Vakblad Bouwen met Staal - Abt
Vakblad Bouwen met Staal - Abt
Vakblad Bouwen met Staal - Abt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1937<br />
EssAy oVEr dE stillE KrACHt<br />
De volledig overbodige<br />
bescheidenheid<br />
Heeft de constructeur last van<br />
een minderwaardigheidscomplex?<br />
Dat is toch onvoorstelbaar? Zonder<br />
die constructeur zou geen project<br />
kunnen verrijzen. De positie van<br />
de constructeur is door de jaren<br />
heen sterk veranderd. De toekomst<br />
van de constructeur is evenwel<br />
hoop gevend.<br />
ir. W. Spangenberg<br />
Walter spangenberg is raadgevend ingenieur<br />
en algemeen directeur van ABt.<br />
Geen bijzondere architectuur zonder<br />
constructeur<br />
In de periode 1800 en 1940 neemt de constructietechniek<br />
een grote vlucht door de<br />
opkomst van nieuwe materialen als ijzer en<br />
gewapend beton. Gekoppeld aan nieuwe<br />
constructiesystemen is het mogelijk veel<br />
aansprekende bouwprojecten te realiseren.<br />
Veel verbazing ontstaat door het toepassen<br />
van de overtreffende trap. Door ‘groter en<br />
hoger’ of ‘<strong>met</strong> een grotere overspanning’<br />
worden de eerste grenzen opgezocht. De<br />
constructeur is in deze periode vaak ook de<br />
vormgever. Namen van grote constructeurs<br />
als Telford, Stephenson, Paxton, Brunel en<br />
Eiffel stammen uit deze tijd.<br />
1938<br />
van de constructeur<br />
Halverwege de twintigste eeuw zien we dat<br />
de constructeur zijn leidende positie geheel<br />
heeft weggegeven. Het zijn de architecten<br />
die bij de ontwerpen het initiatief nemen en<br />
het zijn de constructeurs die moeite doen ze<br />
te volgen. De werelden liggen ver uit elkaar.<br />
De architect die zich ontwikkelt tot de kunstenaar<br />
en de wat saaie constructeur die<br />
meer wetenschapper is dan de vertaler van<br />
de ambitie van de architect.<br />
We zoomen nu in op de voorlaatste 25 jaar.<br />
Dus grofweg de periode 1960-’85. In deze periode<br />
vinden veel ontwikkelingen plaats. De<br />
afstand tussen de constructeur en de architect<br />
wordt kleiner. Het idee van integraal ontwerpen<br />
begint te rijpen en de constructeur ontwikkelt<br />
zich als ‘de ontwerper van de constructie’.<br />
Materialen ontwikkelen zich en die<br />
materiaalontwikkeling zien we terug in de<br />
complex wordende normen. Kenmerkend is<br />
een zuivere, maar daardoor wat brave toepassing<br />
van de technieken. Echter wel een brede<br />
technische toepassing. Ook is karakteristiek<br />
dat de mechanicasystemen die worden toegepast<br />
zuiver zijn. Een schaal is een schaal. En<br />
in deze periode worden regelmatig bijzondere<br />
constructies toegepast als de dunne betonschalen<br />
of een ‘hypar’-dak. Materiaal is vaak<br />
kostbaarder dan arbeid en het inzetten van<br />
bewerkelijke constructiesystemen is rendabel.<br />
We komen nu wat dichterbij in de tijd. De<br />
laatste 25 jaar. Hier spreek ik uit eigen beleving<br />
want in 2011 zit ik zelf ook 25 jaar in<br />
het vak. Nemen we die 25 jaar onder de loep,<br />
dan valt op dat de constructeur reactief opereert.<br />
Er is sprake van een trend, en de constructeur<br />
heeft hierin een volgende rol. De<br />
technische en economische ontwikkelingen<br />
kleuren die rol. De economische situatie en<br />
de aanpassingen in de positie van de opdrachtgever<br />
completeren het beeld. In het<br />
vervolg van dit artikel schetsen we de doorwerking<br />
naar het constructeurvak vanuit<br />
verschillende perspectieven. Het accent ligt<br />
hierbij op de laatste 25 jaar.<br />
De Nederlandse architectuur is rond<br />
2000 op zijn top<br />
In de jaren 1985-2010 maakt de Nederlandse<br />
architectuur grote hoogte- en dieptepunten<br />
door (afb. 1). Het hoogtepunt ligt in de jaren<br />
1997-2005 als de Nederlandse Architectuur<br />
wereldwijd aanzien geniet. Voorbeelden zijn<br />
de vinexwijken waar sprake is van soms bizarre<br />
experimenten. Ook is de durf aanwezig<br />
om deze experimenten werkelijk te bouwen.<br />
Recent, bij de uitreiking van de BNA Kubus<br />
2010 aan Neutelings Riedijk, speechte Michiel<br />
Riedijk: ‘Opdrachtgevers zijn mensen <strong>met</strong><br />
durf en optimisme.’<br />
24 APRIL 2011 | BOUWEN MET STAAL 220<br />
1939
In deze welvaartsperiode lijkt het niet op<br />
te kunnen. De projecten worden groter en<br />
extremer, en onze Nederlandse architecten<br />
verwerven zich een wereldwijde reputatie.<br />
Namen zoals Rem Koolkaas, UN Studio,<br />
Erick van Egeraat, Mecanoo, MVRDV,<br />
Neutelings Riedijk zijn enkele van de Nederlandse<br />
architecten(bureaus) die internationaal<br />
hoog in aanzien staan en veel buitenlandse<br />
opdrachten krijgen.<br />
En de constructeur? Die lift mee. Uiteindelijk<br />
is het de constructeur die extreme architectuur<br />
vertaalt naar maakbare ontwerpen.<br />
De architect heeft in deze periode een belangrijke<br />
stem in de keuze van de constructeur.<br />
De architect zoekt een sparringpartner<br />
die kan ondersteunen of, liever nog, inspireert<br />
of zelfs uitdaagt.<br />
We schrijven nu de periode 2007-’10. De wereld<br />
staat er geheel anders voor, zeker voor<br />
architecten. Er is sprake van te weinig werk<br />
<strong>met</strong> als gevolg een grote ontslaggolf bij de<br />
architectenbureaus en de projectontwikkelaars.<br />
Er heerst crisis in de bouw en de<br />
bouwambitie wordt bijgesteld. Naar minder<br />
extreem en <strong>met</strong> scherpe bouwbudgetten.<br />
Ook de bouwopgave verandert. Minder<br />
nieuwbouw. De stem en de macht van de<br />
architecten is tanende. Met de nieuwe opdrachtgeversvormen,<br />
waarbij risicomijdend<br />
• Gewapend Beton Voorschriften (GBV 1940) verschijnt.<br />
1940<br />
gedrag voorop staat, vinden belangrijke verschuivingen<br />
plaats. Opdrachtgevers zoeken<br />
eerder zekerheid en kiezen voor opdrachtgeverschap<br />
waarin ze zorgen voor een goede<br />
‘uitvraag’, waarna ze meer een toetsende rol<br />
innemen. De sturing komt dan eerder bij de<br />
partijen die risicodragend willen en kunnen<br />
opereren. Dat zijn de grote aannemers en<br />
een aantal grote ontwikkelaars. De architecten<br />
krijgen in deze trajecten een kleinere rol.<br />
En de constructeur? Die zal dus eerder zich<br />
moeten aansluiten bij die veranderende opdrachtgever.<br />
Het tijdsbeeld zal de komende jaren 2011-’16<br />
gedomineerd worden door opdrachtvormen<br />
waarbij de opdrachtgever van de constructeur<br />
eerder de aannemer zal zijn. PPS-aanbesteding,<br />
Design & Construct en contractvormen<br />
die daarvan zijn afgeleid (DBFM, et<br />
cetera) zullen de boventoon voeren. De opgave<br />
zal in het begin wat behoudender zijn<br />
maar de ambitie zal <strong>met</strong> het opleven van<br />
de economie, de komende jaren, weer gaan<br />
groeien. De manier van samenwerken levert<br />
grote kansen op om het nu gezamenlijk beter<br />
te doen. Ketenintegratie en co-making<br />
zijn de samenwerkingsverbanden waarin de<br />
betrokken bouwpartijen intensiever samenwerken.<br />
De constructie adviesbureaus moeten<br />
zich inspannen om deze slag te maken.<br />
1. De ontwikkelingen in de architectuur en de relatie naar de constructie.<br />
Dit vraagt andere vaardigheden op communicatief<br />
gebied. Afbeelding 2 maakt duidelijk<br />
welke voordelen aanwezig zijn bij het dichter<br />
naar elkaar toe groeien van de werkvoorbereiding<br />
van de aannemer en de hoofdconstructeur.<br />
Constructief zuiver is onbelangrijk<br />
Er is in de afgelopen jaren een duidelijke<br />
technische ontwikkeling zichtbaar. Het betreft<br />
verbetering van de materialen, hoogwaardige<br />
reken- en tekenapparatuur, en evolutie<br />
van productietechnieken (waardoor het<br />
steeds eenvoudiger wordt unieke producten<br />
te maken). Ook de bouwvoorbereiding is<br />
geëvolueerd. Het deel dat relatief achterblijft<br />
is de assemblage op locatie.<br />
De technische ontwikkeling in de afgelopen<br />
jaren maakt het mogelijk om de constructiesystemen<br />
op een andere wijze in te zetten.<br />
Eigenlijk hoeft het mechanicasysteem niet<br />
meer volledig zuiver te zijn. De opmars van<br />
de computer maakt het mogelijk om ‘combi’<br />
mechanica-systemen toe te passen. Complexe<br />
3D-constructies waarbij boog-, gewelfwerking<br />
maar ook liggerwerking <strong>met</strong> elkaar<br />
de balans bepalen. Deze ontwikkeling wordt<br />
extra gestimuleerd als architecten trachten<br />
spannende architectuur te maken, door de<br />
inzet van de constructie. Spannend in deze<br />
BOUWEN MET STAAL 220 | APRIL 2011 25
context betekent: het enigszins tarten of provoceren<br />
van de zwaartekracht. Hierbij merk<br />
ik dat ikzelf inmiddels weer van een andere<br />
generatie ben als mijn illustere voorgangers<br />
bij ABT. Michel van Maarschalkerwaart en<br />
Arie Krijgsman hadden zuiver construeren<br />
hoog in het vaandel. Zuiver construeren mag<br />
in die tijd vertaald worden als de minimalisatie<br />
van het materiaal of staalgebruik. Mooi<br />
voor dit tijdbeeld was de competitie voor het<br />
Thialf Stadion. Binnen ABT heeft Arie<br />
Krijgsman het winnende ontwerp bedacht.<br />
De basis van het tevens unieke ontwerpidee<br />
van Michel van Maarschalkerwaart is later<br />
uitgevoerd bij Burgers’ Bush van Burgers’<br />
Zoo in Arnhem. De materiaaleconomie was<br />
belangrijk en de staalverbruiken van beide<br />
ontwerpen waren onwaarschijnlijk laag (afb.<br />
4 en 5).<br />
De latere generatie constructief adviseurs<br />
(waartoe ik mezelf reken) adviseert wat de<br />
gevolgen zijn van complexere constructieschema’s.<br />
Het gaat er dan om de gevolgen<br />
van de keuzes goed inzichtelijk te maken<br />
zodat de keuzes bewust gemaakt kunnen<br />
worden. De interactie <strong>met</strong> de andere bouwdisciplines<br />
speelt een grote rol.<br />
Ik noem twee voorbeelden. Bij het nieuwe<br />
stadhuis van Alphen aan den Rijn (een ontwerp<br />
van Erick van Egeraat; afb. 6) bevindt<br />
de raadzaal zich in een uitkraging van ongeveer<br />
25 m. Het uitkragende deel markeert de<br />
doorloop naar de stad en moet de bevolking<br />
attenderen op deze belangrijke bestuurskundige<br />
plaats in het gebouw. Het overstek<br />
heeft dus een duidelijke functie (die ik als<br />
constructeur ook kan begrijpen). In de ontwerpfase<br />
worden de mogelijkheden van de<br />
uitkraging inzichtelijk gemaakt en wordt<br />
een gerichte keuze gemaakt.<br />
Twijfelachtiger is de toepassing van veel constructief<br />
geweld bij kantoren waarbij de<br />
vraag rijst wat het functioneel en architectonisch<br />
oplevert. Sommige stedenbouwkundige<br />
voorwaarden zijn zodanig belastend<br />
dat het spectaculaire architectuur oplevert,<br />
maar waarbij reëel de vraag gesteld mag<br />
worden of we niet doorschieten. Wat is het<br />
doel? Zijn de benodigde middelen in verhouding?<br />
Een voorbeeld is een plot in Amsterdam<br />
(Kavel 206) waar negen kantoren van<br />
12.000 m 2 geprojecteerd zijn en de steden-<br />
1941<br />
bouwkundige voorwaarden zodanig zijn opgezet<br />
dat er grote overspanningen en uitkragingen<br />
zijn ontstaan. Nu, in deze tijd, is het<br />
ondenkbaar dat dergelijke stedenbouwkundige<br />
eisen worden bedacht. De voorwaarden<br />
zijn zodanig dat een andere partij, in dit geval<br />
de projectontwikkelaar, op kosten wordt<br />
gejaagd door niet-functionele bestemmingsplaneisen.<br />
Als keuzes voor de constructieve opzet maar<br />
bewust worden genomen, dan hoeft het niet<br />
per se zuiver te zijn. De term ‘constructieve<br />
zuiverheid’ vervaagt dus. Misschien zou het<br />
ook beter zijn om te spreken over ‘constructieve<br />
economie’ als toetsingscriterium. Hierin<br />
zal binnen de projectopgave een balans<br />
moeten worden gevonden.<br />
Kunnen constructies nog verbazen?<br />
De afgelopen 25 jaar zijn er meer dan voldoende<br />
verbazingwekkende constructies<br />
gerealiseerd. De huidige krachtige computers,<br />
die het doorrekenen van geavanceerdere<br />
systemen mogelijk maken, in combinatie<br />
<strong>met</strong> de behoefte aan prestige levert fenomenale<br />
bouwwerken op. We raken wel verwend<br />
en vertrouwd <strong>met</strong> spectaculaire bouwwerken<br />
en anno 2011 is sprake van een mate van<br />
verzadiging. Waar raken we na drie prestigieuze<br />
projecten in Beijing nog van onder<br />
de indruk? Arup mag als constructeur trots<br />
zijn op zijn Vogelnest Stadion (Herzog & de<br />
Meuron), de CCTV-toren (Rem Koolhaas)<br />
en het Olympisch zwembad WaterCube<br />
(PTW architects). Dubai is als totaal imponerend<br />
en heeft ondertussen <strong>met</strong> 828 m het<br />
hoogste gebouw van de wereld. De grootste<br />
hangbrug heeft de grootste vrije overspanning<br />
van bijna 2 km. Door deze hoogtepunten<br />
zijn we minder snel onder de indruk.<br />
De opmars van de computer maakte het mogelijk<br />
vrijere vormen digitaal uit te werken.<br />
Een nieuwe stroming, de blobs (‘binary large<br />
object’), is rond 1995 geboren. De bouwtechniek<br />
blijft er nog erg bij achter maar enkele<br />
fraaie projecten zijn het resultaat. De aansprekende<br />
ontwerpen van Gehry hebben uiterst<br />
banale stalen achterconstructies gekenmerkt<br />
door grove materiaalinzet. Er mag geconcludeerd<br />
dat deze stroming niet heeft geleid tot<br />
een groot bouwvolume maar wel zijn plaatsje<br />
in de architectuurstroming heeft verworven.<br />
De grote techniekopmars in de bouw is het<br />
afgestemd werken in een BIM-omgeving<br />
(Building Information Modelling). Reken-<br />
en tekenwerk kunnen gecombineerd worden<br />
ingevoerd. De afstemming van de verschillende<br />
disciplines van het ontwerpproces kan<br />
nu werkelijk fysiek worden doorgevoerd. De<br />
zogenaamde ‘clash control’ wordt ruimtelijk<br />
uitgevoerd in het BIM-model. Hier liggen<br />
voor de bouw een aantal grote kansen. De<br />
eerste is het fysiek terugdringen van de faalkosten<br />
door de verbeterde afstemming vooraf.<br />
De tweede kans is het virtuele bouwen<br />
waardoor de faalkosten van complexere constructies<br />
of geo<strong>met</strong>rieën beter beheersbaar<br />
worden. De uitzonderlijke gebouwen zullen<br />
hierdoor eenvoudig betaalbaarder worden.<br />
Het virtuele bouwen moet het mogelijk maken<br />
beter in te spelen op de aanlopers die<br />
ontstaan vanuit het onbekende. De derde<br />
grote belofte is het overbruggen van de<br />
grote afstand van de betrokken partijen in<br />
de bouw. Opvallend is dat de constructie<br />
adviesbureaus deze handschoen massaal<br />
lijken op te pakken, terwijl veel architectenbureaus<br />
hier duidelijk achter blijven. De<br />
constructeurs zullen hierdoor makkelijker<br />
samenwerken <strong>met</strong> de andere bouwpartners<br />
of toegroeien naar de aannemer.<br />
Imponeren gaat vervelen<br />
We zijn onder de indruk van de CCTVhoogbouwtoren<br />
van Rem Koolhaas in Beijing.<br />
Natuurlijk, een indrukwekkend stukje<br />
ingenieurskunst. Echter, voor constructieve<br />
krachtpatserij moet een zware prijs worden<br />
betaald, in de vorm van sterk verhoogde<br />
bouwkosten. Niet alleen de engineeringskosten<br />
zijn veel hoger, ook het materiaalverbruik<br />
en de complexe bouw werken door in<br />
de kosten. Daarnaast: de zichtbare vakwerken<br />
gaan de architectuur domineren. Dat<br />
beeld, <strong>met</strong> grote uitkragingen en overspanningen,<br />
en dat een periode op grote schaal is<br />
toegepast, gaat vervelen. Het is een kunstje<br />
<strong>met</strong> een beperkte houdbaarheidswaarde.<br />
In de jaren 1995-2005 is de ‘geweldconstructie’<br />
regelmatig ingezet. De architect heeft een<br />
beeld. De opdrachtgever wil dit beeld (om<br />
te imponeren, omdat hij denkt dat het een<br />
meerwaarde oplevert) en de constructeur<br />
bedenkt een constructie die extreem veel<br />
26 APRIL 2011 | BOUWEN MET STAAL 220
• de duitse bezetter heft de VMi, VCW en VMr op.<br />
de verenigingen gaan ‘ondergronds’.<br />
1942<br />
2. De werkvoorbereiding van de aannemer en de hoofdconstructeur moeten intensiever samenwerken.<br />
Een anekdote: de constructieschets als werktekening<br />
Maartje lammers is een architect waarmee ik<br />
veel samenwerk. Eerst bij Mecanoo, later bij<br />
Erick van Egeraat en daarna bij haar eigen bureau<br />
24H Architecture. Zij en haar partner Boris Zeisser<br />
kwamen eens langs om wat te brainstormen over<br />
de con structie van een woonhuis in Zweden, gelegen<br />
op een prachtige locatie boven een riviertje.<br />
Ze hadden een soort uitschuifhuis bedacht waarbij<br />
een deel van de woning via een lagermechanisme<br />
kon verschuiven. ook dit had te maken <strong>met</strong> locale<br />
bestemmingsplaneisen. Zoals altijd maakten we<br />
ook hier in de ontwerpfase via schetsen een aantal<br />
ontwerpvoorstellen. ik kreeg nog wat vragen over<br />
houtverbindingen en een aantal pagina’s uit een<br />
‘overtoom-catalogus’. Maar omdat we nog in de<br />
schets fase zaten, dacht ik dat het om onderzoek<br />
van de haalbaarheid ging.<br />
de gesprekken vonden plaats voor de vakantie.<br />
Na de vakantie ontving ik van de architect een<br />
kort mailtje <strong>met</strong> als bijlage een fi lmpje en de tekst<br />
‘Het werkt’. op het fi lmbeeld stond een prachtig <strong>met</strong><br />
veel natuurlijke materialen gemaakt huis. Na een<br />
muisklik op het fi lmpje zag je de vloer maar buiten<br />
schuiven, tot boven een riviertje. Wat bleek: ze hadden<br />
de schetsen als grote werktekening aan de muur<br />
gehangen en daarmee de constructie van de woning<br />
van gebouwd. Misschien niet geheel verantwoord.<br />
Maar wel leuk. •<br />
BOUWEN MET STAAL 220 | APRIL 2011 27
1943<br />
3. Kalender belangrijke<br />
constructie projecten.<br />
28 APRIL 2011 | BOUWEN MET STAAL 220
1944<br />
materiaal mag kosten als het beeld maar<br />
wordt gerealiseerd. Deze stroming is <strong>met</strong><br />
de crisis geheel verdampt.<br />
Van bravoure naar risicomijdend<br />
Na de periode van de constructieve krachtpatserij<br />
lijken we nu terug bij af. Begin 2011<br />
bevinden de budgetten zich op een discutabel<br />
laag niveau. De orderportefeuille van de<br />
aannemerij en andere partijen in de bouw<br />
zijn slecht gevuld en die opdrachtgever die<br />
<strong>met</strong> zijn gedurfde initiatieven ‘hoop’ zou<br />
moeten uitstralen, zit in de wachtkamer.<br />
Onze politiek beïnvloedt de wachttijden in<br />
die wachtkamer uiterst negatief. Angstige<br />
regelgeving door instortingen en recente<br />
branden, uitgestelde politieke besluiten, gemeentes<br />
die projecten op slot zetten en ons<br />
wankele politieke bestel, zorgen ervoor dat<br />
die wachtkamer voorlopig tjokvol zit <strong>met</strong><br />
mogelijke bouwprojecten.<br />
Een aantal projecten zal uit die wachtkamer<br />
geraken en in een betere tijd doorgang vinden,<br />
maar veel projecten zullen defi nitief<br />
stopgezet worden. Een voorbeeld is het project<br />
Forum in Groningen waarover op dit<br />
moment veel politieke beroering is in een<br />
strijd tussen gemeente en provincie. Maar<br />
het bestek ligt wel klaar en de engineering is<br />
nagenoeg gereed!<br />
De gevolgen voor de constructies zijn zichtbaar.<br />
De geavanceerde constructies zijn aan<br />
de kant gezet en we kiezen voor simpel,<br />
doelmatig en vooral risicomijdend en goedkoop.<br />
In een tijd van economische recessie is<br />
de constructieve opgave duidelijk minder<br />
uitdagend. De uitdaging verschuift in deze<br />
periode naar optimaal samenwerken. Er<br />
schuilt wel een gevaar dat het niveau van de<br />
bouwtechniek er onder leidt.<br />
Hebben we een beroemde constructeur?<br />
Vraag een architect of opdrachtgever een bekende<br />
hedendaagse constructeur te noemen<br />
en de kans is groot dat er geen antwoord<br />
komt. Als dezelfde vraag wordt gesteld aan<br />
een constructeur dan is er een kleine kans<br />
op een antwoord. De namen die zullen vallen<br />
zijn de namen van Cecil Balmond van<br />
Arup of Jörg Schlaich en Rudolf Bergermann<br />
van Schlaich Bergermann. Misschien<br />
Leslie Robertson in relatie tot het WTC.<br />
Iets bekender zijn de architect-constructeurs.<br />
Calatrava is hiervan het beroemdst.<br />
Hoe komt het dat de vermaardheid van de<br />
constructeurs, de Nederlandse in het bijzonder,<br />
beperkt is. Omdat in de relatie tussen<br />
architect en constructeur de angst heerst<br />
voor een egostrijd? Bekend is de discussie<br />
tussen onze grootste architect Rem Koolhaas<br />
en Cecil Balmond. Koolhaas was ‘not<br />
amused’ toen Balmond een te groot aan -<br />
deel in de architectonische inbreng claimde.<br />
Het gevolg is een geforceerde bescheidenheid<br />
van de constructeur. Dit is volledig<br />
overbodig.<br />
De constructeur levert een onmisbare inbreng.<br />
Levert soms ideeën die de architect<br />
inspireren, maar heeft geen beslissende<br />
stem. Die ligt bij de architect of de opdrachtgever.<br />
Het is een faciliterende rol. Er bestaat<br />
een nuanceverschil tussen een eervolle faciliterende<br />
rol (waar ik mezelf prima in kan<br />
schikken), en een onderdanige, bijna nederige<br />
rol. Illustratief is de moeite die het heeft<br />
gekost om in het vakblad De Architect per<br />
artikel een colofon af te dwingen waarin<br />
ook de constructeur werd genoemd.<br />
De imagocampagne voor onze doelgroep<br />
komt uit een onverwachte hoek. Namelijk de<br />
televisie. Programma’s op Discovery Channel<br />
en National Geographic over bouwprojecten<br />
mogen zich verheugen in een groeiende belangstelling.<br />
De programma’s heten ‘Megastructures’,<br />
‘Extreme engineering’ of ‘How<br />
it’s made’. Wat het meest opvalt, is dat in die<br />
programma’s de constructeur uit de schaduw<br />
van de architect kruipt en prominent in<br />
beeld komt. Soms nog meer dan de architect<br />
en vaak gelijkwaardig aan de aannemer.<br />
Projecten markeren constructieve<br />
ontwikkelingen<br />
De markante projecten zijn karakteristiek<br />
voor hun tijd en markeren de ontwikkelingen<br />
en stromingen die gaande zijn. In afb eelding<br />
3 is een aantal bijzondere constructies<br />
in een tijdsbalk geplaatst. Het is lastig om<br />
voor Nederland een project aan te wijzen<br />
dat het meest invloedrijk is geweest voor de<br />
constructie. Voor de laatste 25 jaar zou dat<br />
misschien de Erasmusbrug in Rotterdam<br />
kunnen zijn.<br />
• de VMi, VCW en VMr worden opnieuw tot leven gewekt.<br />
Bruggen ontwikkelen zich anders<br />
dan gebouwen<br />
De bruggenbouw is veel langer het domein<br />
van de constructeurs geweest. In de jaren ’80<br />
is een kentering zichtbaar. Belangrijk voortrekker<br />
van deze ontwikkeling is Calatrava,<br />
die <strong>met</strong> zijn sierlijke spannende bruggen de<br />
wereld weet te verbazen. In Nederland wordt<br />
baanbrekend werk verricht door Ben van<br />
Berkel, <strong>met</strong> de Erasmusbrug in Rotterdam<br />
in 1996. Het gevolg is dat er een nieuwe<br />
‘brugopgave’ ontstaat. Rond 1997-2005<br />
bouwen we series bruggen in de nieuwe<br />
vinexwijken. De brug krijgt een functie als<br />
markering van de locatie. Ook hebben we<br />
in deze periode veel extra geld over voor<br />
bijzondere bruggen <strong>met</strong> als dieptepunt de<br />
drie Calatrava-bruggen in Haarlemmermeer;<br />
catalogusbruggen (‘Calatrava had<br />
een paar ontwerpen klaarliggen’) over<br />
een nietig watertje. Hier slaan we de plank<br />
volledig mis.<br />
De brugopgave is inmiddels ingedaald. Een<br />
beperkt aantal architecten heeft veel ervaring<br />
opgedaan <strong>met</strong> bruggen en deze architecten<br />
ontwerpen bijna alle Nederlandse<br />
bruggen. De constructeur is in deze brugopgave<br />
de sparringpartner van de architect.<br />
Dat de architect hier constructieve affi niteit<br />
heeft , werkt eff ectief in de ontwerpdialoog.<br />
De hulmiddelen evolueren, nu de<br />
mentaliteit nog<br />
Technische ontwikkelingen in de bouw<br />
gaan razendsnel. In de communicatie was<br />
de fax een doorbraak. Eindelijk was het mogelijk<br />
een schetsje voor de uitvoering door<br />
te sturen naar de uitvoering. De fax is inmiddels<br />
verdrongen door de mail en een<br />
scan of een ‘pdfj e’ is nu het snelle middel.<br />
Koppel dit aan een explosieve ontwikkeling<br />
in de mobiele telefonie en de bereikbaarheid<br />
is in principe geregeld. Echter ook de opdringerigheid<br />
van deze middelen.<br />
Op rekengebied hebben de eenvoudige staafprogramma’s<br />
plaatsgemaakt voor geavanceerde<br />
3D-rekenpakketten. Eigenfrequenties,<br />
fysisch en geo<strong>met</strong>risch niet lineair. We<br />
hebben het allemaal ter beschikking <strong>met</strong><br />
het gevaar dat we erin verdrinken. De huidige<br />
constructeur krijgt een aardige partij<br />
ballast mee voordat er goed (ontwerpend)<br />
BOUWEN MET STAAL 220 | APRIL 2011 29<br />
1945
1946<br />
geconstrueerd kan worden. Het toenemend<br />
aantal pagina’s bij elke nieuwe norm is daar<br />
een teken van. De nieuwe Eurocode levert<br />
weer voldoende te bestuderen papier op. Het<br />
blijkt noodzakelijk voor onze basis, om het<br />
constructeursvak goed te kunnen blijven<br />
uitoefenen. Het mag alleen niet de aandacht<br />
afleiden van het inzicht in het construeren.<br />
Daarnaast is de overstap naar 3D-objectgeoriënteerd<br />
tekenen een overstap die te vergelijken<br />
is <strong>met</strong> de overstap van tekenschot naar<br />
2D. Een ware revolutie, die de adviesbureaus<br />
veel inspanning kost maar ook veel zal gaan<br />
opleveren. Momenteel zien we veel bureaus<br />
adverteren <strong>met</strong> BIM, terwijl het in werkelijkheid<br />
niet meer is dan hun eerste stappen<br />
op 3D-tekengebied. Toch is de benodigde<br />
‘BIM-volwassenheid’ snel groeiende en de<br />
resul taten bij een aantal lopende projecten<br />
zijn spectaculair.<br />
In de komende vijf jaar wordt de slag gemaakt<br />
naar het integraal koppelen aan calculaties,<br />
planningen en onderaannemers (die zich zullen<br />
manifesteren als co-maker). Het totale<br />
virtuele bouwen zal worden geëffectueerd.<br />
Daarnaast zullen we onze constructies <strong>met</strong><br />
rekenpakketten materiaaleconomisch optimaliseren.<br />
Een voorbeeld is Evolutionary<br />
Structural Optimization (ESO).<br />
De grootste kans in de nabije toekomst is<br />
1947<br />
4. Thialf Stadion, Heerenveen. 5. Dakconstructie Burgers’ Bush, Arnhem. 6. Stadhuis Alphen aan den Rijn.<br />
het in gang zetten van een mentaliteitsverandering<br />
in de bouw. BIM kan het middel<br />
zijn dat de kloof tussen de samenwerkende<br />
bouwpartijen zal dichten. Vertrouwen in<br />
plaats van wantrouwen. De techniek heeft<br />
zich ontwikkeld. Nu nog de samenwerking<br />
naar een hoger plan trekken. En dat begint<br />
<strong>met</strong> respect en waardering dat we het samen<br />
moeten doen. De constructeur kan een<br />
belangrijke schakel in de invulling zijn.<br />
De rots in de branding<br />
In al dit ontwikkelgeweld is er iets vreemds<br />
gaande. We constateren dat die constructeur<br />
voorop loopt in veel ontwikkelingen. Ook<br />
is er sprake van schaarste van personeel op<br />
de markt. Ook in deze crisistijd is het niet<br />
makkelijk om aan goed personeel te komen.<br />
Logisch, de bureaus koesteren hun personeel.<br />
Ze zijn er <strong>met</strong> moeite aan gekomen en<br />
hebben zelf in bijscholing en opdoen van ervaring<br />
geïnvesteerd. De adviesbureaus zijn<br />
als de dood voor gebrek aan goed personeel<br />
in een aantrekkende markt. Daarnaast staat<br />
de kwaliteit van het huidige onderwijs in de<br />
bouwtechniek onder druk. De huidige bezuinigingen<br />
in het onderwijs geven reeds<br />
aanleiding voor het wegvallen van een aantal<br />
belangrijke leerstoelen. Het onderwijs<br />
wordt uitgehold en er is een toename van<br />
de inmenging van het bedrijfsleven in het<br />
onderwijs. Dit laatste is ook al discutabel,<br />
want de onafhankelijkheid gaat verloren.<br />
Er is sprake van schaarste en dit zou reden<br />
kunnen zijn dat de constructeurs zich nergens<br />
druk om hoeven te maken. Het tegendeel<br />
is gaande. Op tal van momenten is er<br />
sprake van een ongezonde concurrentie of<br />
preekt de doelgroep voor eigen parochie.<br />
En het is vaak een klaagzang. Een reeks als<br />
‘De nieuwe constructeur’ is goed bedoeld<br />
maar bereikt absoluut onze opdrachtgevers<br />
niet. De Nike-slogan ‘Just do it’ is ook op<br />
de constructeur van toepassing. De constructeur<br />
ontwikkelt zich professioneel<br />
voortdurend en is onmisbaar in elke werkconstellatie.<br />
De komende jaren zal de aannemer<br />
een belangrijke rol opeisen, maar<br />
daarna breekt de tijd aan voor een nieuwe<br />
golfbeweging. De constructeur zal altijd<br />
blijven. Hij is de stille kracht. Daarom moet<br />
hij zijn professionaliteit koesteren. Uitverkoop<br />
is in het geheel niet nodig. Met het<br />
schaarser worden van de deskundigheid<br />
zal de constructeur zijn werkvoorwaarden<br />
alleen maar beter naar zijn hand kunnen<br />
zetten. Mocht hij dit verzaken, dan doet de<br />
constructeur zich zelf tekort. De toekomst<br />
voor de constructeur is hoopgevend, mits<br />
hij zich blijft ontwikkelen. •<br />
30 APRIL 2011 | BOUWEN MET STAAL 220<br />
foto: Christian richters