24.09.2013 Views

LICHTSCHILDER - Kunstschilder Theo van Delft Jansz.

LICHTSCHILDER - Kunstschilder Theo van Delft Jansz.

LICHTSCHILDER - Kunstschilder Theo van Delft Jansz.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

THEO VAN DELFT JANSZ.<br />

<strong>LICHTSCHILDER</strong>


Proloog:<br />

Uit: Brieven aan Hyacinth: 3-10-2004<br />

‘Heb een hele tijd tussen de bloeiende helianten in de zon<br />

gestaan en genoten <strong>van</strong> de tuin. Die is nu in zijn tweede<br />

bloei. Van hier uit de grote hortensiastruik in gebroken rood,<br />

met ernaast rode fuchsia. Daarachter een oranje abitulon.<br />

Op de grond vlijtige liesjes tot de oudroze vetplant, waarnaast<br />

weer een oranje abitulon tussen paarse herfstasters aan<br />

weerskanten <strong>van</strong> het onbegaanbaar paadje. En boven alles de<br />

felgele helianten.<br />

Vroeger zou ik het (vergeefs) gaan schilderen, maar gelukkig<br />

ben ik helemaal tevreden zonder die aandrang. Geniet<br />

gewoon!’


<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>.


voor Thea<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>.<br />

Lichtschilder<br />

Uitgave bij zijn 90 ste verjaardag<br />

11 december 2004


Inhoud:<br />

Voorwoord 9<br />

Ik wil vertellen, Paul Meeuws 10<br />

Over het leven, citaten <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. 17<br />

Levensloop, Vincent <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> 19<br />

Brabant vóór 1950, citaten uit autobiografie 20<br />

Curaçao 1950 tot 1963, diverse tekstbijdragen 30<br />

Mozaïeken, Margriet <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> 40<br />

Aquarellen, Ben Wasser, <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. 46<br />

Olieverf schilderijen, <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. 56<br />

Portretten, Ben Wasser, Vincent <strong>van</strong> Herkhuizen,<br />

Wouter Hagers, <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. 66<br />

Colofon 78<br />

Epiloog, <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. 80


8 9<br />

Voorwoord en dank<br />

Het werk <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> spreekt voor zichzelf. Uitleg is niet nodig<br />

en die zult u in dit boek ook niet vinden. De teksten in dit boek vormen<br />

een collage <strong>van</strong> uitspraken die iets vertellen over <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> en zijn<br />

manier <strong>van</strong> werken.<br />

Om te beginnen konden wij gebruik maken <strong>van</strong> brieven die <strong>Theo</strong> aan<br />

Hyacinth, zijn oudste dochter, heeft geschreven tijdens haar verblijf<br />

in diverse buitenlanden. Ook heeft <strong>Theo</strong> in de afgelopen twintig jaar<br />

herinneringen over zijn leven voordat hij naar Curaçao vertrok op papier<br />

gezet. Zijn vrouw Thea schreef <strong>van</strong>uit Curaçao naar haar familie in<br />

Nederland. Het dagblad Amigo di Curaçao schreef begin zestiger jaren<br />

over <strong>Theo</strong> en Thea naar aanleiding <strong>van</strong> tentoonstellingen.<br />

Veel dank zijn wij verschuldigd aan een aantal personen die speciaal<br />

voor dit boek een bijdrage leverden.<br />

Zo schreef Paul Meeuws (schrijver-publicist) de inleiding ‘Ik wil<br />

vertellen’.<br />

Ben Wasser (oud collega), schreef: ‘Het onverbiddelijke enthousiasme <strong>van</strong><br />

een onverbeterlijk vakman’, waar<strong>van</strong> de volledige tekst op de cd-rom is<br />

te lezen. We hebben meerdere citaten in dit boek gebruikt. Op de cdrom<br />

is een aparte sectie gewijd aan de lino’s, waarover Hans <strong>van</strong> den<br />

Maagdenberg (vriendin <strong>van</strong> de familie) een stuk heeft geschreven met de<br />

titel ‘Zelfportret <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>.’. De modellen Wouter Hagers<br />

en Vincent <strong>van</strong> Herkhuizen vertelden over de bijzondere ervaring die<br />

poseren heet. Hun volledige teksten zijn ook op de cd-rom te vinden.<br />

Tot slot bedanken wij Marc <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>, die het grootste deel <strong>van</strong> de<br />

fotografie voor zijn rekening nam.<br />

Nijmegen, 11 december 2oo4<br />

Hyacinth, Jan, Margriet, Vincent, Bas en <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> jr.


10 11<br />

‘Ik wil vertellen’<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>., schilder, negentig jaar.<br />

‘Een portret maken doe je samen’, zegt hij. ‘Schilder en model hebben<br />

elkaar nodig. Je hebt het plaatje en de persoon. Het gaat de schilder<br />

om het laatste. Maar het model moet z’n persoon wèl laten zien.’ Volgt<br />

een anekdote over een jongeman die zijn bruid op zijn bruiloft wilde<br />

verrassen met een portret <strong>van</strong> zichzelf. Het portret <strong>van</strong> een verliefde.<br />

Werd het een ‘persoon’ of een ‘plaatje’, wil ik weten. Ik bedoel, werd het<br />

datgene wat het model zich er<strong>van</strong> gedroomd had, of wat de schilder in<br />

hem heeft gezien? De schilder lacht. ‘Mijn vader Jan <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> was mijn<br />

grote leermeester. Zijn belangrijkste stelling was: je moet niet liegen.<br />

Ik praat graag met mijn modellen. In zo’n gesprek tonen mensen wie<br />

ze zijn. Dàt probeer ik te schilderen. Overigens heeft de vrouw <strong>van</strong> die<br />

verliefde jongeman later nog een portret <strong>van</strong> zichzelf besteld.’<br />

Voor <strong>Theo</strong> liggen schilderen en praten dicht bij elkaar. Beide doet hij<br />

ongeveer even graag en even veel. ‘Ik ben een kletskous geworden door<br />

mijn vak.’ Zijn wat omfloerste stemgeluid ontbeert een bas en misschien<br />

wel daardoor elke aanleg voor stelligheid. Hij noemt een model niet<br />

ijdel, maar zegt dat de een wat liever een plaatje <strong>van</strong> zichzelf zou willen<br />

laten zien dan een ander. Het is geloof ik niet alleen de behoefte aan<br />

discretie waarom hij de nuance zoekt. Het is zijn methode om erachter<br />

te komen hoe de wereld in elkaar steekt. Wetend dat het absolute zwart<br />

net zo min bestaat als het volstrekte wit. Het is moeilijk kiezen tussen<br />

de talloze grijzen die daartussen bestaan. Daarom lijkt hij vaak te<br />

weifelen als hij moet oordelen. Daarom verwondert hij zich telkens als<br />

hij een verband vermoedt tussen twee waargenomen feiten.


12 13<br />

Verbanden ontstaan zowel in een verhaal als in een schilderij. Net<br />

als een verhaal is voor hem een schilderij het verslag <strong>van</strong> een ervaring.<br />

Niet alleen maar <strong>van</strong> een gevoel, ook niet als dat gevoel esthetisch is.<br />

Esthetische verfijning (hij is ertoe in staat, dat weet iedereen die al <strong>van</strong>af<br />

1952 zijn nieuwjaarskaarten volgt) is niet wat hij zoekt. ‘Ik kàn maar niet<br />

abstract!’ roept hij bijna vertwijfeld uit, als ik hem doorvraag over zijn<br />

‘glasdrukken’, een grafisch experiment uit zijn Curaçaose jaren met een<br />

voor zijn doen tamelijk gewaagde en in mijn ogen geslaagde stilering <strong>van</strong><br />

de figuren. Ook in zijn andere tijdelijke geëxperimenteer, zijn mozaïeken<br />

<strong>van</strong> stukjes glas en kiezelsteentjes, lukte het hem maar niet iets te maken<br />

dat niets voorstelde, waar geen verhaal in zat. Zijn spiralen en explosies<br />

(onder andere op het graf <strong>van</strong> Thea) verbeelden een soort beginsel, het<br />

begin <strong>van</strong> een verhaal, hèt verhaal: de ‘oerploef’.<br />

Overigens gaat ons gesprek, op een herfstachtige namiddag in augustus,<br />

niet alleen over schilderen. Ook over lezen, wat hij ondanks zijn visuele<br />

handicap nog steeds graag doet. Helaas is niet alles wat hij graag zou<br />

willen lezen in grote letters verkrijgbaar. Nou, dan maar met een<br />

vergrootglas. Honderd jaar eenzaamheid, toen iedereen met vakantie was.<br />

‘Lezen,’ vindt hij, ‘heeft soms tot doel je eigen problemen te relativeren.<br />

Weet jij, tussen twee haakjes, wat de winst is <strong>van</strong> een lichamelijke<br />

handicap? Dat je merkt hoe hulpvaardig mensen zijn. Winkelpersoneel<br />

dat vraagt naar welk oog er gekeken moet worden om te weten of er<br />

oogcontact is.’<br />

Met het cynisme <strong>van</strong> sommige hedendaagse schrijvers kan hij niet uit de<br />

voeten. ‘Maar ik lees ze wel uit.’ Liever leest hij Chaim Potok, de Joodse<br />

chroniqueur <strong>van</strong> mensenlevens; in de verhalen <strong>van</strong> Potok treft hem de<br />

neiging tot het goede, ondanks allerlei tegenslagen. Dat wil hij ook in zijn<br />

portretten laten zien. ‘De schoonheid <strong>van</strong> mensen interesseert me niet.<br />

Alleen het menselijke.’ Bestaan er voor hem dan geen lelijke, domme,<br />

ijdele types zoals bijvoorbeeld op Goya’s Karel IV en zijn gevolg? ‘Goya<br />

was niet bang voor de waarheid,’ zegt hij. ‘In het waarheidsgetrouwe,<br />

het psychologische <strong>van</strong> zijn portretten, zit hem het barmhartige. Lelijk is<br />

als iemand niet genoeg mens is…’<br />

…Of als de schilder het menselijke niet genoeg heeft gezien, vul ik aan.<br />

Op een <strong>van</strong> zijn weinige zelfportretten, uiteraard met pijp, zien we<br />

hoe de schilder kijkt zoals hij naar zijn model kijkt. Hij demonstreert<br />

daarmee ook zijn belangrijkste gereedschap: zijn blik. Het is niet de<br />

blik die op deze herfstachtige middag vrijwel onafgebroken en met niet<br />

aflatende interesse op mij rust, ook nu zijn ene oog praktisch alles moet<br />

overlaten aan het andere, dat dankzij een handmatig bediend ooglid<br />

tenminste de allernoodzakelijkste glimpen op<strong>van</strong>gt <strong>van</strong> de wereld om<br />

hem heen. De blik op het zelfportret is strenger, vertoont de natuurlijke<br />

inspanning <strong>van</strong> iemand die dit werk al jaren doet en geen genoegen<br />

neemt met oppervlakkige indrukken. Maar het is ook, na meer dan<br />

zestig jaar, nog steeds de blik <strong>van</strong> iemand die moet wikken en wegen.<br />

Over een portret doet hij meestal drie dagen. De tweede dag, vertrouwt<br />

hij me toe, is een ramp. De schilder ziet alleen maar de fouten <strong>van</strong> de<br />

eerste dag. En wat ziet het model? Een vertwijfelde schilder? Het is<br />

hoe dan ook <strong>van</strong> het grootste belang dat de schilder en zijn model<br />

door zo’n tweede dag heen komen. Vooral bij een kinderportret.<br />

Daarvoor bedacht de schilder een oplossing die zowel iets <strong>van</strong> zijn<br />

inlevingsvermogen als zijn slimheid verraadt: ‘Ik zorg dat er na zo’n<br />

tweede dag nog iets heel belangrijks niet af is. Als zo’n kind dan klaagt<br />

dat het geen zin meer heeft in poseren, zeg ik: kijk eens, al die haren<br />

moeten er nog op. Dat doen we morgen.’


14 15<br />

Wàt wikt en weegt de schilder precies? ‘Je neemt meer op dan je kunt<br />

verwerken,’ zegt hij. Ofwel, niet alles wat gezien is, past op het doek.<br />

Ofwel, je neemt meer op dan je ziet. Hij laat me een foto zien <strong>van</strong> zijn<br />

laatste portret, op de tast gemaakt bij wijze <strong>van</strong> spreken, <strong>van</strong> abt Piet Al,<br />

tijdens de hittegolf <strong>van</strong> 2oo3 in het norbertijner klooster te Heeswijk.<br />

Het ziet er niet minder trefzeker uit dan men <strong>van</strong> hem gewend is. Ik<br />

wil weten hoe hem dat onder die barre omstandigheden gelukt is, een<br />

gewichtige vraag dunkt me, omdat hier het wezen <strong>van</strong> het realisme in<br />

het geding is. <strong>Theo</strong> slaat weer aan het vertellen en dwaalt schijnbaar af.<br />

Hij zegt: ‘Die norbertijnen zijn dienaren, ook als ze abt zijn.’ En hij somt<br />

alle voorbeelden op die deze nobele gedachte moeten illustreren. Dat<br />

alles, besef ik, al die verhalen, maar ook dat besef <strong>van</strong> nederigheid zit in<br />

dit portret. Het is alsof hij met zijn Heeswijkse observaties wil zeggen:<br />

kunstenaars zijn dienaren, vooral als ze portrettist zijn.<br />

Het leven <strong>van</strong> deze inmiddels negentigjarige wemelt <strong>van</strong> de observaties.<br />

Niets lijkt hem te ontgaan. En alles moet, hoe lang geleden ook, op<br />

enigerlei wijze worden vastgelegd en gememoreerd. Uit nostalgie? Ik<br />

heb niet de indruk. Hij dateert niets (een ramp voor wie zijn werk wil<br />

catalogiseren). Eerder denk ik dat voor hem het leven één groot verhaal<br />

is, of één groot schilderij waar<strong>van</strong> hij nog lang niet alles heeft gelezen<br />

en gezien. En pas als je àlles gezien en gelezen hebt, snap je waar het<br />

over gaat. Maar dat is het niet alleen. Een verhaal moet verteld worden,<br />

een schilderij moet worden gezien. <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> is niet alleen een<br />

begeesterd kunstenaar en verteller, hij is ook, uit overtuiging, een<br />

getuige. Hoe onverdraaglijk moet voor hem de gedachte zijn dat in dit<br />

ondermaanse ook maar iets onopgemerkt voorbij gaat! Dat is de reden<br />

waarom hij met zijn schilderkunst alleen geen genoegen neemt en dat<br />

hij speciaal voor zijn (klein)kinderen, zijn lange leven ook beschrijft. En<br />

wat niet te beschrijven of te vertellen is, wordt in de marge gekrabbeld:<br />

uiterst beknopte maar niet minder rake proeven <strong>van</strong> zijn imposante<br />

opmerkzaamheid.<br />

Het moet <strong>Theo</strong> dankbaar stemmen dat zijn kinderen met de uitgave <strong>van</strong><br />

dit prachtige boek niet alleen hun respect tonen voor zijn levenswerk,<br />

maar ook hun benul <strong>van</strong> de drijfveer die eraan ten grondslag ligt:<br />

merk op, leg vast en geef door wat jou in je leven geraakt heeft. Voor<br />

<strong>Theo</strong> is dat behalve zijn medemens ook het landschap en het stilleven.<br />

Ook die beschouwt hij als portretten. Ook daarin zoekt hij naar het<br />

onvervreemdbaar eigene, het tulpachtige <strong>van</strong> de tulp, het vaasachtige<br />

<strong>van</strong> de vaas, het ooypolderachtige <strong>van</strong> de Ooypolder.<br />

Maar alleen menselijke portretten kijken terug. Wie dit boek<br />

doorbladert, denkt waarschijnlijk dat al die personen hem of haar<br />

aankijken. Dat lijkt maar zo. Ze kijken naar <strong>Theo</strong>, aan wie ze soms <strong>van</strong><br />

zichzelf meer prijsgaven dan ze konden vermoeden. Ook als niemand<br />

<strong>van</strong> hen nog in leven is, zullen ze dat blijven doen, in een wijde, stille<br />

kring om de schilder die er ooit ook niet meer zal zijn. Maar wat wij<br />

zullen blijven zien is de blik waarmee ze hem aan het werk zagen,<br />

drie dagen achtereen. Wat hen met elkaar bindt is de mate waarin ze<br />

zich gewonnen gaven aan deze inspirerende, spraakzame man en hun<br />

bewondering voor zijn dienend kunstenaarschap. Met het verschijnen<br />

<strong>van</strong> dit boek wordt die kring almaar groter.<br />

Paul Meeuws


16 17<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 27-4-1985<br />

Een dag fijn schilderen is net zo iets als een fijne ontmoeting, het pept je<br />

weer op.<br />

‘Een dag fijn schilderen is net zo iets als een<br />

fijne ontmoeting, het pept je weer op.’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 27-4-1985<br />

<strong>Theo</strong> over het leven<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 10-6-1985<br />

‘Ik heb <strong>van</strong> jongsaf geen grote verwachtingen gehad <strong>van</strong> mijn toekomst,<br />

ben geneigd geweest tot een kinderlijk verdriet hebben omdat de mensen<br />

zo onbegrijpelijk steeds elkaar ongelukkig moesten maken.<br />

Toen is de tijd gekomen dat we alles kregen: jullie, een onbezorgd<br />

bestaan, en nog veel meer dingen <strong>van</strong> geluk. Ik ben me deze overdaad<br />

steeds bewust geweest, en ben het nog. Misschien was het daardoor dat<br />

zelfs het afscheid <strong>van</strong> Thea voor mij te dragen was.<br />

Je kunt bovenstaande ook lezen met deze toevoeging: ‘Ik kan niet<br />

leven zonder God dankbaar te zijn voor zoveel goeds.’ En zelfs toen<br />

Thea stierf, was mijn reactie: ‘Dank U voor die lange tijd dat we samen<br />

mochten zijn.’’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 19-6-1985 Over het geloof:<br />

‘Nogmaals: Geef me een beter, en ik ben je eerste bekeerling.<br />

Al <strong>van</strong>af mijn schooltijd heb ik de onvolmaaktheid er<strong>van</strong> proberen te<br />

verdedigen: ‘Ik ben maar een mens, en dat zijn alle geloofsgenoten.’<br />

Het enige wat me rest: als de hele zaak in elkaar zakt zal ooit de kern<br />

gevonden worden, want God laat ons niet in de steek. Maar dan moet<br />

eerst dit vergulde beeld kapot vallen. Père Joseph: ‘De armen zijn de<br />

kerk!’ En Dorothe Solle: ‘God heeft mensen nodig’, dat kan ook pas als<br />

de Kerk het alleenverkooprecht op God laat varen, als de liefde voor de<br />

mensen hoger gesteld wordt dan een theologische uitspraak. Hoop dat<br />

jullie het nog meemaken.<br />

Tot dan toe weet ik nog niet waar God beter te vinden is dan bij die<br />

idealisten die <strong>van</strong>uit het E<strong>van</strong>gelie gekkenwerk doen. Zelfs bij hen die<br />

ruzie hebben met die Kerk die het E<strong>van</strong>gelie alleen als machtsmiddel<br />

gebruikt.’


18 19<br />

Levensloop<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. en zijn werk.<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. werd op 11 december 1914 in Waalwijk geboren en<br />

woonde <strong>van</strong> 1919 tot 195o in Tilburg waar zijn vader Jan <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> docent<br />

was aan de Academie <strong>van</strong> de Rijksleergangen. Zijn opleiding kreeg hij<br />

op de academies <strong>van</strong> Tilburg en Den Haag, waarna hij nog een half jaar<br />

werkte aan de academie ‘De la Grande Chaumière’ in Parijs. In 195o<br />

vertrok hij, en later zijn aanstaande vrouw, Thea <strong>van</strong> der Eerden, naar<br />

Curaçao waar ze een gezin stichtten. In 1963 keerde de familie terug<br />

naar Nederland en omdat <strong>Theo</strong> in Nijmegen een werkkring vond in het<br />

onderwijs vestigden zij zich daar.<br />

Zowel op Curaçao als in Nederland heeft hij vooral solo-exposities gehad,<br />

maar daar heeft voor hem nooit de nadruk op gelegen. De mensen die<br />

zijn werk waardeerden wisten hem toch wel te vinden!<br />

Olieverf is de belangrijkste techniek waarin <strong>Theo</strong> altijd heeft gewerkt,<br />

zeker voor hij naar Curaçao vertrok. Landschappen, stillevens en vooral<br />

portretten, naar aanschouwing (a prima vista), hebben daarin zijn<br />

voorkeur. Hij zegt hierover: ‘De moderne stromingen hebben me slechts<br />

zijdelings beïnvloed, misschien omdat het portret me het meeste trok.<br />

Het weergeven <strong>van</strong>, en het vertellen over mensen en dingen zie ik als<br />

mijn opgave. En dat door te spelen met licht en kleur.’<br />

Op Curaçao vond <strong>Theo</strong> nieuwe mogelijkheden in mozaïek (<strong>van</strong><br />

natuursteen en door de zee geslepen glas) en ‘glasdruk’ (een techniek<br />

verwant aan de monotype) waarin zijn beeldtaal wat abstracter werd.<br />

Zijn olieverven kregen een gloeiende directheid waarbij kleuren met<br />

elkaar samenwerken om licht te creëren. <strong>Theo</strong> ziet het zó: ‘Vóór 195o<br />

was ‘t licht door donker veelal een kenmerk <strong>van</strong> mijn schilderijen. Het<br />

licht <strong>van</strong> Curaçao heeft grote invloed gehad wat ook merkbaar is in<br />

m’n (latere) schilderijen.’ De in Curaçao ontwikkelde kleurstellingen<br />

bereikten in de latere jaren een grote mate <strong>van</strong> verfijning. Uitgangspunt<br />

daarbij is altijd dat wat <strong>Theo</strong> voor zich ziet, waarbij hij zich steeds weer<br />

de vraag stelt: ‘Hoe kan ik in Godsnaam dat licht dat ik zie vertalen in<br />

de kleurvlekken die ik op het doek aanbreng?’ Daarbij is langzaam de<br />

overtuiging gegroeid dat een kleur een anders gekleurde toets naast zich<br />

nodig heeft om daarmee het licht voluit te kunnen laten stralen. Bij de<br />

linosnedes die hij in de loop der jaren maakte, gebruikt hij dit gegeven<br />

door in de iristechniek twee kleuren naast elkaar te plaatsen in twee<br />

over elkaar gedrukte lino’s.<br />

Terug in Nederland specialiseerde <strong>Theo</strong> zich in bloemstillevens. De<br />

onmogelijkheid op Curaçao om bloemen goed te houden heeft als<br />

reactie gehad dat die daarna het belangrijkste onderwerp <strong>van</strong> zijn vrije<br />

werk werden. Het Nederlandse landschap schilderde hij aan<strong>van</strong>kelijk<br />

ook weer in olieverf, maar de zomers bracht <strong>Theo</strong> al kamperend in<br />

Frankrijk door. Daarbij is olieverf onpraktisch. Daarom maakte hij<br />

daar aquarellen. ‘Maar die zijn net als de bloemen ‘portretten in licht en<br />

kleur’, ik kan niet anders. Dat is geloof ik niet de invloed <strong>van</strong> mijn vader,<br />

of mijn oom (<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>) maar ‘n familie-eigenschap.’<br />

Uiteindelijk zijn ook de Nederlandse landschappen het domein <strong>van</strong> de<br />

aquarel geworden. Ook hier worden kleine toetsjes <strong>van</strong> contrasterende<br />

kleuren naast elkaar geplaatst die een wereld <strong>van</strong> licht oproepen waar<strong>van</strong><br />

<strong>Theo</strong> zegt: ‘wat ben ik blij dat ik mij hierover mag verwonderen.’<br />

Vincent <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>


20 21<br />

‘Vóór 1950 was ‘t licht door donker<br />

veelal een kenmerk <strong>van</strong> mijn<br />

schilderijen.’<br />

Uit: Levensloop <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>.<br />

Brabant<br />

tot 1950


22 MAAS BIJ CUYCK 34 X 26 CM AQUAREL BIJ LOURDES 41 X 32 CM AQUAREL 23


24 BOEKET MET KORENBLOEMEN EN KAMPERFOELIE 65 X 50 CM OLIEVERF 25<br />

<strong>Theo</strong>’s vroegste herinneringen over tekenen<br />

Het verhaal uit 1920 <strong>van</strong> de gum die kwijt was:<br />

‘Vader was binnen aan het schilderen toen er <strong>van</strong> achter het huis een luid<br />

gebrul opsteeg. Hij schrikt <strong>van</strong> mijn doordringend geweeklaag en komt<br />

met zijn palet in zijn hand naar de tennisbaan stormen. Daar waren wij<br />

veilig opgesloten! Terwijl hij het poortje opendoet brul ik nog een keer<br />

héél hard ‘Papa ik ben mijn gum kwijt!’ en midden onder deze kreet<br />

vliegt de gum uit mijn hand! Zó heeft hij het me herhaaldelijk verteld en<br />

dit verhaal is me dierbaar geworden, omdat ik daardoor weet dat ik toen<br />

al enthousiast tekende en verstrooid was.’<br />

Een andere herinnering over kleuren zien:<br />

‘We staan bij een brug (houten balken zonder leuning) over de Lei. De<br />

zon gaat onder. Ik vraag: ‘Papa, de sneeuw is daar rood en daar groen,<br />

waarom?’ Dit geheugenbeeld, samen met mijn verloren gum is me in<br />

moeilijke tijden een steun geweest. Ik weet niets over het antwoord,<br />

alleen die vraag, toen ik 6 à 7 jaar oud was. Het moet wel een prachtig iets<br />

geweest zijn, de late zon die de sneeuw helrood belicht en aan de andere<br />

kant <strong>van</strong> de karrensporen groen laat oplichten.<br />

Maar toen zag ik dus al de schijnkleuren op iets dat toch voor iedereen<br />

wit is en daarnaast, ik wilde weten: ‘waarom?’ Later had Goethe het<br />

antwoord, maar ik snap het niet precies!’


26<br />

OLIEVERF<br />

PORTRET OLAV, INNI, SUNNI 70 X 55 CM OLIEVERF 27<br />

Als beginnend artiest:<br />

‘Na mijn M.O. studie, rond 1942, hebben Randi en haar oudere broers en<br />

zussen me als dankbare objecten geholpen om het schilderen, speciaal<br />

<strong>van</strong> portretten, onder de knie te krijgen.<br />

Niet dat het zo werd gepresenteerd. Zeker bij Randi was het een<br />

wisselwerking: als zij zich verveelde kwam ze bij mij op het atelier en als<br />

ik haar wou tekenen of schilderen was ze steeds bereid. Ik schijn goed<br />

verhaaltjes te hebben verteld, soms verzonnen.<br />

Ik moet nog steeds horen over ‘het vliegende kussen’: Randi kreeg in<br />

haar slaap ruzie met het kussen en sloeg het. Via een fee kreeg het<br />

kussen armpjes en beentjes, vocht terug en verloor. Het kreeg <strong>van</strong> de fee<br />

vleugeltjes en vloog door de kamer, achtervolgd door Randi, vloog het<br />

raam uit, naar passanten en water uit de goot, politie en brandweer. Dan<br />

naar de buren enz., enz. Soms werd het verhaal door ons samen verder<br />

uitgebreid, dan mocht zij er een stuk bij fantaseren. En als ik de jaren<br />

daarna kinderportretten op ‘bestelling’ schilderde heb ik dit verhaal<br />

steeds weer gebruikt, aangepast aan de bouw <strong>van</strong> hun huis. Tot ik<br />

merkte dat het teveel <strong>van</strong> mijn concentratie vroeg waardoor het poseren<br />

te lang duurde en het model het zat werd. Toen werden de ouders voort<br />

ingeschakeld.<br />

(…)<br />

Behalve nogal wat stillevens en landschappen enz. begon ik<br />

portretbestellingen te krijgen, zoals <strong>van</strong> een huisvriend <strong>van</strong> de familie:<br />

zijn eerstgeborene in de wieg, een soort aanmoediging <strong>van</strong> die ‘zoon <strong>van</strong><br />

Jan’.<br />

Ik vond de bestellingen maar problematisch: mijn portretten moesten<br />

goed zijn, maar als ze écht goed waren werd ik automatisch concurrent<br />

<strong>van</strong> Vader die nog een heel huishouden te onderhouden had. Maar het<br />

werden vooral kinderportretten die men me liet maken en daar was<br />

vader noch oom <strong>Theo</strong>door erg gek op en ik deed het graag.’


28 GLAZEN VAAS 50 X 50 CM OLIEVERF STILLEVEN MET APPELS, DOEK, GLAS 45 X 55 CM OLIEVERF<br />

FAMILIEPORTRET 50 X 65 CM OLIEVERF 29<br />

WITTE TULPEN MET EZEL 50 X 60 CM OLIEVERF


30 31<br />

‘Zo kleurig en zo lichtend.’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 5-7-1989<br />

Curaçao<br />

1950 tot 1963


32 ZIJ EN HIJ 38 X 38 CM GLASDRUK THEA 70 X 55 CM OLIEVERF 33<br />

Uit: Brieven Thea aan Es, circa 1954:<br />

‘<strong>Theo</strong> is inderdaad uiterst actief, gewoon niet om bij te benen. Hij kan zo<br />

taai vol houden dat je er zelf moe <strong>van</strong> wordt. Dat was bij hem thuis bij zijn<br />

vader en moeder net zo. Het is <strong>van</strong> de andere kant wel interessant dat je<br />

hier allerlei werkjes krijgt te doen, waar je in Nederland nooit toe kwam<br />

omdat er anderen zijn die daar weer hun vak <strong>van</strong> maken, toneeldecor,<br />

kerststal, kruisweg, illustraties. Juist dat afwisselende maakt het voor<br />

hem mogelijk zo actief te zijn. Want bij dat alles heeft hij ook nog zijn<br />

lessen die hij met behoorlijk veel zorg voorbereidt. Ik zou de keren<br />

niet kunnen tellen dat het nachtwerk wordt, en toch altijd om 7 uur of<br />

vroeger weer op, want de scholen beginnen om 8 uur.’<br />

Uit: Amigo di Curaçao: ‘Thea <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> verdeelt haar tijd tussen kunst en<br />

kinderen’ (26 augustus 1960):<br />

‘Van <strong>Delft</strong> doet onmiddellijk een greep in een grote tekenmap en haalt<br />

een aantal aquarellen te voorschijn. ‘Die zijn <strong>van</strong> mijn vrouw’, zegt hij,<br />

en binnen de kortste keren heeft hij er de halve vloer mee bedekt. Hij<br />

laat ons een schets zien, die mevrouw Van <strong>Delft</strong> in de vakantie heeft<br />

gemaakt, en houdt er een ander<br />

uitgewerkt doek naast, dat hij<br />

naar aanleiding <strong>van</strong> dezelfde<br />

schets heeft gemaakt. Hij<br />

vertelt hoe ze in de vakantie<br />

samen zaten te schilderen,<br />

terwijl de kinderen een eindje<br />

verderop onder een schaduwgevend<br />

afdakje speelden. Het<br />

werk <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> en dat<br />

<strong>van</strong> zijn vrouw Thea toont de<br />

verwevenheid <strong>van</strong> mensen, die in<br />

elkaars aanwezigheid het beste<br />

kunnen geven wat ze hebben.’


34 HOOGSTRAAT 70 X 50 CM OLIEVERF HOOGSTRAAT 52 50 X 65 CM OLIEVERF 35


36 CURAÇAOENAAR 37 X 55 CM AQUAREL JONGE VROUW IN RAAM 65 X 50 CM OLIEVERF 37<br />

Uit: Amigo di Curaçao, augustus 1960:<br />

Met zijn armen vol nieuw werk is <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>van</strong> vakantie<br />

teruggekeerd. Als we een kijkje in zijn atelier mogen nemen, en<br />

opmerken dat hij in deze weken hard aan de gang is, merkt hij enigszins<br />

verbaasd op: ‘Ja maar, het is toch vakantie?’ Voor hem betekenen die<br />

schoolvrije weken, dat hij het leraarschap eens even <strong>van</strong> zich af kan<br />

zetten, en alle dingen doen, waar hij in de loop <strong>van</strong> een schooljaar<br />

geen tijd voor heeft. Dat ‘dingen doen’ is voor hem zowat identiek met<br />

schilderen. Curaçao is voor Van <strong>Delft</strong> een blijvende bron <strong>van</strong> inspiratie.<br />

Als het de knoek niet is, zijn het de steegjes <strong>van</strong> Otrabanda, waar hij<br />

altijd weer iets belangwekkends in ontdekt.<br />

Steeds weer is hij degene.<br />

die thuiskomt met een<br />

model dat voor de wekelijkse<br />

schetsclub poseert. Kern<br />

<strong>van</strong> die donderdagse ‘club’<br />

zijn Van <strong>Delft</strong> en zijn vrouw<br />

Thea, en bij hen sluiten<br />

zich soms een paar, soms<br />

meerdere schetsliefhebbers<br />

aan. (...)<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> schildert in al<br />

zijn vrije uren; ook de kleine<br />

uurtjes <strong>van</strong> de nacht worden<br />

vaak als zodanig beschouwd.<br />

Als alle rumoer in huis en<br />

op straat verstomd is, is<br />

de tijd voor experimenten<br />

gekomen.


38 JONGEMAN IN RAAM 48 X 40 CM GLASDRUK GROEPJE MANNEN 40 X 57 CM GLASDRUK KAT EN HOND 40 X 50 CM GLASDRUK 39<br />

Uit: Brieven Thea aan Es, 21 februari 1962<br />

‘Op het ogenblik zijn wij samen verliefd<br />

op een nieuwe techniek <strong>van</strong> tekenen/<br />

schilderen, n.l. monotypie. Het is<br />

al wel enkele jaren oud maar hier<br />

dringt zoiets niet zo gauw door. Sinds<br />

vorige week zaterdag zijn we aan onze<br />

experimenten begonnen, met niets<br />

anders dan verf, glasplaat, papier, en<br />

zeer geïmproviseerde drukapparatuur<br />

zoals jampotjes en zo. En niet weten hoe<br />

het moet. Nu, een week later hebben<br />

we een hele verzameling acceptabele<br />

monotypes.’


40 41<br />

‘Net zo goed als <strong>Theo</strong> kan genieten<br />

<strong>van</strong> de natuurlijke schoonheid <strong>van</strong> een<br />

eenvoudige bloem, kan hij dat <strong>van</strong> de<br />

uitstraling <strong>van</strong> een steen.’<br />

Uit: Mozaïeken: Margriet <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Mozaïeken


42 TWEE FIGUREN IN DE SCHEMER 20 X 18 CM MOZAÏEK 43<br />

Mozaïeken<br />

Velen kennen wel de gewoonte om over een strand of bergpad te lopen<br />

en daar een steentje op te rapen omdat het zo mooi rond of wit is, het in<br />

de zak te steken en het dan thuis even te bewaren en vervolgens weg te<br />

gooien.<br />

<strong>Theo</strong> verzamelde ze ook maar gooide ze niet weg.<br />

Op Curaçao begon hij ermee. Kiezels, door de zee geslepen stukjes<br />

glas, maar ook grotere stenen die hij in stukken hakte en die gesorteerd<br />

werden op kleur en glinstering vulden een indrukwekkend assortiment<br />

blikjes en potjes die hij als palet gebruikte om zijn mozaïeken te<br />

‘schilderen’.<br />

Net zo goed als <strong>Theo</strong> kan genieten <strong>van</strong> de natuurlijke schoonheid <strong>van</strong><br />

een eenvoudige bloem, kan hij dat <strong>van</strong> de uitstraling <strong>van</strong> een steen.<br />

Hij wil de natuurlijke schoonheid <strong>van</strong> die bloem eren in een schilderij<br />

door deze zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven.<br />

Dit doet hij ook met stenen. Hij laat de schoonheid <strong>van</strong> de stenen<br />

uitkomen door ze zo te rangschikken in het cement dat ze optimaal tot<br />

hun recht komen. Hij stelt zich als het ware ten dienste <strong>van</strong> het materiaal<br />

(of dat nou stenen, bloemen, landschappen of personen zijn).<br />

Bij portretten <strong>van</strong> bloemen, mensen of landschappen maakt hij een<br />

afbeelding die precies laat zien wat hij er mooi aan vindt. ‘Waarom zou<br />

ik iets wat <strong>van</strong> zichzelf zo mooi is veranderen’.<br />

Bij mozaïeken maakt <strong>Theo</strong> geen afbeelding <strong>van</strong> de stenen maar gebruikt<br />

die zelf. Geleid door de fascinatie voor het materiaal komt hij tot vrije<br />

beelden. Twee stenen samen worden een zittend figuur. Maar hij kan nu<br />

ook een stap verder gaan en de stenen en de compositie voor zich laten<br />

spreken in een abstract werk. Opvallend hierbij is dat vaak ergens een<br />

spiraal een rol in de compositie speelt. ʻDe spiraal is een grondvorm,<br />

een oertype, dat dynamiek en levenskracht uitdrukt. Dit symbool is zo<br />

krachtig, dat ik het regelmatig, bewust èn onbewust, toepasʼ .<br />

Margriet <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>


44 DUBBELE SPIRAAL 50 X 40 CM MOZAÏEK<br />

OERPLOEF 49 X 55 MOZAÏEK<br />

ZONDER TITEL 35 X 45 CM MOZAÏEK 45<br />

SPIRAAL 40 X 35 CM MOZAÏEK


46 47<br />

‘Vind jij dat ook zo iets fijns,<br />

een helemaal blank vel<br />

papier? Eigenlijk zou je er met<br />

onzichtbare inkt op moeten<br />

schrijven. Het lijkt een beetje<br />

op een mooi opgespannen<br />

doek waar je de eerste verf op<br />

smeert, maar dit laatste is veel<br />

spannender – en nog erger is<br />

het bij een aquarel!’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 16-4-1996<br />

Aquarellen


48 LUCENAY 30 X 48 CM AQUAREL 49<br />

OOY 30 X 40 CM AQUAREL<br />

Uit: Ben Wasser: Het onverbiddelijke enthousiasme <strong>van</strong> een onverbeterlijk<br />

vakman.<br />

(...) En dan zijn er de landschappen, want <strong>Theo</strong> trok er ook op uit. Op<br />

de fiets bij voorbaat, al lang voordat die weer een algemene comeback<br />

maakte. Afgezien <strong>van</strong> de tussendoortjes in aquarel tijdens vakantiereizen,<br />

waaruit zijn trefzekerheid steeds weer blijkt, vond hij toch ook zijn<br />

inspiratie in de omgeving <strong>van</strong> Nijmegen en dan met name de Ooijpolder.<br />

Hoe vaak heb ik hem daar niet zien fietsen?<br />

Maar in de tijd <strong>van</strong> de acties voor het behoud <strong>van</strong> een ongeschonden<br />

polder tegenover de plannen tot Waalverlegging waardoor een kostbaar<br />

landschap overhoop dreigde te worden gebulldozerd, was hij er altijd<br />

bij. En dat niet alleen omdat het hier een <strong>van</strong> de terreinen <strong>van</strong> zijn<br />

werkzaamheid betrof maar ook om zijn deel bij te dragen aan de<br />

verdediging <strong>van</strong> al die andere dan de louter economische aspecten en<br />

waarden die in de verdrukking dreigden te komen. Naast een cultureel<br />

is hij ook een sociaal en ecologisch bevlogene.<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 8-4-1997<br />

Nog steeds blauwe lucht, dus de aquarelspullen mee en via Beek naar de<br />

Waal. Op een plaats gaan zitten waar je tussen bomen over de Bisonbaai<br />

heen bomen langs de Waal ziet. De kruinen in een bruin-oranje-geel<br />

waas <strong>van</strong> komend blad, heel teer tegen de zacht blauwe lucht. Het papier<br />

reageerde slecht op het water, ik heb 2 uur gevochten tot mijn handen<br />

ijskoud werden. De zon scheen dan wel op mijn rug, maar het waaide<br />

uit het Noorden. Ben aan de zuidkant <strong>van</strong> de dijk wat bloemetjes gaan<br />

plukken en naar huis gereden.


50 BIJ ST. POL DE LEON 28 X 38 CM AQUAREL OIRSCHOT 29 X 39 CM AQUAREL 51


52 STORM BIJ MONTEVEQUE (SENLIS) 35 X 46 CM AQUAREL 53<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 22-7-1985<br />

Zelf heb ik het ook goed gehad, eerst een kleine aquarel begonnen <strong>van</strong><br />

de stroomversnellingen <strong>van</strong> het riviertje bij de kapel, daarna de kapel<br />

zelf (morgen klaar) en na baden, eten en dutten ben ik onze helling<br />

opgeklauterd. Was al eerder die kant uit, er is een smal waterstroompje<br />

(4o cm.) waar ik nu dus mooi mijn flesje met koud water vullen kon, en<br />

ben toen verder omhoog gegaan tot ik tussen de hazelnootbosjes door<br />

een goed zicht had op de vallei, en ben gezeten op een hoge steen een<br />

aquarel begonnen. Als ik er terug kom begin ik een nieuwe denk ik,<br />

hoewel: in de zon en wat wind blijft echt aquarelleren heksenwerk.<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 23-9-1986<br />

Vanmiddag naar de bossen voorbij ‘Ons Erf’ gefietst, en daar een aquarel<br />

begonnen <strong>van</strong> het licht dat nevelig tussen de hoge bomen doorsijpelt.<br />

Met op de voorgrond <strong>van</strong> die masten met horizontaal <strong>van</strong> die fijne<br />

takjes-waaiers.<br />

(...)<br />

Ben bezig me er<strong>van</strong> te overtuigen dat het produceren <strong>van</strong> alsmaar<br />

schilderijen niet zo nodig meer hoeft – heb een aardige collectie. Deze<br />

houding maakt me veel rustiger, en zal op den duur tot beter werk leiden,<br />

hoewel er ook veel niet af komt, maar nogmaals – ’t mót niet meer zo. En<br />

je geniet zo meer, je bent meer wandelaar dan jager!<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 14-10-1986<br />

Heb <strong>van</strong>avond weer eens fel gewerkt – een tempo dat er <strong>van</strong>middag in<br />

het bos al in zat, toen alles nat door elkaar liep, en ik in een enthousiast,<br />

onverschillige bui een echte aquarel gemaakt heb. Er klopt niets <strong>van</strong>,<br />

maar er zit wel iets in <strong>van</strong> dat mysterieuze <strong>van</strong> die horizontale voiles die<br />

de takken <strong>van</strong> de larix dwars op de rechtopstaande boomstammetjes,<br />

alles, versluieren.


54 STILLEVEN IN VENSTERBANK 30 X 40 CM AQUAREL TUIN IN DE SNEEUW 48 X 36 CM AQUAREL 55


56 57<br />

‘Hard gewerkt aan tulpen. Ging wel<br />

lekker maar houd m’n hart vast wat<br />

die bloemen gaan doen. Het kan best<br />

zijn dat ze morgen open, en aan de<br />

andere kant <strong>van</strong> de pot staan!’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: Donderdag, 7-3-1985<br />

Olieverf


58 WITTE AZALEA OP TINNEN SCHAAL 70 X 55 CM OLIEVERF 59<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 8-3-1986<br />

‘Vandaag heel brutaal aan een groot doek met de witte azalea begonnen<br />

– en lekker gewerkt. Wou dat ik zo fit en enthousiast kon blijven, maar<br />

het is altijd hetzelfde: na een paar dagen zie je de tekortkomingen, en<br />

die gaan gaandeweg de baas spelen. Maar wie weet? Ik blijf in wonderen<br />

geloven. Het is een pracht plant. Te mooi bijna.’<br />

11-3-1986<br />

‘Hard gewerkt aan de azalea. Hij vordert, maar de eerste symptomen<br />

<strong>van</strong> ontevredenheid merkte ik <strong>van</strong>daag al.<br />

De azalea zelf deed me <strong>van</strong>morgen schrikken: hij hing helemaal slap!<br />

Maar flink wat water en een sproei-douche brachten hem na een paar<br />

uur weer tot stralen.’<br />

12-3-1986<br />

‘Met de azalea kan er niet veel meer mis gaan – heb de laatste bloemen<br />

<strong>van</strong>daag geschilderd – bij mistweer, dat wel, en of ik de compositie naar<br />

mijn zin krijg moeten we nog zien.’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 16-3-1988<br />

‘Me voor mijn doek op de ezel gezet hebbende werd het duidelijk dat er<br />

<strong>van</strong> het fresia-schilderij niets terecht kon komen. Teveel hoofdpersonen<br />

doordat de meeste knoppen intussen bloemen waren geworden. En op<br />

het doek was die eentonige opeenstapeling <strong>van</strong> even grote vormen al<br />

duidelijk doorgedrongen. Wat aan het boeket getrokken en geduwd<br />

tot er iets <strong>van</strong> een soort compositie ontstond, en ‘het penseel ter hand<br />

genomen’. De lucht was loodgrijs, en mijn stemming nog somberder.<br />

‘Heeft het zin om hier nog verf aan vuil te maken?’<br />

Uiteindelijk heb ik het doek met terpentine afgewassen, en wat bleef<br />

zitten met witte verf afgedekt, en ben opgelucht aan de plantenbak in<br />

de voorkamer gaan werken.’


60 TULPEN IN PAPIER 60 X 50 CM OLIEVERF GELE CHRYSANTEN 90 X 100 CM OLIEVERF 61


62 FLES MET APPELS 50 X 40 CM OLIEVERF ROZE AZALEA MET DROOGBLOEMEN 60 X 70 CM OLIEVERF 63<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 22-1-1991<br />

‘Tegen de slechte omstandigheden in, wat aan het droogbloemen-<br />

schilderij gewerkt. Gevaarlijk. De eerste dagen had ik een puur blauwe<br />

lucht waardoor de violetten in de roze schilferbloempjes sterk opvielen.<br />

Vandaag was het eigenlijk mooi licht: dunne mistachtige wolken waar<br />

je soms zelfs iets <strong>van</strong> het blauw erachter zag doorschemeren. Wit tot<br />

zachtgeel licht dus. Maar daarin verdwijnen de violetten en worden<br />

de bloempjes soms goudachtig. Nou kan dat wel bij enkele <strong>van</strong> die<br />

bloempjes. Daar heb ik me dus aan gehouden, maar de totaalkleur <strong>van</strong><br />

het stilleven heb ik moeten laten zitten. Bijvoorbeeld: de ondergrond<br />

waar alles op staat is een grauwig stuk karton. Met iets <strong>van</strong> oudgeel.<br />

Je kunt je voorstellen dat daar eerst die blauwe lucht zijn invloed op<br />

had. Maar nu evengoed die creme witte wolken, die maakten er iets<br />

<strong>van</strong>illegeels <strong>van</strong>. Daar zag je het heel duidelijk. Maar bij de rest gebeurt<br />

dit ook en merk je het niet. En<br />

het dreigt echt goed te worden.<br />

M.a.w. het moet maar gauw weer<br />

gaan vriezen.’<br />

29-1-1991<br />

‘Het begon met zware mist/rijp<br />

op alle struiken, enz. Maar om<br />

11 uur: zon en wolkeloos. En<br />

toen bleek dat ik gelijk had: die<br />

paar keer dat ik er bij ‘witte’<br />

lucht aan had gewerkt waren de<br />

bloempjes goudkleurig -beetje<br />

Rembrandtesk- geworden. Heb<br />

fijn gewerkt maar de hele morgen<br />

ging weg aan het bijtonen <strong>van</strong> die<br />

groepjes. Geloof dat de eenheid<br />

weer terug is.’


64 ROZE ROOSJES 40 X 30 CM OLIEVERF<br />

APPELS MET CHINESE VAAS 65 X 50 CM OLIEVERF WITTE CYCLAMEN 60 X 50XM OLIEVERF 65<br />

STILLEVEN MET MEISJESKOPJE 50 X 60 CM OLIEVERF


66 67<br />

‘Het was weer ’t gevecht dat<br />

je uur na uur bezig bent te<br />

verliezen, tot iedereen, mij<br />

incluis, zegt: ‘Ze is ‘t!’ Dan zeg<br />

je weer dankbaar: ’t wonder is<br />

er weer geweest. Dank U. En<br />

dan een dag kleertjes en haren<br />

en zo.’<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 15-5-1985<br />

Portretten


68 BEA SWINKELS OLIEVERF MAARTEN MANDOS OLIEVERF 69


70 MARIANNE LINNARTS OLIEVERF<br />

PROFESSOR DE HAAS OLIEVERF 71<br />

Uit: Ben Wasser: Het onverbiddelijke enthousiasme <strong>van</strong> een onverbeterlijk<br />

vakman.<br />

(Bij portretschilderen) is nauwkeurig waarnemen en dat heel precies<br />

treffen juist een vereiste en daarin toont <strong>Theo</strong> zich een meester. Dan<br />

moet er tijdens het werken aan een portret wel niet de klad in komen.<br />

Ik herinner me hoe <strong>Theo</strong> me eens vertelde dat hij voor een tweede of<br />

derde sessie voor een meisjesportret ooit tevergeefs naar Den Haag<br />

was gereisd. Bij aankomst bleek het daar gesneeuwd te hebben en<br />

daardoor was het licht, ook zoals het door de ramen naar binnen viel,<br />

zozeer veranderd dat er niets anders opzat dan ofwel onverrichter zake<br />

huiswaarts te keren ofwel een helemaal opnieuw te beginnen. Met een<br />

portret kan nu eenmaal niet worden gesjoemeld. Naast de schilderskist<br />

staat er geen trucendoos. Naast die <strong>van</strong> hem althans.<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: geen datum<br />

(...) Hartelijke mensen, maar het meest hart-verwarmend voor mij was<br />

dat ze zei dat iedereen – familie en kennisen – haar portret zo goed<br />

vonden. Beide trouwens. En dan te bedenken dat ik al een paar weken<br />

niet naar hen op durfde bellen omdat ik bang was voor teleurgestelde<br />

uitingen. Haar portret lijkt, dat wist ik, daar was ik zeker <strong>van</strong>, maar zij is<br />

zo iemand die normaal een wat zuur-bittere trek heeft, hoewel er soms<br />

flitsend iets heerlijk–blij’s over zo’n gezicht kan trekken. Dat zie ik dan,<br />

en dat blijft me bij, maar ik ben jammer genoeg niet zó geniaal dat ik<br />

het ‘vast kan leggen.’<br />

(...)<br />

Het is een raar vak: je levert de mensen steeds iets waar je eigenlijk niet<br />

helemaal achter staat, omdat ‘de materie’ altijd maar een deel(tje) is <strong>van</strong><br />

het beeld dat levend in je geest aanwezig was tijdens het gevecht dat<br />

schilderen is.<br />

Maar nu ik weet dat ze blij zijn met die portretten kan ik rustig gaan<br />

slapen.


72 BAS VAN DELFT OLIEVERF ABT BAETEN OLIEVERF 73<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong><br />

aan Hyacinth: 17-7-87<br />

‘Ik zag nog veel meer<br />

natuurlijk, maar hij<br />

zat met zijn gezicht<br />

tegen het licht<br />

in. Heb dus geen<br />

‘beeld’ <strong>van</strong> hem dat<br />

bruikbaar is voor<br />

straks. Kan me ook niets schelen. Al pratend heb ik<br />

de persoon leren kennen, als we in de eetzaal aan het<br />

schilderen gaan zie ik wel welke belichting alles <strong>van</strong><br />

die persoon het duidelijkst laat uitkomen.<br />

16-10-87<br />

Dit wordt niet alleen het eerste portret zonder staf en<br />

mijter, maar ook: met de benen over elkaar.’


74 OSCAR VOORSMIT OLIEVERF MICHIEL HOUBEN OLIEVERF WIESJE MAARSE – V.D. DUNGEN OLIEVERF 75<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth:<br />

6-5-1987<br />

(Over jongen <strong>van</strong> 5 jaar)<br />

Hij is ook erg gevoelig. Vanmorgen<br />

tegen 12 uur, dus tegen het eind<br />

<strong>van</strong> de rit, vroeg hij of hij even wat<br />

tegen zijn moeder beneden mocht<br />

gaan zeggen. Die kwam even<br />

later vertellen dat hij ‘niet meer<br />

wou,’ en toen ik het slachtoffer<br />

even later weer terugzag, en hij<br />

nurks op zijn stoel plofte met<br />

zijn onderarmen voor zijn huilend<br />

gezicht, en zo voorover op zijn<br />

tafeltje zich ‘onzichtbaar’ maakte leek het erop dat we het portretje wel<br />

konden vergeten.<br />

Maar ik moest in ieder geval het kontakt herstellen voor ik naar huis<br />

fietste! En terwijl hij sluiks over zijn armen heen naar me keek, begon ik<br />

de aanval met: ‘Arme jongen, kun je nog lachen?’ ‘Wedden?’ en dergelijke<br />

plagende vriendschapsbetuigingen. En na 5 minuten gaf ons zielig stukje<br />

verdriet zich gewonnen en scheen er een nat zonnetje door zijn tranen.<br />

Heb hem toen toch maar vrij gegeven tot <strong>van</strong>middag, want wat moet ik<br />

met zo’n opgeblazen rood kopje? Hij wil zo graag zijn portret naast dat<br />

<strong>van</strong> zijn broertje zien hangen, en raakte in paniek toen hij merkte hoeveel<br />

onvrijheid en onnatuurlijke discipline hem dat kostte.<br />

Maar <strong>van</strong>middag was hij weer lief... Ik vraag zo weinig mogelijk <strong>van</strong> hem,<br />

hoop dat het morgen goed gaat.


76 WOUTER HAGERS OLIEVERF<br />

VINCENT VAN HERKHUIZEN OLIEVERF 77<br />

Uit: Brief <strong>van</strong> Wouter Hagers:<br />

Poseren voor een portret is niet zo<br />

moeilijk, het is gewoon stilzitten<br />

en wachten totdat de schilder je<br />

op het doek heeft afgebeeld. Als je<br />

het zo bekijkt is het inderdaad niet<br />

moeilijk. Maar als je drie dagen<br />

achter elkaar stil moet zitten in<br />

etappes <strong>van</strong> meerdere uren is het<br />

toch wel saai. Althans, dat zou je<br />

verwachten, vooral als beweeglijk<br />

kind <strong>van</strong> acht jaar oud. Maar het<br />

is in mijn herinnering totaal niet<br />

saai geweest. Mijn vader had wat<br />

voorzorgsmaatregelen getroffen<br />

en las mij gedurende deze drie dagen het boek ‘Brief voor de Koning’ <strong>van</strong><br />

Tonke Dragt voor. Maar ook de omgeving was niet vervelend. Kijken naar<br />

andere schilderijen, uit het raam, naar de schilder die bezig was. (...) Het is<br />

erg mooi geworden en het hangt al acht jaar boven een kastje midden in de<br />

woonkamer. Het blijft mooi om naar te kijken en vrienden <strong>van</strong> mij vinden<br />

het net zo.<br />

Vincent <strong>van</strong> Herkhuizen wilde<br />

een portret <strong>van</strong> hemzelf aan zijn<br />

aanstaande vrouw geven, ter<br />

gelegenheid <strong>van</strong> hun trouwen.<br />

Uit: Brief <strong>van</strong> Vincent <strong>van</strong><br />

Herkhuizen:<br />

Jouw eerste reactie was: ‘…maar<br />

ik schilder alleen bij natuurlijk<br />

licht…en het is december…maar ik<br />

vind het idee wel erg leuk en een<br />

hele uitdaging’. Je accepteerde de<br />

opdracht onder voorbehoud. (...)<br />

Het gebeurde dat je zei: ‘Alles<br />

wordt rood, ik kan niet verder<br />

werken’. Het zonlicht weerkaatste op het rode pannendak <strong>van</strong> het huis<br />

op de Berg en Dalseweg in het atelier. Dus een nieuwe afspraak. We<br />

hebben vaak samen gezellig koffie gedronken. (...) Vele onderwerpen<br />

hebben wij besproken, de geur <strong>van</strong> jouw pijptabak… je opmerkingen<br />

zoals… ‘Wacht… ik zie nog iets’ zijn mij altijd bijgebleven.


78 79<br />

Titel <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>, <strong>Jansz</strong>., Lichtschilder<br />

Uitgave Dit boek, inclusief cd-rom, is uitgegeven door de familie <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>,<br />

ter gelegenheid <strong>van</strong> de 90ste verjaardag <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong>, <strong>Jansz</strong>.<br />

11 december, 2oo4<br />

ISBN: 9o-9o18843-6<br />

Copyright © 2oo4 familie <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Carnotstraat 6<br />

6533 DT Nijmegen<br />

Nederland<br />

Tekstredactie Hyacinth <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Jan <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Kunstwerkkeuze Margriet <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Vincent <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Vormgeving cd-rom Bas <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Vormgeving boek <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> jr.<br />

Vormgeving omslag <strong>Theo</strong>, Vincent en <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong><br />

Inleiding Paul Meeuws Ik wil vertellen<br />

Bijdragen <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. citaten uit brieven aan Hyacinth<br />

citaten uit autobiografie<br />

Ben Wasser Het onverbiddelijke enthousiasme <strong>van</strong><br />

een onverbeterlijk vakman<br />

Hans <strong>van</strong> den Maagdenberg Zelfportret <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>.<br />

Vincent <strong>van</strong> Herkhuizen<br />

Wouter Hagers<br />

Margriet <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> Mozaïeken<br />

Vincent <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> Levensloop<br />

Fotografie Marc <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> (tenzij anders vermeld)<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> <strong>Jansz</strong>. pagina 25, 68, 69, 7o, 71, 74, 75, 76, 77<br />

Ernst <strong>van</strong> Mackelenbergh pagina 73<br />

Jan <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> pagina 18<br />

<strong>Theo</strong> <strong>van</strong> <strong>Delft</strong> jr. pagina 4, 43<br />

Drukwerk Graphiset bv<br />

Bindwerk <strong>van</strong> Mierlo Boekbinders bv<br />

Cd-rom Digital Connection<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel <strong>van</strong><br />

druk, fotocopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming <strong>van</strong> de uitgevers.


Epiloog<br />

Uit: Brieven <strong>van</strong> <strong>Theo</strong> aan Hyacinth: 1-6-96<br />

Gistermorgen: schilderkoorts. Wat potten en borden bij elkaar gezet, een roze<br />

Kaaps viooltje er voor, en een beeldje <strong>van</strong> een chinees, het was een symfonie <strong>van</strong><br />

rood-roze en groenen. Met heel grote kwasten een half-af begonia schilderij onder<br />

de nieuwe droom doen verdwijnen en toen aan de bloempjes begonnen, want die zijn<br />

veranderlijk. Daar <strong>van</strong>daag aan doorgewerkt, <strong>van</strong>morgen en <strong>van</strong>middag. En toen, na<br />

een paar uur begon het: mijn hand was vast genoeg voor dat prutswerk, maar mijn<br />

ogen lieten het afweten. De leesbril wou op den duur ook niet meer helpen, ik heb<br />

nog een tijd volgehouden, maar het werd toch te erg.<br />

Het is de straf voor een heel leven lang dromen denk ik. Mijn ogen willen niet anders<br />

meer. Wie weet is het een soort verkoudheid maar het heeft vooral te maken met het<br />

alsmaar fel kijken naar dezelfde kleine kleurverschillen op die massa bloemblaadjes.<br />

Bij een portret is er telkens een ander deel <strong>van</strong> het gezicht, en zijn er maar een paar<br />

heel kleine details. Wie weet ga ik nog ooit ‘breed’ schilderen, zonder details, iets<br />

waar ik al heel lang <strong>van</strong> droom, maar dat ik nooit doe!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!