Bijlage 12 - Gemeente Oss
Bijlage 12 - Gemeente Oss Bijlage 12 - Gemeente Oss
Bestemmingsplan Twee Kernen - 2012 Bijlage 12 - Ruimtelijke onderbouwing Brouwerspad 20 Vastgesteld
- Page 3 and 4: Ruimtelijke onderbouwing ‘Brouwer
- Page 5 and 6: Gemeente Oss Ruimtelijke Onderbouwi
- Page 7 and 8: INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE……
- Page 9 and 10: Figuur 2: Omgevingskaart 1. INLEIDI
- Page 11 and 12: Figuur 3. Ligging projectlocatie in
- Page 13 and 14: Bestaande woning Brouwerspad noorde
- Page 15 and 16: De nieuwe woningen zullen op een af
- Page 17 and 18: Figuur 9. Kaartlaag ‘Stedelijke o
- Page 19 and 20: In de Strategische visie 2007 staat
- Page 21 and 22: Voor de periode 2011 tot en met 202
- Page 23 and 24: 4. OMGEVINGSASPECTEN 4.1 Algemeen D
- Page 25 and 26: Grondwater Tijdens de veldwerkzaamh
- Page 27 and 28: aanbevolen van 22 m³ (bij een T=10
- Page 29 and 30: voor dieren waarvoor geuremissiefac
- Page 31 and 32: Het groepsgebonden risico is een to
- Page 33 and 34: 5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID De o
- Page 35 and 36: 6. PROCEDURE Burgemeester en wethou
- Page 37 and 38: 7. MOTIVATIE EN CONCLUSIE Onderhavi
- Page 39: BIJLAGEN I. archeologisch onderzoek
- Page 42 and 43: Inventariserend veldonderzoek (kart
- Page 44 and 45: Inventariserend veldonderzoek (kart
- Page 46 and 47: Inventariserend veldonderzoek (kart
- Page 48 and 49: Inventariserend veldonderzoek (kart
- Page 50 and 51: Inventariserend veldonderzoek (kart
Bestemmingsplan<br />
Twee Kernen - 20<strong>12</strong><br />
<strong>Bijlage</strong> <strong>12</strong> - Ruimtelijke onderbouwing Brouwerspad 20<br />
Vastgesteld
Ruimtelijke onderbouwing<br />
‘Brouwerspad 20, Lith’<br />
April 20<strong>12</strong><br />
Planomar, planologisch adviesbureau Obrechtstraat 3G 5344 AT <strong>Oss</strong> www.planomar.nl
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 2
<strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />
Ruimtelijke Onderbouwing<br />
‘Brouwerspad 20, Lith’<br />
Gegevens opdrachtgever<br />
Naam : Fam. Ceelen<br />
Adres : Molenstraat 50<br />
Postcode : 5397 EL<br />
Plaats : Lith<br />
Telefoon : 04<strong>12</strong>-481442<br />
Gegevens adviesbureau<br />
Naam : Planomar<br />
Contactpersoon : Dhr. M.G.M. van Schadewijk<br />
Adres : Obrechtstraat 3-G<br />
Postcode : 5344 AT<br />
Plaats : <strong>Oss</strong><br />
Telefoon : 04<strong>12</strong>-648499 / 06-20553411<br />
e-mail : mvschadewijk@planomar.nl<br />
internet : www.planomar.nl<br />
Naam document Ruimtelijke Onderbouwing<br />
Brouwerspad 20, Lith<br />
Versie 1 September 2011<br />
Versie 2<br />
December 2011<br />
Versie 3 April 20<strong>12</strong><br />
Paraaf M.H.H. van Gessel<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 3
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 4
INHOUDSOPGAVE<br />
INHOUDSOPGAVE………………………………………………………………………5<br />
1. INLEIDING…………………………………………………………………………….7<br />
1.1 Aanleiding……………………………………………………………………………<br />
1.2 Leeswijzer……………………………………………………………………………<br />
2. GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL………………………………………………...9<br />
2.1 Gebiedsprofiel……………………………………………………………………… .<br />
2.2 Projectprofiel…………………………………………………………………………<br />
2.2.1 Huidige situatie……………..……………………………………………..<br />
2.2.2 Beoogde situatie……………..……………………………………………<br />
3. PLANOLOGISCH BELEIDSKADER……………………………………………..15<br />
3.1 Provinciaal……………………………………………………………………………<br />
3.2 <strong>Gemeente</strong>lijk…………………………………………………………………………<br />
4. OMGEVINGSASPECTEN…………………………………………………………21<br />
4.1 Algemeen……………………………………………………………………………..<br />
4.2 Archeologie…………………………………………………………………………..<br />
4.3 Bodem………………………………………………………………………………..<br />
4.4 Flora en fauna……………………………………………………………………….<br />
4.5 Water…………………………………………………………………………………<br />
4.6 Geluid………………………………………………………………………………...<br />
4.7 Luchtkwaliteit………………………………………………………………………...<br />
4.8 Geur…………………………………………………………………………………..<br />
4.9 Kabels en leidingen………………………………………………………………….<br />
4.10 Externe veiligheid………………………………………………………………….<br />
4.11 Planschaderisico…………………………………………………………………..<br />
5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID…………………………………………31<br />
6. PROCEDURE……………………………………………………………………….33<br />
7. MOTIVATIE EN CONCLUSIE…………………………………………………….35<br />
BIJLAGEN…………………………………………………………………………………37<br />
I. archeologisch onderzoek<br />
II. verkennend bodemonderzoek<br />
III. ecologisch onderzoek<br />
IV. watertoets<br />
V. geluidsonderzoek (wegverkeer)<br />
VI. geluidsonderzoek (industrielawaai)<br />
VII. advies brandweer<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 5
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 6
Figuur 2: Omgevingskaart<br />
1. INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding<br />
Dhr. K.M. van der Velden is eigenaar van het perceel kadastraal bekend<br />
gemeente Lith, sectie A, nr. 3863 aan Brouwerspad 20 te Lith (hierna betiteld<br />
als ‘projectlocatie’). Momenteel staat er op dit perceel één oude woning met<br />
enkele kleine schuurtjes/paardenstallen. Het overige deel van de projectlocatie<br />
betreft grasland en is in gebruik als paardenweide. Onderhavig plan richt zich<br />
op het realiseren van twee woningen op het perceel Brouwerspad 20.<br />
Figuur 1. de projectlocatie: in<br />
kadastraal verband<br />
Onderhavige projectlocatie is opgenomen in het thans vigerende<br />
bestemmingsplan ‘Kom Lith’. Genoemd bestemmingsplan is door de<br />
gemeenteraad op 16 mei 1991 vastgesteld. In het vigerende bestemmingsplan<br />
is voor onderhavige projectlocatie de bestemming ‘Dorpskom’ opgenomen.<br />
Onderhavig projectplan past niet in het vigerende bestemmingsplan.<br />
Burgemeester en wethouders hebben via de brief d.d. 25 mei 2011 aangegeven<br />
medewerking te willen verlenen aan het plan van opdrachtgever voor het<br />
bouwen van twee woningen op het perceel Brouwerspad 20 te Lith. Het<br />
toevoegen van de woningen moet een bijdrage leveren aan de ruimtelijke<br />
kwaliteit en moet de stedenbouwkundige structuur versterken.<br />
De gemeente heeft daarbij aangegeven dat het initiatief meegenomen kan<br />
worden in het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”. Hiervoor dient door<br />
middel van een nadere ruimtelijke onderbouwing de haalbaarheid van het plan<br />
te worden aangetoond.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 7
1.2 Leeswijzer<br />
In paragraaf 2 van deze ruimtelijke onderbouwing treft u het gebieds- en<br />
projectprofiel aan. In deze paragraaf wordt onder andere de huidige en<br />
beoogde situatie toegelicht. Vervolgens is in paragraaf 3 het relevante<br />
ruimtelijke beleid beschreven. De omgevingsaspecten komen aan bod in<br />
paragraaf 4. Paragraaf 5, 6 en 7 bevatten respectievelijk de economische<br />
uitvoerbaarheid, de te doorlopen procedure en een motivatie en conclusie.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 8
Figuur 3. Ligging<br />
projectlocatie in groter<br />
verband<br />
2. GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL<br />
2.1 Gebiedsprofiel<br />
De projectlocatie is gelegen in de kern Lith aan Brouwerspad 20 en ligt<br />
ingesloten door het Brouwerspad en de Heuvelwijkstraat in Lith (zie figuur). Het<br />
Brouwerspad maakt deel uit van de historische padenstructuur in Lith en is als<br />
zeer waardevol bestempeld. Onderhavige locatie is gelegen op een<br />
langgerekte, kunstmatige hoogte. In de lengterichting ligt aan het Brouwerspad<br />
een rij boerderijen. In de Karolingsche tijd begon men met het opwerpen van<br />
kunstmatige hoogten tegen hoge waterstanden. Ook na de dijkaanleg ging men<br />
door met het ophogen ervan. Tot in de 18 e eeuw werden de terpen opgehoogd.<br />
Over het hoogste punt van de langgerekte heuvel loopt het Brouwerspad, een<br />
vluchtpad, waarover men in geval van nood naar de dijk kon vluchten. Vandaar<br />
dat het woongedeelte van boerderijen naar dit pad gericht was. Het<br />
bedrijfsgedeelte was met een grote poort naar de achterweg (in dit geval de<br />
Heuvelwijkstraat) gericht, waarover de hooioogst gemakkelijk binnengebracht<br />
kon worden. Aan de overzijde van het Brouwerspad liggen zogenaamde<br />
‘overtuintjes’ en natuur. Het landelijk karakter is zo goed bewaard gebleven en<br />
geeft de situatie van eeuwen geleden weer.<br />
De projectlocatie ligt in het gebied ten westen van het bedrijventerrein<br />
Wargaren en ten oosten van het centrum van Lith. In het gebied tussen het<br />
centrum en het bedrijventerrein is de bebouwingsdichtheid lager dan in de<br />
bovengenoemde gebieden. In dit ‘tussengebied’ bevinden zich enkele<br />
bebouwingslinten, onder andere de Heuvelwijkstraat en de Zomerstraat. De<br />
afgelopen jaren zijn deze bebouwingslinten intensief verdicht met nieuwe<br />
bebouwing, met name nieuwe woningen. Met veel groen tussen de bebouwing<br />
heeft het gebied nog altijd een relatief open karakter.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 9
Figuur 6. Luchtfoto<br />
projectlocatie met opstallen<br />
Figuur 4. Projectlocatie op kadasterkaart<br />
In (minuutplan) de directe uit 1811-1832 omgeving van de projectlocatie liggen diverse grote<br />
bouwblokken/woningen, waarvan een aantal voormalige agrarische gebouwen.<br />
Figuur 5. Projectlocatie op kadasterkaart van 19<strong>12</strong><br />
Daarnaast ligt de projectlocatie nabij de Mr. Van Coothstraat. De Mr. Van<br />
Coothstraat is een regionale wegverbinding (N625) en vormt dé ontsluiting van<br />
Lith met de regio. Deze verkeersader grenst aan een groot deel van het dorp en<br />
loopt ook door het centrum van Lith. Hiermee bepaald deze weg grotendeels de<br />
ontwikkelingsstructuur van Lith. Bovendien vormt deze straat de afscheiding<br />
tussen het dorp (ten noorden van deze straat) en het buitengebied van Lith. Ten<br />
zuiden van de Mr. van Coothstraat bevindt zich een (zeer) open en uitgestrekt<br />
agrarisch polderlandschap.<br />
2.2 Projectprofiel<br />
2.2.1 Huidige situatie<br />
Het perceel kadastraal bekend gemeente Lith, sectie A, nr. 3863, is gelegen in<br />
het westen van de kern Lith en is in eigendom van Dhr. K.M. van der Velden.<br />
Het totale perceel kent een oppervlakte van circa 3211 m2, waarvan circa 1.700<br />
m2 bestemd is bestemd is voor de twee nieuw te ontwikkelen woningen.<br />
20<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 10
Bestaande woning<br />
Brouwerspad noordelijk<br />
Bestaande woning<br />
Brouwerspad 20<br />
Brouwerspad 20<br />
richting<br />
Gastank<br />
Brouwerspad 20<br />
Momenteel staat er op de projectlocatie één oude woning met een aantal kleine<br />
schuurtjes en stalletjes (zie figuur 6). De diverse schuurtjes en stalletjes op het<br />
noordelijk deel geven een rommelig aanzicht vanaf de Mr. Van Coothstraat. Het<br />
overige deel van het perceel bestaat uit grasland en wordt gebruikt als<br />
paardenweide. Ontsluiting van het perceel vindt plaats via de Heuvelwijkstraat,<br />
maar ook via het Brouwerspad is het perceel te bereiken.<br />
Onderstaande foto-impressie geeft een goed beeld weer van de huidige situatie<br />
op de projectlocatie en haar omgeving.<br />
Figuur 7a t/m 7j. Foto-impressie projectlocatie en omgeving<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 11<br />
het tankstation<br />
Schuren en stalletjes<br />
Brouwerspad<br />
landelijk gebed Lith<br />
Brouwerspad 20 met links<br />
Schuren gezien vanaf<br />
Schuren en stalletjes Zicht vanaf Brouwerspad op
2.2.2 Beoogde situatie<br />
Cliënten willen ter plaatse 2 woningen realiseren, waarbij de bestaande woning<br />
(Brouwerspad 20) behouden blijft. De nu aanwezige schuurtjes en stalletjes op<br />
het noordelijk deel van het perceel (2 schuren en 1 stal) zullen hiervoor worden<br />
gesloopt. Het betreft hier circa 232,5 m² te slopen bebouwing.<br />
Om de historische structuur te herstellen zullen beide woningen georiënteerd<br />
worden op het Brouwerspad, waarbij de nieuwe zuidelijke woning georiënteerd<br />
is op het nieuwe verlengde Brouwerspad. De goothoogte van beide woningen is<br />
maximaal 4 meter en de nokhoogte 8 meter. Daarnaast zullen de woningen<br />
voorzien in een bijgebouw (garage) aan de Heuvelwijkstraat, vanwaar het<br />
perceel per auto bereikbaar is. Het resterende perceel wordt ingericht als<br />
groene ruimte, zodat er vanuit Brouwerspad openheid ontstaat richting het<br />
polderlandschap.<br />
Naast het toevoegen van twee nieuwe woningen zijn cliënten bereid om het<br />
Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat. Hiermee wordt het<br />
historische verloop van het pad in ere hersteld. Dit in combinatie met de<br />
randvoorwaarden voor beplanting rondom het nieuwe Brouwerspad levert een<br />
kwalitatieve verbetering op van de ruimtelijk situatie ter plaatse. De aan-<br />
/beplantingsvoorwaarden zijn in figuur 8 tekstueel weergegeven.<br />
Het toevoegen van twee woningen die aansluiten bij de karakteristiek van het<br />
Brouwerspad, waarbij de schuurtjes en stalletjes worden gesloopt, levert een<br />
bijdrage aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en versterking van de<br />
stedenbouwkundige structuur.<br />
Figuur 8. Inrichtingsschets beoogde situatie<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> <strong>12</strong>
De nieuwe woningen zullen op een afstand van minimaal 25 meter vanaf de<br />
gastank en 45 meter vanaf het LPG-vulpunt worden gerealiseerd (zie figuur 8).<br />
De inrichtingsschets zoals weergegeven in figuur 8 betreft nadrukkelijk geen<br />
finaal eindbeeld, maar geeft een goede impressie van de beoogde situatie.<br />
Hoewel de woningen met hun voordeur naar het Brouwerspad worden<br />
georiënteerd, willen cliënten de adressering van de twee woningen aan de<br />
Heuvelwijkstraat. Dit in verband met de bereikbaarheid en vindbaarheid van de<br />
woningen bij eventuele calamiteiten.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 13
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 14
Figuur 9. Kaartlaag<br />
‘Stedelijke ontwikkeling’,<br />
Verordening ruimte Noord-<br />
Brabant 2011<br />
3. PLANOLOGISCH BELEIDSKADER<br />
3.1 Provinciaal<br />
Verordening ruimte Noord-Brabant 2011<br />
Provinciale Staten hebben op 17 december 2010 de Verordening ruimte Noord-<br />
Brabant 2011 vastgesteld. Deze verordening is in twee fasen tot stand<br />
gekomen:<br />
- De Verordening ruimte fase 1, die op 23 april 2010 werd<br />
vastgesteld, betrof het omzetten in regels van het toen geldende<br />
provinciaal beleid;<br />
- De Verordening ruimte fase 2, waarvan het ontwerp op 1 en 22 juni<br />
2010 werd vastgesteld, betrof het omzetten in regels van nieuw<br />
beleid dat is opgenomen in de Structuurvisie ruimtelijke ordening en<br />
gedeeltelijk ook een herziening van de Verordening ruimte fase 1.<br />
De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is op 1 maart 2011 in werking<br />
getreden.<br />
In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet<br />
houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten<br />
de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. Per onderwerp zijn<br />
in de verordening gebieden tot op perceelniveau begrensd op een kaart.<br />
Hierdoor is duidelijk voor welke gebieden de regels gelden.<br />
Kaartlaag ´Stedelijke ontwikkeling´<br />
Op de kaartlaag stedelijke ontwikkeling is de projectlocatie gelegen in bestaand<br />
stedelijk gebied; kernen landelijk gebied.<br />
Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend<br />
gelegen in bestaand stedelijk gebied. Onderhavige projectlocatie is gelegen in<br />
het bestaand stedelijk gebied en voldoet daarmee aan de provinciale regeling.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 15
Figuur 10. Uitsnede plankaart<br />
(verbeelding)<br />
bestemmingsplan ‘Kom Lith’<br />
De kaartlagen ‘Ontwikkeling intensieve veehouderij’, ‘Overige agrarische<br />
ontwikkeling en windturbines’, ‘Water’, ‘Natuur en landschap’ en ‘Cultuurhistorie’<br />
zijn in het geheel niet van toepassing op de projectlocatie. Met betrekking tot<br />
deze aspecten voorziet het provinciaal beleid geen belemmeringen voor<br />
onderhavig plan.<br />
3.2 <strong>Gemeente</strong>lijk<br />
Bestemmingsplan Kom Lith<br />
De projectlocatie is opgenomen in het bestemmingsplan ‘Kom Lith’ (vastgesteld<br />
16 mei 1991) en kent daarin de bestemming ‘Dorpskom’ met aanduiding<br />
‘agrarisch doeleinden’ (zie figuur 10). Reeds is geen sprake meer van enige<br />
vorm van agrarische activiteiten.<br />
De regels behorende bij de vigerende bestemming bieden niet de ruimte om<br />
onderhavig plan te realiseren, derhalve dient het bestemmingsplan te worden<br />
gewijzigd.<br />
Gelet op het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat onderhavig<br />
projectplan niet past binnen het vigerende bestemmingsplan. Inmiddels heeft de<br />
gemeente besloten om onderhavige locatie op te nemen in het nieuwe<br />
bestemmingsplan voor de kommen Lith en Lithoijen, bestemmingsplan “Twee<br />
Kernen – 20<strong>12</strong>”.Voorliggende ruimtelijke onderbouwing zal als bijlage<br />
toegevoegd worden aan het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />
Strategische visie gemeente Lith<br />
In de strategische visie van de (voormalige) gemeente Lith is aangegeven<br />
welke kwaliteiten behouden en/of versterkt zouden moeten worden. Om dat te<br />
bereiken moeten plannen op ruimtelijk, economisch en sociaal maatschappelijk<br />
vlak op elkaar afgestemd worden. De strategische visie vormt hiervoor de basis.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 16
In de Strategische visie 2007 staat voor Lith o.a. de volgende hoofdlijn:<br />
- ‘incidentele verdichting’: is mogelijk aan de noord- en zuidrand van de<br />
kern Lith, waarbij aandacht dient uit gaan naar behoud van de<br />
karakteristieke doorzichten.<br />
Ook bevat de Strategische visie ambities en hoofddoelstellingen op het gebied<br />
van wonen. Hieronder de voor onderhavig project relevante ambities.<br />
- ‘Faciliteren van zelfbouw’. Eén en ander conform het gedachtegoed<br />
‘Bouwen In Eigen Beheer’, initiatief bij de inwoners en<br />
belangstellenden.’<br />
- ‘zuinig ruimtegebruik’: Op basis van dit uitgangspunt nieuwe woningen<br />
concentreren in en aansluitend aan de kernen met behoud ‘lucht’ in de<br />
kernen en aandacht voor cultuurhistorie en andere waarden.’<br />
De ontwikkeling aan Brouwerspad 20 te Lith sluit prima aan op bovengenoemde<br />
uitgangspunten en ambities. Het gaat hier om een incidentele verdichting,<br />
waarbij de beoogde bebouwing zal aansluiten bij de cultuurhistorisch waarden<br />
van het Brouwerspad. Daarnaast zal met de beoogde ontwikkeling het<br />
historisch verloop van het Brouwerspad in ere worden hersteld, wat betekent<br />
dat het Brouwerspad een aansluiting krijgt met de Heuvelwijkstraat.<br />
In de strategische visie wordt verder vermeld dat er nu in voormalige gemeente<br />
Lith sprake is van een tekort aan woningen en dat er tot 2016 minimaal<br />
behoefte is aan 440 nieuwe woningen.<br />
Met de bouw van de beoogde woning heeft de ontwikkeling een aandeel in het<br />
vervullen van de woningbouwbehoefte binnen de voormalige gemeente Lith.<br />
Woonvisie Lith<br />
In de Woonvisie 2006 van de voormalige gemeente Lith is het doel voor de<br />
woningbouwopgave aangegeven. Kern hiervan is te kunnen zorgen voor een<br />
gezonde, leefbare gemeente waarin in ieder geval ruimte geboden kan worden<br />
aan de mensen die in de kernen geboren en getogen zijn, of een economische<br />
dan wel sociale binding hebben. Doel is niet expliciet om hard te groeien, maar<br />
wel om een gezonde, vitale gemeente te blijven. Woningbouw kan daarbij een<br />
impuls geven aan de leefbaarheid, bijvoorbeeld op het gebied van behoud van<br />
de voorzieningen en versterking van het verenigingsleven. In de woonvisie<br />
wordt geconstateerd dat in de voorgaande jaren minder woningen gebouwd zijn<br />
dan nodig waren voor de eigen behoefte. Dit heeft geleid tot<br />
vertrekoverschotten. De opgave voor de woningbouw vergt daarom extra<br />
inspanning<br />
Toegesneden woningbouwprogramma<br />
Naast de omvang van de nieuwbouw is ook aandacht nodig voor de kwaliteit<br />
van de woningen. Momenteel kampt de woningmarkt met belangrijke<br />
stagnaties. Starters komen in de knel en doorstroming vanuit de huur- naar de<br />
koopsector is moeilijk. Strategisch bouwen met mogelijkheden voor starters en<br />
doorstroming is dus van belang. Deels kan herstructurering van de<br />
woningvoorraad hierin een bijdrage leveren.<br />
Een andere zeer belangrijke aandachtsgroep zijn de ouderen. Het is belangrijk<br />
dat mensen, die dat willen, zo lang mogelijk in hun eigen dorp blijven wonen.<br />
Bijzonder voor de dorpskernen is dat circa 80% van de huishoudens een<br />
koopwoning heeft. In de Woonvisie 2006 is aangegeven dat de gemeente de<br />
mensen zoveel mogelijk wil faciliteren om hun woning aan te passen opdat ze<br />
er langer kunnen blijven wonen, dan wel in de woning mantelzorg verleend kan<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 17
worden.<br />
Van belang voor de verdeling van het woningbouwprogramma over de<br />
verschillende kernen van Lith is:<br />
- De woningbouwbehoefte in de betreffende kern (mede in relatie tot<br />
eventuele achterstanden);<br />
- De leefbaarheid en ondersteuning van voorzieningen;<br />
- De ruimtelijke mogelijkheid om daadwerkelijk woningen in of<br />
aansluitend aan de betreffende kern te kunnen realiseren, die passen<br />
zijn bij de kenmerken en kwaliteiten vanuit cultuurhistorie, water en<br />
landschap.<br />
De opgave voor wonen<br />
In de Woonvisie 2006 gemeente Lith gold de provinciale prognose 2005 als<br />
uitgangspunt. Voor het huidige woningbouwprogramma is de meest recente<br />
prognose van de provincie Noord-Brabant van november 2008 de leidraad.<br />
Voor het gebied van de voormalige gemeente Lith is hierdoor nog een eigen<br />
prognose voorhanden. Gezien de ligging in het landelijke gebied geldt het<br />
provinciale uitgangspunt dat de woningbouwbehoefte is afgeleid van de<br />
natuurlijke bevolkingsontwikkeling van de kernen van Lith (het zogenaamde<br />
migratie = nul principe). De prognose is in de volgende tabel weergegeven.<br />
Uit de tabel blijkt dat de daadwerkelijke ontwikkeling tot 1-1-2011 achter blijft bij<br />
de prognoses. Bij de bevolking is er zelfs sprake van een terugloop ten opzichte<br />
van 2005. Dit wordt mede veroorzaakt door de achterblijvende en pieksgewijze<br />
realisering van woningen in de verschillende kernen van Lith.<br />
Door de relatief jonge bevolkingsopbouw wordt er in de eerste perioden nog<br />
een toename van de bevolking (geboorte-overschot) verwacht. Na 2030 treedt<br />
een stabilisatie op, gevolgd door een lichte krimp. Parallel hieraan is er ook op<br />
korte termijn nog een grote jaarlijkse opgave voor de woningbouw. Deze ligt<br />
zelfs hoger dan de bevolkingstoename. Dit wordt veroorzaakt door de<br />
vergrijzing en de verwachte toename van het aandeel kleine huishoudens: de<br />
gemiddelde woningbezetting daalt in de kernen van Lith in verhouding flink,<br />
maar blijft nog ruim boven het gemiddelde in de stedelijke gebied van <strong>Oss</strong>.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 18
Voor de periode 2011 tot en met 2020 bedraagt de opgave voor de<br />
woningbouw voor de gehele voormalige gemeente Lith circa 44 woningen 1 .<br />
Belangrijk voor de opvang van de natuurlijke woningbehoefte is een<br />
gelijkmatige dosering c.q. realisatie van de woningbouwtoevoeging. Gezien de<br />
verwachte demografische ontwikkelingen van ontgroening en vergrijzing van de<br />
bevolking, en daardoor ook een toename van het aantal kleinere huishoudens,<br />
zijn starters en ouderen belangrijke aandachtsgroepen. Aandacht dient er te zijn<br />
voor het goedkope segment en dan vooral de sociale huur. Aanvulling van<br />
woningen specifiek gericht op ouderen/kleine huishoudens is nodig. Ook dient<br />
er aandacht te zijn voor de mogelijke vraag naar huurwoningen door de<br />
middeninkomens.<br />
Binnen de voormalige gemeente Lith is Lith de grootste woonkern, met<br />
ongeveer 46% van de totale woningvoorraad. Door de aanwezigheid van een<br />
redelijk compleet aanbod van voorzieningen van winkels, onderwijs en sport<br />
fungeert Lith ook als hoofdkern in de voormalige gemeente. Vanuit het aspect<br />
leefbaarheid ligt hierdoor een extra nadruk op benutting van de mogelijkheden<br />
voor woningbouw in Lith. Ook in de Woonvisie 2006 gemeente Lith en de<br />
nadere uitwerking in de “ontwikkelingsvisie Lith, onderbouwing<br />
woningbouwlocaties (voormalige) gemeente Lith; structuurvisie Tussengebied,<br />
2007” wordt ervan uitgegaan dat het merendeel van de woningbouw in of<br />
aansluitend aan de kern Lith gerealiseerd dient te worden.<br />
Een doorvertaling van de opgave vanuit de provinciale prognose 2008 voor de<br />
kernen Lith en Lithoijen is in onderstaande tabel weergegeven. Teven is de<br />
bekende plancapaciteit in deze kernen voor nieuwe woningen in de tabel<br />
opgenomen:<br />
Raming woningbouw-<br />
opgave kern Lith Aantal woningen<br />
**: Wozoco: Woonzorgcomplex Lith, betreft beschermd wonen voor ouderen<br />
** Lithoijen noord: nog nader bepaald moet worden of deze capaciteit ook na 2020 doorloopt.<br />
1 Uitgaande van een beginvoorraad per 1-1-2011 van 2.481 woningen<br />
Plancapaciteit woningen<br />
kern Lith periode 2010-2020 Aantal woningen<br />
Kerkstraat 11<br />
Centrumplan Lith 16<br />
2011 t/m 2015 111 Lith Oost <strong>12</strong>8<br />
2016 t/m 2020 93 WoZoCo ** 44<br />
Totaal periode<br />
2011 t/m 2020<br />
Raming woningbouw-<br />
214<br />
opgave kern Lithoijen Aantal woningen<br />
2011 t/m 2015 31<br />
2016 t/m 2020 26<br />
Totaal periode<br />
2011 t/m 2020 57<br />
Totaal periode<br />
2011 t/m 2020 199<br />
Plancapaciteit woningen<br />
kern Lith periode 2010-2020 Aantal woningen<br />
Totaal periode<br />
2011 t/m 2020 0<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 19
De verwachting is dat er in het kader van de herziening van<br />
bestemmingsplannen nog her en der verzoeken voor woningen worden<br />
ingediend. Deze verzoeken zullen, gezien de reeds beschikbare hoeveelheid<br />
capaciteit, kritisch bekeken moeten worden op hun meerwaarde en<br />
toegevoegde waarde. Veelal betreft het uitgestelde verzoeken en initiatieven,<br />
passend bij de ruimtelijke kwaliteit en schaal van kernen. Dergelijke verzoeken<br />
zullen als capaciteit worden opgenomen.<br />
Padenplan 1999<br />
In de gemeente Lith bevinden zich diverse dorpspaden met een historische<br />
achtergrond. Vooral van belang zijn de zogenaamde woonpaden in de kernen<br />
Lith en Lithoijen. Dit zijn, veelal Middeleeuwse, historische padenstructuren, die<br />
van bijzonder belang zijn voor de ruimtelijke karakteristiek van de kernen. Het<br />
gemeentebestuur streeft naar de verbetering van deze structuren en het<br />
behoud van de historische karakteristiek. Daartoe is een rapport opgesteld, het<br />
Padenplan, dat op 16 december 1999 door de gemeenteraad is vastgesteld.<br />
Het Padenplan constateert, dat er sprake is van diverse bedreigingen van de<br />
paden en de ruimtelijke kwaliteit van hun omgeving. Daarom worden er<br />
concrete maatregelen voorgesteld ten aanzien van de beeldkwaliteit van de<br />
paden en de omgeving, uitbreiding van de padenstructuur en versterking van de<br />
recreatieve waarde. In het padenplan wordt voorgesteld een viersporenbeleid<br />
met betrekking tot de padenstructuur te volgen:<br />
A. het veiligstellen van eigendommen en openbaarheid,<br />
B. het verbeteren van de structuur,<br />
C. het verfraaien van de omgeving en<br />
D. voorlichting en sturing van het recreatief gebruik.<br />
Onderhavig plan voorziet in het verbeteren van de structuur, aangezien cliënten<br />
bereid zijn om het Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat.<br />
Daarnaast zal de omgeving van het Brouwerspad een kwaliteitswinst<br />
ondergaan. Door sloop van de verrommelde stalletjes en schuurtjes en<br />
daarvoor in de plaats twee karakteristieke woningen te realiseren, welke<br />
georiënteerd zullen zijn op het Brouwerspad ontstaat er een ruimtelijke<br />
kwaliteitswinst en een versterking van de (historische) stedenbouwkundige<br />
structuur.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 20
4. OMGEVINGSASPECTEN<br />
4.1 Algemeen<br />
De ontwikkeling op het perceel Brouwerspad 20 is relatief kleinschalig, maar<br />
voor iedere ruimtelijke ingreep is het noodzakelijk om in beeld te brengen op<br />
welke wijze in het plan rekening wordt gehouden met de volgende<br />
omgevingsaspecten:<br />
- archeologie;<br />
- bodem;<br />
- flora en fauna;<br />
- water;<br />
- geluid;<br />
- luchtkwaliteit;<br />
- geur;<br />
- kabels en leidingen;<br />
- externe veiligheid;<br />
- planschade-risico-analyse.<br />
4.2 Archeologie<br />
Door onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie,<br />
Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC) is in augustus 2011 een archeologisch<br />
inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd. Uit het onderzoek,<br />
welke al bijlage (bijlage I) is toegevoegd, zijn de volgende conclusies en<br />
aanbevelingen naar voren gekomen:<br />
Conclusies<br />
Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig?<br />
Zo ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering<br />
hiervan?<br />
Volgens ARCHIS11 zijn geen waarnemingen gedaan in het plangebied<br />
Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />
Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart heeft het gebied<br />
een hoge archeologische verwachting omdat het binnen de bebouwde kom van<br />
Lith ligt.<br />
Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />
De bodem bestaat uit een 50 cm dikke A-horizont, gevolgd door een 50 tot 55<br />
cm dikke AC-horizont welke verstoord is en waar (sub)recent baksteen in<br />
voorkomt.<br />
In boring 2 en 3 ligt onder de AC-horizont nog een verstoorde C-horizont. Onder<br />
deze laag, of in boring 1 en 4 direct onder de AC-horizont, ligt het onveranderde<br />
moedermateriaal wat bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zeer fijn, donkergrijsbruin<br />
tot geelgrijs zand.<br />
Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de<br />
aard en datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />
Tijdens het veldwerk zijn bij controle van het opgeboorde materiaal enkel<br />
archeologische indicatoren aangetroffen in de verstoorde lagen. In de<br />
onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 21
In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is<br />
vervolgonderzoek nodig om de door het bureauonderzoek en karterend<br />
booronderzoek in beeld gebrachte gebieden met een bepaalde<br />
archeologische verwachting nader te onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />
Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />
archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig.<br />
Aanbevelingen<br />
Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />
archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig. De hoge<br />
verwachting die het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart was<br />
toegekend kan bijgesteld worden naar een lage verwachting.<br />
Bovenstaand advies dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid<br />
(gemeente <strong>Oss</strong>) en leidt tot een selectiebesluit. Dit betekent niet dat reeds<br />
gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop<br />
voorbereidende activiteiten.<br />
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van<br />
de gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische<br />
sporen of resten nooit volledig worden uitgesloten. BAAC bv wil er daarom op<br />
wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de<br />
aanwezigheid van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en<br />
grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding<br />
te maken bij de Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de<br />
Monumentenwet 1988.<br />
4.3 Bodem<br />
Door onderzoeksbureau Milon BV is in augustus 2011 een verkennend<br />
bodemonderzoek uitgevoerd. Het volledige rapport is als bijlage II opgenomen<br />
en kent de volgende resultaten en conclusies:<br />
Vooronderzoek<br />
De onderzoekslocatie betreft een perceel met drie schuurtjes met daar omheen<br />
weide. Een van de schuren is in gebruik als ponystal. De anderen worden<br />
gebruikt voor onder andere de opslag van hooi. Verder is het terrein onverhard.<br />
Op basis van het vooronderzoek wordt ter plaatse van de onderzoekslocatie<br />
geen bodemverontreiniging verwacht. Daarom is conform NEN 5740 de<br />
hypothese 'onverdachte locatie' opgesteld. De totale oppervlakte van de<br />
onderzoekslocatie bedraagt circa 1.711 m^.<br />
Grond<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn, behoudens bijmengingen van puin en<br />
plaatselijk kolengruis, in de boven- en ondergrond geen bijzonderheden<br />
waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging. Er is geen<br />
asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch zijn in de bovengrond licht<br />
verhoogde concentraties zink en plaatselijk cadmium, kobalt en lood<br />
aangetroffen. In de ondergrond zijn licht verhoogde concentraties nikkel en zink<br />
aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de<br />
mengmonsters in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 22
Grondwater<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de bodem geen bijzonderheden<br />
waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging van het grondwater.<br />
Analytisch zijn in het grondwater licht verhoogde concentraties barium en nikkel<br />
aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde<br />
concentraties aangetroffen.<br />
Conclusie en aanbevelingen<br />
Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit ter<br />
plaatse van de onderzoekslocatie. In de bodem is een lichte verontreiniging van<br />
zware metalen aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit<br />
bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige<br />
gebruik van de locatie.<br />
Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol<br />
geacht. De kwaliteit van de grond kan bij afvoer beperkingen opleveren ten<br />
aanzien van hergebruik, omdat dan veelal andere normen gelden. Voor het<br />
elders toepassen van de grond gelden de regels zoals die zijn vastgelegd in het<br />
Besluit bodemkwaliteit.<br />
4.4 Flora en fauna<br />
Door Buro Maerlant is in augustus 2011 een ecologische quickscan in het kader<br />
van de Flora- en faunawet uitgevoerd. De complete ecologische quickscan is te<br />
vinden in bijlage III en kent de volgende conclusies en aanbevelingen:<br />
Conclusies<br />
Vleermuizen<br />
Aanwezige schuren op het toekomstige bouwblok zijn ongeschikt voor<br />
vleermuizen. Als foerageergebied hebben randen van het plangebied<br />
vermoedelijk enige betekenis. De plannen en ingrepen hebben op vleermuizen<br />
op voorhand géén effect.<br />
Het woonhuis is beoordeeld als toegankelijk en geschikt en wordt mogelijk<br />
gebruikt als verblijfplaats door vleermuizen. Het gaat vermoedelijk om soorten<br />
zoals laatvlieger en gewone dwergvleermuis. De woning kan functie hebben als<br />
kraamverblijf, zomerverblijf en eventueel winterverblijf / paarverblijf. De huidige<br />
ingrepen hebben geen invloed op deze potentieel aanwezige functies. Indien<br />
men voornemens is het woonhuis te slopen is een nader onderzoek naar<br />
vleermuizen noodzakelijk.<br />
Vogels en overige soortgroepen<br />
In het plangebied worden algemene vogels verwacht. In de te slopen opstallen<br />
en aan randen kunnen algemene vogels broeden. Voor overige strikter<br />
beschermde soortgroepen is het plangebied en in het bijzonder het bouwblok<br />
waar de ontwikkelingen plaats vinden geen leefgebied.<br />
Aanbevelingen<br />
Vleermuizen<br />
Effecten van de huidige plannen op eventueel aanwezige vleermuizen zijn<br />
uitgesloten.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 23
Indien men voornemens is het huidige woonhuis te slopen is het noodzakelijk<br />
nader onderzoek uit te voeren naar vleermuizen met een batdetector conform<br />
het protocol van de Gegevensautoriteit Natuur. Conform de huidge interpretatie<br />
van het protocol dient het onderzoek naar gebouwbewonende soorten minimaal<br />
te bestaan uit twee veldbezoeken in de periode half mei-half juli en half<br />
augustus - half september.<br />
Vogels en overige soortgroepen<br />
Het is nooit uitgesloten, dat algemene niet jaarrond beschermde vogels<br />
broeden in de te slopen schuren en in beplantingen aan de rand van het<br />
plangebied. Daarom wordt aanbevolen sloop en het bouwrijp maken van het<br />
plangebied buiten het broedseizoen uit te voeren. Dit is voor de meeste soorten<br />
de periode maart tot augustus. Het verstoren van broedende vogels is conform<br />
de Flora- en faunawet niet toegestaan.<br />
Voor alle soortgroepen geldt de zorgplicht, waarbij wordt verwacht, dat men<br />
voorzichtig omgaat met planten en dieren in het algemeen.<br />
4.5 Water<br />
Door Milon BV is in augustus 2011 een watertoets uitgevoerd. De volledige<br />
tekst behorende bij de watertoets is te vinden in bijlage IV en bevat de volgende<br />
geohydrologische verantwoording.<br />
Het huishoudelijke afvalwater dat vrijkomt bij de toekomstige situatie wordt<br />
afgevoerd naar het gemeentelijke vuilwaterstelsel. Het afstromend hemelwater<br />
wordt hier echter niet op aangesloten. Dit is een voorwaarde van de gemeente<br />
<strong>Oss</strong>.<br />
Voor de vertraagde afvoer wordt uitgegaan van een oplossingsrichting waarbij<br />
hemelwater wordt geïnfiltreerd en/of geborgen in de bodem. De infiltratie- of<br />
bergingsvoorziening wordt zo ingericht dat deze aan de bergingseis van een<br />
T=10+10%-situatie voldoet: in dit geval het bergen van 17,6 m³ water.<br />
De maximale aanlegdiepte van de infiltratie- of bergingsvoorziening wordt<br />
bepaald door de GHG van 0,6 m-mv. Op basis hiervan is het mogelijk<br />
hemelwater te bergen in de bodem. Gezien de bodemsamenstelling bepaald in<br />
het veld en uit de bodemkaart wordt ter plaatse van de bovengrond (max. 1,0<br />
m-mv) uitgegaan van een doorlatendheid met k-waarde
aanbevolen van 22 m³ (bij een T=100+10% situatie) voor de twee te realiseren<br />
woonkavels.<br />
Verder worden de volgende aspecten in acht genomen:<br />
het afstromende hemelwater wordt zoveel mogelijk oppervlakkig<br />
(bovengronds) naar de infiltratie- of bergingsvoorziening afgevoerd;<br />
vervuiling van afstromend hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door<br />
het gebruik van niet-uitloogbare bouwmaterialen (uitloogbare<br />
bouwmaterialen: koper, lood, zink, bitumen);<br />
aangezien het hemelwater niet in contact komt met wegen of drukbezochte<br />
parkeerterreinen is geen noemenswaardige vervuiling te verwachten en kan<br />
het water zonder aanvullende maatregelen geïnfiltreerd en geborgen<br />
worden;<br />
ook op basis van de milieukundige bodemkwaliteit worden geen<br />
belemmeringen verwacht voor de infiltratie van hemelwater;<br />
wateroverlast ter plaatse van de toekomstige bebouwing wordt mede<br />
voorkomen door een drempelhoogte van enkele decimeters boven<br />
maaiveld. Hemelwater zal zo in geen geval de panden instromen;<br />
aanbevolen wordt toekomstige bewoners en/of gebruikers van de locatie in te<br />
lichten over de wijze waarop omgegaan wordt met hemelwater, waardoor<br />
onnodige vervuiling kan worden tegengegaan.<br />
Door de aanleg van infiltratie- en bergingsvoorziening op het terrein wordt<br />
tegemoet gekomen aan de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas en<br />
wordt hydrologisch neutraal ontwikkeld.<br />
4.6 Geluid<br />
Wegverkeer<br />
Door Schoonderbeek en Partners Advies BV is in augustus 2011 een<br />
akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is<br />
als bijlage toegevoegd en heeft geleidt tot de volgende resultaten.<br />
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting per weg ruim lager is dan de<br />
voorkeurswaarde van 48 dB uit de Wet geluidhinder. Deze Wet vormt dan ook<br />
geen belemmering voor de realisatie van het bouwplan.<br />
Bouwbesluit en cumulatie geluid<br />
Om te voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit (artikel 3.1), moet een<br />
voldoende karakteristieke geluidwering van de gevels worden bereikt. Daarmee<br />
moet bij het ontwerp van de woningen rekening worden gehouden.<br />
Bij de bepaling van een vereiste waarde van de geluidwering mag de aftrek,<br />
conform artikel 110g van de Wet geluidhinder, niet in rekening worden<br />
gebracht en moet worden uitgegaan van de totale gecumuleerde<br />
geluidbelastingen vanwege alle relevante wegen. De gecumuleerde<br />
geluidbelasting, zonder aftrek art. 110g Wgh, bedraagt maximaal 50 dB. Dit<br />
betekent dat de karakteristieke geluidwering van de verblijfsgebieden minimaal<br />
20 dB moet bedragen (50 dB – 33 dB = lager dan de ondergrens). Normaliter<br />
wordt met moderne standaard bouwmaterialen (dubbele beglazing, geïsoleerd<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 25
dak, normale ventilatie voorzieningen) voldaan aan de minimale geluidwering<br />
van de gevels.<br />
Industrielawaai (tankstation)<br />
Door Schoonderbeek en Partners Advies BV is in augustus 2011 een<br />
akoestisch onderzoek industrielawaai (tankstation) uitgevoerd. Het<br />
onderzoeksrapport is als bijlage toegevoegd en kent de volgende conclusie(s):<br />
De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus op<br />
de nieuwe woningen zijn ruim lager dan de geluidvoorschriften zoals deze<br />
gelden voor het tankstation. De realisatie van de twee nieuwe woningen zal<br />
geen belemmering vormen voor de activiteiten bij het tankstation. Op basis<br />
hiervan wordt gesteld dat het niet aannemelijk is dat de bewoners van de<br />
nieuwe woningen hinder zullen ondervinden van het tankstation.<br />
Ook de geluidniveaus veroorzaakt door het verkeer op de openbare weg van en<br />
naar het tankstation (de indirecte hinder) zijn ruim lager dan de geluideisen die<br />
hiervoor gelden. Ook hiervan wordt gesteld dat het niet aannemelijk is dat de<br />
bewoners van de nieuwe woningen hinder zullen ondervinden.<br />
Daarnaast is er rekening gehouden met de uitbreiding van het bestaande<br />
tankstation met tankshop ten behoeve van een rijwielherstelwerkplaats. Deze<br />
uitbreiding is dermate kleinschalig (lokaal) dat het aantal extra<br />
verkeersbewegingen dat de rijwielherstelwerkplaats met zich meebrengt<br />
verwaarloosbaar is en de aard van de activiteiten geen grote<br />
geluidsproducerende activiteiten betreffen. Op basis van de VNG-brochure valt<br />
een rijwielherstelwerkplaats onder milieucategorie 1 met een geluidsafstand van<br />
10 meter. De uitbreiding heeft dus geen invloed op de woningen.<br />
4.7 Luchtkwaliteit<br />
De wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer<br />
(luchtkwaliteitseisen) is op 15 november 2007 in werking getreden. Het plan<br />
moet voldoen aan de eisen die daarin neergelegd zijn. In de op het ‘Besluit niet<br />
in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ gebaseerde ‘Regeling niet<br />
in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ zijn categorieën van<br />
gevallen genoemd die in elk geval als ‘niet in betekenende mate’ (nibm) worden<br />
aangemerkt. Voor deze categorieën staat namelijk vast dat zij ‘niet in<br />
betekenende mate’ bijdragen, en hoeft er geen onderzoek verricht te worden.<br />
Onderhavig initiatief maakt de bouw van 2 nieuwe woningen mogelijk en de<br />
binnen het projectgebied aanwezige schuurtjes en stalletjes wordt gesaneerd.<br />
Het aantal toe te voegen woningen ligt ver beneden de genoemde drempel (500<br />
woningen op één ontsluitingsweg). Derhalve hoeft er geen onderzoek naar<br />
luchtkwaliteit plaats te vinden.<br />
4.8 Geur<br />
De Wet geurhinder en veehouderij vormt vanaf 1 januari 2007 het<br />
toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege<br />
dierenverblijven van veehouderijen. De Wet geurhinder en veehouderij geeft<br />
normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een<br />
geurgevoelig object, bijvoorbeeld een woning. De geurbelasting wordt berekend<br />
en getoetst met het verspreidingsmodel V-stacks vergunning. Dit geldt alleen<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 26
voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling<br />
geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden<br />
minimaal aan te houden afstanden. De Regeling geurhinder en veehouderij is<br />
gepubliceerd op 18 december 2006.<br />
Door RMB is in november 2011 een geactualiseerde geurberekening gemaakt.<br />
Door het RMB is in november 2011 een geurberekening voor Lith uitgevoerd.<br />
Op grond van recente berekeningen waarbij gebruik is gemaakt van actuele<br />
vergunningenbestanden van de omliggende veehouderijen ligt het plan in een<br />
omgeving met een afweegbaar woon- en leefklimaat. Ingevolge de<br />
geurverordening van 2008 heerst in een dergelijke omgeving een<br />
achtergrondconcentratie van 6 tot 10 Ou/m3.<br />
Volgens de kaart met achtergrondwaarden heerst ter plaatse van de planlocatie<br />
een achtergrondconcentratie van ca. 7,3 Ou/m3. Omdat het plan vrijwel direct<br />
aan de rand van de bebouwde kom ligt in een omgeving met een beperkte<br />
bebouwingsconcentratie aan burgerwoningen vermengd met lichte industriele<br />
bedrijvigheid, acht de gemeente het ter plaatse heersende woon- en leefklimaat<br />
toelaatbaar.<br />
4.9 Kabels en leidingen<br />
Voorafgaand aan de graafwerkzaamheden dient door middel van een Klicmelding<br />
inzichtelijk gemaakt te worden of er kabels en leidingen aanwezig zijn<br />
die een belemmering vormen.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 27
4.10 Externe veiligheid<br />
Bij het mogelijk maken van nieuwe gevoelige functies is het aspect externe<br />
veiligheid van groot belang. Bij ruimtelijke plannen heeft dit betrekking op:<br />
- vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen; -<br />
- bedrijven in de directe omgeving waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen<br />
hebben voor de externe veiligheid.<br />
Voor onderhavige ontwikkeling speelt het naastgelegen tankstation (de Haan)<br />
aan Brouwerspad 22 een grote rol op het gebied van externe veiligheid.<br />
Hierover is dan ook intensief overleg gevoerd met de gemeente <strong>Oss</strong> en de<br />
brandweer.<br />
Plaatsgebonden risico (tankstation)<br />
Voor wat betreft het tankstation moeten de volgende afstanden worden<br />
aangehouden ten opzichte van kwetsbare objecten (in dit geval de twee nieuwe<br />
woningen):<br />
- afstand vanaf ingeterpt opslagreservoir LPG: 25 meter<br />
- afstand vanaf LPG-vulpunt: 45 meter<br />
Deze afstanden zijn gebaseerd op een inrichting met een maximale LPGdoorzet<br />
van 500 m³ per jaar (waar tankstation De Haan aan voldoet). De<br />
afstand van 45 meter vanaf het LPG-vulpunt is de afstand tot nieuwe woningen,<br />
voor bestaande woningen in de omgeving mag uitgegaan worden van een<br />
afstand van 25 meter. Als er een contour van 45 meter vanaf het LPG-vulpunt<br />
richting de nieuw geprojecteerde woningen wordt aangehouden, komt deze<br />
contour net tot aan de hoek van het Brouwerspad, de nieuwe woningen liggen<br />
daarbuiten. Op basis van bovenstaande informatie (afkomstig van de<br />
gemeente) kan geconcludeerd worden dat het plaatsgebonden risico geen<br />
belemmering vormt voor onderhavig plan.<br />
Groepsgebonden risico (tankstation)<br />
Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een aantal personen<br />
overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied<br />
van een inrichting en/of risicovol object en er zich een ongewoon voorval binnen<br />
die inrichting voordoet waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 28
Het groepsgebonden risico is een toetsingswaarde waarin de kans op groepen<br />
slachtoffers is verwerkt. Het is gekoppeld aan personendichtheid binnen het<br />
invloedsgebied van een ongeval met gevaarlijke stoffen.<br />
Advies brandweer<br />
Middel de brief d.d. 27 oktober 2011 heeft de brandweer een advies uitgebracht<br />
met betrekking tot externe veiligheid. De regionale brandweer adviseert in het<br />
kader van het groepsrisico over de mogelijkheden van zelfredzaamheid en<br />
bestrijdbaarheid. Hiervoor zijn de vluchtmogelijkheden, bereikbaarheid,<br />
opkomsttijd van de brandweer en de bluswatervoorziening van belang.<br />
Uit de beoordeling van het plangebied blijkt dat:<br />
- de mogelijkheden voor zelfredzaamheid goed zijn;<br />
- het plangebied kan 2-zijdig bereikt en ontvlucht worden;<br />
- de brandweer in circa 6 minuten het plangebied kan bereiken, hiermee<br />
wordt voldaan aan de eisen Besluit Veiligheidsregio`s;<br />
- de bluswatervoorziening afgestemd is op de risico`s in het plangebied<br />
conclusie brandweer: er zijn geen belemmeringen om de gewenste<br />
ontwikkeling toe te staan.<br />
Vervoer gevaarlijke stoffen wegen en vaarwegen<br />
De projectlocatie is op basis van de signaleringskaart externe veiligheid van de<br />
gemeente <strong>Oss</strong> gelegen in het invloedsgebied van vaarwegen (Maas) en wegen<br />
(Mr. Van Coothstraat).<br />
De kern Lith is niet gelegen aan doorgaande wegen, waarover gevaarlijke<br />
stoffen vervoerd wordt. Dit betekent dat het enige vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen wat er moet zijn, bestemd is voor het tankstation de Haan en het<br />
Maaspark de Lithse Ham (propaantank). Dit betreft bestemmingsverkeer welke<br />
incidenteel over de wegen van de kern Lith rijden.<br />
Omdat het incidenteel transport is zijn, veroorzaken deze transporten geen<br />
risico’s voor de omgeving. Daarmee wordt vanuit dit transport geen<br />
beperkingen opgelegd aan het bestemmingsplan<br />
Lith is gelegen aan de Maas. Op basis van de rapportage voor het basisnet<br />
water, welke in 20<strong>12</strong> opgenomen wordt in het besluit transport externe<br />
veiligheid bestaat het voornemen voor een veiligheidszone van 25 meter,<br />
waarbinnen geen kwetsbare bestemmingen gerealiseerd mogen worden. De<br />
bebouwing van Lith ligt op circa 25 meter van het water en de beoogde<br />
bebouwing aan Brouwerspad 20 ligt op circa 200 meter van het water. Daarmee<br />
legt ook de Maas geen beperking op aan onderhavig plan.<br />
4.11 Planschade-risico<br />
Ten aanzien van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling is het mogelijk dat<br />
belanghebbenden worden geschaad. In die situaties kunnen deze<br />
rechtspersonen een planschade indienen bij gemeente <strong>Oss</strong>. <strong>Gemeente</strong> heeft<br />
een overeenkomst gesloten met de initiatiefnemer op basis waarvan eventueel<br />
ingediende en toe te kennen planschadeclaims op de initiatiefnemer<br />
afgewenteld kunnen worden.<br />
Om vooraf in te schatten of er daadwerkelijk planschadeclaims te verwachten<br />
zijn, is het mogelijk om voorafgaand aan de noodzakelijke planprocedure een<br />
analyse uit te voeren. Daarbij wordt tevens bepaald op basis van welke<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 29
argumenten de claims ook gehonoreerd zouden moeten worden en om welke<br />
claim-bedragen het daarbij zou kunnen gaan.<br />
Cliënten verwachten géén bezwaren en/of planschadeclaims vanuit de<br />
omgeving. Zij achten het derhalve onnodig om in dat kader een<br />
planschaderisico-analyse uit te voeren.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 30
5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />
De ontwikkeling aan Brouwerspad 20 heeft geen financiële gevolgen voor de<br />
gemeente <strong>Oss</strong>. Eventuele kosten die ontstaan als gevolg van de bouw van de<br />
twee woningen, zijn voor rekening van de initiatiefnemer.<br />
Via het ondertekenen van een anterieure overeenkomst kunnen eventuele<br />
planschadeclaims en exploitatiekosten op de initiatiefnemer worden<br />
afgewenteld.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 31
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 32
6. PROCEDURE<br />
Burgemeester en wethouders hebben via de brief d.d. 25 mei 2011 aangegeven<br />
in principe medewerking te verlenen aan het plan van opdrachtgever voor het<br />
realiseren van twee woningen op het perceel aan Brouwerspad 20 te Lith.<br />
Alvorens hieraan daadwerkelijk medewerking verleend kan worden dient de<br />
ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan aangetoond te worden. Voorliggende<br />
ruimtelijke onderbouwing is daarvoor opgesteld.<br />
Op dit moment worden de bestemmingsplannen van de kommen Lith en<br />
Lithoijen herzien tot één bestemmingsplan, genaamd “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />
De projectlocatie behoort tot het bestemmingsplan “Kom Lith” en zal daardoor<br />
meegenomen worden in het nieuwe bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />
Voor het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>” dient de wettelijk<br />
voorgeschreven uniforme openbare voorbereidingsprocedure te worden gevolg.<br />
Dit betekent ondermeer dat het bestemmingsplan openstaat voor bezwaar en<br />
beroep. Aangezien het voorontwerpbestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”<br />
inmiddels al ter inzage heeft gelegen, zal onderhavig plan meegenomen<br />
worden in het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 33
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 34
7. MOTIVATIE EN CONCLUSIE<br />
Onderhavig plan heeft betrekking op het perceel kadastraal bekend gemeente<br />
Lith, sectie A, nummer 3863, plaatselijk bekend als Brouwerspad 20 te Lith. Het<br />
perceel kent een totale oppervlakte van circa 3.211 m². Cliënten willen ter<br />
plaatse 2 woningen realiseren, waarbij de bestaande woning (Brouwerspad 20)<br />
behouden blijft. De nu aanwezige schuurtjes en stalletjes op het noordelijk deel<br />
van het perceel zullen hiervoor worden gesloopt.<br />
Om de historische structuur te herstellen zullen beide woningen georiënteerd<br />
worden op het Brouwerspad. Daarnaast zullen de woningen voorzien in een<br />
bijgebouw (garage) aan de Heuvelwijkstraat, vanwaar het perceel per auto<br />
bereikbaar is. Het resterende perceel wordt ingericht als groene ruimte, zodat er<br />
vanuit Brouwerspad openheid ontstaat richting het polderlandschap.<br />
Naast het toevoegen van twee nieuwe woningen zijn cliënten bereid om het<br />
Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat. Hiermee wordt het<br />
historische verloop van het pad in ere hersteld. Het toevoegen van twee<br />
woningen die aansluiten bij de karakteristiek van het Brouwerspad, waarbij de<br />
schuurtjes en stalletjes worden gesloopt, levert een bijdrage aan de verbetering<br />
van de ruimtelijke kwaliteit en versterking van de stedenbouwkundige structuur.<br />
Aangezien het geldende bestemmingsplan niet de mogelijkheid biedt om<br />
onderhavig plan te realiseren, dient er een herziening van het bestemmingsplan<br />
plaats te vinden. Momenteel is de gemeente <strong>Oss</strong> bezig met het herzien van de<br />
bestemmingsplannen “Kom Lith” en “Kom Lithoijen” in één nieuw<br />
bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”. Onderhavig plan zal door middel van<br />
voorliggende ruimtelijke onderbouwing worden opgenomen in het nieuwe<br />
bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />
De beleidsanalyse wijst uit dat het beoogde plan passend is binnen het<br />
ruimtelijk beleid van de gemeente <strong>Oss</strong> (voormalige gemeente Lith) en de<br />
provincie Noord-Brabant. Ook zijn de omgevingsaspecten met betrekking tot<br />
onderhavig plan nader beschouwd. Het daaruit voortvloeiende beeld levert<br />
géén belemmeringen op voor het bouwplan.<br />
Bovenstaande houdt in dat er géén belemmeringen aanwezig zijn en dat op<br />
basis daarvan medewerking kan worden verleend aan onderhavig bouwplan.<br />
<strong>Oss</strong>, april 20<strong>12</strong><br />
Planomar<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 35
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 36
BIJLAGEN<br />
I. archeologisch onderzoek<br />
II. verkennend bodemonderzoek<br />
III. ecologisch onderzoek<br />
IV. watertoets<br />
V. geluidsonderzoek (wegverkeer)<br />
VI. geluidsonderzoek (industrielawaai)<br />
VII. advies brandweer<br />
Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 37
<strong>Gemeente</strong> Lith<br />
Plangebied Brouwerspad 20 te Lith<br />
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)<br />
BAAC Rapport V-11.025 8 augustus 2011<br />
Auteur:<br />
K.H.J. Pepers Msc.<br />
Status:<br />
concept
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 2
Colofon<br />
ISSN<br />
Auteur(s):<br />
1873-9350<br />
K.H.J. Pepers Msc.<br />
Veldmedewerkers K.H.J. Pepers Msc.<br />
Cartografie<br />
K.H.J. Pepers Msc.<br />
Redactie<br />
Drs. R.G. van Mousch<br />
Copyright MILON bv te Schijndel / BAAC bv te Deventer<br />
Eindcontrole<br />
Autorisatie<br />
(senior archeoloog)<br />
Drs. R.G. van Mousch<br />
3 Lith, Brouwerspad 20<br />
25-08-2011<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of<br />
op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van MILON bv te Schijndel en/of BAAC bv<br />
te Deventer.<br />
BAAC bv<br />
Onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en<br />
Cultuurhistorie<br />
Graaf van Solmsweg 103<br />
5222 BS ‘s-Hertogenbosch<br />
Tel.: (073) 61 36 219<br />
Fax: (073) 61 49 877<br />
E-mail: denbosch@baac.nl<br />
Postbus 2015<br />
7420 AA Deventer<br />
Tel.: (0570) 67 00 55<br />
Fax: (0570) 61 84 30<br />
E-mail: deventer@baac.nl
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 4
Administratieve gegevens<br />
Onderzoekgegevens<br />
Type onderzoek Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)<br />
Datum opdracht 10 augustus 2011<br />
Datum veldwerk: 17 augustus 2011<br />
Datum rapportage 22 augustus 2011<br />
Uitvoerder BAAC bv, vestiging Deventer<br />
Postbus 2015<br />
7420 AA Deventer<br />
0570-670055<br />
Projectleider K.H.J. Pepers Msc.<br />
BAAC-rapport V-11.0258<br />
Opdrachtgever MILON bv<br />
T.van deCamp MSc<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
073-5477253<br />
Bevoegde overheid <strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />
Beheer documentatie Archief BAAC bv<br />
Beheer vondstmateriaal Provinciaal Depot Bodemvondsten Noord-<br />
Brabant<br />
Waterstraat 20<br />
5211 JD 's-Hertogenbosch<br />
tel. 06-18303225<br />
Locatiegegevens<br />
Provincie Noord-Brabant<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />
Plaats Lith<br />
Toponiem Brouwerspad 20<br />
Kaartblad 45B<br />
Oppervlakte 1700 m 2<br />
RD-coördinaten 157926 / 424401<br />
157963 / 424436<br />
157986 / 424406<br />
157945 / 424377<br />
Gegevens Archis Onderzoeksmeldingsnummer 48107<br />
Onderzoeksnummer 37529<br />
AMK-terrein N.v.t.<br />
Waarnemingnummer(s) N.v.t<br />
Vondstmeldingsnummer(s) N.v.t<br />
Periode(s) Neolithicum –<br />
nieuwe tijd<br />
5 Lith, Brouwerspad 20
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 6
Inhoud<br />
Administratieve gegevens 5<br />
Samenvatting 9<br />
1 Inleiding 11<br />
1.1 Onderzoekskader 11<br />
1.2 Ligging van het gebied <strong>12</strong><br />
2 Vooronderzoek 13<br />
2.1 Archeologische verwachting 13<br />
3 Inventariserend Veldonderzoek 15<br />
3.1 Werkwijze 15<br />
3.2 Veldwaarnemingen 15<br />
3.3 Karterend booronderzoek 16<br />
3.3.1 Lithologie en bodemopbouw 16<br />
3.3.2 Bodemverstoringen 17<br />
3.3.3 Archeologische indicatoren 17<br />
3.4 Archeologische interpretatie 17<br />
4 Conclusie en aanbevelingen 19<br />
4.1 Conclusie 19<br />
4.2 Aanbevelingen 20<br />
5 Geraadpleegde bronnen 21<br />
<strong>Bijlage</strong>n<br />
<strong>Bijlage</strong> 1 overzicht van geologische en archeologische tijdvakken<br />
<strong>Bijlage</strong> 2 boorpuntenkaart<br />
<strong>Bijlage</strong> 3 boorbeschrijvingen<br />
7 Lith, Brouwerspad 20
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 8
Samenvatting<br />
In opdracht van MILON bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een<br />
archeologisch inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen<br />
(karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Brouwerspad 20 te Lith.<br />
De gemeentelijke verwachtingskaart van de gemeente <strong>Oss</strong> is gemaakt door ADC<br />
Heritage. 1 Het plangebied ligt op deze verwachtingskaart in een gebied met een<br />
hoge archeologische verwachting, omdat het binnen de historische dorpskern<br />
valt. De doelstelling hier is behoud in de huidige staat van eventuele resten. Bij<br />
projecten groter dan 35 m 2 mag de bodem niet dieper dan 30 cm –mv verstoord<br />
worden. Is dit wel het geval, moet archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />
Het booronderzoek toont aan dat de bodem in het plangebied tot minimaal 100<br />
en maximaal 185 cm beneden maaiveld (sub)recent is verstoord. Dit betekent dat<br />
eventueel aanwezige archeologische resten niet meer in situ aanwezig zijn. De<br />
verstoring loopt door tot in de C-horizont.<br />
Tijdens het veldwerk zijn enkele houtskoolspikkels aangetroffen in de verstoorde<br />
lagen van de bodem. In de onverstoorde lagen zijn geen archeologische<br />
indicatoren aangetroffen.<br />
Op basis van deze resultaten kan voor het gehele plangebied de hoge<br />
archeologische verwachting van de gemeentelijke archeologische<br />
verwachtingskaart worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting<br />
op het aantreffen van een archeologische resten uit alle perioden.<br />
1 ADC, 2011.<br />
9 Lith, Brouwerspad 20
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 10
1 Inleiding<br />
1.1 Onderzoekskader<br />
In opdracht van MILON bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een<br />
archeologisch inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen<br />
(karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Brouwerspad 20 te Lith.<br />
Aanleiding voor het onderzoek is het plan een nieuwe woning te realiseren. De<br />
minimale bodemverstoring bij de realisatie van de nieuwbouw is te verwachten<br />
tot in de C-horizont van de bodem, waarbij een gerede kans bestaat dat<br />
eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord of vernietigd worden.<br />
In de gemeente <strong>Oss</strong> wordt een bureauonderzoek niet noodzakelijk geacht,<br />
aangezien al een gemeentelijke archeologische verwachtingskaart bestaat. De<br />
uitvoering van het karterende booronderzoek is gebaseerd op de hoge<br />
verwachting voor het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart. 2<br />
In dit rapport zijn de resultaten van het karterende booronderzoek beschreven.<br />
Op basis van deze resultaten worden aanbevelingen gedaan voor eventueel<br />
vervolgonderzoek.<br />
Door middel van het inventariserend karterend booronderzoek wordt informatie<br />
vergaard over de intactheid van de bodemopbouw en eventueel aanwezige<br />
archeologische resten en/of vindplaatsen in het plangebied. Het inventariserend<br />
veldonderzoek heeft als doel het toetsen c.q. bijstellen van het<br />
verwachtingsmodel zoals dat is opgesteld tijdens het bureauonderzoek. Op basis<br />
van de resultaten van het booronderzoek wordt een selectieadvies opgesteld voor<br />
(delen van) het plangebied over het mogelijk vervolgtraject.<br />
Tijdens het onderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen te worden<br />
beantwoord:<br />
▪ Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo<br />
ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering<br />
hiervan?<br />
▪ Wat is volgens de gemeentelijk archeologische verwachtingskaart de<br />
specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />
▪ Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />
▪ Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de aard<br />
en datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />
▪ In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is vervolgonderzoek<br />
nodig om de door het bureauonderzoek en karterend booronderzoek in<br />
beeld gebrachte gebieden met een bepaalde archeologische verwachting<br />
nader te onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />
2 ADC 2011.<br />
11 Lith, Brouwerspad 20
Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse<br />
Archeologie, versie 3.2 3 .<br />
1.2 Ligging van het gebied<br />
Het plangebied ligt binnen de bebouwde kom van Lith. Het plangebied wordt<br />
omgrensd door het Brouwerspad in het noordwesten, de Heuvelwijkstraat in het<br />
zuidoosten, en in het noordoosten en zuidwesten door perceelsgrenzen. De<br />
oppervlakte bedraagt circa 1700 m 2 . In figuur 1.1 is de ligging van het<br />
plangebied weergegeven.<br />
Figuur 1.1 Ligging van het plangebied. 4<br />
3<br />
SIKB 2010.<br />
4<br />
ANWB 2004.<br />
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) <strong>12</strong>
2 Vooronderzoek<br />
2.1 Archeologische verwachting<br />
De gemeentelijke verwachtingskaart van de gemeente <strong>Oss</strong> is gemaakt door ADC<br />
Heritage. 5 Voor een uitgebreide beschrijving van het vooronderzoek wordt<br />
verwezen naar het rapport bij de gemeentelijke verwachtingskaart.<br />
In figuur 1 is een uitsnede van de gemeentelijke verwachtingskaart weergegeven,<br />
met hierop de globale ligging van het plangebied aangegeven met een rood<br />
kader. Het plangebied ligt in de paarse eenheid, welke staat voor een hoge<br />
archeologische verwachting, omdat het binnen de historische dorpskern valt. De<br />
doelstelling hier is behoud in de huidige staat van eventuele resten. Bij projecten<br />
groter dan 35 m 2 mag de bodem niet dieper dan 30 cm –mv verstoord worden. Is<br />
dit wel het geval, moet archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />
Het plangebied ligt in het verlengde van de oranje-rode kleur op de<br />
gemeentelijke verwachtingkaart. Deze kleur staat voor gebieden met een hoge<br />
archeologische waarde, omdat ze op meandergordels, rivierduinen,<br />
crevassecomplexen, dekzandruggen of esdekken liggen. Waarschijnlijk ligt het<br />
plangebied ook op een van deze eenheden.<br />
Figuur 2.1 Uitsnede van de gemeentelijke verwachtingkaart van de gemeente <strong>Oss</strong>. 6<br />
5<br />
ADC, 2011.<br />
6<br />
ADC, 2011.<br />
13 Lith, Brouwerspad 20
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 14
3 Inventariserend Veldonderzoek<br />
3.1 Werkwijze<br />
Bij het inventariserend veldonderzoek (karterende fase) is het plangebied<br />
gekarteerd op archeologische indicatoren en onderzocht op de<br />
geomorfologische, geologische en bodemkundige karakteristieken. Ook geeft het<br />
booronderzoek informatie over het intact zijn van de bodem en daarmee<br />
informatie over de gaafheid van een eventuele archeologische vindplaats.<br />
Vanwege de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten is<br />
een karterend booronderzoek uitgevoerd. 7 Hierbij wordt er van uitgegaan dat<br />
eventuele archeologische vindplaatsen zich kenmerken door een strooiing van<br />
vuursteen en aardewerk, of een archeologische laag. De boringen zijn uitgevoerd<br />
met een edelmanboor met een doorsnede van <strong>12</strong> cm. In het plangebied zijn zo 4<br />
boringen geplaatst. De boringen zijn uitgevoerd tot 25 cm in de onverstoorde Chorizont,<br />
in dit geval 225 cm beneden maaiveld.<br />
De locaties van de boringen zijn ingemeten met GPS, waarbij de afwijking circa 2<br />
meter bedraagt. De hoogteligging ten opzichte van NAP is uit het Actueel<br />
Hoogtebestand Nederland gehaald. 8<br />
De gesteldheid van de opgeboorde grond is zowel bodemkundig 9 als lithologisch<br />
(NEN 5104 10 ) beschreven. De grondmonsters zijn verbrokkeld en versneden en<br />
met het oog geïnspecteerd op archeologische indicatoren. Archeologische<br />
indicatoren kunnen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een<br />
archeologische vindplaats ter plaatse of in de nabijheid van de betreffende<br />
boring(en). Deze indicatoren bestaan bijvoorbeeld uit aardewerk, verbrande<br />
huttenleem, vuursteen, metaal, houtskool en al dan niet verbrand bot.<br />
Het veldonderzoek heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2011. In navolgende<br />
paragrafen worden de resultaten van het veldonderzoek beschreven. Het<br />
hoofdstuk wordt afgesloten met een archeologische interpretatie. De locaties van<br />
de boringen staan weergegeven op de boorpuntenkaart (bijlage 2). De<br />
boorbeschrijvingen bevinden zich in bijlage 3.<br />
3.2 Veldwaarnemingen<br />
Door de aanwezige bebouwing en begroeiing waren aan het maaiveld geen<br />
aanwijzingen zichtbaar die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van<br />
7<br />
SIKB 2010.<br />
8<br />
AHN 2011.<br />
9<br />
De Bakker en Schelling 1989.<br />
10 NEN 1989.<br />
15 Lith, Brouwerspad 20
archeologische resten in de bodem. Het reliëf in het plangebied was vlak. Richting<br />
het noordoosten is wel reliëf aanwezig: het maaiveld loopt hier op tot op de dijk.<br />
Figuur 3.2 Zicht op het plangebied vanaf het zuidoosten in noordelijke richting (links) en<br />
westelijke richting (rechts).<br />
3.3 Karterend booronderzoek<br />
3.3.1 Lithologie en bodemopbouw<br />
De A-horizont in het plangebied is in alle boringen 50 cm dik en bestaat uit matig<br />
siltig, matig humeus, matig grof, zwartgrijs zand. Deze laag is archeologisch<br />
gezien niet relevant, aangezien deze regelmatig verstoord wordt door o.a.<br />
ploegwerkzaamheden. In deze laag zijn verschillende fragmenten bouwpuin<br />
aangetroffen, welke allemaal (sub)recent in de bodem gekomen zijn. Er zijn in<br />
deze laag geen archeologische indicatoren aangetroffen.<br />
Onder de A-horizont ligt in alle boringen een AC horizont van 50 tot 55 cm dikte<br />
welke bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zwak humeus, matig grof tot matig fijn,<br />
(licht)bruingrijs zand. Deze laag is een menglaag van de bovenliggende Ahorizont<br />
en de onderliggende C-horizont. Deze menglaag is (sub) recentelijk<br />
verstoord, wat te zien is aan onder andere het vlekkerige karakter van de bodem.<br />
Daarnaast bevat deze laag ook fragmenten baksteen en in boring 1 en 4 ook<br />
plastic, wat eveneens wijst op een recente verstoring. In deze laag zijn enkele<br />
spikkels houtskool aangetroffen, wat archeologisch gezien een indicator zou<br />
kunnen zijn voor bewoning. De AC-horizont is echter een verstoorde laag,<br />
waardoor eventuele archeologische vondsten zich niet meer in situ zouden<br />
bevinden.<br />
De C-horizont, het onveranderde moedermateriaal, bestaat in het plangebied uit<br />
sterk tot uiterst siltig, donkergrijsbruin tot geelgrijs, zeer fijn zand. Dit materiaal<br />
wijst in combinatie met de landschappelijke ligging van het plangebied op de<br />
ligging op een oeverwal. In boring 2 en 3 is de verstoring tot in de C-horizont<br />
doorgegaan, wat te zien is aan het vlekkerige karakter van de bodem. In deze<br />
verstoorde C-horizont is nog wel een enkele spikkel houtskool aangetroffen in<br />
beide boringen, maar in combinatie met (sub)recent puin. Dit wijst erop dat de<br />
bodem nog redelijk recent verstoord is, waardoor eventuele archeologische<br />
vondsten niet in situ zijn.<br />
Onder de verstoorde C-horizont (boring 2 en 3) of direct onder de AC-horizont<br />
(boring 1 en 4) is de onverstoorde C-horizont aangetroffen. De onverstoorde Chorizont<br />
komt voor vanaf 105 en 100 cm beneden maaiveld bij boring 1 en 4<br />
respectievelijk. Boring 2 en 3 zijn dieper verstoord, de onverstoorde C-horizont<br />
komt hier pas voor vanaf 150 en 185 cm beneden maaiveld. De dieper verstoorde<br />
boringen zijn midden op het perceel tussen de schuur en het woonhuis geplaatst.<br />
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 16
Boring 1 en 4 liggen in de noordelijke en zuidelijke hoek van het perceel, waar de<br />
verstoring minder diep is geweest.<br />
In de onverstoorde laag zijn in alle boringen ijzervlekken en in boring 3 en 4 ook<br />
mangaanvlekken aangetroffen. Deze vlekken wijzen op een fluctuerende<br />
grondwaterstand op deze diepte.<br />
3.3.2 Bodemverstoringen<br />
In boring 1 en 4 is de bodem verstoord tot respectievelijk 105 en 100 cm beneden<br />
maaiveld. De bodem in boring 2 en 3 is dieper verstoord, hier komt de<br />
onverstoorde C-horizont pas op 150 en 185 cm beneden maaiveld, respectievelijk.<br />
De dieper verstoorde boringen zijn midden op het perceel tussen de schuur en<br />
het woonhuis geplaatst. Boring 1 en 4 liggen in de noordelijke en zuidelijke hoek<br />
van het perceel, waar de verstoring minder diep is geweest. Deze verstoring heeft<br />
(sub)recentelijk plaatsgevonden. Hierdoor zijn eventueel archeologische resten<br />
niet meer in situ aanwezig.<br />
3.3.3 Archeologische indicatoren<br />
Bij controle van het opgeboorde materiaal zijn enkel in de verstoorde lagen<br />
archeologische indicatoren in de vorm van spikkels houtskool en (sub-)recent puin<br />
aangetroffen. In de onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />
3.4 Archeologische interpretatie<br />
Het booronderzoek toont aan dat de bodem in het plangebied tot minimaal 100<br />
en maximaal 185 cm beneden maaiveld (sub)recent is verstoord. Dit betekent dat<br />
eventueel aanwezige archeologische resten niet meer in situ aanwezig zijn. De<br />
verstoring loopt door tot in de C-horizont.<br />
Tijdens het veldwerk zijn enkele houtskoolspikkels aangetroffen in de verstoorde<br />
lagen van de bodem. In de onverstoorde lagen zijn geen archeologische<br />
indicatoren aangetroffen.<br />
Op basis van deze resultaten kan voor het gehele plangebied de hoge<br />
archeologische verwachting van de gemeentelijke archeologische<br />
verwachtingskaart worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting<br />
op het aantreffen van een archeologische resten uit alle perioden.<br />
17 Lith, Brouwerspad 20
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 18
4 Conclusie en aanbevelingen<br />
4.1 Conclusie<br />
Hieronder volgt de beantwoording van de onderzoeksvragen zoals gesteld in het<br />
Plan van Aanpak:<br />
Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja,<br />
zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan?<br />
Volgens ARCHIS 11 zijn geen waarnemingen gedaan in het plangebied<br />
Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />
Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart heeft het gebied een<br />
hoge archeologische verwachting omdat het binnen de bebouwde kom van Lith<br />
ligt.<br />
Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />
De bodem bestaat uit een 50 cm dikke A-horizont, gevolgd door een 50 tot 55 cm<br />
dikke AC-horizont welke verstoord is en waar (sub)recent baksteen in voorkomt.<br />
In boring 2 en 3 ligt onder de AC-horizont nog een verstoorde C-horizont. Onder<br />
deze laag, of in boring 1 en 4 direct onder de AC-horizont, ligt het onveranderde<br />
moedermateriaal wat bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zeer fijn, donkergrijsbruin<br />
tot geelgrijs zand.<br />
Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de aard en<br />
datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />
Tijdens het veldwerk zijn bij controle van het opgeboorde materiaal enkel<br />
archeologische indicatoren aangetroffen in de verstoorde lagen. In de<br />
onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />
In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is vervolgonderzoek nodig<br />
om de door het bureauonderzoek en karterend booronderzoek in beeld<br />
gebrachte gebieden met een bepaalde archeologische verwachting nader te<br />
onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />
Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />
archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig.<br />
11 RCE, 2011.<br />
19 Lith, Brouwerspad 20
4.2 Aanbevelingen<br />
Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />
archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig. De hoge verwachting<br />
die het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart was toegekend kan<br />
bijgesteld worden naar een lage verwachting.<br />
Bovenstaand advies dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid<br />
(gemeente <strong>Oss</strong>) en leidt tot een selectiebesluit. Dit betekent niet dat reeds gestart<br />
kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende<br />
activiteiten.<br />
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de<br />
gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen<br />
of resten nooit volledig worden uitgesloten. BAAC bv wil er daarom op wijzen<br />
dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid<br />
van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het<br />
aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de<br />
Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.<br />
Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 20
5 Geraadpleegde bronnen<br />
ADC, 2011. In concept. www.archeologie.nl<br />
Bakker, H. de & J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland,<br />
Staring Centrum, Wageningen.<br />
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), 2010. Leidraad<br />
inventariserend veldonderzoek, versie 3.2. Deel karterend booronderzoek. SIKB,<br />
Gouda<br />
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), 2010.<br />
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2. SIKB, Gouda.<br />
Geraadpleegde kaarten<br />
ANWB, 2004. Topografische atlas Gelderland (1:25.000), ANWB, Den Haag<br />
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2011. Archeologische Monumentenkaart<br />
(AMK) en Centraal Archeologisch Archief (CAA), geraadpleegd via Archis.<br />
Geraadpleegde websites<br />
AHN, 2011. Actueel Hoogtebestand Nederland. Verkregen via www.ahn.nl.<br />
21 Lith, Brouwerspad 20
<strong>Bijlage</strong> 1<br />
Overzicht van geologische en archeologische tijdvakken
Overzicht geologische en archeologische tijdvakken<br />
Ouderdom<br />
in jaren<br />
11.755<br />
<strong>12</strong>.745<br />
13.675<br />
14.025<br />
15.700<br />
29.000<br />
50.000<br />
75.000<br />
115.000<br />
130.000<br />
370.000<br />
410.000<br />
475.000<br />
850.000<br />
2.600.000<br />
Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie<br />
Holoceen 1<br />
Laat-<br />
Weichselien<br />
(Laat-<br />
Glaciaal)<br />
Midden-<br />
Weichselien<br />
(Pleniglaciaal)<br />
Vroeg-<br />
Weichselien<br />
(Vroeg-<br />
Glaciaal)<br />
Eemien<br />
(warme periode)<br />
Late Dryas<br />
(koud)<br />
Allerød<br />
(warm)<br />
Vroege Dryas<br />
(koud)<br />
Bølling<br />
(warm)<br />
Laat-<br />
Pleniglaciaal<br />
Midden-<br />
Pleniglaciaal<br />
Vroeg-<br />
Pleniglaciaal<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5a<br />
5b<br />
5c<br />
5d<br />
5e<br />
Saalien (ijstijd) 6<br />
Holsteinien<br />
(warme periode)<br />
Elsterien (ijstijd)<br />
Cromerien<br />
(warme periode)<br />
Pre-Cromerien<br />
Formaties: Naaldwijk<br />
(marien), Nieuwkoop<br />
(veen), Echteld (fluviatiel)<br />
Formatie<br />
van<br />
Kreftenheye<br />
Formatie<br />
van<br />
Urk<br />
Formatie<br />
van<br />
Sterksel<br />
Eem<br />
Formatie<br />
Formatie<br />
van Drente<br />
Formatie<br />
van Peelo<br />
Formatie<br />
van<br />
Boxtel<br />
Formatie<br />
van<br />
Beegden
Cal. jaren<br />
v/n Chr.<br />
1500<br />
450<br />
<strong>12</strong><br />
0<br />
800<br />
2000<br />
4900<br />
5300<br />
8800<br />
35.000<br />
300.000<br />
1950<br />
815<br />
3755<br />
7020<br />
8240<br />
11.755<br />
<strong>12</strong>.745<br />
13.675<br />
14.025<br />
15.700<br />
75.000<br />
115.000<br />
130.000<br />
14 C jaren Chronostratigrafie<br />
0<br />
2650<br />
5000<br />
8000<br />
9000<br />
10.150<br />
10.800<br />
11.800<br />
<strong>12</strong>.000<br />
13.000<br />
Laat-<br />
Weichselien<br />
(Laat-<br />
Glaciaal)<br />
Midden-<br />
Weichselien<br />
(Pleniglaciaal)<br />
Vroeg-<br />
Weichselien<br />
(Vroeg-<br />
Glaciaal)<br />
Subatlanticum<br />
koeler<br />
vochtiger<br />
Pollen<br />
zones<br />
Vb2<br />
Vb1<br />
Va<br />
IVb<br />
Subboreaal<br />
koeler<br />
droger IVa<br />
Atlanticum<br />
warm<br />
vochtig<br />
Boreaal<br />
warmer<br />
Preboreaal<br />
warmer<br />
Eemien<br />
(warme periode)<br />
Saalien (ijstijd)<br />
III<br />
II<br />
Late Dryas LW III<br />
I<br />
Vegetatie<br />
Loofbos<br />
eik en hazelaar<br />
overheersen<br />
haagbeuk<br />
veel cultuurplanten<br />
rogge, boekweit,<br />
korenbloem<br />
Loofbos<br />
eik en hazelaar<br />
overheersen<br />
beuk>1% invloed<br />
landbouw<br />
(granen)<br />
Loofbos<br />
eik, els en hazelaar<br />
overheersen<br />
in zuiden speelt<br />
linde een grote rol<br />
den overheerst<br />
hazelaar, eik, iep,<br />
linde, es<br />
eerst berk en later<br />
den overheersend<br />
parklandschap<br />
Allerød LW II<br />
dennen- en<br />
berkenbossen<br />
Vroege Dryas<br />
open<br />
parklandschap<br />
LWI open vegetatie met<br />
Bølling<br />
kruiden en<br />
berkenbomen<br />
perioden met een<br />
poolwoestijn en<br />
perioden met een<br />
toendra<br />
perioden met bos<br />
en perioden met<br />
een subarctisch<br />
open landschap<br />
loofbos<br />
Archeologische<br />
perioden<br />
Nieuwe tijd<br />
Middeleeuwen<br />
Romeinse tijd<br />
IJzertijd<br />
Bronstijd<br />
Neolithicum<br />
Mesolithicum<br />
Laat-Paleolithicum<br />
Midden-Paleolithicum<br />
Vroeg-Paleolithicum<br />
Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al.<br />
(2003). Lithostratigrafie<br />
volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al.<br />
(1998).<br />
Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen.<br />
Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB).<br />
Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).
<strong>Bijlage</strong> 2<br />
Boorpuntenkaart
424400<br />
Lith, Brouwerspad 20<br />
boorpuntenkaart<br />
plangebied<br />
boorpunten<br />
4<br />
2<br />
1<br />
3<br />
© BAAC bv<br />
0 20 m<br />
424400
<strong>Bijlage</strong> 3<br />
Boorbeschrijvingen
oring: 1<strong>12</strong>58-1<br />
beschrijver: KP, datum: 17-8-2011, X: 157.962, Y: 424.423, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 45B, hoogte: 5,70, precisie hoogte: 1<br />
dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-<strong>12</strong> cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland,<br />
vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: <strong>Oss</strong>, plaatsnaam: Lith, opdrachtgever: Milon bv, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv / 5,70 m +NAP<br />
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (
oring: 1<strong>12</strong>58-3<br />
beschrijver: KP, datum: 17-8-2011, X: 157.977, Y: 424.404, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 45B, hoogte: 5,70, precisie hoogte: 1<br />
dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-<strong>12</strong> cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland,<br />
vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: <strong>Oss</strong>, plaatsnaam: Lith, opdrachtgever: Milon bv, uitvoerder: BAAC bv<br />
0 cm -Mv / 5,70 m +NAP<br />
Algemeen: aard ondergrens: abrupt (
Buro Maerlant<br />
L a n d s c h a p , E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g<br />
BM-RAPPORT 2011<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet<br />
J. van Suijlekom, 1 september 2011
Impressie van het<br />
plangebied.<br />
Foto: Buro Maerlant<br />
25-08-2011<br />
Inhoud<br />
1 Inleiding 3<br />
1.1 Algemeen 3<br />
1.2 Methode / doel 3<br />
1.3 Beschrijving van het plangebied en de toekomstige ingrepen 3<br />
2 Wet- en regelgeving 4<br />
2.1 Flora- en faunawet 4<br />
2.2 Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) 5<br />
2.3 Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000 6<br />
3 Bronnenonderzoek 7<br />
3.1 Natuurloket 7<br />
3.3 Verspreidingsatlassen 7<br />
4 Resultaten van het veldonderzoek 8<br />
4.1 Algemeen 8<br />
4.2 Beschermde soorten: resultaten en verwachting 8<br />
5 Conclusies en aanbevelingen 10<br />
Conclusies 10<br />
Aanbevelingen 10<br />
Literatuur <strong>12</strong><br />
<strong>Bijlage</strong> 1 13<br />
<strong>Bijlage</strong> 2 18<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 2<br />
Blz
1 Inleiding<br />
1.1 Algemeen<br />
In opdracht van Milon BV heeft Buro Maerlant een ecologische quickscan uitgevoerd op de<br />
locatie Lith Brouwerspad 20 in de gemeente <strong>Oss</strong>. Het veldonderzoek werd uitgevoerd op 25<br />
augustus 2011. Aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen wijziging van het bestem-<br />
mingsplan voor de bouw van twee woningen.<br />
1.2 Methode / doel<br />
De ecologische quickscan bestaat uit een veldonderzoek en een bureauonderzoek. Tijdens het<br />
veldonderzoek werd het plangebied zelf en de directe omgeving onderzocht op de aanwezig-<br />
heid van diersporen zoals uitwerpselen, krap- en graafsporen, en is de vegetatie bekeken.<br />
Tevens werden waarnemingen van aanwezige diersoorten gedaan. Op basis van expert-<br />
judgement werd een inschatting gemaakt van het mogelijke voorkomen van beschermde<br />
soorten. Dit werd afgewogen tegen de toekomstige ontwikkelingen. Doel van het onderzoek<br />
is een goed onderbouwde inschatting te geven, zodat kan worden gehandeld conform de<br />
Flora- en faunawet.<br />
1.3 Beschrijving van het plangebied en de toekomstige ingrepen<br />
Het plangebied Brouwerspad 20 ligt in het westelijke deel van Lith in de gemeente <strong>Oss</strong> en<br />
omvat een woonboerderij met schuren en een paardenwei (figuur 1). Men is voornemens het<br />
perceel op te splitsen en in het oostelijke deel twee woningen te bouwen. Voor dit doel wordt<br />
een drietal kleine schuren gesloopt. De huidige woning blijft behouden. Recente ingrepen zijn<br />
beperkt tot de noordoostelijke helft van het perceel.<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 3<br />
Figuur 1<br />
Globale begrenzing<br />
van<br />
het plangebied<br />
(rood) op een<br />
luchtfoto van<br />
Google Earth.
2 Wet- en regelgeving<br />
2.1 Flora- en faunawet<br />
De Flora- en faunawet heeft betrekking op de bescherming van in het wild voorkomende<br />
plant- en diersoorten. Deze bescherming heeft als doel het voortbestaan van soorten (géén<br />
individuen) te waarborgen. Het veroorzaken van schade aan planten en dieren is in principe<br />
verboden, tenzij men hier uitdrukkelijke toestemming voor heeft (nee, tenzij principe). De ver-<br />
bodsbepalingen gelden voor circa 500 plant- en diersoorten.<br />
Verbodsbepalingen<br />
De volgende verbodsbepalingen (tabel 1) in de Flora - en faunawet zijn voor dit onderzoek<br />
relevant:<br />
Artikel Verbodsbepaling<br />
8 Het verbod om planten behorende tot een beschermde inheemse<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken,<br />
te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze<br />
van hun groeiplaats te verwijderen.<br />
9 Het verbod om dieren te doden, te verwonden, te vangen, te<br />
bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.<br />
10 Het verbod om dieren opzettelijk te verontrusten.<br />
11 Het verbod om nesten, holen, of andere voortplantings- of vaste<br />
rust- of verblijfplaatsen van dieren, te beschadigen, te vernielen, uit<br />
te halen, weg te nemen of te verstoren.<br />
<strong>12</strong> Het verbod om eieren van dieren, behorende tot een beschermde<br />
inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te<br />
beschadigen of te vernielen.<br />
13 Het verbod planten, producten van planten of dieren dan wel<br />
Zorgplicht<br />
eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot beschermde<br />
inheems of uitheemse dier- of plantensoorten te vervoeren, ten<br />
vervoer aan te bieden of af te leveren.<br />
In artikel 2 van de Flora- en faunawet wordt verwacht, dat iedereen voldoende zorg in acht<br />
neemt voor alle (dus ook niet beschermde) planten en dieren en de leefomgeving. Het kan<br />
worden gezien als een fatsoenseis.<br />
2.2 Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)<br />
Tabel 1<br />
Beknopte weergaveverbodsbepalingen<br />
uit<br />
artikel 8 t/m 13<br />
uit de Flora- en<br />
Faunawet<br />
In 2005 heeft de minister van LNV door middel van een AMvB de regels vereenvoudigd door<br />
wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 4
Tabel 2<br />
Beschermingsregimes<br />
1 t/m 3<br />
AMvB artikel 75<br />
van de Flora- en<br />
faunawet<br />
behoud of beheer geldt in een aantal gevallen een vrijstelling op de verbodsbepalingen. De<br />
zorgplicht blijft echter van kracht. Er zijn drie categorieën of tabellen van beschermde soorten<br />
opgesteld (zie tabel 2 en bijlage 1):<br />
Categorie Omschrijving<br />
1 In deze categorie zijn algemeen voorkomende beschermde soorten opgenomen. Bij<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
ruimtelijke ontwikkeling, bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik,<br />
geldt voor deze soorten geldt op voorhand een vrijstelling van artikel 8 t/m <strong>12</strong>. Dit<br />
is zonder verdere eisen (lichte toets). Voor andere activiteiten dient een ontheffing te<br />
worden aangevraagd.<br />
2 Hier onder vallen minder algemene, niet bedreigde soorten. Indien men werkt volgens<br />
een goedgekeurde gedragscode is geen ontheffing nodig. In de andere gevallen is<br />
een ontheffing nodig. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient men aan te tonen,<br />
dat er geen inbreuk wordt gedaan op de gunstige instandhouding van de soort.<br />
3 Tabel 3-soorten zijn strikt beschermd. Dit zijn soorten uit bijlage IV van de Habi-<br />
tatrichtlijn en bedreigde soorten die bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn<br />
aangewezen. Alle vogelsoorten vallen hier ook onder. Voor broedende vogels wordt<br />
in principe nooit ontheffing verleend, omdat werkzaamheden buiten het broedseizoen<br />
kunnen worden uitgevoerd.<br />
Voor ruimtelijke ontwikkeling is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verkregen als<br />
wordt aangetoond, dat geen alternatieven voor handen zijn en wezenlijk negatieve<br />
effecten kunnen worden uitgesloten. Van de initiatiefnemer wordt gevraagd schade<br />
zoveel mogelijk te beperken(mitigatie) en dienen veelal alternatieven te worden<br />
geboden(compensatie). Door een effectbeoordeling via een uitgebreide toets en een<br />
compensatieplan kan onder voorwaarden een ontheffing worden verkregen.<br />
Indien sprake is van bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik dient men<br />
te werken met een goedgekeurde gedragscode. Indien men deze niet zelf op heeft<br />
gesteld, is het mogelijk gebruik te maken van reeds bestaande gedragscodes. Als<br />
geen gedragscode voor handen is dient een ontheffing te worden aangevraagd.<br />
Voor overige activiteiten is altijd een ontheffing nodig, waarbij bovengenoemde criteria<br />
gelden.<br />
Indien alleen tabel-1 soorten worden aangetroffen volstaat voor ruimtelijke ontwikkeling een<br />
quickscan (lichte toets). Wanneer tabel 2 of 3- soorten worden aangetroffen of worden ver-<br />
wacht kan afhankelijk van toekomstige ingrepen en de soort aanvullende toetsing nodig zijn<br />
(uitgebreide toets). Doorgaans is daarvoor intensiever onderzoek nodig in het geschikte jaar-<br />
getijde.<br />
Per augustus 2009 is de beoordeling Flora- en faunawet bij ruimtelijke ingrepen door de<br />
Dienst Regelingen gewijzigd, waardoor bij aantoonbaar voldoende mitigatie en compensatie<br />
voor strikt beschermde soorten niet altijd meer een ontheffing hoeft te worden aangevraagd.<br />
Ontheffingen voor Habitatrichtlijnsoorten worden vrijwel niet meer verleend. Nesten van vo-<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 5
Tabel 3<br />
Beschermingscategorieën<br />
nesten, waarvan<br />
de verbodsbepalingen<br />
van artikel 11 van de<br />
Flora- en faunawet<br />
jaarrond (1 t/m 4) of<br />
tijdens het broedseizoen<br />
(categorie 5)<br />
gelden<br />
gels zijn doorgaans alleen beschermd tijdens het broedseizoen. Van een beperkt aantal vogel-<br />
soorten zijn nesten ook buiten het broedseizoen en dus jaarrond beschermd (zie tabel 3).<br />
Categorie Omschrijving<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Jaarrond beschermde nesten<br />
1 Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedsei-<br />
zoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).<br />
2 Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden<br />
die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De<br />
fysiekke voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief<br />
beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).<br />
3 Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde<br />
plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De<br />
(fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief<br />
beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk).<br />
4 Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of<br />
nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en<br />
ransuil).<br />
Niet jaarond beschermde nesten<br />
Let op: onderbouwing en eventueel nader onderzoek echter gewenst<br />
5 Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar<br />
daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over<br />
voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan,<br />
zich elders te vestigen (voorbeeld: boerenzwaluw, ekster, groene specht en<br />
spreeuw.<br />
Van alle categorieën vogels in hierboven genoemde tabel is het belangrijk aan- of afwezigheid<br />
van nesten / territoria aan te tonen. Via een omgevingscheck en eventueel nader onderzoek<br />
is dit mogelijk.<br />
2.3 Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000<br />
Het plangebied ligt niet in of in de directe nabijheid van de Ecologische Hoofdstructuur of een<br />
Natura 2000 - gebied.<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 6
Figuur 2<br />
Het opgevraagde<br />
kilometerhok uit<br />
het natuurloket /<br />
NDFF.<br />
Bron: Natuurloket<br />
30-08-2011.<br />
3 Bronnenonderzoek<br />
3.1 Natuurloket<br />
Voor het onderzoek is een beknopte rapportage van het Natuurloket (www.natuurloket.nl) van<br />
kilometerhok 157-424 opgevraagd (fig. 2). Recent is de database van de Nationale Databank<br />
Flora en Fauna (NDFF) ook via het Natuurloket te raadplegen en in dit overzicht verwerkt. Het<br />
plangebied ligt in dit kilometerhok. Door de ligging binnen de bebouwde kom zijn de gegevens<br />
beperkt representatief.<br />
Kilometerhok 157-424 is in de periode 2000-2011 op vogels slecht / goed onderzocht, op de<br />
overige soortgroepen matig of niet volledig onderzocht. Er zijn buiten vogels enkele strikter<br />
beschermde soorten (tabel 2 / 3 Flora- en faunawet) waargenomen. Het betreft een tweetal<br />
zoogdieren, een amfibie (tevens Habitatrichtlijnsoort) en één vissensoort. Van de 79 waar-<br />
genomen vogels staan er 22 op de Rode-Lijst. Met name struwelen, water en oevers in de<br />
nabijheid van het plangebied zullen naar verwachting een redelijke diversiteit aan vogels her-<br />
bergen. Binnen het plangebied zelf kunnen vogels van de Rode-Lijst voorkomen die veelal<br />
gebonden zijn aan (agrarische) bebouwing zoals uilen (steenuil bijvoorbeeld), boerenzwaluw<br />
of huismus. De waargenomen zoogdieren betreffen gezien de regionale verspreiding van<br />
Habitatrichtlijnsoorten vrij zeker vleermuizen. Water ontbreekt in het plangebied. De overige<br />
strikter beschermde soortgroepen worden niet ín het plangebied verwacht.<br />
3.2 verspreidingsatlassen<br />
Op basis van het veldonderzoek bleek het goed mogelijk een verwachting uit te spreken over<br />
het al dan niet voorkomen van beschermde soorten. Dit had te maken met de aard en de<br />
ligging van het plangebied. In dit gedeelte wordt daarom verder afgezien van een bespreking<br />
van verspreidingsgegevens uit (digitale)atlassen.<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 7
4 Resultaten van het veldonderzoek<br />
Bij de beschrijving van de resultaten wordt het accent gelegd op de te slopen schuurtjes en<br />
het toekomstige nieuwe bouwblok. Eventuele sloop van de woning in de toekomst wordt vol-<br />
ledigheidshalve in het advies meegenomen.<br />
4.1 Algemeen<br />
Het veldonderzoek werd uitgevoerd op 25 augustus 2011 door J. van Suijlekom. Het plange-<br />
bied bestond uit een woonboerderij met opstallen en weiden met pony’s. Het toekomstige<br />
bouwblok bestond uit weiden met een drietal schuren.<br />
Ecotopen<br />
Het plangebied bestaat uit de ecotopen:<br />
- Woonboerderij met kleine tuin en enkele fruitbomen;<br />
- Lage schuren opgetrokken uit baksteen en / of hout. Grotendeels sterk vervallen.<br />
- Weiden, begraasd door pony’s.<br />
4.2 Beschermde soorten: resultaten en verwachting<br />
Planten<br />
Er werden geen door de Flora- en faunawet beschermde plantensoorten aangetroffen. Dit zijn<br />
kritische soorten waarvoor geschikte habitat ontbrak.<br />
Zoogdieren algemeen<br />
Het plangebied ligt buiten het verspreidingsgebied van strikter beschermde soorten zoals<br />
veldspitsmuis, grote bosmuis en eikelmuis. De Noordse woelmuis komt in een aantal (rest)<br />
populaties voor in zéér natte kruidenrijke vegetaties in de Biesbosch en Zuid-Hollandse eilan-<br />
den. Waterspitmuis is gebonden aan schone niet te voedselrijke wateren met ruig begroeide<br />
oevers. Waarnemingen in de directe omgeving van het plangebied zijn niet bekend. Op ba-<br />
sis van de aanwezige ecotopen en / of de geografische ligging van het plangebied kan het<br />
voorkomen van strikter beschermde grondgebonden zoogdieren in het plangebied worden<br />
uitgesloten.<br />
Das en eventueel steenmarter komen in de regio incidenteel voor, echter ontbraken sporen.<br />
De bebouwing was voor steenmarter in principe interessant. Deze soort rukt steeds verder op<br />
vanuit het oosten, echter is deze in de omgeving vooralsnog niet aangetroffen. Das foerageert<br />
in voedselrijke weiden en akkers. Binnen de bebouwde kom wordt de das niet verwacht.<br />
Vleermuizen<br />
De te slopen schuren waren enkelwandig en gedeeltelijk vervallen. Alle daken vertoonden<br />
diverse gaten, waardoor de wind en de regen vrij spel had. Tevens ontbraken voor vleermui-<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 8
zen geschikte plekken om weg te kruipen. De schuren zijn beoordeeld als ongeschikt voor<br />
vleermuizen. Tijdens de inspectie werden ook geen sporen van vleermuizen aangetroffen.<br />
Het woonhuis (dak) is beoordeeld als toegankelijk en geschikt voor vleermuizen. Het is niet<br />
uitgesloten dat het woonhuis wordt gebruikt als verblijfplaats door soorten zoals gewone dw-<br />
ergvleermuis en laatvlieger. Alle vleermuizen (Habitatrichtlijnsoorten) zijn opgenomen in tabel<br />
3 van de flora- en faunawet en derhalve strikt beschermd. Het woonhuis en de tuin wordt niet<br />
betrokken bij de recente ingrepen. Effecten op eventueel aanwezige vleermuizen zijn redelijk-<br />
erwijs uit te sluiten. Indien men de woning wenst te slopen is onderzoek naar het daadwerke-<br />
lijke voorkomen van vleermuizen noodzakelijk.<br />
Als foerageergebied heeft het plangebied (randen) enige betekenis, echter is het oppervlak<br />
te gering om essentieel foerageergebied te zijn. Effecten op foeragerende vleermuizen zijn op<br />
voorhand uitgesloten.<br />
Vogels<br />
In het plangebied werden tijdens het onderzoek géén vogels waargenomen. In deze om-<br />
geving worden algemene soorten verwacht zoals merel, roodborst en vink. Huismus, een<br />
soort waarvan nesten jaarrond beschermd zijn, werd niet in het plangebied waargenomen. In<br />
het plangebied werden géén sporen aangetroffen van roofvogels of uilen, eveneens soorten<br />
waarvan nesten jaarrond beschermd zijn. Sporen zoals braakballen, meststrepen of nesten<br />
ontbraken. Uilen en met name aan dergelijke bebouwing gebonden soorten als steenuil en<br />
kerkuil komen niet in het plangebied voor.<br />
Amfibieën en vissen<br />
In het plangebied ontbrak open water. Voor amfibieën (landhabitat) heeft het plangebied ni-<br />
ets te bieden. De aanwezigheid van strikter beschermde soorten amfibieën en vissen kan<br />
worden uitgesloten.<br />
Overige soortgroepen<br />
Voor de overige door de Flora- en faunawet strikter beschermde soortgroepen ontbrak binnen<br />
het plangebied geschikt leefgebied.<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 9
5 Conclusies en aanbevelingen<br />
Conclusies<br />
Vleermuizen<br />
Aanwezige schuren op het toekomstige bouwblok zijn ongeschikt voor vleermuizen. Als foera-<br />
geergebied hebben randen van het plangebied vermoedelijk enige betekenis. De plannen en<br />
ingrepen hebben op vleermuizen op voorhand géén effect.<br />
Het woonhuis is beoordeeld als toegankelijk en geschikt en wordt mogelijk gebruikt als verblijf-<br />
plaats door vleermuizen. Het gaat vermoedelijk om soorten zoals laatvlieger en gewone dwerg-<br />
vleermuis. De woning kan functie hebben als kraamverblijf, zomerverblijf en eventueel win-<br />
terverblijf / paarverblijf. De huidige ingrepen hebben geen invloed op deze potentieel aan-<br />
wezige functies. Indien men voornemens is het woonhuis te slopen is een nader onderzoek<br />
naar vleermuizen noodzakelijk.<br />
Vogels en overige soortgroepen<br />
In het plangebied worden algemen vogels verwacht. In de te slopen opstallen en aan randen<br />
kunnen algemene vogels broeden. Voor overige strikter beschermde soortgroepen is het<br />
plangebied en in het bijzonder het bouwblok waar de ontwikkelingen plaats vinden geen<br />
leefgebied.<br />
Aanbevelingen<br />
Vleermuizen<br />
Effecten van de huidige plannen op eventueel aanwezige vleermuizen zijn uitgesloten.<br />
Indien men voornemens is het huidige woonhuis te slopen is het noodzakelijk nader onder-<br />
zoek uit te voeren naar vleermuizen met een batdetector conform het protocol van de Ge-<br />
gevensautoriteit Natuur. Conform de huidge interpretatie van het protocol dient het onderzoek<br />
naar gebouwbewonende soorten minimaal te bestaan uit twee veldbezoeken in de periode<br />
half mei-half juli en half augustus - half september.<br />
Vogels en overige soortgroepen<br />
Het is nooit uitgesloten, dat algemene niet jaarrond beschermde vogels broeden in de te slo-<br />
pen schuren en in beplantingen aan de rand van het plangebied. Daarom wordt aanbevolen<br />
sloop en het bouwrijp maken van het plangebied buiten het broedseizoen uit te voeren. Dit is<br />
voor de meeste soorten de periode maart tot augustus. Het verstoren van broedende vogels<br />
is conform de Flora- en faunawet niet toegestaan.<br />
Voor alle soortgroepen geldt de zorgplicht, waarbij wordt verwacht, dat men voorzichtig om-<br />
gaat met planten en dieren in het algemeen.<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 10
Literatuur<br />
Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk, en J.B.M. Thissen, 1992.<br />
Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />
Diepenbeek, A. van, 1999.<br />
Veldgids Diersporen (tweede druk, 2003). KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />
Meijden, R. van der, 2005. Heukel’s flora van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.<br />
Internet<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
»<br />
Google Earth<br />
www.minlnv.nl<br />
www.natuurloket.nl<br />
www.nederlandsesoorten.nl<br />
www.ravon.nl<br />
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/googlemapszoek.aspx<br />
www.telmee.nl<br />
www.waarneming.nl<br />
www.vzz.nl<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 11
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet <strong>12</strong>
<strong>Bijlage</strong> 1<br />
Tabellen soorten Flora- en faunawet<br />
In onderstaande tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (Ffwet). De<br />
tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere<br />
kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene<br />
maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en<br />
enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75).<br />
Vogelsoorten zijn in deze tabellen niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle<br />
vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). In de toelichting bij de tabellen staat<br />
aangegeven welk regime toepasselijk is voor vogelsoorten.<br />
Toelichting tabel 1<br />
-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of<br />
ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet. Aan deze<br />
vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden.<br />
-Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een<br />
ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van<br />
instandhouding van de soort’ (zgn. lichte toets).<br />
Tabel 1: Algemene soorten<br />
R = soort van Rode lijst 2004<br />
Zoogdieren<br />
aardmuis Microtus agrestis<br />
bosmuis Apodemus sylvaticus<br />
dwergmuis Micromys minutus<br />
bunzing Mustela putorius<br />
dwergspitsmuis Sorex minutus<br />
egel Erinaceus europeus<br />
gewone bosspitsmuis Sorex araneus<br />
haas Lepus europeus<br />
hermelijn Mustela erminea<br />
huisspitsmuis Crocidura russula<br />
konijn Oryctolagus cuniculus<br />
mol Talpa europea<br />
ondergrondse woelmuis Pitymys subterraneus<br />
ree Capreolus capreolus<br />
rosse woelmuis Clethrionomys glareolus<br />
tweekleurige bosspitsmuis Sorex coronatus<br />
veldmuis Microtus arvalis<br />
vos Vulpes vulpes<br />
wezel Mustela nivalis<br />
woelrat Arvicola terrestris<br />
Reptielen en amfibieën<br />
bruine kikker Rana temporaria<br />
gewone pad Bufo bufo<br />
middelste groene kikker Rana esculenta<br />
kleine watersalamander Triturus vulgaris<br />
meerkikker Rana ridibunda<br />
Mieren<br />
behaarde rode bosmier Formica rufa<br />
kale rode bosmier Formica polyctena<br />
stronkmier Formica truncorum<br />
zwartrugbosmier Formica pratensis<br />
Slakken<br />
wijngaardslak Helix pomatia<br />
Vaatplanten<br />
aardaker Lathyrus tuberosus<br />
akkerklokje Campanula rapunculoides<br />
brede wespenorchis Epipactis helleborine<br />
breed klokje Campanula latifolia<br />
dotterbloem* Caltha palustris<br />
gewone vogelmelk Ornithogalum umbellatum<br />
grasklokje Campanula rotundifolia<br />
grote kaardenbol Dipsacus fullonum<br />
kleine maagdenpalm Vinca minor<br />
knikkende vogelmelk Ornithogalum nutans<br />
koningsvaren Osmunda regalis<br />
slanke sleutelbloem Primula elatior<br />
zwanebloem Butomus umbellatus<br />
*m.u.v. spindotterbloem R<br />
16-06-05 1<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 13
Toelichting tabel 2<br />
-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of<br />
ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet, mits<br />
activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt<br />
voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor<br />
goedkeuring.<br />
--Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een<br />
ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van<br />
instandhouding van de soort’. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3)<br />
Tabel 2: overige soorten<br />
R = soort van Rode lijst 2004<br />
Zoogdieren<br />
Damhert R Dama dama<br />
Edelhert Cervus elaphus<br />
Eekhoorn Sciurus vulgaris<br />
Grijze zeehond R Halichoerus grypus<br />
Grote bosmuis R Apodemus flavicollis<br />
Steenmarter Martes foina<br />
Wild zwijn Sus scrofa<br />
Reptielen en amfibieën<br />
Alpenwatersalamander Triturus alpestris<br />
Levendbarende hagedis Lacerta vivipara<br />
Dagvlinders<br />
Moerasparelmoervlinder R Euphydryas aurinia<br />
Vals heideblauwtje R Lycaeides idas<br />
Vissen<br />
Bermpje Noemacheilus barbatulus<br />
Kleine modderkruiper Cobitis taenia<br />
Meerval Silurus glanis<br />
Rivierdonderpad Cottus gobio<br />
Vaatplanten<br />
Aangebrande orchis R Orchis ustulata<br />
Aapjesorchis R Orchis simia<br />
Beenbreek R Narthecium ossifragum<br />
Bergklokje Campanula rhomboidalis<br />
Bergnachtorchis R Platanthera chlorantha<br />
Bijenorchis Ophrys apifera<br />
Blaasvaren R Cystopteris fragilis<br />
Blauwe zeedistel Eryngium maritimum<br />
Bleek bosvogeltje R Cephalantera damasonium<br />
Bokkenorchis R Himantoglossum hircinum<br />
Brede orchis R Dactylorhiza majalis majalis<br />
Bruinrode wespenorchis R Epipactis atrorubens<br />
Daslook Allium ursinum<br />
Dennenorchis R Goodyera repens<br />
Duitse gentiaan R Gentianella germanica<br />
Franjegentiaan R Gentianella ciliata<br />
Geelgroene wespenorchis R Epipactis muelleri<br />
Gele helmbloem Pseudofumaria lutea<br />
Gevlekte orchis R Dactylorhiza maculata<br />
Groene nachtorchis R Coeloglossum viride<br />
Groensteel R Asplenium viride<br />
Grote keverorchis R Listera ovata<br />
Grote muggenorchis R Gymnadenia conopsea<br />
Gulden sleutelbloem R Primula veris<br />
Harlekijn R Orchis morio<br />
Herfstschroeforchis R Spiranthes spiralis<br />
Hondskruid R Anacamptis pyramidalis<br />
Honingorchis R Herminium monorchis<br />
Jeneverbes R Juniperus communis<br />
Klein glaskruid Parietaria judaica<br />
kleine keverorchis R Listera cordata<br />
kleine zonnedauw R Drosera intermedia<br />
klokjesgentiaan R Gentiana pneumonanthe<br />
kluwenklokje R Campanula glomerata<br />
koraalwortel R Corallorhiza trifida<br />
kruisbladgentiaan R Gentiana cruciata<br />
lange ereprijs Veronica longifola<br />
lange zonnedauw R Drosera anglica<br />
mannetjesorchis R Orchis mascula<br />
maretak Viscum album<br />
moeraswespenorchis R Epipactis palustris<br />
16-06-05 2<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 14
Tabel 2: overige soorten<br />
muurbloem R Erysimum cheiri<br />
parnassia R Parnassia palustris<br />
pijlscheefkelk R Arabis hirsuto sagittata<br />
poppenorchis R Aceras anthropophorum<br />
prachtklokje Campanula persicifolia<br />
purperorchis R Orchis purpurea<br />
rapunzelklokje R Campanula rapunculus<br />
rechte driehoeksvaren R Gymnocarpium robertianum<br />
rietorchis Dactylorhiza majalis<br />
praetermissa<br />
ronde zonnedauw R Drosera rotundifolia<br />
rood bosvogeltje R Cephalanthera rubra<br />
ruig klokje Campanula trachelium<br />
schubvaren R Ceterach officinarum<br />
slanke gentiaan R Gentianella amarella<br />
soldaatje R Orchis militaris<br />
spaanse ruiter R Cirsium dissectum<br />
steenanjer R Dianthus deltoides<br />
steenbreekvaren Asplenium trichomanes<br />
stengelloze sleutelbloem R Primula vulgaris<br />
stengelomvattend havikskruid R Hieracium amplexicaule<br />
stijf hardgras R Catapodium rigidum<br />
tongvaren Asplenium scolopendrium<br />
valkruid R Arnica montana<br />
veenmosorchis R Hammarbya paludosa<br />
veldgentiaan R Gentianella campestris<br />
veldsalie R Salvia pratensis<br />
vleeskleurige orchis R Dactylorhiza incarnata<br />
vliegenorchis R Ophrys insectifera<br />
vogelnestje R Neottia nidus-avis<br />
voorjaarsadonis Adonis vernalis<br />
wantsenorchis R Orchis coriophora<br />
waterdrieblad R Menyanthes trifoliata<br />
weideklokje R Campanula patula<br />
welriekende nachtorchis R Platanthera bifolia<br />
wilde gagel R Myrica gale<br />
wilde herfsttijloos Colchicum autumnale<br />
wilde kievitsbloem R Fritillaria meleagris<br />
wilde marjolein Origanum vulgare<br />
wit bosvogeltje R Cephalanthera longifolia<br />
witte muggenorchis R Pseudorchis albida<br />
zinkviooltje R Viola lutea calaminaria<br />
zomerklokje R Leucojum aestivum<br />
zwartsteel Asplenium adiantum-nigrum<br />
Kevers<br />
vliegend hert Lucanus cervus<br />
Kreeftachtigen<br />
rivierkreeft Astacus astacus<br />
16-06-05 3<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 15
Toelichting tabel 3<br />
-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt<br />
een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis<br />
van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die<br />
zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen<br />
vrijstelling voor artikel 10 van de Ffwet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of<br />
ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring.<br />
-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen<br />
vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig.<br />
-Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en<br />
voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een<br />
ontheffing te krijgen.<br />
-Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig.<br />
-Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de<br />
wet genoemd belang 1 , 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.<br />
Deze drie criteria vormen de zgn. uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet<br />
voldaan zijn).<br />
-De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten.<br />
Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />
R = soort van Rode lijst 2004<br />
<strong>Bijlage</strong> 1 AMvB<br />
Zoogdieren<br />
das Meles meles<br />
boommarter R Martes martes<br />
eikelmuis R Eliomys quercinus<br />
gewone zeehond R Phoca vitulina<br />
veldspitsmuis R Crocidura leucodon<br />
waterspitsmuis R Neomys fodiens<br />
Reptielen en amfibieën<br />
adder R Vipera berus<br />
hazelworm R Anguis fragilis<br />
ringslang R Natrix natrix<br />
vinpootsalamander R Triturus helveticus<br />
vuursalamander R Salamandra salamandra<br />
Vissen<br />
beekprik R Lampetra planeri<br />
bittervoorn R Rhodeus cericeus<br />
elrits R Phoxinus phoxinus<br />
gestippelde alver R Alburnoides bipunctatus<br />
grote modderkruiper R Misgurnus fossilis<br />
rivierprik Lampetra fluviatilis<br />
Dagvlinders<br />
bruin dikkopje R Erynnis tages<br />
dwergblauwtje R Cupido minimus<br />
dwergdikkopje R Thymelicus acteon<br />
groot geaderd witje R Aporia crataegi<br />
grote ijsvogelvlinder R Limenitis populi<br />
heideblauwtje R Plebejus argus<br />
iepepage R Strymonidia w-album<br />
kalkgraslanddikkopje R Spialia sertorius<br />
keizersmantel R Argynnis paphia<br />
klaverblauwtje R Cyaniris semiargus<br />
purperstreepparelmoervlinder R Brenthis ino<br />
rode vuurvlinder R Palaeochrysophanus<br />
hippothoe<br />
rouwmantel R Nymphalis antiopa<br />
tweekleurig hooibeestje R Coenonympha arcania<br />
veenbesparelmoervlinder R Bolaria aquilonais<br />
veenhooibeestje R Coenonympha tullia<br />
1 -onderzoek en onderwijs<br />
-repopulatie en herintroductie<br />
-bescherming van flora en fauna<br />
-veiligheid van het luchtverkeer<br />
-volksgezondheid of openbare veiligheid<br />
-dwingende redenen van openbaar belang<br />
-het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom<br />
-belangrijke overlast veroorzaakt door dieren<br />
-uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw<br />
-bestendig gebruik<br />
-uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling<br />
16-06-05 4<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 16
Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />
veldparelmoervlinder R Melitaea cinxia<br />
woudparelmoervlinder R Melitaea diamina<br />
zilvervlek R Clossiana euphrosyne<br />
Vaatplanten<br />
groot zeegras R Zostera marina<br />
<strong>Bijlage</strong> IV HR<br />
Zoogdieren<br />
baardvleermuis Myotis mystacinus<br />
bechstein’s vleermuis R Myotis bechsteinii<br />
bever R Castor fiber<br />
bosvleermuis Nyctalus leisleri<br />
brandt’s vleermuis R Myotis brandtii<br />
bruinvis R Phocoena phocoena<br />
euraziatische lynx Lynx lynx<br />
franjestaart R Myotis nattereri<br />
gewone dolfijn Delphinus delphis<br />
gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus<br />
gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus<br />
grijze grootoorvleermuis R Plecotus austriacus<br />
grote hoefijzerneus Rhinolophus ferrumequinum<br />
hamster R Cricetus cricetus<br />
hazelmuis R Muscardinus avellanarius<br />
ingekorven vleermuis R Myotis emarginatus<br />
kleine dwergvleermuis Pipistrellus pygmaeus<br />
kleine hoefijzerneus R Rhinolophus hipposideros<br />
laatvlieger Eptesicus serotinus<br />
meervleermuis Myotis dasycneme<br />
mopsvleermuis Barbastella barbastellus<br />
nathusius’ dwergvleermuis Pipistrellus nathusii<br />
noordse woelmuis R Microtus oeconomus<br />
otter R Lutra lutra<br />
rosse vleermuis Nyctalus noctula<br />
tuimelaar R Tursiops truncatus<br />
tweekleurige vleermuis Vespertilio murinus<br />
vale vleermuis R Myotis myotis<br />
watervleermuis Myotis daubentonii<br />
wilde kat Felis silvestris<br />
witflankdolfijn Lagenorhynchus acutus<br />
witsnuitdolfijn Lagenorhynchus albirostris<br />
Reptielen en amfibieën<br />
boomkikker R Hyla arborea<br />
geelbuikvuurpad R Bombina variegata<br />
gladde slang R Coronella austriacus<br />
heikikker R Rana arvalis<br />
kamsalamander R Triturus cristatus<br />
knoflookpad R Pelobates fuscus<br />
muurhagedis R Podarcis muralis<br />
poelkikker R Rana lessonae<br />
rugstreeppad Bufo calamita<br />
vroedmeesterpad R Alytes obstetricans<br />
zandhagedis R Lacerta agilis<br />
Dagvlinders<br />
donker pimpernelblauwtje R Maculinea nausithous<br />
grote vuurvlinder R Lycaena dispar<br />
pimpernelblauwtje R Maculinea teleius<br />
tijmblauwtje R Maculinea arion<br />
zilverstreephooibeestje R Coenonympha hero<br />
Libellen<br />
bronslibel Oxygastra curtisii<br />
gaffellibel R Ophiogomphus cecilia<br />
gevlekte witsnuitlibel R Leucorrhinia pectoralis<br />
groene glazenmaker R Aeshna viridis<br />
noordse winterjuffer R Sympecma paedisca<br />
oostelijke witsnuitlibel R Leucorrhinia albifrons<br />
rivierrombout R Stylurus flavipes<br />
sierlijke witsnuitlibel R Leucorrhinia caudalis<br />
Vissen<br />
houting Conegonus oxyrrhynchus<br />
steur R Acipenser sturio<br />
Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />
Vaatplanten<br />
drijvende waterweegbree R Luronium natans<br />
groenknolorchis R Liparis loeselii<br />
kruipend moerasscherm R Apium repens<br />
zomerschroeforchis R Spiranthes aestivalis<br />
Kevers<br />
brede geelrandwaterroofkever Dytiscus latissimus<br />
gestreepte waterroofkever Graphoderus bilineatus<br />
heldenbok Cerambyx cerdo<br />
juchtleerkever Osmoderma eremita<br />
Tweekleppigen<br />
bataafse stroommossel R Unio crassus<br />
16-06-05 16-06-05<br />
5<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 17
<strong>Bijlage</strong> 2<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 18
B u r o M a e r l a n t D o r p s s t r a a t 1 7 4 2 7 1 A A D u s s e n<br />
T 0 8 5 8 7 7 8 6 8 5<br />
E i n f o @ B u r o M a e r l a n t . n l I w w w . B u r o M a e r l a n t . n l<br />
K v K 1 8 0 9 1 2 0 6<br />
Lith Brouwerspad 20<br />
Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 19
De heer en mevrouw Ceelen<br />
Molenstraat 50<br />
5397 EL LITH<br />
Schijndel, 15 december 2011<br />
Betreft: watertoets aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />
Projectnummer: 20111694A<br />
<strong>Bijlage</strong>n:<br />
1. topografische kaart;<br />
2. situatietekening/ -schets;<br />
3. AHN hoogtekaart;<br />
4. bodemkaart;<br />
5. boorstaten;<br />
6. grondwaterkaarten;<br />
7. kwel- en infiltratiekaart;<br />
8. afvoercoëfficiëntenkaart;<br />
9. HNO-tool.<br />
Geachte heer en mevrouw Ceelen,<br />
Hierbij ontvangt u de watertoets van bovengenoemde locatie.<br />
Inleiding<br />
In opdracht van de heer en mevrouw Ceelen is een watertoets verricht ten behoeve van de<br />
bouw van twee woningen met bijgebouwen aan het Brouwerspad 20 te Lith. In verband met<br />
de ruimtelijke plannen en besluiten dient een watertoets te worden uitgevoerd.<br />
In deze watertoets worden mogelijke adviezen gegeven voor de toekomstige waterhuishouding<br />
van het plangebied. Deze adviezen zijn gebaseerd op:<br />
1. Het huidige beleid van het voerende Waterschap Aa en Maas;<br />
2. Gemaakte afspraken tussen gemeente en waterschap;<br />
3. Geohydrologisch bureauonderzoek.<br />
Locatiegegevens<br />
De onderzoekslocatie is gelegen in het westen van de kern Lith en ten zuiden van de rivier<br />
de Maas. Het betreft een perceel gelegen aan het Brouwerspad 20. Op de huidige locatie<br />
zijn drie schuren aanwezig. In een van de schuren is een ponystal aanwezig. De andere<br />
schuren worden gebruikt voor de opslag van hooi en dergelijke. Naast de schuren is het<br />
perceel in gebruik als weide, zie figuur 1. Kadastraal is het perceel bekend bij de gemeente<br />
Lith als sectie A, nummer 3863. De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven<br />
op de topografische kaart in bijlage 1.<br />
Pagina 1 van 9
Figuur 1: overzichtsfoto onderzoekslocatie.<br />
De oppervlakte van de onderzoekslocatie is circa 1711 m 2 . Het terrein wordt aan de noordzijde<br />
begrensd door het Brouwerspad, aan de zuidzijde door de Heuvelwijkstraat en in overige<br />
richtingen door percelen met weilanden en woningen met tuin. Ongeveer 40 meter ten<br />
westen van de onderzoekslocatie is een tankstation gelegen. In figuur 2 is de onderzoekslocatie<br />
op een luchtfoto weergegeven. In bijlage 2 is een situatietekening met de huidige en<br />
toekomstige weergegeven.<br />
Pagina 2 van 9
Figuur 2: ligging onderzoekslocatie.<br />
Bodemopbouw en (Geo)hydrologie<br />
Het terrein van de locatie heeft een hoogteligging van circa 7 m+NAP (AHN hoogtekaart,<br />
bijlage 3). Volgens de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant behoort de bodem van de<br />
onderzoekslocatie tot „bebouwing‟. In de omgeving zijn rivierkleigronden aanwezig (voedselrijk<br />
en vochtig tot nat), zie bijlage 4.<br />
In augustus 2011 is op de locatie een bodemonderzoek uitgevoerd 1 . De bovengrond bestaat<br />
overwegend uit matig humeus, uiterst siltig, matig fijn zand. De ondergrond bestaat tot 3<br />
m-mv overwegend uit zwak tot sterk zandige klei. Voor meer informatie betreffende de bodemopbouw<br />
en de zintuiglijke waarnemingen wordt verwezen naar de boorbeschrijvingen in<br />
bijlage 5. Analytisch zijn in het grondwater maximaal licht verhoogde concentraties zware<br />
metalen aangetroffen.<br />
1 Verkennend bodemonderzoek Brouwerspad 20 te Lith. MILON bv, kenmerk: 20111693, d.d. augustus 2011.<br />
Pagina 3 van 9
De gegevens van de bodemsamenstelling en de hydrologie zijn verkregen uit de TNOgrondwaterkaart<br />
(centrale slenk). De bodemopbouw is als volgt:<br />
Deklaag (0 - 4 meter beneden maaiveld)<br />
Vanaf maaiveld tot circa 4 m-mv is er een deklaag aanwezig van klei (Nuenen groep, Holoceen).<br />
Eerste watervoerende pakket (4 tot 69 meter beneden maaiveld)<br />
Onder deze deklaag tot circa 69 m-mv bevindt zich het eerste watervoerende pakket dat<br />
voornamelijk uit matig grof tot uiterst grof zand bestaat (formatie van Kreftenheye, Sterksel).<br />
Grondwater<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden op 18 augustus 2011 en de grondwaterbemonstering op 25<br />
augustus 2011 zijn de grondwaterstanden bepaald. In onderstaande tabel is de grondwaterstand<br />
van de peilbuis opgenomen.<br />
Tabel 1: grondwaterstanden.<br />
locatie peilbuis grondwaterstand (m–mv)<br />
18-08-2011 25-08-2011<br />
Brouwerspad 20 1 3,80 4,27<br />
De stromingsrichting van het freatische grondwater is regionaal noordwestelijk gericht. Naar<br />
opgave van de provincie Noord-Brabant ligt het onderzoeksgebied niet in een grondwaterbeschermingsgebied.<br />
Op de onderzoekslocatie wordt voor zover bekend geen grondwater<br />
onttrokken. De aanwezigheid van ongeregistreerde onttrekkingen in de directe omgeving is<br />
niet bekend en wordt derhalve niet uitgesloten.<br />
Gemiddelde grondwaterstand<br />
In de digitale Wateratlas van provincie Noord-Brabant is de gemiddelde grondwaterstand<br />
aangegeven door middel van zogenaamde grondwatertrappen. De locatie bevindt zich in<br />
een gebied waar de grondwatertrappen niet toegekend zijn. Nabij het projectgebied zijn de<br />
contouren van grondwatertrap VI en VII (conform indeling provincie Noord-Brabant) aanwezig.<br />
Hierbij hoort een gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) van 0,6 tot 1 m-mv, een<br />
gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) van 1,4 tot 1,6 m-mv en een gemiddelde voorjaar<br />
grondwaterstand (GVG) van 0,8 tot 1,2 m-mv. Op de locatie wordt een GHG aangehouden<br />
van 0,6 m-mv. In bijlage 6 zijn fragmenten van grondwaterkaarten opgenomen.<br />
Kwel en infiltratie<br />
In de digitale Wateratlas is tevens te herleiden dat de locatie zich in een infiltratiegebied<br />
bevindt. Vlak naast het projectgebied ligt een kwelgebied waar sterke kwel heerst. Doordat<br />
in kwelgebieden een constante aanvoer van grondwater is, kennen deze gebieden weinig<br />
bergingsmogelijkheden in de bodem en zijn ze gevoelig voor (grond)wateroverlast. Iets om<br />
rekening mee te houden bij functieveranderingen van gebieden. Het komt namelijk geregeld<br />
voor dat na bouwactiviteiten wateroverlast ontstaat omdat niet bekend was dat er sprake is<br />
van kwel. Kwelgebieden zijn bovendien een bron van schoon water voor de oppervlaktewateren<br />
en hebben vaak een afwijkende samenstelling ten opzichte van het lokale<br />
(grond)water, bijvoorbeeld kalkrijk, ijzerrijk of brak en meestal is het schoner. Dit komt<br />
omdat kwelwater vaak van ver komt en onderweg minerale bestanddelen uitwisselt met de<br />
bodem waar het doorheen stroomt. Dankzij deze samenstelling komen er tal van zeldzame<br />
plantensoorten voor. Omdat kwelgebieden van oudsher moeilijk droog te leggen zijn, zijn<br />
Pagina 4 van 9
dit nog vaak natuurgebieden. Hiervan is in dit geval geen sprake. In bijlage 7 is een fragment<br />
van de kwel- of infiltratiekaart opgenomen.<br />
Afvoercoëfficient<br />
Uit de afvoercoëfficiëntenkaart van Waterschap Aa en Maas en De Dommel is te herleiden<br />
dat voor onderhavige locatie een afvoercoëfficiënt van 1,33 l/s/ha geldt. Dit is de maximale<br />
hoeveelheid water die vanuit het gebied tot afstroming mag komen naar het externe watersysteem.<br />
In bijlage 8 is een fragment van de afvoercoëfficiëntenkaart opgenomen.<br />
Oppervlaktewater in de omgeving<br />
Uit de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant komt naar voren dat ten zuidwesten, zuiden<br />
en zuidoosten van het projectgebied leggerwatergangen aanwezig zijn welke bekend<br />
zijn bij Waterschap Aa en Maas. Ook loopt de rivier de Maas ten noorden van het projectgebied.<br />
In figuur 3 is de globale ligging van de watergangen in de omgeving van het projectgebied<br />
weergegeven.<br />
Figuur 3: globale ligging watergangen.<br />
Waterstromen huidige situatie<br />
Ter plaatse van de onderzoekslocatie komt momenteel geen (huishoudelijk) afvalwater vrij<br />
en er is geen hemelwaterafvoersysteem aanwezig. In de huidige situatie is er in het plangebied<br />
sprake van drie schuurtjes. Het overige terrein is in gebruik als weiland. In onderstaande<br />
tabel zijn de oppervlakten weergegeven. Het hemelwater dat op de schuurtjes valt<br />
wordt geïnfiltreerd in het weiland. Gezien de infiltratiecapaciteit van de bodem en de<br />
grondwaterstanden zal bij een bui van gemiddelde duur en intensiteit het hemelwater op<br />
het maaiveld gedeeltelijk infiltreren in de bodem. Er is voor zover bekend geen sprake van<br />
wateroverlast op de locatie.<br />
Pagina 5 van 9
Voornemens<br />
Op de onderzoekslocatie zal woningbouw plaatsvinden. In onderstaand overzicht is weergegeven<br />
hoe de verhardingssituatie er in de huidige en toekomstige situatie uitziet. Dit op<br />
basis van de aan ons verstrekte gegeven. In bijlage 2 zijn de huidige en toekomstige situatie<br />
ingetekend.<br />
Huidige m 2 (circa) Toekomstig m 2 (circa)<br />
Te slopen schuren 232 -<br />
Woning 1 - 100<br />
Woning 2 - 100<br />
Schuur woning 1<br />
Schuur woning 2<br />
- 100<br />
- 100<br />
Verharding woning 1 - 100<br />
Verharding woning 2 - 100<br />
totaal verhard 232 600<br />
totaal terrein 1.711 1.711<br />
De ontwikkelingen op de onderzoekslocatie hebben, zoals blijkt uit de tabel, tot gevolg dat<br />
het verharde oppervlakte toeneemt met circa 368 m 2 .<br />
Uitgangspunten watertoets<br />
De watertoets heeft als doel om water als ordenend principe een rol te laten spelen bij<br />
ruimtelijke plannen en besluiten, door alle relevante waterhuishoudkundige aspecten vroegtijdig<br />
te betrekken bij de planvorming. De watertoets is vanaf november 2003 wettelijk verankerd.<br />
De leidraad van de watertoets is het doorlopen van de drietrapsstrategie voor de<br />
omgang met water: vasthouden, bergen, afvoeren. Ook waterkwaliteit, waterschaarste,<br />
verdroging en het tegengaan van verzilting kunnen relevante onderwerpen zijn waarmee<br />
rekening gehouden dient te worden.<br />
Waterschap De Dommel en Waterschap Aa en Maas hebben in de notitie „Ontwikkelen met<br />
duurzaam wateroogmerk‟ (11 juli 2006) de uitgangspunten gegeven voor Hydrologisch Neutraal<br />
Ontwikkelen. Om dit te implementeren in het watertoetsproces en de verschillende<br />
aspecten toetsbaar te maken is het “Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen”<br />
ontwikkeld. Doel van het toetsinstrumentarium is het bepalen van ondermeer de benodigde<br />
hemelwaterinfiltratie en -berging ten behoeve van het hydrologisch neutraal ontwikkelen<br />
van een (nieuw) projectgebied. Concreet betekent dit dat er binnen de grenzen van<br />
het plangebied voor gezorgd moet worden dat:<br />
de hemelwaterafvoer niet toeneemt (geen toename van de afvoercoëfficiënt);<br />
de waterstanden in het open water niet toenemen;<br />
de grondwateraanvulling gelijk blijft (voor een gemiddeld nat jaar);<br />
de waterstanden in de infiltratievoorziening en de open waterberging voldoen aan de eisen<br />
voor de gemiddelde situatie en de T=10+10%-situatie en aan het advies voor de<br />
T=100+10%-situatie.<br />
Geohydrologische verantwoording<br />
Het toetsinstrumentarium is voor deze locatie toegepast op basis van de hiervoor beschreven<br />
verhardingssituatie, een GHG van 0,6 m-mv en een afvoercoëfficiënt van 1,33 l/s/ha.<br />
Pagina 6 van 9
Het resultaat hiervan is opgenomen in bijlage 9. De toekomstige locatie heeft een verhard<br />
oppervlakte van circa 600 m².<br />
De belangrijkste inrichtingvoorwaarden voor onderhavige locatie zijn daarmee de volgende:<br />
de bergingseis voor een T=10-situatie bedraagt 16 m 3 water (HNO-tool bijlage 9);<br />
de bergingseis voor een T=10+10%-situatie bedraagt 17,6 m 3 water;<br />
de bergingseis voor een T=100-situatie bedraagt 20 m 3 water (HNO-tool bijlage 9);<br />
de bergingseis voor een T=100+10%-situatie bedraagt 22 m 3 water;<br />
de afvoercoëfficiënt van 5,27 m 3 /uur (T=10+10%) (HNO-tool bijlage 9) mag niet overschreden<br />
worden.<br />
Het huishoudelijke afvalwater dat vrijkomt bij de toekomstige situatie wordt afgevoerd naar<br />
het gemeentelijke vuilwaterstelsel. Het afstromend hemelwater wordt hier echter niet op<br />
aangesloten. Dit is een voorwaarde van de gemeente <strong>Oss</strong>.<br />
Voor de vertraagde afvoer wordt uitgegaan van een oplossingsrichting waarbij hemelwater<br />
wordt geïnfiltreerd en/of geborgen in de bodem. De infiltratie- of bergingsvoorziening wordt<br />
zo ingericht dat deze aan de bergingseis van een T=10+10%-situatie voldoet: in dit geval<br />
het bergen van 17,6 m 3 water.<br />
Aangezien de infiltratiesnelheid van de bodem (k-waarde) geschat is, wordt aangeraden om<br />
een geohydrologisch onderzoek uit te laten voeren. Dit zodat de berging- en infiltratievoorziening<br />
beter gedimensioneerd kan worden.<br />
De maximale aanlegdiepte van de infiltratie- of bergingsvoorziening wordt bepaald door de<br />
GHG van 0,6 m-mv. Op basis hiervan is het mogelijk hemelwater te bergen in de bodem.<br />
Gezien de bodemsamenstelling bepaald in het veld en uit de bodemkaart wordt ter plaatse<br />
van de bovengrond (max. 1,0 m-mv) uitgegaan van een doorlatendheid met k-waarde van<br />
Ondergrondse infiltratie<br />
Bij ondergrondse infiltratie wordt het water via de regenwaterriolering verzameld en naar de<br />
infiltratievoorziening gebracht.<br />
infiltratie krat<br />
Deze voorziening bestaat uit prefab onderdelen. Via de wanden infiltreert het water in de<br />
bodem.<br />
infiltratie riolering<br />
Vanuit de verzamelleiding kan het water direct infiltreren in de bodem.<br />
grindpalen<br />
Indien het grondwater heel laag staat kan men het water infiltreren via grindpalen, hierbij<br />
wordt het water via de grindpaal over grote diepte geïnfiltreerd. Deze voorziening<br />
heeft dan ook een zeer grote capaciteit.<br />
infiltratie put<br />
Bij deze kleinschalige voorziening wordt het regenwater in tanks van enkele kubieke meters<br />
inhoud verzamelt en via poreuze wanden geïnfiltreerd in de bodem.<br />
Aangezien de stedenbouwkundige invulling van het plangebied slechts globaal bepaald is, is<br />
in dit stadium niet bekend of er voldoende ruimte is om een bovengrondse voorziening te<br />
realiseren. Echter is gezien de grondwaterstand en bodemopbouw ter plaatse een ondergrondse<br />
voorziening niet gewenst. Dit omdat dit hoge kosten met zich mee brengt. Daarom<br />
wordt een zakvijver aanbevolen. Hierin wordt het hemelwater opgevangen. Er wordt een<br />
berging aanbevolen van 22 m 3 (bij een T=100+10% situatie) voor de twee te realiseren<br />
woonkavels.<br />
Verder worden de volgende aspecten in acht genomen:<br />
het afstromende hemelwater wordt zoveel mogelijk oppervlakkig (bovengronds) naar de<br />
infiltratie- of bergingsvoorziening afgevoerd;<br />
vervuiling van afstromend hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door het gebruik<br />
van niet-uitloogbare bouwmaterialen (uitloogbare bouwmaterialen: koper, lood,<br />
zink, bitumen);<br />
aangezien het hemelwater niet in contact komt met wegen of drukbezochte parkeerterreinen<br />
is geen noemenswaardige vervuiling te verwachten en kan het water zonder aanvullende<br />
maatregelen geïnfiltreerd en geborgen worden;<br />
ook op basis van de milieukundige bodemkwaliteit worden geen belemmeringen verwacht<br />
voor de infiltratie van hemelwater;<br />
wateroverlast ter plaatse van de toekomstige bebouwing wordt mede voorkomen door<br />
een drempelhoogte van enkele decimeters boven maaiveld. Hemelwater zal zo in geen<br />
geval de panden instromen;<br />
aanbevolen wordt toekomstige bewoners en/of gebruikers van de locatie in te lichten<br />
over de wijze waarop omgegaan wordt met hemelwater, waardoor onnodige vervuiling<br />
kan worden tegengaan.<br />
Door de aanleg van de infiltratie- en bergingsvoorziening op het terrein wordt tegemoet<br />
gekomen aan de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas en de gemeente <strong>Oss</strong> en wordt<br />
hydrologisch neutraal ontwikkeld. Regelmatig vindt er overleg plaats met waterschap Aa en<br />
Maas om te verifiëren of de in deze watertoets gehanteerde uitgangspunten nog gelden. De<br />
gemeente <strong>Oss</strong> hanteert voor watertoetsen dezelfde uitgangspunten als het verantwoordelijke<br />
Waterschap Aa en Maas. Deze watertoets is in september 2011 voorgelegd aan de gemeente<br />
en getoetst. Opmerkingen zijn in december 2011 verwerkt.<br />
Pagina 8 van 9
Slotbepalingen<br />
Ten behoeve van de aanleg van een berging- of infiltratievoorziening bevelen wij een onderzoek<br />
naar exacte k-waarden aan. Hiervoor kunnen wij een grondwater- en infiltratieonderzoek<br />
uitvoeren. Zo kan de totale benodigde berging in het projectgebied nauwkeurig bepaald<br />
worden. Het is verstandig om dit te doen wanneer de definitieve plannen op de locatie<br />
bekend zijn. Tevens kunnen wij op basis van deze actuele gegevens eventueel een aan te<br />
leggen infiltratiesystemen dimensioneren en een globaal kostenoverzicht van de aanleg<br />
aanleveren.<br />
Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd. MILON bv is geen eigenaar van de onderzoekslocatie<br />
en financieel niet gelieerd aan de opdrachtgever.<br />
Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Wij vertrouwen<br />
erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
MILON bv<br />
ing. Jan van Nuenen<br />
Projectleider<br />
MILON bv is gecertificeerd conform ISO 9001 en VCA** en erkend door het ministerie van VROM voor:<br />
BRL SIKB 1000 “Monsterneming voor partijkeuringen”, VKB-protocol 1001, 1002 en 1003;<br />
BRL SIKB 2000 “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek”, VKB-protocol 2001, 2002, 2003 en 2018;<br />
BRL SIKB 6000 “Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem<br />
en nazorg” en VKB-protocol 6001 (processturing en verificatie).<br />
Pagina 9 van 9
<strong>Bijlage</strong>n
<strong>Bijlage</strong> 1
Topografische overzichtskaart<br />
met ligging onderzoekslocatie<br />
Deze kaart is noordgericht<br />
Ligging onderzoekslocatie
<strong>Bijlage</strong> 2
<strong>Bijlage</strong> 3
AHN hoogtekaart
<strong>Bijlage</strong> 4
Bodemkaart
<strong>Bijlage</strong> 5
<strong>Bijlage</strong> 6
Gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG)
Gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG)
Gemiddelde voorjaar grondwaterstand (GVG)
Grondwatertrappen
<strong>Bijlage</strong> 7
Huidige kwel en infiltratie
<strong>Bijlage</strong> 8
Afvoercoëfficiëntenkaart
<strong>Bijlage</strong> 9
U<br />
(O<br />
L.<br />
a<br />
O<br />
3<br />
(D<br />
<<br />
3<br />
(O<br />
><br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Verkennend bodemonderzoek<br />
aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />
De heer en mevrouw Ceelen<br />
Molenstraat 50<br />
5397 EL<br />
MILON bv<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
I
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(@milon.nl<br />
Internet www.miion.nl<br />
Titel: verkennend bodemonderzoek aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />
Status:<br />
Datum:<br />
Opdrachtgever:<br />
Contactpersoon:<br />
Telefoonnummer:<br />
E-mail:<br />
Projectnummer:<br />
Auteur:<br />
Projectleider:<br />
Telefoonnummer:<br />
Faxnummer:<br />
E-mail:<br />
Website:<br />
definitief<br />
31 augustus 2011<br />
De heer en mevrouw Ceelen<br />
Molenstraat 50<br />
5397 EL<br />
De heer en mevrouw Ceelen<br />
06-17 43 22 91<br />
20111693<br />
Handtekening Projectleider:<br />
ing. Anne van Oorschot<br />
ing. Jan van Nuenen<br />
073-5477253<br />
073-5493955<br />
info@milon.nl/jan@milon.nl<br />
www.milon.nl<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, in enige<br />
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of MILON bv.<br />
Op al onze leveringen en diensten zijn onze algemene voorwaarden, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank<br />
's-Hertogenbosch d.d. 3 juni 2010, en de RVOI-2001 van toepassing. De tekst en inhoud van deze voorwaarden<br />
zijn te raadplegen via www.milon.nl of worden op verzoek gratis toegezonden.<br />
!!t« Eerland<br />
CSRTIFICATION<br />
ISO 9001<br />
SSfiS Eerland<br />
S S B B CERTIFICATION<br />
VCA*<br />
iltfl Eerland<br />
CERTIFICATION<br />
VKB p. 2001<br />
VKB p. 2002<br />
VKB p. 2003<br />
VKB p. 2018<br />
VKB p. 6001<br />
BRL SIKB 2000<br />
BRL SIKB 6000<br />
Ütff Eerland<br />
CERTIFICATION<br />
VKB p. 1001<br />
VKB p. 1002<br />
VKB p. 1003<br />
MILON bv is gecertificeerd conform ISO 9001 en VCA** en erkend door het ministerie van VROI^I voor:<br />
• BRL SIKB 1000 "Monsterneming voor partijkeuringen", VKB-protocol 1001, 1002 en 1003;<br />
• BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", VKB-protocol 2001, 2002, 2003 en 2018;<br />
• BRL SIKB 6000 "Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem<br />
en nazorg" en VKB-protocol 6001 (processturing en verificatie).
Inhoudsopgave<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
0. Samenvatting 3<br />
1. Inleiding..... .....4<br />
1.1. Opdrachtverlening 4<br />
1.2. Aanleiding 4<br />
1.3. Doei 4<br />
1.4. Betrouwbaarheid 4<br />
2. Vooronderzoelc.... 5<br />
2.1. Algemeen 5<br />
2.2. Locatiegegevens en gebruik 5<br />
2.3. Historische gegevens , 6<br />
2.4. Toekomstig gebruik 7<br />
2.5. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken 7<br />
2.5. Bodemopbouw en geohydrologie 7<br />
2.7. Conclusie en hypothese. 8<br />
3. Onderzoeicsstrategie 9<br />
3.1. Algemeen 9<br />
3.2. Monsternamestrategie 9<br />
3.3. Analysestrategie 9<br />
4. Uitvoering bodemonderzoek ...10<br />
4.1. Veldwerkzaamheden 10<br />
4.2. Zintuiglijke waarnemingen 10<br />
4.3. Monstersamenstelling 11<br />
5. Interpretatie en toetsing... <strong>12</strong><br />
5.1. Wijze van beoordeling en toetsing <strong>12</strong><br />
5.2. Toetsing van de analyseresultaten 13<br />
6. Besprelcing resultaten 14<br />
6.1. Grond 14<br />
6.2. Grondwater 14<br />
6.3. Hypothese 14<br />
7. Conclusies en aanbevelingen 15<br />
7.1. Conclusies 15<br />
7.2. Aanbevelingen 15<br />
<strong>Bijlage</strong>n<br />
1. Topografische overzichtskaart met ligging onderzoekslocatie<br />
2. Situatietekening met boorpunten<br />
3. Boorbeschrijvingen<br />
4. Toetsing van de analyseresultaten<br />
5. Analysecertificaten laboratorium<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl
O. Samenvatting<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 T6 Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van de heer en mevrouw Ceelen in augustus<br />
2011 een verl
1. Inleiding<br />
1.1. Opdrachtverlening<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
,,,_,, Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndei<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail infc@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Op 10 augustus 2011 heeft MILON bv te Schijndei schriftelijk opdracht gekregen van de<br />
heer en mevrouw Ceelen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek. De onderzoekslocatie<br />
is gelegen aan het Brouwerspad 20 te Lith. Het onderzoek dient uitgevoerd<br />
te worden met als leidraad het onderzoeksprotocol NEN 5740.<br />
1.2. Aanleiding<br />
De aanleiding voor het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek wordt gevormd door<br />
de voorgenomen bouw van twee woningen aan het Brouwerspad 20 te Lith.<br />
1.3. Doel<br />
Het doel van het verkennend bodemonderzoek is het verkrijgen van inzicht in de algehele<br />
milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater.<br />
1.4. Betrouwbaarheid<br />
De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch<br />
bodemonderzoek", versie 3.2a, d.d. 13 maart 2007. MILON bv is gecertificeerd volgens<br />
dit procescertificaat.<br />
Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd. MILON bv is geen eigenaar van de onderzoekslocatie<br />
en financieel niet gelieerd aan de opdrachtgever.<br />
Het onderzoek is met de grootst mogelijke nauwkeurigheid en conform de daarvoor opgestelde<br />
normen en richtlijnen uitgevoerd. Hierbij wordt opgemerkt dat een bodemonderzoek<br />
slechts bestaat uit een steekproef waarbij een relatief gering aantal boringen en analyses<br />
worden uitgevoerd. Daarom kan niet geheel uitgesloten worden dat er op de locatie een<br />
verontreiniging aanwezig is die bij dit onderzoek niet is aangetroffen. MILON bv acht zich<br />
niet aansprakelijk voor eventueel hieruit voortvloeiende (financiële) schade.<br />
Pagina 4 van 15
2. Vooronderzoek<br />
2.1. Algemeen<br />
/m MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Sctiijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(S)milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Voor de uitvoering van het vooronderzoek is gebruik gennaakt van de NEN 5725 (strategie<br />
voor liet uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek). Ten behoeve<br />
van het vooronderzoek is archiefmateriaal bij de gemeente <strong>Oss</strong> opgevraagd. In de hierna<br />
volgende paragrafen worden de resultaten hiervan besproken.<br />
2.2. Locatiegegevens en gebruik<br />
Onderzoekslocatie<br />
De onderzoekslocatie bevindt zich aan het Brouwerspad 20, in het westen van het dorp Lith<br />
en ten zuiden van de rivier de l^^aas. Op de locatie zijn drie schuren aanwezig. In een van de<br />
schuren is een ponystal aanwezig en de andere schuren worden gebruikt voor de opslag van<br />
hooi. Naast de schuren is het perceel in gebruik als weide, zie figuur 1. De oppervlakte bedraagt<br />
circa 1.771 m^. Kadastraal is het perceel bekend als gemeente Lith, sectie A, nummer<br />
3863.<br />
Figuur 1: overzichtsfoto onderzoelfslocatie.<br />
Pagina 5 van 15
MI MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Sciiijndei<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Overig terrein en omgeving<br />
Het terrein wordt aan de noordzijde begrensd door liet Brouwerspad, aan de zuidzijde door<br />
de Heuvelwijkstraat en in overige richtingen door percelen met woningen met tuin en weilanden.<br />
Ten westen van de onderzoekslocatie is een tankstation aanwezig. De N625 loopt<br />
ten zuiden van de locatie. In figuur 2 is de onderzoekslocatie op een luchtfoto weergegeven.<br />
De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven op de topografische kaart in<br />
bijlage 1.<br />
Figuur 2: ligging onderzoelfslocatie.<br />
2.3. Historische gegevens<br />
Geraadpleegde bronnen<br />
■ <strong>Gemeente</strong>lijke informatie inzake bodemonderzoeken of verdachte locaties;<br />
■ Historische topografische kaart uit historische atlas;<br />
■ Actuele luchtfoto's;<br />
■ Kaart met provinciale grondwaterbeschermingsgebieden;<br />
■ Opdrachtgever/eigenaar;<br />
Pagina 6 van 15
■ Bodemkaart;<br />
■ Kadastrale gegevens;<br />
■ Archeologische waardenkaart;<br />
■ Conventionele explosieven (MORA's).<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
,;,,, Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Bij de gemeente <strong>Oss</strong> is geen bodeminformatie aanwezig omtrent de onderzoekslocatie.<br />
Volgens de Grote Historische topografische Atlas van NoordBrabant was de onderzoekslocatie<br />
omstreeks 1900 in gebruik als weide. In de directe omgeving was naast graslanden<br />
ook enige bebouwing aanwezig, waarschijnlijk boerderijen.<br />
Andere topografische atlassen laten zien dat het gebruik tot op heden niet noemenswaardig<br />
gewijzigd is. Wanneer de huidige bebouwing is gerealiseerd is niet bekend. Voor zover bekend<br />
zijn op de locatie geen brandstoftanks of andere verdachte activiteiten aanwezig geweest.<br />
2.4. Toekomstig gebruik<br />
De huidige bebouwing op de locatie wordt gesloopt ten behoeve van de herontwikkelingen<br />
op de locatie. Op de locatie worden twee woningen gerealiseerd. Over het toekomstige gebruik<br />
is verder niets bekend.<br />
2.5. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken<br />
Naar opgave van de gemeente <strong>Oss</strong> is op onderhavige locatie niet eerder bodemonderzoek<br />
uitgevoerd. In 1995 is op Brouwerspad 22 (ongeveer 40 meter ten westen van de onderzoekslocatie)<br />
een bodemonderzoek uitgevoerd. Ter plaatse van deze locatie is de bovengrond<br />
puinhoudend. Verder zijn op deze locatie geen verontreinigingen aangetroffen.<br />
2.6. Bodemopbouw en geohydrologie<br />
Het onderzoeksterrein heeft een hoogteligging van circa 7 m+NAP (AHN hoogtekaart). De<br />
gegevens van de bodemsamenstelling en de hydrologische gegevens zijn verkregen uit de<br />
TNOgrondwaterkaart. De bodemopbouw is in grote lijnen als volgt:<br />
Deklaag (0-4 meter beneden maaiveld)<br />
Vanaf maaiveld tot circa 4 mmv is er een deklaag aanwezig van klei (Nuenen groep, Holoceen).<br />
Eerste watervoerend pakket (4 tot 69 meter beneden maaiveld)<br />
Onder deze deklaag tot circa 69 mmv bevindt zich het eerste watervoerende pakket dat<br />
voornamelijk uit matig grof tot uiterst grof zand bestaat (formatie van Kreftenheye, Sterksel).<br />
Grondwater<br />
De stromingsrichting van het freatische grondwater is regionaal noordwestelijk gericht. Naar<br />
opgave van de provincie NoordBrabant ligt het onderzoeksgebied niet in een grondwaterbeschermingsgebied.<br />
Op de onderzoekslocatie wordt voor zover bekend geen grondwater<br />
onttrokken. Het aanwezig zijn van ongeregistreerde onttrekkingen in de directe omgeving is<br />
niet bekend en wordt derhalve niet uitgesloten.<br />
Pagina 7 van 15<br />
I<br />
I
2.7. Conclusie en hypothese<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(a)milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Op basis van het vooronderzoek hebben op de onderzoekslocatie voor zover bekend geen<br />
bodembedreigende activiteiten plaatsgevonden. Er wordt dan ook geen bodemverontreiniging<br />
verwacht. Daarom kan conform NEN 5740 uitgegaan worden van een zogenaamde onverdachte<br />
locatie.<br />
Aldus is de volgende hypothese opgesteld:<br />
'onverdachte locatie'.<br />
(Bij vele bodemonderzoeken in de provincie Noord-Brabant is vastgesteld dat licht tot en<br />
met ernstig verhoogde concentraties van enkele zware metalen in het grondwater niet uitzonderlijk<br />
zijn.)<br />
Pagina 8 van 15
3. Onderzoeksstrategie<br />
3.1. Algemeen<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email info(gmilon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Op basis van het vooronderzoek wordt het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd met als<br />
leidraad het onderzoeksprotocol NEN 5740, onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie<br />
(ONV). Afhankelijk van de oppervlakte zijn de volgende aspecten aangegeven:<br />
■ het monsternemingspatroon;<br />
■ de diepte van de boringen en de te bemonsteren lagen;<br />
■ het aantal boringen en de te nemen grond en grondwatermonsters;<br />
■ het aantal te analyseren monsters en het gebruik van mengmonsters;<br />
■ de te analyseren stoffen.<br />
De oppervlakte van de onderzoekslocatie bedraagt circa 1.711 m^.<br />
3.2. Monsternamestrategie<br />
Op basis van de hierboven weergegeven oppervlakte dienen de volgende werkzaamheden<br />
verricht te worden:<br />
■ het plaatsen van 7 handboringen tot een diepte van 0,5 mmv;<br />
■ het plaatsen van 2 handboringen tot een diepte van 2,0 mmv (afhankelijk van de<br />
grondwaterstand, maar minimaal 1,0 mmv en maximaal 2,0 mmv);<br />
■ het plaatsen van 1 peilbuis waarvan de onderkant van de filterstelling tot een diepte van<br />
circa 1,5 mgrondwaterstand wordt geplaatst.<br />
De overige werkzaamheden bestaan uit de volgende activiteiten:<br />
■ het zintuiglijk beoordelen, beschrijven en bemonsteren van de grond per bodemlaag of<br />
per 0,5 meter of zintuiglijk gelijkwaardige laag;<br />
■ het afpompen van de peilbuis (bij plaatsing en voorafgaand aan de monstername);<br />
■ het bepalen van de grondwaterstand, zuurgraad en geleiding van het grondwater;<br />
■ het filtreren van het grondwater door een filter van 0,45 pm, ten behoeve van de analyse<br />
van zware metalen;<br />
■ het bemonsteren van het grondwater (1 week na plaatsing van de peilbuis).<br />
3.3. Analysestrategie<br />
Van de genomen grondmonsters wordt 1 mengmonster samengesteld van de bovengrond<br />
en 1 mengmonster van de ondergrond. De grondmengmonsters worden geanalyseerd op<br />
een standaardpakket voor grond (bestaande uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik,<br />
lood, molybdeen, nikkel, zink, PAK, PCB, minerale olie, lutum en organische stof).<br />
Het grondwater wordt geanalyseerd op een standaardpakket voor grondwater (bestaande<br />
uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, minerale olie,<br />
vluchtige aromatische en vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen).<br />
De monsters worden ter analyse aangeboden aan Eurofins Analytico B.V. te Barneveld.<br />
Eurofins Analytico is door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerd ISO/IEC 17025 en<br />
erkend door het Ministerie van VROM voor de 'Analyse milieuhygiënisch bodemonderzoek'<br />
(AS3000) en voor de 'Analyse van bouwstoffen' (AP04).<br />
Pagina 9 van 15
4. Uitvoering bodemonderzoek<br />
4.1. Veldwerkzaamheden<br />
MiLON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Scinijndel<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email info(5)milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Op 18 augustus 2011 zijn de veldwerkzaamheden uitgevoerd door Joost Cox, kwaliboerkend<br />
monsternemer en medewerker van MILON bv. Tijdens het veldwerk is eerst een inspectie<br />
van het terrein uitgevoerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden opgemerkt die op een<br />
mogelijke bodemverontreiniging duiden. Vervolgens zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:<br />
■ het plaatsen van 7 handboringen tot een diepte van 0,5 mmv;<br />
■ het plaatsen van 2 handboringen tot een diepte van 2,0 mmv;<br />
■ het plaatsen van 1 peilbuis waarvan de onderkant van de filterstelling op een diepte 5,3<br />
mmv is geplaatst;<br />
■ het zintuiglijk beoordelen, beschrijven en het bemonsteren van de grond per 0,5 meter<br />
of gelijkwaardige laag;<br />
■ het afpompen van de peilbuis na plaatsing.<br />
Op donderdag 25 augustus 2011 heeft de bemonstering van het grondwater plaatsgevonden,<br />
uitgevoerd door Thomas van Engelen, kwaliboerkend monsternemer en medewerker<br />
van MILON bv. Hierbij zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:<br />
■ het bepalen van de grondwaterstand;<br />
■ het afpompen van de peilbuis, waarbij gelijktijdig de zuurgraad en geleiding van het<br />
grondwater zijn gemeten;<br />
■ het bemonsteren van het grondwater.<br />
Op dinsdag 30 augustus 2011 is, na overleg met de opdrachtgever, een extra boring geplaatst<br />
door Joost Cox om te voldoen aan het aantal boringen conform de NEN 5740. Zintuiglijk<br />
is in deze boring niets opmerkelijks waargenomen. Vandaar dat deze boring niet<br />
aanvullend ter analyse is aangeboden.<br />
De grond en grondwatermonsters zijn ter analyse aangeboden aan Eurofins Analytico B.V.<br />
te Barneveld. Ten behoeve van de analyse van zware metalen is het grondwater tijdens de<br />
grondwaterbemonstering gefiltreerd middels een 0,45 pm filter.<br />
4.2. Zintuiglijke waarnemingen<br />
De bovengrond bestaat overwegend uit matig humeus, zwak tot uiterst siltig, matig fijn<br />
zand. Plaatselijk (boring 9 en 10) bestaat de bovengrond uit matig zandige klei. In de bovengrond<br />
worden bijmeningen van puin aangetroffen. Ter plaatse van boring 1, 2, 4, 6, 7<br />
en 11 zijn brokken klei in de bovengrond aangetroffen.<br />
De ondergrond bestaat overwegend uit klei, plaatselijk matig tot sterk zandig. Vanaf 2,5 mmv<br />
bestaat de bodem uit matig fijn tot matig grof zand. Tot 1 mmv worden resten puin<br />
aangetroffen. In boring 1 komt in de laag 3,80 tot 5,30 mmv een matige bijmenging van<br />
veen voor. In boring 2 is kolengruis aangetroffen in de bodemlaag van 1 tot 1,5 mmv.<br />
Behoudens de puinresten plaatselijk in de boven en ondergrond, zijn zintuiglijk geen bijzonderheden<br />
waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging van de bodem. Er<br />
is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen.<br />
De situatietekening met boorpunten is weergegeven in bijlage 2.<br />
Pagina 10 van 15<br />
I
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(g)milon.nl<br />
Internet www.nnilon.nl<br />
Voor meer informatie betreffende de bodemopbouw en de zintuigiijl
5. Interpretatie en toetsing<br />
5.1. Wijze van beoordeling en toetsing<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
,.,,..;• Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email infogmilon.n!<br />
Internet www.milon.nl<br />
De beoordeling en interpretatie van de analyseresultaten van de grond en het grondwater<br />
geschiedt op basis van respectievelijk het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire<br />
bodemsanering 2009. In deze beleidstukken wordt onderscheid gemaakt in verschillende<br />
toetsingsniveaus:<br />
■ het toetsingsniveau waarbij sprake is van een duurzame en goede bodemkwaliteit waarbij<br />
geen noemenswaardige risico's bestaan voor het ecosysteem en er geen sprake is van<br />
belasting door lokale verontreinigingsbronnen. Getalsmatig wordt dit voor grond ingevuld<br />
door de achtera rondwaarde (A), voor grondwater door de streefwaarde (S);<br />
■ het toetsingsniveau dat aangeeft waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering<br />
optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en<br />
plant. Getalsmatig wordt dit voor zowel grond als grondwater ingevuld door de interventiewaarde<br />
(I).<br />
Op basis van deze twee toetsingsniveaus is een derde niveau afgeleid:<br />
■ het toetsingsniveau dat aangeeft of nader onderzoek wenselijk dan wel noodzakelijk is.<br />
Getalsmatig wordt dit voor zowel grond als grondwater ingevuld door de tussenwaarde<br />
(T). Voor grond wordt deze waarde gevormd door de helft van de som van de achtergrond<br />
en interventiewaarde. Voor grondwater wordt deze waarde gevormd door de helft<br />
van de som van de streef en interventiewaarde.<br />
In tabel 2 is weergeven wat deze toetsingsniveaus voor de grond en het grondwater betekenen<br />
en hoe deze worden weergeven in de toetsingstabellen.<br />
Tabel 2: Toetsingsniveaus en weergave in tabellen<br />
concentratieniVeau<br />
Swaarde en<br />
Twaarde en<br />
Iwaarde<br />
betekenis<br />
Niet verontrelniad fschoon').<br />
Het concentratieniveau van alle parameters is lager<br />
dan of gelijk aan de achtergrond of streefwaarde.<br />
Licht verontrelniad.<br />
Het concentratieniveau van één of meer parameters is<br />
hoger dan de achtergrond of streefwaarde en lager<br />
dan of gelijk aan de tussenwaarde.<br />
MatlQ verontrelniad.<br />
Het concentratieniveau van één of meer parameters Is<br />
hoger dan de tussenwaarde maar lager dan of gelijk<br />
aan de interventiewaarde.<br />
Ernstia verontrelniad.<br />
Het concentratieniveau van één of meer parameters is<br />
hoger dan de interventiewaarde.<br />
weergave ih<br />
tabellen<br />
<br />
>A of >S<br />
De achtergrond, tussen en interventiewaarde voor de grond zijn gerelateerd aan het lutum<br />
en/of organischestofgehalte van de bodem.<br />
Momenteel wordt er onderzoek verricht naar de (natuurlijke) verschijningsvorm van barium<br />
in de Nederlandse bodem. Totdat de normstelling hierop aangepast is, worden er voor barium<br />
in de grond geen toetsingsnormen gehanteerd. In situaties waarbij duidelijk is dat het<br />
om een antropogene bodemverontreiniging gaat, worden deze echter wel gehanteerd.<br />
Pagina <strong>12</strong> van 15<br />
>T<br />
>I
5.2. Toetsing van de analyseresultaten<br />
/m MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(S)fTiilon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
De toetsing van de analyseresultaten voor de (boven- en onder)grond en het grondwater is<br />
weergegeven in bijlage 4. Een samenvatting van de toetsing is weergegeven in tabel 3 en 4.<br />
In deze tabellen zijn uitsluitend de verhoogde parameters weergegeven. De analysecertificaten<br />
zijn opgenomen in bijlage 5.<br />
Tabel 3: Toetsing van de analyseresultaten (grond)<br />
monstercode<br />
mml<br />
mm2<br />
mm3<br />
ml<br />
g^n^^^^^^^^^K<br />
2.1 + 4.1 + 5.1 + 6.1<br />
1.1 + 7.1 + 8.1<br />
1.2 + 2.2 + 3.2 + 2.3 + 3.3<br />
3.1<br />
traject<br />
(m-mv)<br />
0-0,5<br />
0-0,5<br />
0,5-1,5<br />
0-0,5<br />
toetsing van de analyseresultaten<br />
verhoogde parameters<br />
cadmium<br />
kobalt<br />
zink<br />
zink<br />
nikkei<br />
zink<br />
kobalt<br />
lood<br />
zink<br />
>A: de concentratie is hoger dan de actitergrondwaarde en lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;<br />
toetsing<br />
In mengmonster mml zijn licht verhoogde concentraties cadmium, kobalt en zink aangetroffen.<br />
In mengmonster mm2 is een licht verhoogde concentratie zink aangetroffen. In<br />
mengmonster mm3 is nikkel en zink in licht verhoogde concentraties aangetroffen. In monster<br />
1 zijn kobalt, lood en zink in licht verhoogde concentraties aangetroffen. De overige<br />
onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in verhoogde concentraties<br />
aangetroffen.<br />
Tabel 4: Toetsing van de analyseresultaten (grondwater)<br />
peilbuis<br />
1<br />
filtertraject<br />
(m-mv)<br />
4,30 - 5,30<br />
toetsing van de analyseresultaten<br />
verhoogde parameters<br />
barium<br />
nikkel<br />
>S: de concentratie is hoger dan de streefwaarde en lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
>A<br />
toetsing<br />
In het grondwater van peilbuis 1 zijn licht verhoogde concentraties barium en nikkel aangetroffen.<br />
De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
Pagina 13 van 15<br />
>S<br />
>s<br />
I
6. Bespreking resultaten<br />
6.1. Grond<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(a)milon.rl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de boven- en ondergrond bijmengingen van puin en<br />
plaatselijk kolengruis aangetroffen. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch<br />
zijn in de bovengrond licht verhoogde concentraties zink, en plaatselijk cadmium,<br />
kobalt en lood aangetroffen. In de ondergrond is een licht verhoogde concentratie nikkel<br />
aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in<br />
verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
Cadmium, kobalt, lood, nikkel en zink<br />
Voor de licht verhoogde concentraties cadmium, kobalt, lood, en zink in de bovengrond is<br />
geen eenduidige verklaring te geven. In de mengmonsters mml, mm2 en mm3 zijn puinresten<br />
en puinsporen waargenomen. Het monster van boring 3.1 (ml) is apart geanalyseerd<br />
, omdat ter plaatse van deze boring meer puin aanwezig is dan ter plaatse van de<br />
overige boringen. De concentratieniveaus zijn in dezelfde orde van grootte.<br />
In puinhoudende grond worden regelmatig licht verhoogde concentraties zware metalen<br />
aangetroffen.<br />
6.2. Grondwater<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn geen bijzonderheden waargenomen die duiden op een<br />
bodemverontreiniging. Analytisch zijn in het grondwater licht verhoogde concentraties barium<br />
en nikkel aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde concentraties<br />
aangetroffen.<br />
Barium en nikkel<br />
Barium en nikkel zijn zware metalen die als spoorelementen van nature in het grondwater<br />
voorkomen. Voor de lichte verhogingen ten opzichte van de streefwaarde is geen eenduidige<br />
verklaring voorhanden. Omdat barium in de grond niet verhoogd zijn gemeten en geen<br />
locatiespecifieke bron kan worden aangewezen, wordt het waarschijnlijk geacht dat het hier<br />
verhoogde achtergrondconcentraties betreft. Bij vele bodemonderzoeken op onverdachte<br />
locaties zijn namelijk eveneens van nature verhoogde zwaremetalenconcentraties aangetroffen<br />
(met name barium en zink).<br />
6.3. Hypothese<br />
Door de licht verhoogde concentraties van enkele parameters in de grond en het grondwater<br />
dient de opgestelde hypothese ^onverdachte /OCat/e'verworpen te worden.<br />
Pagina 14 van 15
7. Conclusies en aanbevelingen<br />
7.1. Conclusies<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(5)milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
Grond<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de boven- en ondergrond bijmeningen van puin en<br />
plaatselijk kolengruis waargenomen. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch<br />
zijn in de bovengrond licht verhoogde concentraties zink, en plaatselijk cadmium,<br />
kobalt en lood aangetroffen. In de ondergrond zijn licht verhoogde concentraties nikkel en<br />
zink aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in<br />
verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
Grondwater<br />
Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de bodem geen bijzonderheden waargenomen die<br />
duiden op een mogelijke verontreiniging van het grondwater. Analytisch zijn in het grondwater<br />
licht verhoogde concentraties barium en nikkel aangetroffen. De overige onderzochte<br />
parameters zijn niet in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />
Conclusie<br />
Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie.<br />
In de bodem is een lichte verontreiniging van zware metalen aangetroffen. Wat betreft<br />
de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het<br />
huidige en toekomstige gebruik van de locatie.<br />
7.2. Aanbevelingen<br />
Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol geacht.<br />
De kwaliteit van de grond kan bij afvoer beperkingen opleveren ten aanzien van hergebruik,<br />
omdat dan veelal andere normen gelden. Voor het elders toepassen van de grond gelden de<br />
regels zoals die zijn vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit.<br />
Pagina 15 van 15
BIJLAGEN
Virrclirli-cl .' 3^^ "-4 .<br />
- •■••"-; 'f ' '5-8 /,■ ^<br />
Pi t97<br />
„iwaard<br />
Heh^e/rifksche i---. . v^ - ^g ^H<br />
iïL * -i—'-.Vv'.'i
N<br />
schaal 1:500<br />
Betreffende Verkennend bodemonderzoek<br />
Locatie Brouwerspad 20<br />
Plaats LJth<br />
Figuur<br />
Ligging onderzoekslocatie met boorplan<br />
LEGENDA<br />
1"~"<br />
\y/A<br />
t 1<br />
1 1<br />
1 1<br />
e<br />
@<br />
a<br />
•<br />
O<br />
©<br />
©<br />
onderzoekslocatie (1.711 m2)<br />
perceelsgrens<br />
bestaande bebouwing<br />
toekomstige bebouwing<br />
te verwijderen bebouwing<br />
vast punt<br />
peilbuis<br />
boring tot 0,5 m-mv<br />
boring tot 2,0 m-mv<br />
onverhard (paardenwei)<br />
betonverharding<br />
strooisel<br />
Bestand P:\PROJECTEN\Uth\Brouwer5pad 20\Verkennend 20111693\Dossier\AutoCAD\Brouwerspad 20<br />
<strong>Bijlage</strong> 2<br />
Project 20111693<br />
Getekend Tv E<br />
Versie<br />
Datum<br />
Gewijzigd<br />
30-08-2011<br />
Formaat<br />
Schaal<br />
A4<br />
1:500<br />
25 meter<br />
MILON<br />
experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24, S482TG Schijndel<br />
Telefoon 073-5477253<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl
BIJLAGE 3
Legenda (conform NEN 5104)<br />
grind<br />
o o o o o o^ Grind, slitig<br />
D C o o o o<br />
o fi o o o d<br />
) o o o o o o. Grind, zwak zandiq<br />
> o o o o o o •<br />
b"o"o"o"o"o" ■ • Grind, matig zandig<br />
fo o o o o o ■"<br />
o b ob o d' • ■ Grind, sterk zandig<br />
3 o o o o o ."'<br />
D o o o o o ..<br />
o o o o o (■ ■<br />
■ r, A n o r<br />
zand<br />
veen<br />
i<br />
Grind, uiterst zandig<br />
Zand, kleiïg<br />
Zand, zwak slitig<br />
Zand, nnatig siltig<br />
^ Zand, sterk siltig<br />
Zand, uiterst siltig<br />
i<br />
Veen, mineraalarm<br />
:/ Veen, zwak kieng<br />
^ Veen, sterk kleiïg<br />
y/.<br />
Veen, zwak zandig<br />
Veen, sterk zandig<br />
kiel<br />
leem<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Kiel, zwak siltig<br />
Kiel, matig siltig<br />
^ Klei, sterk siltig<br />
\] Kiel, uiterst siltig<br />
Klei, zwak zandig<br />
Kiel, matig zandig<br />
//A:. Kiel, sterk zandig<br />
Leem, zwak zandig<br />
Leem, sterk zandig<br />
overige toevoegingen<br />
zwak humeus<br />
matig humeus<br />
sterk humeus<br />
^ zwak grindig<br />
matig grindig<br />
sterk grindig<br />
geur<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 547 72 53<br />
Email info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
O geen geur<br />
® zwakke geur<br />
■® matige geur<br />
♦ sterke geur<br />
♦ uiterste geur<br />
olie<br />
■D geen oliewater reactie<br />
B zwakke oliewater reactie<br />
S matige oliewater reactie<br />
!!■ sterke oliewater reactie<br />
■■ uiterste oliewater reactie<br />
monsters<br />
geroerd monster<br />
ongeroerd monster<br />
overig<br />
A bijzonder bestanddeel<br />
"^ grondwaterstand<br />
peilbuis<br />
m<br />
slib<br />
blinde buis<br />
casing<br />
hoogste grondwaterstand<br />
gemiddelde grondwaterstand<br />
laagste grondwaterstand<br />
\ bentoniet afdichting
Projectnaam:<br />
Plaats:<br />
Projectcode:<br />
Projectleider:<br />
Veldwerkcoördinator:<br />
Pagina:<br />
Boring 01<br />
Datum: 18-08-2011<br />
-200-<br />
-250-<br />
Brouwerspad 20<br />
Lith<br />
20111693<br />
Jan van Nuenen<br />
Joost Cox<br />
1 van 3<br />
/m MILON<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siitig, resten<br />
puin, brokken klei, donker<br />
grijsbruln, Edetmanboor<br />
Ktei, sterk zandig, zwak<br />
humeus, sporen puin,<br />
Edelmanboor<br />
Klei, zwak zandig, neutraat<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
Klei, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Klei, neutraat grijsbruin,<br />
Edeimanboor<br />
Kiel, matig zandig, neutraal<br />
oranjebruin, Edelmanboor<br />
Zand, matig fijn, neutraat<br />
oranjebeige, Edelmanboor<br />
Zand, matig fijn, licht<br />
grijsbeige, Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, licht<br />
grijsbeige, Edeimanboor<br />
Zand, matig grof, matig<br />
veenhoudend, neutraal<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
Boring 02<br />
Datum: 18-08-2011<br />
-150<br />
-200<br />
experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siitig, zwak<br />
puinhoudend, brokken klei,<br />
donker grijsbruin, Edetmanboor<br />
Klei, zwak zandig, sporen puin,<br />
Edelmanboor<br />
Klei, sporen puin, zwak<br />
kolengruishoudend, donker<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
Klei, neutraal grijsbeige,<br />
Edelmanboor
Projectnaam:<br />
Plaats:<br />
Projectcode:<br />
Projectleider:<br />
Veldwerkcoördinator:<br />
Pagina:<br />
Boring 03<br />
Datum: 18-08-2011<br />
Boring 05<br />
Datum: 18-08-2011<br />
Boring 07<br />
Datum: 18-08-2011<br />
I<br />
Boring 09<br />
Datum: 18-08-2011<br />
Brouwerspad 20<br />
Lith<br />
20111693<br />
Jan van Nuenen<br />
Joost Cox<br />
2 van 3<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, sterk siltig, matig<br />
puinhoudend, donker<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, resten puin, donker<br />
grijsbruin, Edetmanboor<br />
Klei, sporen puin, neutraal<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
Klei, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, zwak<br />
humeus, zwak siltig, resten<br />
puin, neutraalgrijs,<br />
Edelmanboor<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siltig, zwak<br />
puinhoudend, brokken ktei,<br />
donker grijsbruin, Edelmanboor<br />
strooisel<br />
Klei, matig zandig, resten<br />
puin, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Boring 04<br />
Datunn: 18-08-2011<br />
Boring 06<br />
Datum: 18-08-2011<br />
ü<br />
Boring 08<br />
Datum: 18-08-2011<br />
Boring 10<br />
Datum: 18-08-2011<br />
Huygensweg 24<br />
5482 T6 Schijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info@milon.nl<br />
Internet www.milon.nl<br />
A<br />
0<br />
^8<br />
-50<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siltig, resten<br />
puin, brokken ktei, donker<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siltig, resten<br />
puin, brokken klei, donker<br />
grijsbruin, Edelmanboor<br />
beton<br />
Bestaand gat in beton<br />
Zand, matig fijn , resten puin,<br />
licht grijsbeige, Edelmanboor<br />
weiland<br />
Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, matig puinhoudend,<br />
donker grijsbruin, Edelmanboor
Projectnaam:<br />
Plaats:<br />
Projectcode:<br />
Projectleider:<br />
Veldwerkcoördinator:<br />
Pagina:<br />
Boring 11<br />
Datunn: 30-08-2011<br />
il<br />
^<br />
Brouwerspad 20<br />
Lith<br />
20111693<br />
Jan van Nuenen<br />
Joost Cox<br />
3 van 3<br />
weiland<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
humeus, uiterst siltig, sporen<br />
puin, brokken klei, donker<br />
grijsfaruin, Edefmanboor<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG Scllijndel<br />
Telefoon 073 - 547 72 53<br />
E-mail info(a)milon.nl<br />
Internet www.milon.nl
BIJLAGE 4
Projectnummer<br />
Projectnaam<br />
Datum monstemame<br />
r>^onsternemer<br />
Certificaatnummer<br />
Analyse<br />
Bodemtypecorrectie<br />
Organische stof<br />
Korrelgroctte < 2 |jm (Lutum)<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
Bodemkundtge analyses<br />
Droge stof<br />
Organische stof<br />
Gloeirest<br />
Korrelgrcotte < 2 |jm (Lutum)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper(Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (f^o)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (2n)<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />
Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
PCB 52<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
Fenanthreen<br />
Anthraceen<br />
Fluorantheen<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
Chryseen<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
Benzo(a)pyreen<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
Legenda<br />
Niet aangetoond<br />
Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />
Achtergrondwaarde<br />
> Tussenwaarde<br />
> Interventiewaarde<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
Joost Cox<br />
2011138452<br />
Eenheid<br />
% (m/m)<br />
%(m/m)ds<br />
% (m/m) ds<br />
% (m/m) ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
**<br />
mml<br />
3,4<br />
9,3<br />
Uitgevoerd<br />
88,3<br />
3,4<br />
96<br />
9,3<br />
77<br />
0,49 *<br />
8 *<br />
22 -<br />
0,077 -<br />
Projectnummer<br />
Projectnaam<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Certificaatnummer<br />
Analyse<br />
Bodemtypecorrectïe<br />
Organisctie stof<br />
Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
Organische stof<br />
Gloeirest<br />
Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper(Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikl Tussenwaarde<br />
> Interventiewaarde<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
Joost Cox<br />
2011138452<br />
Eenheid<br />
% (m/m)<br />
%(m/m)ds<br />
%(m/m)ds<br />
% (m/m) ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
**<br />
***<br />
mm2<br />
1,6<br />
7,7<br />
Uitgevoerd<br />
89,8<br />
1,6<br />
97,9<br />
7,7<br />
53<br />
0,27 -<br />
4,4 -<br />
17 -<br />
0,084 -<br />
Projectnummer<br />
Projectnaam<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Certificaatnummer<br />
Analyse<br />
Bodemtypecorrectie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
Organische stof<br />
Gloei rest<br />
Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper(Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
IMolybdeen (Mo)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (Zn)<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />
Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
PCB 52<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
Fenanthreen<br />
Anthraceen<br />
Fluorantheen<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
Chryseen<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
Benzo(a)pyreen<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
Legenda<br />
Niet aangetoond<br />
Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />
Achtergrondwaarde<br />
> Tussenwaarde<br />
> Interventiewaarde<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
Joost Cox<br />
2011138452<br />
Eenheid<br />
% (m/m)<br />
% (m/m) ds<br />
% (m/m) ds<br />
%(m/m)ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
***<br />
mm3<br />
1,6<br />
9,8<br />
Uitgevoerd<br />
85,2<br />
1,6<br />
97,7<br />
9,8<br />
94<br />
0,29 -<br />
7,7 -<br />
16 -<br />
Projectnummer<br />
Projectnaam<br />
Datum monstemame<br />
Monsternemer<br />
Certificaatnummer<br />
Analyse<br />
Bodemtypecorrectie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
Organische stof<br />
Gloeirest<br />
Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper(Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (Zn)<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />
Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
PCB 52<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
Fenanthreen<br />
Anthraceen<br />
Fluorantheen<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
Chryseen<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
Benzo(a)pyreen<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />
PAKVROM (10) (factor 0,7)<br />
Legenda<br />
Niet aangetoond<br />
Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />
Achtergrondwaarde<br />
> Tussenwaarde<br />
> Interventiewaarde<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
Joost Cox<br />
2011138452<br />
Eenheid<br />
% (m/m)<br />
%(m/m)ds<br />
% (m/m) ds<br />
% (m/m) ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
ml<br />
2,2<br />
9<br />
Uitgevoerd<br />
86,2<br />
2,2<br />
97,2<br />
9<br />
72<br />
0,23 -<br />
11 *<br />
16 -<br />
0,09 -<br />
Projectnummer<br />
Projectnaam<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Certificaatnummer<br />
Analyse<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper (Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikl Tussenwaarde<br />
> Interventiewaarde<br />
MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />
201H693<br />
Brouwerspad 20<br />
25-08-2011<br />
Thomas van Engelen<br />
2011142974<br />
Eenheid<br />
pg/L<br />
ijg/i<br />
ijg/i<br />
ug/i<br />
ug/i<br />
yg/i<br />
ug/i<br />
ug/i<br />
Mg/l<br />
(jg/ipg/i<br />
pg/i<br />
ug/i<br />
pg/i<br />
ug/i<br />
pg/i<br />
pg/i<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/L<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
MQ/I<br />
Mg/l<br />
pg/i<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
MQ/I<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
Mg/L<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
pg/i<br />
Mg/l<br />
Mg/l<br />
pg/i<br />
Mg/l<br />
-<br />
*<br />
**<br />
***<br />
Peilbuis 1<br />
54 *<br />
BIJLAGE 5
*•^ !•? eurofins<br />
MILON bv<br />
T.a.v. Michel Gauw<br />
Huygensweg 24-<br />
5482 TG SCHIJNDEL<br />
Analysecertificaat<br />
Datum: 24-08-2011<br />
— £l,Xl.£l,lytplCO^<br />
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />
Certificaat nummer<br />
Uw projectnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monster(s) ontvangen<br />
20111384S2<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
'-' ~ '■ f.v'., ''■(:'-/-'}■<br />
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />
fionvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties<br />
Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Rdvies.<br />
De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />
datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />
Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van<br />
de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />
monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />
Bewaren tot:<br />
Datum: Naam: Handtekening:<br />
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U noar aanleiding van dit<br />
analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Rdvies.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eurofins flnalytico B.V.<br />
Eurofins Anolytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 DL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />
Fox +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info@eurofins.nl<br />
site www.eurofins.cotn<br />
RBN nMRO 54 85 74 456<br />
VflT/BTW No.<br />
NL 8043.14.863.BOl<br />
KvK No. 09088623<br />
Ing. fi. Veldhuizen<br />
Technical Manager<br />
Eurofins Rnalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
^.•i eurofins — a,xi.a,lyt;ico^<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
Nr.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Analysecertificaat<br />
Uw projectnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Analyse<br />
Voorbehondeling<br />
Cryogeen malen flSSOOO<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
Organische stof<br />
Gloeirest<br />
Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />
Metalen<br />
Borium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper (Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (Zn)<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />
Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
Minerale olie (C30-C3B)<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
Minerale olie totaal (ClO-■C40)<br />
Polychloorblfenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
PCB 52<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
Monsteromschrijving<br />
mml<br />
mm2<br />
mm3<br />
ml<br />
Eurofins Rnalytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 4S9<br />
3770 RL Borneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />
Fax +31 (0)34 242 é3 99<br />
E-moil info@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
20111693<br />
Brouwersp ad 20<br />
18-08- ■2011<br />
Joost Cox<br />
Grond; Grond, flS3000<br />
Eenheid<br />
% (m/m)<br />
% (m/m) ds<br />
% (m/m) ds<br />
% (m/m) ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
mg/kg ds<br />
RBN RMRO 54 S5 74 4Si<br />
VRT/BTW No.<br />
NL 8043.14.S83.e01<br />
KvK No. 09088623<br />
1<br />
Uitgevoerd<br />
88.3<br />
3.4<br />
96.0<br />
9.3<br />
77<br />
0.49<br />
8.0<br />
22<br />
0.077<br />
4J? eurofins — a.xxa.lyüco'^<br />
Analysecertificaat<br />
Uw projectnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernuitimer<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Hnalyse<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
18-08-2011<br />
Joost Cox<br />
Grond; Grond, fISSOOO<br />
Eenheid<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, POK<br />
S Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
S Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
S flnthraceen<br />
mg/kg ds<br />
S Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
S Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
S Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
S Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
S Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
S Ben2o(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
S Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
S PfiKVROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Nr. Monsteromschrijving<br />
1 mml<br />
2 mm2<br />
3 mm3<br />
4 ml<br />
Eurofins flnalytico B.V.<br />
Gildeweg 44-4é<br />
3771 NB Borneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 BL Borneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 61 00<br />
Fox +31 (0)34 242 63 99<br />
E-moil info@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
*Aehee^<br />
RBN RMRO 54 S5 74 456<br />
VBT/BTW No.<br />
NL 8043.14.883.BOi<br />
KvK No. 09086623<br />
45? eurofins<br />
aixÊilytico"^<br />
<strong>Bijlage</strong> (fl) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011138452<br />
flnalytico- n Boornr<br />
6311780<br />
6311780<br />
6311780<br />
6311780<br />
6311781<br />
6311781<br />
6311781<br />
6311782<br />
6311782<br />
6311782<br />
6311782<br />
6311782<br />
6311783<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Borneveld<br />
P.O. Box 4S9<br />
3770 nl Borneveld NL<br />
06<br />
02<br />
05<br />
04<br />
01<br />
08<br />
07<br />
01<br />
02<br />
03<br />
02<br />
03<br />
03<br />
Omschrijving<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
1<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fox +31 (0)34 242 63 99<br />
E-maJI lnfo@euroflns.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
RBN nMRO S4 S5 74 4Sé<br />
VflT/BTW No.<br />
Nt 8043.14.883.601<br />
KvK No. 09088623<br />
Van<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
0<br />
8<br />
0<br />
50<br />
50<br />
50<br />
100<br />
100<br />
Tot<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
50<br />
100<br />
100<br />
100<br />
150<br />
150<br />
Barcode<br />
0505997209<br />
05059972<strong>12</strong><br />
0505997217<br />
0505997216<br />
0505997218<br />
0505997200<br />
0505997202<br />
0505997210<br />
0505997219<br />
0505997198<br />
0505997222<br />
0505997215<br />
Monsteromschrijvlng<br />
mml<br />
mm2<br />
mm3<br />
50 0505997154 ml<br />
Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVAM en Dep. INE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />
Pagina 1/1
4*^ eurofins |<br />
I — £ixi.a,ly^lco'<br />
<strong>Bijlage</strong> (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011138452<br />
Opmerking 1)<br />
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />
Eurofins Anolytico B.V.<br />
Gildeweg ii-t6 Tel. +31 (0)34 242 é3 00 ABN RMRO 54 85 74 45ii Eurofins flnalytico B.V. is erkend door het Vloomse Sewest<br />
3771 NB Borneveld Fox +31 (0)34 242 63 99 VHT/BTW No. (OVAM en Dep. INE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
P.O. Box 459 E-mailinfo@eurofins.nl NI 8043.14.883.BOl het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
3770 01 Borneveld NL Sitewww.eurofins.com KvK No. 0908Sé23 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />
Pagina 1/1
4^ eurofins<br />
a,xi. £i.ly ^ i c o'^<br />
<strong>Bijlage</strong> (C) met methodeverwijzingen behorende bij onalysecertificoot 2011138452<br />
Rnalyse<br />
Cryogeen malen 053000<br />
Droge Stof<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />
ICP-MS Barium<br />
Metalen fiS3010 (Cd)<br />
Metalen flS3010 (Co)<br />
Metalen flSSOlO (Cu)<br />
Metalen flS3010 (Hg)<br />
Metalen flS3010 (Mo)<br />
Metalen fiS3010 (Ni)<br />
Metalen fiSSOlO (Pb)<br />
Metalen fiSSOlO (Zn)<br />
Minerale Olie (GC)<br />
Pojycliloorbifenylen (PCB)<br />
PflK (VROM)<br />
PflK som fiS3000/flP04<br />
Methode<br />
W0106<br />
W0104<br />
W0109<br />
W0173<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0202<br />
W0271<br />
W0271<br />
W0271<br />
Techniek<br />
Voorbehandeling<br />
Gravimetrie<br />
Gravimetrie<br />
Sedimentatie<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
GC-FID<br />
GC-MS<br />
GC-MS<br />
GC-MS<br />
Pagina 1/1<br />
Referentiemethode<br />
Cf. fiS3000<br />
Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465<br />
Cf. NEN 5754<br />
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753<br />
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978<br />
Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980<br />
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid stoon<br />
vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.<br />
Eurofins flnalytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 ni Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 6Z 99<br />
E-mail info@eurofins.nl<br />
site www.eurofins.com<br />
RBN RMRO 54 SS 74 456<br />
VflT/BTW No.<br />
NL 8043.14.883.BOl<br />
KvK No. 09088623<br />
Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVOM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Woolse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.•^ %•? eurofins<br />
MILON bv<br />
T.a.v. Jan van Nuenen<br />
Huygensweg 24<br />
5482 TG SCHIJNDEL<br />
Analysecertificaat<br />
Datum: 29-08-2011<br />
— a-ixalytico^<br />
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />
Certificaatnummer<br />
Uw projectnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monster(s) ontvangen<br />
2011142974<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
2é-08-2011<br />
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />
Hanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties<br />
flnalysetnethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies.<br />
De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />
datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />
Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van<br />
de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />
monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />
Bewaren tot:<br />
Datum: Naam: Handtekening:<br />
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht ü naar aanleiding van dit<br />
analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en fidvies.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eurofins finalytico B.V.<br />
Eurofins flnolytico B.V.<br />
Güdeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
ABN SMRO 54 8B 74 456<br />
VST/BTW No.<br />
NL 8043.14.883.BOl<br />
KvK No. 09088623<br />
Ing. ft. Veldhuizen<br />
Technical Manager<br />
Eurofins finalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Waalse Gewest (DGRNE-OWO)en door de<br />
overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
\*^ 5 eurofins — aixa-lytico*<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
s<br />
Analysecertificaat<br />
Uw projectnutnmer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernutnmer<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Monstermotrix<br />
Analyse<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper (Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (Zn)<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
25-08-2011<br />
Thomas van Engelen<br />
Water; Water, flS3000<br />
Vluchtige Hromatische Koolwaterstoffen<br />
Benzeen<br />
Tolueen<br />
Ethylbenzeen<br />
o-Xyleen<br />
m, p-Xyleen<br />
Xylenen (som) factor 0,7<br />
BTEX (som)<br />
Naftaleen<br />
Styreen<br />
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen<br />
Dichloormethaan<br />
Trichloormethaan<br />
Tetrachloormethaan<br />
Trichlooretheen<br />
Tetrochlooretheen<br />
1,1-Dichloorethaan<br />
1,2-Dichloorethaan<br />
1,1,1-Trichloorethaan<br />
1,1,2-Trichloorethaan<br />
cis 1, 2-Dichlooretheen<br />
trans 1,2-Dichlooretheen<br />
CKW(som)<br />
1,1-Dichlooretheen<br />
Nr. Monsteromschrijving<br />
1 Peilbuis 1<br />
Eurofins flnalytico B.V.<br />
Gildeweg 4-1-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 SL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.coni<br />
Eenheid<br />
(jg/l<br />
Mg/L<br />
pg/l<br />
tjg/L<br />
Mg/l<br />
Mg/L<br />
va/l<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
Mg/L<br />
PBN RMRO S4 85 74 456<br />
VUT/BTW No.<br />
NL 8043.14.883.BOl<br />
KvK No. 09088623<br />
B4<br />
# eurofins<br />
Analysecertificaat<br />
Uw projectnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Datum monstername<br />
Monsternemer<br />
Monstermotrix<br />
Analyse<br />
analytico"^<br />
20111693<br />
Brouwerspad 20<br />
25-08-2011<br />
1, 2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7<br />
Vinylchloride<br />
1,1-Dicliloorpropaan<br />
1,2-Dichloorpropaan<br />
1,3-Dichloorpropaan<br />
Dichloorpropanen som factor 0.7<br />
Tribroommethaan<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />
Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />
Minerale olie
#eurofins i<br />
<strong>Bijlage</strong> (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011142974<br />
nnolytico-n Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Honsteromschrijving<br />
6326351 1 0 0 0691171563 Peilbuis 1<br />
6326351 2 0 0 070051037S<br />
Eurofins flnalytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN SMRO 54 85 74 456 Eurofins flnalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
3771 NB Barneveld Fox+31 (0)34 242 63 99 VST/BTW No. (OVfiM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
P.O. Box 459 E-iiiailinfo@eurofins.nl NL 8043,14.883.501 het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
3770 AL Barneveld NL sitewww.eurofins.com KvK No. 09088623 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />
Pagina 1/1
4!^ eurofins<br />
— a-ïiLÊil-ytico®<br />
„ï ■ ■ 5.<br />
<strong>Bijlage</strong> (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011142974<br />
Opmerking 1)<br />
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />
Eurofins flnolytico B.V.<br />
Gildeweg 4446<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 4S9<br />
3770 BI Borneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 ?9<br />
Emaii info@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
BBN flMRO 54 85 74 456<br />
VBT/BTW No.<br />
NL 6043.14.683.301<br />
KvK No. 09088623<br />
Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVSM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Waalse Gewest (DGRNEOWD)en door de<br />
overheden van Fronicrijlc en Luxemburg (MEV).<br />
Pagina 1/1
v^ ft eurofins<br />
— analytico^<br />
<strong>Bijlage</strong> (C) met methodeverwijzingen behorende bij anolysecertificaat 2011142974<br />
Analyse<br />
ICP-MS Barium<br />
ICP-MS Cadmium<br />
ICP-MS Kobalt (Co)<br />
ICP-MS Koper<br />
ICP-MS Kwik<br />
ICP-MS Molybdeen (Mo)<br />
ICP-MS Nikkel<br />
ICP-MS Lood<br />
ICP-MS Zink<br />
Xylenen som fiSSOOO<br />
Aromaten (BTEXN)<br />
Styreen<br />
VOCL (11)<br />
CKW : 1,1-Dichlooretheen<br />
DiClEtheen som flS3000<br />
CKW : Vinylchloride<br />
1,1-dichloorpropaan<br />
1,2-Dichloorpropaan<br />
1,3-dichloorpropaan<br />
DiChlprop. som flS300<br />
tribroommethoan<br />
Minerale olie (GC)<br />
Methode<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0421<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0254<br />
W02S4<br />
W0254<br />
W02B4<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0254<br />
W0215<br />
Techniek<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
HS-GC-MS<br />
LVI-6C-FID<br />
Pagina 1/1<br />
Refcpe ntiem ethode<br />
Cf. pb 3110 3 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110- en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110- en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 1S680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 1S680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Cf. pb 3110- 5<br />
Nadere informatie over de toegeposte onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan<br />
vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.<br />
Eurofins flnolytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 4B9<br />
3770 nL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />
Fox +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info@eUfofins.nl<br />
Site www.eurofins.com<br />
SBN HMRO 54 85 74 456<br />
VflT/BTWNo.<br />
NL 8043.14.9S3.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />
(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />
het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />
overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).