Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Holland</strong>se Herleving rond Amsterdam<br />
Hoeneker hebben kunnen onderscheiden dan zijn gestudeerde, en ook wel uit sjiekere milieu's<br />
afkomstige voorgangers - Rauws bijvoorbeeld stamde uit een eerbiedwaardig geslacht<br />
van burgemeesters van Woudrichem. 58<br />
De nieuwe stadsbouwmeester van hervormden huize heeft zich geenszins strikt tot zijn<br />
officiële opdrachten beperkt, maar zich ook over particuliere projecten ontfermd, en niet<br />
alleen die van zijn geloofsgenoten. Ook in katholieke en lutherse kring brak hij na verloop<br />
van tijd op grond van zijn onmiskenbare kwaliteiten door. Hij werd hier voor de ambachtsman<br />
van de 'eigen' geloofsrichting een geduchte concurrent. Als eerste verdrong Van der<br />
Hart Luyten bij een belangrijke onderneming van het toneel. Luyten had, geheel naar tevredenheid<br />
van de opdrachtgevers, in de vroege jaren zeventig het Hofje van Occo gebouwd.<br />
Het lag dan ook voor de hand dat toen zijn geloofsgenoten in 1780 het plan opvatten een<br />
nieuw Maagdenhuis te bouwen, hij andermaal aan bod zou komen. Dit temeer, daar Luyten<br />
in 1775 het timmerwerk had geleverd in het nieuwe huis op Herengracht 182 van Arnout<br />
Jan van Brienen van de Groote Lindt (1735-1804), 59<br />
die als voornaamste Maagdenhuisregent<br />
grote invloed op de gang van zaken uitoefende. Desondanks werd hij door een protestantse<br />
buitenstaander gepasseerd.<br />
Net als Luyten had Van der Hart op dat moment waarschijnlijk al enkele buitenhuizen<br />
in de nieuwe strenge trant op zijn naam staan. Daartoe behoren de op grond van de rondboogarcades<br />
aan hem toegeschreven hofstedes Houdringe bij De Bilt (1779), 60<br />
en het al genoemde<br />
Gooilust in 's-Graveland, 61<br />
dat, afgezien van deze rondboogarcades, als twee druppels<br />
water leek op Luytens naburige Berg en Vaart en het iets oudere Boekesteyn. Al eerder<br />
verrees van zijn hand in deze sobere trant het Weeshuis in Broek in Waterland (1775), dat<br />
als het eerste bewaarde bouwwerk van Van der Hart geldt. 62<br />
Vermoedelijk had men hem<br />
bij het Maagdenhuis in de arm genomen omdat hij met het even eerder in stedelijke opdracht<br />
gereedgekomen Nieuwe Werkhuis internationale sier had gemaakt. 63<br />
Getroffen door<br />
de doelmatige inrichting van zijn werkhuis vroegen de Maagdenhuisregenten voor hun<br />
weeshuis ook om een Van der Hart. 64<br />
Het ene succes vloeide zo voor de stadsbouwmeester,<br />
wiens eerdere schepping kort na gereedkomen zelfs door Rooms keizer Jozef II bezocht zou<br />
worden, 65<br />
uit het andere succes voort.<br />
Ook in een tweede katholiek geval zou Van der Hart de religieuze scheidslijn overschrijden:<br />
het Rooms-Katholieke Oude-Armen Comptoir. De bouw op de plaats van de ruïnes<br />
58 Winkel-Rauws, Wel en wee van het geslacht Rauws, 245-246.<br />
59 Meischke, Amsterdam. Het R. C. Maagdenhuis, 75-76. Over de bouw van het woonhuis, naar ontwerp van Ludwig<br />
Friedrich Druck: G. I. Lieftinck, Het huis der Van Brienen 's als hoofdkantoor van de Groot-Noordhollandsche van 1845<br />
(Amsterdam 1936) 15-17.<br />
60 Van Swigchem, Abraham van der Hart, 296-297.<br />
61 Althans, volgens Meischke e.a., Huizen in Amsterdam, 100.<br />
62 Van Swigchem, Abraham van der Hart, 151-154.<br />
63 De Engelsman John Howard die het in 1783 had bezocht, prees het in zijn boek over gevangenissen in Groot-<br />
Brittannië als exemplarisch: Van Swigchem, Abraham van der Hart, 46; idem, 'Het Nieuwe Werkhuis van 1778.<br />
Een voorbeeld van 'moderne' gestichtsarchitectuur uit de tijd van de Verlichting', Maandblad Amstelodamum 59<br />
(1972) 9-10. Navolging in Göttingen: I. van Esso Bzn., 'Het Werkhuis te Amsterdam als model voor een beroemde<br />
buitenlandse verloskundige kliniek', Maandblad Amstelodamum 35 (1948) 122-124.<br />
64 T.C.M.H. van Rijckevorsel, Geschiedenis van het R. C. Maagdenhuis te Amsterdam 1570-1887 (Amsterdam 1887)<br />
153; S. Bottenheim, 'Het R.C. Maagdenhuis', Eigen Haard38 (1912) 470. Of die doelmatigheid geheel aan Van<br />
der Harts eigen creatieve geest was ontsproten moet hier in het midden blijven; vóór de bouw bezocht hij in<br />
elk geval een Amersfoortse lakenfabriek en het fabriekhuis van de Vaderlandsche Maatschappij in Hoorn:<br />
J.J.T. Poederbach, Het Werkhuis en het Armenhuis der Stad Amsterdam (Amsterdam 1932) 39.<br />
65 Van Swigchem, Abraham van der Hart, 46; idem, 'Het Nieuwe Werkhuis van 1778', 10.<br />
05