24.09.2013 Views

54 - Stichting Vredescentrum Eindhoven

54 - Stichting Vredescentrum Eindhoven

54 - Stichting Vredescentrum Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

16<br />

DE VERWANTSCHAP VAN KERNWAPENS<br />

EN KERNENERGIE<br />

1. Technologische achtergronden<br />

De technologieën van kernenergie en kernwapens zijn voor een aanzienlijk deel identiek, althans voor<br />

zover het om kernsplitsing gaat. Niet ten onrechte is Hoofdstuk 16 van het boek “De nucleaire erfenis” van<br />

Willem de Ruiter en Bart van der Sijde (1985) getiteld met de vraag “Kernenergie en kernbewapening, een<br />

Siamese tweeling?”<br />

235 In 1938 ontdekten Otto Hahn en Fritz Strassmann, dat het element Uranium235 (U ) door beschieting<br />

92<br />

met neutronen uiteenviel in brokstukken. Daarbij kwam veel meer energie vrij dan in chemische reacties<br />

en werd het aantal neutronen verdrievoudigd. Dat laatste feit kan leiden tot een kettingreactie. Vooral<br />

door de analyse van de theoretisch natuurkundige Lisa Meitner werden de achtergronden van deze<br />

verschijnselen en de enorme betekenis voor toepassingen snel begrepen. De werking van zowel<br />

uraniumkernreactoren als uraniumatoombommen berust op kettingreacties. Die vereisen een massa van<br />

het splijtingsmateriaal groter dan de zogenaamde kritieke massa. De kritieke massa is ongeveer 15 kg voor<br />

235 zuiver U en neemt toe met de mate van onzuiverheid. Een uiterst belangrijke complicatie is namelijk,<br />

92<br />

235 dat U slechts 0,7 % uitmaakt van natuurlijk uraniumerts. De rest bestaat grotendeels uit Uranium238<br />

92<br />

238 235 238 (U ). De elementen U92 en U92 zijn zogenaamde isotopen, d.w.z. ze hebben hetzelfde atoomnummer<br />

92<br />

(92), maar verschillende atoomgewichten. Het atoomnummer bepaalt volledig het chemische karakter<br />

van een element. Daarom zijn isotopen moeilijk van elkaar te scheiden. Die scheiding nu is essentiëel<br />

voor uraniumverrijking: het vergroten van het bestanddeel U235. De verrijkingstechnologie is daarom van<br />

wezenlijk belang voor zowel kernreactoren als kernwapens. Voor kernreactoren is verrijking tot ongeveer 3%<br />

voldoende, voor kernwapens is een veel hoger percentage vereist, minstens 90%.<br />

De meest voorkomende technologie voor de verrijking is de centrifuge, gebruikt door URENCO in Almelo en<br />

van daaruit door spionage van de Pakistaan Khan verspreid naar Pakistan en later naar Noord Korea.<br />

Een ander element, dat van eminent belang is voor kernwapens en kernenergie is Plutonium. Door<br />

238 beschieting van een kern U met een neutron ontstaat onder uitzending van een elektron Plutonium,<br />

92<br />

239 Pu , een uiterst radioactieve en giftige stof.<br />

93<br />

Op grond hiervan kunnen plutoniumbommen gemaakt worden. Het ‘voordeel’ hiervan is, dat de<br />

uraniumverrijking niet nodig is en dat de kritieke massa slechts 4,4 kg bedraagt voor zuiver Plutonium,<br />

het ‘nadeel’ dat de technologische procedure veel moeilijker is dan die voor de uraniumbom. De<br />

ontsteking van uraniumbommen berust eenvoudig op het afschieten van twee subkritieke massa’s op<br />

elkaar, waardoor de kritieke massa wordt overschreden. Bij plutoniumbommen kan dat niet, omdat de<br />

kettingreactie dan te snel van start zou gaan en tot onzekere resultaten zou leiden. Daar moet met een<br />

uiterst nauwkeurige isotrope implosie gewerkt worden. Het mechanisme daarvoor werd in het Manhattenproject<br />

(Amerikaans project voor de ontwikkeling van kernwapens, gestart in 1942) uitgevonden door<br />

een team van briljante fysici waaronder Von Neumann, Tolman en Teller. Daarom is proliferatie van<br />

uraniumbommen veel eerder te verwachten dan die van plutoniumbommen. Niettemin schijnt Noord<br />

Korea daar reeds over te beschikken.<br />

In een uraniumkernreactor wordt ook op deze wijze plutonium gevormd. Dat wordt normaliter als deel<br />

van het afval afgevoerd naar opwerkingsfabrieken (La Hague in Frankrijk, Sellafield in Engeland), waar<br />

zowel U235 als Pu239 uit afgewerkte reactorbrandstof gehaald wordt. Het kan echter ook ‘nuttig’ gebruikt<br />

worden in zogenaamde kweekreactoren, waarvan er een dreigde te komen in Kalkar, een dreiging die<br />

gelukkig is afgewend. Om kweekreactoren te starten is plutonium nodig, dat dus evenals het plutonium<br />

voor bommen uit een opwerkingsfabriek gehaald kan worden. Kweekreactoren kunnen daarom tot<br />

proliferatie van plutoniumbommen leiden.<br />

Tot nu toe ging het hier over splijting van zware kernen, met name van Uranium en Plutonium. Daarnaast<br />

kan nog veel meer energie worden opgewekt door kernfusie, de samensmelting van lichte kernen,<br />

2 3 1 namelijk van Deuterium (H ) en Tritium (H1 ) Dat zijn isotopen van waterstof (H1 ). De waterstofbom is hierop<br />

1<br />

gebaseerd en die heeft een destructief vermogen van (tientallen) miljoenen tonnen TNT, de uraniumbom<br />

op Hiroshima had een kracht van 15 kiloton (15000 ton). (De tonnen TNT geven het equivalent aan van de<br />

hoeveelheid springstof zoals dynamiet, die nodig zou zijn om dezelfde destructie te bewerkstelligen.) De<br />

technologie van waterstofbommen is zeer geavanceerd. De fusiereacties kunnen pas bij temperaturen<br />

van de orde van honderd miljoen graden Celsius opgewekt worden. Daarom wordt een waterstofbom<br />

ontstoken met behulp van stralingskoppeling met een splijtingsbom (Teller-Ulam-Sacharov principe), die dus<br />

VredesTertsPeriodiek <strong>Stichting</strong> <strong>Vredescentrum</strong> <strong>Eindhoven</strong> Jaargang 20, februari 2011, nr. <strong>54</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!