Het schoeisel van de KNIL-militair - Collectie

Het schoeisel van de KNIL-militair - Collectie Het schoeisel van de KNIL-militair - Collectie

collectie.legermuseum.nl
from collectie.legermuseum.nl More from this publisher
24.09.2013 Views

de militaire administratie van het KNIL, de eerste-luitenant B. W. C. G. Vries. 18) Beide heren kregen ook nog tot taak bij de beproevingen twee andere zaken na te gaan en daaromtrent de legercommandant (luitenant-generaal A. Haga werd in '89 opgevolgd door luitenant-generaal T. J. A. van Zijll de Jong) en de specialisten van de legerleiding daaromtrent te adviseren. Ten eerste: welke soorten sokken waren voor de inheemse voet geschikt? Alras bleek bij de volgende testen de model-sok voor Europese voeten geheel ongeschikt voor de inheemse voet te zijn, aangezien deze laatste een afwijkende vorm had, als gevolg waarvan steeds aan de voorzijde een lege punt over bleef, iets wat onaanvaardbaar was. En verder: kon de in gebruik zijnde KL-schoen uit Nederland nog voor enkele inheemse militairen worden gebruikt? En, in analogie met de sok, bleek nog ten overvloede dat de KL-schoen (natuurlijk ook, zouden we nu nog zeggen) definitief ongeschikt was voor de inheemse militairen. Dit terzijde. Roussel en Vries gingen met voortvarendheid te werk. Wij kunnen ons dit zeker voorstellen. Vries, de officier die kennis had genomen van alle schoen-ellende, zou niet rusten voordat er een goede oplossing kwam. En de fabrikant Roussel, die nog een paar jaar het monopolie van een schoenenfabriek in Nederlands-Indië had, was uiteraard ook erg gemotiveerd omdat hij in de verte enige forse orders vermoedde . . . Hij mat persoonlijk met grote deskundigheid de voeten van alle reeds genoemde honderden Javaanse militairen. De deskundige beproeving De Javaanse soldaat zat nu letterlijk op een voetstukje, immers hij werd op een stoel neergezet en om hem heen allemaal mensen die het in gunstige zin op zijn voeten gemunt hadden. Dat was nog eens wat . . . De meet- en testoperatie was goed opgezet, een handig schema, deskundige begeleiding en controle. Roussel en Vries om hem heen en dan de volledige inzet en medewerking van de daarbij betrokken andere officieren en de aan deze toegevoegde Europese en inheemse kaderleden, instructeurs en fouriers, benevens ook officieren van gezondheid en ziekenverplegers van de aangewezen bataljons. Allemaal aan de voeten van Kromo, de Javaanse fuselier, dát was `terlaloe' (= dat was nog eens wat . . .) Tijdens de diverse meet-dagen verzamelde Roussel op grote schaal alle gegevens die hij als vakman nodig had om daarmede een set van houten leesten te vervaardigen. Voor de houtsoorten voor de leesten koos Roussel wat in Indië aanwezig was; hij nam geen djati (= teak), dat was wegens splinteren ongeschikt, maar selecteerde de wali-koekoen boom en later ook de bientaus. En op de gereedgemaakte leesten werden tenslotte zowel de benodigde lederen als ook zeildoekse schoenen vervaardigd. Toen er op alle leesten een voldoende aantal schoenen van beiderlei type was gereedgekomen, kon de troepenbeproeving van start gaan onder leiding van al die gegradueerden die wij eerder de revue lieten passeren. Resultaten komen; . . . maar . . . langzaam Tijdens de beproevings-cyclus kwam men alras tot de conclusie dat men bij het dragen van schoenen altijd gebruik diende te maken van sokken, iets wat voor de mensen in de Oost zeker geen logische zaak was. Een sok was destijds in de inheemse maatschappij natuurlijk een volslagen onbekend artikel. En zo kwamen er meer details tevoorschijn waarover wij in dit artikel niet in extenso zullen vertellen: een zeer uitgebreide beschrijving troffen wij aan in het IMT van 1890 (2), blz. 101- 137. Alle proefpersonen kregen twee paar schoenen, of die nu van leer of van zeildoek waren: ze waren precies passend en gecontroleerd voor hun eigen voeten gemaakt; de een kreeg paren van leer, de ander van zeildoek. En dan nog twee paar sokken; en die moesten ze aan doen binnen de schoenen (ja, opdracht). De betrokken commandanten zorgden nu dat op die

schoenen en sokken alle diensten in het kader van de beproeving werden verricht. De reparaties en vernieuwingen geschiedden in deze cyclus voor kosten van de dienst en de schoenen bleven het eigendom van de proefpersonen. Het zoolleder was in 1890 in Indië echter nog niet zo sterk te krijgen als dat in Nederland het geval was, alwaar men met looien van leder immers al enige eeuwen ervaring had opgedaan. De leerlooi-industrie in Indië moest nog pas goed beginnen en een hele ontwikkeling doormaken. En de proefschoenen waren zeker niet goedkoop: toen nog wat duurder dan in Nederland. De lederen schoen kwam op f 6,- per paar, hetgeen destijds vrij duur was; maar in een serie van 600 à 700 paar daalde de prijs al naar f 5,50. Schoenen van zeildoek waren voordeliger, f 4,05 per paar. Men nam aan dat naarmate de produktie verder zou gaan, de prijzen nog wel wat zouden gaan dalen. Bij de proeven in 1890 bestond al de verwachting dat de aanmaak van de legerschoenen steeds meer in Indië zou plaatsvinden. En ook dat allengs over de hele linie er aan de Inlandse militairen schoeisel zou worden verstrekt. Zover was het namelijk nog lang niet en die integrale verstrekking zou zeker niet snel gaan. We moeten ons voorstellen dat nu juist de Javaanse militairen van de infanterie in alle hoeken van de archipel vaak in kleine moeilijk bereikbare detachementjes dienst deden, op grote afstanden van elkaar. De dimensies in de Indische archipel waren werkelijk gigantisch en met de vervoermiddelen en schepen van toen kon de reis naar de periferie wel weken duren. Uitgezet op de kaart van Europa, besloeg Nederlands-Indië een gebied dat liep van Ierland in het westen tot over de Oeral en de Kaspische Zee in het oosten; een achtste deel van de omtrek van de aarde. Als men met zulke dimensies te doen heeft is het niet goed mogelijk overal `even' goed schoeisel rond te brengen. Het zou dan ook nog de nodige jaren duren alvorens het goed opgezette schoenenplan geheel zou zijn uitgevoerd. Doorgaan op de oude manier Het modderen op blote voeten of, in Atjeh, op schoenen niet voor hun voeten gemaakt, ging voor de Javaanse militairen natuurlijk nog lang gewoon door, met alle ellende daaraan verbonden. Nog in begin 1889 bijvoorbeeld bij de acties op de oostkust van Atjeh bij Edi, waar - alweer kort voor de expeditie - de niet-schoendragers weer even op niet-passende Europese schoenen werden gezet, was na de vierde dag vijf procent van de mindere militairen uitgeschakeld voor diensten omdat ze hun voeten hadden stukgelopen; het betrof hier inheemse militairen. De officieren daarentegen hadden niet de minste last gehad, bleek het, hoogstwaarschijnlijk omdat deze meestal zeildoekse schoenen droegen. Het stond een ieder in het KNIL namelijk vrij om schoeisel aan te schaffen buiten de legervoorraden om en daar op ook dienst te doen, mits men (en dit gold ook voor andere kleding- en uitrustingsstukken) niet te grote verschillen kreeg; officieren mochten nog verder gaan. Men moest het artikel dan wel zelf betalen; en aangezien zeker in die tijd de mindere militair een zeer geringe soldij ontving, kon alleen maar een officier of een wat oudere onderofficier zich deze weelde permitteren. In dat geval liet men zich privé-schoenen aanmeten bij een Chinese schoenmaker. Ook Van Heutsz, die in alle officiersrangen in Atjeh diende, kocht zelf zijn schoenen, net zoals sergeant Heynen en vele andere bekenden uit die tijd, voor het uitrukken voor f 1,25 bij de Chinees op Penajoeng: zeildoekse schoenen. (Penajoeng = middenstandswijk te Kota Radja, Atjeh's hoofdstad) 19) Marechaussee En in datzelfde Atjeh was in 1890 nog iets nieuws aan de gang, dat óók al met schoenen te maken had. Daar kwam namelijk de oprichting van het Korps Marechaussee van Atjeh en Onderhorigheden, een uit de infanterie gerecruteerd keurkorps, waarvan de korporaals en manschappen allen van inheemse landaard moesten zijn: een korps super-infanterie (com-

schoenen en sokken alle diensten in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> beproeving wer<strong>de</strong>n verricht. De<br />

reparaties en vernieuwingen geschied<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze cyclus voor kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienst en <strong>de</strong><br />

schoenen bleven het eigendom <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefpersonen.<br />

<strong>Het</strong> zoolle<strong>de</strong>r was in 1890 in Indië echter nog niet zo sterk te krijgen als dat in Ne<strong>de</strong>rland het<br />

geval was, alwaar men met looien <strong>van</strong> le<strong>de</strong>r immers al enige eeuwen ervaring had opgedaan.<br />

De leerlooi-industrie in Indië moest nog pas goed beginnen en een hele ontwikkeling<br />

doormaken. En <strong>de</strong> proefschoenen waren zeker niet goedkoop: toen nog wat duur<strong>de</strong>r dan in<br />

Ne<strong>de</strong>rland. De le<strong>de</strong>ren schoen kwam op f 6,- per paar, hetgeen <strong>de</strong>stijds vrij duur was; maar in<br />

een serie <strong>van</strong> 600 à 700 paar daal<strong>de</strong> <strong>de</strong> prijs al naar f 5,50. Schoenen <strong>van</strong> zeildoek waren<br />

voor<strong>de</strong>liger, f 4,05 per paar. Men nam aan dat naarmate <strong>de</strong> produktie ver<strong>de</strong>r zou gaan, <strong>de</strong><br />

prijzen nog wel wat zou<strong>de</strong>n gaan dalen.<br />

Bij <strong>de</strong> proeven in 1890 bestond al <strong>de</strong> verwachting dat <strong>de</strong> aanmaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> legerschoenen<br />

steeds meer in Indië zou plaatsvin<strong>de</strong>n. En ook dat allengs over <strong>de</strong> hele linie er aan <strong>de</strong> Inlandse<br />

<strong>militair</strong>en <strong>schoeisel</strong> zou wor<strong>de</strong>n verstrekt. Zover was het namelijk nog lang niet en die<br />

integrale verstrekking zou zeker niet snel gaan. We moeten ons voorstellen dat nu juist <strong>de</strong><br />

Javaanse <strong>militair</strong>en <strong>van</strong> <strong>de</strong> infanterie in alle hoeken <strong>van</strong> <strong>de</strong> archipel vaak in kleine moeilijk<br />

bereikbare <strong>de</strong>tachementjes dienst <strong>de</strong><strong>de</strong>n, op grote afstan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> elkaar. De dimensies in <strong>de</strong><br />

Indische archipel waren werkelijk gigantisch en met <strong>de</strong> vervoermid<strong>de</strong>len en schepen <strong>van</strong> toen<br />

kon <strong>de</strong> reis naar <strong>de</strong> periferie wel weken duren. Uitgezet op <strong>de</strong> kaart <strong>van</strong> Europa, besloeg<br />

Ne<strong>de</strong>rlands-Indië een gebied dat liep <strong>van</strong> Ierland in het westen tot over <strong>de</strong> Oeral en <strong>de</strong><br />

Kaspische Zee in het oosten; een achtste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> omtrek <strong>van</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. Als men met zulke<br />

dimensies te doen heeft is het niet goed mogelijk overal `even' goed <strong>schoeisel</strong> rond te<br />

brengen. <strong>Het</strong> zou dan ook nog <strong>de</strong> nodige jaren duren alvorens het goed opgezette schoenenplan<br />

geheel zou zijn uitgevoerd.<br />

Doorgaan op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> manier<br />

<strong>Het</strong> mod<strong>de</strong>ren op blote voeten of, in Atjeh, op schoenen niet voor hun voeten gemaakt, ging<br />

voor <strong>de</strong> Javaanse <strong>militair</strong>en natuurlijk nog lang gewoon door, met alle ellen<strong>de</strong> daaraan<br />

verbon<strong>de</strong>n. Nog in begin 1889 bijvoorbeeld bij <strong>de</strong> acties op <strong>de</strong> oostkust <strong>van</strong> Atjeh bij Edi,<br />

waar - alweer kort voor <strong>de</strong> expeditie - <strong>de</strong> niet-schoendragers weer even op niet-passen<strong>de</strong><br />

Europese schoenen wer<strong>de</strong>n gezet, was na <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> dag vijf procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re <strong>militair</strong>en<br />

uitgeschakeld voor diensten omdat ze hun voeten had<strong>de</strong>n stukgelopen; het betrof hier inheemse<br />

<strong>militair</strong>en. De officieren daarentegen had<strong>de</strong>n niet <strong>de</strong> minste last gehad, bleek het,<br />

hoogstwaarschijnlijk omdat <strong>de</strong>ze meestal zeildoekse schoenen droegen. <strong>Het</strong> stond een ie<strong>de</strong>r in<br />

het <strong>KNIL</strong> namelijk vrij om <strong>schoeisel</strong> aan te schaffen buiten <strong>de</strong> legervoorra<strong>de</strong>n om en daar op<br />

ook dienst te doen, mits men (en dit gold ook voor an<strong>de</strong>re kleding- en uitrustingsstukken) niet<br />

te grote verschillen kreeg; officieren mochten nog ver<strong>de</strong>r gaan. Men moest het artikel dan wel<br />

zelf betalen; en aangezien zeker in die tijd <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re <strong>militair</strong> een zeer geringe soldij ontving,<br />

kon alleen maar een officier of een wat ou<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rofficier zich <strong>de</strong>ze weel<strong>de</strong> permitteren. In<br />

dat geval liet men zich privé-schoenen aanmeten bij een Chinese schoenmaker. Ook Van<br />

Heutsz, die in alle officiersrangen in Atjeh dien<strong>de</strong>, kocht zelf zijn schoenen, net zoals sergeant<br />

Heynen en vele an<strong>de</strong>re beken<strong>de</strong>n uit die tijd, voor het uitrukken voor f 1,25 bij <strong>de</strong> Chinees op<br />

Penajoeng: zeildoekse schoenen. (Penajoeng = mid<strong>de</strong>nstandswijk te Kota Radja, Atjeh's<br />

hoofdstad) 19)<br />

Marechaussee<br />

En in datzelf<strong>de</strong> Atjeh was in 1890 nog iets nieuws aan <strong>de</strong> gang, dat óók al met schoenen te<br />

maken had. Daar kwam namelijk <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> het Korps Marechaussee <strong>van</strong> Atjeh en<br />

On<strong>de</strong>rhorighe<strong>de</strong>n, een uit <strong>de</strong> infanterie gerecruteerd keurkorps, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> korporaals en<br />

manschappen allen <strong>van</strong> inheemse landaard moesten zijn: een korps super-infanterie (com-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!