24.09.2013 Views

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

waardevolle inzichten van de moderne praktisch-theologische homiletiek. Terzijde merk ik daarbij op<br />

dat ik er vanuit ga dat de preek een onvervangbare vorm van de communicatie van het evangelie is: de<br />

preek is die communicatievorm die het meest pregnant tot uitdrukking brengt dat het Woord niet uit de<br />

mensen is, dat het evangelie telkens opnieuw en als het ware van buitenaf aan de gemeente verkondigd<br />

moet worden, dat er als het gaat om het Woord van onze God sprake is van een ‘tegenover’ dat tot<br />

uitdrukking komt in de ambtelijke verkondiging. Tegelijk kan ook worden opgemerkt dat er tegenwoordig<br />

geen enkele serieuze homileet (meer) is die van de preek af wil: de preek heeft, ondanks alle<br />

bezwaren die er tegen in gebracht (kunnen) worden, haar tijd nog niet gehad.<br />

In mijn zoektocht naar de omtrekken van een gereformeerd-homiletische theorie zet ik een drietal<br />

stappen. Eerst ga ik in op de problematiek van het geven van een preekdefinitie, waarbij ik ervoor kies<br />

om mijn homiletische visie uiteen te zetten vanuit een dubbel, namelijk een theologisch en een homiletisch<br />

perspectief (a). Vervolgens ga ik in op de omschrijving van de prediking vanuit theologisch perspectief<br />

(b) en daarna op de omschrijving van het preken vanuit homiletisch perspectief (c). Ik besluit deze<br />

paragraaf met enkele afrondende opmerkingen (d).<br />

Een dubbel perspectief<br />

De beschrijving van een eigen gereformeerd-homiletische theorie zet ik in door te stellen dat het<br />

noodzakelijk is om het preekgebeuren vanuit twee perspectieven te benaderen: enerzijds vanuit een<br />

theologisch perspectief en anderzijds vanuit een homiletisch perspectief. Vanuit het theologische<br />

perspectief zou ik de prediking willen omschrijven als: de bediening van Gods Woord in de gemeente<br />

van Christus. 17 Vanuit het homiletische perspectief zou ik het preken willen omschrijven als: tekst en<br />

hoorder in relatie brengen. Deze inzet wil ik hieronder toelichten. Dat doe ik door in te gaan op vier<br />

onderling samenhangende vragen: Wat is de functie van een preekdefinitie? Waarom spreek ik van twee<br />

perspectieven? Wat is het karakter van de twee omschrijvingen die ik geef? En hoe verhouden het<br />

theologisch en het homiletisch perspectief zich tot elkaar? 18<br />

In de moderne praktisch-theologische homiletiek is het formuleren van een (theologische) definitie<br />

van de preek een omstreden zaak. De vraag is namelijk of een dergelijke definitie, die een systematischtheologische<br />

omschrijving van het wezen van de preek bedoelt te zijn, niet juist heel hinderlijk is voor<br />

een praktisch-theologische homiletiek. Die is immers allereerst gericht op de concrete preek en niet<br />

zozeer op de verkondiging van Gods Woord als wezenlijke functie van de christelijke kerk. En voor het<br />

nadenken over de concrete preek en de concrete homiletische praxis zijn ook en vooral niet-theologische,<br />

empirische inzichten van groot belang, inzichten die worden aangedragen door de menswetenschappen<br />

(communicatiewetenschap, psychologie, taalwetenschap enzovoort). Het inzetten bij een theologische<br />

definitie heeft dan het gevaar in zich om de preek eenzijdig op geloofsstandpunt te benaderen. Vooral in<br />

de preekopvatting van de dialectische theologie gebeurde dit: Barth benadrukte dat de prediking gericht<br />

is op het tot spreken komen van God, maar dat het eigenlijk onmogelijk is daaraan als mens een bijdrage<br />

te leveren: alleen God Zelf kan van Zichzelf spreken. Lange bestreed daarom ook de betekenis van een<br />

theologische definitie van de preek en stelde dat een dergelijk definitie ondeugdelijk is voor de<br />

homiletiek. De posities van zowel Barth als Lange houden een gevaar in: in het ene geval (Barth) wordt<br />

aan de werkelijkheid van de preekpraktijk geen recht gedaan doordat alleen de theologische vraag naar<br />

het wezen van de preek centraal staat, in het andere geval (Lange) wordt de homiletische bezinning<br />

losgesneden van haar theologische wortels doordat er een eenzijdige concentratie op de homiletische<br />

praxis plaatsvindt. Beide gevaren moeten vermeden worden. En daarom is het nodig om te zoeken naar<br />

een uitgangspunt dat recht doet aan zowel de theologische als de empirische dimensie van de prediking.<br />

Op dit punt blijkt dat het nadenken over de functie van een preekdefinitie nauw samenhangt met de<br />

problematiek van het integreren van zowel theologische als empirische gegevens in de homiletiek. Door<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!