Nautische Adviesgroep WP Katwijk
Nautische Adviesgroep WP Katwijk
Nautische Adviesgroep WP Katwijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aanvraag Wbr offshore windturbinepark <strong>Katwijk</strong> (4A + 4B)<br />
Besluit m.b.t. het aspect scheepvaartveiligheid<br />
Algemeen:<br />
Het beleid van de Nederlandse overheid is er op gericht de scheepvaartveiligheid op de<br />
Noordzee op hetzelfde niveau te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. Het oprichten<br />
van windturbineparken mag de scheepvaartveiligheid dus niet verslechteren. Als gevolg<br />
hiervan is in de richtlijnen een berekening voorgeschreven van de (cumulatieve) effecten op<br />
de scheepvaartveiligheid; hiervoor is (volgens voorschrift) het SAMSON model gebruikt.<br />
Rapportage in het MER ten aanzien van de scheepvaartveiligheid:<br />
In het MER zijn de effecten van het windpark op de scheepvaartongevallen bepaald met<br />
behulp van het SAMSON model; de effecten zijn zeer gering en op zichzelf acceptabel.<br />
Hierbij wordt opgemerkt, dat er in het model van wordt uitgegaan, dat het routegebonden<br />
verkeer van de Westerschelde naar de IJmond gebruik maakt van de zgn. “corridor” tussen<br />
beide delen van het windpark. Tevens wordt een verkeersstroom aan de zuidkant van het<br />
windpark gemodelleerd van en naar Scheveningen. De aanwezigheid van een ankergebied ter<br />
plaatse in combinatie met het windpark zal deze verkeersstroom echter afsluiten en een<br />
wezenlijk ander verkeersbeeld opleveren. De uitkomsten van het SAMSON model in de MER<br />
kunnen derhalve slechts als indicatief worden bestempeld.<br />
Uitgebrachte nautische adviezen:<br />
1. Op verzoek van het bevoegd gezag is over het windturbinepark <strong>Katwijk</strong> een nautisch<br />
advies uitgebracht door het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Geconcludeerd<br />
is:<br />
De realisatie van het windmolenpark <strong>Katwijk</strong> vanuit scheepvaartveiligheid is niet<br />
acceptabel; geadviseerd wordt derhalve geen vergunning te verlenen voor het<br />
windmolenpark <strong>Katwijk</strong>.<br />
2. Op verzoek van het bevoegd gezag is over het windturbinepark <strong>Katwijk</strong> een nautisch<br />
advies uitgebracht door de Rijkshavenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. het<br />
Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. Geconcludeerd is:<br />
Geadviseerd wordt om vanuit scheepvaartveiligheid geen windturbineparken voor de<br />
Nederlandse kust in de aanloopgebieden naar de Rotterdamse en Amsterdamse haven<br />
te realiseren.<br />
3. Verder heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGTL) een initiatief genomen om<br />
een nautische expertgroep met de opdracht de interactie scheepvaartveiligheid en<br />
windmolenparken op het NCP nader te bezien. Ten aanzien van het onderhavige<br />
windmolenpark is geconcludeerd:<br />
De verkeersstroom van Scheveningen wordt door het windmolenpark verstoord; het<br />
verkeer wordt richting Rotterdam en IJmuiden gedwongen.
De verkeersstroom naar Scheveningen wordt door het windmolenpark verstoord;<br />
koersen om de ZO en O zijn niet vrij wegens ligging windmolenpark.<br />
Locaties moeten op veilige afstand gelegen zijn van de uiterste grens van een<br />
verkeersscheidingsstelsel (minimaal 2 zeemijl).<br />
Geen windmolenparken in aanloopgebieden van havens.<br />
Geadviseerd wordt het onderhavige windpark niet te bouwen.<br />
4. Verder is van belang de visie van de Kustwacht in relatie tot windparken op zee:<br />
In het zeegebied bezuiden de 53 e breedte graad (met uitzondering van enkele locaties)<br />
zouden, gezien de vele, deels nog onbekende risico`s en potentiele gevaren die<br />
windparken in relatie tot druk scheepvaartverkeer kunnen opleveren, eigenlijk geen<br />
verdere windturbineparken meer moeten worden gebouwd.<br />
5. <strong>Nautische</strong> adviesgroep<br />
Ter beoordeling van initiatieven inzake windturbineparken op zee heeft het bevoegd<br />
gezag een nautische adviesgroep in het leven geroepen. Deze groep heeft als doel een<br />
zo afgewogen en onafhankelijk mogelijk advies uit te brengen over het wel of niet<br />
verlenen van een vergunning in het kader van de Wbr voor dit windmolenpark vanuit<br />
het aspect scheepvaartveiligheid. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de<br />
effecten van het windmolenpark op de scheepvaartveiligheid zoals gerapporteerd in het<br />
MER en de reeds uitgebrachte nautische adviezen. De nautische adviesgroep heeft zich<br />
laten informeren over het SAMSON model; de effecten van een windmolenpark op de<br />
scheepsradar; de internationale ontwikkelingen met betrekking tot de bouw van<br />
windmolenparken op zee en de overige uitgebrachte nautische adviezen (zie bijlage 2).<br />
Ten aanzien van het windmolenpark <strong>Katwijk</strong> (4A + 4B) is het volgende geconcludeerd<br />
(zie bijlage1):<br />
De <strong>Nautische</strong> adviesgroep komt na een gedegen analyse unaniem tot een negatief<br />
advies. Dit advies wordt ingegeven door een optelsom van een zestal, ieder op zich al<br />
zwaarwegende factoren inzake scheepvaartveiligheid:<br />
Ankerplaats Scheveningen wordt voor uit het zuiden komende schepen<br />
geblokkeerd, dit mede in verband met de implementatie van het nieuwe<br />
verkeersscheidingsstelsel.<br />
Een gedeelte van het park ligt in de separatiezone van het<br />
verkeersscheidingsstelsel<br />
Ernstige hinder van visuele navigatie richting het loodspunt (in combinatie met de<br />
achtergrondverlichting)<br />
De radar van VTS verkeersleiding krijgt afscherming van verkeer dat het<br />
loodspunt nadert<br />
Sleeptransporten uit het noorden dienen substantieel te worden omgeleid<br />
De nabijheid van platforms leidt tot beperking van de manoeuvreerruimte van de<br />
zuidgaande vaart<br />
Het windpark kan (ernstige) hinder opleveren tijdens helibeloodsingen
In het kader van de advisering is door de <strong>Nautische</strong> adviesgroep ook naar<br />
alternatieven gekeken, waarvan een aantal door de groep zelf werd aangedragen.<br />
Zoals hierboven beschreven bleek na analyse geen van deze alternatieven, behalve<br />
<strong>Katwijk</strong> deel b, steun te bieden voor een aanpassing van het advies.<br />
Oordeel bevoegd gezag in het kader van scheepvaartveiligheid<br />
In het SAMSON model zijn verkeersstromen tussen de twee delen van park <strong>Katwijk</strong> A en B<br />
gemodelleerd. Ook wordt gesteld dat het maken van corridors niet bevorderlijk is voor de<br />
scheepvaartveiligheid. Een doorgang tussen twee parken leidt tot het vlak langs beide parken<br />
varen en dus tot een grotere kans op een incident. De beste strategie die tot het minste risico<br />
leidt bij meerdere parken is om het verkeer om de parken heen te leiden.<br />
Op basis van rapportages van het kustwachtcentrum en de verkeerspost IJmuiden kan<br />
geconcludeerd worden, dat schepen de route tussen het in aanbouw zijnde windpark Q7 en het<br />
Near Shore Windpark mijden. Dit versterkt de conclusie van het MER.<br />
Het windpark staat bij de uiteinden van het nieuwe verkeersscheidingsstelsel Rotterdam.<br />
Volgens Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (1972) voorschrift 10.f dient een<br />
schip varend in gebieden bij de uiteinden van verkeersscheidingsstelsels zulks met bijzondere<br />
voorzichtigheid te doen. De aanwezigheid van het eventuele windpark <strong>Katwijk</strong> deel a en b is<br />
een extra complicerende factor, mede gezien de aanwezigheid van de huidige boorplatforms.<br />
Bovendien staat een deel van het windpark in de separatie/scheidingszone van het nieuwe<br />
verkeersscheidingsstelsel Rotterdam. Dit is een zone waardoor verkeersbanen waarin schepen<br />
zich in tegengestelde of bijna tegengestelde richting voortbewegen, worden gescheiden.<br />
Volgens Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (1972) voorschrift 10.e mag een<br />
schip, geen kruisend schip zijnde, of een schip dat een verkeersbaan binnenvaart of verlaat, in<br />
het algemeen niet een scheidingszone binnenvaren of een scheidingslijn kruisen, behalve in<br />
noodgevallen ter vermijding van onmiddellijk gevaar. Deze zone wordt derhalve door de<br />
scheepvaart gebruikt als een veiligheidszone. Bij de aanwezigheid van windmolens kunnen<br />
schepen in nood niet meer uitwijken naar de scheidingszone, hetgeen de veiligheid doet<br />
afnemen.<br />
Het gebied ten zuiden van het windmolenpark <strong>Katwijk</strong> is een voorzorgsgebied. Hierin moeten<br />
schepen met bijzondere voorzichtigheid navigeren. Het voorzorgsgebied “Maas Center” kent<br />
de volgende voorschriften:<br />
Schepen moeten met bijzondere voorzorg navigeren in de zone waarin de verkeersbanen zich<br />
samenvoegen. … . Passerend verkeer dat geen aanliggende haven binnenvaart of uitkomt<br />
moet het gebied vermijden.<br />
Scheepvaart in de richting van of naar Scheveningen, inclusief ankerplaats Scheveningen,<br />
vaart niet door het voorzorgsgebied, maar vaart ten noorden van het verkeersscheidingsstelsel.<br />
Door de toevoeging van het windpark <strong>Katwijk</strong> zal dit verkeer ook ten noorden van het<br />
windpark moeten varen.<br />
Bovenstaande, samen met de corridorwerking tussen de delen a en b van windpark <strong>Katwijk</strong>,<br />
zal de bereikbaarheid van Scheveningen, inclusief ankerplaats, en de daarmee gepaarde<br />
economische belangen, ernstig in het geding brengen.<br />
Op basis van bovenstaande en het advies van Havenmeesters, Kustwacht en DGTL en de door<br />
ons ingestelde nautische adviesgroep komt het bevoegd gezag tot de conclusie dat het<br />
windmolenpark <strong>Katwijk</strong> deel 4a plus 4b een dusdanige nadelige invloed heeft op zowel de
veiligheid van de scheepvaart als de bereikbaarheid van de haven en ankerplaats van<br />
Scheveningen dat geen Wbr vergunning kan worden verleend.<br />
Besluit<br />
Met het oog op de scheepvaartveiligheid kan geen vergunning in het kader van de Wbr<br />
worden verleend aan het windmolenpark <strong>Katwijk</strong> (4A +4B)
MER procedure Noordzee windmolenparken<br />
<strong>Nautische</strong> adviesgroep<br />
1. Aanpak nautisch advies<br />
Bijlage 1<br />
In het kader van de beoordeling van initiatieven inzake windturbineparken op zee<br />
heeft Rijkswaterstaat Noordzee een <strong>Nautische</strong> adviesgroep in het leven geroepen.<br />
Deze groep heeft als doel vanuit de nautische hoek een zo afgewogen mogelijk<br />
advies uit te brengen over door geïnteresseerde partijen ingediende Milieu Effect<br />
Rapportages (MERs).<br />
De gekozen aanpak kan als volgt worden samengevat:<br />
Samenstelling van de groep:<br />
Om te kunnen komen tot de beoogde afgewogen en faire adviezen worden de<br />
leden van de <strong>Nautische</strong> adviesgroep met zorg gekozen. De kern van de groep<br />
bestaat uit een aantal ervaren Noordzeeloodsen en verder uit medewerkers van<br />
het Kustwachtcentrum (KWC) Den Helder, Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer<br />
en Vervoer (AVV) en van het Min. V&W Directoraat Generaal Transport en<br />
Luchtvaart (DGTL). Ook van deze groepsleden heeft een aantal een nautische<br />
achtergrond. Als waarnemer was een medewerker van de afdeling Zeevaartschool<br />
van de Directie Noordzee aanwezig.<br />
Volgorde van behandeling:<br />
Gewerkt wordt volgens het ‘first come, first serve’ principe: de MERs worden in<br />
volgorde van binnenkomst behandeld zodat de initiatieven ieder op de eigen<br />
‘merits’ beoordeeld kunnen worden. Bij een daarna volgend MER advies wordt<br />
een toegewezen vergunning (en locatie) als feit meegenomen in de analyse en de<br />
advisering van dit initiatief.<br />
Gezien het in de MER richtlijnen vermelde belang van ‘cumulatief effect’ wordt<br />
behalve de toegewezen locaties ook het effect van in de omgeving te verwachten<br />
andere parken meegenomen. Wat betreft de windturbineparken is steeds het in<br />
het MER genoemde cumulatieve (en de scheepvaart beïnvloedende) effect tot<br />
een totale capaciteit van 1000 Mw in de analyse meegenomen.<br />
Aanpak van analyse en advies:<br />
Bijeenkomst: gekozen is voor een retraite vorm waarbinnen steeds een klein<br />
aantal MER documenten tegen het licht wordt gehouden. De experts hebben<br />
voorafgaand aan de bijeenkomst met name de nautische paragrafen van de<br />
diverse MER documenten bestudeerd.<br />
In deze documenten wordt door de indieners al diep ingegaan op de nautische /<br />
scheepvaarttechnische aspecten van het beoogde windturbinepark. Dit gebeurt<br />
o.a. aan de hand van het zgn. Samson model, waarmee de kans op calamiteiten<br />
kan worden ingeschat: met name schip-schip aanvaringen, driften en ‘ramming’.<br />
Het accent ligt hierbij op de theoretische onderbouwing.<br />
Tijdens de retraite worden de nautische experts in een aantal intensieve<br />
brainstorm sessies gevraagd zich een volledig beeld te vormen van alle aspecten<br />
van het park in kwestie, inclusief alle direct en indirect van invloed zijnde<br />
nautische factoren. Daarbij komen o.a. aspecten als effect op veilige<br />
scheepvaart, zichtlijnen, zichtbaarheid op de radar en diverse andere aspecten<br />
aan de orde (zie onder). Het accent ligt hierbij op de vaarpraktijk in het<br />
desbetreffende gebied, waarbij het human element een belangrijke rol speelt.
De analyse leidt voor elke MER steeds tot een advies dat met argumenten wordt<br />
onderbouwd. Het advies hoeft niet unaniem te zijn.<br />
Meegenomen (andere) adviezen: naast een analyse van de nautische situatie<br />
rondom specifieke parken is ook het nautische ‘macro’ beeld van belang. De<br />
kustwateren rondom Nederland worden steeds drukker bevaren, met name de<br />
intensiteit van de scheepvaart in de aanloopgebieden van de havens van<br />
Rotterdam en Amsterdam neemt sterk toe, als ook de schaalvergroting in de<br />
scheepvaart (grotere en snellere schepen) en komst van nieuwe verkeersstromen<br />
(bijv. LNG aanlandingen). Een aantal van de windturbinepark-initiatieven bevindt<br />
zich in deze gebieden, wat o.a. de Havenmeesters van de betrokken havens ertoe<br />
heeft gebracht de groei van het aantal initiatieven van kritische kanttekeningen te<br />
voorzien. Hier werd aan toegevoegd dat situering van de parken onder de 53e<br />
breedtegraad op nautische gronden sterk wordt afgeraden.<br />
In het verlengde van het bovenstaande heeft het Ministerie van Verkeer en<br />
Waterstaat DGTL het initiatief genomen een <strong>Nautische</strong> expertgroep, bestaande uit<br />
o.a. kapiteins, om een algemeen advies te vragen over de consequenties van het<br />
plaatsen van windturbineparken in de Nederlandse kustwateren. Deze<br />
expertgroep kwam eind 2006/begin 2007 met een advies, inclusief een<br />
opsomming van een groot aantal nautische randvoorwaarden, met name voor de<br />
aanloopgebieden van de grote zeehavens.<br />
Afweging van alle aspecten:<br />
De <strong>Nautische</strong> adviesgroep heeft erop toegezien om tijdens een adviesronde elk<br />
relevant aspect de revue te laten passeren. Daarbij gaat het met name om:<br />
Autonome ontwikkelingen<br />
Toename scheepvaart e.d.<br />
Effecten<br />
Zicht (zichtlijnen, achtergrond verlichting e.d.)<br />
Afstand vaarroute tot het object<br />
Effect op radar, zowel op het schip, als op de wal/VTS.<br />
Ruimte voor verkeersafwikkeling<br />
Ruimte om te ankeren (inclusief ruimte om te manoeuvreren)<br />
Overzicht / verkeersbeeld<br />
Noodzaak van omvaren e.d.<br />
Ernst van het effect<br />
Scenario’s<br />
Schip-schip aanvaringen<br />
Drifter tegen het park<br />
Rammen park<br />
Mogelijke mitigerende maatregelen<br />
Alternatieven<br />
Mogelijke verplaatsing park (binnen grenzen)<br />
Mogelijke aanpassing vaarweg of ankerplaats<br />
Betonning, aanleg ‘rotonde’ e.d.<br />
En de gevolgen van deze maatregelen<br />
2. Algemene en nautische uitgangspunten bij de beoordeling<br />
Bij de beoordeling van de nautische aspecten van een MER worden door de<br />
adviesgroep behalve alle hierboven genoemde aspecten ook steeds de volgende<br />
algemene factoren in de beoordeling betrokken (in willekeurige volgorde):<br />
De ‘menselijke factor’ zoals vermoeidheid bij bemanningen (zgn. ‘crew fatigue’), /<br />
stress /ervaring van de brugwacht. De windparken bevinden zich in de<br />
aanloopgebieden van de havens waardoor de brugwacht al intensief bezig is.
De zichtbaarheid van het park (te versterken middels radarreflectoren en het<br />
aanbrengen van een AIS transponder) De zichtbaarheid van het park kan verder<br />
versterkt worden door het aanbrengen van verlichting, en bij verminderd zicht het<br />
installeren van misthoorns e.d.<br />
Het aanhouden van enige mate van veiligheidsruimte dat bij goed zeemanschap<br />
hoort, met name aan SB zijde<br />
De drukker wordende nautische situatie in met name de aanloopgebieden van de<br />
grote Nederlandse zeehavens<br />
De economische waarde van het scheepvaartverkeer (ofwel: de<br />
concurrentiepositie van Nederlandse havens). Deze kan in gevaar komen wanneer<br />
het aantal potentiële nautische obstakels in de aanloopgebieden toeneemt,<br />
hetgeen kan leiden tot de keuze een andere meer ‘veilige’ buitenlandse haven aan<br />
te doen.<br />
Afweging van deze factoren zal ook door het bevoegd gezag moeten gebeuren.
Windturbinepark <strong>Katwijk</strong> deel a en b<br />
1. Situatie<br />
Verkeersstromen:<br />
Maascenter- Texel v.v.<br />
Noordhinder – IJmuiden v.v.<br />
Maascenter - IJmuiden<br />
Verkeer naar en van Scheveningen<br />
Ongeveer 20% van de binnenkomende schepen in de haven van Rotterdam komt uit<br />
Noordelijke richting.<br />
Ongeveer 28% van de vertrekkende schepen uit de haven van Rotterdam vertrekt in<br />
Noordelijke richting.<br />
Alle soorten scheepvaart komen voor in het gebied.<br />
Periodiek is er intensieve visserij.<br />
Een bijzondere vorm van scheepvaart zijn de sleeptransporten (van platforms) tussen de<br />
olievelden en de haven van Rotterdam.<br />
Ten oosten van het windpark is de haven van Scheveningen en de ankerplaats<br />
Scheveningen. Deze ankerplaats wordt veel gebruikt door wachtende schepen, maar ook<br />
voor crew-changes, voor bunkeren en proviandering en door supply vessels en shuttle<br />
tankers.<br />
In de MER moet rekening zijn gehouden met het ontwerp verkeersscheidingsstelsel<br />
Rotterdam. Het windpark ligt voor een deel in dit ontwerp verkeersscheidingsstelsel.<br />
Ten westen van het windpark liggen platforms.<br />
2. Effecten<br />
Stel het windturbinepark <strong>Katwijk</strong> (deel a en b) ligt er, wat zijn dan de consequenties t.a.v. de<br />
scheepvaart:<br />
Overwegingen met betrekking tot verkeersscheidingsstelsel<br />
Algemeen<br />
• Het windpark is voor een deel geprojecteerd in de separatiezone. Deze is door het<br />
IMO aangewezen als een gebied om verkeersbanen te scheiden, maar ook als een<br />
veiligheidszone om schepen uitwijkmogelijkheden te bieden. Het is in IMO verband<br />
niet toegestaan in deze separatiezone te bouwen.<br />
Het effect op de scheepvaart:<br />
• In IMO verband is het niet toegestaan in de separatiezone te bouwen. De<br />
separatiezone is een veiligheidsgebied.<br />
Overwegingen met betrekking tot de bereikbaarheid van Scheveningen<br />
(haven en ankerplaats)<br />
Algemeen<br />
• Verkeer richting Scheveningen (uit het zuiden en westen) mag niet via Hoek van<br />
Holland over/via de loodspost varen. Zij moeten ten westen en noorden van de<br />
ankerplaats Maas-Noord varen.<br />
Het effect op de scheepvaart:
• Het windpark blokkeert de bereikbaarheid van Scheveningen. Schepen richting<br />
Scheveningen uit het zuiden en westen moeten zowel om de ankerplaats Maas-<br />
Noord, om de platforms als om het windpark varen.<br />
Overwegingen met betrekking tot zicht voor zuidgaand verkeer richting loodspunt<br />
Algemeen<br />
• Ter plekke is er veel achtergrondverlichting, van o.a. de vele platforms, de stad Den<br />
Haag, de Maasvlakte en de kassen in het Westland.<br />
Het effect op de scheepvaart:<br />
• Het windpark belemmert de scheepvaart. Voor zuidgaand verkeer richting loodspunt<br />
wordt de situatie door het windpark erg onoverzichtelijk.<br />
Overwegingen met betrekking tot radar<br />
Algemeen<br />
• Het windpark ligt in het VTS gebied van Rotterdam.<br />
• Het windpark ligt in een belangrijke vaarroute naar/van het gebied van de VTS Hoek<br />
van Holland.<br />
Het effect op de scheepvaart:<br />
• Het radarzicht van zee wordt slechter door het windpark. Dit is op een kwetsbaar punt<br />
waar schepen richting loodspost varen. Voor schepen wordt de situatie hierdoor<br />
onoverzichtelijk.<br />
• De VTS radar krijgt een afscherming voor verkeer dat op de loodpost afkomt. De<br />
verkeersbegeleiding zal hierdoor ernstige hinder ondervinden.<br />
Overwegingen met betrekking tot verkeersstromen<br />
Algemeen<br />
• Ten westen van de zuidgaande baan liggen platforms en het ankergebied Maas-<br />
Noord. Hierdoor is over een aanzienlijke lengte de ruimte om naar stuurboord uit te<br />
wijken voor zuidgaande schepen zeer beperkt.<br />
Het effect op de scheepvaart<br />
• Het windpark vormt samen met de platforms en het ankergebied Maas-Noord een<br />
barrière, analoog aan de situatie bij IJmuiden (waar schepen de route tussen twee<br />
windparken door mijden)<br />
• De grote sleeptransporten tussen de olievelden en de haven van Rotterdam krijgen<br />
een beperking, ze zullen niet tussen het windpark en de platforms doorvaren, maar<br />
een veiliger route kiezen. De keuze voor de haven van Rotterdam komt hiermee in<br />
het geding.<br />
Overwegingen met betrekking tot overgang zee- havenbedrijf<br />
Algemeen:<br />
• Het park bevindt zich in het kritisch gebied waarin schepen overgaan van zee- naar<br />
havenbedrijf. Hierdoor is het risico van NUC (Not Under Command) zijn en op drift<br />
geraken groot.<br />
Het effect op de scheepvaart<br />
• Scheepvaartverkeer heeft risico op indrijven. Deze informatie is in de MER<br />
meegenomen.<br />
• Ten gevolge hiervan zullen er zich ter plaatse situaties van elkaar oplopende<br />
schepen voordoen die aanzienlijke risico’s met zich meebrengen.
Overwegingen met betrekking tot helibeloodsing<br />
Algemeen<br />
• Het windpark ligt in het gebied waar helibeloodsing plaatsvindt. Dit gebeurt, als<br />
veiligheidsmaatregel, als beloodsing via de loodsboot niet mogelijk is, bijvoorbeeld in<br />
een storm.<br />
Het effect op de scheepvaart<br />
• Door het windpark wordt helibeloodsing ernstig gehinderd.<br />
Overwegingen met betrekking tot splitsing windpark in twee gebieden<br />
Algemeen<br />
• Het windpark <strong>Katwijk</strong> bestaat uit twee delen: 4a en 4b.<br />
Het effect op de scheepvaart<br />
• De ruimte tussen de twee delen a en b is klein. Schepen die tussen de delen door<br />
varen hebben in dit gebied geen ruimte om te manoeuvreren. Dit is risicoverhogend.<br />
3. Alternatieven<br />
Verkleinen van het windpark<br />
Het verkleinen van het zuidelijke deel a levert voor de meeste overwegingen geen<br />
verbeteringen op.<br />
Er is apart gekeken naar de effecten als alleen het noordelijke gedeelte b van het windpark<br />
<strong>Katwijk</strong> zou worden aangelegd. Zie hiervoor het advies <strong>Katwijk</strong> deel B.<br />
4. Cumulatieve effecten<br />
In de MER studie is gekeken naar de cumulatieve effecten in combinatie met de<br />
geprojecteerde windparken Rijnveld Noord, Rijnveld Oost en Scheveningen Buiten. Deze<br />
combinatie creëert een gebied van zo´n 15 mijl waarin de vaarroute slechts 2 mijl breed is. In<br />
dit moeilijke gebied is dat onacceptabel.<br />
5. Nautisch advies<br />
Op grond van de hierboven opgesomde overwegingen komt de <strong>Nautische</strong> adviesgroep<br />
na een gedegen analyse unaniem tot een negatief advies. Dit advies wordt ingegeven<br />
door een optelsom van een zestal, ieder op zich al zwaarwegende factoren inzake<br />
scheepvaartveiligheid:<br />
Ankerplaats Scheveningen wordt voor uit het zuiden komende schepen<br />
geblokkeerd, dit mede ter beoordeling van de loodsdienst Rotterdam in verband<br />
met de implementatie van het nieuwe verkeersscheidingsstelsel.<br />
Een gedeelte van het park ligt in de separatiezone van het<br />
verkeersscheidingsstelsel<br />
Ernstige hinder van visuele navigatie richting het loodspunt (in combinatie met de<br />
achtergrondverlichting)<br />
De radar van VTS verkeersleiding krijgt afscherming van verkeer dat het<br />
loodspunt nadert<br />
Sleeptransporten uit het noorden dienen substantieel te worden omgeleid<br />
De nabijheid van platforms leidt tot beperking van de manoeuvreerruimte van de<br />
zuidgaande vaart<br />
Het windpark kan (ernstige) hinder opleveren tijdens helibeloodsingen
In het kader van de advisering is door de <strong>Nautische</strong> adviesgroep ook naar<br />
alternatieven gekeken, waarvan een aantal door de groep zelf werd aangedragen.<br />
Zoals hierboven beschreven bleek na analyse geen van deze alternatieven, behalve<br />
<strong>Katwijk</strong> deel b, steun te bieden voor een aanpassing van het advies.
<strong>Nautische</strong> adviesgroep – workshop 7 februari 2007<br />
Aanwezigen:<br />
Pieter Bloemendaal DCD/Dirkzwager, voorzitter<br />
Kees van der Tak Marin Samson expert<br />
Rinus Pellikaan Radio Holland radar expert<br />
Jan Ricken Kustwacht<br />
Ernst Bolt AVV afd Scheepvaart<br />
Milou Wolters AVV afd Scheepvaart<br />
Gerard de Winter AVV afd Scheepvaart<br />
Sibrand Hassing DGTL<br />
Hetty Kock DGTL<br />
Gerbrandt van Santen Dirkzwager Noordzeeloods<br />
Pieter Bijl Dirkzwager Noordzeeloods<br />
Leo van der Harst Directie Noordzee verkeersmanager<br />
Wim Verhagen Directie Noordzee afd Zeevaartschool<br />
Klaartje Zuiderbaan Directie Noordzee afd Zeevaartschool<br />
Jacques v Kooten (middag) Directie Noordzee afd Zeevaartschool<br />
Marcel Langeveld Directie Noordzee afd vergunningverlening<br />
Ronald van der Heuvel Directie Noordzee afd vergunningverlening<br />
1. opening<br />
Opening door voorzitter Pieter Bloemendaal en voorstelrondje<br />
Bijlage 2<br />
2. Toelichting procedure door Ronald van der Heuvel<br />
Ten behoeve van de windturbineparken zijn aanvragen gedaan o.g.v. de Wet beheer<br />
Rijkswaterstaatswerken (Wbr). Hiervoor zijn Mielieu effect rapportages (MER) gemaakt.<br />
Hierin is Rijkswaterstaat Noordzee het bevoegd gezag.<br />
Adviseurs hierbij zijn LNV, VROM, EZ, Kustwacht/DGTL/Havenmeesters R’dam en A’dam,<br />
RIKZ, IVW divisie Luchtvaart, overigen (Defensie, ROB) en de Commissie voor de MER.<br />
In de vergunningsprocedure wordt nu voor 3 initiatieven een ontwerpbesluit voorbereid.<br />
Er is één windpark gerealiseerd (Windpark Egmond aan Zee) en één windpark in aanbouw<br />
(Q7-<strong>WP</strong>)<br />
In totaal zijn voor 65 initiatieven Richtlijnen voor de MER afgegeven, voor meerdere locaties<br />
zijn meerdere initiatieven.<br />
Offshore windparken zijn niet economisch rendabel, het Ministerie van EZ heeft een<br />
subsidieregeling. Deze is op het moment stilgezet. In totaal zal waarschijnlijk voor 1000MW<br />
aan windparken MEP-subsidie verleend worden. Het is de verwachting dat rond 2015 het<br />
break-even punt is bereikt en genoeg is geleerd om zonder subsidie rendabel te zijn.<br />
Als een WBR vergunning is afgegeven betekent dit niet dat MEP subsidie verleend wordt.<br />
Uitgangspunten van de Milieu effect rapportage zijn (voor scheepvaart van toepassing):<br />
• Keuze locatie<br />
• Beschrijving windpark en alternatieven
• Effecten Natuur en Milieu<br />
• Effecten overig gebruik, o.a. scheepvaart<br />
• Cumulatieve effecten (tot 1000 MW)<br />
• Mitigerende en Compenserende maatregelen<br />
• Leemten in kennis<br />
• Monitoring- en Evaluatieprogramma (MEP)<br />
Gevraagd is om in de MER inzicht te geven in:<br />
• Effecten op wal- en scheepsradar<br />
• Visuele waarneembaarheid<br />
• Overgang zee- naar havenstatus en v.v.<br />
• Risico’s aanvaringen/aandrijvingen, incl. milieugevolgen<br />
• Cumulatieve effecten<br />
• Modelleren met Samson<br />
Met betrekking tot het ontwerpbesluit Wbr is mogelijk:<br />
• vergunnen (onder voorwaarden)<br />
o onderbouwing waarom vergund kan worden<br />
o onderbouwing voorwaarden<br />
• afwijzen (niet vergunnen)<br />
o onderbouwing waarom niet vergund kan worden<br />
Nu te behandelen:<br />
Offshore windparken <strong>Katwijk</strong>, IJmuiden en West-Rijn.<br />
Inhoudelijk advies aan RWS Noordzee over scheepvaartveiligheid.<br />
Onderbouwing t.b.v. overwegingen ontwerp-besluit.<br />
Behandeling in volgorde van volledig verklaren MER.<br />
Mbt ecologie is nu te melden dat het onderwater geluid groter is dan verwacht. Dit is nog in<br />
overweging.<br />
Op alle aspecten is een advies nodig. Het is belangrijk volledig te zijn, zeker omdat de<br />
verwachting is dat er rechtszaken komen. Scheepvaart is een belangrijk aspect.<br />
Voor de behandeling van cumulatieve effecten moet worden uitgegaan van de volgorde van<br />
volledig verklaren van de MER. Eerste is IJmuiden, tweede West-Rijn, derde <strong>Katwijk</strong>.<br />
3. Toelichting Samson door Kees van der Tak.<br />
Zie bijlage 1 voor een algemene beschrijving van Samson.<br />
Wat van belang is voor de berekeningen in de MER:<br />
Een indirect effect van de windparken is een hogere concentratie scheepvaart buiten de<br />
parken. Een direct effect is de kans op aanvaringen en aandrijvingen met de windturbines.<br />
Samson kan de verkeersstromen veranderen en daar de effecten van berekenen.<br />
Meegenomen in Samson: hoe meer wind, hoe meer kans op falen van machinerie.<br />
Drifters (NUC) kunnen uit AIS gegevens worden gefilterd en zijn meegenomen in Samson.<br />
Mbt schade als gevolg van aanvaring: feit dat gevaarlijkste lading vaak voorop aan dek staat<br />
en als eerste wordt geraakt is niet meegenomen in Samson.<br />
Ook afvallen van lading is niet meegenomen in Samson.
Er is een lineair verband tussen kans op aanvaring en grootte turbine. 5 MW turbines zijn dan<br />
beter dan 3 MW turbines.<br />
4. Toelichting radarbeelden door Rinus Pellikaan<br />
Radar expert van Radio Holland<br />
Algemeen geldt: hoe dichter bij het windpark, hoe meer verstoring.<br />
Het windpark zal goed op radar te zien zijn, vooral door de ronddraaiende ijzeren bladen die<br />
voor reflectie zorgen.<br />
Radarzicht vanaf schepen: door juiste instelling van de radar blijft het beeld op de radar goed.<br />
Aangetekend wordt dat instelling van de radar ook een persoonlijke voorkeur is en dat niet<br />
alle schepen met de op dat moment beste instellingen zullen varen.<br />
Er is een kans op target loss door het windpark.<br />
Als een park op grotere afstand, ongeveer 600 m, wordt gepasseerd, treedt weinig verstoring<br />
op.<br />
De meeste valse echo’s treden op door de eigenschappen van het eigen schip, die bekend zijn<br />
bij de stuurlui en kapitein.<br />
Er zijn geen andere instellingen van de radar nodig bij het passeren van een windpark.<br />
Een schip aan de andere kant van een windpark blijft zichtbaar.<br />
Het veranderen van het radarbeeld geeft een onzekerheidsfactor bij kapiteins.<br />
De kwaliteit van de bemanning is maatgevend hierin.<br />
De effecten mbt luchtvaartveiligheid zijn onbekend bij Rinus Pellikaan.<br />
Maatregelen ter bevordering van de veiligheid:<br />
• De ronde palen zullen minder goed te zien zijn, het is aan te bevelen een aantal rechte<br />
vlakke delen op de palen te bevestigen, om deze beter op de radar te kunnen zien.<br />
• Radarreflectoren bevestigen.<br />
• Op hoekpunten van het park een AIS transponder zetten<br />
• Op 1 van de palen kan een radar geplaatst worden, analoog aan een walradarketen, om<br />
het verkeer te begeleiden.<br />
• Misthoorn en verlichting conform IALA<br />
Opmerkingen van de Kustwacht n.a.v een radarproefje bij NSW.<br />
Met de Waker is gevaren, met een aantal verschillende radarinstellingen.<br />
Benaderen van het park:<br />
Hoe dichter bij het park, hoe meer verstoring. Op den duur verdwijnt de eerste rij turbines van<br />
de radar, de kleine vaart dus ook.<br />
Tussen de twee parken doorvaren:<br />
Er ontstaat interferentie, met rare beelden als gevolg. Dit kan een schrikreactie teweeg<br />
brengen.<br />
5. Internationale ontwikkelingen door Ernst Bolt<br />
Vragen:<br />
Hoe gaat men internationaal om met windparken en scheepvaart
• Afstand tussen park en scheepvaartroute (Wat is de grens van de route?)<br />
• Verboden vaargebied (voor alle scheepvaart?)<br />
• Welke basis voor de regels<br />
Beschouwde landen: UK, Denemarken, Zweden, Duitsland, USA, België<br />
In het Verenigd Koninkrijk<br />
• Varen binnen windpark niet a priori uitgesloten<br />
• Veiligheidsstudie (FSA) binnen MER (EIA) voor elk voorgenomen windpark<br />
• MCA Interim Guidance<br />
o No safety zones or exclusion zones .. Most unlikely around whole wind farm..<br />
o Erroneous radar returns from 1.5 nm<br />
• DTI Methodology for Assessing Marine Navigational Safety Risks<br />
• Chamber of Shipping<br />
Groot windpark in Thames monding (London Array)<br />
• Chamber of Shipping en London Harbour tegen<br />
• Thanet locatie is wel goed onderzocht<br />
Thanet locatie onderzoek door BMT (Dymitri)<br />
Denemarken, Zweden<br />
• Verkeer binnen windpark niet uitgesloten voor recreatievaart en kleine schepen<br />
(behalve tijdens bouw)<br />
• Mer-procedure met veiligheidsstudie<br />
• Geen voor-opgelegde afstand tot scheepvaartroutes<br />
• Middelgrunden<br />
Duitsland<br />
• Mer-procedure met veiligheidsstudie<br />
• Veiligheidsafstand van 500m tot elke turbine leidt tot verboden doorvaart<br />
o Recreatievaart daardoor richting TSS gedwongen?<br />
USA: Cape Wind<br />
• Nantucket Sound<br />
• USCG studeert sinds 2001<br />
• Belangen: visserij, recreatievaart, strandrecreatie (horizon), olieindustrie, invloedrijke<br />
inwoners (Edward Kennedy)<br />
• Young Amendment: Coast Guard regulation bill – turbines verbieden binnen 1.5 mijl<br />
van een scheepvaart of ferry route.<br />
o (Senator Young: ‘a big backer of oil and gas companies’)<br />
• Cape Wind zou daardoor onmogelijk worden<br />
Belgie<br />
• C-power Thorntonbank<br />
• MER, veiligheidsstudie<br />
Samenvattend<br />
Algemene procedure:<br />
• Veiligheidsstudie voor specifiek park<br />
Modellen: Samson, DNV, GL, Dymitri, DTU<br />
SafeShip EU project
Continental Shelf Act: Maximaal 500m rond offshore inrichting als veiligheidszone te<br />
claimen<br />
QinetiQ<br />
• Radareffect: valse echo’s en schaduw<br />
• Vooral problematisch bij zwakke targets<br />
• MCA noemt 1.5 nm als afstand waarop problemen beginnen<br />
Met betrekking tot beoordelingscriteria zijn er geen grenzen te vinden<br />
6. advies Rijkshavenmeesters door Jan Ricken<br />
Jan Ricken presenteert het advies van de Rijkshavenmeesters. Zie hiervoor de bijlage met de<br />
presentatie.<br />
Reacties van verkeersbegeleiding IJmuiden, naar aanleiding van de ervaringen mbt de<br />
windparken NSW en Q7:<br />
• Schepen zijn niet op de hoogte van BAZ<br />
• Schepen varen door op ramkoers totdat de verkeersleider contact opneemt op kanaal 16<br />
• De begeleidingsvaartuigen zijn niet op hun taak toegespitst omdat ze pas ingrijpen wanneer de kortste<br />
naderingsafstand van 500 meter wordt bereikt<br />
• In de praktijk blijkt 500 meter veel en veel te dichtbij te zijn om nog maatregelen te kunnen nemen<br />
vanaf de VTS post<br />
• Er zijn diverse situaties geregistreerd waarin door overmacht schepen tot op 300 meter van het<br />
windturbinepark hebben gedreven t.g.v. motorstoring, krabbend anker of gebroken ketting<br />
• Schepen die wel op de hoogte zijn van het park in aanleg, verleggen hun route<br />
• De noordwest route wordt grotendeels gemeden door schepen, waardoor de west en zuidwest route<br />
hierdoor extra worden belast<br />
• Dit levert onverwachte en niet begrepen manoeuvres op voor de overige scheepvaart<br />
Als conclusie wordt gegeven<br />
Juist die combinatie, van:<br />
• veel schepen, met een verwachte toename van nog eens 47%<br />
• met grote snelheden, die nog zullen toenemen bovendien<br />
• met veel kruisend verkeer en complexe verkeerssituaties<br />
• met veel afleiding t.g.v. het aanlopen van havens<br />
• met regelmatig een beperkt zicht<br />
maakt dit gebied tot een uiterst ongelukkige locatie om het vaargebied te verkleinen, en te<br />
voorzien van extra verstoringen t.g.v. windturbineparken.<br />
Veel van deze aspecten kunnen niet gekwantificeerd worden in veiligheidsstudies<br />
De reacties van kapiteins, loodsen en rederijen bevestigen dit, en geven als algemene<br />
conclusie: de voorgestelde locaties voor windturbineparken zijn een serieus gevaar voor de<br />
nautische veiligheid in de aanloop van Rotterdam en Amsterdam<br />
Deze reacties sluiten naadloos aan bij de eerste reactie van de Kustwacht in December 2005,<br />
en van Havenbedrijf Amsterdam en Rotterdam<br />
Dit kan geen toeval zijn (is in ieder geval niet te berekenen)<br />
Daarmee ondersteunen kapiteins, rederijen, Havenbedrijf Amsterdam en Havenbedrijf<br />
Rotterdam de eerste visie van de Kustwacht van December 2005: geen wind turbine parken<br />
onder de 53° Noorderbreedte
Nogmaals: Men is niet tegen windturbineparken op zee, zolang ze maar op een veilige locatie<br />
staan (zoals in Denemarken). In Nederland zou dit tussen de twee scheidingszones bij Texel<br />
kunnen<br />
7. standpunt DGTL expertgroep door Sibrand Hassing<br />
Opgemerkt wordt dat de situatie verandert en dat er dus sprake is van voortschrijdend inzicht.<br />
DGTL heeft een expertgroep om advies gevraagd. (zie bijlage voor presentatie)<br />
De expertgroep bestaat uit 5 kapiteins met ruime ervaring op alle scheepstypes (o.a. ferries -<br />
HSC, VLCC, Containerschepen, chemicaliëntankers & general cargo), varend in betreffend<br />
vaargebied.<br />
Gehanteerde criteria m.b.t. locaties:<br />
• Mogen natuurlijke verkeersstromen niet beïnvloeden;<br />
• Op veilige afstand van uiterste grens van een VSS en ankergebieden (2-mijl);<br />
• Clearways dienen per vaarrichting voldoende breed te zijn (6-mijl);<br />
• Clearways met 2 vaarrichtingen dienen voldoende breed te zijn (10-mijl);<br />
• Toegang havens moet onder alle omstandigheden gewaarborgd zijn en niet risicovoller<br />
worden.<br />
Advies:<br />
• Géén windmolenparken in aanlooproute havens;<br />
• Parken groeperen & grote turbines inzetten & bergingsvaartuig inzetten bij park(en);<br />
• Positief advies voor initiatieven deepwater-route boven de eilanden indien aangepast<br />
aan criteria;<br />
• Idem vwb parken 34, 36, 37, 38 en 39<br />
• Initiatieven ten Westen Den Helder voldoen aan criteria, echter negatief advies – ‘te<br />
druk’;<br />
• Negatief advies voor alle initiatieven ten Zuiden IJmuiden;<br />
• Negatief advies voor initiatieven boven de eilanden (VSS).<br />
Advies <strong>Nautische</strong> Experts