Solidariteit is nog lang niet verdwenen - ferrykoster.nl

10
service & advies
Langere reistijd of nieuwe baan?
Jan de Vries is 32 jaar, getrouwd en
vijf jaar in dienst als administrateur
bij een klein bedrijfje. Zijn baas is dik
tevreden over het werk dat Jan levert.
Helaas deden zich de afgelopen zomer
een aantal privé-omstandigheden voor,
waardoor Jan en zijn gezin genoodzaakt
waren te verhuizen. In plaats van een
half uurtje fietsen, is Jan nu ruim een uur
en een kwartier onderweg om zijn werk
te bereiken. Als er files staan zelfs nog
langer.
TEKST LEONIE HEEZEMANS
De werkgever is op de
DOSSIER
hoogte van de situatie en
hij ziet dat het lange reizen Jan veel energie
kost. Hij uit daarom zijn bezorgdheid
en vraagt of het wel verstandig is dat Jan
bij hem te blijft werken. Zou het niet beter
zijn dat het dienstverband eindigt door
een vaststellingsovereenkomst te tekenen.
De werkgever vraagt Jan goed na te
denken over wat hij wil en geeft aan zijn
medewerking te willen verlenen.
Moeilijk
Jan vindt zijn baan ontzettend leuk en
de samenwerking met zijn collega’s is
hem ook veel waard. Het is een moeilijke
keuze. Dankzij zijn baan heeft hij een
bepaalde inkomenszekerheid en die kan
hij niet missen. Zeker niet nu hij onlangs
verhuisd is. Toch denkt Jan dat het reizen
hem in de toekomst zal opbreken en wil
hij het liefst een baan dichter bij huis. Hij
weet echter niet wat hij moet verwachten
van de regeling die zijn baas aanbiedt en
wat een vaststellingsovereenkomst is.
Jan wendt zich tot CNV Dienstenbond en
vraagt naar de mogelijkheden in zijn situatie.
In beginsel kan een werknemer die
uit zichzelf verder van zijn werk af is gaan
wonen, de extra reistijd niet verhalen op
zijn werkgever. Er hoeft geen compensatie
plaats te vinden qua reisuren. Jan is
daarom afhankelijk van de coulance van
zijn werkgever of en hoe er een regeling
komt.
WW-rechten
Sinds oktober 006 is het treffen van een
ontslagregeling vergemakkelijkt. Een
werkgever kan samen met zijn werknemer
een vaststellingovereenkomst sluiten,
zonder dat hierdoor de WW-rechten
van de werknemer verspeeld worden.
Hierdoor hoeft er geen kantonrechter of
CWI aan te pas te komen om een beëindiging
van het dienstverband te realiseren.
Dat brengt een kostenbesparing met
zich mee. Beide partijen kunnen met
wederzijds goedvinden het dienstverband
beëindigen met inachtneming van de volledige
opzegtermijn, mits het initiatief
van de beëindiging bij de werkgever ligt
en er geen sprake is van verwijtbaarheid.
Als een werknemer na de beëindiging
van het dienstverband niet meteen een
nieuwe baan heeft, blijft hij aanspraak
maken op een WW-uitkering. De jurist
van CNV Dienstenbond neemt contact op
met Jan’s werkgever en verzoekt hem
uitleg te geven over het geopperde idee,
zodat er duidelijkheid komt waarover Jan
moet beslissen. De werkgever geeft aan
dat hij Jan vier maanden de tijd wil geven
om te solliciteren om daarna het dienstverband
te beëindigen. Jan hoeft in deze
vier maanden slechts drie dagen per week
op zijn werk te verschijnen. Als reden zal
een neutrale grond worden opgenomen
in de vaststellingsovereenkomst, zodat
van verwijtbaarheid geen sprake is. Jan
heeft dan vier maanden de tijd om een
nieuwe baan te vinden. Lukt dit niet, dan
kan Jan alsnog WW-geld ontvangen. De
oorspronkelijke reden, dat Jan liever zelf
weg wil gaan, wordt niet opgenomen in de
vaststellingsovereenkomst.
Kiezen
Jan zal dus moeten inschatten of hij vanuit
zijn huidige werk op korte termijn een
nieuwe baan weet te vinden of dat hij verwacht
nog lang te moeten zoeken. En of
hij in de tussenliggende periode de reistijd
voor lief neemt. Deze keuze zal hij zelf
moeten maken. De jurist zal zorg dragen
voor een vaststellingsovereenkomst die
juridisch goed in elkaar steekt, indien Jan
besluit gebruik te maken van het aanbod.
Voordat dit zal gebeuren gaat Jan eerst
goed nadenken over wat hij wil en verwacht
te gaan bereiken. n