<br />
welk taaltje Henk het heeft. In België spreken ze zoals iedereen<br />
wel weet drie talen.<br />
Nederlanders die België en de Belgen niet begrijpen. Het komt<br />
vaker voor. Geert Wilders was niet de eerste en waarschijnlijk<br />
niet de laatste die opperde dat Vlaanderen zich best bij Nederland<br />
kon aansluiten. Dat Vlamingen daar absoluut niet op zitten<br />
te wachten, beseffen ‘wij’ echter niet goed. Terwijl dit toch niet<br />
onlogisch is voor een volk dat ieder jaar viert dat het zich in<br />
1830 afscheidde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.<br />
Kortom, Belgen hebben Nederland helemaal niet nodig. De belangrijkste<br />
redenen volgen hieronder.<br />
Heineken?<br />
In België mag je nog ‘gewoon’ roken in de kroeg. Tenminste, als<br />
ze er geen eten serveren. Omdat veel zaken een vrij groot rookvrij<br />
gedeelte hebben, voel je je als roker niet echt gewenst. In de<br />
pubs kun je uiteraard nog wel ongegeneerd je verslaving botvieren.<br />
En als je daar dan ook nog Duvel (of in de pub: Djoevol)<br />
bij kunt drinken, hoef je echt niet meer naar Nederland terug.<br />
Het Nederlandse biermerk Heineken is over de hele wereld bekend.<br />
In België snappen ze niet waarom. Heineken is geen bier,<br />
hooguit water met een beetje smaak. Leffe, Affligem, Corsendonck,<br />
Grimbergen, Orval, Jupiler, Maredsous, Rochefort, Chimay<br />
en natuurlijk Westmalle. Voor bier moet je in België zijn.<br />
Daghap<br />
Toen ik lichtelijk beschonken ‘de Taloorkes’ in Antwerpen binnenliep,<br />
had ik nog wel zin in wat wijn. Karafje doen? “Nee, dat<br />
kan niet, meneer. Alleen per glas of per fles. Als u per fles bestelt,<br />
betaalt u per centimeter.” Wat?! “Doe maar een fles.” Bodemdrift<br />
maakte dat ik 15 centimeter moest afrekenen.<br />
Die wijn was natuurlijk voor bij het eten. Goedkope daghappen<br />
voor acht euro. Uit het ruime aanbod koos ik een hammetje.<br />
Achteraf weet ik nog steeds niet waarom hier een verkleinwoord<br />
gebruikt is voor zo’n joekel van een beenham. Met handgesneden<br />
frietjes of stoemp erbij. Ook voor varken met stamppot hoef<br />
je dus niet in Nederland te zijn.<br />
Eerst Brugge zien, en dan sterven<br />
Amsterdam, Utrecht, Groningen, Nijmegen, Den Haag, Maastricht.<br />
Allemaal fraaie steden. Voor mooie steden hoeven Belgen<br />
echter zeker niet de grens over. Antwerpen, Gent en Brussel zijn<br />
een bezoek meer dan waard. België is echter ook het land van de<br />
mooiste stad van de Lage Landen: Brugge. Als je er geweest bent,<br />
hoef ik niets uit te leggen. Zo niet, ga er als de sodemieter heen!<br />
Grijze muizen<br />
Hoewel Jan Peter Balkenende volhield dat hij geen kandidaat<br />
was om de eerste president van de Europese Unie te worden,<br />
barstte er in de media toch een strijd los. Die strijd om het presidentschap<br />
zou gaan tussen Balkenende en de Belg Herman van<br />
Rompuy. Balkenende vond de geruchten naast vervelend ook<br />
wel leuk: “Het aardige van dit gespeculeer is overigens wel dat je<br />
het ene moment verguisd wordt en op het andere moment op<br />
handen wordt gedragen”, zo zei hij op een CDA-partijcongres in<br />
Utrecht. Zoals bekend won Van Rompuy, die zichzelf een grijze<br />
muis durfde te noemen. Weer een zege voor België dus.<br />
(Met die zege leed België ook een gevoelige interne nederlaag.<br />
Van Rompuy was namelijk premier in een land dat zo langzamerhand<br />
toe is aan een beetje stabiliteit. Een ‘grijze muis’ is wellicht<br />
de juiste persoon om het politiek gezien tot op het bot<br />
verdeelde land bij elkaar te houden. Nu moet Leterme de kar<br />
weer trekken.)<br />
Dinsdagland<br />
Herman Brusselmans is een graag geziene gast in het populaire<br />
De Wereld Draait Door. Veel Nederlanders vinden hem onbedaarlijk<br />
grappig. Matthijs van Nieuwkerk weet dit aan te wakkeren<br />
door Brusselmans allerlei grappige uitspraken te ontlokken.<br />
Na een van zijn laatste optredens in DWDD deed hij een dag<br />
later op de Belgische radio zijn beklag. Hij had een kwartier lang<br />
over beffen zitten praten. Daar had hij dus geen zin meer in.<br />
Wellicht was dit een aanleiding voor de aankondiging van een<br />
‘sabbatical’. De bedoeling was dat Brusselmans een jaar niet zou<br />
schrijven. Gelukkig is hij na enkele maanden weer begonnen<br />
aan een boek. Hoewel Brusselmans misschien geen voorbeeld<br />
is van hogere cultuur, is België wel een land waar uitmuntende<br />
literatuur vandaan komt. Uiteraard is Dimitri Verhulst de beste<br />
(feit!). Erwin Mortier won afgelopen jaar de AKO-literatuurprijs<br />
met zijn roman Godenslaap. Ook Tom Lanoye, Hugo Claus en<br />
Louis Paul Boon het lezen meer dan waard.<br />
Tom en …?<br />
In 1994 blies dEUS met zijn debuutalbum Worst Case Scenario<br />
de Belgische muziekscene nieuw leven in. Het album wordt bij<br />
onze zuiderburen nog altijd beschouwd als één van de beste albums<br />
ooit gemaakt. Uit deze band zijn een hoop nieuwe bands<br />
voort gekomen. In Zita Swoon, The Love Substitutes, Vive la<br />
Fête en Kiss my Jazz spelen voormalige leden van dEUS, waar alleen<br />
frontman Tom Barman en Klaas Janszoons vanaf het begin<br />
tot nu vaste waarden zijn. Er is sprake van kruisbestuiving. In<br />
de huidige bezetting van de band spelen onder andere Stéphane<br />
Misseghers (voorheen Soulwax) en Mauro Pawlowski (Evil Superstars).<br />
Waarom zou een Belg naar De Staat luisteren als hij<br />
Tom & Mauro heeft?<br />
11
12<br />
door Joshua van ’t Hoff<br />
Interesse om politicologie te studeren kan verschillende redenen<br />
hebben. Zo kun je het vergelijken van landen op politiek<br />
gebied leuk vinden, of het uitdagend vinden om een wetenschappelijk<br />
onderzoek te verrichten. Voor Mirko Jouamér,<br />
student Politicologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen,<br />
is er nog een andere reden. Zijn Koerdische afkomst<br />
doet hem beseffen dat politiek van groot belang is voor zijn<br />
volk.<br />
Mirko (25) komt uit de stad Sulaimaniya (Iraaks-Koerdistan).<br />
Zijn ouders weigerden om voor omstreden projecten van de<br />
Iraakse geheime dienst te werken. Hierdoor waren ze hun leven<br />
niet meer zeker en zijn ze met Mirko, zijn zus en zijn oom te<br />
paard gevlucht naar Iran. Mirko was toen twee jaar.<br />
Na maandenlang in verschillende vluchtelingenkampen te hebben<br />
gezeten, gingen ze naar de hoofdstad Teheran. Vanuit daar<br />
vertrokken ze naar Syrië. In het voormalige Joegoslavië had<br />
Mirko’s vader goede contacten, dus weken ze uit naar Joegoslavië.<br />
Na enkele maanden gingen Mirko en zijn gezin terug naar<br />
Syrië, om vervolgens voor twintig maanden in Libië te verblijven.<br />
Via Libië zijn ze later in Nederland gekomen: begin 1990<br />
kwamen ze aan op Schiphol. Toen Mirko’s ouders in Nederland<br />
aankwamen, kwamen ze erachter dat hun diploma’s niet geaccepteerd<br />
werden. Ze moesten opnieuw gaan studeren en hard<br />
werken. In een vreemd land werden ze gedwongen om helemaal<br />
vanaf nul te beginnen. Maar uiteindelijk hebben ze een goede<br />
toekomst weten op te bouwen.<br />
De geschiedenis van zijn ouders heeft Mirko ervan overtuigd dat<br />
niemand in Nederland kansloos kan zijn: „Iedereen kan er iets<br />
van maken, als je je maar hard inzet.”<br />
“In het zuiden van Koerdistan (Irak) in de zomer van 2007”<br />
Koerden zijn Koerden<br />
Mirko stelt dat de geschiedenis van de Koerden wordt getekend<br />
door de belangen van andere staten. Pas wanneer hij de wisselwerking<br />
tussen de staten onderling begrijpt, kan hij iets veranderen<br />
ten gunste van de Koerden. „Je kunt niet iets veranderen<br />
wat je niet tot in de essentie begrijpt”, vertelt hij. In Mirko’s<br />
ogen zijn met name de internationale betrekkingen belangrijk<br />
voor het begrijpen van het Koerdische vraagstuk. Met de kennis<br />
die hij opdoet door zijn studie doet hij iets terug voor zijn volk.<br />
Niemand is kansloos<br />
Mirko kijkt op naar degenen die het mogelijk hebben gemaakt<br />
dat Koerden vandaag nog kunnen zeggen dat zij Koerden zijn.<br />
Deze mensen hebben hun leven of gewijd of opgeofferd voor<br />
rechtvaardigheid, zelfbeschikking en de vrijheid van hun volk.<br />
Dit terwijl er eeuwenlang assimilatiepolitiek tegen hen wordt<br />
gevoerd door verschillende regeringen, staten en wereldrijken.<br />
Daarom voelt Mirko zich verantwoordelijk om ook zíjn steentje<br />
bij te dragen aan het behoud van de identiteit van zijn volk. Hij<br />
voegt daaraan toe dat de principes van rechtvaardigheid, zelfbeschikking<br />
en vrijheid hem hierin sterk motiveren.<br />
Rudaw.NL<br />
Voor zijn studie Politicologie heeft Mirko al veel moeten opofferen<br />
van zijn privé-leven. Maar al een jaar heeft hij zelfs nog<br />
minder tijd over voor vrienden en vriendinnen. Mirko verricht<br />
namelijk sinds oktober vorig jaar journalistiek werk voor de<br />
nieuwswebsite Rudaw.NL. Daar is hij ‘chef redactie nieuws’.<br />
Mirko houdt zich voornamelijk bezig met het schrijven van<br />
nieuwsberichten, uitgebreide nieuwsartikelen, columns, opiniestukken,<br />
interviews en reportages over Koerdistan en de Koerdische<br />
gemeenschap hier in Nederland. Verder controleert, verbetert<br />
en beoordeelt hij andere nieuwsartikelen op Rudaw.NL.<br />
Mirko had een goede indruk achtergelaten op internet door vaak<br />
te schrijven over Koerdistan gerelateerde onderwerpen. Dit deed<br />
hij op de actualiteitenwebsite Azady.nl en de profielensite Hyves.<br />
nl. Bij de oprichting van Rudaw.NL werd hij opgemerkt door de<br />
redactie en meteen benaderd.<br />
Mirko ontwikkelt zich dankzij Rudaw.NL. De andere redactieleden<br />
hebben veel kennis en ervaring en begeleiden Mirko<br />
goed met het schrijven van journalistieke stukken. Op 3 oktober<br />
jongstleden zag Mirko dat de lezers van de website zijn werk en<br />
dat van de andere leden serieus namen en waardeerden. Rudaw.<br />
NL was die dag precies één jaar oud en dat werd in de<br />
avond gevierd met een lezing en een debat, afgewisseld<br />
met Koerdische muziek en hapjes. De gasten bestonden<br />
uit politici en academici en er waren een kleine<br />
100 mensen op afgekomen. Ook liet die avond Mirko<br />
zien dat zijn redactie als professioneel team kan werken<br />
en goede lezingen en debatten kan leveren.<br />
Rudaw.NL is in het najaar van 2008 opgezet door<br />
Nederlands-Koerdische studenten. Zij zijn van mening<br />
dat de Nederlandse media en de publieke opinie<br />
gebrekkig zijn wat betreft het Koerdische vraagstuk.<br />
De website streeft ernaar om de media in te lichten en<br />
toegang te geven tot informatie die voorheen niet of<br />
nauwelijks bereikbaar was. De redactieleden beheersen<br />
de officiële talen van de staten die de Koerdische leefgebieden<br />
regeren, evenals de verschillende Koerdische<br />
dialecten. Verder berichten correspondenten uit Koerdistan<br />
en de rest van de wereld de redactie dagelijks.<br />
Bovendien is de redactie continu in contact met de Koerdische<br />
gemeenschap in Nederland.<br />
Rudaw.NL is onderdeel van Stichting Rudaw Media. Deze stichting<br />
geeft in Hewler (de zetelstad van de Koerdische Autonome<br />
Regio van Irak) sinds april vorig jaar het weekblad Rûdaw en<br />
Rudaw.Net uit. Ook verzorgt het de Europese editie van Rûdaw<br />
vanuit Keulen. Rûdaw behoort in Koerdistan tot de populaire<br />
nieuwsmedia en het weekblad is in Europa de enige Koerdischtalige<br />
krant.
door Yurre Wieken<br />
Op 20 januari begon het proces tegen Geert Wilders. De<br />
PVV-leider zou aanzetten tot haat en discriminatie. Hulde,<br />
volgens velen die Wilders als een soort nieuwe Hitler zien die<br />
in de kiem gesmoord moet worden. Ikzelf zie als vrijdenker<br />
echter niets positiefs in dit proces.<br />
Om te beginnen: hoe kan men aantonen dat haat tegen en discriminatie<br />
van moslims direct gerelateerd zijn aan Wilders’ uitspraken?<br />
Als rechtsextremisten — waar Wilders zich overigens<br />
uitdrukkelijk van gedistantieerd heeft — moslims in elkaar slaan<br />
kun je onmogelijk bewijzen dat dit direct door Wilders’ uitspraken<br />
komt. Anders kun je ook beargumenteren dat de SP met<br />
haar felle uitspraken over “sprinkhaankapitalisme” aanzet tot<br />
haat tegen bankiers en beurshandelaren. Omdat erg onduidelijk<br />
is in hoeverre uitspraken aanzetten tot wat dan ook vind ik dat<br />
de grens moet liggen bij direct oproepen tot, min of meer volgens<br />
John Stuart Mills schadeprincipe. Dat heeft Wilders nooit gedaan.<br />
Het is volgens het strafrecht overigens niet nodig om te<br />
bewijzen dat Wilders daadwerkelijk heeft aangezet tot haat. Dat<br />
maakt het echter alleen maar vreemder.<br />
Dat Wilders’ uitspraken zouden kunnen leiden tot haat en discriminatie<br />
is evident — dat ontken ik niet. Er zijn inderdaad<br />
mensen die het opvatten als een legitimatie van hun eigen xenofobie.<br />
Maar als zij daarom gaan discrimineren zijn zíj schuldig,<br />
niet Wilders. Wilders zelf vind ik overigens niet xenofoob.<br />
Xenofobie is irrationeel, de kritiek van Wilders op de islam is<br />
rationeel onderbouwd. Misschien is hij onterecht, misschien<br />
niet — maar niet irrationeel. Dat aanzetten tot haat en discriminatie<br />
zijn directe intentie is, betwijfel ik sterk. Electoraal gezien<br />
heeft Wilders niets aan PVV-aanhangers die de wet breken door<br />
moslims te discrimineren. Hij wil met zijn uitspraken slechts<br />
stemmen winnen om zijn politieke voorstellen uiteindelijk op<br />
democratische wijze te realiseren. Dit laatste is ook de reden dat<br />
het voorstel om de Koran te verbieden en de immigratie uit moslimlanden<br />
te stoppen niet strafbaar kan zijn – het is een voorstel<br />
tot democratische wetswijziging. Dat mag, ongeacht de inhoud<br />
van dat voorstel.<br />
Een veroordeling van Wilders omdat hij zou aanzetten tot haat<br />
schept sowieso een gevaarlijk juridisch precedent. In principe<br />
zou dan namelijk iedere kritiek op een religie of een andere ideologie<br />
uitgelegd kunnen worden als het aanzetten tot haat. Dat<br />
is een zeer onwenselijke en zelfs gevaarlijke glijdende schaal. De<br />
discriminatoire standpunten van de SGP over vrouwen en homoseksuelen<br />
aan de kaak stellen zou tot een aanklacht wegens<br />
haatzaaien kunnen leiden.<br />
Daarom verdenk ik partijen als CDA, CU en SGP ervan stiekem<br />
Het vrije woord<br />
te hopen dat Wilders schuldig wordt bevonden. In 2004 stelde<br />
toenmalig minister van Justitie Piet Hein Donner voor om de<br />
godslasteringwet aan te scherpen. Zogenaamd om moslims te<br />
beschermen tegen “aanvallen” op hun geloof, maar eigenlijk bedoeld<br />
om over de rug van deze beledigde moslims onze verworvenheden<br />
uit de Verlichting onderuit te halen. Door de opkomst<br />
van de islam in Nederland staat de vrijheid van meningsuiting<br />
opeens weer ter discussie en daar proberen onze christelijke<br />
partijen uiteraard zoveel mogelijk hun eigen slaatje uit te slaan.<br />
Donner deed zijn voorstel vlak na de moord op Theo van Gogh.<br />
Het was bijna alsof hij vond dat Mohammed Bouyeri toch wel<br />
een punt had!<br />
De ironie is overigens dat het juridische precedent dat geschapen<br />
wordt wanneer Wilders schuldig wordt bevonden een Koranverbod<br />
ook vergemakkelijkt. Tevens zou het makkelijker worden<br />
om opiniemakers die de PVV met de NSB of andere fascistische<br />
bewegingen vergelijken aan te klagen wegens haatzaaien (denk<br />
aan Doekle Terpstra met zijn oproep dat Wilders “het kwaad”<br />
was en “bestreden” moest worden).<br />
Wilders’ pleidooi voor een verbod op “de fascistische Koran,<br />
het islamitische Mein Kampf” is ook één van de redenen dat hij<br />
vervolgd wordt. Maar als we volgens Donner de sharia in Nederland<br />
kunnen invoeren bij tweederde meerderheid geldt dat<br />
ook voor een Koranverbod. Dat Wilders de Koran betitelt als<br />
“fascistisch” en vergelijkt met Mein Kampf zal wel meer motivatie<br />
zijn geweest tot de aanklacht. Echter, kijk eens naar het<br />
verleden: in 1984 vergeleek Hugo Brandt Corstius CDA-minister<br />
Onno Ruding met nazikopstuk Adolf Eichmann. Corstius<br />
is nooit aangeklaagd, evenals andere columnisten die spraken<br />
over “christenhonden”. Sterker nog, dergelijke uitspraken werden<br />
destijds geprezen door dezelfde linkse progressieven die nu<br />
moord en brand schreeuwen wanneer soortgelijke dingen over<br />
de islam worden gezegd.<br />
Verder over de rechtszaak: Wilders heeft zich altijd uitgesproken<br />
over de islam, niet over moslims. Dat is een cruciaal verschil.<br />
Hij heeft nooit gezegd dat moslims minderwaardig zijn<br />
aan niet-moslims, dat wij moslims moeten wantrouwen en dat<br />
het prima is om ze te discrimineren. Iets wat fundamentalistische<br />
moslims wel over niet-moslims zeggen: dat is ook waarom<br />
Wilders — terecht — kritiek heeft op de islam. Dan kun je zijn<br />
kritiek onterecht, generaliserend en weet ik veel wat noemen,<br />
maar dat is geen reden deze kritiek het zwijgen op te leggen.<br />
Kom gewoon met tegenargumenten. Dat is ook het zwaktebod<br />
van Wilders’ tegenstanders: hij vindt de islam gevaarlijk en komt<br />
met argumenten (bijvoorbeeld de Koranverzen die in Fitna geciteerd<br />
worden). Zijn tegenstanders zijn het met hem oneens en<br />
klagen hem aan.<br />
Een andere uitspraak waarom Wilders vervolgd wordt is “Die<br />
Marokkaanse jongens zijn echt gewelddadig. Ze slaan zomaar<br />
homo’s in elkaar”. Volgens mij is dit gewoon een objectief feit.<br />
Mag dat niet gezegd worden? Homo’s ondervinden in het grootstedelijke<br />
uitgaansleven steeds meer geweld van moslimjongeren<br />
die hen zien als beesten die met het hoofd naar beneden<br />
van hoge gebouwen moeten worden gegooid, zoals in sommige<br />
moskeeën gepredikt wordt. Regelmatig moeten homostellen<br />
door aanhoudende intimidatie en treiterij verhuizen uit wijken<br />
waar veel moslims wonen. Waarom wordt Wilders aangeklaagd<br />
wegens het wijzen op dit feit?<br />
“I disagree with what you say, but will defend to death your right<br />
to say it” — Voltaire<br />
13
14<br />
door Ries Peters<br />
Het is donderdagavond half acht, en ik bevind me in de intercity<br />
naar Utrecht. Tegenover mij zit een vrouw de krant te<br />
lezen. Om te voorkomen dat ik ten prooi val aan verveling,<br />
besluit ik mijn laptop erbij te pakken en een paar geniale<br />
Scrubs afleveringen te kijken. Ik kan mijn lach op een bepaald<br />
moment niet onderdrukken. Waarop de vrouw tegenover<br />
mij me aanspreekt.<br />
“Waar lach je om?”. Ik wijs naar het scherm en knik. Daarmee<br />
aangevend dat ik eigenlijk helemaal geen zin heb om te praten.<br />
De vrouw laat zich echter niet zomaar uit het veld slaan. “Dat is<br />
wel een mooi ding wat je daar hebt zeg”. “Mijn man en ik hebben<br />
ook zo’n ding voor onze zoon gekocht. Geweldig vindt hij<br />
het, hij kan er uren mee spelen”. “Ben je iets aan het kijken of<br />
wat ben je aan het doen?”. “Ja”, zeg ik. “Ik kijk een televisieserie<br />
en het is heel grappig”. “Oh wat leuk”, zegt ze. “Jij zult dat ding<br />
ook wel vaak gebruiken of niet?”. “Ja, ik heb het nodig voor mijn<br />
studie hè”.<br />
Op dat moment komen twee jongemannen ons treinstel binnen<br />
gelopen. Ze gaan zitten in de stoelen schuin achter die van ons.<br />
Onze aandacht wordt automatisch op ze gericht wanneer de een<br />
aan de ander vraagt: “Hee man, wat doe jij hier? Mag jij hier<br />
wel zijn?”. “Ja man” zegt de ander, “ Ik mag sinds kort op verlof,<br />
zolang ik maar om half tien weer terug ben”. “Alleen bedoel je?”.<br />
“Ja man, eerst had ik altijd nog een begeleider weet je”. Ondanks<br />
dat ik weet dat het onbeschoft is, begin ik mee te luisteren<br />
met het gesprek, en zo te zien de vrouw tegenover mij ook. De<br />
jongen vertelt aan zijn vriend dat hij een TBS’er is. Ze hebben<br />
elkaar al lang niet meer gezien. De TBS’er vertelt hoe het is om<br />
TBS’er te zijn. Hij moet op vaste tijden aanwezig zijn, hij mag<br />
zelden naar buiten, en hij heeft bijna nooit vrije tijd. Het heeft<br />
jaren geduurd voor hij weer voor het eerst zonder begeleiding op<br />
verlof mocht. Ook vertelt hij hoe hij regelmatig ruzie heeft met<br />
andere TBS’ers, en dat er vaak gevochten wordt. Wat mij echter<br />
vooral bezighoudt is niet datgene wat de jongen zegt, maar de<br />
manier waarop hij het zegt. Zonder een gefrustreerde, boze, of<br />
hatelijke ondertoon vertelt hij kalmpjes hoe vervelend zijn leven<br />
in een TBS kliniek is.<br />
Mijn aandacht begint te verslappen, en langzaam verplaatst mijn<br />
Perron Politiek 2<br />
blik zich weer naar mijn laptop en naar de vrouw. Waarop de<br />
vrouw vraagt: “Wat studeer je eigenlijk?”. “Politicologie” zeg ik.<br />
“Oh wat leuk zeg”, zegt de vrouw glimlachend.<br />
“Waarom zit je eigenlijk daar?”, vraagt de jongen schuin achter<br />
ons. Meteen richten de vrouw en ik ons weer op het gesprek.<br />
De TBS’er vertelt hoe hij met een paar vrienden op een zekere<br />
oudejaarsavond een aantal huizen gevandaliseerd heeft, om vervolgens<br />
een buschauffeur en een omstaander die de buschauffeur<br />
te hulp kwam, zozeer te mishandelen, dat beiden het maar net<br />
overleefd hebben. De vrouw tegenover mij heeft het gesprek met<br />
verstarde, afkeurende en een tikkeltje zenuwachtige blik zitten<br />
volgen. Op het moment dat het gesprek stil valt staat ze op, en<br />
nadat ze iets mompelt over ergens anders gaan zitten zegt ze tegen<br />
mij: “Nog veel succes met je studie”. Om vervolgens midden<br />
in de reis naar een andere coupé te lopen.<br />
Ik kan niet ontkennen dat ik me ook een beetje zenuwachtig<br />
begon te voelen. Ondertussen gaat het gesprek achter mij verder.<br />
“Ik was de lul weetje, ik had al een strafblad, de rest is er nog<br />
goed vanaf gekomen”. “Maar zij hebben het echt niet begrepen.<br />
Zij zijn nu nog net zo slecht bezig dan toen.”. “Jij niet meer<br />
dan?”vraagt de ander. “Nee man, ik heb spijt weetje. Je kunt wel<br />
zulke dingen doen, maar daar heb je echt niks aan. Helemaal<br />
niks. Je schiet er gewoon echt niks mee op, en die anderen begrijpen<br />
dat niet. Ik zie ze ook bijna nooit meer. Ik had laatst gehoord<br />
dat Michael weer in de cel zat.”. “Je hebt dus echt wel wat<br />
gehad aan dat TBS of niet?” vraagt de andere jongen. “Ja weetje,<br />
het is echt super kut daar. Maar ik besefte me daar wel hoe het<br />
zat. Geen gekut meer weetje, gewoon je zaken een beetje op orde<br />
hebben. Daar gaat het om. Ik heb daar ook school gehad enzo.<br />
Ik heb wat diploma’s gehaald. Moest gisteren nog op voor mijn<br />
heftruck examen enzo. Dat soort dingen weetjewel”.<br />
De trein stopt in Utrecht centraal. Ik loop de trein uit en kom<br />
langs de twee jongens. Ik kan me niet inhouden. Ik moet even<br />
kijken wie het is die ik heb horen praten. In de stoelen zitten<br />
twee doodnormale jongens. Ze knikken naar me, en ik knik terug.<br />
Terwijl ik op het station mijn weg probeer te vinden bedenk<br />
ik me iets. Het is maar goed dat er ook een ander soort mensen<br />
is dan de vrouw tegenover mij. Mensen die niet bang zijn, en<br />
dit soort personen niet bij voorbaat als een verloren zaak beschouwen.
Het Moravcsik-verhaal met een staartje<br />
door Theresa Song Loong<br />
Het jubileum van veertig jaar politicologie bracht behalve<br />
mooie jubileumactiviteiten ook de uitgave van Inequality,<br />
Governance and Europe, een bloemlezing van tien jaar Nijmeegse<br />
politicologie. Dankzij dit boek kwam een bijna verloren<br />
verhaal weer bovendrijven, dat het navertellen waard<br />
blijft. In de lezing kan men het artikel “De Gaulle, Moravcsik,<br />
and The Choice for Europe: Soft Sources, Weak Evidence”<br />
van Bob Lieshout, Mathieu Segers en Anna van der Vleuten<br />
vinden. Dit ‘Moravcsik-artikel’ deed na de uitgave ervan in<br />
2004 behoorlijk veel stof opwaaien in de politicologiewereld.<br />
Het ‘Moravcsik-artikel’<br />
Moravcsik is bij iedere politicologiestudent die Politieke Aspecten<br />
in het tweede jaar gevolgd heeft natuurlijk bekend als<br />
de man die de gevestigde, geopolitieke orde van de Europese<br />
integratietheorieën achter zich liet en het liberaal-intergouvernementalisme<br />
neerzette. Waar gaat het beruchte ‘Moravcsikartikel’<br />
dan over? Bob Lieshout schreef hier in de <strong>Heraut</strong> van<br />
december 2005 al over:<br />
“In 1998 publiceerde Andrew Moravcsik zijn magnum opus The<br />
Choice for Europe. Social Purpose & State Power from Messina to<br />
Maastricht. In dit boek presenteerde Moravcsik zijn revisionistische,<br />
‘commerciële’ interpretatie van het Europese integratieproces.<br />
(...) Een treffender illustratie van de juistheid van zijn<br />
stelling dat het allemaal om economisch gewin draait, dan de<br />
Europese politiek van de Franse president Charles de Gaulle<br />
(1958-1969), was in de ogen van Moravcsik niet te vinden.<br />
(…) Ik zal maar eerlijk bekennen dat ik na de eerste lezing van<br />
zijn boek knap onder de indruk was. Zijn behandeling van De<br />
Gaulle vond ik wel het meest overtuigend. Moravcsik leek me terecht<br />
trots op zijn bevindingen. Omdat ik me zelf ook bezighield<br />
met ‘Europa’, wilde ik in mijn werk natuurlijk gebruik maken<br />
van Moravcsiks resultaten, maar daarbij stuitte ik al spoedig op<br />
het probleem dat, wanneer ik Moravcsiks verwijzingen trachtte<br />
te controleren, deze niet allemaal even nauwkeurig waren. Dit<br />
klemde temeer omdat Moravcsik zich nogal liet voorstaan op<br />
zijn superieure werkwijze (…) omdat hij, in tegenstelling tot al<br />
die andere duizenden onderzoekers die elkaar maar suf naschreven,<br />
harde primaire bronnen had geraadpleegd”<br />
Dit werd de aanleiding voor een nauwkeurig onderzoek van Moravcsiks<br />
verwijzingen, welke vervolgens in de Journal of Cold War<br />
Studies gepubliceerd is. Hoe ze dit gedaan hebben is terug te lezen<br />
in Inequality, Governance and Europe of in <strong>Heraut</strong> #15 op de<br />
website van ismus. Bob Lieshout concludeerde over het artikel:<br />
“Ieder van ons trok de verwijzingen apart na en om de zoveel weken<br />
kwamen we bijeen om ons oordeel te bespreken, waarbij we<br />
keer op keer Moravcsik het voordeel van de twijfel gunden. (…)<br />
Niettegenstaande deze welwillende houding, kon ons eindoordeel<br />
niet anders dan vernietigend luiden. (…) Moravcsiks ‘commerciële’<br />
interpretatie van De Gaulles Europese politiek wordt<br />
niet door de bronnen onderbouwd.<br />
“Het leek Kramer [hoofdredacteur van het Journal - red.] het<br />
beste het artikel nu aan Moravcsik voor te leggen voor een reactie,<br />
waarop wij dan ook weer zouden kunnen regeren. Dat<br />
vonden we een goed idee (...) en het artikel werd naar Moravcsik<br />
gestuurd, die het, zo heeft Kramer mij later verzekerd, onmiddellijk<br />
las. Daarna gebeurde er echter niets.<br />
“Inmiddels zijn we een jaar verder en nog steeds heeft Morav-<br />
csik niets van zich laten horen (via-via hebben we wel mogen<br />
vernemen dat hij ontzettend kwaad op ons is en dat we, wat<br />
hem betreft, een academische carrière in de Verenigde Staten wel<br />
kunnen vergeten). Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat die reactie<br />
er ooit nog zal komen en beschouw zijn stilzwijgen maar als een<br />
teken dat Anna, Mathieu en ik er met ons oordeel niet helemaal<br />
naast hebben gezeten.”<br />
Het staartje<br />
Op Moravcsiks website staat een reactie in de Journal of Cold<br />
War Studies op het artikel van onze Nijmeegse politicologen nog<br />
steeds als ‘forthcoming’. Zou hij dit nog steeds van plan zijn, of<br />
zou hij echt geen antwoord hebben op de stevige kritiek uit het<br />
Moravcsik-artikel?<br />
Een paar jaar terug was politicoloog en methodendocent Sandrino<br />
Smeets op bezoek in Amerika waar hij een workshop gegeven<br />
door Moravcsik over het gebruik van historische bronnen<br />
bijwoonde. Hierbij kaart Moravcsik jaarlijks zelf de kritiek van<br />
“those Dutch guys” op zijn brongebruik aan. Volgens hem zouden<br />
de twee belangrijkste kritiekpunten nergens op slaan. Het<br />
eerste punt is dat veel van zijn bronnen geen ‘harde’ bronnen<br />
waren, maar volgens Moravcsik zouden deze afhankelijk van<br />
de omstandigheden wel als ‘hard’ aangemerkt kunnen worden.<br />
Daarnaast waren er talloze verkeerde citaties terug te vinden in<br />
zijn boek. Als reactie hierop beweerde Moravcsik bezig te zijn<br />
een online database aan te leggen, om aan te tonen dat zijn citaties<br />
wel kloppen. Smeets heeft vernomen dat er rondom Moravcsik<br />
daadwerkelijk mensen bezig zijn met deze database, maar<br />
wanneer deze zal verschijnen is onbekend.<br />
Na de workshop sprak Moravcsik Smeets aan over het ‘Moravcsik-artikel’.<br />
Volgens Moravcsik zouden de Nijmeegse politicologen<br />
op onfatsoenlijke wijze hebben gehandeld bij de publicatie<br />
van het artikel, omdat ze hem in een eerder stadium hierover<br />
gewaarschuwd hadden kunnen hebben. Hierdoor kreeg de kritiek<br />
meer een persoonlijke in plaats van een professionele lading.<br />
De vraag is dan ook wie er hier ‘raar’ gehandeld heeft: de<br />
Nijmeegse politicologen of Moravcsik? Anna van der Vleuten<br />
vertelt hierover dat ze destijds niet echt hadden nagedacht om<br />
Moravcsik in een eerder stadium te benaderen. Desalniettemin<br />
vindt ze dat Moravcsik ook anders had kunnen reageren: hij had<br />
ook contact op kunnen nemen voordat het artikel gepubliceerd<br />
werd, in plaats van ze tot nu toe te negeren.<br />
De Nijmeegse politicologen zijn in hun kritiek dus nog steeds<br />
niet tegengesproken. Of dat betekent dat ze gelijk hebben, of<br />
dat ze Moravcsik zodanig onfatsoenlijk behandeld hebben dat<br />
hij ze geen reactie gunt, is onduidelijk. Wat wel zeker is, is dat<br />
in veertig jaar politicologie bijzondere en interessante artikelen<br />
gepubliceerd zijn.<br />
Zelf het werk van de Nijmeegse politicologen lezen?<br />
Het ‘Moravcsik-artikel’ staat opnieuw<br />
gepubliceerd in Inequality,<br />
Governance and Europe. Hierin<br />
staat ook het beste werk van de<br />
vakgroep van de afgelopen tien jaar<br />
en is zeker het lezen waard! Het<br />
boek is te bestellen via http://www.<br />
ru.nl/politicologie/actueel/jubileum/boek_bestellen/<br />
of op te halen<br />
bij het secretariaat politicologie.<br />
15
16<br />
Moslimpartijen in Nederland<br />
door Yurre Wieken (met dank aan Laura de Kinkelder)<br />
Sinds Fortuyn, of eigenlijk al sinds Bolkestein, is de islam<br />
onderwerp van discussie in Nederland. Iedere politieke partij<br />
heeft er wel een mening over. Sommigen, zoals nu de PVV en<br />
vroeger de LPF, zijn erg kritisch. Moslims moeten zich aanpassen,<br />
de islam is een bedreiging voor onze westerse cultuur,<br />
er moet een immigratiestop komen — dergelijke kritiek is<br />
tegenwoordig aan de orde van de dag. Het is geen grote verrassing<br />
dat moslims zich als reactie politiek zijn gaan organiseren.<br />
Voor onze semesteropdracht Academische Vaardigheden<br />
deden Laura en ik onderzoek naar moslimpartijen in<br />
Nederland.<br />
In Politieke Partijen in Nederland (1995) omschrijft Ruud Koole<br />
een algemene theorie om het ontstaan van politieke partijen te<br />
verklaren. Dit zou gebeuren als reactie op de overheersing van<br />
de politiek door groeperingen waarin een aantal burgers zich<br />
niet meer herkent, of omdat deze burgers vrezen voor een verlies<br />
aan politieke en maatschappelijke invloed. Dat moslims in een<br />
niet-islamitisch land zich mogelijkerwijs niet herkennen in de<br />
heersende politieke elite is evident. Wat echter belangrijker is, is<br />
de steeds sterkere polarisering tussen moslims en niet-moslims,<br />
in het bijzonder de steeds fellere kritiek op de islam die ook nog<br />
eens steeds meer steun krijgt langs brede lagen van de samenleving.<br />
In de zomer van 2009 stond de PVV op 31 zetels en was<br />
hiermee — in<br />
de peilingen<br />
— de grootste<br />
partij van<br />
Nederland. Er<br />
is al genoeg tegengeluid richting de PVV uit de overige partijen,<br />
maar het is niet verwonderlijk dat ook moslims zelf zich politiek<br />
gaan manifesteren als reactie op deze partij.<br />
De geschiedenis van Nederlandse moslimpartijen gaat verder<br />
terug dan je zou denken. In 1993 al werd de Moslimpartij<br />
opgericht. Deze was van plan mee te doen aan de Tweede Kamerverkiezingen<br />
van 1994, maar zag hier uiteindelijk wegens<br />
onvoldoende steun van af. Hetzelfde lot trof de Islamitische Partij<br />
Nederland in 1998. Vervolgens kwam de Arabisch-Europese<br />
Liga (AEL) in 2005 met de Moslim Democratische Partij. Deze<br />
pleitte voor een “menselijke, democratische en solidaire samenleving”<br />
en stond naar eigen zeggen voor een “moderne, dynamische<br />
opvatting van de islam”. De MDP wilde meedoen aan de<br />
gemeenteraadsverkiezingen van 2006, maar weer kwam er niets<br />
van terecht. AEL-voorzitter Abou Jahyah verklaarde dat er te<br />
weinig steun was voor de partij.<br />
Islam Democraten<br />
Anderen hadden meer succes. In 2002 richtten enkele Turken<br />
in Den Haag de Islam Democraten op. In 2006 deed deze partij<br />
mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van Den Haag en haalde<br />
één zetel. Deze wordt thans bezet door Abdourazaq Khoulani,<br />
een verzekeringsadviseur van Marokkaanse afkomst.<br />
De ID heeft als doel het opkomen voor moslims in Den Haag.<br />
Toen de Nijmeegse student Arabisch/politicologie Izz-Ad-Din<br />
Ruhulessin in oktober 2009 tijdens een excursie naar de Tweede<br />
Kamer werd gearresteerd omdat hij in de Ridderzaal gekleed in<br />
djellaba ging bidden, diende de ID-fractie vragen in bij burgemeester<br />
Jozias van Aartsen (VVD). Zij noemde de arrestatie “in<br />
strijd met de vrijheid van godsdienst”. Ook sprak de ID zich uit<br />
tegen het afschaffen van het gescheiden zwemmen van mannen<br />
en vrouwen in Haagse zwembaden.<br />
ID deed ook mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2006<br />
en Provinciale Statenverkiezingen<br />
van 2007 (alleen in Noord-<br />
Holland) maar haalde hierbij geen<br />
zetels.<br />
Nederlandse Moslimpartij<br />
In 2007 werd de Nederlandse<br />
Moslimpartij opgericht. De huidige<br />
leider van de partij is Henny Kreeft, een autochtone Nederlander<br />
die zich in de jaren 90 tot de islam bekeerde. Voorheen<br />
was hij actief bij D66, LPF (!) en de afdeling Noordoostpolder<br />
van de partij ONS (Onze Nieuwe Samenleving). De enige verkiezingen<br />
waaraan de NMP tot nu toe heeft meegedaan zijn de<br />
vervroegde gemeenteraadsverkiezingen in Venlo van november<br />
2009. Hierbij haalde de partij geen zetels.<br />
Tot nu toe hebben moslimpartijen nog niet veel succes gehad<br />
in de Nederlandse politiek. Wel is er een stijgende trend te zien<br />
sinds de jaren 90. Toen kwamen ze niet eens aan verkiezingsdeelname<br />
toe. Het afgelopen decennium wel, zij het met weinig<br />
succes. In de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen breidt de<br />
ID haar deelname uit naar Rotterdam, Amsterdam en Utrecht.<br />
De NMP doet ook mee in deze grote steden en concurreert daar<br />
dus met de ID. Niet handig, want door een dergelijke electorale<br />
versplintering zouden ze allebei net te weinig stemmen kunnen<br />
behalen voor een zetel, terwijl dit één moslimpartij wel zou<br />
kunnen lukken met het gecombineerde aantal behaalde stemmen.<br />
De NMP doet verder mee in Tilburg, Almere, Alkmaar,<br />
Woerden en Noordoostpolder. Ook in Nijmegen doet de NMP<br />
mee. In Den Haag en Almere doen naast de NMP en ID ook de<br />
PVV en TON mee. ID-fractievertegenwoordiger Hasan Kuçuk<br />
verwacht dat de deelname van de PVV de Haagse moslims “wakker<br />
zal schudden”. Wanneer de PVV en de moslimpartijen zetels<br />
behalen in Den Haag en Almere gaat het daar dus nog gezellig<br />
worden in de gemeenteraad!<br />
Toekomst<br />
Hoe zal het verder gaan met de Nederlandse moslimpartijen?<br />
Hasan Kuçuk zegt dat de partij sinds 2006 steeds meer aanhang<br />
heeft gekregen in Den Haag. Eerst waren moslims sceptisch<br />
wegens slechte ervaringen met moslimpartijen in het land van<br />
herkomst. Het duurde twee jaar, maar de ID heeft inmiddels<br />
het vertrouwen gewonnen van moskeeën en islamitische organisaties<br />
in Den Haag. De NMP wil volgend jaar meedoen met de<br />
Tweede Kamerverkiezingen. Pogingen tot samenwerking tussen<br />
de twee partijen zijn vooralsnog mislukt, voornamelijk vanwege<br />
de keuze van de NMP om mee te doen in Rotterdam, Amsterdam<br />
en Utrecht terwijl ID daar al meedeed.<br />
Hoe het ook zal lopen, de uitslag van de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen<br />
zal, nu ze in meer gemeenten meedoen,<br />
duidelijk maken hoeveel animo er is voor moslimpartijen in<br />
Nederland.
Minister Koenders in Nijmegen<br />
Op één februari jongstleden spoedde een groot aantal leden<br />
van ismus zich door de sneeuw naar het Huyghensgebouw:<br />
normaal gesproken een gebouw waar bèta’s graag nieuwe<br />
stoffen maken en wiskundige formules uitvoeren, maar op<br />
deze dag het toneel van een spannende gebeurtenis: minister<br />
Koenders (ontwikkelingssamenwerking) kwam naar de universiteit!<br />
In samenwerking met studieverenigingen BOW (bestuurskunde),<br />
Mundus (sociale geografie en planologie) en Umoja<br />
(culturele antropologie en ontwikkelingsstudies) had ismus het<br />
bezoek van de minister georganiseerd. Een bezoek van een minister<br />
aan studieverenigingen is natuurlijk bijzonder, maar het<br />
is des te specialer omdat ismus dit collegejaar ook al bezoeken<br />
van Bas van de Vlies (fractievoorzitter van de SGP) en Arie Slob<br />
(fractievoorzitter CU) geregeld heeft: het kan dus niet op met<br />
de grote namen!<br />
Nadat iedereen een plekje in de — meer dan goed gevulde —<br />
zaal had veroverd en het gefluister (‘ooh, hij is echt een knappe<br />
man’, ‘waar zou hij het over gaan hebben?’) was uitgestorven,<br />
nam Angela Wigger het woord en introduceerde de minister.<br />
Het bleek dat er voor ons politicologen toch nog hoop is: de minister<br />
heeft ook politicologie gestudeerd. Misschien wel op vier<br />
verschillende universiteiten in drie landen, maar toch.<br />
Zoals mijn buurvrouw scherp opmerkte had de minister niet het<br />
mooiste pak aan, maar hij was een goed en boeiend spreker. Na<br />
wat kleine technische probleempjes hield hij een lezing over de<br />
noodzaak van ontwikkelingssamenwerking die ik — opgevoed<br />
door ouders die jarenlang in de derde wereld hebben gewoond<br />
om die derde wereld te verbeteren en gedesillusioneerd terugkwamen<br />
— opvallend overtuigend vond. Toen zijn lezing voorbij<br />
was kregen de mensen die na de pauze naar college moesten<br />
de kans om de zaal te verlaten. De minister bleef nog even om<br />
antwoord te geven op de vragen van aanwezigen en een bedankje<br />
in ontvangst te nemen. Na een geslaagd bezoek van een belangrijke<br />
gast trotseerde iedereen de sneeuw voor de tweede keer, om<br />
weer naar huis te gaan.<br />
Bezuinigingen in het hoger onderwijs:<br />
rendementen, verplichtingen en maatregelen<br />
In lijn met de geplande hervormingen van het hoger onderwijs<br />
heeft het College van Bestuur (CvB) besloten dat het<br />
studierendement op de universiteit omhoog moet en dit kan<br />
worden gerealiseerd door middel van een breed scala aan<br />
maatregelen. Rendement lijkt stilletjes aan het kernbegrip<br />
van het collegejaar 2010-2011 te worden.<br />
Zoals inmiddels bekend heeft ons faculteitsbestuur besloten om<br />
een nieuwe invulling te geven aan het werkgroep onderwijs. Dat<br />
is niet het enige. Naast de verplichte werkgroepen is er vanuit<br />
het CvB wederom een nieuwe maatregel bedacht die het studierendement<br />
moet verhogen, namelijk: het bindende studieadvies<br />
(BSA). Bij het bindend studieadvies dient de student in<br />
zijn eerste jaar minimaal 42 EC te halen, wil hij of zij op de<br />
opleiding kunnen blijven. Dit verschilt dus sterk met de huidige<br />
propedeuse in twee jaar maatregel. Hierbij vervielen je vakken<br />
na twee jaar als je de propedeuse niet haalde, maar kon je jezelf<br />
eventueel opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding. Bij het<br />
BSA is dit niet meer mogelijk. Als je eenmaal niet je 42 studiepunten<br />
gehaald hebt, moet je van de opleiding af en mag je niet<br />
herinschrijven.<br />
Deze ontwikkelingen baren ons zorgen. We zien de noodzaak<br />
wel van rendementsmaatregelen, maar vragen ons wel af of deze<br />
dermate streng moeten zijn. De grens van 42EC is volgens het<br />
CvB absoluut, maar hierbij wordt geen rekening gehouden met<br />
het feit dat je als eerstejaars net begint met studeren en misschien<br />
nog je draai moet vinden met als gevolg dat je net 36 EC haalt<br />
in plaats van 42. Het zou onrechtvaardig zijn om mensen van<br />
opleiding te sturen die het wel echt kunnen, maar een slechte<br />
start gemaakt hebben. Verder vinden wij het kwalijk dat er enkel<br />
wordt ingezet op negatieve maatregelen en er amper aandacht<br />
wordt besteed aan positieve maatregelen zoals een meer proactieve<br />
studiebegeleiding in de gehele bachelor.<br />
Hier heeft de FSR zich over gebogen de afgelopen tijd. De<br />
werkgroepmaatregelen komen in de nieuwe OER waar we binnenkort<br />
over mogen stemmen. Het BSA krijgt nog een staartje<br />
aangezien dit pas in 2011-2012 ingevoerd zal gaan worden. Dit<br />
geeft ons nog genoeg tijd voor een goede inhoudelijk discussie<br />
over een evenwichtig pakket van rendementsmaatregelen, want<br />
een balans is op dit moment nog ver te zoeken.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
namens de Facultaire Studentenraad,<br />
Tjidde<br />
17
18<br />
Beste Joost,<br />
Ik heb een groot probleem. In een onverwachte<br />
maar bijzonder agressieve toestand heb ik<br />
mijn OV-chipkaart in vier stukken geknipt. Om ‘m nadat<br />
ik tot rust was gekomen weer met plakband aan elkaar te plakken.<br />
Het apparaat van de NS kan mijn kaart niet lezen en de<br />
boetes stapelen zich op.<br />
In het begin ging het nog zo goed. Ik wandelde eind december<br />
naar een roze paal om mijn bestelling op te halen en dat<br />
lukte. Twee weken lang reisde ik het hele land door, zonder problemen.<br />
Tot een conducteur mij op een dag vertelde dat ik de<br />
verkeerde bestelling had opgehaald. Met een blik waaruit meer<br />
dan voldoende bleek dat ik heus het verschil tussen week- en<br />
weekenddagen wel weet, heb ik mijn kaart voor de neus van de<br />
conducteur in stukken geknipt. Van ons overheids-DUO ontvang<br />
ik geen nieuwe kaart, omdat ik geen medewerker aan de<br />
lijn kan krijgen.<br />
Nu vertel ik dagelijks aan NS-medewerkers dat mijn chipkaart<br />
spontaan van reisproduct is veranderd, en dat ik ‘m daarom<br />
doorknipte, maar het heeft geen zin. Met mijn aan elkaar geplakte<br />
kaart neemt geen kaartjesknipster mij serieus. Mijn goedlachse<br />
poging om met een pizza calzone en een portie foe yong<br />
hai het verschil tussen bestellingen te duiden en de conducteur<br />
te pleasen zijn ook al niet geslaagd. Zelfs het tonen van mijn<br />
opgeblazen roeiboot als reisproduct viel niet in goede aarde.<br />
Beste Joost, hoe kan ik in hemelsnaam nog gebruik maken van<br />
de reisrechten die ik als student heb gekregen?<br />
Met wanhopige groet,<br />
een gewone student<br />
Beste student,<br />
Dit alles lijkt te duiden op een enigszins ernstige variant van<br />
overheidsdepressie. Deze specifieke vorm van depressie, die inmiddels<br />
epidemische proporties lijkt te hebben aangenomen,<br />
doet zich vooral voor wanneer de burger vanuit voor hem of<br />
haar volledig logische gronden aanspraak probeert te maken op<br />
de ‘menselijke eigenschappen’ van een medeburger in ambtelijke<br />
functie. Wanneer het uiten van een dergelijk appel meerdere keren<br />
op een teleurstelling is uitgelopen, kan de dan inmiddels gefrustreerde<br />
burger vervallen in het vertonen van panisch gedrag.<br />
Voorbeelden van dergelijk gedrag zijn het verhit aanbrengen<br />
van snorretjes op de beeltenissen van overheidsfunctionarissen,<br />
het in huilen uitbarsten bij het horen van woorden als ‘Noord-<br />
Zuidlijn’, ‘DigiD’ en ‘IB-Groep’ en het vernielen van overheidsgerelateerde<br />
bezittingen.<br />
Goed, de diagnose lijkt mij in dit geval duidelijk. Waar we ons<br />
in deze kwestie op moeten richten is het aanpakken van je overheidsdepressie<br />
en het beperken van je eigen gefrustreerde gedrag.<br />
Zoals je zelf al aangaf ging het in het begin nog zo goed. Je was<br />
de rust zelve, haalde vol zelfvertrouwen je chipkaart door de<br />
verticale gleuf van het OV-apparaat, genoot waarschijnlijk van<br />
het gevoel met je opgehaalde reisproduct langs de roze palen te<br />
zoeven. Mijn advies: ga terug naar dat gevoel en houd dit gevoel<br />
vast. Wat conducteurs ook voor onzin verkondigen, tussen hoeveel<br />
OV-poortjes je ook komt klem te zitten, de wereld is een<br />
paradijs en de OV-chipkaart is hét middel om deze prachtige<br />
aardkloot te bereizen. Niemand houdt jou tegen, en zeker niet<br />
zo’n pratend uniform. Ga niet op zoek naar het inlevingsvermogen<br />
van de ambtelijke medemens, het gebrek aan dergelijk<br />
vermogen is juist dé reden waarom de persoon in kwestie deze<br />
functie bekleedt.<br />
Maak een spelletje van discussies met dit soort onmensen. Schep<br />
vreugde in het plaatsen van stekende opmerkingen, maak een<br />
ranking van de meest onwaarschijnlijke verschijningen in uniform.<br />
Zorg er in ieder geval voor dat ieder contact met de (semi-)<br />
overheid leidt tot een bevestiging van jouw positieve zelfbeeld.<br />
Op dat moment zal zelfs de NS-medewerker er niet in slagen<br />
jouw prachtige dag te verzieken.<br />
De OER: roepende in een woestijn?<br />
Zoals jullie op de OLC site hebben kunnen lezen, zijn de afgelopen<br />
vergaderingen niet alleen gegaan over de vakevaluaties,<br />
maar heeft de OLC ook haar advies mogen uitspreken over het<br />
Onderwijs- en Examenreglement. Zowel docenten als studenten<br />
mogen in die vergadering hun OERkreten laten horen over hoe<br />
de zaken zijn vastgelegd voor het college jaar 2010-2011.<br />
De OLC krijgt zowel een opleidingspecifieke OER te zien voor<br />
de bachelor en de master van politicologie als een algemene<br />
OER waar regels voor de gehele faculteit in zijn opgenomen.<br />
In de algemene OER staan regels die te maken hebben met de<br />
procedures die gevolgd moeten worden bij tentamens en bij de<br />
P-in-2 regeling. Dit jaar is die algemene OER niet onbelangrijk:<br />
er zal vanaf volgend jaar waarschijnlijk een aanwezigheids- en/<br />
of participatieplicht gaan gelden voor het werkgroeponderwijs.<br />
Over de precieze regels wordt nog nagedacht, waardoor deze helaas<br />
nog niet in de concept OER stonden. De OLC zal zich hier<br />
dus nog over gaan buigen. De opleidingsspecifieke OER hebben<br />
wij eens goed bekeken. Hier stond namelijk de eerste opzet<br />
in voor het bachelorcurriculum voor volgend jaar. Zoals het er<br />
Joost<br />
naar uitziet gaat het flexsemester er nu dan toch echt komen. In<br />
de bachelor OER staat uiteraard het gehele bachelorcurriculum,<br />
in de master OER staat het programma voor de pre-master studenten.<br />
Het advies is verstuurd en wij zullen de OER binnenkort terug<br />
krijgen. Dan kunnen wij zien welke voorgestelde wijzigingen<br />
zijn doorgevoerd en welke initiatieven van onze opleidingscommissie<br />
niet zijn opgenomen. Hoewel de OER deels wordt ingevuld<br />
‘door hoger hand’ (vooral in de algemene OER staan vaak<br />
regels die het College van Bestuur heeft bedacht) zijn er dus wel<br />
degelijke zaken waar wij als OLC ons over kunnen buigen en<br />
waarover wij wijze woorden kunnen spreken.<br />
Benieuwd of we tevreden zijn met de definitieve versie van de<br />
OER? Via onze site (http://www.ru.nl/politicologie/contact_en/<br />
organisatie_van_de/olc/olc_actueel/) kan je onze avonturen volgen.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
De Opleidingscommissie<br />
Roelof, Patty, Peter, Rik, Robbert, Elisa en Saskia
Lieve ismi,<br />
het puntje op de heraut<br />
studievereniging ismus<br />
Daar gaan we weer: fris en fruitig het derde blok in en dat betekent dat we over de helft van dit academisch jaar zijn! Na een uitbundig<br />
carnaval kunnen we weer op weg naar het voorjaar, de tijd van voor het eerst op een terrasje zitten (met een heerlijk koud<br />
biertje), de zon die ook echt lekker warm begint te worden en eind april natuurlijk de studiereis naar Sarajevo. Hoewel dit alles nog<br />
niet binnen bereik is en we er voorlopig alleen nog van kunnen dromen is er genoeg om het lijden in deze grauwe februarimaand<br />
enigszins dragelijk te maken.<br />
Het bestuur heeft veel zin in de aankomende weken, die geheel in het teken van de gemeenteraadsverkiezing komen te staan. Een<br />
goede mogelijkheid om ons eens te verdiepen in de Nijmeegse gemeentepolitiek, die voor sommigen wellicht geen gesneden koek<br />
is, want welke problematiek speelt er nou eigenlijk in onze stad? De grootste activiteit van het jaar, het StudentStem debat op 25<br />
februari, belooft heel erg leuk te worden. Kopstukken uit de verschillende Nijmeegse partijen zullen verbaal de strijd met elkaar<br />
aangaan. En om korte metten te maken met alle verkiezingsperikelen zal er op 3 maart een spetterend verkiezingsfeest zijn, waar je<br />
de uitslag kunt vieren (of wegdrinken).<br />
Voor ons als bestuur is het half jaar een moment om even stil te staan en afgelopen half jaar te evalueren en nog eens goed te kijken<br />
welke doelen we aankomend half jaar willen bereiken. Daar kunnen jullie ons zeker bij helpen, bijvoorbeeld door op 9 maart naar<br />
de halfjaars ALV te komen of door je ideeën<br />
en visies naar ons te mailen. We waarderen<br />
het zeer als jullie je stem laten horen, zodat<br />
de koers die we kiezen dicht bij onze leden<br />
blijft staan.<br />
De komende tijd gaat het ismusbestuur weer<br />
knallen, we hebben er zin in en met zulke leuke<br />
activiteiten is het vast snel voorjaar!<br />
Tot op de ismuskamer of op een van de activiteiten!<br />
Namens het negende bestuur,<br />
Eva Spanjer<br />
voorzitter<br />
Arbeidsmarktforum januari 2010<br />
Activiteitenagenda<br />
n Jubileumlezing: Politiek en Koningshuis<br />
25 februari // 16.00 - 18.00 uur // Gymnasion 7<br />
n Student Stem Debat<br />
25 februari // vanaf 19.00 uur // Kolpinghuis<br />
n Verkiezingsfeest 2010<br />
3 maart // vanaf 20.30 uur // Old Cave Nijmegen<br />
n Excursie Joegoslaviëtribunaal<br />
5 maart // 7.25 uur - 13.00 uur // vertrek Nijmegen<br />
Centraal Station // inschrijven op de ismuskamer<br />
n 29e ismus ALV<br />
9 maart // vanaf 20.00 uur // Groot Café Sjiek<br />
n Sportdag van de Managementwetenschappen<br />
10 maart // vanaf 11.00 uur // het Gymnasion // inschrijven<br />
op de ismuskamer<br />
Meer ismus? Ga naar: www.ismus.nl<br />
19