24.09.2013 Views

5. Luchtdruk en wind - Kees Floor

5. Luchtdruk en wind - Kees Floor

5. Luchtdruk en wind - Kees Floor

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>5.</strong> <strong>Luchtdruk</strong> <strong>en</strong> <strong>wind</strong><br />

<strong>5.</strong>1 Verband tuss<strong>en</strong> luchtdruk <strong>en</strong> <strong>wind</strong><br />

De <strong>wind</strong> is van grote invloed op het weer. Enerzijds voert hij van grote afstand<br />

bijvoorbeeld warme of koude lucht naar onze omgeving, wat direct doorwerkt<br />

in de hier gemet<strong>en</strong> temperatuur. Anderzijds drukt hij zijn stempel op de<br />

weersomstandighed<strong>en</strong> op lokale schaal. Zo gaat bijvoorbeeld e<strong>en</strong> stevige<br />

<strong>wind</strong> de nachtelijke afkoeling teg<strong>en</strong>; ook kan de <strong>wind</strong> in de zomer heel wat<br />

stof <strong>en</strong> in de winter heel wat sneeuw do<strong>en</strong> opwaai<strong>en</strong>. In dit hoofdstuk wordt<br />

de rol van de <strong>wind</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />

Wind is niets anders dan de stroming van de lucht. Wind ontstaat doordat de<br />

lucht beweegt van plaats<strong>en</strong> met hogere luchtdruk naar plaats<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lagere<br />

luchtdruk; die luchtdrukverschill<strong>en</strong> zijn op hun beurt weer e<strong>en</strong> gevolg van<br />

verschill<strong>en</strong> in opwarming van het aardoppervlak, bijvoorbeeld tuss<strong>en</strong> trop<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gematigde breedt<strong>en</strong> of poolstrek<strong>en</strong> of tuss<strong>en</strong> land <strong>en</strong> zee of oceaan.<br />

De functie van de <strong>wind</strong> is om die luchtdrukverschill<strong>en</strong> ongedaan te mak<strong>en</strong>.<br />

Vindt de verplaatsing van de lucht over heel grote afstand<strong>en</strong> plaats, dan gaat<br />

ook nog de draaiing van de aarde e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals we in het hoofdstuk<br />

over de algem<strong>en</strong>e circulatie reeds hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.<br />

Het effect van die draaiing is dat de lucht die grote afstand<strong>en</strong> aflegt, zich op<br />

het noordelijk halfrond rond e<strong>en</strong> lagedrukgebied teg<strong>en</strong> de wijzers van de klok<br />

in verplaatst <strong>en</strong> rond e<strong>en</strong> hogedrukgebied met de wijzers van de klok mee; op<br />

het zuidelijk halfrond is dit net andersom. De luchtstroming is ongeveer<br />

ev<strong>en</strong>wijdig aan de isobar<strong>en</strong> of maakt daar e<strong>en</strong> kleine hoek mee. Daardoor<br />

stroomt de lucht niet langer rechtstreeks van hoog naar laag <strong>en</strong> wordt de vereff<strong>en</strong>ing<br />

van de luchtdrukverschill<strong>en</strong> bemoeilijkt.<br />

H e t e f f e c t v a n d e l u c h t d r u k g r a d i ë n t k r a c h t<br />

H<br />

Hoge druk<br />

54 LUCHTDRUK EN WIND<br />

➤<br />

L<br />

Lage druk<br />

De invloed van de luchtdrukgradiëntkracht.


H<br />

L<br />

➤<br />

➤<br />

In het weerkaartje is dit duidelijk te<br />

zi<strong>en</strong>. In de figuur zijn lijn<strong>en</strong> van<br />

gelijke luchtdruk (isobar<strong>en</strong>) weergegev<strong>en</strong>.<br />

Het kaartje toont e<strong>en</strong><br />

weersituatie met e<strong>en</strong> hoge- <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

lagedrukgebied. De pijl<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de<br />

stromingsrichting <strong>en</strong> dus de richting<br />

waar de <strong>wind</strong> he<strong>en</strong> waait. De<br />

<strong>wind</strong>richting volgt min of meer de<br />

richting van de isobar<strong>en</strong>; zonder<br />

het effect van de draaiing van de<br />

aarde zou de <strong>wind</strong> loodrecht op de<br />

isobar<strong>en</strong> staan.<br />

➤<br />

1020 1015<br />

1000 1005 1010<br />

▲ N<br />

▲ N<br />

Isobar<strong>en</strong> <strong>en</strong> richting van de luchtstroming.<br />

De luchtstroming is ongeveer ev<strong>en</strong>wijdig<br />

aan de isobar<strong>en</strong>. De <strong>wind</strong> waait rond e<strong>en</strong><br />

hogedrukgebied met de wijzers van de klok<br />

mee.<br />

Isobar<strong>en</strong> <strong>en</strong> richting van de luchtstroming.<br />

Door wrijving met het aardoppervlak volgt<br />

de <strong>wind</strong> de isobar<strong>en</strong> niet exact, maar maakt<br />

er e<strong>en</strong> kleine hoek mee. De <strong>wind</strong> waait<br />

rond e<strong>en</strong> lagedrukgebied teg<strong>en</strong> de wijzers<br />

van de klok in.<br />

Als de lucht van de <strong>en</strong>e plaats naar de andere stroomt, wordt hij daarin bij het<br />

aardoppervlak gehinderd door de ruwheid van het oppervlak; deze veroorzaakt<br />

wrijving, die de luchtstroming afremt <strong>en</strong> doet afbuig<strong>en</strong>. Het gevolg is dat<br />

de lucht niet precies ev<strong>en</strong>wijdig aan de isobar<strong>en</strong> stroomt, maar <strong>en</strong>igszins naar<br />

de lage druk toe. De <strong>wind</strong>richting maakt e<strong>en</strong> hoek met de richting van de isobar<strong>en</strong>.<br />

In de figuur hiernaast gev<strong>en</strong> de pijl<strong>en</strong> de werkelijke luchtstroming vlak<br />

bij het aardoppervlak weer. Door de wrijving is de <strong>wind</strong> nu toch <strong>en</strong>igszins van<br />

hoge naar lage druk gericht. In de figuur is dat met pijl<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>.<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

L<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

H<br />

➤<br />

➤<br />

H<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

LUCHTDRUK EN WIND 55


In de volg<strong>en</strong>de paragraaf gaan we wat dieper in op het verschijnsel <strong>wind</strong>; we<br />

gebruik<strong>en</strong> daarbij onderwerp<strong>en</strong> uit de natuurkunde.<br />

<strong>5.</strong>2 Wind, e<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>spel<br />

Wind is beweg<strong>en</strong>de lucht; de beweging wordt bepaald door luchtdrukverschill<strong>en</strong>,<br />

draaiing van de aarde <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele wrijving met het aardoppervlak.<br />

Uit de natuurkunde is bek<strong>en</strong>d dat er op voorwerp<strong>en</strong> die van richting of snelheid<br />

verander<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> of meer kracht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>; bij stilstand of constante<br />

snelheid werk<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> of heff<strong>en</strong> de werkzame kracht<strong>en</strong><br />

elkaar op. Twee kracht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar bijvoorbeeld opheff<strong>en</strong> als ze ev<strong>en</strong><br />

groot zijn, maar precies teg<strong>en</strong>gestelde kant<strong>en</strong> opwijz<strong>en</strong>.<br />

Voor lucht geldt hetzelfde als voor alle andere ‘kracht<strong>en</strong> uit de natuurkunde’.<br />

In dit geval zijn de volg<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong> van belang: de luchtdrukgradiëntkracht,<br />

de corioliskracht <strong>en</strong> de wrijvingskracht. Als de lucht zich niet in e<strong>en</strong><br />

strakke, rechtlijnige stroming bevindt, maar wordt meegevoerd in e<strong>en</strong> slinger<strong>en</strong>d<br />

stromingspatroon, is er ook nog sprake van e<strong>en</strong> middelpuntzoek<strong>en</strong>de<br />

kracht.<br />

• De luchtdrukgradiëntkracht<br />

Wanneer er over e<strong>en</strong> bepaald gebied<br />

luchtdrukverschill<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>,<br />

spreekt m<strong>en</strong> gewoonlijk van<br />

e<strong>en</strong> luchtdrukgradiënt; de luchtdrukverschill<strong>en</strong><br />

veroorzak<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

kracht die luchtdrukgradiëntkracht<br />

wordt g<strong>en</strong>oemd. De luchtdrukgradiëntkracht<br />

wijst van hoge druk<br />

naar lage druk. De luchtdrukgradiëntkracht<br />

br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> luchtmassa<br />

in beweging; de bewegingsrichting<br />

is in de richting van die kracht <strong>en</strong><br />

dus gericht naar de lagere druk.<br />

Als alle<strong>en</strong> de gradiëntkracht op e<strong>en</strong><br />

luchtmassa werkzaam zou zijn dan<br />

zoud<strong>en</strong> alle aanwezige horizontale luchtdrukverschill<strong>en</strong> snel verdwijn<strong>en</strong>. Dit<br />

is echter niet het geval doordat er nog e<strong>en</strong> tweede kracht werkzaam is:<br />

56 LUCHTDRUK EN WIND<br />

Slappe luchtdrukgradiënt: weinig <strong>wind</strong><br />

H L<br />

1020 1015 1010<br />

Grote luchtdrukgradiënt: veel <strong>wind</strong><br />

H L<br />

1020 1015 1010 1005 1000<br />

H<br />

Hoge druk<br />

<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

➤<br />

➤<br />

Resultante<br />

Coriolis<br />

kracht<br />

➤<br />

L<br />

Lage druk


<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

met (onder) <strong>en</strong> zonder<br />

wrijving (bov<strong>en</strong>).<br />

1015 mb<br />

1010 mb<br />

1005 mb<br />

Zonder wrijving<br />

1008 mb<br />

1012 mb<br />

Met wrijving<br />

1000 mb<br />

1000 mb<br />

• De corioliskracht of afwijk<strong>en</strong>de kracht van de aardrotatie<br />

Deze kracht wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Door de corioliskracht<br />

krijgt de stroming e<strong>en</strong> afbuiging, afhankelijk van de plaats op aarde<br />

<strong>en</strong> van de <strong>wind</strong>snelheid: op het noordelijk halfrond is er e<strong>en</strong> afbuiging naar<br />

rechts (kijk<strong>en</strong>d met de <strong>wind</strong> mee), die groter is naarmate de plaats waar m<strong>en</strong><br />

zich bevindt verder van de ev<strong>en</strong>aar verwijderd is. Verder geldt dat naarmate<br />

de <strong>wind</strong>snelheid hoger is, de lucht sterker afbuigt.<br />

In eerste, overig<strong>en</strong>s zeer goede, b<strong>en</strong>adering stelt zich e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht in tuss<strong>en</strong><br />

de luchtdrukgradiëntkracht, die naar het lagedrukc<strong>en</strong>trum is gericht, <strong>en</strong> de<br />

corioliskracht, die precies de teg<strong>en</strong>overgestelde kant op wijst. De <strong>wind</strong> die<br />

dan waait noem<strong>en</strong> we geostrofische <strong>wind</strong>.<br />

De luchtdrukgradiëntkracht <strong>en</strong> de corioliskracht zijn er altijd, ongeacht de<br />

hoogte waarop de lucht beweegt. Voor e<strong>en</strong> luchtstroming dicht bij het aardoppervlak<br />

moet<strong>en</strong> we nog rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> derde kracht:<br />

• De wrijvingskracht<br />

Nabij het aardoppervlak wordt de luchtstroming afgeremd door wrijving;<br />

deze is afhankelijk van de ruwheid van het oppervlak. E<strong>en</strong> op<strong>en</strong> vlakte of e<strong>en</strong><br />

polderlandschap is niet zo ruw, e<strong>en</strong> bosachtig of verstedelijkt gebied is zeer<br />

ruw. Door de wrijvingskracht neemt de <strong>wind</strong>snelheid af; tegelijkertijd wordt<br />

daardoor de afbuiging als gevolg van de corioliskracht minder <strong>en</strong> beweegt de<br />

➤<br />

➤<br />

Hoog<br />

<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

1004 mb<br />

Wrijving<br />

Hoog<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

Laag<br />

Corioliskracht<br />

<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

Laag<br />

Wind<br />

Corioliskracht<br />

Wind<br />

LUCHTDRUK EN WIND 57


Noordpool<br />

Doel<br />

Stilstaande aarde<br />

➤<br />

➤<br />

stroming weer meer in de richting van het lagedrukc<strong>en</strong>trum. E<strong>en</strong> factor die<br />

ook van invloed is op de wrijvingskracht – <strong>en</strong> dus op de <strong>wind</strong>richting <strong>en</strong> de<br />

<strong>wind</strong>snelheid – is de mate van stabiliteit van de atmosfeer: in e<strong>en</strong> stabiele<br />

atmosfeer is de wrijving het grootst.<br />

• De middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht<br />

De luchtdrukgradiëntkracht <strong>en</strong> de corioliskracht zijn er altijd, ongeacht het<br />

stromingspatroon. Volgt de lucht e<strong>en</strong> gekromde baan dan is er nog e<strong>en</strong> andere<br />

kracht in het spel: de middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht. Deze kracht doet de<br />

lucht afwijk<strong>en</strong> van zijn rechtlijnig pad <strong>en</strong> dwingt hem in e<strong>en</strong> gekromde baan.<br />

Ook nu geldt dat er zich in eerste instantie e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht instelt. De middelpuntzoek<strong>en</strong>de<br />

kracht wijst steeds in de richting van het middelpunt van de<br />

cirkelbaan die wordt gevolgd.<br />

In de figuur op pag. 59 (rechts) is dat middelpunt de kern van het lagedrukgebied;<br />

middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht <strong>en</strong> gradiëntkracht wijz<strong>en</strong> in dezelfde richting,<br />

namelijk naar de lagedrukkern. De luchtdrukgradiëntkracht levert dus<br />

de middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht, al kan deze door ‘teg<strong>en</strong>werking’ van de corioliskracht<br />

niet volledig word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut.<br />

In de figuur op bladzijde 59 (links) is het c<strong>en</strong>trum van het hogedrukgebied het<br />

middelpunt van de cirkelbaan; middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht <strong>en</strong> corioliskracht<br />

58 LUCHTDRUK EN WIND<br />

➤<br />

135˚ 120˚ 105˚ 90˚ 75˚ 60˚ 45˚<br />

Noordpool<br />

➤<br />

150˚ 135˚ 120˚ 105˚ 90˚ 75˚ 60˚ 45˚<br />

Draai<strong>en</strong>de aarde<br />

Doel<br />

Ev<strong>en</strong>aar<br />

Ev<strong>en</strong>aar<br />

➤<br />

Draairichting<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

Doel<br />

Doel


wijz<strong>en</strong> in dezelfde richting, namelijk van de hogedrukkern af. Daardoor levert<br />

in dit geval de corioliskracht de voor e<strong>en</strong> cirkelbeweging noodzakelijke middelpuntzoek<strong>en</strong>de<br />

kracht, al kan deze ditmaal door ‘teg<strong>en</strong>werking’ van de gradiëntkracht<br />

niet volledig word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut.<br />

Waait het rond e<strong>en</strong> lagedrukgebied nu meer of minder dan rond e<strong>en</strong> hogedrukgebied<br />

als de luchtdrukgradiëntkracht, <strong>en</strong> dus de afstand tuss<strong>en</strong> de isobar<strong>en</strong>,<br />

in beide gevall<strong>en</strong> dezelfde is? Het antwoord is: ‘minder’; rond e<strong>en</strong><br />

hogedrukgebied moet de corioliskracht namelijk de middelpuntzoek<strong>en</strong>de<br />

kracht lever<strong>en</strong>, ondanks teg<strong>en</strong>werking van de luchtdrukgradiëntkracht; de<br />

corioliskracht is dan dus groter dan de luchtdrukgradiëntkracht. Rond e<strong>en</strong><br />

lagedrukgebied is de corioliskracht juist kleiner dan de luchtdrukgradiëntkracht.<br />

Gegev<strong>en</strong> was dat de luchtdrukgradiëntkracht in beide gevall<strong>en</strong> dezelfde<br />

is, zodat bij de hogedruksituatie de grootste corioliskracht hoort. Reeds<br />

eerder hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> grotere corioliskracht zich alle<strong>en</strong> kan voordo<strong>en</strong><br />

bij e<strong>en</strong> grotere <strong>wind</strong>snelheid, dus rond het hogedrukgebied staat bij<br />

gelijke isobar<strong>en</strong>afstand de meeste <strong>wind</strong>.<br />

Desondanks koppel<strong>en</strong> we situaties met storm <strong>en</strong> veel <strong>wind</strong> gewoonlijk aan<br />

lagedrukgebied<strong>en</strong>. Dat is terecht, want bij lagedrukgebied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich veel<br />

grotere luchtdrukgradiënt<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>, zodat het daar tóch veel harder kan<br />

waai<strong>en</strong>.<br />

A B<br />

1000 mb<br />

1004 mb<br />

1008 mb<br />

L<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

Corioliskracht<br />

H<br />

<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

➤ ➤<br />

Geostrofische <strong>wind</strong><br />

Ware <strong>wind</strong><br />

1000 mb<br />

1004 mb<br />

1008 mb<br />

<strong>5.</strong>3 Sam<strong>en</strong>hang weer <strong>en</strong> luchtdrukpatron<strong>en</strong><br />

Corioliskracht<br />

Middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht Middelpuntzoek<strong>en</strong>de kracht<br />

In het voorgaande hebb<strong>en</strong> we gezi<strong>en</strong> dat <strong>wind</strong> wordt veroorzaakt door verschill<strong>en</strong><br />

in luchtdruk. Deze luchtdrukverschill<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong> zich vooral in<br />

de grote hoge- <strong>en</strong> lagedrukgebied<strong>en</strong> die het weerpatroon in Europa – <strong>en</strong> daar-<br />

L<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

H<br />

➤<br />

<strong>Luchtdruk</strong>gradiëntkracht<br />

➤<br />

Geostrofische <strong>wind</strong><br />

Ware <strong>wind</strong><br />

A. De gradiënt<strong>wind</strong> rond e<strong>en</strong> hogedrukgebied (reële <strong>wind</strong>) is groter dan de geostrofische <strong>wind</strong><br />

bij de gegev<strong>en</strong> isobar<strong>en</strong>afstand.<br />

B. De gradiënt<strong>wind</strong> rond e<strong>en</strong> lagedrukgebied (reële <strong>wind</strong>) is kleiner dan de geostrofische <strong>wind</strong><br />

bij de gegev<strong>en</strong> isobar<strong>en</strong>afstand.<br />

LUCHTDRUK EN WIND 59


60˚<br />

L<br />

55˚<br />

50˚<br />

1020<br />

45˚<br />

▲<br />

980<br />

990<br />

1000<br />

1010<br />

➤<br />

▲<br />

1020<br />

L<br />

H<br />

60 LUCHTDRUK EN WIND<br />

▲<br />

◗<br />

L<br />

980<br />

990<br />

1000<br />

▲<br />

▲<br />

▲<br />

◗<br />

L<br />

▲<br />

➤<br />

◗<br />

➤<br />

1010<br />

1000<br />

➤<br />

990<br />

L<br />

➤<br />

1030<br />

H<br />

1040<br />

1010 1020<br />

▲<br />

◗<br />

▲<br />

10˚ 0˚ 10˚ 20˚<br />

◗<br />

◗<br />

◗<br />

mee het weer in Nederland – bepal<strong>en</strong>. Het verband tuss<strong>en</strong> <strong>wind</strong> <strong>en</strong> luchtdrukpatroon<br />

is duidelijk te zi<strong>en</strong> als we naar e<strong>en</strong> weerkaart kijk<strong>en</strong>:<br />

Hierop zi<strong>en</strong> we Europa <strong>en</strong> het aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d deel van de Atlantische Oceaan;<br />

tev<strong>en</strong>s zijn er om de 5 hPa isobar<strong>en</strong> ingetek<strong>en</strong>d. We kunn<strong>en</strong> op zo’n weerkaart<br />

gebied<strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong> waar de luchtdruk relatief hoog is, terwijl bov<strong>en</strong> andere<br />

gebied<strong>en</strong> de luchtdruk juist lager is. Op het kaartje (bov<strong>en</strong>aan) zi<strong>en</strong> we onder<br />


andere e<strong>en</strong> hogedrukgebied bov<strong>en</strong> Scandinavië; het veroorzaakt in onze<br />

omgeving noordoostelijke <strong>wind</strong><strong>en</strong>; de lucht stroomt namelijk met de wijzers<br />

van de klok mee rond het hogedrukgebied. E<strong>en</strong> noordoostelijke stroming<br />

transporteert ’s winters koude, zogehet<strong>en</strong> contin<strong>en</strong>tale polaire lucht (zie het<br />

hoofdstuk over weersituaties) uit Siberië naar Nederland. Gevolg: koud weer<br />

<strong>en</strong> vorst. In de zomer mog<strong>en</strong> we in dit soort gevall<strong>en</strong> juist op zonnig <strong>en</strong> warm<br />

weer rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Ook e<strong>en</strong> weerkaart als hiernaast (pag. 60 onderaan) kun je het hele jaar door<br />

teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, hoewel de lagedrukgebied<strong>en</strong> in de zomer gewoonlijk minder<br />

diep zijn. Bov<strong>en</strong> Schotland ligt in dit geval e<strong>en</strong> diepe depressie. De hogedrukgebied<strong>en</strong><br />

ligg<strong>en</strong> meer naar het zuid<strong>en</strong> ter hoogte van de Middellandse Zee <strong>en</strong><br />

de Azor<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong> West-Europa staat dan e<strong>en</strong> zuidwestelijke stroming, waarmee<br />

vochtige, ’s zomers koele <strong>en</strong> ’s winters zachte lucht wordt aangevoerd.<br />

Het is dus belangrijk om te wet<strong>en</strong> waar de hoge- <strong>en</strong> lagedrukgebied<strong>en</strong> zich<br />

bevind<strong>en</strong>, omdat hieruit te verwacht<strong>en</strong> is wat de <strong>wind</strong> gaat do<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat voor<br />

lucht hij zal aanvoer<strong>en</strong>.<br />

<strong>5.</strong>4 Structuur van de <strong>wind</strong><br />

De meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn vooral geïnteresseerd in de <strong>wind</strong> vlak bij het aardoppervlak<br />

<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde plaats. Het gaat daarbij om de onderste ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong><br />

meters van de atmosfeer. In deze laag wordt de <strong>wind</strong> sterk beïnvloed door de<br />

terreinomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> door kleinschalige meteorologische process<strong>en</strong>.<br />

Daardoor vertoont de <strong>wind</strong> e<strong>en</strong> grillig patroon. We hebb<strong>en</strong> allemaal wel e<strong>en</strong>s<br />

gemerkt dat de <strong>wind</strong> in bui<strong>en</strong> sterk van snelheid <strong>en</strong> richting kan wissel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dat ook de aanwezigheid van bijvoorbeeld gebouw<strong>en</strong> of bom<strong>en</strong> de <strong>wind</strong><br />

lokaal sterk beïnvloedt. In de figuur is e<strong>en</strong> registratie van de <strong>wind</strong> weergegev<strong>en</strong>;<br />

onder is de <strong>wind</strong>snelheid afgebeeld, bov<strong>en</strong> de <strong>wind</strong>richting. Voor alle<br />

duidelijkheid: de <strong>wind</strong>richting is de richting van waaruit de <strong>wind</strong> waait; bij<br />

noord<strong>en</strong><strong>wind</strong> beweegt de lucht dan ook van noord naar zuid. We zi<strong>en</strong> dat de<br />

<strong>wind</strong>snelheid snelle variaties vertoont, met fluctuaties in de orde van second<strong>en</strong><br />

tot minut<strong>en</strong>. Daarnaast verton<strong>en</strong> <strong>wind</strong>richting <strong>en</strong> <strong>wind</strong>snelheid ook e<strong>en</strong><br />

dagelijkse gang; zie hiervoor verder paragraaf 8.6.<br />

<strong>5.</strong>5 Turbul<strong>en</strong>tie<br />

De <strong>wind</strong> gedraagt zich vrijwel altijd grillig: de luchtstroming is turbul<strong>en</strong>t.<br />

Soms zijn de fluctuaties sterk, dan weer zwak. Werveling<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de<br />

afmeting<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de <strong>wind</strong> e<strong>en</strong> grillige karakter. De grootte van deze wervelin-<br />

LUCHTDRUK EN WIND 61


g<strong>en</strong> varieert van <strong>en</strong>kele millimeters<br />

tot ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> of zelfs honderd<strong>en</strong><br />

Turbul<strong>en</strong>tie<br />

meters. De snelheid waarmee de<br />

wervels beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ronddraai<strong>en</strong>,<br />

varieert sterk. Voor het belangrijk-<br />

➤<br />

ste gedeelte word<strong>en</strong> die werveling<strong>en</strong><br />

veroorzaakt door de luchtstro-<br />

➤<br />

ming in sam<strong>en</strong>hang met de<br />

ruwheid van het terrein. Hoe ruwer<br />

het terrein, des te groter <strong>en</strong> grilliger<br />

de wervels die ontstaan. Verder kan<br />

de turbul<strong>en</strong>tie van de <strong>wind</strong> nog in<br />

de hand word<strong>en</strong> gewerkt door<br />

plaatselijk sterk wissel<strong>en</strong>de tempe-<br />

➤<br />

ratur<strong>en</strong>. Hoe sterker de temperatuurverschill<strong>en</strong> over korte afstand zijn, hoe<br />

grilliger de <strong>wind</strong>.<br />

Turbul<strong>en</strong>tie komt niet alle<strong>en</strong> dicht bij de grond voor, maar kan op allerlei<br />

hoogt<strong>en</strong> in de atmosfeer e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>; daarom is het verschijnsel ook van<br />

belang voor de luchtvaart, zoals verderop in dit hoofdstuk wordt beschrev<strong>en</strong>.<br />

<strong>5.</strong>6 Windverandering met de hoogte<br />

Dat er wervels ontstaan, waarin de <strong>wind</strong> voortdur<strong>en</strong>d verandert in richting <strong>en</strong><br />

sterkte, is mede e<strong>en</strong> gevolg van de verandering van de <strong>wind</strong> met de hoogte.<br />

Direct aan het aardoppervlak beweegt de lucht niet; vlak erbov<strong>en</strong> neemt de<br />

<strong>wind</strong> echter sterk toe met de hoogte, doordat de invloed van de wrijving naar<br />

bov<strong>en</strong> toe minder merkbaarwordt. Dat geldt met name voor de onderste ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong><br />

meters. De figuur toont het verloop van de gemiddelde <strong>wind</strong>snelheid<br />

met de hoogte, het zogehet<strong>en</strong> ‘<strong>wind</strong>profiel’. E<strong>en</strong> obstakel, bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />

gebouw, beïnvloedt het <strong>wind</strong>profiel<br />

tot grotere hoogte; in de figuur<br />

hieronder is dat schematisch weergegev<strong>en</strong>.<br />

Uit die figuur is ook af te<br />

leid<strong>en</strong> dat er aan de voorkant van<br />

e<strong>en</strong> obstakel e<strong>en</strong> stuweffect plaatsvindt.<br />

In de winter als er sneeuw ligt <strong>en</strong><br />

het stevig waait, kan de <strong>wind</strong> de<br />

62 LUCHTDRUK EN WIND<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de hoogte<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤ <strong>wind</strong>gradiënt<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de hoogte<br />


Windsnelheid <strong>en</strong> - richting<br />

➤<br />

Windsnelheid neemt toe met de hoogte<br />

sneeuw teg<strong>en</strong> obstakels blaz<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar ophop<strong>en</strong>. Ook wordt verse sneeuw<br />

door de werveling<strong>en</strong> steeds weer opgewaaid. Aan de achterkant van obstakels<br />

ontstaat e<strong>en</strong> gebied waar het minder waait, maar waar wel veel werveling<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>, zodat ook daar sneeuw zich kan ophop<strong>en</strong>. Uit de figuur is te zi<strong>en</strong><br />

dat het gebied aan de lijzijde, waar de<br />

werveling<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>, vrij groot is. In<br />

de praktijk kan de vuistregel gehanteerd<br />

word<strong>en</strong> dat de grootte van dat<br />

gebied ongeveer 15 keer de hoogte<br />

van het obstakel is. Bij dwars<strong>wind</strong> op<br />

e<strong>en</strong> snelweg waar bijvoorbeeld<br />

geluidsscherm<strong>en</strong> staan, kan dat goed<br />

merkbaar zijn. Als de scherm<strong>en</strong> laag<br />

zijn, zal de rijstrook naast het scherm<br />

waar de <strong>wind</strong> vandaan komt, weinig<br />

last ondervind<strong>en</strong>. Op de ander rijstrook<br />

kunn<strong>en</strong> dan sterke vlag<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong>. Werveling<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> ook op<br />

in luchtstroming<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de oceaan<br />

waarbij bergachtige eiland<strong>en</strong> als<br />

obstakel funger<strong>en</strong>. Dat geeft geregeld<br />

aanleiding tot schitter<strong>en</strong>de wolk<strong>en</strong>patron<strong>en</strong><br />

(zie satellietbeeld).<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

Turbul<strong>en</strong>t gebied<br />

Windprofiel: verandering<br />

van de <strong>wind</strong> met de<br />

hoogte.<br />

Wervelpatron<strong>en</strong> in de luchtstroming achter<br />

Guadalupe.<br />

LUCHTDRUK EN WIND 63


<strong>wind</strong><br />

<strong>5.</strong>7 Gemiddelde <strong>wind</strong><br />

Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt dat de<br />

<strong>wind</strong> vlak bij het aardoppervlak<br />

vrijwel altijd fluctueert: de <strong>wind</strong> is<br />

vlagerig. Die vlagerigheid hangt<br />

sterk af van de aard van het terrein,<br />

maar ook van de <strong>wind</strong>snelheid <strong>en</strong><br />

de nabijheid van ev<strong>en</strong>tuele bui<strong>en</strong>.<br />

In het weerbericht wordt desondanks<br />

in het algeme<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong><br />

over e<strong>en</strong> bepaalde <strong>wind</strong>richting <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> bepaalde <strong>wind</strong>sterkte; daarbij<br />

wordt wel e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt<br />

tuss<strong>en</strong> de kustgebied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het binn<strong>en</strong>land. Waarschuwing<strong>en</strong> voor <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> (<strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong>) word<strong>en</strong><br />

apart vermeld. Daarbij vindt ge<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie plaats naar de aard van het<br />

terrein. De <strong>wind</strong>richting wordt gewoonlijk opgegev<strong>en</strong> in kompasstrek<strong>en</strong><br />

(noord, oost, zuid <strong>en</strong> west) <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>strek<strong>en</strong> (noordoost, zuidoost, zuidwest<br />

<strong>en</strong> noordwest). Als alternatief geld<strong>en</strong> grad<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van noord: noord<strong>en</strong><strong>wind</strong><br />

is dan 0 of 360 grad<strong>en</strong>, oost 90 grad<strong>en</strong>, zuid 180 grad<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoort.<br />

De e<strong>en</strong>heid voor de <strong>wind</strong>snelheid is m/s of km/u; in de luchtvaart <strong>en</strong> de<br />

scheepvaart zijn ook knop<strong>en</strong> (zeemijl per uur) gangbaar. E<strong>en</strong> veel voorkom<strong>en</strong>de<br />

aanduiding is de <strong>wind</strong>kracht volg<strong>en</strong>s de schaal van Beaufort; <strong>wind</strong>-<br />

64 LUCHTDRUK EN WIND<br />

➤<br />

<strong>wind</strong><br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

gebouw<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

gebouw<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

Bov<strong>en</strong>aanzicht<br />

Zijaanzicht<br />

Wind rond gebouw<strong>en</strong>; bov<strong>en</strong>aanzicht (bov<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

zijaanzicht.<br />

WNW<br />

W<br />

WZW<br />

▲<br />

▲<br />

NW<br />

▲<br />

ZW<br />

▲<br />

▲<br />

NNW<br />

▲<br />

ZZW<br />

▲<br />

N<br />

▲<br />

▲<br />

Z<br />

▲<br />

NNO<br />

▲<br />

ZZO<br />

▲<br />

▲<br />

➤<br />

NO<br />

▲<br />

▲<br />

ZO<br />

W i n d r i c h t i n g i n s t r e k e n<br />

▲<br />

ONO<br />

O<br />

OZO<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

➤<br />

270<br />

300<br />

▲<br />

240<br />

▲<br />

▲<br />

330<br />

210<br />

▲<br />

▲<br />

360<br />

▲<br />

▲<br />

180<br />

W i n d r i c h t i n g i n g r a d e n<br />

▲<br />

30<br />

▲<br />

150<br />

▲<br />

▲<br />

60<br />

▲<br />

120<br />

90


Bft B<strong>en</strong>aming Gemiddelde <strong>wind</strong>snelheid K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

m/s knop<strong>en</strong> km/u mi/u<br />

0 Windstil 32,6 m/s<br />

LUCHTDRUK EN WIND 65


kracht 7 in het weerbericht betek<strong>en</strong>t kracht 7 op de schaal van Beaufort. Het<br />

verband tuss<strong>en</strong> <strong>wind</strong>snelhed<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de schaal van Beaufort <strong>en</strong> de andere<br />

e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> voor <strong>wind</strong>snelheid is gegev<strong>en</strong> in de tabel; tev<strong>en</strong>s is e<strong>en</strong> omschrijving<br />

gegev<strong>en</strong> van het effect van de <strong>wind</strong> op de omgeving.<br />

Bij e<strong>en</strong> <strong>wind</strong>draaiing word<strong>en</strong> vaak de term<strong>en</strong> ruim<strong>en</strong> <strong>en</strong> krimp<strong>en</strong> gebruikt. Bij<br />

ruim<strong>en</strong> draait de <strong>wind</strong> met de wijzers van de klok mee, dus bijvoorbeeld van<br />

180 naar 240 grad<strong>en</strong> of van zuid naar zuidwest. E<strong>en</strong> krimp<strong>en</strong>de <strong>wind</strong> draait<br />

teg<strong>en</strong> de wijzers van de klok in, bijvoorbeeld van 90 naar 360 grad<strong>en</strong> of van<br />

oost naar noord.<br />

Volg<strong>en</strong>s de voorschrift<strong>en</strong> van de WMO (Wereld Meteorologische Organisatie)<br />

moet de <strong>wind</strong> op meteorologische stations gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoogte<br />

van 10 m bov<strong>en</strong> op<strong>en</strong> terrein; hierin mog<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> obstakels voorkom<strong>en</strong>. In het<br />

weerbericht wordt gewerkt met de over 10 minut<strong>en</strong> gemiddelde <strong>wind</strong>snelheid<br />

die optreedt op e<strong>en</strong> dergelijke locatie. De <strong>wind</strong>snelheid <strong>en</strong> <strong>wind</strong>kracht volg<strong>en</strong>s<br />

de schaal van Beaufort hebb<strong>en</strong> dus altijd betrekking op deze gemiddelde<br />

<strong>wind</strong> op 10 m hoogte in op<strong>en</strong> terrein.<br />

De waarnemingsposities van andere organisaties dan het KNMI voldo<strong>en</strong> niet<br />

altijd aan de WMO-norm<strong>en</strong>; dat geldt vooral voor de terreinomstandighed<strong>en</strong>.<br />

Om de <strong>wind</strong> van het weerbericht te vergelijk<strong>en</strong> met de <strong>wind</strong> op e<strong>en</strong> willekeurige<br />

meetpositie, zijn de volg<strong>en</strong>de vuistregels goed bruikbaar:<br />

• Staat de <strong>wind</strong>meter in op<strong>en</strong> terrein, dan is de gemet<strong>en</strong> <strong>wind</strong> vergelijkbaar<br />

met die van het weerbericht.<br />

• Staat de <strong>wind</strong>meter in iets minder op<strong>en</strong> terrein, dan is de gemet<strong>en</strong> <strong>wind</strong><br />

ongeveer 15% lager dan die van het weerbericht.<br />

• Staat de <strong>wind</strong>meter in tamelijk ruw terrein, dan is de gemet<strong>en</strong> <strong>wind</strong> ongeveer<br />

30% lager dan die van het weerbericht.<br />

• Wordt de <strong>wind</strong> gemet<strong>en</strong> in ruw terrein, dan is deze ongeveer 40% lager dan<br />

de <strong>wind</strong> uit het weerbericht.<br />

Met behulp van deze vuistregels kan dus ook voor e<strong>en</strong> willekeurige locatie de<br />

<strong>wind</strong> op 10 m hoogte geschat word<strong>en</strong> uit de <strong>wind</strong> van het weerbericht. M<strong>en</strong><br />

moet dan alle<strong>en</strong> de ruwheid van het terrein inschatt<strong>en</strong>.<br />

<strong>5.</strong>8 Windstot<strong>en</strong><br />

Relevanter nog dan de <strong>wind</strong> op 10 m hoogte is de <strong>wind</strong> op zo’n 1.5 m. Daarbij<br />

zijn de <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> vaak nog veel bepal<strong>en</strong>der dan de gemiddelde <strong>wind</strong>; ze veroorzak<strong>en</strong><br />

de meeste schade <strong>en</strong> overlast. Vooral bij zij<strong>wind</strong> zijn <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong><br />

gevaarlijk voor het verkeer; ze kunn<strong>en</strong> dan namelijk zo sterk zijn dat auto’s uit<br />

66 LUCHTDRUK EN WIND


m/s<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

de koers kunn<strong>en</strong> rak<strong>en</strong> met alle<br />

gevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>. Ook word<strong>en</strong><br />

voertuig<strong>en</strong> door zij<strong>wind</strong> als het<br />

ware iets opgetild, waardoor het<br />

wegcontact minder wordt. Doordat<br />

<strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> vaak voorkom<strong>en</strong> in<br />

situaties met neerslag (reg<strong>en</strong>,<br />

hagel, sneeuw) <strong>en</strong> met teruglop<strong>en</strong>d<br />

zicht, kunn<strong>en</strong> gevaarlijke situaties<br />

ontstaan.<br />

1<br />

Windstot<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich voor in twee<br />

0<br />

situaties: bij storm <strong>en</strong> in bui<strong>en</strong>.<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 second<strong>en</strong><br />

Windstot<strong>en</strong> in bui<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong><br />

in de volg<strong>en</strong>de paragraaf;<br />

hier beperk<strong>en</strong> we ons tot <strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s stormsituaties. Ze word<strong>en</strong> veroorzaakt<br />

door de turbul<strong>en</strong>tie van de <strong>wind</strong>. De <strong>wind</strong>richting is in <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong><br />

vaak iets meer geruimd dan de gemiddelde <strong>wind</strong>. Meer geruimd betek<strong>en</strong>t bijvoorbeeld<br />

bij zuidwest<strong>en</strong><strong>wind</strong> iets westelijker, bij e<strong>en</strong> <strong>wind</strong> van 230 grad<strong>en</strong><br />

bijvoorbeeld 250 grad<strong>en</strong>. De sterkte van de <strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong> hangt <strong>en</strong>erzijds af van<br />

de ruwheid van het terrein, anderzijds van de gemiddelde <strong>wind</strong>snelheid. Hoe<br />

ruwer het terrein <strong>en</strong> hoe groter de gemiddelde <strong>wind</strong>snelheid, des te sterker<br />

zijn de <strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong>.<br />

Hier volgt e<strong>en</strong> aantal vuistregels om de sterkte van <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> op 1.5 m,<br />

gemet<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hand<strong>wind</strong>vaan bov<strong>en</strong> het aardoppervlak te schatt<strong>en</strong> met<br />

behulp van de gemiddelde <strong>wind</strong> uit het weerbericht:<br />

• Uitgaande van <strong>wind</strong> uit het weerbericht of e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s WMO-norm<strong>en</strong><br />

gemet<strong>en</strong> <strong>wind</strong> kan de gemiddelde <strong>wind</strong> op 1.5 m hoogte geschat word<strong>en</strong>:<br />

die is in op<strong>en</strong> terrein ruwweg 70% van de 10 m <strong>wind</strong>.<br />

• Voor het omrek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de gemiddelde <strong>wind</strong> op stahoogte van op<strong>en</strong> terrein<br />

naar ruwer terrein, geldt dat dat de <strong>wind</strong> sterker gereduceerd wordt<br />

naarmate het terrein ruwer is; in erg ruw terrein is die reductie ongeveer<br />

50%.<br />

• De <strong>wind</strong>snelheid in <strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong> is voor alle terreinomstandighed<strong>en</strong> ongeveer<br />

10 tot 20 % hoger dan de <strong>wind</strong> uit het weerbericht.<br />

LUCHTDRUK EN WIND 67


<strong>5.</strong>9 Windstot<strong>en</strong> in bui<strong>en</strong><br />

Naast de <strong>wind</strong>vlag<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de turbul<strong>en</strong>tie van de atmosfeer,<br />

zijn er ook de <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s reg<strong>en</strong>-, hagel- <strong>en</strong> onweersbui<strong>en</strong>. In dergelijke<br />

bui<strong>en</strong> wordt lucht van grote hoogte – waar het veelal harder waait dan aan<br />

de grond – abrupt <strong>en</strong> met grote snelheid naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> verplaatst. Die lucht<br />

van bov<strong>en</strong> behoudt zijn snelheid, zodat het vlak bij de grond plotseling kortdur<strong>en</strong>d<br />

harder gaat waai<strong>en</strong>: we sprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong> <strong>wind</strong>stoot of <strong>wind</strong>vlaag.<br />

Dergelijke <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dus niets te mak<strong>en</strong> met de turbul<strong>en</strong>tie in de<br />

atmosfeer t<strong>en</strong> gevolge van obstakels of wrijving met het aardoppervlak. In de<br />

figuur is e<strong>en</strong> registratie van zo’n <strong>wind</strong>stoot in e<strong>en</strong> onweersbui weergegev<strong>en</strong>.<br />

Karakteristiek is dat tijd<strong>en</strong>s de <strong>wind</strong>stoot<br />

niet alle<strong>en</strong> de gemiddelde <strong>wind</strong><br />

to<strong>en</strong>eemt, maar ook de vlagerigheid.<br />

In de praktijk wordt er in weerbericht<strong>en</strong><br />

gewaarschuwd voor <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> of<br />

zware <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s bui<strong>en</strong>. De<br />

<strong>wind</strong>snelheid bij <strong>wind</strong>stot<strong>en</strong> wordt in<br />

weersverwachting<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong> in<br />

km/u; de officiële meting<strong>en</strong> (zoals het<br />

voorbeeld hiernaast) werk<strong>en</strong> meestal<br />

met m/s.<br />

<strong>5.</strong>10 Wind <strong>en</strong> temperatuur<br />

Terug naar de grond: daar heeft de <strong>wind</strong> grote invloed op de temperatuur. De<br />

<strong>wind</strong> zorgt ervoor dat de lucht vlak bij het aardoppervlak goed gem<strong>en</strong>gd<br />

wordt. Daardoor zal de warmte die de zonnestraling overdag aan het aardoppervlak<br />

overdraagt, makkelijk afgevoerd word<strong>en</strong>. In de nacht, als het aardoppervlak<br />

sterk afkoelt door uitstraling, zorgt de <strong>wind</strong> ervoor dat er warmte van<br />

de lucht naar het aardoppervlak wordt toegevoerd. Daardoor wordt de nachtelijke<br />

afkoeling sterk teg<strong>en</strong>gewerkt. Is er heel weinig <strong>wind</strong>, dan is dat effect er<br />

niet <strong>en</strong> kan het aardoppervlak wel sterk afkoel<strong>en</strong>. Het afkoelingsproces wordt<br />

nog bevorderd in e<strong>en</strong> terrein met veel obstakels; deze remm<strong>en</strong> de <strong>wind</strong> namelijk<br />

sterk af!<br />

De <strong>wind</strong> veroorzaakt niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijkmatiger temperatuurverdeling. Hij<br />

doet hetzelfde met het vocht <strong>en</strong> zorgt ervoor dat dit over e<strong>en</strong> dikkere laag verspreid<br />

wordt. Daardoor wordt bijvoorbeeld mistvorming teg<strong>en</strong>gewerkt. Juist<br />

68 LUCHTDRUK EN WIND


als er ge<strong>en</strong> <strong>wind</strong> is, koelt het sterk af <strong>en</strong> blijft de vochtconc<strong>en</strong>tratie bij het<br />

aardoppervlak hoog. Er treedt dan makkelijk cond<strong>en</strong>satie op zodat zich dauw<br />

vormt <strong>en</strong> – als de <strong>wind</strong> niet helemaal wegvalt – tev<strong>en</strong>s mist. In de hoofdstukk<strong>en</strong><br />

over temperatuur <strong>en</strong> mistvorming wordt hierop nog nader ingegaan.<br />

LUCHTDRUK EN WIND 69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!