1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
1 JOS DOUMA, VENI CREATOR SPIRITUS. DE MEDITATIE EN HET ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geest gegeven charismata: de Geest weet hem met zijn geheiligde gaven in te schakelen in de communicatie<br />
van het evangelie. Samengevat: de krachten van de Geest zijn werkzaam in de tekst (door de<br />
Geest ge-ademd) en in de hoorder (door de Geest be-woond) en in de predikant (door de Geest begaafd).<br />
De preek die tot stand komt binnen het door deze drie pneumatologisch bepaalde factoren<br />
gestructureerde homiletische veld is als trialoog 23 bediening van de Geest: er is sprake van een gesprek<br />
tussen tekst, hoorder en predikant, een voluit Geest-elijk gebeuren.<br />
In dit gebeuren gaat het erom dat het komt tot be-Geest-ering van de hoorders 24 : door het woord van<br />
de prediking komen de hoorders (opnieuw) in de werkingssfeer van de Geest. Zij gaan leven in de kracht<br />
van de Geest en brengen zo vruchten van de Geest voort. De prediking van Gods Woord heeft dus als<br />
doel: hernieuwde spiritualiteit, hernieuwd geloven, hernieuwde overgave aan God drie-enig: Vader,<br />
Zoon en Heilige Geest.<br />
Het homiletische veld als spanningsveld<br />
Onder het gezichtspunt van de praxis zou ik het homiletische veld willen typeren als spanningsveld. In<br />
de gegeven omschrijving vanuit homiletisch perspectief - preken is tekst en hoorder in relatie brengen -<br />
is de bedoelde spanning impliciet tot uitdrukking gebracht door de formulering ‘in relatie brengen’. Een<br />
dergelijke formulering veronderstelt de afwezigheid van deze relatie. En daarachter ligt - en nu wordt<br />
ook duidelijk hoe een homiletische omschrijving mede bepaald wordt door de werkelijkheid waarin<br />
gepreekt wordt en door de werkelijkheid van het preken - de problematiek van Godsverduistering en<br />
secularisatie: de hoorder is een aangevochten gelovige, zijn geloven breekt telkens stuk op de feiten van<br />
het alledaagse leven. En daarom komt hij ‘s zondags naar de kerk om opnieuw te horen dat de als<br />
Afwezige ervaren God wel degelijk de God van zijn leven is. De hoorder vraagt: laat zien dat God de<br />
God van míjn leven is, laat zien dat deze werkelijkheid Gods werkelijkheid is, leer mij opnieuw deze<br />
werkelijkheid als Gods werkelijkheid te beleven. Homiletisch kan deze vraag van de hoorder worden<br />
omgetaald tot de volgende opdracht aan de predikant: breng tekst en hoorder in relatie en laat daarin de<br />
relevantie van dit bijbelwoord voor het leven van de hoorder zien.<br />
De bedoelde spanning, die dus allereerst bepaald is door de vooronderstelde afwezigheid van een<br />
relatie tussen tekst en hoorder (de irrelevantie van de tekst), wordt het meest helder zichtbaar in het gegeven<br />
dat er in het homiletische veld drie heel verschillende factoren (de tekst, de hoorder en de predikant)<br />
met elkaar in relatie treden. Onder het gezichtspunt van het preekvoorbereidingsproces kan dat als volgt<br />
onder woorden worden gebracht: de predikant als subject van het preekgebeuren moet recht doen èn aan<br />
de tekst èn aan de hoorder èn aan zichzelf. Hij moet recht doen aan de tekst: de tekst vraagt om een<br />
verantwoorde uitleg. Hij moet recht doen aan de hoorder: de hoorder vraagt erom serieus te worden<br />
genomen in wat bepalend is voor zijn dagelijks leven en zijn omgang met God. Hij moet recht doen aan<br />
zichzelf: predikant-zijn vraagt om eerlijkheid en authenticiteit, om een persoonlijke wijze van optreden<br />
die overigens niet ten koste mag gaan van het feit dat er sprake is van een geroepen-zijn (ambt als<br />
dienst). Nu kan er in dit preekgebeuren heel goed een bepaalde eenzijdigheid ontstaan. De predikant kan<br />
zich uitleveren aan de tekst en zich eenzijdig uitleven in een verantwoorde en misschien zelfs<br />
interessante exegese. De predikant kan zich ook uitleveren aan de hoorder en eenzijdig diens verwachtingen<br />
en wensen en manier van denken en leven centraal stellen en daarop reageren in de preek. De<br />
predikant kan zich ook uitleveren aan zichzelf door eenzijdig zijn eigen geloofsbeleving en zijn eigen inzichten<br />
en invallen als boven alle kritiek verheven, want authentiek, te beschouwen. Elk van deze drie<br />
wegen is, vanwege de eenzijdigheid ervan, doodlopend omdat er geen sprake meer is van homiletische<br />
communicatie. Voor homiletische communicatie is namelijk bepalend dat aan de drie homiletische<br />
factoren tegelijkertijd recht wordt gedaan. Samenvattend wil ik dat op de volgende formule brengen: het<br />
10