24.09.2013 Views

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Trimp en Velema<br />

Als het karakter van de preek en daarmee de relatie tussen de preek en het Woord (de preektekst) niet<br />

met de woorden ‘explicatie en applicatie’ kan worden getypeerd, hoe zou het dan wel kunnen? Trimp<br />

kiest in een artikel over ‘Toepasselijke prediking’ 30 met gebruikmaking van dezelfde terminologie voor<br />

de volgende benadering. Vanuit het karakter van Gods Woord als Woord dat mensen aanspreekt, zet hij<br />

in bij de preek als bediening: de preek is de laatste handeling van een lange voorgeschiedenis (Gods<br />

heilswerk in Christus) en een eerste handeling in een proces dat op dat moment gaat beginnen (de<br />

gemeente maakt zich het verkondigde Woord zo eigen dat het leven met God er krachtig en gezond door<br />

wordt en blijft). In dit alles gaat het over het werk van de Heilige Geest: de preek is als bediening van het<br />

evangelie hét instrument van de Geest. En dat werk van de Geest is nu te typeren als toepassing: de<br />

Geest staat ervoor in dat het heil wordt toegepast, dat het zijn bestemming bereikt in het mensenleven.<br />

Het spreken over de toepassing van de preek heeft dus geen betrekking op het actuele en toegespitste<br />

woord aan het eind van de preek, maar op een kenmerk van de preek als zodanig. En Trimp concludeert:<br />

“De hele preek moet àls bediening ‘toepasselijk’ zijn. ‘Bediening’ en ‘toepassing’ zijn blijkbaar twee<br />

woorden voor dezelfde zaak. Het is dus niet: bediening = uitleg én toepassing. Het gaat om uitleg àls<br />

bediening = toepassing.” 31<br />

Op dit punt moet worden vastgesteld dat er iets merkwaardigs is gebeurd: de homiletische term<br />

‘toepassing’ is in het betoog van Trimp een theologische term geworden. Waar de homiletische term<br />

uiteindelijk recht wil doen aan het gegeven dat het Woord bestemd is voor concrete hoorders, en de<br />

predikant wil helpen om zijn preekvoorbereiding methodisch vorm te geven (hij kan immers, na zijn<br />

exegese van de tekst, gaan zoeken naar de toepassing van de tekst in het leven van de hoorders), vult<br />

Trimp de term theologisch door er het werk van de Heilige Geest in de prediking mee aan te duiden. Bij<br />

Trimp ondergaat de term toepassing dus een betekenisverandering, en daarmee gaat zijn betoog niet<br />

adequaat in op de gestelde problematiek. Het valt niet te ontkennen dat hij vanuit de term toepassing<br />

belangrijke theologische opmerkingen maakt over de prediking en ook een belangrijke bijdrage levert<br />

aan de vorming van een homiletische grondhouding, maar homiletisch-methodisch helpen die opmerkingen<br />

niet verder: de predikant kan niets anders doen dan de tekst uitleggen, wetend en erop vertrouwend<br />

dat die uitleg gedragen wordt door het toepasselijke werk van de Heilige Geest.<br />

Wel introduceert Trimp de term ‘afstemming’ als facet van de bediening: waar de predikant zich niet<br />

druk hoeft te maken om de toepassing (die is immers gegeven met de preek als bediening), heeft hij wel<br />

zorg te dragen voor de afstemming van de preek. Trimp noemt in dat verband de volgende zaken: de<br />

preek moet worden gehouden in gewoon Nederlands en in eigentijdse termen; de preek mag geen keukenwerk,<br />

geen onverteerbare kost en geen duister woordgebruik bevatten; de preek moet zoveel mogelijk<br />

rekening houden met de situatie, behoeften en problematieken die in de gemeente aanwezig zijn.<br />

Samenvattend: de preek moet zich qua afstemming richten op een redelijk gemiddelde. Deze afstemming<br />

vult Trimp vervolgens nader in: de predikant moet de gemeente, de preekstoel en de tekst respecteren,<br />

soms moet hij heel concreet en toegespitst spreken en zich ver in het praktische leven van de gemeenteleden<br />

begeven en ook kan het gebeuren dat de predikant in bepaalde kwesties geen duidelijk ja of nee moet<br />

laten horen, maar de blik van de gemeente moet verruimen. 32<br />

De categorie van de afstemming, die in de plaats van de homiletische term toepassing lijkt te komen,<br />

is in dit verband wel erg formeel bepaald. En waar Trimp meer inhoudelijke zaken ter sprake brengt,<br />

blijkt het eigenlijk te gaan om een aantal pastorale wijsheden. Ik heb dan ook de indruk dat de term<br />

afstemming te weinig mogelijkheden biedt om tot een werkelijk inhoudelijk-homiletische (en ook<br />

homiletisch-methodisch vruchtbare) benadering te komen van de vraag die aan de orde is: Op welke<br />

manier kan de predikant bij zijn preekvoorbereiding recht doen aan het gegeven dat de preek het Woordvan-God-dat-voor-mensen-bestemd-is<br />

bedoelt ter sprake te brengen?<br />

14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!