Bewijsbeslag opgeheven: onmiddellijke teruggave van in ... - DigiJuris

Bewijsbeslag opgeheven: onmiddellijke teruggave
van in beslag genomen data? door Gert Bos
Als een bewijsbeslag door een rechterlijk vonnis wordt opgeheven, vervalt dan onmiddellijk ook
de gerechtelijke bewaring van de in beslag data die op datadragers staat opgeslagen? Of moet
de opheffing van de gerechtelijke bewaring worden gevorderd?
De casus
Dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie bewijst het volgende voorbeeld uit onze
praktijk. Wat was er aan de hand? Er was door ons beslag gelegd op data bij een beslagene.
Vervolgens zijn, conform het verzoekschrift c.q. de beschikking, op kosten van de
opdrachtgever kopieën van betreffende gegevensdragers gemaakt en zijn de in beslag
genomen zaken aan beslagene geretourneerd. De kopieën zijn vervolgens, eveneens conform
de beschikking, aan DigiJuris in gerechtelijke bewaring gegeven.
Bij dagvaarding heeft opdrachtgever vervolgens beslagene gedagvaard om inzage in de onder
gerechtelijke bewaring gestelde stukken te verkrijgen uit hoofde van art. 843a Rv.
Bij vonnis heeft de Voorzieningenrechter op vordering van beslagene ten aanzien van het
bewijsbeslag geoordeeld:
‘heft op het op basis van de beschikking van ten laste van beslagene gelegde
bewijsbeslag’
Het vonnis is ten aanzien van dit oordeel uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Uit hoofde van
genoemd oordeel heeft beslagene via hun raadsman ons verzocht de door ons in gerechtelijke
bewaring gehouden kopieën af te geven, althans te vernietigen.
De raadsman van beslaglegger verzet zich evenwel tegen het afgeven van de in bewaring
genomen data.
‘Het oordeel van de rechtbank sorteert evenwel niet in het (kennelijk) door beslagene
beoogde effect en U bent niet gehouden gehoor te geven aan het verzoek (of de sommaties)
van beslagene in dat kader. Het bewijsbeslag is immers op de dag dat het gelegd is, geëindigd
met de teruggave van de beslagen zaken. In vervolg hierop zijn kopieën (welke zijn betaald
door cliënte en haar eigendom zijn) in gerechtelijke bewaring gegeven. Ten aanzien van de
inzage in de betreffende kopieën is de bodemprocedure gestart.
Thans is aldus geen sprake meer van een beslagsituatie, maar is nog slechts sprake van
gerechtelijke bewaring totdat de rechtbank een oordeel zal hebben gegeven of, en zo ja onder
welke voorwaarden, beslagene het recht op inzage in de betreffende bescheiden hebben. De
zaken die U in gerechtelijke bewaring houdt, zijn geen eigendom van beslagene.’
Opheffing van de bewaring of niet?
Bij gerechtelijke bewaring gelden de artikelen 853 e.v. Rv. In artikel 860 tweede lid Rv wordt
vermeld dat opheffing van het beslag waarin de gerechtelijke bewaring haar grond vindt, van
rechtswege tevens opheffing van de bewaring tot gevolg heeft.
De raadsheer van beslaglegger sommeert ons evenwel niet tot afgifte over te gaan en houdt
ons aansprakelijk voor het verloren gaan van de data.

Wij besluiten de casus voor te leggen aan de voorzieningenrechter die vonnis wees in de
beslagzaak. Wij verzoeken hem aan te geven of kan worden overgegaan tot afgifte of, zoals
beslaglegger eist, te bevestigen dat de bewaarneming kan worden gehandhaafd.
Brief voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter schrijft ons vervolgens dat in het vonnis waarbij het beslag is
opgeheven niet is gevorderd dat de in het kader van het bewijsbeslag gemaakte kopieën op de
voet van artikel 860, tweede lid Rv moeten worden afgegeven dan wel vernietigd.
Nu dit niet is gebeurd, kan er geen uitspraak worden gedaan over de toepasselijkheid van
artikel 860, tweede lid Rv. De bewaarneming blijft derhalve in stand.
Conclusie
Als opheffing van een bewijsbeslag wordt gevorderd, dient ook de afgifte of de vernietiging
van de gemaakte kopieën worden gevorderd. Anders blijft de bewaarneming in stand!
Als u meer over dit onderwerp wilt weten, neem dan contact op met Gert Bos op 088-0078200
of mail met gert@digijuris.nl.